Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad....

247
Provinciaal Jeugdwerkbeleidsplan 2003-2007 Oost-Vlaanderen Goedgekeurd als bijlage bij het provincieraadsbesluit van : Namens de provincieraad De provinciegriffier De Voorzitter contactadres : Provinciale Jeugddienst Dienst Welzijn Woodrow Wilsonplein 2 9000 Gent JWBP versie 25/06/2022 p.1

Transcript of Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad....

Page 1: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Provinciaal Jeugdwerkbeleidsplan2003-2007

Oost-Vlaanderen

Goedgekeurd als bijlage bij

het provincieraadsbesluit van :

Namens de provincieraad

De provinciegriffier De Voorzitter

contactadres :Provinciale JeugddienstDienst WelzijnWoodrow Wilsonplein 29000 Genttel. : (09)267 75 33fax : (09)267 75 99e-mail : [email protected] www.oost-vlaanderen.be/jeugd

JWBP versie 25/05/2023 p.1

Page 2: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

HOOFDSTUK 1: INLEIDING, PROCEDURE EN STRUCTUREEL KADER..............7

1.1. INLEIDING............................................................................................................7

1.2. DE PROCEDURE.................................................................................................71.2.1. TIMING..........................................................................................................................81.2.2. INSPRAAK......................................................................................................................8

1.2.2.1. stuurgroep JWBP..................................................................................................81.2.2.2. de provinciale jeugdraad......................................................................................91.2.2.3. andere communicatiemiddelen en fora.................................................................9

1.3. STRUCTUREEL KADER...................................................................................101.3.1. MISSIE.........................................................................................................................101.3.2. KERNTAKEN/BASISOPDRACHTEN INZAKE JEUGD- EN JEUGDWERKBELEID.................101.3.3. UITGANGSPUNTEN, INSTRUMENTEN EN JEUGDDIENST...............................................11

1.3.3.1. Uitgangspunten...................................................................................................111.3.3.2. Instrumenten........................................................................................................121.3.3.3. Jeugddienst..........................................................................................................12

1.3.4. WAARDEN...................................................................................................................13

HOOFDSTUK 2: MAATSCHAPPELIJK KADER......................................................142.1. EVOLUTIES BINNEN HET PARTICULIER JEUGDWERK IN OOST-VLAANDEREN................142.2. EVOLUTIE VAN HET LOKAAL JEUGDWERKBELEID IN OOST-VLAANDEREN...................152.3. BEVOLKINGSGEGEVENS.................................................................................................17

HOOFDSTUK 3: ONDERSTEUNING JEUGDWERK...............................................19

3.1. PROVINCIAAL JEUGDWERK ONDERSTEUNEN...........................................193.1.1. EEN SITUATIESCHETS MET OBJECTIEVE GEGEVENS;...................................................19

3.1.1.1. Decreet op provinciaal jeugdwerkbeleid – editie 1997......................................193.1.1.2. Decreet op provinciaal jeugdwerkbeleid – editie 2003......................................203.1.1.3. Structurele subsidies...........................................................................................203.1.1.4. Projectsubsidies..................................................................................................223.1.1.5. Convenanten........................................................................................................22

3.1.2. GEGEVENS OVER DE BEHOEFTEN VAN DE JEUGD, HET JEUGDWERK, DE GEMEENTEBESTUREN EN DE GEMEENTELIJKE JEUGDRADEN................................................233.1.3. DE VISIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN DIE DE DEPUTATIE VOOROPSTELT......243.1.4. DE CONCRETE ACTIES DIE ZULLEN WORDEN ONDERNOMEN.......................................24

3.1.4.1. structurele subsidie.............................................................................................243.1.4.2. projectsubsidie....................................................................................................263.1.4.3. convenanten........................................................................................................263.1.4.4. overleg tussen provinciaal jeugdwerk en jeugdbeleid op lokaal en regionaal niveau...............................................................................................................................27

3.2. KADERVORMING..............................................................................................283.2.1. EEN SITUATIESCHETS MET OBJECTIEVE GEGEVENS....................................................28

3.2.1.1. Het decreet landelijk jeugdwerk.........................................................................283.2.1.2. Het subsidiereglement "provinciaal jeugdwerk"................................................283.2.1.3. Kadervorming in samenwerking met het provinciebestuur................................293.2.1.4. Jeugdvormingsinfrastructuur..............................................................................29

3.2.2. GEGEVENS OVER DE BEHOEFTEN VAN DE JEUGD, HET JEUGDWERK, DE GEMEENTEBESTUREN EN DE GEMEENTELIJKE JEUGDRADEN................................................30

JWBP versie 25/05/2023 p.2

Page 3: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.2.3. DE VISIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN DIE DE DEPUTATIE VOOROPSTELT......303.2.4. DE CONCRETE ACTIES DIE ZULLEN WORDEN ONDERNOMEN.......................................30

3.2.4.1. Kadervorming rond specifieke thema's...............................................................303.2.4.2. Jeugdvormingsinfrastructuur..............................................................................313.2.4.3. Zoeken naar complementariteit..........................................................................323.2.4.4. Ondersteuning vanuit gemeentebesturen afstemmen..........................................33

3.3. TOEGANKELIJKHEID VAN HET JEUGDWERK..............................................343.3.1. EEN SITUATIESCHETS MET OBJECTIEVE GEGEVENS;...................................................34

3.3.1.1. Een theoretisch kader rond "maatschappelijke kwetsbaarheid" en "toegankelijkheid"............................................................................................................343.3.1.2. Coördinatie van Jeugdwerk met Maatschappelijk Achtergestelden (COJEMA)363.3.1.3. Draaiboek van CMGJ.........................................................................................363.3.1.4. Uit de Marge en haar project "Puzzelen voor een toegankelijk jeugdwerk"......373.3.1.5. Inventarisatie van jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbaren.........................383.3.1.6. Inspanningen van het reguliere jeugdwerk naar maatschappelijk kwetsbaren..413.3.1.7. Provinciale subsidiekanalen...............................................................................41

3.3.2. GEGEVENS OVER DE BEHOEFTEN VAN DE JEUGD, HET JEUGDWERK, DE GEMEENTEBESTUREN EN DE GEMEENTELIJKE JEUGDRADEN;...............................................423.3.3. DE VISIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN DIE DE DEPUTATIE VOOROPSTELT;.....433.3.4. DE CONCRETE ACTIES DIE ZULLEN WORDEN ONDERNOMEN.......................................43

3.3.4.1. Permanente screening van het werkveld en detectie van noden.........................433.3.4.2. Het aanbod in de sector inventariseren, centraliseren en promoten..................463.3.4.3. Financiële impulsen voor de sector....................................................................473.3.4.4. Inhoudelijke ondersteuning.................................................................................48

3.4. PARTICIPATIE EN TERUGKOPPELING..........................................................533.2.1. EEN SITUATIESCHETS MET OBJECTIEVE GEGEVENS;...................................................53

3.2.1.1. Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen...........................................................533.2.1.2. Kinderprovincieraad...........................................................................................553.2.1.3. Inspraak rond opmaak JWBP.............................................................................55

3.2.2. GEGEVENS OVER DE BEHOEFTEN VAN DE JEUGD, HET JEUGDWERK, DE GEMEENTEBESTUREN EN DE GEMEENTELIJKE JEUGDRADEN................................................553.2.3. DE VISIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN DIE DE DEPUTATIE VOOROPSTELT......563.2.4. DE CONCRETE ACTIES DIE ZULLEN WORDEN ONDERNOMEN.......................................56

3.2.4.1. Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen...........................................................563.2.4.2. Kinderprovincieraad (KPR)................................................................................56

3.5. JEUGDRUIMTE..................................................................................................583.5.1. EEN SITUATIESCHETS MET OBJECTIEVE GEGEVENS....................................................58

3.5.1.1. Overzicht provinciale domeinen.........................................................................583.5.1.2. Provinciaal Onderwijs........................................................................................61

3.5.2. GEGEVENS OVER DE BEHOEFTEN VAN DE JEUGD, HET JEUGDWERK, DE GEMEENTEBESTUREN EN DE GEMEENTELIJKE JEUGDRADEN................................................613.5.3. DE VISIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN DIE DE DEPUTATIE VOOROPSTELT......623.5.4. DE CONCRETE ACTIES DIE ZULLEN WORDEN ONDERNOMEN.......................................62

3.5.4.1. intern overleg in functie van speelruimte voor jeugd.........................................633.5.4.2. intern en extern overleg in functie van publieke ruimte voor jeugd...................63

3.6. COMMUNICATIE EN INFORMATIE..................................................................653.6.1. EEN SITUATIESCHETS MET OBJECTIEVE GEGEVENS;...................................................65

3.6.1.1. de jeugdnieuwsbrief............................................................................................653.6.1.2. jeugdluik op de provinciale website....................................................................653.6.1.3. Dienst Communicatie en haar activiteiten naar de jeugd...................................66

JWBP versie 25/05/2023 p.3

Page 4: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.6.1.4. andere en meer tijdelijke communicatievormen.................................................673.6.1.5. helpdesk via e-mail of telefoon............................................................................67

3.6.2. GEGEVENS OVER DE BEHOEFTEN VAN DE JEUGD, HET JEUGDWERK, DE GEMEENTEBESTUREN EN DE GEMEENTELIJKE JEUGDRADEN;...............................................673.6.3. DE VISIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN DIE DE DEPUTATIE VOOROPSTELT;.....673.6.4. DE CONCRETE ACTIES DIE ZULLEN WORDEN ONDERNOMEN.......................................68

3.4.4.1. de jeugdnieuwsbrief............................................................................................683.4.4.2. website rond jeugd..............................................................................................683.4.4.3. ABC van de jeugdraad........................................................................................693.4.4.4. helpdesk...............................................................................................................69

3.7. BEGELEIDEN EN INFORMEREN VAN HET GEMEENTELIJK JEUGD(WERK)BELEID............................................................................................70

3.7.1 SITUATIESCHETS GEMEENTELIJK JEUGDBELEID...........................................................70Stand van zaken regionaal overleg jeugd........................................................................70

3.7.2. NODEN EN BEHOEFTEN LOKAAL EN REGIONAAL JEUGDBELEID.................................713.7.2.1 lokaal jeugdbeleid................................................................................................713.7.2.2. Noden en behoeften binnen het regionale gebeuren...........................................73Samenvattend...................................................................................................................74

3.7.3. DE VISIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN DIE DE DEPUTATIE VOOROPSTELT MET BETREKKING TOT HET LOKALE EN REGIONALE JEUGDBELEID..............................................743.7.4. CONCRETE ACTIES EN INSTRUMENTEN.......................................................................75

3.7.4.1. Algemene opvolging gemeentelijke jeugdbeleid.................................................753.7.4.2. Ondersteuning organisatie gemeentelijke jeugdwerkinitiatieven.......................763.7.4.3. Roefel..................................................................................................................773.7.4.4. Ondersteuning Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten (V.V.J.)....783.7.4.5. Bevragingsinstrument Kliksons...........................................................................793.7.4.6. Projecten intergemeentelijk jeugdconsulent.......................................................803.7.4.7. Kwaliteitspromotie speelpleinwerkingen............................................................813.7.4.8. Ondersteuning regionale overlegstructuren.......................................................81

3.8. GEÏNTEGREERD JEUGDWERKBELEID.........................................................833.8.1. EEN SITUATIESCHETS MET OBJECTIEVE GEGEVENS....................................................83

3.8.1.1. Uitleendienst Directie Cultuur............................................................................833.8.1.2. Uitleendienst Dienst Sport..................................................................................833.8.1.3. Dienst Milieu.......................................................................................................833.8.1.4. Wereldcentrum voor Internationale Opvoeding.................................................843.8.1.5. Groepstarieven....................................................................................................843.8.1.6. Overleg en afstemming met andere overheden...................................................84

3.8.2. GEGEVENS OVER DE BEHOEFTEN VAN DE JEUGD, HET JEUGDWERK, DE GEMEENTEBESTUREN EN DE GEMEENTELIJKE JEUGDRADEN................................................853.8.3. DE VISIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN DIE DE DEPUTATIE VOOROPSTELT......863.8.4. DE CONCRETE ACTIES DIE ZULLEN WORDEN ONDERNOMEN.......................................86

3.8.4.1. Uitleendienst Directie Cultuur............................................................................863.8.4.2. Uitleendienst Dienst Sport..................................................................................873.8.4.3. Met betrekking tot milieu- en natuureducatie (NME).........................................873.8.4.4. Met betrekking tot mondiale en interculturele vorming......................................883.8.4.5. Afstemming met andere overheden op vlak van jeugdwerkbeleid......................89

3.9. PROVINCIAAL JEUGDWERK (IN HOGE MATE) GERICHT OP KINDEREN EN JONGEREN MET EEN HANDICAP..........................................................................90

3.9.1. EEN SITUATIESCHETS MET OBJECTIEVE GEGEVENS....................................................903.9.1.1. Evoluties mbt de werkvorm (stukje geschiedenis)...............................................903.9.1.2. Cijfergegevens.....................................................................................................91

JWBP versie 25/05/2023 p.4

Page 5: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.9.2. GEGEVENS OVER DE BEHOEFTEN VAN DE JEUGD, HET JEUGDWERK, DE GEMEENTEBESTUREN EN DE GEMEENTELIJKE JEUGDRADEN................................................913.9.3. DE VISIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN DIE DE DEPUTATIE VOOROPSTELT;.....923.9.4. DE CONCRETE ACTIES DIE ZULLEN WORDEN ONDERNOMEN.......................................92

3 9.4.1. Structurele ondersteuning...................................................................................923.9.4.2. Onderzoek/Inventarisatie/detectie noden............................................................933.9.4.3. Andere aandachtspunten voor het jeugdwerkbeleidsplan..................................95

HOOFDSTUK 4: ONDERSTEUNING BREDER JEUGDBELEID............................99

4.1. JEUGDWELZIJN......................................................................................99

4.1.1. INTEGRALE JEUGDHULP (IJH)....................................................................................994.1.1.1. Een situatieschets met objectieve gegevens........................................................994.1.1.2. Gegevens over de behoeften van de sector(en).................................................1034.1.1.3. De visie en de algemene doelstellingen die de Deputatie vooropstelt..............1034.1.1.4. De concrete acties die zullen worden ondernomen..........................................103

4.1.2. BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND...................................................................................1064.1.2.1. Een situatieschets met objectieve gegevens......................................................1074.1.2.2. Gegevens over de behoeften van de sector.......................................................1114.1.2.3. De visie en de algemene doelstellingen die de Deputatie vooropstelt..............1114.1.2.4. De concrete acties die zullen worden ondernomen..........................................112

4.1.3. GESPECIALISEERDE DIENSTEN EN PROJECTEN..........................................................1144.1.3.1. Objectieve gegevens..........................................................................................1144.1.3.2 de concrete acties die zullen worden ondernomen............................................115

4.2. JEUGD EN CULTUUR.....................................................................................1164.2.1. EEN SITUATIESCHETS MET OBJECTIEVE GEGEVENS;.................................................116

4.2.1.1. Jeugd en cultuur in het kader van het kerntakendebat.....................................1164.2.1.2. Provinciale acties met betrekking tot muziek op de dag van vandaag.............1174.2.1.3. Kunstbende........................................................................................................1184.2.1.4. Projectsubsidies................................................................................................1194.2.1.5. Jongeren en musea............................................................................................1194.2.1.6. Jongeren en bibliotheken..................................................................................1194.2.1.7. Jongeren en culturele centra.............................................................................1194.2.1.8. Inventaris van repetitielokalen, podia, festivals, e.d.........................................1204.2.1.9. Het Vlaamse popbeleid.....................................................................................1204.2.1.10. De relatie tussen de provinciale jeugddienst en cultuurdienst.......................1204.2.1.11. Het interculturele............................................................................................120

4.2.2. GEGEVENS OVER DE BEHOEFTEN VAN DE JEUGD, HET JEUGDWERK, DE GEMEENTEBESTUREN EN DE GEMEENTELIJKE JEUGDRADEN;.............................................1214.2.3. DE VISIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN DIE DE DEPUTATIE VOOROPSTELT;...1224.2.4. DE CONCRETE ACTIES DIE ZULLEN WORDEN ONDERNOMEN.....................................122

4.2.4.1. Kansen voor jonge bands..................................................................................1224.2.4.2. Subsidies voor muziekorganisaties...................................................................1244.2.4.3. Provinciale promotie voor popmuziek..............................................................1274.2.4.4. Ruimte voor popmuziek.....................................................................................1274.2.4.5. kansen tot kunstexpressie..................................................................................1284.2.4.6. subsidies voor organisaties of projecten...........................................................1294.2.4.7. aanbod jeugdcultuur-initiatieven promoten......................................................1304.2.4.8. ruimte voor jeugdcultuur..................................................................................131

4.3. DIVERSE SECTOREN.....................................................................................1324.3.1. DIENST WELZIJN......................................................................................................132

JWBP versie 25/05/2023 p.5

Page 6: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.3.1.1. Centrale wachtlijst voor personen met een handicap.......................................1324.3.1.2. Gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden.....................................................................................1324.3.1.3. De visie en de algemene doelstellingen die de Deputatie vooropstelt..............1334.3.1.4. De concrete acties die zullen worden ondernomen..........................................133

4.3.2. DIENST GEZONDHEID...............................................................................................1334.3.3. DIRECTIE SPORT, RECREATIE EN DOMEINEN...........................................................134

4.3.3.1. Sport..................................................................................................................1344.3.3.2. Aandacht voor doelgroep jeugd binnen de Domeinen......................................1344.3.3.2.1 Pop-Eiland......................................................................................................134

4.3.4. DIENST COMMUNICATIE...........................................................................................1354.3.5. DIENST WEGEN - MOBILITEIT..................................................................................1354.3.6. DIENST LAND- EN TUINBOUW..................................................................................136

4.3.6.1. Testcase Regionale Jeugddienst Meetjesland...................................................1364.3.6.2. Op bivak bij de boer..........................................................................................1364.3.6.3. 't Zuivelcentrum.................................................................................................136

4.3.7. DIRECTIE ONDERWIJS, SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK........................................136

HOOFDSTUK 5: BIJLAGEN...................................................................................138

5.1. : BEGROTING 2003 - JEUGD.........................................................................1385.1.1. UITGAVENARTIKELS.................................................................................................1385.1.2. ONTVANGSTARTIKELS..............................................................................................142

5.2. SUBSIDIEREGLEMENT "PROVINCIAAL JEUGDWERK".............................143

5.3. SUBSIDIEREGLEMENT "BIJZONDERE JEUGDINITIATIEVEN" (OUD SINDS 13 NOVEMBER 2003).............................................................................................151

5.4. SUBSIDIEREGLEMENT "JEUGDWELZIJN EN PREVENTIE" (OUD SINDS 13 NOVEMBER 2003)..................................................................................................153

5.5. SUBSIDIEREGLEMENT "JEUGDPROJECTEN" (NIEUW SINDS 13 NOVEMBER 2003)..................................................................................................156

5.6. SUBSIDIEREGLEMENT "KWALITEITSBEVORDERING VAN DE SPEELPLEINWERKING".......................................................................................158

5.8. SUBSIDIEREGLEMENT"REGIONALE OVERLEGPLATFORMS"................165

5.9. REGLEMENT ROND HET GEBRUIK VAN HET JEUGDVORMINGSCENTRUM DENDERMONDE....................................................................................................167

5.10. SUBSIDIEREGLEMENT "PROJECTEN BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND".................................................................................................................................170

5.11. SUBSIDIEREGLEMENT "INVESTERINGEN BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND".................................................................................................172

5.12. STATUTEN "PROVINCIALE ADVIESRAAD VOOR DE JEUGD" (OUD SINDS 13 NOVEMBER 2003).............................................................................................174

5.13. Statuten "Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen" (nieuw sinds 13 november 2003)........................................................................................................................178

JWBP versie 25/05/2023 p.6

Page 7: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

JWBP versie 25/05/2023 p.7

Page 8: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Hoofdstuk 1: Inleiding, procedure en structureel kader

1.1. Inleiding

Voor u ligt het Jeugdwerkbeleidsplan (JWBP) 2003-2007. Het is het resultaat van maanden denken, overleggen, onderhandelen en schrijven.

Dit plan kadert in het decreet "houdende ondersteuning van het gemeentelijk, intergemeentelijk en provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid". Dat decreet is gestemd in de Vlaamse Raad op 14 februari 2003 en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 24 maart 2003.

Het plan bevat de handvatten voor het jeugdbeleid en het jeugdwerkbeleid zoals het de komende jaren door het provinciebestuur zal worden uitgevoerd. Er wordt dus niet enkel geprogrammeerd op vlak van ondersteuning van het jeugdwerk. Met dit JWBP, waarin ook ruime aandacht gaat naar talrijke aspecten van het breder jeugdbeleid, geeft het provinciebestuur aan dat het wil werken aan een geïntegreerd (alle beleidsmaatregelen met betrekking tot kinderen en jongeren worden een beetje op elkaar afgestemd) en een integraal (alle levensterreinen komen aan bod) jeugdbeleid. Elk jaar zal dit meerjarenplan worden verfijnd aan de hand van jaarplannen.

In ruil voor het opmaken en uitvoeren van dit meerjarenplan en de bijbehorende jaarplannen en werkingsverslagen ontvangt het provinciebestuur een subsidie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voeren van een jeugdwerkbeleid. Voor 2003 is dat 259 377 EUR, voor 2004 wordt het 269 292 EUR, voor 2005 bedraagt de subsidie 279 319 EUR, voor 2006 gaat het om een bedrag van 289 460 EUR en tegen 2007 is dat opgelopen tot 299 719 EUR.

