Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland...

60
Spotlight Vaktechnisch bulletin van PwC Accountants Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 www.pwc.nl

Transcript of Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland...

Page 1: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight

Vaktechnisch bulletin van PwC Accountants

Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

www.pwc.nl

Page 2: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

B� PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt organisaties en personen de waarde te creëren waarnaar z� op zoek z� n. W� z� n lid van het PwC-netwerk van � rma’s in 158 landen met meer dan 180.000 mensen. W� zien het als onze taak om kwaliteit te leveren op het gebied van assurance-, belasting- en adviesdiensten. Vertel ons wat voor u belangr� k is. Meer informatie over ons vindt u op www.pwc.nl.

Page 3: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Woord vooraf - Compliance als basis voor vertrouwen 5

“Onze klanten en de maatschapp� mogen erop vertrouwen dat onze accountantscontrolediensten professioneel-kritisch worden uitgevoerd en van goede kwaliteit z� n. Het is goed te constateren dat PwC ervoor zorgt dat haar accountants en adviseurs het hun gegeven vertrouwen kunnen waarmaken.”Camiel van Zelst

Nieuwe gedragscode voor accountants: het gaat om professioneel en integer z� n 6

Voor accountants geldt per 1 januari 2014 een nieuwe gedragscode: de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants. De VGBA verduidel� kt wat van een accountant verwacht kan worden. Hiermee sluit de gedragscode beter aan b� de verwachtingen van het maatschappel� k verkeer.Victor Valckx en Lisette van der We� den

Onafhankel� kheid – vanzelfsprekend uitgangspunt 10

Sinds begin dit jaar is de ViO, de Verordening inzake de onafhankel� kheid van accountants b� assurance-opdrachten, van kracht. De ViO bevat een aantal belangr� ke w� zigingen ten opzichte van de tot 31 december 2013 geldende regelgeving, en heeft impact op het werk van accountants en op het maatschappel� ke verkeer. Marcel Bommer en Johan Hellenthal

Wat behelst de Code voor Accountantsorganisaties en wat is de rol van de Commissie Publiek Belang 14

De Code voor Accountantsorganisaties met een OOB-vergunning heeft de borging van het publieke belang als uitgangspunt. De ‘Code’ beoogt meer transparantie over zaken die het publieke belang raken. De Commissie Publiek Belang speelt een belangr� ke rol in het toezicht hierop.Camiel van Zelst en Iris Horrocks-Rinkel

Geschiktheidstoets voor leden van de raad van commissarissen 18

De Nederlandse Bank voert een geschiktheidstoets uit op de leden van de raad van commissarissen van onder toezicht gestelde instellingen. Er wordt gekeken naar deskundigheid, onafhankel� kheid, reputatie, houding en gedrag. De toets is relevant voor de � nanciële sector maar ook voor andere sectoren.Ruud Kok

InhoudReal-time robot audit: feit of � ctie? 22

Een aantal baanbrekende informatietechnologische ontwikkelingen geeft op dit moment een stevige impuls aan de evolutie van innovatieve controletools. De real-time robot audit heeft op schrift al z� n intrede gedaan. Wordt deze voorspelde ‘21e eeuw controle’ binnenkort realiteit?Mona de Boer

W� ziging RJ 290: meer inzicht in embedded derivaten 26

De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft een aanpassing gepubliceerd voor Richtl� n 290 ‘Financiële instrumenten’. In dit artikel staan w� stil b� de w� zigingen in RJ 290 met betrekking tot het onderkennen en separaat waarderen van embedded derivaten. Tom Hagenaars en Bob de Graaf

De jaarrekening op liquidatiegrondslagen, hoe kun je dat doen? 30

Wanneer maak je een jaarrekening op op basis van liquidatiegrondslagen? Wat doe je b� een jaarrekening op liquidatiegrondslagen? Wat is het belangr� kste doel van zo’n jaarrekening? De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft onlangs een aantal voorstellen ter verduidel� king gepubliceerd en is daarmee een van de eerste regelgevers die het aandurft om dit onderwerp te verduidel� ken.Inge Oudhuis

Nieuw model voor omzetverantwoording vraagt om t� dige implementatie 36

Vanaf boekjaar 2017 vindt de omzetverantwoording plaats volgens een v� fstappenplan. Hiermee heeft de nieuwe standaard ‘Revenue from Contracts with Customers’ impact op veel ondernemingen. Het advies is om nu al te starten met de implementatie.Jay Tahtah en Renee Verhoe�

Multi-curvewaarderingen voor collateralised derivaten 42

De � nanciële crisis heeft e� ect op de waardering van derivaten. De verschillen tussen de traditionele en nieuwe waarderingsmethodieken kunnen signi� cant z� n. Daarmee is dit onderwerp niet alleen relevant voor de � nanciële sector, maar ook voor de overige gebruikers van derivaten.Casper Roozenboom en Tom Hagenaars

Page 4: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

COSO-herziening als vliegwiel voor heroriëntatie op internal control 48

Voldoen de internal controls nog aan de eisen van deze t� d? Juist vanwege deze vraag verdient het in 2013 vernieuwde COSO-framework de aandacht van ons allemaal. Het biedt ondernemingen de perfecte gelegenheid om internal control duurzaam te verbeteren en verankeren, als onderdeel van de veranderingen in de business voor operational excellence.Pieter Haex, Marcel Prinsenberg en Mart� n Niekus

Een terugblik na één jaar � exwet 54

Op 1 oktober 2012 werd het nieuwe bv-recht van kracht. Hiermee werden de regels rond de oprichting en inrichting van een bv eenvoudiger en � exibeler. Spotlight zet na ruim één jaar prakt� k-ervaring de plussen en minnen van de � exwetgeving op een r� tje.Hugo van den Ende

Kort nieuws 56

• Financiële instrumenten

• Pensioenvoorziening directeur-grootaandeelhouder

• Consolidatievr� stelling tussenhoudstermaatschapp� en

• Europees compromis bereikt over hervorming accountantsmarkt

Page 5: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 5

om de transparantie van accountants te verhogen. Zo z� n voor Organisaties van Openbaar Belang (OOB’s) met ingang van 1 januari 2013 nieuwe regels voor de scheiding van controlediensten en andere werkzaamheden en voor verplichte kantoorroulatie van kracht geworden. En ook in 2014 verandert er weer het nodige. Op 16 december 2013 z� n door de ledenvergadering van de NBA de vernieuwde gedrags- en beroepsregels voor accountants (VGBA) en de aangescherpte onafhankel� kheidsregels voor accountants b� assurance-opdrachten (ViO) goedgekeurd. Bovendien werkt het beroep aan een uitbreiding van de controleverklaring, met meer relevante informatie over de uitgevoerde controle. Ook dat is een goede zaak in het licht van transparantie.

De aangescherpte onafhankel� kheids-regels zullen onmiddell� k worden geïmplementeerd in onze organisatie en tot uiting komen in het handelen van onze mensen. Aan hen de taak om het verwachte vertrouwen iedere dag waar te maken.

De regels vormen een solide basis, maar de e� ectiviteit staat of valt met de integere en verantwoorde toepassing ervan door de accountant, én de controlecliënt. Als voorbeeld neem ik het thema ‘pr� sdruk’ als potentiële bedreiging voor de kwaliteit van accountantscontroles. Dit thema is niet direct benoemd in de onafhankel� kheidsregels van de accountant ten opzichte van z� n opdrachtgever. Hoe kan deze mogel� ke bedreiging in de prakt� k worden weggenomen?

De accountant kan vooraf een redel� ke inschatting maken van de werkzaamheden

Compliance als basis voor vertrouwenOnze klanten en de maatschapp� mogen er - terecht - op vertrouwen dat onze accountantscontrolediensten professioneel-kritisch worden uitgevoerd en van goede kwaliteit z� n. Met onze controleverklaringen en rapportages kunnen belanghebbenden tot betere besluitvorming komen.

Voor m� als Compliance O� cer is het goed om te constateren dat onze organisatie kosten nog moeite spaart om voorop te lopen met de kwaliteit van onze controles en om ervoor te zorgen dat onze accountants en adviseurs het hun gegeven vertrouwen kunnen waarmaken. Onze accountants worden op alle mogel� ke manieren ondersteund om de kwaliteit te kunnen leveren die het publiek en organisaties verwachten. Voortdurend worden daarvoor nieuwe initiatieven ontplooid. In onze werkprocessen z� n vele ‘kwaliteitskleppen’ ingebouwd om eventuele kwaliteitsproblemen vóór te z� n. En ons Compliance en Independence O� ce monitort de opzet en goede werking van alle getro� en kwaliteitsmaatregelen zoals beschreven in het PwC Transparantieverslag 2012-2013.

Om het publiek belang nog beter te borgen is per 1 juli 2013 onze Commissie Publiek Belang ingesteld. Deze commissie houdt onze accountants de spiegel voor vanuit het publiek belang, wat al tot inspirerende b� eenkomsten heeft geleid.

In 2013 z� n belangr� ke w� zigingen in de beroepsregelgeving voor accountants van kracht geworden om mogel� ke bedreigingen van de onafhankel� kheid van de accountant ten opzichte van z� n opdrachtgever verder te beperken en

Woord vooraf

en kosten, maar h� moet afwachten wat h� b� de controlecliënt aantreft. Als bl� kt dat er onverwacht meer werk moet worden verricht om gefundeerde conclusies te kunnen trekken, dan moet h� zich geen zorgen hoeven maken over de vraag of dat meerwerk wel wordt betaald. Dat is óók van belang voor z� n onafhankel� kheid. Daarom is het belangr� k dat de accountant, auditcommissie en commissarissen vooraf duidel� ke afspraken maken over hoe om te gaan met meerwerk. Zo wordt veiliggesteld dat álle essentiële werkzaamheden uitgevoerd worden en dat de accountant een verklaring kan a� eggen die het vertrouwen waard is!

In deze Spotlight staan onder meer de veranderingen voor de klant en accountant beschreven die voortvloeien uit de inwerkingtreding van de VGBA en ViO. Ik wens u veel leesplezier.

Camiel van Zelst,Compliance O� ce

Page 6: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

6 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Nieuwe gedragscode voor accountants: het gaat om professioneel en integer z� nVoor accountants geldt per 1 januari 2014 een nieuwe gedragscode: de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants. De VGBA verduidel� kt wat van een accountant verwacht kan worden. Hiermee sluit de gedragscode beter aan b� de verwachtingen van het maatschappel� k verkeer.

Victor Valckx - Compliance O� ce, AssuranceLisette van der We� den - Vaktechnisch bureau (National O� ce), Assurance

1. VGBA sluit beter aan b� verwachtingen maatschappel� k verkeerPer 1 januari 2013 is de Wet op het accountantsberoep (Wab) in werking getreden. Met deze wet is één beroepsorganisatie (de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants, NBA) ontstaan waarin zowel Accountant-Administratieconsulenten (AA’s) als Registeraccountants (RA’s) vertegenwoordigd z� n. De Wab eist dat de beroepsorganisatie een verordening vaststelt met betrekking tot gedrags- en beroepsregels voor accountants. De Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) geeft hier invulling aan. Daarvóór was op 1 januari 2011 de herziene Code of Ethics for Professional Accountants (CoE) van de International Ethics Standards Board for Accountants (onderdeel van de International Federation of Accountants, IFAC) al van kracht geworden. Deze ontwikkelingen samen vormen de directe aanleiding om de bestaande gedrags- en beroepsregels zoals vastgelegd in de op de CoE uit 2003

gebaseerde Verordening gedragscode (VGC) te w� zigen. Tot slot, en dit is misschien nog wel het belangr� kste, biedt de VGBA ten opzichte van de VGC een verduidel� king van wat van een accountant verwacht kan worden, zodat de verordening beter aansluit b� de huidige verwachtingen van het maatschappel� k verkeer.

2. Code of Ethics bl� ft de basisNet als b� de VGC is ook de CoE het uitgangspunt geweest b� het opstellen van de VGBA. De NBA is hier ook toe verplicht uit hoofde van haar IFAC-lidmaatschap. Op een aantal speci� ek voor de Nederlandse situatie noodzakel� ke punten is echter afgeweken van de CoE. Dit geldt b� voorbeeld b� het verstrekken van informatie aan de opvolgend accountant door de bestaande accountant. In de CoE is dit mede afhankel� k gemaakt van toestemming van de klant, terw� l in de VGBA dit voorbehoud niet is opgenomen. De zittende accountant kan in Nederland geen beroep doen op z� n geheimhoudingsplicht.

De NBA heeft vastgesteld dat in het kader van internationale (controle)opdrachten de van toepassing z� nde ethische regels ten minste gel� kwaardig z� n aan de regels van de CoE. 3. De v� f fundamentele beginselenVolgens de VGBA houdt de accountant zich, wanneer h� handelt in het algemeen belang, aan v� f fundamentele beginselen. Ook op dit punt w� kt de VGBA niet af van de VGC.

De volgende beginselen z� n hier van toepassing: • professionaliteit;• integriteit;• objectiviteit;• vakbekwaamheid en

zorgvuldigheid; en• vertrouwel� kheid.

Page 7: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 7

SamenvattingSinds 1 januari 2014 is de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) van toepassing. De VGBA vervangt de VGC (Verordening gedragscode voor RA’s: NIVRA, en AA’s: NOVAA). Het uitgangspunt van de VGBA is dat de accountant handelt in het algemeen (publiek) belang. De accountant houdt zich b� de uitvoering van z� n opdracht aan v� f fundamentele beginselen. De VGBA geeft de accountant een toetsingskader om omstandigheden te identi� ceren die een bedreiging voor de naleving van die fundamentele beginselen kunnen vormen. De beginselen z� n voor iedere ‘soort’ accountant (openbaar, intern en overheidsaccountant en accountants in business) van toepassing, waarb� de opdracht die de accountant uitvoert bepalend is en niet het type accountant.

• ProfessionaliteitHet fundamentele beginsel ‘professionaliteit’ is van toepassing op elk handelen of nalaten van de accountant. Of h� nu wel of niet z� n beroep uitoefent. Het maakt dus niet uit of de accountant de professionele dienst in het kader van zakel� k handelen verleent of in het kader van privé-handelen. Hiermee is dit het belangr� kste beginsel. Het maakt duidel� k dat de accountant zich moet onthouden van elk handelen of nalaten waarvan h� weet of behoort te weten dat dit het accountantsberoep in diskrediet kan brengen. Betrokkenheid b� b� voorbeeld het witwassen van geld of een belastingfraude door de accountant is dus in str� d met de gedrags- en beroepsregels.

• Integriteit Het integriteitsbeginsel vereist dat de accountant eerl� k en oprecht optreedt. Dit houdt ook in dat de accountant die betrokken is b� of in verband wordt gebracht met informatie die materieel onjuist, onvolledig of misleidend is, een maatregel neemt om dit probleem weg te nemen. De accountant moet dan b� voorbeeld een mededeling toevoegen waarin h� de onjuistheid, onvolledigheid of misleiding aan de beoogde gebruikers van de informatie kenbaar maakt. Van een accountant wordt verwacht dat h� optreedt als h� vermoedt dat de organisatie waar h� werkzaam is of waaraan h� is verbonden niet eerl� k en oprecht handelt.

• ObjectiviteitDe accountant moet objectief z� n: h� laat zich b� z� n afwegingen niet ongepast beïnvloeden door een vooroordeel, belangenverstrengeling of op andere w� ze. Onafhankel� kheid is een aspect van objectiviteit en is vereist b� de uitvoering van assurance-opdrachten. Onafhankel� kheid is dermate belangr� k dat hiervoor ook een aparte verordening geldt (de Verordening inzake de onafhankel� kheid van accountants b�

assurance-opdrachten). Op pagina 10 van deze Spotlight wordt uitgebreid ingegaan op deze verordening.

• Vakbekwaamheid en zorgvuldigheidDe accountant houdt z� n vakbekwaamheid op het niveau dat is vereist om een professionele dienst op een adequate w� ze te kunnen verlenen. Dit houdt in dat de accountant de relevante wet- en regelgeving toepast en dat h� een professionele dienst nauwgezet, grondig en t� dig uitvoert. Dit betekent b� voorbeeld dat de accountant voortdurend z� n professionele kennis, inzichten en vaardigheden op het niveau houdt dat vereist is om een professionele dienst adequaat te kunnen uitvoeren.

• Vertrouwel� kheidHet fundamentele beginsel ‘vertrouwel� kheid’ vereist dat de accountant die de beschikking kr� gt over gegevens of inlichtingen waarvan h� het vertrouwel� ke karakter kent of redel� kerw� s moet vermoeden, verplicht is tot geheimhouding van die gegevens of inlichtingen. Slechts in een beperkt aantal gevallen (b� voorbeeld krachtens wettel� ke voorschriften of met schriftel� ke toestemming van de organisatie waarvoor h� een professionele dienst heeft uitgevoerd) is deze geheimhouding te doorbreken. Het is hierb� ook van belang dat de accountant in z� n besluitvorming over het al dan niet verstrekken van vertrouwel� ke gegevens of inlichtingen de belangen van betrokken part� en en derden, waaronder het algemeen belang, betrekt. Een bekend voorbeeld van een omstandigheid waarb� de accountant verplicht is om vertrouwel� ke informatie toch openbaar te maken z� n bevindingen in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en de � nanciering van terrorisme (Wwft).

4. Duidel� ke verschillen met de ‘oude’ gedrags- en beroepsregelsDe VGBA verschilt op twee punten duidel� k van de ‘oude’ gedrags- en beroepsregels zoals vastgelegd in de VGC.

VGBA maakt geen onderscheid naar ledengroepenIn tegenstelling tot de VGC gaat de VGBA uit van de gedachte dat de professionele dienst die de accountant uitvoert z� n gedrag moet bepalen en dat dit gedrag niet primair wordt bepaald door de soort accountant en/of door de ledengroep binnen de NBA waarvan een accountant lid is. Zowel een openbaar accountant als een intern accountant kan b� voorbeeld in de rol van een ingehuurde consultant overige opdrachten uitvoeren. Het is dan maatschappel� k gezien niet uit te leggen dat deze accountants verschillend reageren op b� voorbeeld niet-integer gedrag van de opdrachtgever in het kader van de opdrachtacceptatie.

Page 8: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

8 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

leesbaarheid van de regels verbeterd en is het voor het maatschappel� k verkeer duidel� ker welke regels de accountant moet naleven. De toelichting, aanw� zingen en voorbeelden b� de normen maken geen deel meer uit van de verordening zelf, maar zullen worden opgenomen in een handreiking die de NBA later dit jaar NBA uitbrengt. Deze handreiking is uiteraard nog wel van waarde voor de interpretatie van de regels. Daarnaast is er een Toelichting op de verordening gedrags- en beroepsregels en die geeft de totstandkomingsgeschiedenis van de VGBA weer en voorziet de regels van een nadere uitleg.

Figuur 1 laat schematisch zien hoe de VGC en de VGBA zich tot elkaar verhouden.

5. Beginselen sluiten logisch aan b� werkzaamheden accountantPwC onderschr� ft de beginselen uit de VGBA. Het is een duidel� ke verordening die voldoet aan onze verwachtingen en die accountants aanspreekbaar maakt. Het is helder geschreven en het uitgangspunt is goed: de opdracht bepaalt hoe de accountant zich moet gedragen. Doordat de VGBA principes hanteert, is de gedragscode toepasbaar in alle situaties waarin een accountant terecht kan komen. Het is duidel� k wat er van hem verwacht mag worden.

Het bestuur van PwC stimuleert en faciliteert haar accountants op veel manieren om de VGBA na te leven. B� voorbeeld door middel van:• een uitgebreid trainingsprogramma voor

onze (aankomende) accountants;• interne communicatie;• het stimuleren van het naleven van de

interne gedragscode van PwC;• ondersteuning vanuit het vaktechnisch

bureau National O� ce;• haar voorbeeldfunctie (‘tone from the

top’).

PwC is er klaar voor!

Ledengroepen van de NBADe NBA kent drie ledengroepen die elk hun eigen bestuur hebben:• openbaar accountants (werkzaam

binnen een accountantsprakt� k);• intern en overheidsaccountants

(werkzaam in een accountantsfunctie b� de overheid of in het bedr� fsleven); en

• accountants in business (werkzaam in een andere functie dan accountantsfunctie).

VGBA bevat alleen normen, geen voorbeelden Een ander belangr� k verschil met de VGC betreft de opbouw van de verordening. Door de toepassing van de ‘Aanw� zingen voor de regelgeving’ bevat de VGBA alleen nog normen en geen voorbeelden meer. Daarnaast z� n de normen (ethische regels) helderder geformuleerd. Hierdoor is de

Figuur 1. VGC vs. VGBA

Bron: NBA: ‘Consultatiedocument: Verordening gedrags- en beroepscode accountants, 2013’

Een ruime meerderheid van de accountants was akkoordOp 16 december 2013 ging de ledenvergadering van de NBA met een meerderheid van ruim 90 procent akkoord met de VGBA. Voorafgaande aan deze instemming was er een uitgebreide consultatieperiode waarb� velen, waaronder toezichthouders, gebruikers van accountantsdiensten en uiteraard de leden van de NBA, het concept uitgebreid van commentaar hadden voorzien. Hierdoor is er een breed draagvlak ontstaan voor de VGBA.

VGCVereisten VGBA

Toelichting op de VGBA

Handreiking bij deVGBA

VoorbeeldenNormen Toelichting op de normen

Page 9: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 9

Page 10: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

10 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Onafhankel� kheid – vanzelfsprekend uitgangspuntSinds begin dit jaar is de ViO, de Verordening inzake de onafhankel� kheid van accountants b� assurance-opdrachten, van kracht. De ViO bevat een aantal belangr� ke w� zigingen ten opzichte van de tot 31 december 2013 geldende regelgeving, en heeft impact op het werk van accountants en op het maatschappel� ke verkeer.

Marcel Bommer - Independence O� ceJohan Hellenthal - Independence O� ce

1. De onafhankel� kheids-regels z� n aangescherptAccountants hebben als belangr� ke taak assurance te verscha� en in de vorm van een conclusie of oordeel over een assurance-object. Het bekendste voorbeeld is de accountantscontrole van de jaarrekening. Die conclusie of dat oordeel geeft de gebruiker van het object zekerheid over de betrouwbaarheid van dat object. De gebruiker verkr� gt daarmee een betere basis om z� n of haar beslissingen op te baseren. Het is daarb� cruciaal dat de onafhankel� kheid van de accountant boven elke tw� fel verheven is.

In t� den van crisis, waarin veel bedr� ven in zwaar weer belanden of niet langer het hoofd boven water kunnen houden, is het logisch dat daarb� ook naar de rol van de accountant wordt gekeken. Er worden dan ook regelmatig vragen gesteld als: ‘Had de accountant niet eerder moeten signaleren dat de betre� ende onderneming in gevaar was?’, of: ‘Was de accountant wel objectief en onafhankel� k, of richtte h� zich slechts op het belang van de ondernemingsleiding?’

Objectiviteit is een fundamenteel beginselObjectiviteit - en als onderdeel daarvan onafhankel� kheid - is een van de v� f beginselen die het fundament vormen voor de professionele beroepsuitoefening door accountants (zie ook het artikel over de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants op pagina 6 van deze Spotlight). Onafhankel� kheid is in essentie een geesteshouding. Echter, een geesteshouding is niet zichtbaar en niet meetbaar. Daarom is het goed dat er duidel� ke principes en regels z� n, die het raamwerk vormen waaraan de van accountants vereiste onafhankel� kheid getoetst kan worden.

Mede als gevolg van de � nanciële crisis en het zoeken naar de oorzaken daarvan, z� n er de afgelopen jaren op allerlei fronten initiatieven gestart om te k� ken hoe dergel� ke situaties in de toekomst voorkomen kunnen worden. In dit kader is ook nagedacht over de vraag of (aanvullende) maatregelen nodig of gewenst z� n, waaronder strengere eisen op het gebied van onafhankel� kheid. De ViO draagt hieraan een steentje b� . De accountant voert z� n onafhankel� kheidsbeoordeling en de overwegingen daarb� voor elke assurance-opdracht uit volgens het ViO-toetsingskader en documenteert adequaat. De accountant past professionele oordeelsvorming toe waarb� h� zich baseert op wat een objectieve, redel� ke en geïnformeerde derde aanvaardbaar en toereikend acht, en op de omstandigheden die h� weet of behoort te weten. De ViO stelt voor alle assurance-opdrachten in beginsel dezelfde eisen aan wat - al dan niet onder voorwaarden - aanvaardbaar wordt geacht, en geeft concreet aan wat verboden is of niet aanvaardbaar wordt geacht.

Een assurance-opdracht is een opdracht waarb� een accountant een conclusie formuleert die is bedoeld om het vertrouwen van de beoogde gebruikers, niet z� nde de verantwoordel� ke part� , in de uitkomst van de evaluatie of de toetsing van het object van onderzoek ten opzichte van de criteria, te versterken.

Page 11: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 11

SamenvattingIn de ledenvergadering van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) van 16 december 2013 is de nieuwe Verordening inzake de onafhankel� kheid van accountants b� assurance-opdrachten (ViO) vastgesteld. Deze Verordening vervangt de tot 1 januari 2014 geldende regels en vloeit onder meer voort uit de per 1 januari 2013 van kracht geworden gew� zigde Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta). Dit artikel gaat in op de belangr� kste w� zigingen als gevolg van de inwerkingtreding van de ViO. De ViO brengt ook duidel� kheid over de reikw� dte van een aantal OOB-bepalingen.

