Algemene vragenlijst voor erkenning differentiatie (excl. Vaatchirurgie)
Transcript of Algemene vragenlijst voor erkenning differentiatie (excl. Vaatchirurgie)
Algemene vragenlijst erkenning differentiatie (excl. vaatchirurgie) 1
A. Algemene Gegevens ZiekenhuisZiekenhuisLocatiesOpleider HeelkundePlaatsvervangend OpleiderVisitatiedatum
B. Gegevens vorige visitatiePer differentiatie aanleveren bij evt. eerdere erkenning
Differentiaties:* Chirurgische Oncologie Gastrointestinale Chirurgie Kinderchirurgie Longchirurgie Traumachirurgie
*doorhalen wat niet van toepassing is
Voorwaarden1. …
Implementatie voorwaarden…
Zwaarwegende adviezen1. …
Implementatie zwaarwegende adviezen…
Aanbevelingen1. …
Implementatie aanbevelingen…
1 Let op, wanneer u erkenning voor de differentiatie vaatchirurgie aan wil vragen, is hiervoor een aparte vragenlijst opgesteld. Deze is te vinden via de website van de NVvH (http://www.heelkunde.nl/werk_en_opleiding/opleiding/erkenning-differentiaties).
Pagina 1 van 7Versie 1.0Besluit CC 15-01-2015
C. Feitelijke informatie opleidingskliniek
1. Aantal stafleden in de kliniek… Stafleden… FTEToelichting: …
2. Primair aanspreekpunt voor de differentiant isDifferentiatie SupervisorChirurgische OncologieGastrointestinale ChirurgieKinderchirurgieLongchirurgieTraumachirurgie
Pagina 2 van 7Versie 1.0Besluit CC 15-01-2015
D. Differentianten afgelopen 5 jaar1. Aantallen
Als bijlage, geef een overzicht van:- Aantallen per module (Oncologie, GE) of per thema (overige differentiaties)- De aantallen zijn gegroepeerd per differentiatie over de afgelopen 5 jaar om een totaal
overzicht te krijgen- Per differentiant moeten de aantallen en startdatum differentiatie worden aangeleverd.- Mocht u momenteel geen differentianten hebben, levert u slechts de totalen van de kliniek
aan m.b.t. de differentiatierichting.
2. Wetenschappelijke outputGraag aanleveren per differentiant.
3. Nevenactiviteiten in het ziekenhuisGraag aanleveren per differentiant.
4. Cursussen/Congressen tijdens de differentiatieGraag aanleveren per differentiant.
Pagina 3 van 7Versie 1.0Besluit CC 15-01-2015
E. Algemeen deel geldend voor elke differentiatie
1. Patiëntenzorg / Herkenbaarheid aandachtsgebiedi. Is er een herkenbare gedifferentieerde afdeling voor patiënten binnen deze
differentiatie?
ii. Welke rol heeft de differentiant hierin?
iii. Hoe is de supervisie geregeld?
iv. Krijgt de differentiant de mogelijkheid verrichtingen binnen de differentiatie te superviseren bij de jongere AIOS?
2. SEHi. Welke geformaliseerde – en informele – rol spelen de chirurg en de differentiant in het
bijzonder op de SEH-afdeling?
3. ICi. Welke geformaliseerde – en informele – rol spelen de chirurg en de differentiant in het
bijzonder op de IC-afdeling (bijv. gestructureerd en dagelijks visite, deelname MDO)?
4. Klinieki. Is er een gedifferentieerde verpleegafdeling?
ii. Welke rol heeft de differentiant op deze afdeling?
iii. Hoe is de supervisie op de afdeling geregeld?
5. Polii. Is er een gedifferentieerde polikliniek voor patiënten binnen deze differentiatie?
Pagina 4 van 7Versie 1.0Besluit CC 15-01-2015
ii. Krijgt de differentiant een eigen polikliniek binnen deze differentiatie?
iii. Hoe is de supervisie van deze polikliniek geregeld?
6. Besprekingeni. Over welke besprekingen binnen deze differentiatie beschikt uw inrichting?
ii. Welke rol heeft de differentiant tijdens deze besprekingen?
iii. Bestaat de mogelijkheid dat hij deze bespreking voorzit?
7. Consulteni. Doet de differentiant consulten binnen deze differentiatie?
8. Diensteni. Biedt u deze differentiatie naast de verplichte algemene diensten ook de mogelijkheid
ervaring op te doen met gedifferentieerde diensten?
9. Onderzoeki. Hoe faciliteert u de differentiant om een artikel en presentatie binnen de differentiatie
te verzorgen?
10. Onderwijsi. Hoe participeert de differentiant in het onderwijsprogramma?
ii. Geeft deze differentiant zelf onderwijs aan anderen over deze differentiatie?
iii. Welke cursussen of congressen maakt u mogelijk voor de differentiant om te volgen?
Pagina 5 van 7Versie 1.0Besluit CC 15-01-2015
11. Managementi. Op welke manier kan deze differentiant (algemene) management kwaliteiten
ontwikkelen?
ii. Leert de differentiant triëren voor wat betreft urgentie?
iii. Leert de differentiant om een OK-programma te maken?
12. Beoordeling en toetsingi. Hoe zijn de beoordelings- en toetsingsmomenten georganiseerd en wie neemt hier aan
deel?
13. Stagesi. Welke stages biedt u buiten de differentiatie aan?
ii. Hoe lang duurt deze stage?
iii. Hoe zijn deze stages vastgelegd?
iv. Welk doel heeft deze stage?
14. Relaties met andere vakgroepeni. Zijn er samenwerkingsverbanden met andere vakgroepen?
ii. Hoe zijn deze vastgelegd?
iii. Hoe beïnvloedt dit de differentiatie?
Pagina 6 van 7Versie 1.0Besluit CC 15-01-2015
15. Differentiatie specifieke extra’si. Welke extra faciliteiten of suggesties heeft u voor deze differentiatie?
ii. Aan welke, voor de differentiatie relevante, keurmerken voldoet u?
16. Samenwerkingsovereenkomsten andere kliniekeni. Wordt de differentiatie in samenwerking met andere klinieken aangeboden?
ii. Hoe is dit geregeld. Wat zijn de afspraken?
iii. Zijn er officiële samenwerkingsovereenkomsten (mede ondertekend door de Raad van Bestuur)? Zo ja, graag bijvoegen als bijlage.
Pagina 7 van 7Versie 1.0Besluit CC 15-01-2015