Zoals reeds gezegd heeft de opmaak van dit plan bloed, zweet en tranen gekost. Toch is het bestuur ervan overtuigd dat de moeite niet tevergeefs zal geweest zijn. Ervaring leert dat het werken met beleidsplannen zorgt voor een meer doorzichtig beleid, voor een meer consequent beleid, voor een meer coherent beleid. Zowel voor het politieke bestuur, voor de administratie als voor het werkveld biedt het meerjarenplan (en bijgevolg ook de komende jaarplannen) een bijzonder handige houvast voor de toekomst.

1.2. De procedure

Het decreet van 14 februari 2003 zegt niet alleen dát er een provinciaal jeugdwerkbeleidsplan moet worden opgemaakt als het provinciebestuur Vlaamse subsidies voor haar jeugdwerkbeleid wil bekomen. Het decreet zegt ook hoe het plan moet worden opgemaakt: welke timing gehanteerd moet worden, wie inspraak moet hebben en wat in het plan aan bod moet komen.

JWBP versie 25/05/2023 p.8

Page 9: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

1.2.1. timing

Het decreet vermeldt dat het provinciebestuur "uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van het decreet het JWBP moet indienen bij de Afdeling Jeugd en Sport van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap". Aangezien het decreet is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 maart 2003 zou het plan op de Afdeling moeten arriveren voor 24 september 2003. Dit is voor Oost-Vlaanderen een onbegonnen werk.

Ten eerste wil het bestuur de planning op een ernstige manier laten geschieden. Dit wil zeggen dat er voldoende tijd en ruimte moet zijn voor reflectie, terugkoppeling, enz.

Ten tweede heeft de eindredacteur van het JWBP – jeugdconsulent Luc Feusels – onverwacht en snel de provinciale jeugddienst verlaten. Daardoor moesten taken worden herverdeeld en dienden collega's zich in te werken in de materie.

Dit alles zorgt ervoor dat de door het decreet opgelegde timing niet haalbaar is. Het ontwerp van jeugdwerkbeleidsplan wordt voorgelegd op de Provincieraad van 10°december 2003. Daarna zal het officieel stuk worden doorgestuurd naar de Minister van Jeugd.

1.2.2. inspraak

Er is veel aandacht besteed aan het inspraakproces. Het Oost-Vlaamse provinciebestuur is er immers van overtuigd dat het gevoerde beleid voldoende moet aansluiten bij wat leeft op het werkveld. Daarom werd geen inspanning onverlet gelaten om dat werkveld te bevragen, om samen met jeugdwerkers en gemeentebesturen beleidslijnen uit te tekenen en acties vorm te geven.

1.2.2.1. stuurgroep JWBP

Op 25 februari 2002 kwam voor het eerst de stuurgroep samen die het provinciebestuur zou helpen bij de opmaak van het meerjarenplan 2003-2007.

De samenstelling van de stuurgroep zag er uit als volgt :- Filip Coussé (Sociale Agogiek Universiteit Gent)- Bart Van Bouchaute (Artevelde Hogeschool)- Jan Van Gils (Kind en Samenleving)- Kristien Van Rumst (Vlaamse Vereniging voor jeugddiensten en –consulenten)- Marijke Pruyt (Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten)- Guy Tindemans (Netwerk Integrale Jeugdhulpverlening Waasland)- 5 leden van de provinciale jeugdraad (Filip Devriendt van Cojema, Brecht De Schepper van Chiro, Marianne Schapmans als gecoöpteerd lid, Michel De Paepe van VDS en Rik Bossuyt van Crefi)- medewerkers van de provinciale jeugddienst

Op die eerste vergadering werd het raamwerk van het JWBP voorgesteld, werd er ook een timing naar voor geschoven en een inspraakproces opgesteld.

Verder werd in het najaar van 2002 een "jaarplan 2003" geschreven. Dat plan werd goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 18 december 2002. In een schrijven van 5 maart 2003 van de Afdeling Jeugd en Sport werd het "jaarplan 2003" voorlopig aanvaard.

JWBP versie 25/05/2023 p.9

Page 10: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

De tweede vergadering van de stuurgroep van het JWBP (6 mei 2003) liet een hele tijd op zich wachten. Reden daarvoor was het feit dat er nog te veel onduidelijkheid was rond het nieuwe decreet en de uitvoeringsbesluiten. Op die bijeenkomst werden drie hoofdstukken toegelicht en besproken: toegankelijk jeugdwerk, jeugdwerk voor personen met een handicap en het hoofdstuk "jeugd en cultuur".

Een derde en laatste bijeenkomst werd georganiseerd op 4 september 2003 en handelde over de onderdelen "jeugdwelzijn" en "communicatie en informatie".

1.2.2.2. de provinciale jeugdraad

De provinciale jeugdraad heeft een belangrijke rol gespeeld in de opmaak van het JWBP. Zowel de Algemene Vergadering, het Dagelijks Bestuur als verschillende werkgroepen hebben voorbereidende en adviserende taken op zich genomen.

In functie van de opmaak van het JWBP werden een viertal werkgroepen opgericht in de schoot van de jeugdraad: - rond "jeugdwerk met kinderen en jongeren met een handicap" waren er bijeenkomsten op 5 november en 12 december 2002 en op 30 januari en 20 februari 2003. Deelnemers aan de werkgroep waren vertegenwoordigers van Akabé, Kompas, Oranje, Sjalom, VFGJ, Fevlado, Sportdienst (aangepast sporten), dienst Welzijn en jeugddienst.- rond "jeugdbewegingen" waren er bijeenkomsten op 3 en 28 april 2003. Deelnemers waren Chiro, KAJ, KLJ, VNJ en jeugddienst.- rond "jeugd en cultuur" werd tweemaal vergaderd, met name op 1 en op 29 april 2003. Hebben aan de besprekingen geparticipeerd: OVFJ, Jeugd en Stad, Wereldcentrum voor Internationale Opvoeding, OZMA Music School, Crefi, Addenda, cultuurdienst Sint-Niklaas, Poppunt, JH Alfa en de jeugddienst.- rond "toegankelijk jeugdwerk" werd stevig vergaderd op 18 december 2002 en op 30 januari en 17 maart 2003. De deelnemers kwamen uit Cojema, Lejo, Sjalom, VVKS-M, Vlaams Blok-jongeren, Crefi, CVL en de jeugddienst.

Het Dagelijks Bestuur van de jeugdraad werd elke vergadering gebriefd door haar eigen leden over de stand van zaken in de verschillende actieve werkgroepen. Op 27 augustus 2003 werd zelfs een volledige vergadering gewijd aan het JWBP.

De Algemene Vergadering tenslotte bleef voortdurend op de hoogte wat betreft de werkzaamheden binnen de werkgroepen, terwijl zij op 27 oktober het finale advies mocht geven over voorliggend plan.

1.2.2.3. andere communicatiemiddelen en fora

Naast het overleg dat is gebeurd onder de vleugels van de provinciale jeugdraad, zijn nog meer initiatieven uitgewerkt om individuen en organisaties te betrekken bij de opmaak van het JWBP : de website, de nieuwsbrief en een bijeenkomst van VVJ-Oost-Vlaanderen.

Sinds half augustus is het item rond het jeugdwerkbeleidsplan 2003-2007 op de provinciale website stevig aangepast. Naast het hoe en waarom van dergelijke planning, kon het in opbouw zijnde plan in delen worden gedownload. Eens een hoofdstuk grotendeels was geschreven, werd het op het internet geplaatst. Bezoekers konden dan reageren op stukken, suggesties doen, vragen stellen, enz.

In de jeugdnieuwsbrief van september (verdeeld op 1 800 exemplaren) is een oproep gelanceerd om het ontwerp van jeugdwerkbeleidsplan op te vragen of te downloaden van het net en erop te reageren.

JWBP versie 25/05/2023 p.10

Page 11: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Op 30 september 2003 is het jeugdwerkbeleidsplan 2003-2007 gedurende een halve dag voorgesteld aan de deelnemers van een provinciale vergadering van de Vlaamse Vereniging van Jeugddienst en –consulenten.

1.3. structureel kader

1.3.1. missie

"Binnen het provinciebestuur staat het jeugdbeleid en het jeugdwerkbeleid in het bijzonder voor het stimuleren van gemeenschapszin en de welzijns- en cultuurbevordering van alle 3 tot 30 jarigen in Oost-Vlaanderen en dit in het kader van een duurzame en vreedzame samenleving zonder uitsluiting. Daarbij heeft het bestuur oog voor de implementatie van het verdrag inzake de rechten van het kind."

Verklaring van de belangrijkste termen in deze missie :

- gemeenschapszin bevorderen : het bewustzijn aanwakkeren van samenhorigheid en verbondenheid met de gemeenschap en het consequent daar naar handelen.

- een vreedzame samenleving is een maatschappij waarin de verschillende bevolkingsgroepen harmonieus kunnen samenleven. Vreedzaam samenleven van verschillende bevolkingsgroepen houdt waarden in als: aanvaarding van diversiteit en een stuk eigenheid, een positieve conflicthantering, een streven naar maatschappelijke integratie en emancipatie, ook en in het bijzonder van kinderen en jongeren.

- een duurzame samenleving is een samenleving die een ontwikkeling beoogt die tegemoet komt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de komende generaties in het gedrang te brengen. Duurzame ontwikkeling veronderstelt een beleid dat alle middelen aanwendt om politieke democratie, sociale rechtvaardigheid, economische efficiëntie en een gezond milieu wereldwijd te bevorderen. Daarbij wordt aandacht besteed aan participatie van de kinderen en jongeren, een rechtvaardige verdeling en de bevrediging van de basisbehoeften voor alle kinderen en jongeren, nu en later. Het zijn juist de kinderen en de jongeren van vandaag en morgen die in de toekomst zullen geconfronteerd worden met de effecten van het heden.

1.3.2. Kerntaken/basisopdrachten inzake jeugd- en jeugdwerkbeleid

Reeds meerdere jaren (van december 2001 tot januari 2003) wordt onderhandeld over de kerntaken van de verschillende overheidsniveaus. De Vlaamse, provinciale en gemeentelijke overheden proberen via die onderhandelingen te komen tot goede afspraken over verantwoordelijkheden. Welk niveau mag en moet welke opdrachten tot zijn takenpakket rekenen ?

Na jaren van overleg is op 25 april 2003 een bestuursakkoord uit de bus gekomen waarin gedragsregels werden afgesproken over hoe de bestuursniveaus de volgende decennia met elkaar zullen omgaan.

Over de provincies wordt in dat bestuursakkoord het volgende gezegd:

Het intermediaire, provinciale niveau moet de beleidskeuzen maken die niet gemaakt kunnen worden op lokaal niveau doordat zij de belangen van dat niveau te

JWBP versie 25/05/2023 p.11

Page 12: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

boven gaan en die evenmin zodanig algemeen zijn dat zij de belangen van de gehele gemeenschap dermate raken dat een centrale beslissingsbevoegdheid wenselijk is. De provincies kunnen een belangrijke maatschappelijke meerwaarde bieden door via bovenlokale besluitvorming de politieke vertaling te bieden van wat bovenlokaal leeft binnen de provinciale gebiedsomschrijving. De provincies kunnen evenzeer ondersteunend zijn naar het lokale niveau toe.

De provincies zijn een compromisschaal, om de politieke keuzes, die nu in de zogenaamde 'grijze zones' tussen het gemeentelijk bestuursniveau, het provinciaal bestuursniveau en het Vlaams bestuursniveau worden gemaakt, democratisch te legitimeren. Zodoende berust de grondwettelijk bepaalde notie provinciaal belang niet zozeer op het administratieve territorium van een provincie maar op de bovenlokale taakbehartiging en belangenafweging. De provincies kunnen alle taken uitoefenen met betrekking tot het bovenlokaal belang behalve in geval van wettelijke of decretale verbodsbepalingen of in gevallen die door de wetgever zelf voor een andere overheid voorbehouden zijn.

In verschillende werkgroepen is onderhandeld wat de consequenties zijn van dergelijk omschrijving. Voor de jeugdwerksector zijn daar volgende taken uitgekomen:

- ondersteunen van het provinciaal jeugdwerk op vlak van financies, infrastructuur en materiaal; - opzetten van uitleendiensten voor landelijk, provinciaal, intergemeentelijk en gemeentelijk jeugdwerk;- begeleiden en ondersteunen van gemeentebesturen (op hun vraag en steeds tijdelijk);- ondersteunen van jeugdculturele initiatieven van bovenlokale aard;- onderhouden van eigen provinciale jeugdvormingscentra;- eerstelijnsrol inzake bovenlokale internationale uitwisselingen;

Het specifieke provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid moet complementair zijn aan dat van de andere overheidsniveaus. Het moet daarmee een eigen specifieke meerwaarde bieden. Een complementair beleid ontwikkelen betekent dat het provinciaal beleid enerzijds eigen accenten legt en anderzijds niet in strijd is met en constructief aanvullend is aan het beleid van de andere overheden. De provincie moet zelf haar volle beleidsverantwoordelijkheid opnemen voor haar kerntaken. Ze moet daarvoor ook de ruimte krijgen. Die kerntaken moeten worden erkend door de andere bestuursniveaus. De provincie kan voor de realisatie van haar taken ook gerichte overeenkomsten aangaan met andere overheidsniveaus wanneer concrete samenwerking aangewezen is. Ook overeenkomsten met de privé-sector kunnen mee de missie helpen realiseren.

1.3.3. Uitgangspunten, instrumenten en jeugddienst

De volgende opsomming geeft de methodische en instrumentele wijze van werken weer. Ook wordt een beeld geschetst van de samenstelling van de jeugddienst die het provinciaal jeugd en jeugdwerkbeleid dienen uit te voeren.

1.3.3.1. Uitgangspunten

Het realiseren van onze kerntaken / basisopdrachten gebeurt : volgens de regels van "behoorlijk bestuur" en van "openbaarheid van

bestuur" vanuit het subsidiariteitprincipe

JWBP versie 25/05/2023 p.12

Page 13: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

vanuit een complementaire opstelling naar de particuliere sector maatgericht, transparant, duidelijk, open en flexibel consequent en kwaliteitsvol (integrale kwaliteitszorg) via efficiënt functioneel overleg en systematische beleidsplanning en

evaluatie vanuit een participatieve benadering waarbij het jeugdwerk en andere

actoren uit het middenveld een plaats krijgen bij de beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering

vanuit een duidelijke profilering ten aanzien van het middenveld en de andere overheden

door creativiteit, competentie, daadkracht en voldoende onderbouw (door screenen, bevraging, contacten) te stimuleren

door een combinatie van (meer) intersectoraal denken en doelgroepbenadering

1.3.3.2. Instrumenten

De instrumenten die we daarvoor gebruiken zijn : coördinatie afstemming strategische planning inhoudelijke ondersteuning en overleg eigen initiatieven of pilootprojecten geformaliseerde samenwerkingsovereenkomsten met private en publieke

partners (eventueel inbegrepen financiële overdrachten) conditionele subsidiëring van organisaties en voorzieningen tijdelijke ondersteuning van proefprojecten bundelen en op maat aanbieden van informatie logistieke/infrastructurele ondersteuning

1.3.3.3. Jeugddienst

Jan Cools, jeugdconsulent : sectorverantwoordelijke (directieoverleg), alle initiatieven mbt jeugdcultuur, coördinatie van de jeugdwerkbeleidsplanning, begroting,convenant met Cojema, Pop-Eiland, website – nieuwsbrief, reglement jeugdprojecten, jeugdvormingscentra

Erik Tjampens, jeugdconsulent : jeugdraad, reglement "provinciaal jeugdwerk", convenant met OVFJ rond jeugdhuizen, Spruitenbal, natuur-en milieu-educatie, Noord-Zuid

Hannelore Vandepitte, jeugdconsulente : reglement "speelpleinen", regionale overlegplatforms MISO, WASO, …, regionale jeugddienst Meetjesland, VVJ-OVL, intergemeentelijke jeugdconsulenten, Klicksons, Kinderprovincieraad

Chris Vander Heyden, Rina Buerms en Carine Van Der Steen ondersteuning van de sector jeugd/jeugdwerk

Steven Van De Woestijne : Integrale jeugdhulpverlening, Bijzondere Jeugdbijstand

Jacqueline Benoodt en Liliane Uvyn ondersteuning van de sector jeugdwelzijn

Stijn Verstraete, intergemeentelijk jeugdconsulent voor de gemeenten Maarkedal en Wortegem-Petegem

Isabel Van Heule, intergemeentelijk jeugdconsulente voor Wichelen en Buggenhout

JWBP versie 25/05/2023 p.13

Page 14: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

1.3.4. Waarden

Bij de bepaling van de missie is reeds aangegeven welke de referentienormen zijn die verder gehanteerd worden. Onmiddellijk bij de uitwerking van die beleidsmissie van het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid worden volgende waarden toegevoegd als leidsnoer tot een goed, degelijk én respectvol beleid.

De basiswaarde bij het bepalen van de missie is het vrijwaren van de kinderrechten. In de uitwerking van het jeugd- en jeugdwerkbeleid dient vertrokken te worden vanuit een streven naar duurzaamheid en dit in het bijzonder door aandacht te geven aan gelijkwaardigheid, participatie, emancipatie en voldoende levenskwaliteit. Tevens wordt er geappelleerd aan responsabilisering van individuen en groepen.

verklaring van de belangrijkste begrippen/waarden :

duurzaamheid : - inzake beleidsvisie : doordacht, stapsgewijs, korte- en langetermijn denken.- rekening houdende met de draagkracht van het werkveld, de partners die bij het

beleid betrokken worden.- door middel van een positieve communicatie, samenwerking, en openheid tussen

verschillende partners.- aandacht en respect voor de eigenheid en de creativiteit van het werkveld.

gelijkwaardigheid : - gelijkheid in waardering en rechten van alle kinderen en jongeren ongeacht cultuur,

herkomst, etniciteit, geaardheid, …. - gelijke kansen aanbieden, ieder kind/jongere zou dezelfde kansen moeten kunnen

krijgen binnen Oost-Vlaanderen (vb. moet effect zijn van de eigenheid, de benadering door oa. een genuanceerd plattelands- en stedelijk beleid).

participatie : deelneming van alle kinderen en jongeren aan alle onderdelen van het maatschappelijk leven, zoals onder meer welzijn, gezondheid, cultuur, … . Hieronder dient zeker ook het "jong-zijn" en de daarvoor vereiste experimenteerruimte te worden verstaan.

emancipatie : toekenning van gelijke rechten aan elk kind en elke jongere en de bevrijding van beperkingen hierop. Dit houdt in dat steeds vertrokken wordt vanuit een positieve benadering van kinderen en jongeren.

voldoende levenskwaliteit : garanderen van een goede levensstandaard, verzekeren van optimale zorg en bijstand

responsabilisering stimuleren van de eigen verantwoordelijkheden van individuen/gebruikers en groepen/organisaties; rechten genereren immers ook plichten.

JWBP versie 25/05/2023 p.14

Page 15: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Hoofdstuk 2: Maatschappelijk kaderBinnen de jeugdsector was er tot voor een paar jaar weinig aandacht voor cijfersgegevens of systematische dataopbouw en onderzoekswerk in het algemeen. Sedert een aantal jaar is er evenwel een duidelijk trend naar meer studiewerk. Zowel op Vlaams niveau, al dan niet in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, als op provinciaal niveau wordt meer en meer aandacht besteed aan onderzoeksmateriaal. Met de jaren komt de sector dan ook beter en beter in beeld. De lezer zal merken dat ook vanuit dit provinciaal jeugdwerkbeleidsplan, de komende jaren meer aandacht komt voor inventariseren, resultaatsindicatoren, regelmatig evalueren en bijsturen vanuit onderzoek. In dit hoofdstuk werden een aantal meer algemene gegevens verzameld, de meer specifieke gegevens zijn terug te vinden per hoofdstuk of thema.

2.1. Evoluties binnen het particulier jeugdwerk in Oost-Vlaanderen

Exact wetenschappelijke cijfergegevens m.b.t. het aantal jeugdwerkinitiatieven in Oost-Vlaanderen zijn niet echt voorhanden. Een goede bron vormt evenwel de bevraging van VVJ in het kader van het Cijferboek 2002-2004. De respons in Oost-Vlaanderen zit hierbij erg hoog maar niet alle opgevraagde gegevens worden hierbij door de gemeentelijke ambtenaren op een eenvormige wijze ingevuld. Toch geven de cijfers een goed beeld van de evoluties.

Als we naar werkvormen kijken zien we op Vlaams Gewest niveau een stijging van het aantal jeugdhuizen en jeugdclubs met 16 % t.o.v. 1995 en bij de politieke jeugdverenigingen een stijging met 9 % . Op het vlak van de "klassieke" jeugd en jongerenbewegingen is er duidelijk een daling in het aantal initiatieven. De duiding hiervan is evenwel niet exact mogelijk : wel is er een "overname" van heel wat speelpleinwerkingen door de gemeenten. Door het jeugdwerk zelf wordt aangegeven dat hierbij ook een aantal fusies een rol spelen: kleinere verenigingen verdwijnen ; aparte jongens en meisjeswerkingen fuseren, enz… Wel is duidelijk dat de werkvorm "jeugdateliers" klappen krijgt met een daling van 20%. Inzake totaal bereik van het jeugdwerk is er algemeen gezien een status-quo tot lichte daling. De jeugdwerkindex ( aantal jeugdwerkinitiatieven t.a.v. aantal inw. 0-24jr) geeft een daling aan van 0.04 % voor het particulier jeugdwerk ) .

Een analyse per grootteorde van gemeente geeft een ander beeld : in gemeenten tot 15000 inwoners ligt het aantal particuliere initiatieven beduidend hoger dan in de gemeenten met meer inwoners. In een grootstedelijke context (Antwerpen/Gent) bedraagt de jeugdwerkindex slechts de helft van deze in gemeenten < 10.000 inwoners.