Waarom de ViO?Onafhankel� kheidsregels voor accountants z� n niet nieuw. De Nederlandse regels waren en z� n gebaseerd op bestaande Europese regels en op de internationaal algemeen aanvaarde principle-based Code of Ethics for Professional Accountants (CoE) van de International Ethics Standards Board for Accountants (IESBA) van de International Federation of Accountants (IFAC). Voor de ViO is de in 2011 vernieuwde CoE het uitgangspunt.

Naast de vernieuwde CoE gaf ook de gew� zigde Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), die per 1 januari 2013 van kracht is geworden, aanleiding tot een herziening van de Nederlandse onafhankel� kheidregels. In de Wta is onder meer bepaald dat organisaties van openbaar belang (OOB’s) met ingang van 1 januari 2016 na maximaal acht jaar van accountantsorganisatie moeten wisselen om een ‘frisse blik’, en daarmee de onafhankel� kheid, te bevorderen. Daarnaast is geregeld dat de accountant

die de wettel� ke controle b� een OOB uitvoert, daarnaast alleen controlediensten mag leveren; het verlenen van andere diensten (waaronder ‘advies’), van welke aard dan ook, is niet toegestaan. De ViO formaliseert de reikw� dte van een aantal OOB-bepalingen door onder andere het opnemen van een nieuwe de� nitie: ‘gelieerde entiteit’.

2.Reikw� dte ViODe ViO is per 1 januari 2014 van kracht geworden en geldt voor álle accountants (RA en AA), ongeacht hun functie (intern, overheids- en openbaar accountants), en is van toepassing op álle assurance-opdrachten (dus niet alleen op controle-opdrachten maar ook op zogenoemde Non Audit Assurance Engagements (NAAE)), zoals assurance-opdrachten met betrekking tot toekomstige � nanciële informatie of de bescherming van persoonsgegevens, waarop op basis van de VGBA de Nadere Voorschriften Controle- en Overige Standaarden (NV COS) van toepassing z� n.

Voor assurance-opdrachten voor een nader bepaalde kring van gebruikers (b� voorbeeld een oplage-verklaring) geldt dat onder voorwaarden (zie kader) de eis van onafhankel� kheid zich beperkt tot het assurance-team: het assurance-team moet onafhankel� k z� n van het object van onderzoek en van de persoon die zich verantwoordt.

De ViO heeft geen extra-territoriale werkingDe ViO heeft geen extra-territoriale werking. Dat wil zeggen dat de ViO geen betrekking heeft op buitenlandse netwerk� rma’s van de Nederlandse accountantsorganisatie en evenmin op buitenlandse verbonden derden (voor niet-OOB’s), dan wel gelieerde entiteiten (voor OOB's) van Nederlandse assurance-klanten.

3. De belangr� kste veranderingenDe ViO kent een aantal bepalingen, die verder gaan dan de daarvoor geldende eisen.

Rotatie-eisen b� langdurige betrokkenheid van senior assurance-teamleden uitgebreid Het beleid van PwC ten gevolge van de ViO heeft als principe dat senior leden van het assurance-team moeten roteren na een periode van maximaal zeven jaar betrokken te z� n geweest b� dezelfde assurance-klant. Dit vanwege de mogel� ke bedreiging van de onafhankel� kheid als gevolg van vertrouwdheid en eigenbelang, b� voorbeeld wanneer de teamleden de directie van de onderneming, de leden van het toezichthoudend orgaan b� de onderneming, en de overige sleutelfunctionarissen van de onderneming ‘te goed’ kennen. Tot op heden gold de eis voor rotatie alleen voor de Key Audit Partner(s) b� een OOB waar de accountant de (wettel� ke) controle van de jaarrekening uitvoert, die deze rol zeven jaar bekleedde(n).

Zichtbare sponsoring (associatie) van assurance-klanten is verbodenDe ViO kent een verbod voor accountantsorganisaties om zich te associëren (het zichtbaar sponsoren in het kader van marketing of reclame) met assurance-klanten. Als een accountant

De� nitie verbonden derdeEen ‘verbonden derde’ van een niet-OOB is:

• de natuurl� k of rechtspersoon die feitel� k beleidsbepalend is in de zich verantwoordende entiteit, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het zakel� ke en � nanciële beleid van die zich verantwoordende entiteit; en

• de huishouding waarin de zich verantwoordende entiteit feitel� k beleidsbepalend is, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het zakel� ke en � nanciële beleid.

Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld te bestaan b� een aandelenparticipatie van 20 procent of meer. Materialiteit speelt hierb� geen rol.

Page 12: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

12 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

b� voorbeeld sponsor is van een voetbalclub, dan mag de accountant geen assurance-opdrachten voor die voetbalclub uitvoeren. Accountants mogen charitatieve instellingen, waarb� de accountant assurance-opdrachten uitvoert, bl� ven ‘sponsoren’ (b� voorbeeld door korting te geven op het honorarium voor de dienstverlening), mits er geen sprake is van een zichtbare tegenprestatie (associatie).

Beperkingen met betrekking tot geschenken en persoonl� ke uitingen van gastvr� heid De ViO heeft als uitgangspunt dat geschenken en persoonl� ke uitingen van gastvr� heid niet passen in een relatie tussen accountant en opdrachtgever. Hieronder vallen ook niet-zakel� ke relatiemanagementactiviteiten. Persoonl� ke uitingen van gastvr� heid z� n voor derden betaalde kosten van uitstapjes, reizen, lunches, diners en dergel� ke die geen zakel� k karakter dragen. Er gelden strikte eisen voor geschenken en persoonl� ke uitingen van gastvr� heid die ‘passend’ worden geacht, waaronder centrale registratie en melding aan het toezichthoudende orgaan van de assurance-klant, indien de waarde groter is dan 100 euro (per persoon per evenement). Kosten die de accountantsorganisatie maakt voor puur zakel� ke b� eenkomsten z� n en bl� ven toegestaan en vallen buiten de reikw� dte van de ViO.

Verbod op leveren van andere diensten dan controledienstenAls gevolg van de eerder genoemde w� ziging van de Wta mag de accountants organisatie die de wettel� ke controle verricht b� een OOB alleen controlediensten (zie kader) verlenen aan de OOB en de aan de OOB gelieerde entiteiten. Adviesdiensten z� n niet toegestaan. De reikw� dte van de bepaling is in het kader hieronder omschreven.

Het verbod op het leveren van andere diensten dan controlediensten gaat in op de vroegste van de volgende data:• de eerste dag van de periode waarop

de � nanciële informatie, waarover

de accountant z� n (eerste) controle-verklaring afgeeft, betrekking heeft;

• de datum waarop de accountant begint met de controlewerkzaamheden (inclusief planningswerkzaamheden).

De periode waarin geen andere diensten dan controlediensten mogen worden geleverd, eindigt op de datum waarop de accountant de laatste controleverklaring uitbrengt.

Geogra� sche reikw� dte OOB-regelgeving• Een accountantsorganisatie en haar

Nederlandse netwerkonderdelen mogen geen diensten anders dan controlediensten verlenen aan een OOB of aan de gelieerde entiteiten van de OOB (ongeacht waar deze gelieerde entiteiten z� n gevestigd).

Scheiding controlediensten en overige diensten waarb� voor de OOB de wettel� ke controle wordt uitgevoerd De scheiding tussen controlediensten (toegestaan) en overige dienstverlening (niet toegestaan) geldt voor OOB’s en de aan hen gelieerde entiteiten.

De� nitie OOBOOB’s z� n in de Wta gede� nieerde categorieën van ondernemingen: banken, (her)verzekeraars, beursgenoteerde ondernemingen en entiteiten die schuldpapier hebben uitstaan op een Europese gereglementeerde markt. Onder de laatste categorie vallen ook in Nederland gevestigde � nanciële tussenholdings en/of � nancieringsentiteiten van grote multinationals.

De� nitie gelieerde entiteitEen gelieerde entiteit van een OOB is:• de rechtspersoon of vennootschap

die, alleen of samen met een andere groepsmaatschapp� , aan het hoofd staat van de groep waar de OOB deel van uitmaakt; of

• een dochtermaatschapp� van de OOB waarb� de wettel� ke controle wordt uitgevoerd; of

• een rechtspersoon of vennootschap waarop de OOB waarb� de wettel� ke controle wordt uitgevoerd, overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover z� de centrale leiding heeft.

Dit betekent in de prakt� k dat als gelieerde entiteit van de betre� ende OOB gelden:• de moeder(s) van de OOB (directe

moeder tot en met de uiteindel� ke moeder);

• alle door de OOB gehouden dochtermaatschapp� en; en

• alle entiteiten, niet z� nde dochtermaatschapp� en, waarin de OOB minder dan 50 procent van het stemrecht heeft maar (toch) overheersende zeggenschap (‘control’) uitoefent of kan uitoefenen. Een goed referentiepunt is of de betre� ende entiteit in de consolidatiekring van de OOB is opgenomen ingevolge Nederlandse verslaggevingsregels (Burgerl� k Wetboek Boek 2).

• Een buitenlands netwerkonderdeel van de accountantsorganisatie mag geen diensten anders dan controlediensten verlenen aan een Nederlandse OOB of aan de met deze OOB in Nederland gevestigde gelieerde entiteiten.

• Diensten verleend door buitenlandse netwerkonderdelen van de accountantsorganisatie aan buitenlandse gelieerde entiteiten van de Nederlandse OOB z� n en bl� ven toegestaan.

Regels voor het leveren van andere diensten dan controlediensten aan niet-OOB’sAls de accountant (of een ander deel van het netwerk) een non-assurance-dienst verleent of heeft verleend, die van materiele invloed is op het assurance-object, stelt de ViO dat er sprake is van een bedreiging van de onafhankel� kheid, die

Page 13: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 13

om een maatregel vraagt. Het is verboden een dergel� ke dienst te verlenen als de dienst “subjectief of niet-routinematig is, leidt tot een bedreiging uit hoofde van belangenbehartiging of tot een verwerkingsw� ze in het assurance-object, waarvan het assurance-team betw� felt of deze verwerkingsw� ze passend is”. Dit verbod geldt niet als er sprake is van een nader bepaalde kring van gebruikers en voldaan wordt aan de in dat geval geldende extra eisen, zoals vermelding in het assurance-rapport en vooraf toestemming is verkregen van de betre� ende gebruikers.

Er is een beperkte overgangsregelingDe ViO kent een beperkte overgangsregeling. Voor OOB’s moet er aan de rotatie-eisen van senior teamleden uiterl� k per 1 januari 2016 z� n voldaan; voor niet OOB’s is dat een jaar eerder. Hiermee wordt onder meer het risico ondervangen dat er situaties ontstaan waarb� meerdere ervaren teamleden tegel� kert� d moeten roteren, waardoor de kwaliteit van de wettel� ke controle of van overige assurance-opdrachten in het gedrang zou kunnen komen. Assurance-opdrachten die z� n aangegaan na 17 december 2013 mogen nog onder de oude onafhankel� kheidsregels worden beoordeeld, mits deze opdrachten uiterl� k op 1 januari 2016 z� n afgerond. Dit geldt ook voor opdrachten b� assurance-klanten waarmee de accountantsorganisatie een nog tot na 31 december 2015 lopende (zichtbare) sponsoring-overeenkomst heeft.

4. Meer consistentie in de onafhankel� kheids-regelgeving wensel� kIs Nederland met de inwerkingtreding van de ViO en de al van kracht z� nde OOB-wetgeving nu klaar voor de toekomst? Het antwoord op deze vraag is nee. De onafhankel� kheidsregels voor accountants zullen van t� d tot t� d aangepast moeten worden om aan te bl� ven sluiten b� de verwachtingen van het maatschappel� k verkeer. In december 2013 is een Europees compromis bereikt met betrekking tot hervorming van de auditmarkt. Naar verwachting wordt in april 2014 door het Europese Parlement gestemd over de nieuwe verordening en richtl� n. De voorstellen gaan - met bepaalde uitzonderingen - uit van een verplichte kantoorroulatie b� OOB’s na tien jaar, met (onder voorwaarden) de mogel� kheid te verlengen met nog eens 10 tot 14 jaar en kennen eveneens signi� cante beperkingen ten aanzien van de door accountants aan controle-klanten te verlenen diensten. EU-lidstaten houden op een aantal punten de mogel� kheid om strengere eisen te stellen dan de voorgestelde minimumeisen. Nederland loopt met de huidige wetgeving

De� nitie ‘controlediensten’Controlediensten omvatten uitsluitend: • de (wettel� ke) controle van de

jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening;

• de controle of de beoordeling van (tussent� dse) � nanciële overzichten;

• het verstrekken van assurance met betrekking tot andere aspecten van de jaarverslaggeving, zoals corporate governance, risicomanagement of maatschappel� k verantwoord ondernemen;

• elke andere wettel� ke taak die verband houdt met controle-werkzaamheden die door wetgeving is opgelegd aan de externe accountant of de accountants-organisatie (zoals de waarmerking van staten voor de toezicht houder zoals bedoeld in de Pensioenwet en de Wet op het � nancieel toezicht);

• het verstrekken van assurance en feitenonderzoek voor externe gebruikers (zoals comfort letters);

• het verstrekken van assurance en feitenonderzoek voor de raad van commissarissen (b� voorbeeld op het gebied van interne beheersing, fusies en overnames en fraude).

De diensten moeten betrekking hebben op de informatie die de gecontroleerde klant verstrekt heeft.

voor OOB’s en de ViO vooruit op deze ontwikkelingen.

In z� n brief van 22 januari 2014 ter beantwoording van Kamervragen over de afw� kingen tussen de Nederlandse wetgeving en de komende EU-verordening en richtl� nen inzake de hervorming van de accountantsmarkt, heeft minister D� sselbloem gezegd dat de bestaande OOB-regelgeving - voor zover deze verder gaat dan de huidige Nederlandse regels - te z� ner t� d moet worden aangepast aan de de� nitieve Europese regels. Voor meer informatie over het in december 2013 bereikte Europese compromis wordt verwezen naar Kort nieuws op pagina 56 van deze Spotlight.

Gebrek aan uniformiteit niet goed voor internationaal opererende ondernemingen Het is goed dat er duidel� ke onafhankel� kheidsregels z� n. Onafhankel� kheid is een fundamentele voorwaarde voor een objectieve beroepsuitoefening door accountants. Nederland is een sterk op het buitenland georiënteerde en open economie. Vele multinationals hebben hier hun hoofdkwartier en/of belangr� ke � nanciële tussenholdings. Het is jammer dat de verschillen tussen internationale en nationale regelgeving eerder l� ken toe te nemen dan af te nemen. Omdat EU-lidstaten vr� z� n om verdergaande regels in te voeren dan het Europese minimum, bestaat er een risico op ‘goldplating’. Dit kan voor internationaal opererende ondernemingen en hun accountants leiden tot ongewenste en kostenverhogende compliance-vereisten. Een consistent en waar mogel� k uniform wet- en regelgevingskader onder meer op het gebied van kantoorroulatie en toegestane dienstverlening zou zeer gewenst z� n, maar l� kt voorlopig verder weg dan ooit.

De ViO is uitgebreider dan in dit artikel aan de orde komt. Het is belangr� k dat de accountant en z� n assurance-klant de mogel� ke implicaties bespreken.

Page 14: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

14 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Wat behelst de Code voor Accountantsorganisaties en wat is de rol van de Commissie Publiek BelangDe Code voor Accountantsorganisaties met een OOB-vergunning heeft de borging van het publieke belang als uitgangspunt. De ‘Code’ beoogt meer transparantie over zaken die het publieke belang raken. De Commissie Publiek Belang speelt een belangr� ke rol in het toezicht hierop.

Camiel van Zelst - Compliance O� ce, AssuranceIris Horrocks-Rinkel - Compliance O� ce, Assurance

1. Kritiek op het accountantsberoep leidt tot een Code voor AccountantsorganisatiesAls antwoord op de aanbevelingen aan en de kritiek op het accountantsberoep door de politiek en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) presenteerde de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) eind 2010 het Plan van Aanpak ‘Lessen uit de Kredietcrisis’. In dit Plan van Aanpak staan kwaliteitsverbetering, onafhankel� kheid, toezicht en transparantie en verbreding van de poortwachtersfunctie centraal. Aangaande toezicht en transparantie heeft de NBA voorgesteld de toezichthoudende rol binnen accountantsorganisaties te versterken en de verantwoording over zaken die het publieke belang raken transparanter te maken. In juni 2010 is in het Verenigd Koninkr� k de Audit Firm Governance Code ingevoerd. De NBA heeft een vergel� kbare Code voor Nederland voorgesteld en in juni 2012 is een Code voor Accountantsorganisaties

met een OOB-vergunning (Organisatie van Openbaar Belang) gepubliceerd. Vervolgens z� n in juli 2012 elf accountantsorganisaties, waaronder PwC, door ondertekening van het Convenant met de NBA de verplichtingen uit deze Code aangegaan.

2. Beter inzicht kan b� dragen aan de versterking van het vertrouwen in de accountantsfunctieDe Code verschaft een benchmark voor goed bestuur van accountantsorganisaties met een OOB-vergunning. Deze groep van accountantsorganisaties is gekozen omdat de � nanciële sector en beursgenoteerde ondernemingen zowel collectief als individueel een grote impact kunnen hebben. Het versterken van het interne toezicht en het verstrekken van een meer transparante verantwoording vormen belangr� ke onderdelen van de Code. Aandeelhouders, auditcommissies, toezichthouders en andere belanghebbenden z� n vervolgens

Uitgangspunt van de Code is de borging van het publieke belangMet publiek belang wordt gedoeld op het vertrouwen van het maatschappel� k verkeer in de betrouwbaarheid van verklaringen b� verantwoordingen. Onafhankel� kheid, kwaliteit en een integere bedr� fsvoering z� n de belangr� kste instrumenten waarmee accountantsorganisaties het publieke belang moeten waarborgen. B� de afweging van diverse belangen moet het publieke belang van uitingen van de accountant alt� d voorop staan.

Page 15: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 15

SamenvattingIn juli 2013 is een Code voor Accountantsorganisaties geïmplementeerd. Het uitgangspunt van deze Code is de borging van het publieke belang binnen accountantsorganisaties met een OOB-vergunning. Beter inzicht in de besturing van accountantsorganisaties en de w� ze waarop het publieke belang is geborgd, kan b� dragen aan de versterking van het vertrouwen in accountants. De Code bevat principle-based regels waarvan de invoering niet vr� bl� vend is. Veel van de principes en bepalingen maken al deel uit van onze procedures of gedragsregels. De Code roept echter ook op tot het instellen van een Commissie Publiek Belang. Door een proactieve en kwetsbare opstelling en open te staan voor mogel� ke verbeterpunten, kan de toegevoegde waarde van deze Commissie worden geoptimaliseerd.

beter in staat een grondig oordeel te vormen over de besturing van deze accountantsorganisaties, evenals over de w� ze waarop het publieke belang is geborgd.

Onafhankel� kheid, kwaliteit en een integere bedr� fsvoering z� n al op veel plaatsen gereguleerd. Onze accountantsorganisatie draagt zorg voor het publieke belang van accountantsverklaringen en andere uitingen door een kwalitatief hoogwaardige en onafhankel� ke assurance-dienstverlening, ondersteund door een solide bestuurl� ke inrichting en een integere bedr� fsvoering. De borging van het publieke belang was echter voor verbetering vatbaar.

3. De Code bevat principle-based regels waarvan de invoering niet vr� bl� vend is PwC heeft haar organisatie zo ingericht, dat z� aan de principes en bepalingen van deze Code voldoet. In de Code worden drie governanceprincipes beschreven, die bepalend z� n voor de borging van het publieke belang:• het principe van bedr� fsvoering;• het principe van toezicht;• het principe van communicatie en

verantwoording.

Het principe van bedr� fsvoeringDe Assurance Board, het bestuur van de accountantsorganisatie van PwC, is verantwoordel� k voor de integere bedr� fsvoering van onze accountantsorganisatie en treft maatregelen om een goede prakt� kbeoefening te bevorderen. Z� ziet daarb� actief toe op de naleving van wet- en regelgeving. B� PwC spelen het vaktechnisch bureau National O� ce, het Compliance & Independence O� ce, de Internal Audit Dienst, maar ook Quality (Review) Partners in de Business Units en kwaliteitreviewers daarb� een cruciale rol. Ook het HR-beleid, inclusief beloningsbeleid, ondersteunt de kwaliteit en onafhankel� kheid van onze

dienstverlening, de integere bedr� fsvoering en de daarb� behorende kernwaarden.

Het principe van toezicht Het principe van toezicht behelst het hebben van een Commissie Publiek Belang, die toeziet op de w� ze waarop de accountantsorganisatie het publieke belang van accountantsverklaringen waarborgt. Deze Commissie bestaat uit meerdere personen van wie de meerderheid onafhankel� ke derden betreft.

Het principe van communicatie en verantwoording Het principe van communicatie en verantwoording houdt in dat onze Assurance Board zorgt voor een adequate informatievoorziening aan de leden van de Commissie Publiek Belang, t� dig en zodanig van kwaliteit dat z� hun taak naar behoren kunnen uitoefenen. De Assurance Board draagt zorg voor een open en actieve communicatie en bevordert consultaties en uitwisseling van kennis, informatie en opinies. De Assurance Board legt vervolgens transparant verantwoording af aan interne en externe belanghebbenden om een optimale oordeelsvorming mogel� k te maken.

Figuur 1. Opzet van de Code

Bron: NBA: 'Toezicht en transparantie - Een Code voor Accountantsorganisaties met een OOB-vergunning, 2012'

Accountantsorganisatie met OOB-vergunning

Waarden

Bedrijfsvoering Toezicht Verantwoording

Sturen - Faciliteren - Borgen

Publiek belang

Kwaliteit - Onafhankelijkheid - Integere bedrijfsvoering

Page 16: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

16 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

4. PwC onderschr� ft de principes en bepalingen uit de CodeVeel van de principes en bepalingen uit de Code maken al deel uit van de procedures en/of gedragsregels binnen PwC. Zo besteedt de Assurance Board veel aandacht aan de v� f in de Code genoemde fundamentele beginselen van de individuele accountant, namel� k: integriteit, objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid, geheimhouding en professioneel gedrag, en stimuleert z� een cultuur van openheid en dialoog. Erg belangr� k daarb� is de voorbeeldfunctie. In het transparantieverslag 2012-2013 van PwC en op onze website, www.pwc.nl, is een gedetailleerde beschr� ving opgenomen van de w� ze waarop PwC Accountants N.V. invulling geeft aan de principes en bepalingen uit de Code.

Zoals onder meer in ons transparantie-verslag is te lezen, is het leveren van hoogstaande dienstverlening het fundament waarop onze strategie is gebouwd. Kwaliteit betekent voor ons meer dan het voldoen aan wetten en beroepsregels. Het gaat ook om de manier waarop w� toegevoegde waarde leveren aan onze klanten en in de behoefte van het maatschappel� k verkeer voorzien. Ons kwaliteitsbeheersings- en controlesysteem zorgt ervoor dat we naar ons beste vermogen handelen in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving. Ons kwaliteitsbeheersings- en controlesysteem steunt op zeven p� lers: • tone from the top;• governance- en

verantwoordingsstructuur;• onze mensen;• raamwerk voor risicomanagement;• onze controlemethodiek;• vaktechnische infrastructuur en centrale

ondersteuning;• Klacht- en Meldingsregeling.

Onze gedragscode valt b� voorbeeld

onder de p� ler ‘tone from the top’. Onafhankel� kheid komt terug in verschillende p� lers. De maatschapp� mag van ons verwachten dat w� ons houden aan de onafhankel� kheidsregels die volgen uit verschillende wet- en regelgeving voor accountants. In het transparantieverslag verklaren de beleidsbepalers van PwC onder andere dat het interne toezicht op de naleving van de onafhankel� kheidsvoorschriften is uitgevoerd en dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing doeltre� end functioneert.

5. De Commissie Publiek Belang is per 1 juli 2013 aangesteldEen Commissie Publiek Belang als zodanig is nieuw voor PwC. De uiterl� ke datum van aanstelling van de Commissie was 1 juli 2013. De Commissie kent vier onafhankel� ke leden, te weten Nout Wellink (voorzitter), Cees van R� n, Frits Oldenburg en Yvonne van Rooy. Tevens maken namens PwC de Local Oversight Board-leden Ruud

Kwaliteit is een van de belangr� kste instrumenten om het publieke belang te waarborgenAan de door ons gewenste kwaliteit doen we geen concessies. Mede door onze intern gerichte, doorlopende kwaliteitscampagne Quality XXL zorgen we ervoor dat we allemaal doordrongen z� n van het belang van kwaliteit. De campagne draait om bewustz� n, omgaan met dilemma’s, lessons learned, het belang van consulteren, correcte dossieropbouw, verantwoord leiderschap, elkaar aanspreken op gedrag en het daadwerkel� k toetsen van zowel vaktechnische kennis als kennis van onze kwaliteitshandboeken.

PwC Transparantieverslag 2012-2013

Figuur 2. De zeven pijlers van PwC

Governance- en verantwoordingsstructuur

Vaktechnische infrastructuur en centrale ondersteuning

Klacht- en Meldingsregeling

Onze controle-methodiek

Onze mensen

Raamwerk voor risicomanagement

Tone from the top

Onderscheidende kwaliteit

Page 17: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 17

Dekkers en Hans Bod deel uit van de Commissie. De pluriformiteit van de Commissie vormt een belangr� k element in het streven naar het vergroten van het vertrouwen in de kwaliteit van ons werk en de verdere borging van het publieke belang in de bedr� fsvoering van onze accountantsorganisatie. De externe leden hebben hun sporen verdiend in het � nanciële toezicht, de politiek, het openbaar bestuur, de wetenschap, het recht en het bedr� fsleven.

De Commissie heeft in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2013 een aantal keer vergaderd. In die vergaderingen heeft de Commissie zich een eerste beeld gevormd van de w� ze waarop het publieke belang binnen onze accountantsorganisatie geborgd is. Tevens z� n er verdere afspraken gemaakt over de w� ze waarop de Commissie haar toezichthoudende taak nadere inhoud gaat geven. Hiervan maakt een inwerkprogramma deel uit. Met ingang van het huidige boekjaar (2013-2014) zal in het transparantieverslag van PwC een speci� ek verslag van de Commissie Publiek Belang worden opgenomen.

Vanuit haar toezichthoudende rol is de Commissie binnen de accountantsorganisatie van PwC betrokken b� de beoordeling van onze bestuurl� ke besluitvorming, ons kwaliteitsbeheersingsysteem, ons beloningsbeleid, het risicomanagement,

onze procedure voor het afhandelen van meldingen (b� voorbeeld van een vermoeden van een zakel� ke misstand), in- en externe kwaliteitstoetsingen, externe rapportages, (potentiële) reputatierisico’s en de dialoog met belanghebbenden (interne en externe belanghebbenden waaronder b� voorbeeld aandeelhouders). PwC wil de Commissie goed informeren aangaande deze onderwerpen en ook over dillema’s die daarb� soms spelen. Mede door de diversiteit, kwaliteit en competenties van de commissieleden zal de Commissie ons vervolgens goed kunnen uitdagen.

Nout Wellink is voormalig president van De Nederlandsche Bank. Op 1 juli 2011 liep z� n tweede term� n als president van De Nederlandsche Bank af. Tegenwoordig bekleedt Nout Wellink verschillende nevenfuncties binnen raden van toezicht en onder meer als governor International Monetary Fund.

Cees van R� n was CFO en lid van de raad van bestuur van Nutreco. Tegenwoordig is Cees van R� n onder meer lid van de raad van toezicht en de auditcommissie van het Leids Universitair Medisch Centrum.

Frits Oldenburg was als partner jarenlang verbonden aan NautaDutilh. Verder is Frits Oldenburg onder meer lid van de board of trustees van het International Bureau of Fiscal Documentation.

Yvonne van Rooy is vooral bekend als staatssecretaris van Economische Zaken. In 1997 verliet Yvonne van Rooy de politiek en sindsdien is z� onder andere voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen.

6. PwC is in dialoog met de Commissie Publiek BelangDoor op vertrouwel� ke basis de dialoog aan te gaan en ervaringen te delen met de Commissie, wil PwC graag een succes maken van de invoering van de Code. Door een proactieve en kwetsbare opstelling en open te staan voor mogel� ke verbeterpunten kan de toegevoegde waarde van de Commissie worden geoptimaliseerd. PwC streeft naar het vergroten van het vertrouwen in de kwaliteit van haar werk en de verdere borging van het publieke belang binnen haar organisatie. Dit kan b� dragen aan de versterking van het vertrouwen in accountants.

Page 18: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

18 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Geschiktheidstoets voor leden van de raad van commissarissenDe Nederlandsche Bank voert een geschiktheidstoets uit op de leden van de raad van commissarissen van onder toezicht gestelde instellingen. Er wordt gekeken naar deskundigheid, onafhankel� kheid, reputatie, houding en gedrag. De toets is relevant voor de � nanciële sector maar ook voor andere sectoren.

Ruud Kok - Risk Assurance Corporate Governance, Assurance

1. Waarborgen voor kwaliteit van intern toezicht door zelfevaluatie en extern toezicht De Nederlandse Corporate Governance Code stelt in best-practicebepaling III.I.7:

“De raad van commissarissen bespreekt ten minste eenmaal per jaar buiten aanwezigheid van het bestuur z� n eigen functioneren, het functioneren van de afzonderl� ke commissies van de raad en dat van de individuele commissarissen, en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden. Tevens wordt het gewenste pro� el en de samenstelling en competentie van de raad van commissarissen besproken.”

Deze bepaling vormt in feite het sluitstuk van het kwaliteitsbeleid op het gebied van goed bestuur. Als principaal in het R� nlands georiënteerde corporate-governancestelsel, heeft de raad van commissarissen (rvc) de eindverantwoordel� kheid voor de kwaliteit van het bestuur en toezicht. B� die verantwoordel� kheid past dat men ook zichzelf evalueert. Immers:

belanghebbenden zoals aandeelhouders, werknemers, leveranciers of klanten kunnen dit niet zelf of althans niet zonder hoge transactiekosten. Daarom is er geen andere oplossing in het kwaliteitssysteem dan zelfevaluatie. Weliswaar houden belanghebbenden de rvc verantwoordel� k en vragen ze om verantwoording, bevragen z� mogel� k ook de accountant hierover in de aandeelhoudersvergadering, maar de eindverantwoordel� kheid bl� ft b� de raad zelf. De vraag is niet of het afdoende is; er is - in beginsel - niemand anders.

In beginsel inderdaad. Veel organisaties en ondernemingen met een hoog publiek risico zoals banken, ziekenhuizen, woningcorporaties, onderw� sinstellingen, maar ook beursgenoteerde ondernemingen staan in meer of mindere mate onder toezicht van een daartoe ingesteld toezichtsorgaan. Dat toezicht richt zich tegenwoordig in b� voorbeeld de � nanciële sector steeds meer op de geschiktheid van bestuurders en toezichthouders. Maar ook het toezichtsorgaan biedt geen garantie dat

nimmer een probleem kan ontstaan, zo weet iedere krantenlezer. En als bedr� ven of instellingen in de problemen komen is telkens weer de vraag: “Waar waren de interne en externe toezichthouder?”

2. DNB voert sinds 1 juli 2012 geschiktheidstoets uit op bestuurders en commissarissen in � nanciële sectorIn de � nanciële sector z� n de laatste jaren veel vragen gesteld over de kwaliteit van het toezicht. Als onderdeel van het toezicht op de corporate governance van � nanciële instellingen is daarom een aantal jaren geleden een deskundigheidstoets ingevoerd en een verplichting tot het volgen van permanente educatie. Daarnaast bestond al de betrouwbaarheidstoets. Deze toets richt zich op de persoonl� ke integriteit van de commissaris. Iedereen die in deze sector als nieuwe commissaris toetreedt, wordt getoetst op betrouwbaarheid. Hiertoe wordt een antecedentenonderzoek uitgevoerd. Gekeken wordt of een kandidaat ooit is veroordeeld of op dit

Page 19: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 19

SamenvattingDe Nederlandsche Bank voert sinds 1 juli 2012 een geschiktheidstoets uit op zittende en aantredende commissarissen van onder toezicht gestelde � nanciële instellingen. De toets richt zich op de geschiktheid van de commissaris. Niet alleen voor wat betreft de vereiste deskundigheid, maar ook voor wat betreft z� n of haar onafhankel� kheid, reputatie, houding en gedrag. Daarb� is er ook aandacht voor de e� ectieve complementariteit van de individuele eigenschappen van de commissaris. De toets is ook geschikt voor andere onder toezicht gestelde ondernemingen en instellingen en biedt een goed normenkader voor de zelfevaluatie die in de Nederlandse Corporate Governance Code (en de daarvan afgeleide sectorale codes) voorgeschreven is. Voor de accountant is het van belang kennis te nemen van de resultaten van de geschiktheidstoets en op basis daarvan zo nodig in gesprek te gaan met de commissarissen en bestuurders van de onderneming.

moment verdacht wordt van een misdr� f, economisch delict of belastingfraude. Maar de overheid vond de deskundigheids- en betrouwbaarheidstoets niet genoeg en heeft daarom per 1 juli 2012 een wetsw� ziging doorgevoerd die nog verder gaat: de geschiktheidstoets voor commissarissen. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft de bevoegdheid deze toets uit te voeren. De w� ze waarop deze toets plaatsvindt is vastgelegd in de door DNB opgestelde Beleidsregel geschiktheidstoets die op 9 juli 2012 is gepubliceerd.

DNB ziet de geschiktheidstoets als een van de belangr� kste instrumenten waarover ze beschikt. Niet alleen b� de grote instellingen, de systeembanken b� voorbeeld, waarop DNB dagel� ks toezicht houdt, maar zeker ook b� kleinere � nanciële instellingen waar DNB niet dagel� ks over de vloer komt. Daarmee steunt DNB in feite op het interne toezicht waarvan men de deugdel� kheid en degel� kheid heeft vastgesteld.

resultaten worden niet gepubliceerd, maar schattingen in de sector over het aantal afw� zingen variëren tussen de 10 en 30 procent.

Financiële instellingen anticiperen op deze toets b� de selectie, het pro� el en de training van nieuwe commissarissen. Dat vraagt omgekeerd van die commissarissen of ze ook in eigen ogen voldoen aan het pro� el dat nodig is voor de � nanciële instellingen waarop z� toezicht houden. Daarb� gaat het zeker niet in de eerste plaats om de individuele pro� elen van de commissarissen en van hun competenties, maar vooral om de vraag of de competenties complementair z� n en b� dragen aan het gewenste pro� el en de b� behorende competenties van de raad als geheel en de mate waarin die aansluiten b� b� voorbeeld de soort, omvang, complexiteit en het risicopro� el van de onderneming. Om dat te beoordelen moeten de instellingen telkens b� iedere benoeming van een nieuwe commissaris of een herbenoeming voor de gehele raad van commissarissen een geschiktheidsmatrix invullen. Deze biedt inzicht in het samenstel van competenties. De ingevulde matrix moet aan DNB worden voorgelegd.

3. Brede de� nitie van geschiktheidGeschiktheid bestaat volgens de beleidsregel uit de elementen: kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. De geschiktheid bl� kt in ieder geval uit de opleiding, werkervaring en competenties. De beleidsregel schr� ft verder voor dat commissarissen (en andere beleidsbepalers) geschikt moeten z� n op de volgende onderwerpen:

• bestuur, organisatie en communicatie, waaronder het aansturen van processen, taakgebieden en medewerkers, het naleven en handhaven van algemeen aanvaarde sociale, ethische en professionele normen, waaronder het t� dig, juist en duidel� k informeren van klanten en de toezichthouder;

• producten, diensten en markten waarop de onderneming actief is, inclusief relevante wet- en regelgeving en � nanciële (en actuariële) aspecten;

• beheerste en integere bedr� fsvoering, waaronder de administratieve organisatie en interne controle, de waarborging van geschiktheid en vakbekwaamheid binnen een onderneming, de zorgvuldige behandeling van klanten, het risicomanagement, compliance en de uitbesteding van werkzaamheden; en

• evenwichtige en consistente besluitvorming, waarb� onder meer de belangen van klanten en andere belanghebbenden een centrale positie innemen.

Inhaalslag: alle commissarissen moeten getoetst z� nHet Expertisecentrum Toetsingen is belast met de toetsingen. Het is momenteel druk bezig met een inhaalslag. Niet alleen nieuw te benoemen commissarissen worden getoetst, ook alle zittende commissarissen van zo’n 1200 � nanciële instellingen worden tegen het licht gehouden. Commissarissen die al in functie z� n en dus nog niet eerder z� n getoetst op geschiktheid moeten b� de eerste herbenoeming of uiterl� k 1 januari 2016 z� n getoetst.

De beoordeling gebeurt aan de hand van een cv-analyse, vragenl� st en een uitgebreid interview. Dat interview is een combinatie van een sollicitatiegesprek en een mondeling examen. Niet alle commissarissen halen dat examen. De

Page 20: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

20 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

A. Bestuur, organisatie en communicatie

� Heeft kennis van en ervaring met het aansturen van processen en taken.

� Heeft kennis van en ervaring met het toezicht houden op het bestuur.

� Heeft kennis op het gebied van de sociale, ethische en professionele normen, zoals neergelegd in de corporate-governancecodes en gedragscodes.

� Heeft ervaring met het naleven en handhaven van bovenstaande codes en interne reglementen en toepassel� ke wet- en regelgeving.

� Heeft kennis van en ervaring met het inschakelen van externe deskundigen om z� n/haar taak goed te kunnen uitoefenen en heeft daar ervaring mee.

� Weet wanneer belanghebbenden (waaronder toezichthouders, aandeelhouders, klanten, extern accountant) geïnformeerd moeten worden.

B. Producten, diensten en markten waarop de onderneming actief is

� Heeft kennis van en ervaring met relevante wet- en regelgeving, en met relevante toezichts- en beleidsregels.

� Heeft kennis van en ervaring met de markt waarop de onderneming actief is en de relevante ontwikkelingen die daarop spelen.

� Heeft kennis van en ervaring met strategie en bedr� fsmodellen van de onderneming.

� Heeft kennis van en ervaring met � nanciële aspecten van producten en diensten van de onderneming.

� Heeft zicht op de interne deskundigheid van de onderneming (binnen bestuur en interne audit) op het gebied van passendheid van producten voor speci� eke doelgroepen.

� Is in staat om b� het beoordelen van producten, diensten en markten waarop de onderneming actief is langeterm� nbelangen van de onderneming te benoemen en daarnaar te handelen.

� Heeft productkennis.

C. Beheerste en integere bedr� fsvoering

� Is in staat om de inrichting en werking van de administratieve organisatie en interne beheersing te beoordelen.

� Is in staat de opzet, werking en resultaten van de compliance-functie te beoordelen.

� Is in staat de opzet, werking en resultaten van de IAD-functie te beoordelen.

� Is in staat het beloningsbeleid te beoordelen en voor bestuurders uit te voeren.

� Is in staat om het beleid ten aanzien van risicomanagement en de b� behorende procedures en maatregelen te begr� pen en het bestuur hierop kritisch te bevragen.

� Heeft zicht op de meest relevante risico’s van de onderneming, gespreid in de t� d en in de onderneming.

� Is in staat om het beleid voor uitbesteding te begr� pen en het bestuur hierop kritisch te bevragen.

� Is in staat te beoordelen of de zorgvuldige behandeling van klanten is geborgd.

D. Evenwichtige en consistente besluitvorming

� Weet hoe het interne besluitvormingsproces loopt.

� Weet wanneer ontbrekende informatie opgevraagd moet worden om z� n/haar taak goed te kunnen uitoefenen.

� Weet in een besluitvormingsproces voldoende alternatieven mee te nemen en heeft daar ervaring mee.

� Weet hoe in een besluitvormingsproces de belangen van alle belanghebbenden worden meegewogen en heeft daar ervaring mee.

� Heeft kennis van en ervaring met het onderkennen van en het bespreekbaar maken van belangenverstrengeling in het besluitvormingsproces.

� Kan voldoende beoordelen of besluiten in l� n met de ondernemingsstrategie z� n genomen.

� Weet hoe besluitvorming zorgvuldig wordt vastgelegd en heeft daar ervaring mee.

Page 21: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 21

Aan de beleidsregel is een l� st met competenties toegevoegd. Die l� st is niet limitatief, wat inhoudt dat afhankel� k van de onderneming (ook nog) andere competenties van toepassing kunnen z� n. De l� st is ook niet cumulatief, wat inhoudt dat niet van alle commissarissen wordt verwacht dat z� aan alle competenties voldoen. Wel moet het samenstel beschikken over alle genoemde competenties en is het in die zin een minimuml� st.

Het collectief van de commissarissen moet dus wel voldoen aan de eisen die passen b� de onderneming waarop z� toezien. De l� st bevat de volgende 16 elementen:• authenticiteit;• besluitvaardigheid;• communicatief vermogen;• helikopterzicht en oordeelsvorming;• klant- en kwaliteitsgericht;• leiderschap;• loyaliteit;• omgevingssensitiviteit;• onafhankel� kheid;• onderhandelingsvaardigheid;• overtuigingskracht;• samenwerkingsvermogen;• strategische sturing;• stressbestendig;• verantwoordel� kheid;• voorzittersvaardigheid.

Daarmee wordt duidel� k dat geschiktheid zich niet alleen richt op kennis, maar ook op vaardigheden, houding en gedrag.

4. Geschiktheidstoets ook toepasbaar in andere sectorenDe beleidsregel biedt naar m� n mening ook een goede handreiking voor de geschiktheid van commissarissen in andere sectoren dan de � nanciële sector. De toets richt zich zowel op de werkgeversrol, de toezichtrol als op de klankbordrol van de raad ten opzichte van het bestuur. Daarnaast z� n er vier niveaus waarop de evaluatie van het functioneren van de rvc zich kan richten:

• InstitutioneelDit kunnen de speci� eke corporate-governance-eisen z� n waaraan de onderneming moet voldoen.

• ProcedureelWelke procedures z� n vastgelegd en in hoeverre houdt de rvc zich aan deze procedures, b� voorbeeld het aantal afgesproken vergaderingen per jaar?

• RelationeelWelke ‘ongeschreven’ regels beschr� ven hoe de rvc met elkaar moet omgaan, hoe verloopt de samenwerking?

• IndividueelHoe functioneert het individuele lid binnen de rvc?

Meestal wordt deze evaluatie uitgevoerd op basis van een vragenl� st. Voor de individuele competenties kan de checklist die DNB opgesteld heeft, uitstekende diensten bew� zen (zie kader).

5. Tot slot K� ken we naar de recente introductie van de geschiktheidstoets door DNB dan valt op dat die toets zeer uitgebreid is en vergaand in aanpak en doelstelling. Iedere rvc zou daarop moeten anticiperen door zelf systematisch en periodiek een evaluatie uit te voeren op de e� ectiviteit van zowel de raad als geheel als van de individuele leden. Dat geldt niet alleen b� de jaarl� kse evaluatie, maar ook b� iedere (voorgenomen) benoeming. De handreikingen van DNB kunnen daarb� uitstekende diensten bew� zen, ook buiten de � nanciële sector.

Page 22: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

22 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Real-time robot audit: feit of � ctie?

Een aantal baanbrekende informatietechnologische ontwikkelingen geeft op dit moment een stevige impuls aan de evolutie van innovatieve controletools. De real-time robot audit heeft op schrift al z� n intrede gedaan. Wordt deze voorspelde ‘21e eeuw controle’ binnenkort realiteit?

Mona de Boer - Vaktechnisch bureau (National O� ce), Assurance

1. De controle-omgeving evolueert naar ‘machine readable’Wie de geschiedenis van de mensheid bestudeert zal opmerken dat technologische doorbraken telkens een belangr� ke aanjager z� n geweest voor maatschappel� ke verandering. De afgelopen decennia z� n daarop geen uitzondering, alhoewel de ontwikkelingen elkaar nooit eerder in zo’n hoog tempo hebben opgevolgd. De manifestatie van data als belangr� kste productiemiddel in het huidige informatiet� dperk, gecombineerd met een aantal ontwikkelingen van informatietechnologische aard duidt, na de uitvinding van de stoommachine en de verbrandingsmotor, op de komst van de derde industriële revolutie. Een revolutie waarin het belang van de machine een weergaloos niveau bereikt. Het vervolg van deze paragraaf zet de informatietechnologische aanjagers op een r� .

Automatisering doorgedrongen tot bedr� fsprocessenAutomatisering is het vervangen van mensel� ke handelingen door machines of computers en computerprogramma’s; een trend die al geruime t� d gaande is en al tot heel wat revolutionaire ontwikkelingen heeft geleid. In de organisatorische context is automatisering inmiddels niet alleen ver doorgedrongen tot de operationele activiteiten van organisaties, maar ook - in brede zin - in de sturing en beheersing ervan. Tegenwoordig is een groot deel van de bedr� fsprocessen, interne-beheersingsmaatregelen en informatievoorziening binnen organisaties ofwel geautomatiseerd, ofwel afhankel� k van informatietechnologie. In de volgende paragraaf wordt besproken hoe dit heeft geleid tot de creatie van nieuwe databronnen, die een ongekend inzicht geven in de activiteiten en processen van organisaties.

Big Data levert waardevolle informatieWe leven op dit moment in de meest gedocumenteerde t� d in de mensel� ke

geschiedenis. Niet eerder is er in zo een kort t� dsbestek zo veel data verzameld over gebeurtenissen die zich voordoen en het sentiment rondom die gebeurtenissen. Deze trend van de laatste jaren wordt inmiddels aangeduid met de term ‘Big Data’.

Big Data betreft informatiemiddelen (data), die zich laten kenmerken door een:• hoog volume;• hoge variëteit;• hoge omloopsnelheid (real-time).

Binnen organisaties is data van oudsher bewust en in gestructureerde vorm (in databases) verzameld en vastgelegd. Data werd door mensel� ke tussenkomst gecreëerd. Deze categorie data heeft in de afgelopen decennia een belangr� ke intrinsieke groei doorgemaakt vanwege de toenemende omvang van organisaties en hun activiteiten.

Page 23: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 23

SamenvattingIn de afgelopen decennia is de controleomgeving onder invloed van een aantal baanbrekende informatietechnologische ontwikkelingen steeds meer ‘machine readable’ geworden. Daarnaast maken computers zich in toenemende mate de benodigde ‘intelligentie’ eigen om een controle uit te voeren. Hierdoor ontstaan mogel� kheden om (onderdelen van) het controleproces in vergaande mate te automatiseren. De ‘robot audit’ doet hiermee z� n intrede.De technologische ontwikkelingen creëren ook mogel� kheden om de doorloopt� d van een controleproces te verkorten en de frequentie van een controle te verhogen. Deze vorm van ‘real-time’ assurance weerspiegelt een verandering in het maatschappel� ke assurance-aanbod.De w� dverspreide adoptie van de (real-time) robot audit in de prakt� k is afhankel� k van de technische, economische en maatschappel� ke haalbaarheid ervan, waarb� laatstgenoemde naar verwachting van doorslaggevende invloed is op de komst van de robot audit en de timing daarvan.

Maar met de adoptie van informatie-technologie binnen organisaties en hun werkprocessen begonnen machines, netwerken en systemen ook - in explosieve aantallen - data te creëren. Deze niet door mensel� ke interventie gecreëerde data wordt over het algemeen zonder vooropgezet plan b� gehouden en is vaak ongestructureerd van aard. Voorbeelden van dergel� ke data z� n log� les van applicaties (Enterprise Resource Planning (ERP-)systemen, ‘Work Flow Management’-systemen), IT devices (routers, � rewalls), user devices (smartphones), websites en databases, maar ook data streams vanuit e-mailverkeer of social media (Twitter tweets, Facebook posts). Deze nieuwe databronnen dragen b� aan het vermogen om aspecten van de wereld die voorheen niet gemeten werden, in data vast te leggen. Dit fenomeen leidt tot een sterkere datavariëteit en wordt ook wel aangemerkt met de term ‘data� cation’. Hiermee is voor organisaties een nieuwe, waardevolle bron van informatie (metadata) ontstaan over hun activiteiten en processen. Bovendien z� n de nieuwe, geautomatiseerde databronnen veel meer in staat om data à tempo (zo goed als in real-time) te creëren, waardoor de data aan relevantie wint.

Datapopulatie eenvoudiger te benaderen door digitaliseringDigitalisering betreft het omzetten van analoog opgeslagen data (b� voorbeeld op papier of � lm) naar binaire vorm. Slechts een decennium geleden was een kwart van de wereldw� d opgeslagen informatie in digitale vorm, inmiddels is dat ruim 98%. De technische vooruitgang en toenemende betaalbaarheid van chiptechnologie hebben een aanzienl� ke invloed gehad op deze exponentiële groei. Binnen organisaties heeft de opkomst van moderne ERP-systemen daar een belangr� ke rol b� gespeeld. Het gebruik van deze systemen heeft geresulteerd in de massale creatie en opslag van organisatiedata in digitale vorm.

Een belangr� k voordeel van digitalisering is dat data in digitale vorm veel e� ciënter te benaderen is dan in analoge vorm.

Hierdoor wordt het ook eenvoudiger om een groter deel van of zelfs een gehele datapopulatie te benaderen, in vergel� king tot de steekproefgedreven aanpak in een analoge data-omgeving. Een ander voordeel van digitalisering is dat data (zo goed als) in real-time verwerkt kan worden, waardoor deze continu de actuele stand van zaken weergeeft.

Datastandaardisatie vereenvoudigt informatie-uitwisseling Veel organisaties worden gekenmerkt door een IT-landschap dat door de jaren heen een zekere heterogene samenstelling heeft gekregen en waarb� met het verstr� ken van de t� d maatwerk bovenop maatwerk is gestapeld. De geautomatiseerde uitwisselbaarheid van data tussen dit soort ‘legacy’ systemen is vaak beperkt en resulteert daarmee in ine� ciënties in het proces van informatievoorziening. In dergel� ke situaties is de uitwisseling van data tussen verschillende applicaties nog veelal een handmatig proces, dat naast ine� ciënt ook sterk foutgevoelig is. Overigens lopen organisaties niet alleen met betrekking tot de interne informatievoorziening tegen deze hindernissen op, maar ook in de uitwisseling van bedr� fsinformatie met externe part� en.