Voor Oost-Vlaanderen wordt in de periode 1998-2001 een algemene achteruitgang vastgesteld van ruim 4 % in het aantal jeugdwerkinitiatieven (van 1163 naar 1102 initiatieven).Bij een vergelijking van de cijfers tussen 1999 & 2001 scoort Oost-Vlaanderen onder het gemiddelde van de provincies. Met een achtergang van 61 initiatieven scoort enkel West-Vlaanderen slechter (-96). De verzamelde data zijn op zich een resultaat van een optelsom en geven geen beeld van evoluties : zo blijkt hieruit niet hoeveel

JWBP versie 25/05/2023 p.15

Page 16: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

jeugdwerkinitiatieven effectief verdwijnen en anderzijds hoeveel nieuwe er bijkomen. Op heden wordt dit nergens eenduidig geregistreerd.

Bij vergelijking met de gegevens van de studie "Gemeentelijk jeugdwerk en jeugdbeleid in Oost-Vlaanderen", uitgevoerd door de Sociale Hogeschool K.V.M.W. en gebaseerd op data van 1992, is er evenwel een stijging in aantal initiatieven met ruim 11 %. Toch is het gevaarlijk om enkel op basis van deze cijfers conclusies te trekken. Er werden over de jaren heen niet dezelfde standaarden gebruikt en het verdwijnen of bijkomen van een jeugdwerkinitiatief staat niet altijd gelijk met het verdwijnen of bijkomen van een werking. Sommige initiatieven werden voorheen soms niet meegerekend of waren niet gekend bij de betrokken ambtenaren; andere jeugdwerkinitiatieven gaan over in gemeentelijke handen ( vnl.speelpleinwerkingen ) of maken de overstap naar een andere werkvorm, enz…

Er is geen bestaand onderzoek naar de spreiding van de jeugdwerkinitiatieven op het niveau van deelgemeenten (pré-fusie 1974). Het is met andere woorden niet echt duidelijk of een algemene statusquo ook betekent dat het bereik en de toegang voor kinderen en jongeren zelf, op eenzelfde niveau gebleven is. Bij de meeste bevoorrechte getuigen leeft de idee dat de afgelopen jaren heel wat kleine jeugdwerkingen zijn gestopt en/of gefuseerd o.a. door het samengaan van meisjes- en jongenswerkingen. Dit zou evenwel grotendeels gecompenseerd worden door het groter bereik van de resterende jeugdbewegingen

Vanuit een hoge participatie, gelijke kansen, en toegankelijkheid tot het jeugdwerk enerzijds, en vanuit plaatselijke sociale netwerkingvorming anderzijds, lijkt de aanwezigheid van jeugdwerk tot op buurtniveau (of deelgemeente niveau) evenwel wenselijk. Vanuit het onderzoeksproject Kliksons blijkt immers dat leerlingen uit BSO, TSO en tieners van allochtone afkomst ondervertegenwoordigd zijn binnen het jeugdwerk en dat het "vervoer naar" hierbij ook een rol speelt. De "ouder als privé-chauffeur" is hier niet zo evident.

2.2. Evolutie van het lokaal jeugdwerkbeleid in Oost-Vlaanderen

Waar het particuliere jeugdwerk in de periode 1998 – 2001 eerder een statusquo of lichte daling vertoont, vertoont de ontwikkeling van het gemeentelijk jeugdwerk (grabbelpasprogramma's, tienerwerking, gemeentelijke jeugdcentra, gemeentelijke speelpleinwerkingen, enz…) een duidelijke tot zelfs spectaculaire groei. Voor de vernoemde periode is er op het Vlaamse Gewest niveau een toename met 45% aan gemeentelijke jeugdwerkinitiatieven ; in Oost-Vlaanderen zelfs een toename met 60   % . Opvallend is ook de inhaalbeweging van kleinere gemeenten hierbij. Op het vlak van

JWBP versie 25/05/2023 p.16

Page 17: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

speelpleinwerkingen is inmiddels ongeveer 2/3 in gemeentelijke handen. Als je de budgettaire afhankelijkheid bekijkt ligt dit getal nog stukken hoger.

In vergelijking met het Vlaams gemiddelde scoren de Oost-vlaamse gemeenten hoog op de werkvormen "speelpleinwerkingen", "Roefel" en "Grabbelpas". Inzake tienerprogrammatie (SWAP), tienerwerkingen, culturele programma's -12 én +12 bengelt Oost-Vlaanderen achteraan het peloton. Opvallend is hierbij toch wel dat de gemeentelijke programma's die wél ontwikkeld worden vaak op dezelfde doelgroep mikken als de doelgroep waar het bereik van het particulier jeugdwerk het sterkst is.

Als we de gemeenten naar inwonersklasse bekijken blijkt dat grotere gemeenten en steden er duidelijk beter in slagen om alle werkvormen aan te bieden. Hoe kleiner de gemeenten, hoe minder pure programmatieprogramma's (Grabbelpas, Swap-pas,

…) voorkomen. Er zijn ook duidelijke regionale verschillen binnen Oost-Vlaanderen. De overzichtskaarten geven een beeld maar mogen niet absoluut worden geïnterpreteerd. Er bestaan op het lokaal vlak andere vormen van programmeren die gelijkaardig kunnen zijn inzake inhoud maar worden opgezet vanuit sportdiensten, cultuurdiensten, door particulier initiatief,enz…

Enkel de speelpleinen vormen hierop, binnen het gemeentelijk jeugdwerkaanbod, een uitzon-dering. Deze werkvorm komt

relatief gezien nog het best aan bod in gemeenten < 15000 inwoners. Hierbij is ook duidelijk dat bij gemeentelijke speelpleinwerkingen de opvangfunctie sterker meespeelt dan bij particuliere werkingen (zie ook onderzoek Kind en Samenleving, "Speelpleinen op de rand van de 21° eeuw"). In kleine gemeenten vormen ze ook een alternatief voor de Initiatieven Buitenschoolse Opvang.

RoefelIn de loop van 2002 vond in 28 Oost-Vlaamse gemeenten een Roefelwerking plaats. In vergelijking met 2001 een lichte stijging maar dit is te wijten aan het overschakelen op een tweejarenschema van diverse gemeente-besturen wat een sterke daling gaf in 2001. Voorgaande edities : 32 gemeenten in 2000, 34 in 1999, 45 in 1997.

Uit een bevraging eind 2001 blijkt dat de Roefeldagen

JWBP versie 25/05/2023 p.17

Sint Laureins

Assenede

Laarne

Hamme

St. Niklaas

Beveren

Maarkedal

RonseGeraardsbergen

Ninove

Aalst

Zwalm

MaldegemKaprijke

Eeklo

EvergemWaarschoot

Lovendegem

GENT

KnesselareZomergem

AalterNevele

Zelzate

LochristiLokeren

Moerbeke

Stekene

Sint-Gillis Waas

Temse

Kruibeke

Nazareth

Deinze

Zulte

Merelbeke

GavereKruishoutem

Wortegem-PetegemOudenaarde

Horebeke

BrakelLierde

DenderleeuwZottegem

Lede

St.L. Houtem

Haaltert

Erpe Mere

Lebbeke

Zele

Dendermonde

Buggenhout

Wachtebeke

Kluisbergen

Zingem

Waasmunster

Berlare

Oosterzele

St.M.Latem

Melle

Destelbergen

De Pinte

Herzele

WetterenWichelen

Roefel 2002

Roefel volgens het vertrouwde concept ( dag van het kind , deelname aan volwassenleven, …)

Alternatieve programma’s (andere benaming, binnen grabbelpasprogramma’s, workshops…)

Page 18: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

minder en minder overeenstemmen met het oorspronkelijk uitgewerkte concept door de Koning Boudewijn Stichting. Na een aantal edities wordt het erg moeilijk om de middenstanders, vrije beroepen, het bedrijfsleven te blijven betrekken in het gebeuren. In de meerderheid van de gemeenten is de Roefeldag een lokale "Dag van het Kind" geworden met een uiteenlopend programma, partners, bereik, enz… Slechts een tiental Oost-Vlaamse gemeenten zit nog dicht bij het oorspronkelijk concept.

Gemeentelijke jeugdradenOp Vlaams niveau bestaat een duidelijke trend naar autonome jeugdraden en tevens een beweging naar meer open structuren. Oost-Vlaanderen hinkt hier, anno 2001, lichtjes achterop en kent nog meer gesloten en ingebouwde jeugdraden dan het Vlaams gemiddelde. De verplichtingen vanuit het decreet op het plaatselijk jeugdwerkbeleid brengen ook met zich mee dat de ondersteuning van de jeugdraad nog sterker gemeentelijk verankerd wordt. Vanaf 2003 geldt namelijk de verplichting tot een zelfstandige jeugdraad. Door het proces van communicatieve planning is er wel een sterke betrokkenheid van de jeugdraden bij de opmaak van de gemeentelijke jeugdwerkbeleidsplannen.

Ondersteuning particulier jeugdwerkUit de analyse van de lopende gemeentelijke jeugdwerkbeleidsplannen blijkt dat slechts een beperkt aantal gemeenten bij hun jeugdwerkanalyse rekening houdt met de spreiding van de diverse jeugdwerkinitiatieven binnen hun grondgebied. Met de nieuwe invulling van het "decreet plaatselijk jeugdwerkbeleid" is de " witte-vlekken" benadering een stuk verdwenen. Eenzelfde vaststelling m.b.t. de analyse vanuit de diverse functies van het jeugdwerk. De huidige editie gemeentelijke jeugdwerkbeleidsplannen lijkt eerder de nadruk te leggen op een sterkte-zwakte analyse van "wat reeds is" en minder te kijken naar "wat niet is". Doelstellingen en acties worden eerder geformuleerd op de bestaande toestand en niet zozeer op een wenselijke toestand of vanuit een langetermijndenken of algemeen referentiekader.Zowel uit het "kwaliteitsonderzoek jeugdhuiswerk X-ray' als uit het "Cijferboek 2002-2004" blijkt dat personeelsinzet rechtstreeks ter ondersteuning van het particuliere jeugdwerk nauwelijks voorkomt. De sterke stijging aan personeel binnen de gemeentelijke jeugdsector gaat bijna integraal naar eigen gemeentelijke jeugdwerkprogramma's. In de jeugdhuissector betekent dit wel dat voor jeugdhuizen de vroegere mogelijkheid (voor 1993) om een gesubsidieerde beroepskracht aan te werven in de praktijk is weggevallen. Binnen de gemeentelijke subsidiestelsels werden dergelijke systemen bijna nergens ingebouwd. Voor de jeugdhuizen buiten de steden betekent dit dat het tewerkstellingsniveau is blijven staan op het niveau van 1994 ondanks de duidelijke stijging van het aantal initiatieven. Ook voor andere jeugdwerkinitiatieven betekent dit dat voor inhoudelijke begeleiding of meer pedagogische ondersteuning maar beperkt beroep kan worden gedaan op de gemeentelijke jeugddiensten. Ook op het vlak van veiligheid van jeugdlokalen bestaan diverse indicatoren dat, in een niet onbelangrijk deel van de gemeenten, het gemeentelijke ondersteuningsbeleid niet diep genoeg doordringt.

2.3. Bevolkingsgegevens

Uit een beperkt onderzoek van de bevolkingsgegevens voor Oost-Vlaanderen, blijken geen wezenlijke verschillen in vergelijking met andere provincies, geen specifieke trends die nader onderzoek of opvolging zouden noodzakelijk maken. Binnen de 6° Directie wordt vanuit de "Cel Sociale Planning ", gewerkt aan een systematische verzameling van relevante data voor jeugdwerk en jeugdbeleid. In

JWBP versie 25/05/2023 p.18

Page 19: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

functie van de opmaak van dit jeugdwerkbeleidsplan is evenwel nog te weinig direct bruikbaar statistisch materiaal aanwezig. Naar de komende jaren toe wordt dit wel verwacht. Tevens dient bij onderzoekswerk en gegevensverzameling op provinciaal vlak een afstemming te gebeuren met de plannen vanuit de Afdeling Jeugd en Sport, de academische wereld en het landelijk jeugdwerk en zijn steunpunten. Bij het onderzoekswerk op Vlaams niveau vormt de mogelijkheid tot een provinciale verwerking van gegevens – voor zover relevant - ook een aandachtspunt.

JWBP versie 25/05/2023 p.19

Page 20: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Hoofdstuk 3: Ondersteuning jeugdwerkIn het provinciaal jeugdwerkbeleid worden de uitgangspunten én de wijze waarop de financiële, materiële en andere ondersteuning van een zo gevarieerd en zo gespreid mogelijk provinciaal jeugdwerk, weergegeven.Dit hoofdstuk vormt samen met hoofdstuk 4 "Breder Jeugdbeleid" het volledig provinciaal jeugdbeleid. In dit hoofdstuk 3, dat enkel over de ondersteuning van het jeugdwerk handelt, wordt gefocust op de ondersteuning van het provinciaal jeugdwerk, op de maatregelen met betrekking tot kadervorming, op het toegankelijk maken van het jeugdwerk voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (inclusief personen met een handicap), op ruimte voor het jeugdwerk, op participatie en op communicatie. Even voor alle duidelijkheid en om geen misverstanden te creëren: "jeugdwerk" is een term die decretaal gedefinieerd is en waarmee wordt bedoeld "groepsgericht sociaal-cultureel werk op basis van niet-commerciële doelen voor of door de jeugd die daaraan deelneemt op vrijwillige basis, in de sfeer van de vrije tijd, onder educatieve begeleiding en georganiseerd door particuliere jeugdverenigingen of door gemeentelijke of provinciale overheden".

3.1. Provinciaal Jeugdwerk ondersteunen

In hoofdstuk 3 van het JWBP worden alle beleidsmaatregelen weergegeven die betrekking hebben op het jeugdwerk. In het onderdeel 3.1. "provinciaal jeugdwerk ondersteunen" komen die zaken aan bod die in de andere 8 delen van hoofdstuk 3 niet aan de orde zijn. De ondersteuning in functie van kadervorming zal in het onderdeel 3.2. "kadervorming" worden beschreven terwijl het provinciaal jeugdwerk daar natuurlijk ook de vruchten zal kunnen van plukken. Evenzo met het deel 3. "toegankelijkheid van het jeugdwerk", dat zowel handelt over maatregelen naar het provinciaal als lokaal jeugdwerk en jeugdbeleid.

3.1.1. een situatieschets met objectieve gegevens;

3.1.1.1. Decreet op provinciaal jeugdwerkbeleid – editie 1997

Op 17 december 1997 bekrachtigde de Vlaamse Regering het decreet houdende subsidiëring van provinciebesturen inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid. Provinciebesturen werden vanaf dan geacht een eigen jeugdwerkbeleidsplan op te maken en ontvingen in ruil daarvoor subsidies. Samen met de Vlaamse subsidies ontving het provinciebestuur ook de zorg over een aantal organisaties die tot dan toe door de Vlaamse overheid werden gesubsidieerd. Het betrof de regionale jeugdwerkorganisaties Hartekamp, Diggie, 't Uilekot, Bloemenstad, Vakantie en Muziek (VEM), Jokri en Netwerk. Het provinciebestuur moest deze organisaties een garantiesubsidie geven van 80% van de subsidie die ze voordien van Vlaanderen kregen (voor zover de werking dezelfde bleef). In Oost-Vlaanderen zijn alle organisaties aan 100% van hun voorgaande subsidie uitbetaald.

Toch zijn in de loop van de jaren enkele wijzigingen in de ondersteuning aangebracht. In 2001 werd geoordeeld dat Vakantie en Muziek (VEM) eigenlijk eerder een niet erkende muziekschool is dan wel een jeugdwerkinitiatief. Vandaar heeft het bestuur beslist om de organisatie (inclusief een subsidiebedrag van

JWBP versie 25/05/2023 p.20

Page 21: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

25 000 EUR) over te hevelen naar de dienst Cultuur. Voor Kunstencentrum Netwerk uit Aalst werd dezelfde redenering gevolgd. Het ging ook van de sector jeugd richting dienst Cultuur met dat verschil dat binnen Cultuur zelf middelen hiervoor werden vrijgemaakt, namelijk een bedrag van 25 00 EUR. Netwerk was eigenlijk geen jeugdwerkinitiatief maar had zich, in het bijzonder de laatste jaren, ontwikkeld tot een louter culturele organisatie.

Ondertussen kwam ook het Creatief Begeleidingscentrum Krekenland (CBK) naar het provinciaal niveau afgezakt. Deze organisatie uit Assenede (O.VL.) kon niet meer voldoen aan de eisen van het landelijk subsidiereglement. Het provinciebestuur besloot om CBK voor hun jeugdwerking te subsidiëren met een bedrag van 63 529,24 EUR. Omdat CBK ook een socio-culturele poot naar volwassenen had/heeft en men daarvoor bij de dienst Cultuur ook een subsidie ontving, werd in 2001 finaal beslist om ook hier een transfer (inclusief de subsidies ter waarde van 62 000 EUR) naar de dienst Cultuur te organiseren.

Op 19 december 1998 werd een aanpassing goedgekeurd aan het decreet van 17 december 1997. De aanpassing hield in dat een aantal jeugdwerkorganisaties die werken met kinderen en jongeren met een handicap "voor het leven" dienden te worden gesubsidieerd via de provinciebesturen. Voor Oost-Vlaanderen ging het over Oranje vzw, een initiatief dat actief is in het Meetjesland. Vlaanderen stortte het subsidiebedrag door aan het provinciebestuur dat het op zijn beurt dan weer doorgaf aan Oranje vzw.

1998 1999 2000 2001 2002Hartekamp € 1 902 € 1 902,78 € 1 902,78 € 2 511,60 geen aanvraagDiggie € 17 692 € 17 692,33 € 17 692,33 € 23 353,88 € 30 097't Uilekot € 25 134 € 25 133,95 € 25 133,95 € 33 176,81 € 30 619Bloemenstad € 4 461 € 4 461,24 € 4 461,24 € 5 888,83 geen aanvraagVEM € 18 407 € 18 407,71 € 18 407,71 € 24 298,15 naar CultuurJokri € 27 803 € 27 803,49 € 27 803,49 € 36 700,59 € 28 831Netwerk € 20 381 € 20 381,43 naar CultuurOranje landelijk erkend € 48 649,92 € 48 649,92 € 48 650CB Krekenland landelijk erkend € 63 529,24 € 63 529,24 naar Cultuur

3.1.1.2. Decreet op provinciaal jeugdwerkbeleid – editie 2003

Op 14 februari 2003 keurde Het Vlaams Parlement een nieuw, geïntegreerd decreet goed houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, intergemeentelijk en provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid. Kort daarop werden de uitvoeringsbesluiten goedgekeurd.Grote vernieuwing is dat de jeugdwerkbeleidsplannen van gemeenten en provincies meer op elkaar worden afgestemd, zowel in tijd als naar inhoud/indeling.Voor Oost-Vlaanderen dringen zich ook, als gevolg van betreffend decreet, aanpassingen op aan de statuten van de jeugdraad. Het decreet bepaalt immers dat in de jeugdraad ook plaats moet zijn voor vertegenwoordigers van lokale jeugdraden en van de individuele jeugd. Nieuw is ook dat politieke mandatarissen geen stem meer hebben in de jeugdraad.Het plan dat nu voor u ligt is het eerste plan "nieuwe stijl".

3.1.1.3. Structurele subsidies

In de provincieraad van 12 september 2001 werd een subsidiereglement voor het provinciaal jeugdwerk goedgekeurd.

JWBP versie 25/05/2023 p.21

Page 22: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Het subsidiereglement maakt onderscheid tussen twee soorten organisaties: provinciale steunpunten van landelijke jeugdwerkorganisaties enerzijds en autonome provinciale en regionale jeugdwerkinitiatieven anderzijds. Wat betreft werkingssubsidies gelden voor beiden dezelfde regels en subsidiebedragen. Op vlak van loonsubsidies zijn de steunpunten uitgesloten en kunnen alleen de autonome organisaties daarop een beroep doen voor zover ze personeel in dienst hebben.Opmerkelijk zijn verder de instapdrempel - er moet met andere woorden een minimale werking zijn met een minimale spreiding in de provincie – en de boni voor organisaties die werken met maatschappelijk kwetsbare groepen en personen met een handicap.In 2002 voldeden 29 organisaties aan dit reglement, waaronder 25 steunpunten en 4 autonome initiatieven.

Steunpunten organisaties : Bedrag in EURA.B.V.V.-jongeren 1 937Chirojeugd 34 148Crefi 2 412De Verbeelding & Spirit vzw 2 508factor10 Oost-Vlaanderen 33 464Federatie Open Scoutisme 10 654Graffiti Jeugddienst vzw 3 465Interdiocesane Jeugddienst 6 042Jeugd en Gezondheid Oost-Vlaanderen 50 000Jong C.D.& V. Oost-Vlaanderen 2 717Kristelijke Arbeidersjongeren 11 460Katholieke Landelijke Jeugd Oost-Vlaanderen 24 645K.S.J.-K.S.A.-V.K.S.J. Oost-Vlaanderen 29 635Lejo 6 288Maatschappelijke Jongeren Actie 8 583Oost-Vlaamse Federatie Jeugdhuizen 7 034Panta Rhei 11 316P.I. Vivès J.L. 8 491Sjalom 13 837Vlaamse Dienst Speelpleinwerk Oost-Vlaanderen 32 708Vlaamse Fedederatie Gehandicapte Jongeren 13 431V.V.K.S.-M. 27 494

Autonome organisaties : Bedrag in EuroDiggie vzw 30 097Habbekrats 47 446Jokri 28 831Free-Time vzw 50 000Oranje vzw 48 650t Uilekot 30 619Djembé vzw 2 088

Totaal bedrag 580 000Begroot bedrag 580 000In 2003 wordt het reglement bijgestuurd. Er wordt enerzijds wat gesleuteld aan de subsidiebedragen en anderzijds zullen startende jeugdwerkinitiatieven via dit reglement de kans krijgen om te groeien en om de instapdrempel te halen.