Om voornoemde beperkingen te ondervangen wordt al jaren op internationaal niveau gewerkt aan de ontwikkeling en implementatie van (open) standaarden voor datastandaardisatie, waarvan XML en XBRL in de � nanciële wereld de meest bekende z� n. Deze z� n erop gericht om data op techniek (syntax) en op betekenis (semantiek) te standaardiseren, zodat deze op eenvoudigere w� ze verzameld, bewerkt, geanalyseerd en elektronisch uitgewisseld kan worden; zowel binnen als tussen organisaties.

Controledata is makkel� ker en sneller b� een te brengen In de afgelopen decennia is de connectiviteit tussen (interne en externe)

netwerken en computersystemen in razend tempo toegenomen. In recentere jaren is met de komst van de cloud een ongekende combinatie van gekoppelde interne en externe netwerken ontstaan. Een belangr� k voordeel hiervan is dat relevante gebeurtenissen en hun uitkomsten op afstand en (vr� wel) doorlopend toegankel� k z� n geworden. De hiermee gerealiseerde reductie in de ‘wachtt� den’ binnen de informatieketen geeft een positieve impuls aan de relevantie van de betre� ende data.

De voorgaande drivers hebben ertoe geleid dat de omgeving waarin organisaties opereren en waarin interne en externe

Page 24: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

24 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

controles plaatsvinden meer en meer ‘machine readable’ wordt. Dat betekent dat data die relevant is voor een controle in toenemende mate ‘leesbaar’ (digitalisering) en ‘interpreteerbaar’ (datastandaardisatie) is voor een machine. Verder creëren automatisering en ‘data� cation’ nieuwe, relevante controledata en is controledata uit verschillende en ver verw� derde systemen ook makkel� ker en sneller b� een te brengen (netwerk- en systeemconnectiviteit).

De combinatie van deze factoren schept in toenemende mate mogel� kheden om zowel onderdelen van managements interne-monitoringprocessen en interne controles (de zogenaamde ‘� rst, second and third line of defence’) te automatiseren, als onderdelen van het traditionele controleproces. Voorwaarde is dat deze onderdelen geen handelingen omvatten die niet automatiseerbaar - dat wil zeggen: programmeerbaar in software - z� n. Zie hier de eerste schreden naar de robot audit.

2. De robot auditor kr� gt mensel� ke trekjesHet proces van assurance-verlening bestaat van oudsher uit drie essentiële stappen. Zie � guur 1.

In de vorige paragraaf is beschreven hoe technologische ontwikkelingen hebben b� gedragen aan het in real-time, in digitale en gestandaardiseerde vorm en desgewenst op afstand beschikbaar z� n van assurance-informatie (stap 1). Deze stap in het proces van assurance-verlening vormt vandaag de dag niet het grootste obstakel b� de realisatie van de robot audit. Ook de derde stap in het assurance-proces is met de mogel� kheden van nu relatief eenvoudig te automatiseren.

In de prakt� k wordt de belangr� kste uitdaging b� het automatiseren van (onderdelen van) het controleproces ervaren b� stap 2. Deze stap omvat de analyse van het object van onderzoek en toetsing daarvan tegen van toepassing z� nde normen; populair gezegd: ‘het scheiden van het kaf van het koren’. Technologie speelt een cruciale rol b� het

automatiseren van het proces waarmee uitzonderingen en/of onregelmatigheden worden geïdenti� ceerd. Van deze analyse kan de complexiteit nog wel eens op gespannen voet komen te staan met het vermogen tot automatiseren, omdat dit een analytisch en holistisch beoordelingsvermogen vereist dat vooralsnog niet volledig programmeerbaar is gebleken in software. Toch kunnen computers tegenwoordig, onder invloed van ontwikkelingen als kunstmatige intelligentie en zel� erende systemen, in toenemende mate de ‘intelligentie’ nabootsen die tot voor kort uitsluitend aan mensen was voorbehouden. Zo wordt binnen de controleprakt� k al geruime t� d geëxperimenteerd met elektrische sensoren. Deze worden in het informatieverwerkend systeem van klanten ingebouwd en identi� ceren en rapporteren dan automatisch ongewone transacties.

De inzet van dergel� ke controlesoftware houdt echter niet op b� rechttoe rechtaan transacties en posten. Expertsystemen en kunstmatige intelligentie kunnen naar verwachting binnen afzienbare t� d

Figuur 1. De drie essentiële stappen in het proces van assurance-verlening

Stap 1. Vastlegging

De gecontroleerde legt informatie vast die

gerelateerd is aan de transacties, processen en

omgeving die onderwerp zijn van assurance.

Stap 2. Analyse

De externe auditor analyseert de transacties, processen en

omgeving die onderwerp zijn van assurance, met als doel

het vaststellen van de betrouwbaarheid van die informatie.

Stap 3. Communicatie

De externe auditor communiceert de uitkomsten van zijn

assurance-opdracht.

1 2 3

Page 25: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 25

worden ingezet voor de controle van subjectieve domeinen, zoals voorzieningen en waardeverminderingen. Misschien zelfs met als b� komend voordeel een grondigere en objectievere analyse dan zonder de toepassing van technologische hulpmiddelen.

3. De robot audit e� ent de weg naar ‘continuous assurance’Hoewel e� ciëntie vaak een primaire dr� fveer is voor het automatiseren van processen, worden de wereldw� de inspanningen rondom de ontwikkeling van de robot audit hoofdzakel� k in verband gebracht met de wens naar een t� digere vorm van assurance in het huidige t� dperk van de zogenaamde ‘now economy’. Met de steeds verdergaande technologische ontwikkelingen komt een niveau aan t� digheid binnen handbereik, waartoe voorheen geen toegang was. Technologie wordt ingezet om de ‘wachtt� den’ in de informatieketen te reduceren, oftewel de doorloopt� d van een controleproces te verkorten en mogel� kheden te creëren om de frequentie van een controle te verhogen, en opent hiermee de deuren voor een real-time robot audit. Deze vorm van ‘continuous’ of ‘real-time’ assurance behelst assurance die simultaan aan of kort na de creatie van de te onderzoeken informatie wordt verstrekt. Het moge duidel� k z� n dat voornoemde ontwikkelingen het niveau van de technische discussie over de w� ze waarop een controle uitgevoerd wordt, ontst� gen. Ze resulteren in bewegingen in het assurance-aanbod die vragen om alomvattende maatschappel� ke aandacht.

4. Komst real-time robot audit afhankel� k van maatschappel� ke dialoogHoewel de robot audit de suggestie kan wekken een recente ontwikkeling te z� n, wordt deze vorm van geautomatiseerde controle al beschreven in de professionele en wetenschappel� ke literatuur van twee tot drie decennia geleden. Naarmate technologie zich verder ontwikkelt, komt deze w� ze van controleren steeds

meer binnen handbereik. Inmiddels investeren verschillende belanghebbenden van kapitaalmarkten, waaronder beleidsbepalers, fors in onderzoek naar de technische en economische haalbaarheid van de robot audit en de e� ecten van de daaraan ten grondslag liggende technologische ontwikkelingen voor assurance-vraag- en -aanbod (maatschappel� ke haalbaarheid). Nu technologie immers in hoog tempo de mogel� kheden tot assurance-verlening (aan aanbodz� de) vergroot, is de kernvraag of dit beantwoordt aan een maatschappel� ke behoefte (aan vraagz� de).

De Amerikaanse beroepsvereniging voor accountants (AICPA) heeft in voornoemd kader de Emerging Assurance Technologies Task Force in het leven geroepen, die verantwoordel� k is voor de ontwikkeling van een conceptueel raamwerk en richtl� nen waarmee ingespeeld kan worden op opr� zende technologieën die van invloed z� n op de informatieketen. Dit raamwerk en deze richtl� nen zien toe op zowel interne als externe verslaggeving. Ook in de rest van de wereld mogen deze onderwerpen zich verheugen op aanzienl� ke aandacht vanuit de controlegemeenschap. Overigens bl� ft deze aandacht niet beperkt tot de wereld van de externe controle.

Maar het is niet alleen b� onderzoek gebleven. Technische prototypen van de robot audit worden steeds completer en ver� jnder en ontst� gen meer en meer de proe� ase. De peilstok in de huidige professionele en academische onderzoeksliteratuur w� st niet op onoverkomel� ke uitdagingen ten aanzien van de technische haalbaarheid van de robot audit. De robot audit is technisch gezien dus zeker geen � ctie. De economische haalbaarheid van deze vorm van geautomatiseerde controle wordt ook steeds groter naarmate er betere en makkel� kere implementeerbare technologische oplossingen komen. Wel is de maatschappel� ke haalbaarheid

voor de toekomst van de robot audit doorslaggevend. De richting van de maatschappel� ke dialoog die hiervoor nodig is en de vaart daarvan, zullen uiteindel� k bepalen of de real-time robot er komt. En hoe snel.

Page 26: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

26 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

W� ziging RJ 290: meer inzicht in embedded derivaten

De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft een aanpassing gepubliceerd voor Richtl� n 290 ‘Financiële instrumenten’. In dit artikel staan w� stil b� de w� zigingen in RJ 290 met betrekking tot het onderkennen en separaat waarderen van embedded derivaten.

Tom Hagenaars - Capital Markets and Accounting Advisory Services, AssuranceBob de Graaf - Capital Markets and Accounting Advisory Services, Assurance

1. W� ziging RJ 290Op 19 december 2013 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving een w� ziging gepubliceerd in RJ 290: RJ-Uiting 2013-15 ‘Richtl� n 290: Financiële instrumenten (2013)’. Dit is een vervolg op de eerdere RJ-Uiting 2013-12. Een van de onderwerpen die in deze w� ziging geadresseerd wordt is het scheiden van embedded derivaten b� kostpr� swaardering van derivaten. Een embedded derivaat is een derivaat dat is ‘verborgen’ in een basiscontract. Een voorbeeld van een embedded derivaat is een eenz� dige verlengingsoptie in een leningscontract. Onder bepaalde voorwaarden moet de onderneming dit derivaat van het basiscontract scheiden en als een aparte ‘unit of account’ in de balans verwerken.

De w� ziging in RJ 290 is van toepassing op boekjaren die op of na 1 januari 2014 beginnen. De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) beveelt eerdere toepassing van de w� ziging aan ‘gezien de maatschappel� ke relevantie van adequate � nanciële verslaggeving rondom � nanciële instrumenten’. Indien de w� ziging niet

vanaf 1 januari 2013 wordt toegepast moet de onderneming dit wel in de jaarrekening toelichten. Daarb� geeft z� een kwalitatieve beschr� ving van de mogel� ke invloed van de w� ziging in de jaarrekening waarin de w� ziging voor het eerst zal worden toegepast. In dit artikel zal worden ingegaan op de w� zigingen met betrekking tot embedded derivaten. Andere w� zigingen van deze RJ-Uiting worden buiten beschouwing gelaten.

In tegenstelling tot grote ondernemingen, was het tot op heden voor middelgrote rechtspersonen in alle gevallen toegestaan om het basiscontract en het embedded derivaat als een geheel te verwerken volgens de regels voor verwerking van het basiscontract. Een lening met een embedded derivaat werd b� voorbeeld in z� n geheel op de grondslag van het basiscontract verwerkt, namel� k op geamortiseerde kostpr� s. Naast de uitzondering voor middelgrote ondernemingen waren grote ondernemingen niet verplicht om embedded derivaten af te splitsen wanneer z� hun derivaten volgens de grondslag ‘kostpr� s of lagere

marktwaarde’ verwerkten. Omdat de meeste ondernemingen die onder Dutch GAAP rapporteren derivaten waarderen tegen kostpr� s of lagere marktwaarde en z� dus gebruik kunnen maken van deze uitzondering, speelt de embedded-derivatenproblematiek tot op heden niet of nauwel� ks. Dit betekent dan ook dat de meeste ondernemingen geen analyse doen van contracten op de aanwezigheid van embedded derivaten. Waardeert de onderneming derivaten tegen kostpr� s of lagere marktwaarde, dan moet z� de embedded derivaten die niet nauw verbonden z� n met het basiscontract, volgens de aangepaste RJ 290 gescheiden waarderen.

De w� ziging als gevolg van RJ-Uiting 2013-15 is in � guur 1 nader uiteengezet.

2. Embedded derivaat: een in het basiscontract besloten derivaatDerivaten worden vaak gebruikt. Derivaten kunnen als separate contracten worden overeengekomen, maar kunnen ook verborgen (lees: ingebed) z� n in een contract, het zogenaamde basiscontract.

Page 27: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 27

SamenvattingRichtl� n 290 ‘Financiële instrumenten’ is aangepast voor onder andere de verwerking van embedded derivaten. Het afsplitsen van embedded derivaten van het basiscontract was voor het w� zigingsvoorstel niet verplicht wanneer de onderneming derivaten op ‘kostpr� s of lagere reële waarde’ verwerkte. Ook was het afsplitsen voor middelgrote ondernemingen uitgezonderd. B� het van kracht worden van de w� ziging zullen deze twee uitzonderingen komen te vervallen. Ook middelgrote ondernemingen en ondernemingen die derivaten op kostpr� s waarderen dienen de analyse te maken of embedded derivaten afgesplitst moeten worden. Toepassing van deze w� ziging geldt voor boekjaren die op of na 1 januari 2014 beginnen, maar eerdere toepassing is aanbevolen. B� niet-toepassen in 2013 is melding met toelichting in de jaarrekening verplicht.

Men spreekt dan van ‘embedded derivaten’. Deze embedded derivaten vertonen alle kenmerken van een losstaand derivaat en w� zigen de kasstromen en/of de reële waarde van het basiscontract. Een voorbeeld is een optie om na een aantal jaren de vaste rente die betaald wordt op een lening, om te zetten in een variabele rente. Deze optie voldoet aan de de� nitie van een derivaat en w� zigt de kasstromen en de waarde van deze lening.

Door een aantal recente derivaten-schandalen in Nederland is de aandacht voor derivaten � ink toegenomen. Dit geldt ook voor embedded derivaten. In de huidige Dutch GAAP-jaarrekeningen

worden deze embedded derivaten toegelicht indien z� van materieel belang z� n. Maar die toelichting is niet alt� d toereikend. De RJ wil daarom ondernemingen verplichten om embedded derivaten onder bepaalde voorwaarden ook in een kostpr� somgeving af te splitsen en separaat te waarderen om zo de invloed van deze derivaten op de � nanciële positie van de onderneming duidel� k te maken. De gekozen grondslag voor de verwerking van derivaten, en het feit dat een onderneming middelgroot is, is daarb� niet meer relevant. Natuurl� k gaat eventueel afsplitsen en in de balans verwerken van embedded derivaten nog steeds gepaard met aanvullende toelichtingen.

3. Verschil in waarderingsgrondslagEen derivaat wordt volgens RJ 290 verwerkt tegen ‘kostpr� s of lagere reële waarde’ dan wel tegen ‘reële waarde’. De waarderingsgrondslag voor een lening volgens RJ 290 is echter geamortiseerde kostpr� s. Er is dus sprake van verschillende grondslagen voor het basiscontract en het embedded derivaat. Daarom is het belangr� k dat de onderneming voor samengestelde instrumenten met daarin embedded derivaten vaststelt of er een noodzaak is tot het scheiden van het embedded derivaat van het basiscontract. Om te bepalen of embedded derivaten van het basiscontract gescheiden moeten worden, doorloopt de onderneming drie stappen. Deze z� n samengevat in � guur 2. Deze � guur is gebaseerd op RJ 290.827.

Figuur 1. Wanneer is een beoordeling voor afsplitsing van embedded derivaten vereist?

Beoordeling afsplitsing vereist?

Gekozen grondslag derivaten Grootte Vóór

RJ-Uiting 2013-15

Na

RJ-Uiting 2013-15

Reële waarde Groot � �Middelgroot � �

Kostprijs of lagere reële waarde Groot � �Middelgroot � �

Figuur 2. Afsplitsen ja of nee?

Wordt het samengestelde instrument tegen reëlewaarde gewaardeerd met verwerking van dereële-waardeveranderingen in het resultaat?

Het embedded derivaat wordt WEL afgesplitst

Bestaat er een nauw verband tussen de economischekenmerken en risico’s van het embedded derivaat en de

economische kenmerken en risico’s van het basiscontract?

Voldoet een afzonderlijk instrument met dezelfdevoorwaarden als het embedded derivaat aan de definitie

van een derivaat?

Het embedded derivaatwordt NIET afgesplitst

NEE

JA

NEE

NEE

JA

JA

Page 28: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

28 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Voorbeelden van embedded derivaten en de beoordeling tot afsplitsingHieronder worden twee voorbeelden uitgewerkt.

Voorbeeld 1: basisrentelening Een voorbeeld van een veelvoorkomend embedded derivaat dat ‘nauw verbonden’ is met het basiscontract is de basisrentelening. Dit is een type lening dat veel voorkomt in de woningcorporatiesector. De te betalen rente op een dergel� ke lening bestaat uit twee componenten: de basisrente en de kredietopslag. De basisrente staat vast voor de loopt� d van de leningsovereenkomst. De loopt� d van de kredietopslag is korter dan de loopt� d van de basisrente en wordt periodiek herzien op basis van de marktpr� s voor krediet die op het moment van herziening geldt. Deze herziening is een embedded derivaat.

• Stap 1: Beoordeel grondslag samengesteld contractHet samengestelde instrument wordt tegen geamortiseerde kostpr� s gewaardeerd. Er kan dus nog niet worden geconcludeerd dat het embedded derivaat niet gescheiden hoeft te worden.

• Stap 2: Stel vast of het embedded derivaat als losstaand instrument aan de de� nitie van een derivaat voldoet Het embedded derivaat voldoet op zichzelf aan de de� nitie van een derivaat. De waarde van de herziening van de kredietopslag is afhankel� k van een onderliggende waarde (de marktpr� s voor krediet), er is nauwel� ks een aanvangsinvestering noodzakel� k om dit recht te kopen en de betalingen die z� n veroorzaakt door de herziening van de kredietopslag, vinden in de toekomst plaats.

• Stap 3: Stel vast of er een nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract en het embedded derivaatMet betrekking tot de economische kenmerken van het embedded derivaat en het basiscontract kan in dit geval gesteld worden dat de kredietherziening nauw is verbonden met het basiscontract. Een eventuele afsplitsing zou in dit geval overigens geen impact hebben gehad op de c� fers. Een herziening van de kredietopslag naar een marktconforme rente is ‘fair value neutraal’: het recht of de plicht om in de toekomst een rente te gaan betalen op een bestaand instrument dat gel� k is aan de rente die je zou betalen op een nieuw instrument, vertegenwoordigt geen waarde. B� afsplitsen zou dit embedded derivaat dus op nul gewaardeerd worden.

Voorbeeld 2: extendible lening Een voorbeeld van een embedded derivaat dat wél van het basiscontract gescheiden wordt, betreft de ‘extendible’ lening: een leningscontract waarb� de bank (leningverstrekker) de optie heeft om na een aantal jaren de lening voor een additioneel aantal vooraf overeengekomen jaren tegen vooraf vastgesteld rentepercentage te verlengen. In de onderstaande analyse gaan we in op de behandeling van de lening in de boeken van de geldnemer.

• Stap 1: Beoordeel grondslag samengesteld contractHet samengestelde instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd. Het is namel� k niet toegestaan (RJ 290.523) om schulden aangegaan door de onderneming tegen reële waarde te waarderen. De lening is op geamortiseerde kostpr� s gewaardeerd in de balans. Er kan dus nog niet geconcludeerd worden dat het embedded derivaat niet afgesplitst moet worden.

• Stap 2: Stel vast of het embedded derivaat als losstaand instrument aan de de� nitie van een derivaat voldoetHet embedded derivaat voldoet op zichzelf aan de drie criteria in de de� nitie van een derivaat. De waarde van de verlengingsoptie is afhankel� k van een onderliggende waarde (rentestand), er is nauwel� ks een aanvangsinvestering noodzakel� k om dit recht te kopen en de afwikkeling van het recht tot verlengen vindt in de toekomst plaats. Dit is vanuit de positie van de geldnemer een verkochte optie op een swap, een zogenaamde swaption.

• Stap 3: Stel vast of er een nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract en het embedded derivaatEr bestaat geen nauw verband tussen de economische kenmerken van het embedded derivaat en de economische kenmerken van de lening. Doorslaggevend in dit voorbeeld is het vooraf afgesproken rentepercentage voor de verlengingsperiode, en het feit dat het recht op het verlengen b� de geldgever ligt en niet b� de geldnemer. B� een ‘gewone’ lening wordt er of een vaste rente, of een variabele rente betaald, en heeft de geldnemer het recht of de plicht om na a� oop van de lening de lening terug te betalen. Er is daarmee aan alle voorwaarden voor het verplicht afsplitsen van het embedded derivaat voldaan.

Page 29: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 29

B� scheiden moet aan álle voorwaarden z� n voldaanEen embedded derivaat wordt alleen van het basiscontract gescheiden en als een separaat derivaat verwerkt indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

a. Het samengestelde instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van de reële-waardeveranderingen in het resultaat.

In de prakt� k zal dit vaak voorkomen, omdat onder Dutch GAAP relatief weinig � nanciële instrumenten en andere basiscontracten zoals in- en verkoopcontracten tegen reële waarde worden gewaardeerd.

b. Een afzonderl� k instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de de� nitie van een derivaat.

Ook hiervoor geldt dat dit in de prakt� k vaak het geval is. Dit komt doordat de de� nitie van derivaat in prakt� k breed is. Een voorbeeld waarb� geen sprake is van een contractuele bepaling die wel van invloed kan z� n op de kasstromen uit een basiscontract, maar die niet voldoet aan de de� nitie van een derivaat is een boeteclausule voor niet-t� dige oplevering in een contract voor de aanleg van een snelweg.

c. Er bestaat geen nauw verband tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract.

De beoordeling of de economische kenmerken en risico’s van het embedded derivaat en het basiscontract nauw verbonden z� n, kan complex z� n. RJ 290 geeft wel enige toelichting over deze analyse, maar ook professionele oordeelsvorming is hier belangr� k. IFRS geeft een veel uitgebreidere toelichting dan RJ 290, inclusief een � ink aantal voorbeelden. Ondernemingen kunnen deze toelichting gebruiken om de noodzaak tot scheiden van embedded

derivaten te bepalen omdat de principes voor het scheiden van embedded derivaten volgens IFRS en Dutch GAAP gel� k z� n.

4. Woningcorporaties en energiebedr� ven De problematiek rond het afsplitsen van embedded derivaten speelt b� verschillende typen ondernemingen. Woningcorporaties maken veel gebruik van de eerdergenoemde basisrenteleningen en extendible leningen. Energiebedr� ven hebben embedded derivaten in hun inkoop-/verkoopcontracten in vreemde valuta.

5. Speci� eke toelichting vereist De w� zigingen in RJ 290 z� n van kracht voor boekjaren die op of na 1 januari 2014 beginnen. Vanaf dit moment is een beoordeling voor afsplitsing van embedded derivaten vereist voor alle contracten, ongeacht de grondslag voor de verwerking van derivaten. Dit geldt dus niet alleen voor nieuwe contracten, maar ook voor lopende contracten die z� n afgesloten in het verleden. De Raad voor de Jaarverslaggeving beveelt eerdere toepassing (in jaarrekeningen 2013) aan. Indien de onderneming niet kiest voor eerdere toepassing, moet dit in de jaarrekening worden toegelicht, inclusief een analyse van de invloed van het toepassen van de w� ziging voor het volgende boekjaar. Ondernemingen die de gew� zigde regels niet in z� n geheel kunnen toepassen kr� gen het advies in 2013 wel zo veel mogel� k onderdelen toe te passen.

6. W� ziging verwerken als stelselw� zigingDe RJ geeft in de Uiting aan dat de w� ziging van de grondslagen verwerkt moet worden in overeenstemming met RJ 140 ‘Stelselw� zigingen’. De vergel� kende c� fers hoeven echter niet te worden aangepast. Het e� ect van de w� ziging inzake de verwerking van het embedded derivaat wordt zover redel� kerw� s mogel� k retrospectief bepaald. Deze cumulatieve

impact wordt als een rechtstreekse mutatie van de overige reserves binnen het openingsvermogen verwerkt (RJ 140.208). Dit is b� voorbeeld het geval wanneer een onderneming derivaten verwerkt tegen kostpr� s of lagere reële waarde, en het derivaat op de datum van de openingsbalans een negatieve waarde heeft. Het negatieve deel wordt dan in de overige reserves verwerkt.