JWBP versie 25/05/2023 p.22

Page 23: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.1.1.4. ProjectsubsidiesBij het begin van 2003 beschikte het provinciebestuur nog over twee projectreglementen: "Bijzondere Jeugdinitiatieven" en "Jeugdwelzijn en Preventie". Beide reglementen konden samen beschikken over een budget, na eerste begrotingswijziging, van 99 368 EUR. Bedoeling van het reglement is projecten te subsidiëren die vernieuwing/experiment brengen en van bovenlokale aard zijn. "Bijzondere Jeugdinitiatieven" hebben geen specifiek opgelegd thema, projecten "Jeugdwelzijn en Preventie" uiteraard wel.De projecten die in 2002 werden goedgekeurd zijn

2002

Jeugdwelzijn en Preventie Project EURO

Sjalom vzw "BINK" (Bewustmakings- en INtegratiedag voor Kinderen)

1 853

Kristelijke Arbeidsjeugd "Kamelejon Eeklo" 10 000

Kompas vzw "J.O.M." (Jongerenwerking op Maat) 5 650

PISAD vzw T-shirt campagne "Geen drugs in mijn lijf" 1 250

De Kangoeroe vzw "Verhalentocht door Gent" 1 500

't Keerhof vzw "'t Keerhof" 13 000

Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen

"Participatieproject voor allochtone meisjes" 1 000

Bijzondere Jeugdinitiatieven Project EUR

't Koerken vzw "Startens initiatief" 10 000Ozma Music vzw "Ozma Music School" 7 000Jeugdclubs vzw "Rockerellen" 720Federatie Open Scoutisme (I.F.S.C.O.) "Euroscout 2002" 2 500Habbekrats vzw Fototentoonstelling "Broederschap – Fraternité" 5 000Jeugddienst Maldegem "Jeugddag verbroederde grensgemeenten" 1 140Trom vzw "Workshops en Mixtures Hotel – Feest in het

Park – 2002"3 000

Over TheMoon vzw "Schrijf je bloot" 3 250EVAL "EVAL" 1 000Addenda vzw "Jongeren aan het woord over jongeren" en

"Uitspraken gebundeld"5 255

Jeugdhuis De Messink vzw "MESSINK" 1 250

Totaal bedrag 74 368

Eind 2003 heeft het provinciebestuur de projectreglementen "Bijzondere Jeugdinitiatieven" en "Jeugdwelzijn en Preventie" versmolten tot één reglement "Jeugdprojecten". Voor het begrotingsjaar 2004 wordt een bedrag van 75 000 EUR voorzien. Een bedrag van 24 368 EUR wordt overgeheveld naar het structureel subsidiereglement voor "provinciaal jeugdwerk" opdat daarmee startende jeugdwerkinitiatieven zouden kunnen worden ondersteund.

3.1.1.5. ConvenantenDe mogelijkheid bestaat om, los van een reglement, toch subsidies te betalen aan één of andere organisatie met de bedoeling haar een opdracht te laten uitvoeren. In het verleden zijn heel wat convenanten opgemaakt en uitgevoerd. Momenteel lopen er twee.

JWBP versie 25/05/2023 p.23

Page 24: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Enerzijds is er de convenant met Uit de Marge vzw, in functie van hun Oost-Vlaams steunpunt, met name Cojema (Coördinatie van Jeugdwerk met Maatschappelijk Achtergestelden). (zie ook 3.3.4.3.1.). Daarnaast is net een nieuwe convenant afgesloten tussen het provinciebestuur en OVFJ. Na het drie jaar durende onderzoek X-Ray - helemaal door het provinciebestuur betaald en uitgevoerd door OVFJ – komt er nu een vervolgverhaal. Een aantal van de pijnpunten die door het onderzoek werden blootgelegd worden daarin aangepakt.

3.1.2. gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden

- Het provinciaal jeugdwerk (jeugdbewegingen) vindt dat te weinig contact bestaat tussen hen en de gemeentelijke jeugdconsulenten. Het wil graag wat meer uitwisseling, elkaar wat beter leren kennen en verwachtingen aan elkaar doorgeven. Het is ervan overtuigd dat dit de ondersteuning van de lokale groepen zeker zal bevorderen.

- Jeugdbewegingen hebben het gevoel dat gemeentelijke jeugddiensten en lokale afdelingen van jeugdbewegingen nog te veel naast elkaar werken. Er zou meer moeten worden samengewerkt tussen beide partijen. Het initiatief daartoe zou moeten worden genomen vanuit de jeugddiensten.

- Jeugdbewegingen hebben het gevoel dat te weinig aandacht uitgaat naar de positie van deelgemeenten binnen de fusie. Het centrum van de fusie krijgt zo goed als alle aandacht en dat schept minder mogelijkheden voor de koepels om nieuwe lokale groepen op te richten.

- Er is een grote nood in Oost-Vlaanderen aan goede en betaalbare jeugdvormings-centra en overnachtingsmogelijkheden. Het wegvallen van de Witte Villa heeft dat nog maar eens aangetoond. Maar meer nog is er nood aan infrastructuur voor grote groepen. Er moet voldoende aandacht gegeven worden aan het uitbreiden van dat potentieel aan locaties, groot en klein, in provinciaal beheer en particulier.

- De reglementswijzigingen (vooral met betrekking tot het reglement "provinciaal jeugdwerk) mogen niet ten koste gaan van de jeugdbewegingen.

- De provinciale jeugdraad moet vanuit de jeugddienst voldoende ondersteuning

krijgen, zowel inhoudelijk als administratief. Daarnaast moet diezelfde jeugddienst ook borg staan voor een goed contact met de provinciale overheid.

- De koepels van de jeugdbewegingen vinden dat er te weinig contact is met de regionale overlegstructuren zoals MISO, WASO en anderen, waar momenteel jeugdconsulenten, schepenen en hier en daar ook jeugdraden rond de tafel zitten.

- De jeugdbewegingen hebben geen echt zicht op hun evolutie van de laatste jaren. Zij zouden graag een onderzoek opgestart zien waaruit dan conclusies kunnen worden getrokken voor hen zelf als bewegingen en voor het provinciaal jeugdwerkbeleid.

- Het jeugdwerk wil dat de provinciale subsidies in hoofdzaak dienen om de kerntaken van het jeugdwerk uit te voeren zoals de jeugdwerkinitiatieven dat zelf zien. Het jeugdwerk wil met andere woorden zelf kunnen kiezen hoe zij hun activiteiten invullen zonder daar door het subsidiesysteem voor afgerekend te

JWBP versie 25/05/2023 p.24

Page 25: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

worden. Daarnaast vinden ze wel dat stimulansen kunnen worden gegeven in functie van specifieke taken zoals extra aandacht voor achtergestelde groepen.

- Tijdens de besprekingen rond het toen in opmaak zijnde reglement voor provinciaal jeugdwerk hebben de deelnemers aan de vergadering gesteld dat zij niet te vinden waren voor dubbele subsidiëring, noch binnen het provinciebestuur noch in functie van de verschillende overheidsniveaus.

- Tijdens diezelfde besprekingen werd ervoor gepleit om loonsubsidies toe te voegen aan het eigenlijke out-put-subsidiesysteem waaraan men aan het werken was. De jeugdwerkproducten moeten dus de basis blijven voor subsidiëring maar voor de organisaties zonder landelijke bovenbouw moet er een aanvullende loonsubsidie komen waardoor tegenslagen in de werking of bij het personeel zelf kunnen worden opgevangen.

- Het volledige traject om subsidies te bekomen moet zo eenvoudig mogelijk worden gemaakt. De papierberg is elders al groot genoeg. In vele gevallen zijn het vrijwilligers die het subsidiedossier moeten samenstellen en die kunnen niet elke avond zitten studeren op de procedures die moeten worden gevolgd.

- Het leven wordt elk jaar duurder, ook voor het jeugdwerk. Daarom vragen de organisaties die structurele subsidies krijgen van het provinciebestuur om daar rekening mee te houden. Concreet vragen ze dus om de jaarlijkse structurele subsidiebedragen te indexeren.

3.1.3. de visie en de algemene doelstellingen die de deputatie vooropstelt

doelstelling :

Het provinciebestuur wil het jeugdwerk dat binnen zijn grenzen actief/aanwezig is, op een zo optimaal mogelijke wijze ondersteunen en dit zowel financieel, materieel als inhoudelijk. Daarbij wil het een grote diversiteit en een betere spreiding binnen de provincie realiseren en respect betonen voor het bestaande zonder de aandacht te verliezen voor vernieuwing. Die ondersteuning zal gebeuren vanuit de visie dat de verschillende overheidsniveaus (Vlaanderen, de provincie en de steden en gemeenten) elk specifieke doelstellingen en opdrachten hebben en samen een complementair jeugdwerkbeleid moeten verzorgen.

3.1.4. de concrete acties die zullen worden ondernomen

3.1.4.1. structurele subsidie

Het spreekt vanzelf dat het provinciebestuur het provinciaal en regionaal jeugdwerk zal ondersteunen met alle middelen die verantwoord zijn en binnen zijn mogelijkheden liggen.In de eerste plaats zullen "autonome" jeugdwerkinitiatieven ondersteund worden. Dat zijn de organisaties die aan jeugdwerk doen in Oost-Vlaanderen en daarvoor bij geen hogere overheid subsidies kunnen krijgen. Momenteel halen volgende initiatieven de minimumcriteria van het subsidiereglement "provinciaal jeugdwerk": Diggie, Jokri, Djembé, 't Uilekot, Free-Time, Oranje en Habbekrats. In de toekomst kunnen daar nog extra organisaties bijkomen. Aangezien zij van louter provinciaal belang zijn en dus op geen enkele andere hogere overheid kunnen terugvallen voor structurele subsidies, zal er prioritaire aandacht gaan naar hen.

JWBP versie 25/05/2023 p.25

Page 26: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Daarnaast blijft er ook financiële aandacht uitgaan naar de steunpunten van de landelijke jeugdwerkingen. De manier waarop de landelijke secretariaten omgaan met hun provinciale steunpunten is dermate verschillend (van veel middelen doorsluizen naar het provinciale niveau tot alles op landelijk niveau houden en de provinciale steunpunten aan hun lot overlaten) dat het niet geoorloofd zou zijn om deze steunpunten droog te leggen. Vanuit het X-ray onderzoek enerzijds en de doorlichting van de gemeentelijke jeugdwerkbeleidsplannen anderzijds blijkt dat de gemeentebesturen de inhoudelijke ondersteuning van het jeugdwerk eerder zien als een taak voor de koepelorganisaties. Binnen de gemeentelijke jeugdwerkbeleidsplannen worden nauwelijks acties geformuleerd met betrekking tot "kwaliteitszorg" van het lokaal jeugdwerk. Binnen de accenten van het provinciaal reglement met betrekking tot de provinciale steunpunten van het landelijk jeugdwerk, lijkt een hogere waardering van de begeleiding van lokale jeugdwerkinitiatieven dan ook een prioriteit. Kadervorming, netwerkvorming op bovenlokaal vlak en trajectbegeleding van lokale initiatieven in moeilijkheden vormen hierbij de aandachtspunten. Het zal moeten blijken (in 2005 of 2007) of het zinvol is om in het reglement opnieuw schotten te plaatsen tussen het autonome regionaal jeugdwerk en de steunpunten van landelijke jeugdwerkorganisaties. De effecten van de nieuwe regelgeving met betrekking tot het landelijk jeugdwerk vanuit de Vlaamse Gemeenschap, zullen zich op het terrein immers maar ten volle laten voelen vanaf 2005. Vanuit deze optiek lijkt enige stabiliteit op provinciaal vlak voor 2004 en 2005 aangeraden.Uit de hierboven aangegeven noden blijkt dat een beter aansluiten van het provinciaal jeugdwerk met het gemeentelijk beleid aangewezen is. Zie ook regionale platformen ( zie hoofdstuk 3.7.2.2.).

Sedert 1 januari 2001 is het reglement op provinciaal jeugdwerk van kracht (gestemd in de Provincieraad van 12 september 2001 maar in voege tredend met terugwerkende kracht). Omdat het een nieuw reglement betreft, is de afspraak gemaakt met de jeugdraad om na één jaar werking een evaluatie op te maken. Deze evaluatie is gebeurd en een aantal wijzigingen op het reglement zijn voorgesteld. Tijdens de laatste zitting van de Provincieraad, op 10 december 2003 zullen deze vernieuwingen worden voorgelegd. Bedoeling is dat tweejaarlijks het reglement en de uitvoering ervan onder de loep wordt genomen. Het landschap in jeugdwerkland verandert voortdurend en daarom is het evident dat de belangrijke beleidsinstrumenten daaraan blijven aangepast worden.

In 2004 wordt een bedrag van 25 000 EUR van de projectsubsidies overgeheveld naar de structurele subsidies. Eén van de voorgestelde vernieuwingen aan het structureel reglement is dat ook startende jeugdwerkinitiatieven, die de instapdrempel van het reglement nog niet halen, op het reglement "provinciaal jeugdwerk" terecht kunnen.

Daarbij komt ook dat elk jaar zal worden getracht om in de mate van de budgettaire mogelijkheden een indexering van het totaal subsidiebedrag te realiseren.

actiepunt . middelen resultaten

2003 - evaluatie reglement 580 000 EUR uitvoering reglement vernieuwd reglement

2004 - extra middelen worden toegevoegd voor starters

- indexering

610 000 EUR uitvoering reglement

JWBP versie 25/05/2023 p.26

Page 27: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

2005 - evaluatie reglement- indexering

620 000 EUR - uitvoering reglement- eventuele vernieuwing reglement

2006 indexering 630 000 EUR uitvoering reglement2007 -evaluatie reglement

- indexering640 000 EUR - uitvoering reglement

- eventuele vernieuwing reglement

3.1.4.2. projectsubsidie

In 2003 werd uitvoering gegeven aan de twee projectreglementen die bestonden: "Bijzondere Jeugdinitiatieven" en "Jeugdwelzijn en Preventie". In totaal werden er 12 projecten weerhouden voor subsidie.

Nadat het reeds was aangekondigd in de jaarplannen van 2001 en 2002 zijn de subsidiereglementen voor projecten uiteindelijk toch samengevoegd en geïntegreerd in één reglement "jeugdprojecten". Vanaf 2004 zal daaraan uitvoering worden gegeven. Het budget wordt met ongeveer een kwart verminderd. Reden daarvoor is dat vanaf deinwerkingtreding van het nieuwe reglement, startende jeugdwerkinitiatieven niet meer terechtkunnen op het projectenreglement. Zij moeten zich richten op de criteria in het reglement "provinciaal jeugdwerk". Het budget dat dus van het projectenkrediet wordt afgehaald is verhuisd naar het krediet voor "provinciaal jeugdwerk".

actiepunt . middelen resultaten

2003 - samenvoegen van twee projectreglementen tot één- uitvoeren twee reglementen

99 368 EUR gesubsidieerde projecten

2004 - uitvoering samengevoegd reglement 75 000 EUR gesubsidieerde projecten2005 - uitvoering samengevoegd reglement 75 000 EUR gesubsidieerde projecten2006 - uitvoering samengevoegd reglement 75 000 EUR gesubsidieerde projecten2007 - uitvoering samengevoegd reglement 75 000 EUR gesubsidieerde projecten

3.1.4.3. convenanten

Convenanten kunnen heel geschikte overeenkomsten zijn tussen een derde en het provinciebestuur waarin het bestuur een nauwkeurig omschreven opdracht toewijst aan een externe organisatie in ruil voor subsidies.

Reeds een vijftal jaar werkt het provinciebestuur nauw samen met Cojema om het jeugdwelzijnswerk in Oost-Vlaanderen te coördineren en gemeentebesturen rond de thematiek te enthousiasmeren. Aangezien er nog steeds veel vragen komen vanuit de gemeenten en vanuit het reguliere jeugdwerk, blijft het bestuur ook de volgende jaren met Cojema een convenant uitwerken die jaarlijks naar inhoud kan worden bijgestuurd.

Met de Oost-Vlaamse Federatie voor Jeugdhuizen en Jongerencentra (OVFJ) werd in het verleden een convenant afgesloten. De opdracht bestond uit een actieonderzoek in de sector van de jeugdhuizen met het oog op een detectie van noden en behoeften. OVFJ heeft dit drie jaar durende project afgesloten met een reeks conclusies, inclusief verbeteringsvoorstellen. Het bestuur oordeelde dat

JWBP versie 25/05/2023 p.27

Page 28: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

gedurende twee werkjaren (najaar2003-zomer2005) zal worden gewerkt aan uitbouw en verankering van regionale platforms die kunnen uitgroeien tot een soort zelfhulpgroepen waar tegelijk ook uitwisseling en vorming aan bod kunnen komen. Gedurende twee jaar zal jaarlijks een bedrag van 37 500 EUR worden gereserveerd voor het project.

actiepunt middelen resultaten

2003 - opmaken convenant 2004 - opmaken convenant met OVFJ

50 000 EUR37 500 EUR

uivoeren convenant Cojema 2003opstart nieuw project OVFJ

2004 - opmaken convenant 2005 37 500 EUR50 000 EUR

uitvoeren convenant OVFJuivoeren convenant Cojema 2004

2005 - opmaken convenant 2006 ----------------50 000 EUR

afronden convenant OVFJuivoeren convenant Cojema2005

2006 - opmaken convenant 2007 50 000 EUR uivoeren convenant Cojema 20062007 - evaluatie van het hele project en

eventueel opmaken convenant 200850 000 EUR uivoeren convenant Cojema 2007

3.1.4.4. overleg tussen provinciaal jeugdwerk en jeugdbeleid op lokaal en regionaal niveau Het provinciebestuur hecht heel veel belang aan regionaal overleg en samenwerking. Kleinere partners (hetzij gemeenten, jeugdhuizen, speelpleinen of iets anders) aan dat overleg kunnen worden meegezogen in de slipstream van de grotere partners. Op vraag van het provinciaal jeugdwerk zullen de regionale overlegplatforms rond jeugdbeleid zoals WASO, MISO, Redio en OZO – met als leden voornamelijk de gemeentelijke jeugdconsulenten – op gezette tijden worden uitgebreid met vertegenwoordigers van het provinciaal jeugdwerk om op een structurele manier in contact te kunnen komen met gemeentelijke jeugdconsulenten. De komende jaren kunnen de regionale overlegstructuren het "raakvlak" worden tussen een categoriale benadering van het jeugdwerk (vanuit het provinciaal jeugdwerk) en het gemeentelijk beleid.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 inventariseren wat agenda's zijn 1 bijeenkomst per jeugdplatform2005 1 bijeenkomst per jeugdplatform2006 1 bijeenkomst per jeugdplatform2007 1 bijeenkomst per jeugdplatform

JWBP versie 25/05/2023 p.28

Page 29: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.2. KadervormingSoms heerst enige onduidelijkheid over de term kadervorming. Om misverstanden te vermijden worden de termen "vorming", "kadervorming" en "kadervorming die leidt naar attesten" naast elkaar gezet.Vorming is in het decreet op het plaatselijke jeugdwerkbeleid van 1993 nog omschreven als "groepswerk dat gericht is op persoonlijk en maatschappelijke vorming van de jeugd. De thema's en vormingsinhouden zijn relevant voor de groep. Vormingswerk wordt procesmatig aangepakt". Vorming in dit geval richt zich dus naar de jeugd die participeert aan het jeugdwerk.Kadervorming daarentegen richt zich naar de (toekomstige) begeleiders in dat jeugdwerk. In het decreet op gemeentelijk, intergemeentelijk en provinciaal jeugdwerkbeleid van 14 februari 2003 wordt kadervorming gedefinieerd als "de samenhangende opleiding en begeleiding van de verantwoordelijke en toekomstig verantwoordelijke personen die ermee belast zijn jeugdwerkinitiatieven te animeren en te begeleiden".

3.2.1. een situatieschets met objectieve gegevens

3.2.1.1. Het decreet landelijk jeugdwerk

Op 29 mei 2002 werd het decreet op het Vlaams Jeugdbeleid door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Dit hield onder meer nieuwe voorwaarden in voor erkenning en subsidiëring van het landelijk jeugdwerk. Landelijk jeugdwerk is de verzameling privaatrechterlijke organisaties die aan jeugdwerk doen met deelnemers uit vier verschillende provincies, waarbij Brussel-Hoofdstad met een provincie wordt gelijkgesteld.Deze organisaties moeten hun werking uitbouwen binnen één of meerdere van deze modules:

begeleiding van lokale jeugdverenigingen;

activiteitenaanbod voor de jeugd;

begeleiding of vorming van jeugdwerkers;

productontwikkeling

Heel wat landelijke jeugdorganisaties hebben ervoor geopteerd om zich onder meer te richten op het organiseren van vorming voor jeugdwerkers ofte kadervorming. Deze erkende kadervorming, georganiseerd door een landelijk jeugdwerkinitiatief, is de enige vorming die kan leiden tot een vormingsattest. De Afdeling Jeugd en Sport erkent met andere woorden enkel kadervorming die wordt georganiseerd door jeugdwerk dat zijzelf erkent. De te behalen attesten zijn – in die volgorde van chronologie – monitor, hoofd-monitor, instructor en hoofd-instructor in het jeugdwerk.Provinciale of gemeentelijke jeugdwerkorganisaties en -besturen kunnen dus op zich wel kadervorming opzetten maar daar geen erkende vormingsattesten voor uitreiken.

3.2.1.2. Het subsidiereglement "provinciaal jeugdwerk"Het provinciaal subsidiereglement "provinciaal jeugdwerk" subsidieert provinciale en regionale jeugdwerkinitiatieven voor de werking die ze ontplooien. Er zijn een aantal activiteitengroepen waar de organisaties kunnen op "scoren". Recreatieve

JWBP versie 25/05/2023 p.29

Page 30: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

activiteiten opzetten, regionale bijeenkomsten organiseren, lokale afdelingen begeleiden, … en kadervorming organiseren hoort daarbij. Om aan tonen dat de subsidies voor de kadervormingsactiviteiten een aanzienlijk aandeel vormen van het totaal budget dat aan betreffend reglement is gekoppeld, krijgt u een overzicht van de subsidies uit 2002. In dat jaar werd dus 580 000 EUR gereserveerd voor de uitvoering van het reglement "provinciaal jeugdwerk". 16% of 92 800 EUR ging naar het subsidiëren van kadervormingsactiviteiten.

3.2.1.3. Kadervorming in samenwerking met het provinciebestuurHet provinciebestuur zet heel wat vormende activiteiten op het getouw. Rond jeugdwerkbeleidsplanning, ruimte, veilig spelen en dergelijke meer zijn de afgelopen jaren meerdere vormingsmomenten georganiseerd voor het jeugdwerk. Voor deze sessies wordt steevast samengewerkt met actoren uit het werkveld :de Afdeling Jeugd en Sport, VVJ, Vlaamse Dienst Speelpleinwerk, enzomeer. Het principe is dat de jeugddienst en de externe partner(s) samen het programma bekijken en opmaken – in ieder geval wordt steeds gezocht naar goede voorbeelden uit de buurt – dat de jeugddienst meehelpt bij de promotie via zijn kanalen (nieuwsbrief, website, e.d.), dat de zaal – auditorium en receptieruimte – wordt ter beschikking gesteld en dat voor een maximumbedrag van 750 EUR wordt tussengekomen in de kosten van sprekers, eten, drinken en andere dingen.

3.2.1.4. JeugdvormingsinfrastructuurHet jeugdvormingscentrum Dendermonde is in volle ontwikkeling, zoveel is zeker. Momenteel wordt nog geen grote promotie gevoerd rond het beschikbare complex omdat het nog niet volledig klaar is en een goede beheersformule nog niet rond is. Groepen die vroeger "de Witte Villa" in Heynsdaele, Ronse reeds reserveerden, worden wel opgevangen in Dendermonde. Tegen 2005 moet het jeugdvormingscentrum voor de volle 100% operationeel zijn.Daarnaast wordt ook onderzocht in hoeverre enkele kleinere provinciale verblijfseenheden dienstig kunnen zijn als jeugdvormingscentrum.

JWBP versie 25/05/2023 p.30

Page 31: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.2.2. gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden

- De gemeentebesturen hebben meestal wel een regeling om tussen te komen in de kosten die gemaakt worden door individuele jongeren voor kadervorming. Enkel jongeren uit de eigen gemeente komen daarvoor in aanmerking. Jongeren die leiding geven in een andere gemeente dan hun woonplaats vallen regelmatig uit de boot. Afstemming van de betreffende reglementen tussen de gemeenten zou daar een mooie actie zijn.

- Kadervorming gebeurt in vele gevallen in internaatsformule. Voor allochtone meisjes bijvoorbeeld vormt dat een probleem gezien dit door de gemeenschap niet echt wordt getolereerd. Er dienen formules uitgewerkt te worden die het toch mogelijk maken dat gebreveteerde allochtone meisjes aan de slag kunnen binnen het jeugdwerk.

- Het landelijk jeugdwerk is de enige actor die gemachtigd is om cursussen, sessies, opleidingen te organiseren die leiden tot attesten van animator, hoofd-animator, instructor en hoofd-instructor. Sommige actoren uit het provinciale en zelfs uit het gemeentelijke jeugdwerk zijn vragende partij om ook dergelijk opleidingen te mogen organiseren.

- Wanneer kadervorming wordt georganiseerd moet dat gebeuren in daarvoor uitgeruste locaties. Een complex dat dienst doet als jeugdverblijfplaats is niet per definitie geschikt als jeugdvormingscentrum. Een jeugdvormingscentrum moet dus naast slaaplokalen ook beschikken over voldoende "les"lokalen, audio-visueel materiaal enzovoort. Zeker voor grote groepen bestaat een tekort in onze provincie. Maar ook kleine, goed uitgeruste en betaalbare vormingscentra zijn zeer schaars.

- Zoeken naar pistes om onderwerpen als "duurzame ontwikkeling, kinderrechten, toegankelijkheid te implementeren in de kadervorming van het provinciaal jeugdwerk

3.2.3. de visie en de algemene doelstellingen die de deputatie vooropstelt

doelstelling :

In consequentie met de doelstellingen met betrekking tot de ondersteuning van het jeugdwerk, wil het provinciebestuur het organiseren van kadervorming verder ondersteunen als middel om te komen tot een kwalitatieve en kwantitatieve groei van het jeugdwerk. Dit ondersteunen kan onder meer gebeuren door het faciliteren van bestaande initiatieven of door het nemen van eigen initiatieven maar steeds in overleg met het werkveld en in complementariteit met andere overheidsniveaus.

3.2.4. de concrete acties die zullen worden ondernomen.

3.2.4.1. Kadervorming rond specifieke thema's

Enerzijds zal het provinciebestuur zeker enkele kadervormingsinitiatieven mee ondersteunen. Welke het juist zullen zijn, hangt af van de thema's die zich opdringen en de noden die op dat vlak worden aangevoeld. Maar het provinciebestuur wil steeds particuliere organisaties ondersteunen opdat hun kadervormingsactiviteit

JWBP versie 25/05/2023 p.31

Page 32: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

succesvol zou worden, voor zover de thematiek van de vorming aansluit bij het provinciaal beleid terzake.

Anderzijds zal het bestuur organisaties aanzetten om zelf meer kadervorming op touw te zetten. Zo zal Uit de Marge - en haar Oost-Vlaams steunpunt Cojema – worden gevraagd om meer aandacht te hebben voor de opleiding van "ervaringsdeskundigen" (zie ook 3.3.4.4.4.) – jongeren die zelf uit de doelgroep maatschappelijk kwetsbaren komen – en zal Cojema ook kadervormingsessies organiseren rond het thema "maatschappelijke kwetsbaarheid" en "toegankelijkheid" naar het reguliere jeugdwerk (zie ook 3.3.4.4.2. en 3.3.4.4.3.). Ook met betrekking tot "inclusief jeugdwerk" zijn activiteiten gepland. Bedoeling is dat de sector van het jeugdwerk met gehandicapten zelf de collega's uit het reguliere jeugdwerk "bijschoolt" rond de inclusiviteitsgedachte (zie ook 3.9.4.3.2.).

actiepunt . middelen resultaten

2003 vorming rond ruimtelijke ordeningvorming rond opmaak jeugdwerkbeleidsplanzie ook 3.3.4.4.4.

750 EUR per vorming waar-aan het bestuur meewerkt

gevormde jeugdwerkers, betere acties rond de thema's in de gemeenten en in het jeugdwerk

2004 vorming rond thema's van het momentzie ook 3.3.4.4.4.

idem idem

2005 vorming rond thema's van het momentzie ook 3.3.4.4.4.

idem idem

2006 vorming rond thema's van het momentzie ook 3.3.4.4.4.

idem idem

2007 vorming rond thema's van het momentzie ook 3.3.4.4.4.

idem idem

3.2.4.2. JeugdvormingsinfrastructuurHet provinciebestuur wil het jeugdvormingscentrum in Dendermonde uitbouwen tot een volwaardig vormingsinstituut. Er zullen nog heel wat stappen gezet worden op gebied van infrastructuur en op vlak van beheer. Tegen 2005 zal het vormingscentrum op volle kracht moeten draaien.De 3e Directie – Patrimonium en Technische Dienst – dienst Gebouwen en de jeugddienst hebben samen een plan uitgewerkt met betrekking tot de nodige aanpassingen in het gebouw. Aanpassingswerken zijn gebeurd in functie van de toegankelijkheid (traplift, hellend vlak, aangepast sanitair). Er wordt gewerkt aan een groenere omgeving (tuin wordt aangelegd en ingericht), een goed uitgeruste broodkeuken wordt geïnstalleerd (najaar 2004), het aantal overnachtingsplaatsen wordt opgetrokken tot 150 eenheden, het aantal vormingslokalen wordt uitgebreid, extra audio-visueel materiaal wordt aangekocht, enzomeer. Voor de uitrusting van de lokalen heeft de jeugdsector een jaarlijks bedrag van 33 640 EUR ter beschikking terwijl nog 5 400 EUR beschikbaar is om herstellingen te bekostigen. Andere investeringen gebeuren door de Technische Diensten.

Naast de werkzaamheden aan het grote jeugdvormingscentrum wordt ook gewerkt aan het uitbreiden van het aanbod in Oost-Vlaanderen van kleinere vormingscentra. Het bestaande provinciale aanbod aan overnachtingsmogelijkheden wordt in kaart gebracht en gescreend op mogelijkheden voor jeugdvorming. Hierbij wordt in de eerste plaats gedacht aan het provinciaal domein Het Leen (bosklassencentrum) in Eeklo, provinciaal domein De Boerekreek (nu enkel gebruikt in functie van sportklassen) in Sint-Jan-in-Eremo en jeugdherberg 't Schipken op het provinciaal domein De Gavers in Geraardsbergen. De vragen die daarbij onder meer moeten

JWBP versie 25/05/2023 p.32

Page 33: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

worden gesteld: zijn de gebouwen functioneel, is het verblijf betaalbaar voor jeugdwerkinitiatieven, is de doelgroep combineerbaar met de andere gebruikers, welke extra investeringen zijn vereist, enzovoort.

Tenslotte zal in 2005 worden bekeken wat de noden zijn met betrekking tot een eventueel tekort aan vormingscentra. Wanneer blijkt dat op dat moment nog een tekort is aan vormingscentra, dat ze niet betaalbaar zijn of niet goed uitgerust, kan overwogen worden om een subsidiereglement op te maken.

actiepunt . middelen resultaten

2003 aanpassingswerken voor toegankelijkheid

techn. dienst(aankoop)33 640 EUR

(herstel) 5 400 EUR

toegankelijk jeugdvormingscentrum

2004 - werken aan de broodkeuken en de vormingslokalen en aanschaffen van audio-visueel materiaal; beheerder aanstellen;

- screening van Bosklassencentrum en Boerekreek

techn. dienst

33 640 EUR5 400 EUR

- realisatie broodkeuken- realisatie drie extra ruime

vormingslokalen- extra audio-visueel

materiaal- nieuwe beheersformule

2005 - promocampagne opzetten met grootse opening

- screening van 't Schipken- screening bestaande vormingscentra

- eventuele opmaak subsidiereglement

techn. dienst33 640 EUR

5 400 EURvoor opening & promo

2 000 EUR

- officiële opening Dendermonde

- eventueel subsidiereglement

2006 subsidiereglement in werking (o.v.) nog onduidelijk extra en/of beter uitgeruste jeugdvormingslocaties

2007 subsidiereglement in werking (o.v.) nog onduidelijk extra en/of beter uitgeruste jeugdvormingslocaties

3.2.4.3. Zoeken naar complementariteit

Overheidsmiddelen zijn schaarse producten, subisies niet oneindig, integendeel. Daarom is het zeer belangrijk dat wordt afgewogen welk overheidsniveau welke opdrachten op zich neemt. Dit hele proces heeft zich afgespeeld binnen het kerntakendebat. Het provinciebestuur constateert dat momenteel vanuit elk overheidsniveau – Vlaanderen, provinciebesturen en gemeenten – subsidies worden vrijgemaakt voor kadervorming. Dat geeft aan hoe belangrijk iedereen kadervorming wel vindt, en terecht.Toch moet de vraag worden gesteld of het wel goed is dat kadervorming op de drie niveaus op die manier wordt ondersteund. Daarom wil het provinciebestuur in 2005 een doorlichting maken van de subsidiestromen op vlak van kadervorming. De resultaten zullen worden meegenomen in de evaluatie van het subsidiereglement "provinciaal jeugdwerk".

JWBP versie 25/05/2023 p.33

Page 34: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

200320042005 doorlichting subsidiestromen rond

kadervorming ------------- bijsturing reglement "provinciaal jeugdwerk"

20062007

3.2.4.4. Ondersteuning vanuit gemeentebesturen afstemmenIn de schoot van de verschillende regionale overlegplatforms en VVJ-Oost-Vlaanderen moet een discussie op gang komen over de wijze waarop gemeentebesturen individuele jongeren financieel ondersteunen wanneer die kadervorming (die tot een attest leidt) volgen. Op die manier wordt ervoor gezorgd dat jongeren niet tussen schip en wal terechtkomen.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 overleg tussen gemeentelijke

jeugdambtenaren op gang trekken

----------- uitwerken van één standaard

2005 gemeenten passen hun reglement aan de standaard aan

20062007

JWBP versie 25/05/2023 p.34

Page 35: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.3. Toegankelijkheid van het jeugdwerkToegankelijkheid van het jeugdwerk is een "hot item". Dat was zo al jaren geleden toen, via het decreet op het lokaal jeugdwerkbeleid, heel wat middelen werden gereserveerd voor jeugdwerkinitiatieven die zich uitsluitend of in eerste instantie richtten op maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren.

In eerste instantie werden die gelden doorgestort aan de gemeenten (als doorgeefluik) waar zogenaamde "werkingen voor kansarme kinderen en jongeren" actief waren. Later, in het kader van het jeugdwerkbeleidsplan 1999-2001, werden alle gemeenten verplicht na te gaan of maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren in de gemeente woonden en op welke manier aan hun noden en behoeften omtrent vrijetijdsbesteding werd tegemoet gekomen. Voor de gemeenten die extra middelen toegeschoven kregen vanuit Vlaanderen in functie van de aanwezigheid van (meer dan het gemiddelde) maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren op hun grondgebied, werd op 21 april 1998 een besluit genomen door de Vlaamse Regering. Dat regelde de verdeling van deze extra middelen. In de jeugdwerkbeleidsplanning van 2002-2004 moet het gemeentebestuur daar zelfs een apart hoofdstuk aan wijden. Wanneer bleek dat er meer maatschappelijke kwetsbaarheid voorkwam dan gemiddeld in heel Vlaanderen, kreeg de gemeente een extra subsidie om daaraan te verhelpen.

Telkens in het verleden werd verwezen naar "maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren", doelde men op kinderen en jongeren afkomstig uit kansarme gezinnen, van Turkse of Maghrebijnse origine, gekend in de Bijzondere Jeugdbijstand, met een lage opleidingsgraad, langdurig werkloos, enzovoort. Iedereen van deze groepen over dezelfde kam scheren is echter uit den boze. Immers, niet alle Marokkaanse migranten zijn maatschappelijk kwetsbaar, niet iedereen die op een gegeven moment met de Bijzondere Jeugdbijstand in aanraking is gekomen is een vogel voor de kat, …

Toch zijn dit nog steeds de groepen die in beeld komen wanneer gepraat wordt over "toegankelijk jeugdwerk". Het moet duidelijk zijn dat dit hoofdstuk niet handelt over kinderen en jongeren met een handicap. Het spreekt voor zich dat het belangrijk geacht wordt dat deze jongeren ook aan (het) jeugdwerk kunnen participeren. Wat daarond reeds gebeurt en welke maatregelen nog dienen genomen te worden, wordt echter onder punt 6.9. weergegeven.

3.3.1. een situatieschets met objectieve gegevens;

3.3.1.1. Een theoretisch kader rond "maatschappelijke kwetsbaarheid" en "toegankelijkheid"

"Maatschappelijke kwetsbaarheid" is een begrip dat meerdere facetten heeft. Vele (zoniet alle) visies rond het thema zijn ideologisch ingekleurd. Toch is het belangrijk een aantal aspecten rond maatschappelijke kwetsbaarheid te benoemen.

Je kan maatschappelijke kwetsbaarheid duiden als een gevolg van individuele en structurele oorzaken. Je legt op die manier de fout van de achterstelling ofwel bij het individu ofwel bij de maatschappij. Wat er ook van zij, kinderen en jongeren hebben het niet makkelijk wanneer ze opgroeien in een gezin dat een pak tekorten ervaart (te weinig vorming, te weinig respect voor hun eigenheid, te weinig informatie over de samenleving, …) en dat wordt geconfronteerd met heel wat negatieve ervaringen

JWBP versie 25/05/2023 p.35

Page 36: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

(sancties op school, te veel controle en discriminatie, …). Men kan er ook niet omheen dat maatschappelijke kwetsbaarheid een gegeven is dat heel moeilijk te doorbreken is.

Die vicieuze cirkel doorbreken moet gebeuren via verschillende invalshoeken en levensdomeinen. Zo moet op school extra aandacht worden geschonken aan deze kinderen en jongeren, moet iets gedaan worden aan het werkloosheidsprobleem zowel van de jongvolwassenen als van de (meestal laaggeschoolde) ouders, moet een klimaat worden geschapen van algemeen respect voor de medeburger, enzomeer.

Om te kunnen deelnemen aan de maatschappij, moet ruimte geschapen worden en moet die ruimte op haar beurt dan weer toegankelijk zijn voor alle burgers, inclusief maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Er wordt gesproken over fysieke toegankelijkheid (lees: toegankelijkheid van de fysische ruimte), psychische toegankelijkheid en beleidstoegankelijkheid.

Fysieke toegankelijkheid betekent dat de ruimte die bedoeld is voor de jeugd beschikbaar moet zijn (bijvoorbeeld met openingsuren die passend zijn voor kinderen en jongeren), dat de ruimte bereikbaar moet zijn (een jeugdhuis ergens op grote afstand van een woonkern is niet echt zinvol), dat ze betaalbaar moet zijn (geen hoge inkom- of lidgelden) en dat ze bruikbaar moet zijn (geen porseleinwinkel).

Tevens moet er voldoende psychische toegankelijkheid zijn. Dit wil zeggen dat de jeugdinitiatieven respect uitstralen voor het normen- en waardenpatroon van de kinderen en jongeren. Inzonderheid het referentiekader van de maatschappelijk kwetsbaren is niet steeds voor de hand liggend om te hanteren voor de jeugdwerkers die meestal uit de middenklasse komen. Deze discrepantie leidt ertoe dat maar weinig maatschappelijk kwetsbaren worden bereikt door het jeugdwerk (bereikbaarheidsdrempel). En als ze al worden bereikt, is het heel moeilijk om ze binnen het jeugdwerk te houden. Het gedrag van een aantal jongeren wordt als storend en onaangepast ervaren, waardoor conflicten ontstaan en de jongeren afhaken (hanteerbaarheidsdrempel).

Tenslotte is er de dubbel te interpreteren beleidstoegankelijkheid. Enerzijds moet het beleid voldoende aandacht hebben om het jeugdwerk toegankelijker te maken op fysiek en psychisch vlak. Maar anderzijds moet datzelfde beleid ook voor transparantie zorgen en kansen geven op participatie en inspraak. In functie van de niet georganiseerde jeugd (in het bijzonder de maatschappelijk kwetsbaren) is dit geen eenvoudige zaak.

In de studie van Tom Van der Borght, toegankelijkheidsmedewerker van Uit de Marge, wordt dit als volgt samengevat:"Binnen onze samenleving is er een groeiend gebrek aan ruimte voor kinderen en jongeren, zowel in de fysieke als psychische zin van het woord. Dit fenomeen stelt zich mogelijk nog scherper naar maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren toe vermits een groot deel van deze ruimte wordt ingenomen door maatschappelijke instellingen zoals bvb. het jeugdwerk. Tussen deze doelgroep en deze maatschappelijke instellingen bestaat immers een structurele kloof. Toegankelijkheidsverhoging van het jeugdwerkaanbod kan specifiek naar deze doelgroepen toe een belangrijk instrument zijn om oplossingen te bieden voor dit fundamenteel ruimtegebrek. Essentieel is dat toegankelijkheid op de juiste manier benaderd wordt. Het creëren van meer psychische toegankelijkheid voor deze jongeren staat hier centraal, waarbij het oog (leren) hebben voor de eigenheid van

JWBP versie 25/05/2023 p.36

Page 37: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

deze gasten en het eigen aanbod organiseren vanuit een fundamenteel wederzijds respect voor deze eigenheid, centraal staan."

Laat wel duidelijk zijn dat het jeugdwerk in al zijn diversiteit nu reeds heel wat inspanningen levert om de maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren te bereiken door drempels weg te nemen. Toch dient vermeld te worden dat niet alle initiatieven even succesvol zijn en dat het zeker geen kwaad kan als nóg meer en beter overwogen acties plaatsvinden.