7. Uitzonderingsregels gelden niet meerMet de RJ-Uiting 2013-15 w� zigen de regels voor de verwerking van embedded derivaten. Ondernemingen die derivaten op kostpr� s of lagere reële waarde verwerken kunnen niet langer gebruik maken van uitzonderingsregels. Hetzelfde geldt voor middelgrote ondernemingen. Ondernemingen beoordelen daarom voor boekjaren die op of na 1 januari 2014 beginnen, contracten op de aanwezigheid van embedded derivaten en de noodzaak tot eventuele afsplitsing. Daarb� overwegen z� of de aanbevolen toepassing in 2013 realistisch is. Deze beoordeling geldt voor alle lopende contracten op dat moment. Een eventuele afsplitsing wordt vervolgens met terugwerkende kracht verwerkt en kan een negatief e� ect hebben op het eigen vermogen voor dit boekjaar. Hiernaast zullen de afgesplitste embedded derivaten, afhankel� k van de gekozen grondslag en positieve of negatieve reële waarde, zichtbaar worden op de balans van ondernemingen.

Page 30: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

30 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

De jaarrekening op liquidatiegrondslagen, hoe kun je dat doen? Wanneer maak je een jaarrekening op op basis van liquidatiegrondslagen? Wat doe je b� een jaarrekening op liquidatiegrondslagen? Wat is het belangr� kste doel van zo’n jaarrekening? De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft onlangs een aantal voorstellen ter verduidel� king gepubliceerd en is daarmee een van de eerste regelgevers die het aandurft om dit onderwerp te verduidel� ken.

Inge Oudhuis - Vaktechnisch bureau (National O� ce), Assurance

1. RJ stelt verduidel� kte liquidatiegrondslagen voorB� de waardering van activa en verplichtingen gaat de opsteller van de jaarrekening normaal gesproken uit van de continuïteitsveronderstelling: de rechtspersoon wordt geacht z� n activiteiten te kunnen voortzetten zonder noodzaak of intentie tot liquidatie of staking van alle bedr� fsactiviteiten. Deze continuïteitsveronderstelling is een belangr� k uitgangspunt van de (inter)-nationale verslaggevingsregels, waaronder IFRS, Titel 9 van BW 2 en de Richtl� nen voor de jaarverslaggeving. Maar wat nu als ‘discontinuïteit van de rechtspersoon onontkoombaar is’? De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) is in hoofdstuk 170 van de jaareditie 2013 van de Richtl� nen voor de jaarverslaggeving met een aantal voorstellen ter verduidel� king van dit onderwerp gekomen.

Omdat over liquidatiegrondslagen (nog) niets is geregeld in IFRS, zullen de nieuwe voorstellen in de Nederlandse verslaggevingsregels ook steun en

richting kunnen geven aan opstellers van jaarrekeningen op basis van IFRS.

Let wel: het gaat in dit artikel om het vraagstuk van de noodzaak (of intentie) om álle bedr� fsactiviteiten te beëindigen, en dus niet om de situatie dat maar een deel van de bedr� fsactiviteiten wordt beëindigd. Dit laatste onderwerp wordt geregeld in RJ hoofdstuk 345 ‘Beëindiging van bedr� fsactiviteiten’ en daar gaat dit artikel niet verder op in.

2. Wanneer moeten liquidatiegrondslagen worden toegepast? De jaarrekening moet volgens de voorstellen op liquidatiegrondslagen worden opgesteld als discontinuïteit onontkoombaar is. Van onontkoombare discontinuïteit is sprake als duurzame voortzetting van het geheel van werkzaamheden van de rechtspersoon onmogel� k is geworden doordat voldoende aanvullende medewerking van belanghebbenden niet kan worden verkregen. Denk b� voorbeeld aan de

situatie dat er onvoldoende geld is en er geen aanvullende � nanciering meer kan worden verkregen.

Daarnaast kunnen andere situaties van toepassing z� n waardoor een jaarrekening op basis van liquidatiegrondslagen moet worden opgemaakt, b� voorbeeld b� een vr� willig besluit tot ontbinding.

Ook in de volgende situaties moet de rechtspersoon de jaarrekening opstellen op liquidatiebasis:

Het bestuur (bevoegd orgaan) heeft na de balansdatum, maar vóór opmaken van de jaarrekening besloten:• de rechtspersoon te liquideren; óf • de bedr� fsactiviteiten te

beëindigen; óf • dat er geen ander realistisch

alternatief is dan hiertoe over te gaan.

Page 31: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 31

SamenvattingDe jaarrekening op liquidatiegrondslagen is een belangr� k onderwerp voor de prakt� k. Al vele jaren worstelen regelgevers met de verduidel� king van dit onderwerp. De RJ heeft onlangs voorstellen voor verduidel� king voor dit complexe onderwerp gepubliceerd. Hierin worden belangr� ke handvatten aan de prakt� k gegeven. De jaarrekening op basis van liquidatiegrondslagen dient een ander doel dan de jaarrekening uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Nog niet alle aspecten in de voorstellen l� ken duidel� k genoeg. PwC heeft enkele suggesties voor verdere verbetering.

3. Liquidatiegrondslagen niet voor alle rechtspersonen verplichtEen van de voorgestelde verduidel� kingen heeft betrekking op het toepassingsgebied. Rechtspersonen hoeven hun jaarrekening niet per se op basis van liquidatiegrondslagen op te stellen. Daarvoor moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:• De rechtspersoon is opgericht voor

bepaalde t� d (of voor onbepaalde t� d, maar een bevoegd orgaan heeft besloten de activiteiten voort te zetten voor bepaalde t� d). En:

• De liquidatie of staking van alle bedr� fsactiviteiten voltrekt zich volgens een b� oprichting (óf besluit) bepaald scenario, waarin de rechtspersoon naar verwachting aan al z� n verplichtingen zal voldoen.

4. Doel jaarrekening op liquidatiegrondslagen anders dan doel ‘normale’ jaarrekeningEen belangr� k verschil tussen de jaarrekening op basis van liquidatiegrondslagen en een jaarrekening op basis van continuïteit is het doel van de jaarrekening. B� een jaarrekening op basis van liquidatiegrondslagen is het belangr� kste doel het geven van inzicht in het verwachte liquidatiesaldo, door een zo goed mogel� k inzicht te geven in:• de mate waarin de rechtspersoon na z� n

beëindiging aan al z� n verplichtingen kan voldoen; en

• het saldo van het eigen vermogen (of het tekort) dat na afwikkeling van alle verplichtingen zal resteren.

Dit is duidel� k een ander doel dan b� de jaarrekening die uitgaat van continuïteit, waarb� inzicht in het vermogen, het resultaat, de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon centraal staat.

Andere grondslagenHet opmaken van een jaarrekening op basis van liquidatiegrondslagen heeft tot gevolg dat andere waarderingsgrondslagen worden gehanteerd dan in een jaarrekening op basis van continuïteit. Bovendien worden alle gebeurtenissen na balansdatum verwerkt. De RJ heeft in haar recente voorstellen invulling gegeven aan de grondslagen van een jaarrekening uitgaande van liquidatie:

Op het eerste gezicht l� ken de punten 1 en 2 over de verwerking van activa en posten van vreemd vermogen niet veel anders dan de verwerking van deze posten onder de continuïteitsveronderstelling. Toch ziet een jaarrekening op basis van liquidatiegrondslagen er vaak heel anders uit dan de jaarrekening die uitgaat van continuïteit.

Een voorbeeld van een rechtspersoon opgericht voor bepaalde t� d is een t� del� k samenwerkingsverband tussen een basisschool voor speciaal onderw� s en enkele reguliere basisscholen met als doel zo veel mogel� k kinderen uit het speciaal onderw� s op reguliere basisscholen te onderw� zen. Dit samenwerkingsverband is b� oprichting al voor bepaalde t� d aangegaan, maar daarb� hoeft het niet zo te z� n dat z� zal worden beëindigd zonder dat aan alle � nanciële verplichtingen zal kunnen worden voldaan. Verduidel� kt is nu in de voorstellen dat dergel� ke voor bepaalde t� d opgerichte rechtspersonen niet per de� nitie hun jaarrekening op basis van liquidatiegrondslagen hoeven op te stellen. Als de verwachting is dat de voor bepaalde t� d opgerichte rechtspersonen aan hun verplichtingen kunnen bl� ven voldoen z� n liquidatiegrondslagen niet aan de orde, ondanks dat de levensduur van de rechtspersoon eindig is.

1. Alle activa die voldoen aan de de� nitie van een actief in de Richtl� nen voor de jaarverslaggeving worden verwerkt, ongeacht of deze activa al eerder in de balans waren opgenomen, en gewaardeerd tegen de (verwachte) opbrengstwaarde.

2. Alle posten van het vreemd vermogen worden in de balans verwerkt in overeenstemming met de ‘reguliere’ criteria voor verwerking van posten van vreemd vermogen, en worden gewaardeerd tegen (de beste schatting van) de bedragen die noodzakel� k z� n om de desbetre� ende posten contractueel af te wikkelen. Voor schulden is dit vaak de nominale waarde van de te betalen bedragen.

3. Voor verwachte kosten en opbrengsten tot de verwachte datum van afwikkeling worden in de balans overlopende posten opgenomen.

Page 32: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

32 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Alle activa die aan de� nitie ‘actief’ voldoen, worden verwerktDe RJ stelt dat alle activa worden verwerkt die voldoen aan de de� nitie van een actief in de Richtl� nen. Dit ongeacht of deze activa al eerder in de balans waren opgenomen. Hiermee verduidel� kt de RJ dat het vervallen van de continuïteitsveronderstelling tot gevolg kan hebben dat activa worden

verwerkt die niet eerder in de balans tot uitdrukking kwamen. Dit hangt samen met de doelstelling om een zo goed mogel� k inzicht te geven in het uiteindel� ke liquidatiesaldo na beëindiging van alle activiteiten.

Activa worden gewaardeerd tegen liquidatiewaarde De RJ stelt voor dat de liquidatie-grondslagen voor activa inhouden dat ze worden gewaardeerd tegen de (verwachte) opbrengstwaarde. In geval van liquidatie wordt de verwachte opbrengstwaarde ook wel aangeduid als liquidatiewaarde, om daarmee aan te geven dat dit een opbrengst kan z� n die wordt verkregen op een markt waarop de rechtspersoon normaal niet opereert. De opbrengstwaarde is het bedrag waartegen een actief maximaal kan worden verkocht, onder aftrek van nog te maken kosten.

Verwerking van alle activa tegen opbrengstwaarde houdt onder meer in:• Waardevermeerderingen z� n mogel� k.• Activa die afzonderl� k zullen

worden verkocht, maar niet eerder in balans waren opgenomen, worden gewaardeerd (denk b� voorbeeld aan een intern ontwikkeld merkenrecht of klantenbestand).

Voor verwachte kosten (en opbrengsten) tot de verwachte datum van afwikkeling worden in de balans overlopende posten opgenomen.

Bepalingen wettel� ke reserves bl� ven van kracht De bepalingen met betrekking tot wettel� ke reserves bl� ven van kracht voor een jaarrekening op basis van liquidatiegrondslagen. Bepaalde waardest� gingen leiden daarom in de enkelvoudige jaarrekening tot het opnemen van een herwaarderingsreserve binnen het eigen vermogen, net zoals in een jaarrekening op basis van continuïteit het geval zou z� n.

Waardevermindering wordt verwerkt in resultaat indien geen herwaarderingsreserveUiteraard kan waardering van activa tegen verwachte opbrengstwaarde ook leiden tot waardeverminderingen. Deze waardeverminderingen moeten in de winst-en-verliesrekening worden verwerkt voor zover hier geen herwaarderingsreserve tegenover staat.

Afschr� vingen niet meer relevant b� (im)materiële vaste activa na eerste waardering tegen liquidatiewaarde B� waardering van (im)materiële vaste activa tegen liquidatiewaarde z� n afschr� vingen niet meer relevant. De activa worden vanaf liquidatiemoment immers niet meer gebruikt voor de activiteiten. De waardemutatie in de winst-en-verliesrekening (vanaf het moment dat op liquidatiegrondslagen wordt gewaardeerd) wordt bepaald door het verschil in (verwachte) opbrengstwaarde tussen de twee rapportagemomenten.

Actief (de� nitie RJ): een uit gebeurtenissen in het verleden voortgekomen middel waarover de rechtspersoon de beschikkingsmacht heeft en waaruit in de toekomst naar verwachting economische voordelen naar de rechtspersoon zullen vloeien.

Voorbeelden van nog niet eerder verwerkte activaVoorbeelden van nog niet eerder verwerkte activa z� n intern ontwikkelde merkenrechten of andere intern ontwikkelde immateriële activa. Deze activa worden in een jaarrekening op basis van liquidatiegrondslagen alleen verwerkt als voldaan wordt aan de algemene voorwaarden voor het verwerken van immateriële vaste activa:• Het is waarsch� nl� k dat de

toekomstige economische voordelen van het actief aan de rechtspersoon zullen toevloeien. En:

• Het actief heeft een (verwachte opbrengst)waarde waarvan de omvang op betrouwbare w� ze kan worden vastgesteld. En:

• De rechtspersoon moet de waarsch� nl� kheid van de toekomstige economische voordelen inschatten waarb� gebruik wordt gemaakt van redel� ke en onderbouwde veronderstellingen. B� deze inschatting wordt een relatief hoger gewicht toegekend aan externe informatie.

Voorbeeld waardevermeerderingEen voorbeeld van een actief waarb� een waardevermeerdering kan optreden is een materieel vast actief gewaardeerd volgens het kostpr� smodel, waarb� het actief al geruime t� d in gebruik is en waarop daardoor al veel is afgeschreven. Als de verwachte opbrengstwaarde veel hoger is dan de boekwaarde van het actief, dan leidt waardering op liquidatiegrondslagen tot een waardevermeerdering. B� het bepalen van de verwachte opbrengstwaarde moet ook rekening worden gehouden met:• het feit dat voor de activa niet

alt� d de optimale pr� s zal kunnen worden gerealiseerd door een mogel� k minder gunstige onderhandelingspositie; en

• eventuele verkoopkosten.

Page 33: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 33

Mogel� k moeten meer posten van het vreemd vermogen worden verwerktDe RJ stelt voor dat de posten van het vreemd vermogen worden verwerkt in overeenstemming met de algemene criteria ‘voor opname en vermelding van gegevens van vreemd vermogen’:• Het is waarsch� nl� k dat de afwikkeling

van een bestaande verplichting gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen. En:

• De omvang van het bedrag waartegen de afwikkeling zal plaatsvinden kan op betrouwbare w� ze worden vastgesteld.

Onder posten van het vreemd vermogen worden mede voorzieningen begrepen.

Maar ook hier geldt een aantal afw� kingen ten opzichte van de verwerking van posten van het vreemd vermogen op basis van continuïteit:• Overlopende posten worden opgenomen

voor de verwachte kosten van liquidatie. En:

• Overlopende posten worden opgenomen voor verwachte operationele exploitatieresultaten, voor zover die niet al z� n begrepen in de waardering tegen opbrengstwaarde.

Deze twee aspecten z� n belangr� ke afw� kingen van de verplichtingenbenadering die geldt voor de verwerking van posten van het vreemd vermogen op basis van continuïteit. Normaliter is het niet toegestaan om overlopende posten op te nemen voor kosten waarvoor nog geen verplichtingen bestaan en om toekomstige operationele resultaten te verwerken. B� liquidatiegrondslagen is dit wel aan de orde. Ook dit hangt samen met het speci� eke doel van de jaarrekening op basis van liquidatiegrondslagen, namel� k het geven van inzicht in het verwachte liquidatiesaldo.

Voorzieningen voor bestaande verplichtingen en latente belastingen worden gewaardeerd volgens dezelfde grondslagen als b� continuïteit.

Uiteraard worden overlopende posten voor verwachte (en waarsch� nl� ke) operationele winsten aan de actiefz� de gepresenteerd en niet onder het vreemd vermogen.

Mogel� k meer voorzieningen voor verlieslatende contractenDaarnaast kan het beëindigen van het geheel van de werkzaamheden van de rechtspersoon ertoe leiden dat (meer) contracten verlieslatend worden. B� voorbeeld als er contractuele verplichtingen z� n die nog doorlopen na

het moment van het beëindigen van de activiteiten en waarvan de contracten niet kosteloos kunnen worden opgezegd. Dit heeft dan tot gevolg dat hiervoor voorzieningen voor verlieslatende contracten moeten worden opgenomen.

Voorzieningen voor niet-afgewikkelde, juridisch of feitel� k afdwingbare verplichtingen, bl� ven gehandhaafd Het verlaten van de continuïteitsveronderstelling betekent niet dat een rechtspersoon is ontslagen van haar juridische of feitel� ke verplichtingen. Dit betekent dat voorzieningen en schulden die z� n opgenomen voor niet-afgewikkelde, juridisch of feitel� k afdwingbare verplichtingen, gehandhaafd bl� ven.

Vóór opmaken jaarrekening besluit

tot:

- ontbinding rechtspersoon, óf

- beëindiging bedrijfsactiviteiten, óf

- geen realistisch ander alternatief

Voldoende aanvullende

medewerking belanghebbenden

kan niet worden verkregen

Onontkoombare

discontinuïteit

én aanvullend voor ‘rechtspersonen voor bepaalde tijd’:

rechtspersoon zal naar verwachting niet aan al haar

verplichtingen kunnen voldoen

= LIQUIDATIEGRONDSLAGEN

Figuur 1. Liquidatiegrondslagen

Page 34: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

34 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Waardering van schulden leidt niet tot afwaardering van schuldenWaarderen van schulden op liquidatiegrondslagen leidt er niet toe dat de schulden ‘afgewaardeerd’ worden. B� de waardering wordt geen rekening gehouden met de verwachting dat de rechtspersoon niet aan al z� n schulden zal kunnen voldoen, omdat de juridische verplichtingen nog steeds bestaan. Schulden worden alleen van de balans gehaald als ze niet meer bestaan, b� voorbeeld als gevolg van betaling of kw� tschelding.

B� waardering op basis van continuïteit worden schulden eerst gewaardeerd tegen hun reële waarde en vervolgens tegen de geamortiseerde kostpr� s. B� liquidatiegrondslagen wordt deze waarderingsgrondslag verlaten en worden de schulden gewaardeerd tegen de bedragen die noodzakel� k z� n om de desbetre� ende posten contractueel af te wikkelen. Vaak zal dit de nominale waarde van de te betalen bedragen z� n. Het verschil met de geamortiseerde kostpr� swaardering wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

5. Presentatie- en toelichtingsvereisten in voorstellen onverkort van toepassing?De rechtspersoon moet op grond van de wet (art. 2:384 lid 3 BW) in de toelichting meedelen wat de gevolgen van de verwerking in de jaarrekening op basis van discontinuïteit z� n voor het vermogen en resultaat op het moment van overgang.

De overgang naar liquidatiegrondslagen moet volgens de voorstellen van de RJ toekomstgericht (prospectief) worden verwerkt. Het verschil met de boekwaarde op basis van continuïteit op het moment van de overgang moet worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening. In het voorstel staat ook dat de vergel� kende c� fers niet worden aangepast.

B� een jaarrekening op liquidatiebasis z� n de presentatie- en toelichtingsvereisten van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtl� nen onverkort van toepassing verklaard in de voorstellen. De voorstellen op dit punt kunnen nog worden genuanceerd. Het is maar de vraag wat de toegevoegde waarde is van bepaalde vereiste toelichtingen en mutatie-overzichten op het moment dat besloten is om de activiteiten te beëindigen. Mogel� k kan de RJ ook nog verduidel� ken of en hoe de w� ziging van de waarderingsgrondslagen van continuïteit naar liquidatiebasis in mutatie-overzichten het beste gepresenteerd kan worden. En hoe groot is de relevantie van een kasstroomoverzicht? Inzicht in (toekomstige) kasstromen en het onderscheid in operationele-, investerings- en � nancieringskasstromen is niet zo relevant meer op het moment dat al is besloten om de activiteiten te beëindigen. Op deze aspecten kunnen de voorstellen dus nog worden verduidel� kt.

Page 35: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 35

Page 36: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

36 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Nieuw model voor omzetverantwoording vraagt om t� dige implementatie Vanaf boekjaar 2017 vindt de omzetverantwoording plaats volgens een v� fstappenplan. Hiermee heeft de nieuwe standaard ‘Revenue from Contracts with Customers’ impact op veel ondernemingen. Het advies is om nu al te starten met de implementatie.

Jay Tahtah - Capital Markets and Accounting Advisory Services, AssuranceRenee Verhoe� - Capital Markets and Accounting Advisory Services, Assurance

1. Nieuwe standaard vervangt zowel IAS 11 als IAS 18Vanaf begin 2014 is er een nieuwe standaard voor omzetverantwoording: ‘Revenue from Contracts with Customers’. Deze standaard is een gezamenl� k product van de International Accounting Standards Board (IASB) en haar Amerikaanse tegenhanger, de Financial Accounting Standards Board (FASB). De standaard wordt van kracht vanaf boekjaar 2017 (met vergel� kende c� fers over boekjaar 2016).

‘Revenue from Contracts with Customers’ vervangt twee standaarden: IAS

18 ‘Revenue recognition’ en IAS 11 ‘Construction contracts’. We zullen in dit artikel voornamel� k ingaan op de impact van de standaard op de verwerking van contracten die voorzien in de levering van gebundelde producten of diensten met korting. Dit komt in veel sectoren en vormen voor. B� voorbeeld:• Een energieleverancier levert naast

stroom ook een thermostaat en het onderhoud van de cv-ketel aan de klant.

• Een telecommaatschapp� levert naast het telefoonabonnement ook de handset of mobiele telefoon aan de klant.

• Een leasemaatschapp� least een auto en levert ook het onderhoud gedurende de lease en andere b� behorende diensten aan de klant.

• Een ko� eleverancier levert ko� e, ko� e-accessoires en verhuurt ko� emachines aan de klant.

• Een kabelmaatschapp� levert een televisie-, internetabonnement en benodigde hardware aan de klant.

• Een productiemaatschapp� fabriceert een mal voor een klant en levert goederen geproduceerd met deze mal aan de klant.

Figuur 1. Vijfstappenplan omzetverantwoording

(1)Identificeerhet contract

(2)Identificeer de

leverings-verplichtingen

(3)Bepaal detransactie-

prijs

(4)Alloceer detransactie-

prijs

(5)Registreerde omzet

Page 37: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 37

SamenvattingDe nieuwe standaard ‘Revenue from Contracts with Customers’ vervangt IAS 18 ‘Revenue recognition’ en IAS 11 ‘Construction contracts’. De grootste w� ziging betreft de verantwoording van de omzet volgens een v� fstappenplan. Omzetverantwoording is hiermee complexer geworden en het aantal schattingselementen is enorm toegenomen. Ondernemingen kunnen tevens een portfoliobenadering kiezen, waarb� de implementatie plaatsvindt op portfolioniveau voor (gel� kwaardige) contracten. Omdat omzet een belangr� k getal is voor veel ondernemingen is het ook zaak om t� dig met belanghebbenden te communiceren over veranderingen in dit getal. Hoewel de adoptiedatum nog ver weg l� kt, z� n er voldoende redenen om nu al te starten met de implementatie.

• Een health-care-onderneming levert een MRI-apparaat aan een ziekenhuis met additionele randapparatuur en daarnaast onderhoud voor drie jaar.

• Een IT-onderneming levert naast de IT-hardware ook IT consulting services aan de klant.

• Een onderneming bouwt een elektriciteitscentrale en levert ook het onderhoud en andere diensten aan de klant na de bouw.

• Een softwareleverancier levert naast een softwarepakket ook een onderhoudsservice/upgrade aan de klant.

Zaken die tot impact kunnen leiden en in detail bestudeerd moeten worden z� n onder andere de verwerking van licenties, contractkosten en de waarsch� nl� kheidsdrempel voor inbaarheid van vorderingen. De grootste w� ziging die de invoering van de standaard met zich meebrengt is de verantwoording van de omzet volgens een v� fstappenplan.

2. V� fstappenplan vereist gezonde dosis schattingenHet v� fstappenplan l� kt op het eerste gezicht eenvoudig:

Stap 1. Identi� ceer het contract met de klant.

Stap 2. Identi� ceer de afzonderl� ke leveringsverplichtingen binnen het contract.

Stap 3. Bepaal de transactiepr� s.

Stap 4. Alloceer de transactiepr� s naar de afzonderl� ke leveringsverplichtingen.

Stap 5. Verantwoord de omzet als aan een afzonderl� ke leverings- verplichting is voldaan.

De uitwerking van het stappenplan vereist evenwel een gezonde dosis schattingen.

Onderstaand een nadere toelichting op de individuele stappen.

Stap 1. Identi� ceer het contract met de klantEen contract is een overeenkomst met een of meerdere part� en waaruit rechten en verplichtingen voortkomen. De standaard wordt toegepast op elk individueel contract, tenz� meerdere contracten gecombineerd moeten worden tot één contract. De voorwaarden om verschillende contracten te combineren en te verwerken als één contract z� n hieronder opgesomd (overigens hoeven niet alle onderdelen gel� kt� dig geleverd te worden, zoals een softwarepakket met een service over een aantal jaren of een upgrade die een aantal jaren later wordt ontvangen).

ImpactIn de toepassing van deze stap ligt de moeil� kheid vooral voor ondernemingen die goederen of services aanbieden door meerdere contracten gezamenl� k te onderhandelen als een ‘package-deal’. Voorwaarden om leveringen als één contract te behandelen z� n:• De levering moet één commercieel

doel dienen (b� voorbeeld dezelfde afnemer z� n).

• De pr� s in één contract hangt af van de pr� s of de leveringsverplichting in een ander contract.

• De goederen en/of diensten in de contracten z� n gezamenl� k één leveringsverplichting.

Na de identi� catie van het contract worden de afzonderl� ke onderdelen in stap 2 gesepareerd.

op de juiste w� ze te kunnen toepassen is het essentieel de afzonderl� ke leveringsverplichtingen binnen een contract te identi� ceren. Deze dienen als uitgangspunt voor het moment dat de omzet wordt verantwoord.

Een afzonderl� ke leveringsverplichting moet aan de volgende voorwaarden voldoen:• Het goed of de dienst moet een

zelfstandige waarde hebben voor de eindgebruiker. En:

• Het goed of de dienst is niet volledig afhankel� k van of volledig gerelateerd aan andere onderdelen binnen het contract.

Wanneer onderdelen individueel een waarde hebben (omdat ze b� voorbeeld ook los verkocht kunnen worden), moet een onderdeel als afzonderl� ke leveringsverplichting worden behandeld. Dit is ook het geval wanneer ‘gratis’ goederen of diensten worden verstrekt b� het aangaan of gedurende de duur van

Stap 2. Identi� ceer de afzonderl� ke leveringsverplichtingen binnen het contractEen leveringsverplichting is een belofte aan de eindgebruiker om goederen en/of diensten te leveren. Om de standaard

Page 38: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

38 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Stap 4. Alloceer de transactiepr� s naar de afzonderl� ke leveringsverplichtingenWanneer de onderneming de afzonderl� ke leveringsverplichtingen binnen het contract en de transactiepr� s van het contract heeft bepaald, wordt de transactiepr� s gealloceerd aan de afzonderl� ke leveringsverplichtingen in stap 2. De basis van deze allocatie is de afzonderl� ke waarde van het goed of de dienst. Dit is eenvoudig te bepalen wanneer de goederen of diensten ook los worden verkocht. Wanneer dit niet het geval is moet het management een inschatting maken.

overgedragen aan de klant. In situaties waarin de verplichting in de t� d vervuld wordt, zoals een (maandel� kse) dienst over de loopt� d van een contract, wordt de omzet gespreid over de loopt� d. Er moet dan aan een van de volgende voorwaarden worden voldaan:• De klant verkr� gt en gebruikt de

voordelen uit het goed of de dienst over de loopt� d van het contract. Of:

• De onderneming vervaardigt een goed (‘onderhanden werk’), voor rekening en risico van de klant. Of:

• De onderneming vervaardigt in opdracht van de klant een goed dat de onderneming niet op alternatieve w� ze zou kunnen aanwenden, en waarb� de onderneming het recht heeft op betaling voordat de vervaardiging is afgerond.

Op zich niet nieuw maar zeker vermeldens-waardig is dat er dus b� gebundelde producten met kortingen geen directe link meer is tussen de verantwoorde omzet en de kasstromen uit een verkoopcontract.

ImpactDe beoordeling of sprake is van afzonderl� ke leveringsverplichtingen kan behoorl� k subjectief z� n. Gebruikt de onderneming b� voorbeeld een goed of dienst als input om de output in het contract met de klant te produceren of is dit een afzonderl� ke leveringsverplichting? In de nieuwe standaard z� n indicatoren opgenomen om de onderneming b� deze beoordeling te helpen.

het contract, zoals een gratis telefoon b� aanschaf van een telefoonabonnement.

ImpactDe aanpassing in deze stap is vooral belangr� k voor ondernemingen die geen vastgestelde transactiepr� s hebben, dus waar het management een inschatting moet maken op basis van kennis en ervaring. Andere voorbeelden z� n situaties waarin volumekortingen en dergel� ke worden verstrekt.

ImpactB� het verkopen van een ‘gratis’ telefoon b� een telefoonabonnement onder de huidige standaard en prakt� k wordt veelal de pr� s die in het contract is opgenomen als omzet voor de telefoon geboekt (b� voorbeeld € 1). Deze pr� s is vaak signi� cant lager dan wanneer de klant de telefoon los in de winkel zou aanscha� en. De gedachte hierachter is dat de volledige omzet voor de telefoon voorwaardel� k is op de levering van het telefoonabonnement. Onder de nieuwe standaard moeten ondernemingen echter uitgaan van de zelfstandige waarde van de telefoon voor de eindgebruiker. Dit houdt in dat ondernemingen niet langer de pr� s van het toestel in het contract als omzet kunnen verantwoorden b� het aangaan van het contract, maar de (relatieve) omzet die b� de telefoon hoort. Dit leidt in dit geval tot een vervroegde omzetverantwoording.

ImpactB� het toepassen van deze stap is het essentieel dat het management in staat is om vast te stellen dat men (volledig) aan de afzonderl� ke leveringsverplichtingen heeft voldaan. De onderneming die op dit moment gebruik maakt van de ‘percentage-of-completion’-methode (b� voorbeeld bouwondernemingen) moet over voldoende informatie beschikken om te bepalen of z� kan voldoen aan de eerdergenoemde voorwaarden die worden gesteld voor het nemen van omzet gespreid over de contractperiode (vergel� kbaar met de ‘percentage-of-completion’ methode). Daarnaast moet z� de voortgang kunnen meten in l� n met de meer gedetailleerde vereisten van de nieuwe standaard.

Stap 5. Verantwoord de omzet als aan een afzonderl� ke leveringsverplichting is voldaanDe laatste stap betreft de verantwoording van de omzet. Deze vindt plaats wanneer de controle over het goed of de dienst is

Stap 3. Bepaal de transactiepr� sDe transactiepr� s is het geldbedrag dat de leverancier verwacht in ruil voor het geleverde goed of de geleverde dienst. Dit is niet gecorrigeerd voor kredietrisico’s en is in principe eenvoudig te bepalen. Wel kan het ingewikkeld worden wanneer sprake is van een variabele pr� s of wanneer als onderdeel van het contract ook een � nancieringselement wordt aangeboden. Variabele vergoedingen z� n alleen onderdeel van de transactiepr� s indien het zeer waarsch� nl� k is dat deze omzet niet teruggedraaid hoeft te worden. De onderneming houdt b� het bepalen van de transactiepr� s ook rekening met de t� dswaarde van geld indien sprake is van een signi� cant � nancieringselement.

Page 39: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 39

3. Fors toegenomen toelichtingsvereisten voor omzetNaast het stappenplan bevat de standaard nogal wat additionele vereisten voor wat betreft de toelichting op de omzetverantwoording en de daaruit voortkomende kasstromen. Deze helpen de gebruikers van de jaarrekening om de omvang, timing en gemaakte inschattingen te begr� pen.

4. De implementatie van de nieuwe standaard kan t� drovend en kostbaar z� nDe nieuwe standaard voor omzetverantwoording kan dus forse impact hebben op de verslaggeving en � nanciële informatie van ondernemingen. Vooral in

de sectoren waar ondernemingen grote aantallen contracten hebben of gebundelde producten met korting verkopen. Door de aanzienl� ke schattingen binnen de toepassing van het v� fstappenplan wordt het opbouwen en beschikbaar hebben van historische informatie belangr� ker dan in het verleden. Ook moet voor de vereiste toelichtingen additionele informatie verzameld worden. Deze veranderingen vereisen de nodige aanpassingen in systemen en processen. Daarmee is dit niet alleen een boekhoudkundige verandering maar een verandertraject waar meerdere afdelingen binnen de onderneming b� betrokken z� n, zoals Finance en IT maar zeker ook de afdeling Marketing en Sales die de commerciële contracten afsluit. Het in eerste aanleg verzamelen van alle

Complex en veel schattingselementen Kortom, met het v� fstappenplan z� n de complexiteit van en schattingselementen in de omzetverantwoording enorm toegenomen. De impact is het grootst voor ondernemingen met meerdere businessmodellen, meerdere omzetstromen en/of een groot aantal verkoopcontracten. Ook ondernemingen die gebundelde verkoopcontracten met kortingen aanbieden, mogel� k in combinatie met een signi� cant � nancieringselement, zullen w� zigingen zien in de omzetverantwoording.

benodigde informatie met betrekking tot de verschillende contracttypes is een t� drovende activiteit, maar ook het vervolgens aanpassen van de systemen en processen zodat de schattingen gemaakt kunnen worden en de omzet (los van de kasstromen) op de juiste w� ze in de boeken komt zal de nodige t� d en kosten vergen.

Figuur 1 geeft een indicatie van de verwachte implementatiestappen wanneer het businessmodel van de onderneming bestaat uit een veelvoud van contracten. De nieuwe standaard zal ook de mogel� kheid bieden om een portfoliobenadering te kiezen, waarb� de implementatie kan plaatsvinden op portfolioniveau voor (gel� kwaardige) contracten in plaats van alle individuele contracten. Het spreekt voor zich dat dit een forse besparing kan opleveren in de kosten om te voldoen aan de nieuwe standaard. Deze keuze is bepalend voor het te volgen implementatietraject en kan de implementatiekosten fors verminderen. Dit is dus een zeer interessante en kostene� ciënte manier voor veel ondernemingen om te voldoen aan de nieuwe standaard.

Voorbeeld: de aankoop van een auto waarb� verschillende ‘gratis’ services worden geleverdDe klant koopt een auto voor €�20.000. Samen met de auto wordt een aantal additionele services geleverd zoals pechhulp, satellietradio en een navigatiesysteem voor een periode van v� f jaar. Ook kr� gt de auto een ‘gratis’ servicebeurt na drie jaar of b� het bereiken van de 30.000 kilometer. De services en het onderhoud z� n onderdeel van de transactiepr� s.

De additionele services z� n ook verkr� gbaar voor oudere auto’s, voor € 150 per jaar. De onderhoudsbeurt is niet ‘los’ verkr� gbaar, maar b� een nab� gelegen dealer kost dit € 2.000.

Element Transactie-

prijs

Zelfstandige

waarde

Procentueel Relatieve

zelfstandige

waarde

Moment

van omzet-

verantwoording

Auto 20.000 20.000 87,9% 17.580 op het moment

van verkoop

Service - 750 3,3% 660 lineair

gedurende de

looptijd (5 jaar)

Onderhoud - 2.000 8,8% 1.760 over de looptijd

van de service

(3 jaar)

Totaal 20.000 22.750 100% 20.000

inschatting aangezien de waarde niet direct beschikbaar is

Page 40: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

40 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Omzet is een van de belangr� kste getallen in de � nanciële informatie van ondernemingen. Interne en externe belanghebbenden, zoals de raad van commissarissen, auditcommissies, aandeelhouders, analisten, investeerders en � nanciers, zullen naar verwachting ruim vóór 2017 vragen naar de gevolgen van deze nieuwe standaard. De onderneming zal proactief en t� dig de gevolgen van deze veranderingen in de omzet met haar belanghebbenden moeten communiceren. Hoewel de adoptiedatum nog ver weg l� kt, is het verstandig om nu al te starten met de implementatie zodat men op t� d klaar is om te voldoen aan de nieuwe standaard en t� dig met alle belanghebbenden gecommuniceerd kan worden over veranderingen in dit belangr� ke getal.

Figuur 2. Indicatie verwachte implementatiestappen bij veelvoud van contracten

… doorlopen van vijfstappenplan – voor ieder contract

en leveringsverplichting – voor iedere periode

… verzameling data uit verschillende systemen

… samenbrengen en analyseren van de verzamelde data

… analyseren van data per afzonderlijke contract en

leveringsverplichting

… bepaling van eventuele aanpassingen

… berekening en boeking van (handmatige)

journaalposten

Voor alle proposities,

iedere periode, voor

alle contracten

Page 41: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 41

Page 42: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

42 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Multi-curvewaarderingen voor collateralised derivatenDe � nanciële crisis heeft e� ect op de waardering van derivaten. De verschillen tussen de traditionele en nieuwe waarderingsmethodieken kunnen signi� cant z� n. Daarmee is dit onderwerp niet alleen relevant voor de � nanciële sector, maar ook voor de overige gebruikers van derivaten.

Casper Roozenboom - Capital Markets and Accounting Advisory Services, AssuranceTom Hagenaars - Capital Markets and Accounting Advisory Services, Assurance

1. De huidige marktsituatie vraagt om w� zigingen in waarderingsmodellen De modellen die gebruikt worden voor het waarderen van � nanciële instrumenten z� n alt� d vereenvoudigde weergaven van de werkel� kheid. Het is niet alt� d mogel� k of wensel� k om een model te bouwen dat alle mogel� ke factoren meeneemt die van invloed z� n op de marktwaarde van een � nancieel instrument. Daarom worden er aannames gemaakt. Deze aannames z� n vaak alleen onder bepaalde omstandigheden bruikbaar en mogen uiteraard niet leiden tot een signi� cant andere waardering. Uitgangspunt b� het bepalen van de reële waarde van een derivaat is de marktwaarde van het instrument indien deze zou worden overgedragen aan een andere part� (exit-pr� sprincipe). Dit bl� kt onder andere uit de de� nitie van reële waarde, zoals opgenomen in de verslaggevingsvereisten.

De onrust in de � nanciële markten t� dens de crisis heeft ertoe geleid dat een aantal van de gemaakte aannames herzien moesten worden. Een van deze aannames betreft de bruikbaarheid van single-curvewaarderingsmodellen.

Herziening gebruik single-curvewaarderingsmodellen veroorzaakt door verschillende soorten basisspreads

• Inter-tenor spreadDe term ‘tenor’ verw� st naar de t� d tussen de kasstromen die plaatsvinden op een variabel rentend instrument (de betaalfrequenties). Als er helemaal geen sprake is van opslagen voor kredietrisico, of voor liquiditeit (beschikbaarheid van geld), zou de op jaarbasis berekende rente gel� k z� n voor instrumenten met verschillende tenors. Maar in de prakt� k z� n jaarl� kse nominale rentes niet gel� k. Er is sprake van een zogenaamde inter-tenor spread. Dit is de spread tussen de op jaarbasis berekende rentes met verschillende rentebases (b� voorbeeld zesmaands Euribor en eenmaands Euribor). Hoe meer t� d er verstr� kt tussen de kasstromen, hoe groter de opslagen voor liquiditeits- en kredietrisico. In � guur 1 (op�pagina�44) z� n deze verschillen tussen de eenmaandsrente en de zesmaandsrente weergegeven (per 31-12-2013). De horizontale as geeft de t� d naar de toekomst toe in maanden en jaren. Hiermee wordt weergegeven wat het verwachte verschil is tussen de twee rentes in de toekomst op basis van de marktgegevens per 31-12-2013.

• Currency basisspreadWereldw�d bestaat er zorg over de kredietwaardigheid van bepaalde landen en regio’s. Dit kan tot gevolg hebben dat een investeerder van buiten de eurozone (laten we zeggen een Amerikaan) niet snel bereid is om Amerikaanse dollars uit te lenen aan iemand in de eurozone. Daarom is het mogel� k dat de Europeaan die t�del�k Amerikaanse dollars wil hebben van de Amerikaan en daarvoor euro’s in onderpand geeft, ‘iets extra’s’ moet doen voor de Amerikaan. Dat kan door hem meer dan de reguliere rente te laten betalen op de USD-lening, of door hem minder dan de reguliere rente te laten betalen op het euro-onderpand.

Page 43: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 43

SamenvattingVóór het uitbreken van de � nanciële crisis was het gebruikel� k om derivaten te waarderen op basis van een enkele rentecurve. Zowel toekomstige kasstromen als de disconteringsvoet werden op basis van dezelfde curve bepaald. Voor bepaalde categorieën derivaten is dit een vereenvoudiging van de werkel� kheid die niet langer leidt tot een juiste marktwaarde. De oplossing ligt in het gebruik van multi-curvewaarderingsmodellen. Deze modellen maken gebruik van twee curves: een curve voor het bepalen van toekomstige kasstromen en een curve voor het bepalen van de te hanteren disconteringsvoet. Implementatie van deze nieuwe modellen kan uitdagend z� n en heeft impact op systemen, processen en rapportages.

uitgewisseld wordt, of waarop kasstromen worden uitgewisseld in valuta’s met zeer uiteenlopende valutarisicopro� elen. In dit artikel wordt voor een aantal van deze omstandigheden toegelicht waarom single-curvewaarderingen niet langer tot een marktconforme waardering leiden.

Het feit dat deze uitgangspunten herzien moeten worden, wordt voornamel� k veroorzaakt door het toenemen van de verschillen tussen de basisrentetarieven. Voorbeelden van basisrentetarieven z� n Euro Interbank O� ered Rate (Euribor) en

London Interbank O� ered Rate (LIBOR). Wanneer er helemaal geen relatie zou z� n tussen de risico’s die een belegger loopt en de basisrente van het instrument waarin deze belegger investeert, zou de nominale jaarl� kse rente die je ontvangt of betaalt op een lening of derivaat voor ieder basisrentetarief hetzelfde z� n. Dit bl� kt in de prakt� k niet het geval. Over de afgelopen jaren was er een toenemend verschil tussen de nominale jaarl� kse rente die wordt betaald voor verschillende basisrentetarieven (zie � guur 2 op pagina 44). Dit verschil wordt uitgedrukt als de basisspread. Een basisspread kwanti� ceert het door ‘de markt’ beoordeelde verschil in risico tussen de jaarl� kse kasstromen b� twee verschillende basisrentetarieven. Voorbeelden z� n de inter-tenor spread en de currency basisspread.

Reële-waardeberekening derivatenDe reële waarde van een renteswap (waarb� b� voorbeeld een vaste rente geruild wordt voor een variabele rente) is gel� k aan de netto contante waarde van alle kasstromen. Een gedeelte van deze kasstromen wordt bepaald op basis van geschatte toekomstige rentes. Deze toekomstige rentes worden beschikbaar gesteld in de vorm van rentecurves. Voorbeelden hiervan z� n Euribor en LIBOR. Dit z� n (gemiddelde) interbancaire basisrentes waartegen banken elkaar geld verstrekken. Deze rentes worden per valuta en per loopt� d (tussen een dag en twaalf maanden) iedere dag bepaald. Zo is er een eendagsrente (Euro OverNight Index Avearge - EONIA), een eenmaands Euribor, een driemaands Euribor, een zesmaands Euribor en een twaalfmaands Euribor.

Hieronder is een voorbeeld opgenomen van een reële-waardeberekening van een dergel� k derivaat. De hoofdsom van dit derivaat is € 100. Elk half jaar wordt een vaste kasstroom van twee procent betaald en een variabele rente op basis van de driemaands Euribor.

Kasstroom

Datum CF Uit

(vast)

CF In

(variabel)

Netto CF Verdisconterings-

voet

Reële

waarde

30-06-1014 2 0,5 -1,5 0,998 -1,5

31-12-2014 2 0,8 -1,2 0,992 -1,2

30-06-2015 2 1,2 -0,8 0,982 -0,8

31-12-2015 2 1,6 -0,4 0,969 -0,4

30-06-2016 2 2,5 0,5 0,940 0,5

31-12-2016 2 3,5 1,5 0,902 1,4

Reële waarde Swap € -2,0

De verschillen tussen single-curve en multi-curvewaarderingen ontstaan b� de keuze van de verdisconteringsvoet. Voor een single-curvewaardering wordt hier dezelfde rente gebruikt als is gebruikt voor het bepalen van de toekomstige variabele kasstromen. B� een multi-curvewaardering is dit een andere curve.

Single-curvemodellen veronderstellen dat toekomstige kasstromen en disconteringsvoeten op basis van dezelfde curve bepaald kunnen worden. Deze modellen z� n redel� k eenvoudig en leidden in het verleden nauwel� ks tot verschillen ten opzichte van theoretisch meer zuivere modellen. Echter, door gew� zigde marktomstandigheden wordt het gebruik van één enkele curve in een waardering van derivaten in sommige gevallen als een te grote vereenvoudiging gezien van de werkel� kheid. Dit geldt b� voorbeeld voor derivaten waarop onderpand

Page 44: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

44 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

2. Door toegenomen inter-tenor spread leiden single-curvewaarderingen voor bepaalde derivaten niet langer tot marktconforme waardering In dit artikel gaan w� in op de eerstgenoemde spread: de inter-tenor spread. Zoals in het kader beschreven, betreft dit de spread tussen de op jaarbasis berekende rentes met verschillende rentebases. Een voorbeeld hiervan is het verschil tussen de nominale rente die op jaarbasis betaald wordt op een lening waarop driemaands Euribor betaald wordt en de rente die betaald wordt op een lening waarop zesmaands Euribor betaald wordt.

Er is alt� d al sprake geweest van een inter-tenor spread, maar voor het uitbreken van de � nanciële crisis was het e� ect hiervan op reële-waardeberekeningen zo klein dat er minder aandacht voor was. Voor het uitbreken van de � nanciële crisis was de inter-tenor spread niet meer dan een paar basispunten (een basispunt is gel� k aan één honderdste van een procentpunt). Voor waarderingsdoeleinden leverde dit zeer kleine verschillen op in vergel� king met een meer gera� neerde waardering waarb� wel rekening werd gehouden met de verschillende loopt� den. De totale nominale rente die werd betaald op een interbancair instrument met driemaandel� kse kasstromen verschilde nauwel� ks met de nominale rente die werd betaald op een instrument met maandel� kse, of zelfs dagel� kse kasstromen (‘ceteris paribus’). Met andere woorden: de markt vond het verschil in risicopro� el tussen een instrument waarb� dagel� ks wordt afgerekend en een instrument waarb� jaarl� ks wordt afgerekend verwaarloosbaar.

T� dens de � nanciële crisis z� n de spreads tussen rentes met verschillende loopt� den sterk toegenomen. Sindsdien z� n deze verschillen eigenl� k alt� d signi� cant gebleven. Op het hoogtepunt van de � nanciële crisis bereikte de spread tussen

Figuur 1. Verschil tussen eenmaandsrente en zesmaandsrente (per 31-12-2013)

0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

3,0

1D 1M 3M 5M 7M 9M 11M 15M 21M 3Y 5Y 7Y 9Y 11Y 15Y 25Y 35Y 45Y

EUR 6M Curve EUR 1M Curve

Figuur 2. BasisSpread 3M Euribor vs. EONIA

0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

2008 2009 2010 2011 2012 2013

Overnight Index Swap-rente (OIS is de rente betaald op instrumenten met een loopt� d van een dag) en de driemaands rente (3M Libor) een hoogte van 360 basispunten. Dat betekende dat de markt een compensatie eiste van meer dan drie procent per jaar voor het verschil in kredietrisico/liquiditeitsrisico tussen een vordering op een bank met een loopt� d van een dag en een instrument met een loopt� d van drie maanden. De spreads

tussen de Europese versie van deze rentes, de driemaands Euribor en EONIA, z� n wat kleiner, maar desalniettemin nog steeds substantieel. Per ultimo 2012 was het verschil tussen waardering op basis van verdiscontering tegen Euribor en verdiscontering tegen EONIA ruwweg drie procent van de reële waarde. In � guur 2 is het historische verloop van de basisspread tussen EONIA- en de driemaands Euribor-rente weergegeven.

Page 45: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 45

3. Het probleem: collateral-uitwisseling leidt tot wezenl� k ander risicopro� elEen van de ontwikkelingen die heeft geleid tot een toenemende aandacht voor multi-curvewaarderingsmodellen voor � nanciële instrumenten is het steeds meer tre� en van maatregelen ter beperking van kredietrisico. Kredietrisico is het risico dat een van de tegenpart� en in een � nancieel contract gedurende de loopt� d van het contract niet aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. Door het verstrekken van onderpand wordt dit risico beperkt. B� het aangaan van derivaten eisen marktpart� en steeds vaker dat er afspraken gemaakt worden over onderpand. Deze afspraken kunnen tussen part� en onderling z� n (bilaterale onderpandovereenkomsten), of er kan onderpand uitgewisseld worden via een centrale part� (Clearing). Een veel geziene bilaterale onderpandovereenkomst is b� voorbeeld de Collateral Support Annex (CSA) van de International Swaps and Derivatives Association (ISDA). In een dergel� ke overeenkomst wordt onder meer vastgelegd hoe berekend wordt hoeveel onderpand er gestort moet worden en welke vorm dit onderpand mag hebben (kasgelden en/of obligaties).

Het uitwisselen van een onderpand heeft niet alleen gevolgen voor de w� ze waarop bestaande derivaten gewaardeerd worden, maar ook op de pr� zen van nieuwe derivaten. Onderpandverplichtingen leiden tot hogere kapitaalkosten voor banken. Daarnaast moet op ontvangen onderpand een vergoeding betaald worden. Banken pr� zen deze twee e� ecten in nieuwe contracten in. De w� ze waarop dit gebeurt, komt in dit artikel niet aan de orde.

Het feit dat er onderpand wordt uitgewisseld beïnvloedt de waardering van het betre� ende instrument. Een toekomstige kasstroom die zeker ontvangen wordt is meer waard dan een kasstroom waarvan de onderneming nog maar af moet wachten of ze deze ooit gaat kr� gen. Er is door het uitwisselen van

onderpand sprake van een wezenl� k ander risicopro� el. Hierdoor ontstaat er verschil in de rendementen die beleggers eisen voor producten waarop onderpand wordt uitgewisseld en producten waarop geen onderpand wordt uitgewisseld. Die rendementseis is een belangr� ke factor in de berekening van de reële waarde van � nanciële instrumenten.