3.3.1.2. Coördinatie van Jeugdwerk met Maatschappelijk Achtergestelden (COJEMA)Het provinciebestuur heeft een convenant afgesloten met de provinciale steunpilaar van de landelijke jeugddienst Uit de Marge, met name Cojema, waardoor de organisatie in ruil voor het vervullen van een reeks opdrachten financiële ondersteuning geniet ter waarde van 50 000 EUR. Het concrete takenpakket van Cojema voor 2003 bestaat uit :

- deelname aan de vergaderingen van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd (algemene vergadering, dagelijks bestuur en werkgroep "maatschappelijke kwetsbaarheid" in functie van de opmaak van het JWBP);

- intervisie voor coördinatoren van jeugdwerkingen met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (5 sessies per jaar);

- maandelijkse intervisie voor de jeugdwerkers die actief zijn binnen de betreffende jeugdorganisaties (10 keer per jaar);

- kadervorming opzetten (samen met andere partners) voor de doelgroep (animatorencursus, introductiecursus, coördinatorencursus, toegankelijkheidscursus);

- functie van toegangspoort opnemen voor het project "Sleutels voor een toegankelijk jeugdwerk" (zie ook 6.3.1.2.);

- samenwerking realiseren met aanverwante organisaties in de provincie, met name het Vlaams Overleg Straathoekwerk (VOS) en Jeugdwelzijnswerk OndersteuningsNetwerk Gent (JONG); deze samenwerking resulteert minimaal in een gezamenlijke nieuwsbrief en in een ronde tafel over de evoluties en de stand van zaken in de sector;

- een signalennota opmaken om vragen, noden en behoeften, nieuwe tendensen, … aan te geven;

- op vraag van Oost-Vlaamse gemeentebesturen, organisaties en overlegplatforms raadgever of vormingsinitiatief zijn ter plaatse of organisator van lokale platforms rond jeugdwelzijnswerk/toegankelijk jeugdwerk;

De stuurgroep van Cojema volgt de werkzaamheden van het project op. Naast mensen van Uit de Marge en Cojema zelf, zitten er ook vertegenwoordigers van VOS (straathoekwerk), JONG (koepel van jeugdwelzijnswerk uit Gent), Vereniging voor Vlaamse Jeugddiensten en –consulenten (VVJ), Chiro, Provinciaal Integratiecentrum (PICO), Lejo (jeugddienst voor leerjongeren en jongeren uit de bijzondere jeugdbijstand), Habbekrats (jeugddienst voor randgroepjongeren), Provinciale Dienst Minderheden, Provinciale jeugddienst.

3.3.1.3. Draaiboek van CMGJ

Het Limburgse "Centrum voor Maatschappelijke Gelijkheid en Jeugdwelzijn" heeft in samenwerking met het provinciebestuur van Limburg en met de Limburgse jeugdraad een map samengesteld waarmee een gemeentebestuur en een

JWBP versie 25/05/2023 p.37

Page 38: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

jeugdwerkorganisatie aan de slag kan gaan wanneer ze wenst te werken aan toegankelijkheid van het jeugdbeleid in het algemeen en het jeugdwerk in het bijzonder. In de map is een hoofdstuk gewijd aan hoe je omgeving te analyseren alvorens concrete acties te ondernemen. Er zijn stukken die handelen over het bevorderen van participatie van allochtonen, over het werken met maatschappelijk kwetsbaren, over het verhogen van toegankelijkheid binnen bestaande werkingen, over werken met vluchtelingenkinderen, enzomeer.Het provinciebestuur heeft daarvan 150 exemplaren aangekocht.

3.3.1.4. Uit de Marge en haar project "Puzzelen voor een toegankelijk jeugdwerk"

Op Vlaams niveau is "Uit de Marge" (UDM) een jeugddienst die actief is rond jeugdwerk en maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Zij hebben een drieledige doelstelling: de kwaliteit van jeugdwerkingen met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren bevorderen, de relatie tussen dat jeugdwerk en andere maatschappelijke sectoren stimuleren en het reguliere jeugdwerk (jeugdbewegingen, jeugdhuizen, speelpleinwerkingen en andere) toegankelijker maken.

Naar aanleiding van die doelstellingen is UDM gestart met een project "Puzzelen voor een toegankelijk jeugdwerk". Daarin wil zij op zoek gaan naar sleutels om deuren te openen die tot op heden dichtblijven. De deuren waarop wordt gedoeld zorgen voor een scheiding tussen jeugdwerk en maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Via samenwerking tussen beleid, jeugdwerk en welzijnsactoren moet gestreefd worden naar een ontsluiting.

In functie van dit project worden vijf grote "pijlen" afgeschoten:1. het draaiboek van CMGJ introduceren: een analyse-instrument om het

gemeentelijk beleid naar maatschappelijk kwestbaren in kaart te brengen en bij te sturen;

2. stimulering: jeugdwerkers sensibiliseren omtrent maatschappelijke kwetsbaarheid, toegankelijkheid, eigenheid van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, basishouding tegenover hen, enzomeer;

3. procesbegeleiding: elke jeugdraad, jeugddienst of jeugdorganisatie kan Uit de Marge inhuren om een stelselmatige procesbegeleiding op maat te verzorgen en dit vanaf het uitschrijven van de probleemstelling tot het opmaken van een actieplan en de evaluatie ervan;

4. vorming: een vormingsaanbod zal worden uitgewerkt rond toegankelijk jeugdwerk waaruit lokale groepen op maat een greep kunnen doen;

5. informatie: een databestand zal worden aangemaakt met allerlei info betreffende het onderwerp;

Per uur vorming rekent UDM 40 euro aan.

Het project van Uit de Marge is gestart op 1 januari 2003 en loopt tot eind 2005. Het zal in Oost-Vlaanderen uitgebouwd worden als volgt:

a. Cojema: is het eerste aanspreekpunt (= inrijpoort) voor het Oost-Vlaamse werkveld;

b. provinciale jeugddienst: voert promo voor het aanbod van het project en maakt waar nodig provinciale beleidsvertaling;

c. een provinciale ondersteuningsgroep toegankelijkheid waarin:- Uit de Marge/Cojema/Jong zal zorgen voor ondersteuning van vrijetijdswerkingen met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren;- PICO werkingen met allochtonen en vluchtelingen zal bereiken;

JWBP versie 25/05/2023 p.38

Page 39: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

- Lejo vragen zal beantwoorden van initiatieven met laaggeschoolde jongeren en voorzieningen uit de bijzondere jeugdbijstand;- Habbekrats zijn kennis zal delen rond jongeren in maatschappelijk kwetsbare posities;- VOS zich zal inlaten met vragen uit de hoek van rondhangende jongeren en straathoekwerk; - Provinciale Dienst Minderheden zal instaan voor antwoorden op vragen rond allochtone kinderen en jongeren;- VVJ contacten zal leggen met gemeentelijke jeugddiensten.

Bovengenoemde organisaties worden dus op hun sterkst uitgespeeld. Al deze actoren zullen ook op geregelde tijdstippen samenkomen in een stuurgroep om het project te volgen en waar nodig bij te sturen.

3.3.1.5. Inventarisatie van jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbarenIn eerste instantie zijn er een aantal organisaties die volledig of deels actief zijn rond jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, maar dan op een tweede lijn. Deze organisaties bieden kadervorming aan voor lokale jeugdwerkinitiatieven en gemeentebesturen en zijn pleitbezorger voor hun sector naar de overheid en naar andere werkvelden toe.

- Voor het jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbaren (ook wel "jeugdwelzijnswerk" genoemd) zijn dit :

Cojema (Cöordinatie Jeugdwerk met Maatschappelijk Achtergestelden)(Steunpunt van Uit De Marge voor Oost-Vlaanderen, actief in de hele provincie behalve Stad Gent)Sint-Jacobsnieuwstraat 509000 GentTel: 09 233.00 56 E-mail: [email protected]

Vzw JONG - Jeugdwelzijnswerk OndersteuningsNetwerk Gent (actief enkel binnen de Stad Gent)Sint-Jacobsnieuwstraat 509000 GentTel: 09 235 23 40E-mail: [email protected]

vzw V.O.S. (Vlaams Overleg Straathoekwerk)Kortrijksesteenweg 1859000 GentTel: 09 245 37 07 E-mail: [email protected]

Provinciaal Integratiecentrum Oost-Vlaanderen (vzw PICO)Mercatorstraat 759100 Sint-NiklaasTel: 03 778 00 81E-mail: [email protected]

Daarnaast zijn een aantal lokale initiatieven die exclusief of in zeer belangrijke mate actief zijn op het vlak van jeugdwerk met maatschappelijk achtergestelden.

JWBP versie 25/05/2023 p.39

Page 40: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

- Voor Gent zijn dit:

Vzw Jamklub (wijk Muide-Meulestede)Meulesteedsesteenweg 259000 GentTel: 09 251 30 43E-mail: [email protected]

Vzw Puntkomma (wijk Muide-Meulestede)Port Arthurlaan 99000 GentTel: 09 259 22 42E-mail: [email protected]

Vzw Kadanz (wijken Sluizeken-Tolhuis-Ham en Blaisantvest-Briel)Sleepstraat 1189000 GentTel: 09 268 29 50E-mail: [email protected]

Vzw ‘t Leebeekje (wijk Nieuw Gent)E. De Deynestraat 29000 GentTel: 09 242 94 39E-mail: [email protected]

Vzw Habbekrats - Trefpunt Ledeberg en werking Gent centrum (De Fabriek en Het Praatkafee)E. Anseeleplein 39000 GentTel: 09 233 52 22E-mail: [email protected]

Vzw De Brug (Gent-Oost)E. Van Arenbergstraat 379040 GentTel: 09 218 86 60E-mail: [email protected]

Vzw Meisjeshuis Brugse Poort (wijk Brugse Poort)Meisjeshuis Brugse Poortafdeling Bevrijdingslaan 1659000 GentTel: 09/227 94 20E-mail: [email protected] KaarderijstraatKaarderijstraat 299000 GentTel: 09 226 07 15E-mail: [email protected]

CJWW Brugse Poort-RooigemKiekenstraat 4 bis9000 GentTel: 09 226 86 80E-mail: [email protected]

JWBP versie 25/05/2023 p.40

Page 41: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

CJWW Ledeberg-Oud GentbruggeScheldekaai 429050 GentbruggeTel: 09 232 27 61E-mail: [email protected]

LejoLange Kruisstraat 79000 GentTel: 09-235 49 81E-mail: [email protected]

- Voor de provincie Oost-Vlaanderen zonder Stad Gent zijn dit:

HabbekratsNieuwstraat 89220 HammeTel: 052 47 26 04E-mail: [email protected]

HabbekratsBookmolenstraat 59230 WetterenTel: 09 366 42 38E-mail: [email protected]

Jeugdhuis De NartistHoogkamerstraat 19140 TemseTel: 03 771 07 22E-mail: [email protected]

Jeugdhuis T-KlubKoophandelstraat 23-239160 LokerenTel: 09 348 20 30E-mail: [email protected]

Jeugdontmoetingscentrum Rechteroever (JOC Rechteroever)Jan Dewindtstraat 449300 AalstTel: 053 41 43 41E-mail: [email protected]

Stedelijk Jeugdcentrum BergendriesTweebruggenstraat 289160 LokerenTel: 09 350 95 33E-mail: [email protected]

Stedelijk JeugdcentrumSpintsterstraat 369600 RonseTel: 055 23 94 26E-mail: [email protected]

JWBP versie 25/05/2023 p.41

Page 42: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Lejo (voor een werking in Aalst)Lange Kruisstraat 79000 GentTel: 09-235 49 81E-mail: [email protected]

3.3.1.6. Inspanningen van het reguliere jeugdwerk naar maatschappelijk kwetsbaren

Verspreid over de hele provincie zijn lokale, particuliere en openbare jeugdwerkinitiatieven, de één bewuster dan de ander, aan de slag met het toegankelijker maken van jeugdwerk. Een totaal overzicht daarvan geven is onbegonnen werk. Binnen sommige jeugdbewegingen werkt men met "stadsgroepen". Dat zijn lokale afdelingen van jeugdbewegingen in wijken waar veel maatschappelijke achterstelling heerst. Daar is het heel moeilijk om kinderen en jongeren gemotiveerd te krijgen om deel te nemen aan jeugdwerkinitiatieven. Deze lokale groepen krijgen soms ondersteuning van een stadswerker, iemand die (meestal) beroepsmatig de leidingsploeg van de stadsgroepen ondersteunt om deze moeilijkheden, gelinkt aan de maatschappelijke achterstelling, te overwinnen.Andere initiatieven zijn open kampen die worden georganiseerd, waarin lokale jeugdbewegingsgroepen op kamp gaan met jongeren uit een voorziening uit de Bijzondere Jeugdbijstand, een werking voor allochtone jongeren of nog een ander initiatief.Maar zoals gezegd, soms kan de inspanning veel kleiner zijn en soms onbewust. Vandaar dat een totale inventaris onmogelijk is op te maken.

3.3.1.7. Provinciale subsidiekanalen

Binnen het provinciebestuur zijn momenteel enkele subsidiekanalen beschikbaar die het toegankelijk maken van het jeugdwerk specifiek honoreren.

Zo is er in eerste instantie het projectsubsidiereglement "jeugdwelzijn en preventie" waarop "toegankelijkheidsprojecten" kunnen worden ingediend. Wanneer de projecten regionaal van aard zijn en een vernieuwing voor de sector inhouden, kunnen zij tot drie jaar na elkaar financieel worden ondersteund.In het recente verleden werden projecten goedgekeurd van Sjalom (beeldvorming over kinderen en jongeren met een handicap), van VVKS-M (open kampen), Kompas (startende jeugdwerkorganisatie voor kinderen en jongeren met een handicap), Cojema (animatorencursus voor maatschappelijk kwetsbare jongeren), enzomeer.

In het subsidiereglement voor provinciaal jeugdwerk is een clausule opgenomen die aangeeft dat organisaties "die werken met maatschappelijk kwetsbare groepen en die erkend zijn op basis van het bepaalde in artikel 2 punt 2.2. 1°, tweede lid (lees: voldoende jongeren bereiken), hun totale werkingssubsidie zien vermenigvuldigd worden met de factor 1,5". De organisaties die daar in 2002 konden van genieten zijn Habbekrats, Sjalom, Lejo, Vlaamse Federatie voor Gehandicapte Jongeren en Oranje.Met andere woorden, organisaties die in eerste instantie zich richten naar maatschappelijk kwetsbare groepen, kunnen rekenen op een hogere subsidiëring. Daarenboven krijgen dergelijke organisaties een lagere instapdrempel voor toetreding tot het reglement. Waar anderen minstens 300 kinderen en/of jongeren moeten bereiken, ligt het scharnierpunt voor de werkingen met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren op 150 deelnemers.

JWBP versie 25/05/2023 p.42

Page 43: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

De clausule zit in het reglement verweven vanuit de wetenschap dat het werken met deze kinderen en jongeren tijdsintensiever is en sterker professioneel gecoacht moet worden. Maatschappelijk kwetsbare groepen worden hier gedefinieerd als groepen jeugdigen die vaak in een structureel slechte startpositie verkeren vanuit hun gezins- en opvoedingssituatie (o.m. lage scholing, lage inkomens, relatief hoge werkloosheid, slechtere woonomgeving) of als gevolg van een fysieke of mentale handicap.

3.3.2. gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden;

In het kader van de opmaak van dit jeugdwerkbeleidsplan werd een werkgroep samengesteld uit leden van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd. De groep kwam bijeen in vergadering op 18 december 2002, 30 januari 2003 en 17 maart 2003. Deelnemers aan de gesprekken waren vertegenwoordigers van Cojema, Crefi, Sjalom, Lejo, Centrum voor Levensvorming, Vlaams Blok-jongeren, VVKS-M en de provinciale jeugddienst.

- Lejo vzw heeft duidelijk aangegeven dat zij nog niet bekend genoeg zijn. Mensen leren de organisatie kennen en hebben dan de reactie "als ik jullie maar eerder was tegengekomen …"

- Vanuit VVKS-M wordt gesignaleerd dat er te weinig professionele jeugdwerkers zijn die de toeleiding kunnen verzorgen van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren naar het jeugdwerk. Het binden van die jongeren aan de werking vereist ook gespecialiseerde ondersteuning. Met andere woorden moet onderzocht worden hoe een samenwerking kan worden opgezet tussen een aantal specialisten terzake en de vrijwillige jeugdwerker. De ervaring met open kampen leert immers dat kinderen en jongeren wel meegaan op die open kampen omdat er toeleiding is via professionelen maar dat de stadsgroepen de jongeren niet kunnen "vasthouden" voor de jaarwerking omdat daar te weinig ondersteuning voor is.

- Binnen het reguliere jeugdwerk zijn een aantal vrijwilligers intens bezig met de materie rond toegankelijkheid maar een heleboel jeugdwerkers ligt daar niet van wakker. Er moet worden gestreefd naar een attitudeverandering en, een bewustmakingsproces moet worden op gang gebracht zodat iedereen het vanzelfsprekend vindt dat jeugdwerk er moet zijn voor alle kinderen en jongeren. Het jeugdwerk moet daar zelf ook de nodige stappen zetten in een poging iedereen te bereiken.

- Er moeten acties komen die zich expliciet richten op de gespecialiseerde jeugdwerkingen met kwetsbare kinderen en jongeren, maar evenzeer moeten initiatieven genomen worden naar het reguliere jeugdwerk want, op dat vlak leven ook grote beoeften. VVKS-M wil dit als een tweesporenbeleid bestempelen.

- Wat betreft het omgaan met de doelgroep van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren bestaat een tekort aan deskundigen binnen het jeugdwerk. Dus moet aandacht worden besteed aan deskundigheidsbevordering van zowel nieuwkomers in de leidingskringen als aan anciens.

JWBP versie 25/05/2023 p.43

Page 44: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.3.3. de visie en de algemene doelstellingen die de deputatie vooropstelt;

doelstelling :

Het provinciebestuur wil, vanuit vaststellingen, werken aan de fysieke en psychische toegankelijkheid van het jeugdwerk. Dit zal zich uiten in maatregelen die uitdrukkelijk gericht zijn op het jeugdwerk, in eerste instantie met het oog op het betrekken van maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren bij dat jeugdwerk. Deze maatregelen kunnen zich richten naar de gespecialiseerde werkingen met maatschappelijk kwestbare kinderen en jongeren maar evenzeer naar het reguliere jeugdwerk, naar individuen, naar gemeentebesturen, enzomeer. Terzake wordt dus gewerkt aan een tweesporenbeleid.

visie

Het bestuur gelooft immers in de positieve kracht van het jeugdwerk, in het feit dat deelname aan het jeugdwerk, kinderen en jongeren sterker maakt met het oog op hun persoonsvorming en dus ook met het oog op hun deelname aan de samenleving. Daarenboven heerst een groot geloof in de intrinsieke potentie aan positieve kracht bij de maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren zelf.

3.3.4. de concrete acties die zullen worden ondernomen.

3.3.4.1. Permanente screening van het werkveld en detectie van noden

De maatschappij is een levend gegeven en zowel het jeugdwerk als de doelgroep bewegen zich in die omgeving. Het is dus van groot belang dat constant een vinger aan de pols wordt gehouden wat betreft het toegankelijk maken van het jeugdwerk. Volgende acties moeten de permanente screening van het werkveld en de detectie van noden garanderen.

3.3.4.1.1. Aanwezigheid van organisaties die de achtergestelde kinderen en jongeren vertegenwoordigen in de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd.

Enerzijds gaat het hier om een aantal organisaties die met deze kinderen en jongeren werken. Momenteel is dit voor een stuk gerealiseerd. Anderzijds moeten ook inspanningen worden gedaan om vertegenwoordigers van de vierde wereldbeweging op te nemen in de jeugdraad.

actiepunt . middelen resultaten

2003 inventariseren wie er al inzit en wie nog niet; nieuwelingen motiveren om aan te sluiten; gesprek met mensen uit de vierde wereldbeweging;

geen aanwezigheid van betrokken organisaties verhogen

2004 permanente screening van het werkveld geen aanwezigheid verhogen en consolideren

2005 permanente screening van het werkveld geen idem2006 permanente screening van het werkveld geen idem2007 permanente screening van het werkveld geen idem

JWBP versie 25/05/2023 p.44

Page 45: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.3.4.1.2. Via een structurele werkgroep "toegankelijkheid voor maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren" in de schoot van de jeugdraad.

Opdat het thema "toegankelijkheid" blijvend in the picture zou blijven, is het zinvol om een structurele werkgroep te behouden in de schoot van de jeugdraad die hierover waakt. Om geen energie verloren te laten gaan wordt gesteld dat deze werkgroep het thema "toegankelijkheid" in een ruime zin interpreteert. Zo zal aandacht uitgaan naar personen met een handicap, maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, holebi's en dergelijke meer. Om de werkgroep kans op slagen te geven moet gewerkt worden met een duidelijk agenda. De heterogene samenstelling van de werkgroep vereist dat. Uitwisseling en uitwerken van concrete thema's kunnen aan bod komen. Een werkgroep van de jeugdraad hoeft qua samenstelling nooit beperkt te blijven tot de leden van die jeugdraad maar kan ruimer recruteren. De jeugdraad heeft hier een verantwoordelijkheid te dragen. Als hij zelf geen thema's aanbrengt, zal deze werkgroep weinig samenkomen en geen grote productiviteit realiseren. In het andere geval daarentegen belooft het bestuur de nodige medewerking.

actiepunt . middelen resultaten

2003 inventarisatie van de ideeën die leven en opmaken prioriteitenlijst voor de komende jaren

zitpenningen voor de leden

een prioriteitenlijst

2004 indien mogelijk: één actiepunt ontwikkelen ? uitwerken en afwerken actiepunt2005 indien mogelijk: één actiepunt ontwikkelen ? uitwerken en afwerken actiepunt2006 indien mogelijk: één actiepunt ontwikkelen ? uitwerken en afwerken actiepunt2007 indien mogelijk: één actiepunt ontwikkelen ? uitwerken en afwerken actiepunt

3.3.4.1.3. Onderzoek naar behoeften van lokaal jeugdwerk.

Om een gericht beleid te kunnen voeren dat aansluit bij de noden en behoeften op het werkveld, moet eerst en vooral een goed beeld worden geschetst van de tekorten. Daarom ligt het voor de hand dat steekproefgewijs een aantal lokale jeugdwerkinitiatieven bevraagd worden rond de toegankelijkheid van hun werking, rond een eventueel verschil tussen hun perceptie van de werkelijkheid en de effectieve werkelijkheid en rond hun al dan niet latente noden en behoeften op dat vlak. Binnen de stuurgroep van Cojema zal gekeken worden wie dit beperkte actie-onderzoek best kan uitvoeren en aan welke condities.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 - voorjaar : uitvlooien hoe het lokale

werkveld het best bevraagd wordt - najaar : bevraging van het werkveld

geen een strategie met bijvoorbeeld een enquête of andere methode om het werkveld te gaan bevragen ;

2005 verwerken van de resultaten – een "plan de campagne" opzetten om aan behoeften tegemoet te komen

? een duidelijk beeld op noden en behoeften minder noden op het terrein realiseren

2006 acties opzetten om aan behoeften tegemoet te komen

? minder noden op het terrein realiseren

2007 acties opzetten om aan behoeften tegemoet te komen

? minder noden op het terrein realiseren

JWBP versie 25/05/2023 p.45

Page 46: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.3.4.1.4. Blinde vlekken of zwarte gaten detecteren op basis van de inventaris.