De reële waarde van een derivaat wordt bepaald door de netto contante waarde van alle toekomstige kasstromen. In formulevorm:

Rente komt op twee plaatsen terug in de formule. Allereerst boven de streep. Dit z� n de te betalen kasstromen. Elk model (dus zowel single curve als multi curve) vereist het inschatten van niet-waarneembare factoren, zoals toekomstige rentestanden. Het is nu eenmaal niet mogel� k om met zekerheid te zeggen wat de rente over een jaar is. Om deze inschatting te maken is het nodig een bepaalde ‘benchmark’ te hanteren. Voorbeelden van deze benchmark z� n de in dit artikel genoemde basisrentetarieven. Welke ‘benchmark’ het meest geschikt is hangt af van de contractuele afspraken die z� n gemaakt en de speci� eke eigenschappen van de contractpartner. De rentebasis die gebruikt wordt b� het bepalen van een toekomstige kasstroom die op een hypotheek betaald wordt, kan b� voorbeeld gebaseerd z� n op de eenmaands rente. Bovenop deze rentebasis plakt de bank dan nog een opslag voor kredietrisico. Deze opslag is afhankel� k van het kredietrisico dat de bank denkt te zullen lopen en wordt meestal éénmalig vastgesteld, namel� k b� aanvang van het contract. De curve die de term� nstructuur van deze rentes weergeeft heet ‘forward curve’. De rente die bepalend is voor één bepaalde kasstroom in de toekomst heet ‘forward rate’.

Daarnaast komt de rente terug onder de streep, in de gehanteerde disconteringsvoet. De rentebasis die gebruikt moet worden in deze disconteringsvoet hangt samen met het kredietrisico (het risico dat een toekomstige kasstroom niet ontvangen gaat worden) en met liquiditeitsrisico (de beschikbaarheid van geld). Hoe groter de risico’s, des te lager is de contante waarde een bepaalde kasstroom. Eerdergenoemde maatregelen ter verbetering van het risicopro� el van � nanciële instrumenten, zoals onderpanduitwisseling, beperken deze risico’s en leiden dus tot een hogere contante waarde. De curve die de term� nstructuur van deze rentes weergeeft heet ‘discount curve’. De rente die gebruikt wordt voor het contant maken van een kasstroom heet ‘discount rate’.

De discount curve die gebruikt wordt b� het berekenen van de reële waarde van derivaten waarop onderpand wordt uitgewisseld zou dus gebaseerd moeten z� n op een rente zonder opslagen van kredietrisico. De forward curve is echter gebaseerd op een andere rente. De contractuele kasstromen voor derivaten z� n gebaseerd op de eerder besproken basisrentetarieven. We hebben net gezien dat deze rentes niet volledig risicovr� z� n. Sterker nog, de crisis heeft ertoe geleid

OIS: de werkel� k risicovr� e renteOIS-rente is de rente die betaald wordt op een geldmarktproduct met een loopt� d van een dag. De kans dat een tegenpart� failliet gaat gedurende de loopt� d van het contract (1 dag) is zo goed als verwaarloosbaar. Om die reden is deze rente een goede benadering van een werkel� k risicovr� e rente. Deze rente bevat dus geen opslag voor kredietrisico. Om die reden worden tegenwoordig de OIS-rentes gebruikt voor het bepalen van de contante waarde van kasstromen voor een instrument waarop onderpand wordt uitgewisseld.

Page 46: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

46 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

dat zelfs de spread op de rente die banken aan elkaar rekenen enorm gegroeid is. De verschillen tussen de risicovr� e rente en de rentes waarop kasstromen gebaseerd z� n neemt dus toe. Dit leidt tot de vraag of een vereenvoudiging in bestaande, single-curve waarderingsmodellen waardoor deze verschillen genegeerd worden, nog wel adequaat is.

4. De oplossing: multi-curvewaarderingsmodellenBovengenoemd probleem kan opgelost worden door meerdere curves voor de waardering van een enkel derivaat te gebruiken. Toekomstige kasstromen en discountfactoren z� n in deze modellen niet langer op dezelfde curve gebaseerd. Een voorbeeld is een rentederivaat waarb� elk kwartaal een vaste rente betaald wordt en elk kwartaal een variabele rente ontvangen wordt en waarop op dagbasis onderpand wordt uitgewisseld. De variabele rente die betaald wordt is gebaseerd op de driemaands Euribor-rente. De contante waarde van de toekomstige rentebetalingen wordt vervolgens niet bepaald op basis van diezelfde driemaands Euribor-rente, maar op basis van de EONIA-rente.

Het gebruik van multi-curvemodellen heeft een aantal gevolgen. Allereerst w� zigt de waardering van het instrument. Daarnaast moeten operationele en ondersteunende processen en systemen aangepast worden om multi-curvewaarderingen uit te voeren. Tot slot heeft het gebruik van multi-curvewaarderingen impact op de e� ectiviteit van hedge-accountingrelaties.

De pr� zen van derivaten bl� ven op het moment van aanvang gel� k. Voor derivaten waarb� een vaste rente geruild wordt voor een variabele rente, wordt nog steeds een vaste rente gekozen die leidt tot een initiële waardering van nul. B� de vervolgwaardering wordt het e� ect van multi-curvewaarderingen duidel� k. Als de spreads tussen de verschillende basisrenten die bepalend z� n voor de forward curve en de discount curve toeneemt, gaan

de verschillen tussen single-curve- en multi-curvewaarderingen ook toenemen. In een single-curvemodel komt deze spread immers niet terug. In een multi-curvewaarderingsmodel komt deze spread wel terug en leidt het tot een verschil tussen de forward rates en de discount rates.

Daarnaast vereist het doorvoeren van multi-curvewaarderingsmodellen dat bestaande processen aangepast worden. Veel van de leidende waarderingssystemen z� n niet ontwikkeld om onderscheid te maken tussen derivaten waar wel en geen onderpand op uitgewisseld wordt. Daarnaast z� n er nog steeds systemen die niet in staat z� n om twee verschillende curves te gebruiken voor één set van kasstromen. Daardoor kan de overgang naar multi-curvewaarderingen gepaard gaan met de nodige IT-overwegingen. Verder moeten operationele processen (front o� ce) en ondersteunende processen (back-o� ce en mid-o� ce) afgestemd worden op deze veranderende werkel� kheid.

De impact van multi-curvewaarderingen op hedge accounting is door Kees-Jan de Vries in z� n Spotlight-artikel (1/2013) al in detail toegelicht. In dit artikel wordt hier dan ook niet verder op in gegaan.

5. ConclusieVoor het uitbreken van de � nanciële crisis was het gebruikel� k om derivaten te waarderen op basis van single-curvewaarderingsmodellen. Single-curvemodellen veronderstellen dat toekomstige kasstromen en de disconteringsvoet op basis van dezelfde rentecurve bepaald worden. Door gew� zigde marktomstandigheden wordt het gebruik van één enkele curve in een waardering van derivaten met voornoemde eigenschappen als een te grote vereenvoudiging gezien van de werkel� kheid. Dit kan leiden tot materieel onjuiste waarderingen. De oplossing ligt in het gebruik van zogenaamde multi-curvewaarderingsmodellen. Deze modellen

maken gebruik van een curve voor het bepalen van toekomstige kasstromen en een andere curve voor het bepalen van de te hanteren verdisconteringsvoet. Implementatie van deze nieuwe modellen kan uitdagend z� n en heeft impact op systemen, processen en rapportages.

Kees-Jan de Vries (Spotlight 1/2013) laat zien dat er in de huidige markt een aantal situaties z� n ontstaan die leiden tot onvoorziene e� ecten op de waardering van derivaten, en hoe volgens IFRS 13 met deze gew� zigde marktomstandigheden moet worden omgegaan. Ook beschr� ft De Vries de relatie tot hedge-e� ectiviteit.

Page 47: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 47

Page 48: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

48 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

COSO-herziening als vliegwiel voor heroriëntatie op internal control Voldoen de internal controls nog aan de eisen van deze t� d? Juist vanwege deze vraag verdient het in 2013 vernieuwde COSO-framework de aandacht van ons allemaal. Het biedt ondernemingen de perfecte gelegenheid om internal control duurzaam te verbeteren en te verankeren, als onderdeel van de veranderingen in de business voor operational excellence.

Pieter Haex - Consulting Finance, AdvisoryMarcel Prinsenberg - Consulting Risk, AdvisoryMart� n Niekus - Consulting Risk, Advisory

1. Belangr� kste punten COSO-herzieningIn 2013 is het COSO-framework vernieuwd. Het weerspiegelt belangr� ke veranderingen ten opzichte van de originele publicatie in 1992, die sindsdien breed is geaccepteerd en over de hele wereld wordt toegepast. De herziening is relevant voor ondernemingen: z� kunnen hiermee hun internal controls verder versterken en zo (meer) vertrouwen kr� gen dat z� hun doelstellingen bereiken. Bovendien kunnen ze hiermee hun verborgen risico’s in kaart brengen en b� behorende mitigerende maatregelen nemen. Ook laat de herziening zien hoe controldefecten door werknemers en technologie voorkomen kunnen worden, en hoe de onderneming het internal-controlsysteem kan aanpassen op mogel� ke veranderingen. Daarover nu meer.

Figuur 1. De COSO-kubus

Control Environment

Risk Assessment

Control Activities

Information & Communication

Monitoring Activities

En

tity

Le

ve

lD

ivis

ion

Op

era

tin

gU

nit

Fu

nc

tio

n

Oper

atio

ns

Rep

ortin

g

Com

pliance

Page 49: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 49

SamenvattingIn de afgelopen twintig jaar is de omgeving waarin organisaties opereren drastisch veranderd. Zakendoen is complexer geworden, meer technologie-gedreven en meer op wereldw� de schaal. Hierdoor z� n aanpassingen in het framework van internal control van bedr� ven noodzakel� k. De COSO-herziening faciliteert daarb� . Het framework weerspiegelt het huidige ondernemingsklimaat, is toepasbaar op bedr� fsdoelstellingen in brede zin en is � exibel en aanpasbaar. De componenten in het COSO-framework hebben een heldere link met elkaar en het is eenvoudiger om veranderingen te vertalen naar aanpassingen in het internal-controlsysteem. Bedr� ven bepalen daarb� zelf hoe kritisch z� naar (de adequaatheid van) hun bedr� fsvoering k� ken en hoe hoog z� hun eigen lat leggen.

2. Vergaande veranderingen sinds lancering frameworkDe omgeving waarin bedr� ven ondernemen en zaken doen is de afgelopen twintig jaar drastisch veranderd. De diverse belanghebbenden zoals aandeelhouders, OR en wetgever willen nauwer betrokken z� n en (nog beter) kunnen begr� pen hoe het internal-controlsysteem de organisatie ondersteunt b� het nemen van beslissingen en het besturen van de onderneming.

De belangr� kste veranderingen in de omgeving z� n:• toename van het bestuurl� k toezicht en

b� behorende controle;• globalisering van markten;• toenemende complexiteit in

bedr� fsmodellen en onderling zakendoen tussen bedr� ven;

• meer wet- en regelgeving, voorschriften en standaarden, ook voor niet-� nanciële rapportages;

• hogere eisen aan bevoegdheden en verantwoordel� kheden van bestuurders;

Even opfrissen: internal control en het COSO-frameworkDe traditionele opvatting is niet langer houdbaar. Internal control gaat niet alleen maar over terugk� ken of rigide procedures. Internal control helpt organisaties haar (belangr� kste) doelstellingen te bereiken en haar prestaties te consolideren, dan wel te verbeteren. Een e� ectief internal-controlsysteem geeft behoorl� ke zekerheid over het behalen van de gestelde doelen en reduceert het risico van het niet behalen tot een acceptabel niveau, waarb� geldt dat de keten zo sterk is als de zwakste schakel.

COSO-website

COSO-framework kent drie dimensiesCOSO kent een brede acceptatie en kwaliteitsassociatie. Het framework werkt als een referentiekader om te bepalen wanneer een onderneming in control is én hoe dat wordt gemeten. Het COSO-framework stelt bedr� ven in staat om systemen en processen in te richten die zich kunnen aanpassen aan wisselende omstandigheden, die risico’s mitigeren en die het nemen van beslissingen en besturen van een organisatie ondersteunen.

Het framework kent drie dimensies:

• De organisatiedoelstellingen, ingedeeld in drie categorieën De dagel� kse operatie (e� ciënt en e� ectief), het rapporteren over deze activiteiten (intern en extern) en de b� behorende compliance (voldoen aan wet- en regelgeving).

• De componenten die gaan over hoe je deze doelstellingen bereiktControl-omgeving, risicobeoordeling, control-activiteiten, informatie en communicatie en toezicht op activiteiten. Aan de componenten liggen 17 principes en 81 aandachtspunten ten grondslag die het concept achter deze v� f bestanddelen verder invullen.

• De organisatiestructuurEntiteit, divisies, werkmaatschapp� en en functies.

Meer informatie?Voor meer informatie over het COSO-framework en de herziening verw� zen w� graag naar het COSO-document ‘Internal Control - Integrated Framework’ (mei 2013) en naar de COSO-website(www.coso.org).

• gebruik en afhankel� kheid van technologieën die zich steeds sneller ontwikkelen;

• fraude, imagoschade of cyber crime komen veel voor, maar worden steeds minder getolereerd.

3. Aanpassingen aan het framework

Vertrouwde uitgangspunten bl� venVoordat we ingaan op de veranderingen, staan we even stil b� wat al bekend is en onveranderd bl� ft. Het vernieuwde COSO-framework bl� ft vasthouden aan de kernde� nitie van internal control en de b� behorende v� f componenten (zie kader). De noodzaak om deze te gebruiken om de e� ectiviteit van een internal-controlsysteem te beoordelen bl� ft ongew� zigd. De oordeelsvorming van het management bl� ft van cruciaal belang als het gaat om het ontwerpen, implementeren en doorvoeren van internal control en het beoordelen van de e� ectiviteit ervan binnen de organisatie.

Page 50: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

50 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

De weg naar de herzieningFiguur 2 laat zien wat de belangr� kste veranderingen z� n geweest en hoe deze tot aanpassingen hebben geleid met het vernieuwde COSO-framework als resultaat.

FrameworkveranderingenEen van de belangr� kste w� zigingen is het formaliseren van de belangr� ke concepten die geïntroduceerd werden in het originele framework, waarb� de lat hoger ligt voor het ‘COSO Compliant’ statement. In het vernieuwde COSO-framework z� n deze concepten uitgangspunten geworden, waarmee het een principle based framework is geworden. Z� verbreden, actualiseren en concretiseren het framework. Daarnaast z� n w� zigingen rondom de volgende onderwerpen doorgevoerd:

• breder spectrum van rapporteren: ook rapportages over niet-� nanciële informatie (risico’s, kwaliteit operationele proces, maatschappel� ke impact en dergel� ke) vallen binnen de reikw� dte van het framework;

• verbinding tussen risico, prestatie en beloning;

• oog voor ‘tone in the middle’: werknemers aansporen om verantwoordel� kheid te durven nemen

en verantwoording af te willen leggen. Zo z� n cultuur en gedrag binnen de gehele onderneming in beeld;

• w� ze van (be)sturing (rol van commissies, aansluiting met businessmodel);

• de� niëren van de drie ‘verdedigingslinies’: het operationeel management is verantwoordel� k voor haar eigen processen (eerste l� n), de ondersteunende afdelingen adviseren, coördineren en bewaken of het management z� n verantwoordel� kheden ook neemt (tweede l� n) en internal audit controleert of het samenspel tussen de eerste en tweede l� n soepel functioneert en velt daar een onderdeel over (3e l� n). Zie ook het artikel over internal audit van Jan Driessen in Spotlight 4/2013;

• successieplanning (identi� ceren en ontwikkelen van medewerkers met carrièrepotentie) en talent management;

• meer expliciete aandacht voor werkzaamheden die derden uitvoeren en die het internal-controlsysteem kunnen raken (b� voorbeeld committeren aan gedragscode of verwachtingen die verder gaan dan kunnen vertrouwen op wat deze part� rapporteert);

• beter aanpassingsvermogen en toereikendheid van internal-controlsysteem b� veranderingen in de business (processen, rollen, structuren, IT, shared services en dergel� ke).

Jan Driessen: 'Internal Audit: cruciaal voor internal governance'

Goed gevulde toolkitB� de herziening heeft COSO ook verhelderende sjablonen en scenario’s toegevoegd, gebundeld in een soort ‘gereedschapskist’. Bedr� ven kunnen dit gebruiken om de huidige stand van zaken van hun internal control te evalueren. Daarnaast heeft de commissie ook een handboek uitgebracht, het ‘Compendium of Approaches and Examples for External Financial Reporting’. Dit z� n benaderingen en voorbeelden die de componenten en beginselen verder handen en voeten geven, speci� ek gericht op de externe � nanciële rapportage. Tabel 1 is hier een voorbeeld van.

Figuur 2. COSO-herziening

Original

FrameworkCOSO’s Internal Control–Integrated Framework (1992 Edition)

Enhancements

to ease use

and application

Updated

Framework COSO’s Internal Control–Integrated Framework (Draft, 2013 Edition)

Changes in business,

operating, and regulatory

environments

Updates Context

Internal and non-

financial reporting

objectives

Expands Application

Fundamental concepts

relating to effective

internal control

Formalizes Principles

Underlying Points of Focus

Page 51: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 51

4. Impact kan worden bepaald aan de hand van drie vragenDe mogel� ke implicaties z� n organisatie- en ambitieafhankel� k. Aan de hand van drie vragen is de daadwerkel� ke impact op organisaties te achterhalen.

• Past de organisatie het framework al toe, of heeft z� het vertaald naar haar eigen situatie? - Dit bepaalt de impact van de

toepassing van de 2013-herziening. - Formele concepten z� n nu principes.

Dit zorgt voor � exibiliteit in de toepassing op diverse niveaus binnen de onderneming.

• Omvat het internal-controlsysteem van de organisatie alle 17 COSO-principes? - Zo nee, welke beginselen z� n wel

aanwezig en actief? - In welke mate is de onderneming SOx

404 en COSO compliant? - In welke mate rapporteert het bedr� f

op een geïntegreerde manier?

• Moet alle relevante documentatie (ontwerp, implementatie, beleid en dergel� ke) aangepast worden voor een of meerdere COSO-componenten en b� behorende bestanddelen? - Heldere doelen vergemakkel� ken de

identi� catie en analyse van risico’s. - Nieuwe risico’s leiden mogel� k tot

andere beheersingsmaatregelen. - Neem alt� d de kans op fraude in acht. - De impact op het internal-

controlsysteem kan signi� cant z� n.

De lat hoger leggenDe herziening van het COSO-framework zorgt ervoor dat bedr� ven hun eigen lat hoger kunnen en misschien wel moeten leggen. Maar dat kan alleen als voldaan wordt aan deze drie punten:

• De internal controls ondersteunen alle v� f componenten.

• De organisatie begr� pt dat het voor een e� ectieve internal control nodig is dat: - elk component aanwezig is en

functioneert, met b� behorende relevante aandachtspunten;

- de v� f componenten op een geïntegreerde w� ze operationeel z� n.

• De organisatie handelt proactief. Een onvolkomenheid of defect zorgt ervoor dat niet voldaan wordt aan de eisen voor een e� ectieve internal control.

Hiermee is duidel� k dat er meer dan voldoende mogel� kheden z� n om herzieningen door te voeren binnen de onderneming.

5. Mogel� kheden die de herziening van het framework biedtDe mogel� kheden voor de onderneming en controlerend accountant van een onderneming z� n legio. De lancering van de herziening kan als vliegwiel dienen b� de heroriëntatie op internal control. Internal control is meer dan alleen een hygiënefactor. De onderneming doet er goed aan zichzelf de vraag te stellen hoe het huidige systeem er nu echt uitziet. Z� n er b� voorbeeld (al) mechanismen aanwezig die dienen als feedbackloop om veranderingen te vertalen in systeemaanpassingen? De accountant kan aanbevelingen doen op het gebied van � nancial-reportingrisico’s, scherper oordelen en b� sturen t� dens de interim controle, en bevindingen b� de jaarrekeningcontrole koppelen aan

Component Grondbeginsel Benadering Voorbeeld

Controlomgeving Toewijding aan

integriteit en ethiek

Het goede voorbeeld

geven op het gebied

van integriteit en

ethiek

Een nieuwsbrief

versturen om

verwachtingen

hieromtrent

(hernieuwd) kracht bij

te zetten

Tabel 1. Voorbeeld van uitbreiding framework met benaderingen en voorbeelden

COSO: diverse publicatiesCOSO staat voor Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission en is een gezamenl� k initiatief van v� f private organisaties. Z� wil ‘thought leadership’ leveren door de ontwikkeling van frameworks en richtl� nen op het gebied van enterprise risk management, internal control en fraude.

In de prakt� k bl� kt er nogal eens verwarring te z� n over de diverse COSO-publicaties. Daarom hier een korte toelichting. 1992: publicatie van het Internal Control – Integrated Framework2004: het Enterprise Risk Management (ERM) – Integrated Framework komt erb� 2006: na de invoering van SOx-wetgeving volgt de introductie van de Internal Control

over Financial Reporting – Guidance for Smaller Public Companies, aangezien de oorspronkel� ke publicatie uit ’92 niet voldeed voor kleinere ondernemingen

2009: de Guidance on Monitoring Internal Control SystemsDaarnaast z� n er nog diverse korte publicaties die een speci� ek onderwerp behandelen op het gebied van enterprise risk management of fraude.

De publicatie van mei 2013 is een herziening van het Internal Control – Integrated Framework uit 1992, waar de Internal control over Financial Reporting – Guidance for Smaller Public Companies in is opgenomen. De ERM – Integrated Framework en de Guidance on Monitoring Internal Control Systems bl� ven als zelfstandige publicaties bestaan.

Page 52: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

52 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

het bestaande COSO-framework binnen de onderneming en aansturen op het doorvoeren van aanpassingen aan het framework van de klant.

Naast aandacht vragen voor het onderwerp kan ook het bestaande internal-controlsysteem opgeschoond worden. De bestuurders van de onderneming moeten wel eerst vertrouwd raken met de diverse vernieuwde documentatie (te vinden op www.ic.coso.org). Vervolgens kan men eventueel het huidige internal-controllandschap laten evalueren en afzetten tegen de vernieuwde blauwdruk van het COSO-framework. De COSO-update maturity assessment van PwC (zie � guur 3) b� voorbeeld, kan hierb� goed van dienst z� n.

Daarnaast kan er ook op de iets langere term� n nog voldoende winst behaald worden. B� voorbeeld:

• Informeer de raad van commissarissen, de raad van bestuur en/of het middenkader over de w� zigingen. Start indien wensel� k een door hen geïnitieerd bedr� fsbreed transitieprogramma.

• Leer van situaties uit het verleden en

sta stil b� hoe zaken anders aangepakt hadden kunnen worden.

• Maak een hernieuwde risico-inschatting om ervoor te zorgen dat alle risico’s gede� nieerd en gedocumenteerd z� n en samenhangen met controls die gekoppeld z� n aan de v� f componenten van het COSO-framework.

• Vernieuw beleidsdocumenten, procedures en richtl� nen of pas ze aan of breid ze uit, om ze duidel� ker in l� n te kr� gen met de grondbeginselen van het framework.

• Ontwerp en implementeer nieuwe of veranderde controls gericht op mogel� ke hiaten.

• Richt een proces in voor het identi� ceren, vaststellen en implementeren van noodzakel� ke veranderingen in controls en b� behorende documentatie.

• W� zig bestaande controls om de e� ciency te verhogen, met andere woorden: vergroot de helderheid ervan of maak ze meer speci� ek zodat ze directer reageren op risico’s.

6. Conclusie: COSO-framework � exibeler, concreter en beter toepasbaarB� het vernieuwen van het framework heeft COSO het bestaande framework als zodanig behouden. Wel heeft z� een aantal zaken toegevoegd en het framework � exibeler gemaakt om zo beter in te kunnen spelen op veranderingen in de omgeving. Daarnaast maakt COSO het framework levendiger en beter toepasbaar door middel van diverse concrete handvatten.

Het vernieuwde COSO-framework moet vooral gezien worden als een mogel� kheid om internal control verder te ontwikkelen. Van een noodzakel� k ongemak dat alleen de bekende factoren in hun business-omgeving controleert en beheerst, tot een control systeem dat met een grotere reikw� dte en bredere k� k op risico’s z� n meerwaarde toont. Een verbeterde internal control kan de creatie van veerkrachtige strategieën (‘business resilience’) ondersteunen en de onderneming in staat stellen ook met het onbekende om te gaan.

Het is aan de onderneming zelf hoe ambitieus z� daarin is en hoe hoog z� haar eigen lat legt.

Target maturity rating

Current maturity rating

Figuur 3. Voorbeeld van een COSO-update maturity assessment

Page 53: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 53

Page 54: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

54 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Een terugblik na één jaar � exwet

Op 1 oktober 2012 werd het nieuwe bv-recht van kracht. Hiermee werden de regels rond de oprichting en inrichting van een bv eenvoudiger en � exibeler. Spotlight zet na ruim één jaar prakt� kervaring de plussen en minnen van de � exwetgeving op een r� tje.

Hugo van den Ende - Vaktechnisch bureau (National O� ce), Assurance

1. Herziening regime van kapitaal- en crediteurenbeschermingOp 1 oktober 2012 werd het nieuwe bv-recht van kracht. Hiermee werden de regels rond de oprichting en inrichting van een bv eenvoudiger en � exibeler. Het primaire doel was de vermindering van de administratieve lasten voor ondernemers en het aantrekkel� ker maken van Nederland als vestigingsplaats voor bedr� ven. Om dat te bereiken werd het regime van kapitaal- en crediteurenbescherming herzien. Een aantal formele eisen, zoals een bankverklaring b� oprichting van een bv, het wettel� k minimumkapitaal van 18.000 euro, en de verplichting om in bepaalde situaties wettel� ke reserves te vormen, z� n vervallen. Daarvoor in de plaats werd wel een nieuwe taak voor het bestuur in het leven geroepen. Om de belangen van de crediteuren te bl� ven beschermen verleent het bestuur van de bv goedkeuring voor dividend- en andere uitkeringen aan aandeelhouders. Daarnaast werd de wet op enkele andere plaatsen aangepast wat soms ook tot ongewenste consequenties heeft geleid voor de prakt� k. Kortom, het is t� d om na ruim één jaar prakt� kervaring

de plussen en minnen van de � exwetgeving op een r� tje te zetten.

2. Meer bv’s opgericht na invoering � exwetHet oprichten van een Nederlandse bv door een buitenlandse maatschapp� is eenvoudiger geworden. Omdat er geen bankverklaring meer nodig is, is het ook niet nodig om een bankrekening te openen. En dat scheelt t� d en moeite, en dat was nou juist de bedoeling van de invoering van de � exwetgeving. Uit onderzoek is gebleken dat er na invoering van de � exwet beduidend meer bv’s z� n opgericht – het vervallen van de bankverklaring kan hier mede een rol in hebben gespeeld.

3. Meer � exibiliteit voor dochters in internationale concernsDe wetgever heeft bepaald dat een algemene vergadering niet meer noodzakel� kerw� s in Nederland plaatsvindt. Dat mag ook in het buitenland. Vooral buitenlandse houdsters met Nederlandse dochtermaatschapp� en zullen hiervan naar verwachting gebruik maken. Overigens zullen z� wel alert

moeten z� n op de mogel� ke � scale gevolgen vanwege de noodzakel� ke substance in Nederland.

Verder hoeft aandelenkapitaal niet meer in euro te worden gestort. Elke andere valuta is toegestaan. Dat is vooral handig als een Nederlandse bv een functionele valuta anders dan de euro heeft, b� voorbeeld de Amerikaanse dollar. Het aandelenkapitaal kan dan ook in Amerikaanse dollar worden gestort waardoor de jaarl� kse omrekening van euro naar Amerikaanse dollar niet meer hoeft plaats te vinden.

4. Onzekerheid over de uitvoering van de uitkeringstoetsOp grond van de wet z� n bestuurders van een bv hoofdel� k aansprakel� k indien die bv na een uitkering van b� voorbeeld dividend niet meer in staat is om aan haar lopende verplichtingen te voldoen. Dat houdt in dat bestuurders voorafgaand aan een voorgenomen uitkering moeten toetsen in hoeverre die uitkering past binnen de liquiditeit van een bv. En daar zit nu juist de moeil� kheid. Door het ontbreken van een helder normenkader weten bestuurders niet alt� d waar ze

Page 55: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 55

aan toe z� n. Er moet in feite worden beoordeeld of de bv voor ten minste de komende 12 maanden nog aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Maar hoe toets je dat? Een geschikt hulpmiddel daarvoor kan de liquiditeitsbegroting z� n. Veel ondernemingen maken daar dan ook gebruik van. De vraag is echter gerechtvaardigd of elke onderneming daarvoor de deskundigheid in huis heeft, en niet als een soort short-cut gemakshalve uitgaat van het werkkapitaal per balansdatum of, nog gemakkel� ker, het op 31 december aanwezige banksaldo. Vaak zal dit goed gaan, maar vooral in situaties waarb� de bv het wat moeil� ker heeft kan dit tot ongewenste uitkomsten leiden. Ook kunnen er omstandigheden z� n waarb� het werkkapitaal weliswaar vandaag in orde is, maar waardoor er op term� n (b� voorbeeld binnen één jaar) toch liquiditeitskrapte kan optreden. Denk aan omvangr� ke investeringen of het moeten a� ossen van bankleningen. De uitvoering van de uitkeringstoets is daarmee in de prakt� k het grootste obstakel geworden van de � exwetgeving. Overigens wordt soms betoogd dat de aansprakel� kheid voor dividenduitkeringen voorheen ook al bestond en dat dit met de invoering van de � exwetgeving slechts is gecodi� ceerd. Het is hoe dan ook nu wel duidel� k dat er een rechtstreeks verband kan ontstaan tussen een al te ruimhartige dividenduitkering en de eventuele aansprakel� kheidsstelling van bestuurders die dat hebben goedgekeurd.

5. Term� n voor vaststellen jaarrekening dga wordt gew� zigd

“Indien alle aandeelhouders tevens bestuurder van de vennootschap z� n, geldt ondertekening van de jaarrekening door alle bestuurders en commissarissen tevens als vaststelling (…). De statuten kunnen de in de eerste zin bedoelde w� ze van vaststelling van de jaarrekening uitsluiten.”

Met deze bepaling hoeft de dga geen aparte algemene vergadering meer te houden om de jaarrekening vast te stellen.

Ondertekening van de jaarrekening is voldoende want daarmee wordt bereikt dat de jaarrekening tegel� kert� d wordt opgemaakt en ondertekend. Alleen, deze bepaling houdt onvoldoende rekening met de term� nen die gelden voor het opmaken en deponeren van de jaarrekening. Een jaarrekening moet worden opgemaakt binnen v� f maanden na a� oop van het boekjaar (31 mei b� een boekjaar dat gel� k is aan het kalenderjaar). Verlenging van deze term� n met zes maanden is onder voorwaarden toegestaan (en wordt dan dus: 30 november). Dat is de allerlaatste dag waarop de jaarrekening kan worden opgemaakt. Maar door de nieuwe bepaling leidt de handtekening van de dga niet alleen tot het formele opmaken van de jaarrekening maar ook meteen tot vaststelling ervan. En binnen acht dagen na vaststelling moet de jaarrekening worden gedeponeerd b� de Kamer van Koophandel, dus uiterl� k op 8 december (even los van de vraag of het werkdagen z� n of niet). En dat is ruim anderhalve maand korter dan veel dga’s nu in de prakt� k hanteren, want veel van dergel� ke jaarrekeningen worden in de laatste week van januari gedeponeerd (dus vlak voor 1 februari van het jaar daarna, voordat de term� n van 13 maanden is bereikt). Deze verkorting van de term� n l� kt niet de bedoeling te z� n; de wetgever heeft al aangekondigd dat de wet op dit punt wordt gerepareerd. Wat ons betreft terug naar de oude situatie.

Overigens zal de invoering van de nieuwe Europese Accounting Directive tot weer een andere term� n leiden, omdat de maximale term� n van openbaar maken wordt verkort tot 12 maanden. Zie ook het artikel in Spotlight 4/2013: ‘Eén nieuwe Europese Accounting Directive voor Boek 2 Titel 9’.

6. Discussies over verwerking in jaarrekeningDe wetgever heeft stemrechtloze en winstrechtloze aandelen geïntroduceerd. De naam ervan geeft al aan welke rechten er wel en niet gekoppeld z� n aan dit soort aandelen. Voor de verslaggeving kan het onderscheid leiden tot onzekerheid over de verwerking ervan. Hoe ga je om met een belang dat bestaat uit 25% stemrechtloze aandelen en 15% winstrechtloze aandelen? Is dat een deelneming, of juist niet omdat slechts 15% van de aandelen stemrechten heeft? En wat doe je met een 70% belang winstrechtloze aandelen? Dat leidt waarsch� nl� k tot overheersende zeggenschap maar wat is die waard als de houder van die winstrechtloze aandelen geen stemrechtloze aandelen houdt, dus aandelen met winstrecht? Er zullen dan nimmer economische voordelen voortvloeien uit het aandelenbezit. Alhoewel er nog niet massaal gebruik wordt gemaakt van dergel� ke nieuwe aandelensoorten z� n dit toch relevante vragen voor de jaarrekening; de Raad voor de Jaarverslaggeving heeft inmiddels wel enkele bepalingen opgenomen in RJ�217 ‘Financiële vaste activa’ die dit soort onderwerpen raken.

7. ConclusieMet de invoering van de � exwetgeving werd beoogd om door meer � exibilisering administratieve-lastenverlichting te realiseren. Dat is in een aantal gevallen goed gelukt, zeker wat betreft het internationale speelveld. Maar er is ook een hobbel b� gekomen in de vorm van de uitkeringstoets; bestuurders komen soms voor lastige afwegingen te staan, waarb� er b� voorbeeld ook druk kan worden uitgeoefend door de aandeelhouders. Voor dga’s ten slotte is de verkorte deponeringsterm� n van de jaarrekening niet alt� d handig, al l� kt reparatie hiervan een kwestie van t� d te z� n.

Jan Backhu� s: ‘Eén nieuwe Europese Accounting Directive voor Boek 2 Titel 9’ (Spotlight 4/2013)

Page 56: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

56 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Kort nieuws1. Verslaggeving

Financiële instrumentenIn Uiting 2013/15 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving hoofdstuk 290 ‘Financiële instrumenten’ van de Richtl� nen voor de jaarverslaggeving gew� zigd. De w� zigingen hebben betrekking op het bepalen van ine� ectiviteit b� de toepassing van kostpr� shedge-accounting, het scheiden van embedded derivaten b� kostpr� swaardering en het geven van liquiditeitsinformatie rondom hedge-accounting. De w� zigingen z� n van kracht voor boekjaren die op of na 1 januari 2014 beginnen en worden aanbevolen voor het boekjaar 2013 vanwege de maatschappel� ke relevantie van adequate � nanciële verslaggeving rondom � nanciële instrumenten. Indien de onderneming de w� zigingen niet vanaf 1 januari 2013 toepast, is z� verplicht toe te lichten dat de w� zigingen nog niet z� n toegepast. Daarb� vermeldt z� tevens de mogel� ke invloed op de eerstvolgende jaarrekening waarin z� de w� zigingen wel toepast.

Zie ook het artikel “W� ziging RJ 290: meer inzicht in embedded derivaten” op pagina 26 van deze Spotlight.

Pensioenvoorziening directeur-grootaandeelhouderIn Uiting 2014/1 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving voorgesteld om hoofdstuk 271 ‘Personeelsbeloningen’ te w� zigen voor de waardering van de pensioenvoorziening voor de directeur-grootaandeelhouder die de onderneming in eigen beheer houdt. De onderneming die niet de � scale grondslagen b� de opstelling van haar jaarrekening toepast, mocht deze voorziening tot nu toe toch waarderen volgens de � scale grondslagen. In de huidige t� d van lage rentestanden

wordt door waardering tegen � scale grondslagen het eigen vermogen te hoog weergegeven. Daarom wordt voorgesteld om waardering volgens de � scale grondslagen alleen nog toe te staan als dit niet leidt tot belangr� ke verschillen ten opzichte van het toepassen van een in Nederland algemeen aanvaardbare actuariële waarderingsmethodiek.

Consolidatievr� stelling tussenhoudstermaatschapp� enAls gevolg van een wetsw� ziging moet elke tussenhoudstermaatschapp� met e� ecten die tot een gereglementeerde markt toegelaten z� n, vanaf het boekjaar 2014 haar eigen geconsolideerde jaarrekening opmaken op basis van IFRS. Ook wanneer haar moedermaatschapp� een geconsolideerde jaarrekening opmaakt. Voor deze maatschapp� en vervalt de consolidatievr� stelling van artikel 2:408 BW per 1 januari 2015.

2. Regelgeving

Europees compromis bereikt over hervorming accountantsmarktIn december 2013 hebben de Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten een compromis bereikt over een richtl� n en verordening die de accountantssector moeten hervormen. De inhoud van het compromis is nog niet in detail beschikbaar en gedeeltel� k nog aan veranderingen onderhevig. Daarnaast is de regelgeving waarover overeenstemming is bereikt erg complex en op onderdelen lastig of op meerdere w� zen te interpreteren.

Belangr� ke verschillen met Nederlandse regelgevingHet compromis vertoont op de belangr� kste elementen gel� kenis met de regels voor organisaties van openbaar

belang (OOB’s) die in Nederland al sinds 2013 gelden voor de scheiding van controle- en andere diensten aan de ene kant en voor verplichte kantoorroulatie aan de andere kant. Praktisch z� n er wel belangr� ke verschillen tussen de nieuwe Europese regels en de bestaande Nederlandse regels.

Een belangr� k kenmerk van het Europese compromis is dat lidstaten van de Europese Unie op een aantal belangr� ke onderdelen van de Europese regels mogen afw� ken, ook op het gebied van verplichte kantoorroulatie en scheiding van controle- en andere diensten. Juridisch bl� ft er daardoor voor Nederland veel ruimte om vast te houden aan de Nederlandse wetgeving.

Verplichte kantoorroulatieZo kiest Europa (voor OOB’s) voor een term� n voor verplichte kantoorroulatie van tien jaar, die eenmalig verlengd kan worden met nog eens tien of veertien jaar indien de controle tussent� ds is aanbesteed, respectievel� k indien er sprake is van gezamenl� ke controle over de hele periode. De huidige Nederlandse wetgeving verplicht tot roulatie na maximaal acht jaar, zonder de mogel� kheid tot verlenging.

Scheiding controle- en andere dienstenB� de scheiding van controle- en andere diensten b� OOB’s kiest Europa voor een limitatieve l� st van verboden diensten, terw� l de Nederlandse wetgever juist heeft gekozen voor een meer principiële benadering met een omschr� ving (maar geen opsomming) van toegestane diensten. Onder de Europese wetgeving kan het z� n dat bepaalde diensten z� n toegestaan die niet onder de Nederlandse wetgeving z� n toegestaan en andersom. Zodra de de� nitieve teksten beschikbaar

Page 57: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 57

komen kan meer in detail in kaart worden gebracht om welke diensten het gaat.

Een ook voor Nederland nieuwe Europese regel is een jaarl� kse cap op toegestane andere diensten van 70 procent over de gemiddelde audit-fee voor de wettel� ke controle over de laatste drie jaar. Lidstaten hebben hier de mogel� kheid om stringentere eisen te stellen.

Overige onderwerpenVerplichte kantoorroulatie en de scheiding van controle- en andere diensten z� n niet de enige zaken die worden geregeld in de nieuwe verordening en richtl� n. Andere elementen die ook worden geregeld z� n b� voorbeeld uitbreiding van de tekst van de controleverklaring en het Europese toezicht op accountants.

InwerkingtredingNaar verwachting zullen de afrondende stemmingen over het Europese compromis in april 2014 plaatsvinden. Daarna zou de Nederlandse politiek kunnen besluiten om de Nederlandse wetgeving te evalueren en kunnen overwegen om die meer in l� n te brengen met het Europese compromis, zodat de regels voor het Nederlandse bedr� fsleven optimaal aansluiten b� de nieuwe Europese standaardnormen. Het is niet zeker dat de Nederlandse politiek hier ook toe zal overgaan. Gedurende 2014 zal hier wellicht meer duidel� kheid over ontstaan.

Verwachte datum van inwerkingtreding van de nieuwe verordening en richtl� n is medio 2014 of kort daarna. Twee jaar na inwerkingtreding (dus medio of tweede helft 2016) zal de wetgeving van toepassing z� n in de lidstaten van de Europese Unie, met uitzondering van de Europese regelgeving over verplichte kantoorroulatie. Hiervoor gaat een overgangsterm� n gelden.

Page 58: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

58 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1

Op zoek naar een eerder verschenen artikel?

Hieronder vindt u een overzicht van de artikelen van de laatste vier uitgaven van Spotlight. Op www.pwc.com vindt u onder ‘Publicaties’ de laatste jaargangen. Uiteraard kunt u ook contact met ons opnemen.

Spotlight 2013 – Uitgave 4

Peter van Mierlo - Woord vooraf – De ondernemingspeci� eke controleverklaring 4

Jan Driessen - Internal Audit: cruciaal voor internal governance 6

Frans de Groot - Gebruikmaken van interne accountants b� de externe accountantscontrole: 1 + 1 = 3 12

Frans de Groot en Peter Eimers - Onderweg naar een informatieve en relevante controleverklaring – de eindbestemming in zicht 18

Jan Backhu� s - Eén nieuwe Europese Accounting Directive voor Boek 2 Titel 9 22

Rik van Hal en Maarten Hartman - Toelichtingen in de jaarrekening, relevanter, maar korter: de accountant aan zet? 28

Jesse � speert en Math� s van Kouwen - Controle van de reële waarde van � nanciële instrumenten 34

Wim van Ginkel, Anne Kemeling en Jaap van Egmond - 10 jaar Transparant Pr� s heeft belangr� ke b� drage geleverd aan professionaliseringverslaggeving goede-doelenorganisaties 40

Marcel Smit - De weg naar een data-gedreven (interne) beheersing 46

Anouk Wentink, Jurriaan Besorak en Robert van der Laan - Materiality matters: de materialiteit van niet-� nanciële informatie 52

Anouk Wentink en Astrid van der Werf - Duurzame verslaggeving in de prakt� k: rapporteren over waar het écht om gaat 58

Frank Werger - De crisishe� ng en de jaarverslaggeving 62

Jessica Litjens en Mitra Tydeman-Yousef - Tien tips om 2014 � scaal goed in te luiden 66

Spotlight 2013 – Uitgave 3

Michael de Ridder - Woord vooraf - De toekomstbestendige controle 4

Arjan Brouwer - Alternatieve winstbegrippen: zegen of zonde? 6

Kees-Jan de Vries - Verslaggeving over derivaten onder RJ 290 10

Rik van Hal en Jay Tahtah - Alle hens aan dek voor de nieuwe lease-accountingvoorstellen 14

Hugo van den Ende, Michiel Lohman en Dirk Symon Siesling - Nieuwe IAS 19: ‘ondergeschoven kindjes’ 20

Iris de Jongh, Sophie de Vries en Peter Geerts - Het periodieke rapportageproces: een balans tussen snelheid, kwaliteit en kosten 24

Jurriaan Besorak, Onno Nillesen en Robert van der Laan - Op weg naar geïntegreerde beheersing: aanvaard de verschillende belangen en dilemma’s 32

Linda Midgley en Robert van der Laan - Show me the money: inzicht in echte waarde vraagt om meten 36

Spotlight 2013 – Uitgave 2

Robert Swaak - Woord vooraf - Spotlight, al twintig jaar ons vaktechnisch bulletin 4

Mr. drs. Jan Backhu� s RA - De onderneming en haar jaarrekening 6

Dr. Olof Bik RA - Van Atlantis naar El Dorado: de accountant gevormd voor een onbekende toekomst 8

Prof. dr. Roland Brandsma - Inhouding van dividendbelasting 10

Dr. Arjan Brouwer RA - De kunst van het weglaten 12

Prof. dr. Peter Eimers RA - Lang leve de audit: assurance in een digitaal t� dperk 14

Drs. Jos de Groot RA CIA - Governance verslaglegging nieuwe st� l; Wie de vorm beheerst is de inhoud meester 16

Mr. Richard Hiemstra - Onze kenniseconomie is meer dan alleen witte jassen 18

Prof. dr. Wim Holterman - Over waarde en het gel� k van de markt 20

Prof. dr. mr. Gérard Kampschöer RA - � zeren voorraad: klinkt ouderwets maar is nog steeds actueel 22

Prof. dr. Herman van Kesteren - De omzetbelasting is snel gegroeid 24

Drs. Peter van Mierlo RA - Accountantsoordeel zal winnen aan authenticiteit en reikw� dte 26

Prof. dr. ir. Dennis Muntslag - Optimaliseer uw internationale waardeketen: integreer Business, Tax en Legal 28

Prof. dr. Erik Roelofsen RA - Eenvoud is een illusie, maar structuur is hard nodig 30

Prof. dr. Stan Stevens - Bedr� fsopvolgingsfaciliteiten onder vuur 32

Prof. dr Jacques de Swart MBA - Data analytics als aanjager van innovatie in accountancy 34

Peter Veerman RA - Geen vr� heid, geen bl� heid? 36

Prof. dr. Jan Willem Velthu� sen - Economische regulering is nooit af, maar we z� n een heel eind 38

Prof. dr. Hein Vermeulen - Tax belangr� k b� de controle van beleggingsinstellingen 40

Drs. Pieter Veuger RA - Financiële instrumenten in de Spotlight, t� d voor enige zelfspot? 42

Prof. dr. Stef van Weeghel - “Wake up and smell the co� ee” 44

Spotlight 2013 – Uitgave 1

Huub Wüst - Woord vooraf - Waar ligt u wakker van? 4

Peter Veerman en Lisette van der We� den - Wet op het accountantsberoep: beperking andere dan controlediensten en verplichte kantoorroulatie 6

Rik van Hal en Jay Tahtah - De nieuwe IFRS leasestandaard: stevige w� n of water? 10

Kees-Jan de Vries - Huidige marktomstandigheden hebben impact op hedge accounting 18

Je� rey Bollebakker en Tom Hagenaars - IFRS 13: waarderingsuitdaging voor ondernemingen in 2013 24

Inge Oudhuis - Invoering variabele-normvergoeding heeft invloed op verslaggeving instellingen in langdurige zorg 28

Inge Oudhuis - Toename van derivaten in de langdurige zorg 36

Willem Ge� tenbeek - Standard Business Reporting: samenwerken, digitaliseren, standaardiseren 40

Page 59: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 59

ColofonSpotlight is het vaktechnisch bulletin van PricewaterhouseCoopers Accountants.Dit bulletin mag ter beschikking worden gesteld aan klanten en derden, evenwel met inachtneming van het volgende. B� het redigeren van de teksten wordt de uiterste zorgvuldigheid betracht. De behandeling van de onderwerpen is evenwel niet alt� d uitputtend, terw� l tevens na verloop van t� d informatie verouderd of niet meer (volledig) juist kan z� n. De mening van de auteur(s) is niet noodzakel� kerw� s de mening van PwC. W� aanvaarden daarom geen verantwoordel� kheid voor hetgeen eventueel wordt ondernomen op basis van de inhoud van deze publicatie. Waar in de tekst naar een niet-speci� ek persoon verwezen wordt (b� voorbeeld ‘de accountant’) wordt de m/v-vorm bedoeld; lees ‘h� /z� ’.Alle rechten voorbehouden.

Hoofdredacteurmr. drs. J.B. Backhu� s RA

Eindredactiedrs. A.J. Schager RAdrs. E.M. van der We� den RA

Redactiedr. A.J. Brouwer RAprof. dr. P.W.A. Eimers RAprof. dr. W.G.M. Holterman RAdrs. E. de Horde RA REprof. dr. mr. G.W.J.M. Kampschöer RAA.M. Spek RAP.J. Veerman RA

Editordrs. C. Rompas

SecretariaatD. van der Klis

VormgevingECO Digital Publishing

ProductieVerwe� Printing

Nadere informatieVoor nadere informatie kunt u zich wenden tot Assurance National O� ce of de personen die in de b� dragen genoemd z� n. Wanneer u een artikel of passage uit Spotlight wilt overnemen is bronvermelding verplicht en verzoeken w� u een exemplaar van uw publicatie te zenden aan het redactieadres.

RedactieadresPricewaterhouseCoopers AccountantsAssurance National O� cePostbus 903571006 BJ AmsterdamTelefoon: 088 792 5253Fax: 088 792 9632

AbonnementenserviceGelieve w� zigingen, inclusief adreslabel, te sturen naar:

PwCAntwoordnummer 464401060 WD Amsterdam

Spotlight versch� nt vier keer per jaar

Deze publicatie is uitsluitend opgesteld als algemene leidraad voor relevante kwesties en dient niet te worden geïnterpreteerd als professioneel advies. U dient niet te handelen op basis van de in deze publicatie vervatte informatie zonder nader professioneel advies te hebben ingewonnen. Er wordt geen enkele expliciete of impliciete verklaring verstrekt of garantie geboden ten aanzien van de juistheid of volledigheid van de in deze publicatie vervatte informatie, en voor zover toegestaan krachtens de wet, aanvaarden de b� deze publicatie betrokken PwC � rms, medewerkers en vertegenwoordigers geen enkele aansprakel� kheid, voor de gevolgen van enige handeling dan wel omissie door hetz� uzelf hetz� enige andere persoon op basis van de in deze publicatie vervatte informatie of voor enig besluit waaraan die informatie ten grondslag ligt.

Page 60: Spotlight - PwC · 2015. 6. 3. · 2 Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 B PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt

© 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180289). Alle rechten voorbehouden. 2014.01.21.1 PwC verwijst naar de Nederlandse firma en kan soms naar het PwC-netwerk verwijzen. Elke aangesloten firma is een afzonderlijke juridische entiteit. Kijk op www.pwc.com/structure voor meer informatie.