Een inventaris dient te worden opgemaakt om een beeld te krijgen van de initiatieven die actief zijn in de sector. Terzelfder tijd zal opgemerkt worden waar weinig of geen initiatieven zijn. Afhankelijk van de populatie die zich in die regio bevindt – dit is trouwens ook een aspect dat verder moet worden uitgeklaard, namelijk waar bestaat een grotere graad van maatschappelijke achterstelling dan elders – , kan het zinvol worden geacht om wel degelijk meer acties te ondernemen en zodoende een aantal nieuwe specifieke jeugdwerkinitiatieven op te starten. Zo zullen een aantal Oost-Vlaamse organisaties (Habbekrats, Lejo, CVL, …) aangemoedigd worden om "het licht te laten schijnen" op deze blinde vlekken en concrete activiteiten op te starten daar ter plaatse. Ook het plaatselijk particuliere jeugdwerk zal worden warm gemaakt. Gemeentebesturen zullen gestimuleerd worden om, indien nodig, middelen ter beschikking te stellen van deze initiatieven of zelf stappen te ondernemen als geen afdoend particulier initiatief aanwezig is. Deze actie sluit dus zeer nauw aan bij de vorige (6.3.4.1.3.).

actiepunt . middelen resultaten

20032004 - inventaris opmaken van wat er nu

bestaat aan jeugdwerkgerelateerde initiatieven voor kwetsbare kinderen en jongeren (voorjaar)

- op basis van een inventaris initiatieven aanmoedigen hun werking daarop af te stemmen en dus eventueel aan te passen (najaar)

geen - een kaart met vrijetijdsinitiatieven (jeugdwerk gerelateerd) voor kwetsbare jeugdgroepen

- minder blinde vlekken

2005 - gesprek met bovenlokale/provinciale/ landelijke partners rond invulling blinde vlekken en afstemming binnen de sector

- op basis van een inventaris initiatieven aanmoedigen hun werking daarop af te stemmen en dus eventueel aan te passen

geen minder blinde vlekken

2006 op basis van een inventaris initiatieven aanmoedigen hun werking daarop af te stemmen en dus eventueel aan te passen

geen minder blinde vlekken

2007 op basis van een inventaris initiatieven aanmoedigen hun werking daarop af te stemmen en dus eventueel aan te passen

geen minder blinde vlekken

JWBP versie 25/05/2023 p.46

Page 47: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.3.4.2. Het aanbod in de sector inventariseren, centraliseren en promoten

3.3.4.2.1. Inventaris maken van alle jeugdwerkinitiatieven die zich geheel of voor een belangrijk deel richten tot maatschappelijk achtergestelde kinderen.

Zoals in het verleden reeds is gebeurd voor de vrijetijdsinitiatieven voor kinderen en jongeren met een handicap, lijkt het zinvol om ook een volledige en zich aan de realiteit aanpassende inventaris op te maken van alle initiatieven die actief bezig zijn met één of andere vorm van toegankelijk jeugdwerk. Daarbij wordt gedacht aan de vroegere "werkingen kansarme jongeren", zelforganisaties, open kampen, jeugdhuizen in achtergestelde wijken, enzovoort. Aan de hand van een luik op de provinciale website én via een gedrukte inventaris moet enerzijds duidelijkheid komen over welke initiatieven in Oost-Vlaanderen worden genomen. Anderzijds moet het ook mogelijk worden dat mensen die interesse hebben om zich in te zetten als vrijwilliger voor dergelijke organisaties of die zelf een toegankelijk jeugdwerkinitiatief willen opstarten, contact kunnen nemen met de bestaande groepen. In de inventaris moet aandacht gaan naar zowel het werkingsgebied als naar de werksoort omdat daardoor de gebruiksvriendelijkheid toeneemt.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 dit wordt een item in de Convenant met Cojema;

Cojema bereidt voor en start uitwerkingzie 6.3.4.3.1. opstart inventaris

2005 Cojema finaliseert, presenteert en onderhoudt de inventaris

zie 6.3.4.3.1. inventaris op het net brochure promoot website

2006 Cojema houdt inventaris up-to-date zie 6.3.4.3.1. up-to-date inventaris2007 Cojema houdt inventaris up-to-date zie 6.3.4.3.1. up-to-date inventaris

3.3.4.2.2. Promotie maken voor de sector / de sector in the picture zetten.

Het jeugdwerk dat zich geheel of grotendeels inzet voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren is nog te weinig bekend. Zowel bij het eigenlijke doelpubliek als bij een aantal organisaties die met deze kinderen en jongeren en hun gezinnen werken: OCMW's, voorzieningen uit de Bijzondere Jeugdbijstand, Centra Algemeen Welzijnswerk, enzovoort. Het zijn allemaal instanties die op de hoogte zouden moeten zijn van het bestaan van bedoelde jeugdwerkinitiatieven en van hun actieradius. Een aantal organisaties richt zich nu al op "jeugdwerk op maat" in bijvoorbeeld een voorziening voor Bijzondere Jeugdbijstand. De beperkte kennis van dat aanbod is een gegeven dat moet worden omgedraaid.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 voorstelling van een aantal jeugdwerk- en

jeugdwerkgerelateerde initiatieven op de Algemene vergadering van het Platform Bijzondere Jeugdbijstand en het Overleg Algemeen Welzijnswerk; deze sectoren inlichten via verschillende kanalen over betreffend jeugdwerk ; een kleine publicatie daarvoor laten aanmaken;

1 000 EUR een grotere bekendheid van dat jeugdwerk

JWBP versie 25/05/2023 p.47

Page 48: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

200520062007

3.3.4.3. Financiële impulsen voor de sector

3.3.4.3.1. Financiële ondersteuning van Cojema en VOS.

De "Coördinatie van Jeugdwerkingen met Maatschappelijk Achtergestelden" (Cojema) wil zowel jeugdwerkingen ondersteunen als gemeentebesturen inspireren. Hun missie is : de algemene aandacht voor de positie van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren verhogen, prioritair binnen de jeugdwerksector. Daarom wordt met Cojema jaarlijks een convenant afgesloten. Daarin wordt de opdracht voor de organisatie jaar na jaar beschreven. Doordat provinciale ambtenaren mee de stuurgroep opvolgen, kan gewaakt worden over de taakinhoud van het lopende jaar en dus over de uitvoering van de convenant. Daarnaast resulteert de aanwezigheid van de ambtenaar op de stuurgroep in een voldoende ruime voeling met het project met het oog op de opmaak van de convenant voor het volgende jaar en een eventuele bijsturing van de doelstelling en taakinvulling. De opdracht van Cojema zal zeer sterk gelinkt worden aan enkele acties die hiervoor en hierna (binnen dit hoofdstuk) werden/worden beschreven.

Het "Vlaams Overleg Straathoekwerk" (VOS) is een organisatie die voor het grootste deel actief is in Oost-Vlaanderen. Het wil een steunpunt zijn voor de in Oost-Vlaanderen actief zijnde straathoekwerkers en hun organisaties maar tevens wil het gemeentebesturen motiveren om, indien de situatie zich daartoe leent, aan de slag te gaan met straathoekwerk.

De financiële middelen voor Cojema worden verhaald op de begroting van de jeugdsector, de subsidies voor VOS (ongeveer 50 000 EUR per jaar) komen uit de sector "algemeen welzijns- en kansenbeleid".

actiepunt . middelen resultaten

2003 uitvoeren convenant 2003 en opmaken convenant 2004

50 000 EUR convenant 2003 uitgevoerdconvenant 2004 afgesloten

2004 uitvoeren convenant 2004 en opmaken convenant 2005

50 000 EUR convenant 2004 uitgevoerdconvenant 2005 afgesloten

2005 uitvoeren convenant 2005 en opmaken convenant 2006

50 000 EUR convenant 2005 uitgevoerdconvenant 2006 afgesloten

2006 uitvoeren convenant 2006 en opmaken convenant 2007

50 000 EUR convenant 2006 uitgevoerdconvenant 2007 afgesloten

2007 uitvoeren convenant 2007 en kijken wat nodig is voor de toekomst

50 000 EUR convenant 2007 uitgevoerdevaluatie gemaakt van afgelopen jaren

3.3.4.3.2. Subsidiëring van jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbaren.

Binnen de jeugdsector bestaat één structureel subsidiereglement, met name het reglement voor "provinciaal jeugdwerk". Jeugdwerkorganisaties die een provinciale werking hebben, hetzij als provinciaal steunpunt van een landelijk jeugdwerkinitiatief hetzij als zelfstandige organisatie, kunnen een subsidieaanvraag indienen. Het gaat hier om werkingssubsidies. Echter, wanneer een zelfstandige organisatie personeel in dienst heeft, kan ook een loonsubsidie worden bekomen.

JWBP versie 25/05/2023 p.48

Page 49: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

De werkingen die zich richten op maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren en deze doelgroep ook substantieel bereiken, kunnen een verhoogde subsidie krijgen. Hun subsidiebedrag, dat wordt verkregen via het reglement, wordt vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1.5.Het is ook de bedoeling dat startende jeugdwerkinitiatieven via dit reglement een beperkt budget ter beschikking zouden krijgen waardoor ze kunnen opstarten, zich kunnen bewijzen om zo na verloop van tijd te kunnen voldoen aan de eisen van een structurele subsidie.

Daarnaast kunnen jeugdprojecten ingestuurd worden op een reglement dat in het latere najaar van 2003 tot stand is gekomen. Dat vernieuwe projectreglement is een fusie van de reglementen voor "bijzondere jeugdinitiatieven" en "jeugdwelzijn en preventie". Het projectenreglement wil vernieuwende initiatieven de kans geven om te experimenteren en te implementeren. De vernieuwing kan zowel slaan op het uitwerken van een nieuwe methodiek als op het implementeren van een voor deze of gene regio nieuwe methodiek. Het kan een uitgelezen manier zijn voor bijvoorbeeld de provinciale koepels of gewesten en-/of gouwen van jeugdbewegingen om zich extra te gaan focussen op het bereiken van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren.

actiepunt . middelen resultaten

2003 uitvoeren van reglementen "provinciaal jeugdwerk" en "jeugdwelzijn en preventie"

99 368 EUR gesubsidieerde projecten ten voordele van maatschappelijk kwetsbare kinderen en/of jongeren

2004 uitvoeren van reglementen "provinciaal jeugdwerk" en "jeugdprojecten"; gerichte promotie;

75 000 EUR idem

2005 uitvoeren van reglementen "provinciaal jeugdwerk" en "jeugdprojecten"

75 000 EUR idem

2006 uitvoeren van reglementen "provinciaal jeugdwerk" en "jeugdprojecten"

75 000 EUR idem

2007 uitvoeren van reglementen "provinciaal jeugdwerk" en "jeugdprojecten"

75 000 EUR idem

3.3.4.4. Inhoudelijke ondersteuning

3.3.4.4.1. Provinciebestuur neemt deel aan de landelijke en provinciale stuurgroep rond "toegankelijk jeugdwerk"

De provinciale jeugddienst neemt deel aan de landelijke stuurgroep van het project "Sleutels voor een toegankelijk jeugdwerk". Dit project situeert zich in de schoot van Uit de Marge vzw, een landelijke jeugddienst voor jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Deelname aan deze stuurgroep zorgt voor een betere opvolging van het project, van de nieuwe tendenzen, van nieuwe methodieken, enzomeer. Daardoor kunnen de nieuwe methodieken ook sneller en beter geïmplementeerd worden en krijgen goeie voorbeelden van elders sneller ingang in Oost-Vlaanderen. Tenslotte zorgt de aanwezigheid daar voor een reeks contacten met landelijke actoren die ook rond de toegankelijkheidsproblematiek actief zijn. Het project situeert zich op provinciaal niveau in de schoot van Cojema. Cojema zorgt dat in Oost-Vlaanderen alle vragen doorstromen via de juiste kanalen naar de juiste partners. De deelname aan de provinciale stuurgroep van dit project resulteert

JWBP versie 25/05/2023 p.49

Page 50: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

in een vinger aan de pols. Het provinciebestuur kan rechtstreeks ervaren welke vragen leven op het terrein, welke antwoorden worden geboden en welke vragen eventueel gedwongen onbeantwoord moeten blijven. Er kunnen nieuwe behoeften gedetecteerd worden waarna een zoektocht kan gestart worden naar mogelijke invulling van geconstateerde tekorten.

actiepunt . middelen resultaten

2003 2 stuurgroepvergaderingen op landelijk niveau en 4 op provinciaal.

geen meer contacten met de sector

2004 idem geen2005 idem geen2006 idem geen2007 idem geen

3.3.4.4.2. Kadervorming rond toegankelijk jeugdwerk binnen het bestaande cursusaanbod verhogen.

Het provinciebestuur wil helpen zorgen dat de kadervorming die door de sector van de jeugdbewegingen, de jeugdhuizen, de speelpleinwerkingen en dergelijke wordt aangeboden, meer aandacht heeft voor het vraagstuk van de toegankelijkheid voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Binnen het bestaande cursusaanbod moeten dagdelen besteed worden aan het onderwerp. Wel dient nog te worden onderzocht hoe dit best kan gerealiseerd worden.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 onderzoek naar hoe kadervorming rond

maatschappelijke kwetsbaarheid meer op de agenda kan komen (voorjaar)uitwerken van een stimuleringspakket (najaar)

geen een stimuleringspakket

2005 implementeren van het stimuleringspakket ? meer kadervorming rond maatschappelijke kwetsbaarheid

2006 verdere uitvoering van stimuleringspakket ? meer kadervorming rond maatschappelijke kwetsbaarheid

2007 verdere uitvoering van stimuleringspakket ? meer kadervorming rond maatschappelijke kwetsbaarheid

3.3.4.4.3. Bijscholing van ervaren jeugdwerkers rond het thema toegankelijk jeugdwerk.

Aangezien te weinig deskundigen rondlopen met betrekking tot toegankelijk jeugdwerk in jeugdwerkland, moet gestreefd worden naar een aantal opleidingsmodules waar ervaren cursusgevers zich bijscholen rond dit onderwerp. Specialisten (Uit de Marge, Lejo, stadsgroepenwerkers, enzomeer) en ervaringsdeskundigen kunnen op die manier zorgen voor meer onderlegde pedagogische krachten, zowel vrijwilligers als beroepsmensen. Daartoe dienen dus "train de trainer"-cursussen te worden opgezet. Tegelijk moet natuurlijk ook gewerkt worden aan de implementatie van de opgedane kennis in het bestaande reguliere cursusaanbod.Deze actie moet worden gerealiseerd samen met de bovenstaande actie "6.3.4.4.2. : kadervorming rond toegankelijk jeugdwerk binnen het bestaande cursusaanbod verhogen"

JWBP versie 25/05/2023 p.50

Page 51: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

20032004 - onderzoek naar hoe ervaren jeugdwerkers

meer gevormd kunnen worden rond maatschappelijke kwetsbaarheid (voorjaar)

- uitwerken van een stimuleringspakket (najaar)

geen een stimuleringspakket

2005 implementeren van stimuleringspakket ? meer vorming van ervaren jeugdwerkers

2006 implementeren van stimuleringspakket ? meer vorming van ervaren jeugdwerkers

2007 implementeren van stimuleringspakket ? meer vorming van ervaren jeugdwerkers

3.3.4.4.4. Opleidingen van ervaringsdeskundigen tot animatoren stimuleren.

Naast het feit dat hiervoor meer aandacht moet komen binnen het reguliere cursusaanbod, zorgt het bestuur er ook voor dat jongeren uit de doelgroep een opleiding tot "animator in het jeugdwerk" kunnen afwerken. Om die reden zal in het convenant met Cojema steeds melding worden gemaakt van opleidingen die zij voor de doelgroep moeten organiseren. Deze opleidingen kunnen een exclusief aanbod zijn voor de doelgroep maar het kan ook zijn dat jongeren uit de doelgroep gecoacht worden om deel te nemen aan de bestaande opleidingen.

actiepunt . middelen resultaten

2003 Cojema engageert zich om ervaringsdeskundigen uit OVL op te leiden tot jeugdwerker; staat in hun convenant;

zie 6.3.4.3.1.

een aantal gebrevetteerde monitoren

2004 Cojema engageert zich om ervaringsdeskundigen uit OVL op te leiden tot jeugdwerker; staat in hun convenant;

zie 6.3.4.3.1.

een aantal gebrevetteerde monitoren

2005 Cojema engageert zich om ervaringsdeskundigen uit OVL op te leiden tot jeugdwerker; staat in hun convenant;

zie 6.3.4.3.1.

een aantal gebrevetteerde monitoren

2006 Cojema engageert zich om ervaringsdeskundigen uit OVL op te leiden tot jeugdwerker; staat in hun convenant;

zie 6.3.4.3.1.

een aantal gebrevetteerde monitoren

2007 Cojema engageert zich om ervaringsdeskundigen uit OVL op te leiden tot jeugdwerker; staat in hun convenant;

zie 6.3.4.3.1.

een aantal gebrevetteerde monitoren

3.3.4.4.5. Gemeentebesturen motiveren om ter plaatse aan de slag te gaan met een zelf-analyse.

Door een ruime sensibilisering moeten gemeentebesturen bewust gemaakt worden van de "ontoegankelijkheid" van een aantal jeugdwerkinitiatieven. Deze sensibilisering dient te gebeuren door Cojema, die daartoe van het provinciebestuur de opdracht heeft gekregen. Anderzijds mag de provinciale jeugddienst ook geen kans onbenut laten om van zijn kant collega's-jeugdconsulenten aan te sporen de lokale toegankelijkheid aan te pakken. Dit kan gebeuren aan de hand van provinciale thema-vergaderingen van de Vlaamse Vereniging voor Jeugddiensten en –consulenten (VVJ), via de regionale jeugdoverlegfora als WASO, MISO, enzovoort maar ook via studie- en uitwisselingsmomenten die door het bestuur zelf worden opgezet.

JWBP versie 25/05/2023 p.51

Page 52: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

20032004 een provinciale thema-vergadering van VVJ-OVL

rond "puzzelen aan toegankelijk jeugdwerk" (6.3.1.4.)

geen gemeentelijke jeugddiensten zijn geïnformeerd over het aanbod en (hopelijk) gesensibiliseerd rond de thematiek

200520062007

3.3.4.4.6. Instrument (ontwikkelen en) verspreiden waarmee plaatselijke verenigingen zichzelf kunnen analyseren.

Het jeugdwerk leeft bij gratie van zijn vrijwillige medewerkers. Vrijwel geen enkel jeugdwerkinitiatief kan overeind blijven zonder de inzet van die talrijke enthousiastelingen. Zonder twijfel hebben noch jeugdwerkorganisaties noch hun vrijwilligers de intentie om kinderen en jongeren uit te sluiten van hun werking. De drempels die er hoe dan ook zijn in het jeugdwerk zijn dus een gevolg van onbewuste handelingen en situaties. Via een zeer beperkt zelf-analyse-systeem wil het bestuur dat jeugdwerkinitiatieven even stilstaan bij hun werking in het licht van deze toegankelijkheid. Jeugdwerk wordt aangespoord om even kritisch zichzelf te evalueren en zich bewust te maken van mogelijke drempels die in de organisatie aanwezig zijn. Het staat de organisaties dan natuurlijk vrij om met de bevindingen al dan niet aan de slag te gaan. Vanuit het bestuur moet alles in het werk worden gesteld opdat wel degelijk gevolg wordt gegeven aan de resultaten.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 screening van de behoeften op lokaal vlak en

aansluitend een instrument ontwikkelen voor zelfanalyse

2 000 EUR realisatie van het instrument

2005 verspreiden van het instrument via vormingen op regionale overlegplatforms

------------------

lokaal gebruik van het zelf-analyse-instrument

20062007

3.3.4.4.7. Welzijnsveld inschakelen om toeleiding te verbeteren.

Zoals reeds gezegd kan het jeugdwerk slechts blijven bestaan bij de gratie van de vrijwilligers. Deze jongeren zijn meestal nog scholieren of studenten. Zij hebben dus naast hun engagement binnen het jeugdwerk nog andere belangrijke uitdagingen zoals het behalen van diploma's. Daarom is het aangewezen dat het reguliere welzijnsveld mee wordt ingeschakeld om de toegankelijkheid van het jeugdwerk te vergroten. Wanneer bijvoorbeeld OCMW's of Centra voor Algemeen Welzijnswerk ouders uit maatschappelijk kwetsbare milieus motiveren hun kinderen aan het jeugdwerk te laten participeren en daar ook een serieuze opvolging rond organiseren, kunnen de vrijwilligers hun vrije tijd gebruiken om voor deze kinderen en jongeren jeugdwerk te organiseren. De toeleiding gebeurt met andere woorden door de professionelen uit het welzijnswerk, de begeleiding door de vrijwilligers uit het jeugdwerk.

actiepunt . middelen resultaten

JWBP versie 25/05/2023 p.52

Page 53: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

20032004 contacten leggen met AWW en OCMW-

overleg; voorbereiden studiemoment rond toeleiding naar het jeugdwerk;

--------------- concept van de studiedag

2005 studiedag voor AWW en OCMW-sector 1 250 EUR studiedag2006 evaluatie door Cojema over resultaten op het

terrein; wordt opgenomen ion convenant;zie 6.3.4.3.1.

evaluatierapport

2007

JWBP versie 25/05/2023 p.53

Page 54: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.4. Participatie en terugkoppelingIn het kader van het provinciaal jeugdbeleid wordt op meerdere momenten en aangaande verschillende onderdelen van dat beleid de kans gegeven tot inspraak en worden meermaals voorstellen ter advisering voorgelegd. De methodieken die u hieronder zal lezen hebben betrekking op het jeugdwerkbeleid, maar op andere terreinen wordt ook inspraak gegeven: MOVe! – Muziekdag Oost-Vlaanderen wil van het popveld te weten komen welke hun vragen aan het provinciebestuur zijn (zie 4.2.4.3.1.), het Provinciaal Platform Bijzondere Jeugdbijstand helpt mee het beleid rond BJB vorm te geven (zie 4.1.2.4.1.), de methodiek van "Klicksons" wordt aangeprezen bij de gemeenten en deels bekostigd door de provincie (zie 3.7.4.5.), enzomeer. Zoals u ziet leest u daar verder meer over.

3.2.1. een situatieschets met objectieve gegevens;

3.2.1.1. Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen

Sinds 1963 heeft het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen een jeugdraad die adviseert bij het te voeren en gevoerde jeugdbeleid.Tijdens de Algemene Vergadering van 26 september 2002 stelde de jeugdraad zichzelf opnieuw samen. Deze samenstelling werd door de Bestendige Deputatie bekrachtigd op 24 oktober 2002. De jeugdraad heeft een mandaat van drie jaar.

Dit zijn de leden van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd (P.A.J.), zoals de raad tot voor kort noemde. De lid-organisaties die cursief staan afgedrukt zetelen in het Dagelijks Bestuur. De heer Hans Bodyn, vertegenwoordiger van het Vlaams Overleg Straathoekwerk (VOS) is voorzitter.

Voorzitter, Hans Bodyn, V.O.S.- Vlaams Overleg Straathoekwerk

Plaatsvervangend voorzitter, Saar Van Gils, Sjalom vzw.

A.B.V.V.-Jongeren Oost-Vlaanderen, Hendrik Baert

Jong V.L.D. - Arr. Gent-Eeklo, Jochen De Smet

A.C.V.-Jongeren, Ineke Vandermeeren

K.A.J.- Kristelijke Arbeidersjeugd,Stefan Robbrecht

Addenda vzw, Bram Vandekerckhove Kinderrechtswinkel vzw, Nele Desmet Bloemenstad vzw,

Els De Man K.L.J. - Katholieke Landelijke Jeugd,

Bart Verhelst Chirojeugd Oost-Vlaanderen, Stijn Ackaert Kompas vzw (JOM), Marijke Van Remoortere Circusplaneet vzw,

Frank De Jonckheere K.S.J. - K.S.A. - V.K.S.J. Oost-Vlaanderen,

Greet Naessens C.I.S. – Centrum Informatieve Spelen,

Sarah Snoeck Lejo vzw,

Elke Matthys CojeMa vzw (Coördinatie van Jeugdwerk met

Maatschappelijk Achtergestelden) Steunpunt van Uit De Marge, Filip De Vriendt

M.I.S.O. – Meetjeslands Intergemeentelijk SamenwerkingsOverleg voor jeugddiensten en jeugdraden, Michaël Tack

C.J.T. – Centrum voor Jeugdtoerisme, Cindy De Muynck

M.J.A. Oost-Vlaanderen - Maatschappelijke Jongeren Actie, Nancy De Vetter

CREFI Oost-Vlaanderen - Creativiteit en Film, Wouter De Meester

Oranje vzw, Dries Decorte

JWBP versie 25/05/2023 p.54

Page 55: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

C.V.L. - Centrum voor Levensvorming, Jens Meert

O.V.F.J. - Oost-Vlaamse Federatie van Jeugdhuizen en Jongerencentra, Tom Willox

De Verbeelding & Spirit vzw, Nathalie Van Lier

P.A.J. – Platform voor Allochtone Jeugdwerkingen, Abdeslam El-Ajjouri

De Werf vzw, Peter Degheldere

Pedagogisch Instituut JL Vivès vzw (Provinciaal Secretariaat Oost-Vlaanderen),Liesbeth Vermeire

Diggie - Kinder - en Gezinsboerderij, Elke Verdoodt

Pico vzw, Hans Knop

Djembe vzw, Bart De Bock Prego – Jongeren met Spirit, Peter Craeyeveld factor10,

Kris Vanheuckelom Roeland vzw - Jeugddienst ter bevordering van

de taalvaardigheid, Nico Feys F.O.S. – Federatie voor Open Scoutisme,

Tijl De Court 't Uilekot vzw,

Maarten Van Hove Free-Time vzw,

Isabelle Despeghel V.D.S. - Vlaamse Dienst Speelpleinwerk

Oost-Vlaanderen, Michel De Paepe Graffiti Jeugddienst vzw, Guy Verlinde V.E.M. vzw - Vakantie en Muziek, Inge D’Hauwe Habbekrats vzw,

Caroline De Malsche V.F.G. J. - Vlaamse Federatie Gehandicapte

Jongeren en Kids, Luis Márquez Robles Interdiocesane Jeugddienst -

Dienst Jeugdpastoraal, Pieter Nolf V.N.J. – Vlaams Nationaal Jeugdverbond,

eroen Bauwens JAC Gent - Jongeren Advies Centrum,

Geertrui Van Vlem Vlaams Blok Jongeren Oost-Vlaanderen,

Tanguy Veys Jeugd en Gezondheid Oost-Vlaanderen,

Stijn Van de Velde V.V.J. - Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en

Jeugdconsulenten, Jeugd en Stad vzw,

Jan De Cock V.V.K.S.M. Oost-Vlaanderen, Wouter Van Bellingen

Jeugdwerknet vzw, Karel Lootens

WASO - Waas Overleg van Jeugdraden en Jeugddiensten, Denis D’Hanis

Jokri vzw - Jonge Kerk, Pieter Muylle

W.I.O. vzw – Wereldcentrum Internationale Opvoeding, An Van De Walle

Jong C.D. & V. Oost-Vlaanderen, Bart Van Caenegem

Mevrouw Isabel Laperre, gecoöpteerd lid

Het decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het gemeentelijk, intergemeentelijk en provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid van 14 februari 2003 stelt een paar criteria voorop omtrent de provinciale jeugdraad. In de Provincieraad van 13 november 2003 werden nieuwe statuten voorgelegd en goedgekeurd.Een kort overzicht van de wijzigingen:

- wijziging van naam: Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen;- onder de leden mogen geen politieke mandatarissen zijn;- er is de mogelijkheid om vertegenwoordigers van lokale jeugdraden en

individuele jongeren te coöpteren;- alle adviezen worden gegeven bij gewone meerderheid;- als de Bestendige Deputatie afwijkt van een advies, moet ze duidelijk en

binnen redelijke termijn motiveren waarom ze dat doet;De nieuwe Provinciale Jeugdraad heeft een grote autonomie, in die zin dat hij adviezen moet geven over een aantal nader bepaalde items (JWBP, jaarplannen, ontwerpen van reglement, ingediende projecten, …) maar vooral omdat hij daarnaast over alle andere thema's uitspraken kan doen en rond alles activiteiten kan opzetten. Afhankelijk van de input die de leden van de jeugdraad geven zal er een evenredige output zijn. De jeugdraad kan dus ook eigen werkgroepen oprichten zoals dat in het verleden is gebeurd rond de herziening van het reglement, de opmaak van het JWBP, … Ook kunnen, zoals reeds gebeurd, activiteiten worden

JWBP versie 25/05/2023 p.55

Page 56: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

opgezet : een denkweekend/denkdag om een jaarplanning op te stellen, een uitwisseling met de andere provinciale jeugdraden, ….

De Provinciale Jeugdraad wordt inhoudelijk (1/4 FTE) en administratief (1/3 FTE) ondersteund vanuit de jeugddienst.

3.2.1.2. KinderprovincieraadOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager onderwijs informeren over het provinciebestuur, de mogelijkheid geven ideeën te lanceren en, samen met de begeleiders, deze ideeën om te zetten in realistische voorstellen. Naast het product is evenzeer het proces dat deze kinderen doorlopen van groot belang. De democratische waarden van respect voor elkaars ideeën, verdraagzaamheid, een mening vormen, en andere zijn hier aan de orde.

Om deze doelstellingen te realiseren werd een subsidiebesluit ter waarde van 10 000 EUR goedgekeurd ten gunste van Pedagogisch Instituut J.L. Vivès – een landelijke jeugddienst met veel aandacht voor kinderparticipatie – waarin onder meer het proces werd beschreven dat tot een kinderprovincieraad moest leiden (regionale subgroepjes die elk apart ideeën verzamelen, verder uitwerken en dan samenbrengen in de grote vergadering).

De kinderprovincieraad werd zowel gedragen door de dienst Communicatie als door de jeugddienst.

3.2.1.3. Inspraak rond opmaak JWBPzie 2.2.

3.2.2. gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden

- De jeugdraad heeft aangegeven dat hij het zeer belangrijk vindt om een vinger in de pap te hebben in het provinciaal beleid. Daarom is het van het grootste belang om een goede verstandsrelatie te onderhouden met de medewerkers van de jeugddienst en met de gedeputeerde.

- De jeugdraad hoopt dat hij ernstig wordt genomen en vraagt dat, wanneer adviezen niet of maar gedeeltelijk worden gevolgd, het provinciebestuur duidelijk motiveert waarom wordt afgeweken.

- In de schoot van de eerste Kinderprovincieraad werd door de aanwezige kinderen duidelijk aangegeven dat ze het heel belangrijk vinden dat ze ergens hun "ei" kwijt kunnen.

- Er moet daarom gezorgd worden dat de kinderprovincieraad geen show-instituut wordt maar een vergadering waar wel degelijk geluisterd wordt naar kinderen, zodat zij geen slechte smaak overhouden aan hun eerste ervaringen met de democratische besluitvorming.

JWBP versie 25/05/2023 p.56

Page 57: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.2.3. de visie en de algemene doelstellingen die de deputatie vooropstelt

Het provinciebestuur is ervan overtuigd dat een grote meerwaarde schuilt in een goede participatie van en terugkoppeling naar het werkveld. Enkel op die manier ontstaat een beleid dat gedragen wordt door de sector. Vandaar wil het bestuur zeer zwaar investeren in een geoliede provinciale jeugdraad die het beleid met kennis van zaken kan adviseren. Andere vormen van inspraak kunnen eveneens worden aangewend en gehonoreerd.

3.2.4. de concrete acties die zullen worden ondernomen

3.2.4.1. Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen

De Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen moet een dynamische vergadering zijn en blijven. Daarom is het zeer belangrijk dat dit orgaan regelmatig wordt geappeleerd op zijn "zelfbestuur". De leden van de jeugdraad kunnen punten agenderen, zelf initaitief nemen.Een belangrijke taak in deze is weggelegd voor de voorzitter. Daarom zal speciale aandacht uitgaan naar het coachen van de voorzitter.

Verder moet gestart worden met de implementatie van de nieuwe statuten. De politieke mandatarissen kunnen niet meer deelnemen aan de jeugdraad, er moet worden bekeken wie de lokale jeugdraden en de individuele jongeren kan vertegenwoordigen, enzomeer.

Ook zal worden gezorgd dat de contacten tussen de jeugdraad en het politiek bestel niet volledig wegvallen. Jaarlijks wordt een ontmoeting geregeld met minimaal de gedeputeerde bevoegd voor jeugd. Indien nodig wordt deze ontmoeting opengetrokken naar andere mandatarissen.

In de zomer van 2005, wanneer het driejarig mandaat afloopt, moet alles in stelling worden gebracht om het nieuwe mandaat naadloos te laten aansluiten.

actiepunt . middelen resultaten

2003 nieuwe statuten opmaken en voorleggenbeginnen met implementatie

------------ goedgekeurde statuten en geen politieke mandatarissen in de jeugdraad

2004 verder implementeren van de statuten ------------ vertegenwoordigers van lokale jeugdraden en individuen in de jeugdraad

2005 najaar: nieuwe samenstelling voorleggen ------------ nieuw mandaat jeugdraad 20062007

3.2.4.2. Kinderprovincieraad (KPR)

De ideeën die achter de kinderprovincieraad schuil gaan zijn zeer nobel : kinderparticipatie, democratische waarden aanleren, enzomeer. Daarom wil het bestuur dit project ook verderzetten. Alleen aan de vorm moet worden gesleuteld.

Bedoeling is dat de basis voor de kinderprovincieraad op lokaal niveau gesitueerd zal zijn. Vanuit onderwijsinstellingen en/of jeugddiensten worden groepjes kinderen bijeengebracht. Die kunnen dan over een aantal zaken die hen aanbelangen uitspraken doen, ideeën lanceren, projecten voorstellen. Elke gemeente die aan de

JWBP versie 25/05/2023 p.57

Page 58: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actie wil meedoen moet ook garanderen dat mogelijkheden voorhanden zijn om eventuele goede projecten te realiseren.

Eén keer per jaar komen vertegenwoordigers van de lokale kinderraden samen in een heuse kinderprovincieraad. Daar kunnen de kinderen uitwisselen over wat ze in de loop van het jaar hebben gedaan en kunnen actiepunten van regionaal of provinciaal belang worden op tafel gelegd.

Het hele concept van kinderprovincieraad wordt verder uitgewerkt met een externe organisatie. Deze zal ook een vorming op het getouw zetten voor de gemeentebesturen die deze actie ook bij hen willen introduceren. De begeleidende organisatie zal voor deze opdracht een subsidie ontvangen van 10 000 EUR.

In het voorjaar van 2004 wordt dit concept verder uitgewerkt en wordt een externe partner aangezocht. Deze zal tijdens het schooljaar 2004-2005 de acties in de gemeenten op gang trekken zodat ergens in mei of juni 2005 een volgende kinderprovincieraad-nieuwe-stijl op het programma zal staan.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 - externe partner zoeken

- gemeenten aanzetten om mee te doen via info en vorming

- promomateriaal

10 000 EUR1 000 EUR 2 500 EUR

(promo)

- externe partner - info per brief; vormingssessie- affiches, stickers, …

2005 - gemeenten verder ondersteunen- tweede KPR op gang trekken (vorming, uitwisseling, promo)

10 000 EUR3 500 EUR

- kinderprovincieraad nieuwe stijl- vormingssessie, promomateriaal

2006 - gemeenten verder ondersteunen- derde KPR op gang trekken (vorming, uitwisseling, promo)

10 000 EUR3 500 EUR

- kinderprovincieraad nieuwe stijl- vormingssessie, promomateriaal

2007 - gemeenten verder ondersteunen- vierde KPR op gang trekken (vorming, uitwisseling, promo)

10 000 EUR3 500 EUR

- kinderprovincieraad nieuwe stijl- vormingssessie, promomateriaal

JWBP versie 25/05/2023 p.58

Page 59: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.5. Jeugdruimte

3.5.1. een situatieschets met objectieve gegevens

3.5.1.1. Overzicht provinciale domeinen

3.5.1.1.1. Den Blakken (Wetteren)

Promotiecentrum voor sierplanten- en rozenteelt. Een klein bosgebied dat deels als "stadsbos" voor Wetteren fungeert, sluit aan.

3.5.1.1.2. De Boerekreek (Sint-Laureins)

Sport- en recreatiecentrum middenin de Meetjeslandse polders, een weids gebied met dijken, landerijen, kleine dorpen en kreken. Het unieke wateroppervlak van 38 hectare groot is uitermate geschikt voor zeilen en kajakken. Binnen het beschermde landschap beschikt de provincie Oost-Vlaanderen er over enkele omgebouwde schuren.De Boerekreek ontwikkelt zijn activiteiten voornamelijk op het terrein van sportkampen, sportlessen, sportklassen, plattelandsklassen, sportdagen, schoolsportdagen, weekendverblijven en manifestaties.

AccommodatieDe accommodatie bestaat uit twee afzonderlijke locaties :HoofdgebouwEen schuur omvat een goed uitgerust keuken- en eetzaalcomplex én een polyvalente ruimte die als slaapzaal, ontspanningszaal of leslokaal kan worden gebruikt. Daarnaast huurt de provincie nog een schuur die gebruikt wordt als opslagruimte, sportschuur en 's zomers als slaapzaal.PaviljoenEen tweede groep gebouwen, één km verder, bestaat uit een paviljoen met polyvalente ruimte en slaapkamers voor 36 personen, een sanitair blok en twee leslokalen.Daartussen bevinden zich de open paddock, weiden voor de pony's en de stallen. Achter de dijk ligt De Boerekreek. Dit unieke watervlak, 39 ha groot, is door zijn ligging en grillige vorm uitermate geschikt voor initiatie in zeilen, kajakken en windsurfen. De rustige en landelijke omgeving nodigt uit tot wandelingen en fietstochten.

Sportinfrastructuur30 ha van De Boerekreek is beschikbaar voor zeilen, surfen en kajakken. Door de grillige vorm en het natuurlijke karakter is deze kreek zeer geschikt voor initiatie in watersport. Aan het water bevinden zich loodsen als bergruimte. Bij het hoofdgebouw staat nog een houten opslagruimte voor zeilen, zwemvesten en zeilkledij. Een schuur herbergt de ponystallen vlakbij de open paddock en omliggende weiden. De schuur bevat 5 paardenboxen, een loopstal voor een 10-tal pony's, een zadelkamer, een machineparkloods en een opslagruimte voor hooi en stro. Buiten is nog een een recreatieterrein (voetbalterrein) voor allerlei balsporten. In een sportschuur kan badminton worden gespeeld en staan 3 tafeltennistafels opgesteld.

JWBP versie 25/05/2023 p.59

Page 60: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.5.1.1.3. De Gavers (Geraardsbergen)

Rond de 20 hectare grote waterplas kan je fietsen, wandelen, watersporten, mountainbiken of zwemmen en ravotten in het gloednieuwe Gaversbad. Het Provinciaal domein De Gavers wenkt tussen de schilderachtige hellingen van de Vlaamse Ardennen en de Dendervallei met haar afwisselend landschap van populierenbossen en weidse meersen.De Gavers focust zijn werking deels op dagrecreatie, deels op verblijfrecreatie. In april 2003 opende een gloednieuw zwembadcomplex met sauna en restaurantmogelijkheden zijn deuren. Naast het reguliere aanbod worden ook extra activiteiten uitgewerkt. Aan scholen biedt het domein een volledig uitgewerkt pakket aan voor actieve natuur- en milieuklassen.

Voor een langer verblijf kan je terecht op een van de 450 plaatsen op de viersterrencamping. Trekkers op doortocht kunnen uitblazen in en rond de 5 trekkershutten. Daarnaast biedt, aan de rand van het domein, de vernieuwde jeugdherberg 't Schipken plaats aan ongeveer 100 personen.

3.5.1.1.4. Het Gentbos (Merelbeke)

Het Gentbos (22 ha) – in oorsprong een oud kasteelpark - wordt beheerd als natuurbos, waarbij de nodige aandacht gaat naar handhaving, vergroting en herstel van de natuurwaarde. Natuurliefhebbers kunnen hun hart ophalen in het arboretum of het bosinfocentrum. Bovendien wordt werk gemaakt van de verjonging van het oude bosbestand. Het bos is toegankelijk voor wandelaars (36 km wandelpaden).

3.5.1.1.5. Het provinciaal domein Puyenbroeck (Wachtebeke)

Het provinciaal domein Puyenbroeck (510 ha) biedt een ruim aanbod van recreatiemogelijkheden.BloemenparkHet bloemenpark van 23 ha is gedeeltelijk volgens de Franse en gedeeltelijk volgens de Engelse tuinarchitectuur aangelegd.CampingDe driesterrencamping telt 1 trekkershut en 283 staanplaatsen. Je kan een staanplaats huren voor korte (per dag) of langere termijn (zomerseizoen, winterverblijf). Voor verblijven langer dan een jaar kan je terecht op het terrein van de stacaravans (202 percelen), uitgerust met aansluitmogelijkheden voor diverse nutsvoorzieningen (elektriciteit, riolering, teledistributie).DierenparkIn het dierenpark (23 ha) lopen ezels, edelherten, damherten, (dwerg)geiten, schapen en diverse hoenderrassen. EvenementenHet ganse jaar door worden in het provinciaal domein Puyenbroeck heel wat evenementen georganiseerd voor diverse doelgroepen. KinderpretparkZonder twijfel de trots van het domein en oord van avontuurlijk kinderplezier : met glijbuizen, klautertoestellen, kabelbaan, doolhof, versterkte burcht, ... Op het aanpalende verkeerspark voor kinderen vanaf 11 jaar valt heel wat te leren op het vlak van verkeersveiligheid.

JWBP versie 25/05/2023 p.60

Page 61: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

MolencentrumHet Molencentrum omvat een merkwaardige en leerrijke collectie die aan de bezoekers de historiek van het Oost-Vlaamse molenbestand en de bestaande toestand laat zien.RestauratieHier vind je een complex met zelfbedieningsrestaurant, cafetaria en restaurant. Daarnaast zijn er cafetaria’s aan het zwembad en de sporthal. In het restaurantcomplex bevinden zich vergaderzalen voor meetings tot 500 deelnemers.SchoolreizenVoor scholen zijn aparte educatieve pakketten uitgewerkt, gaande van kleuters tot de derde graad lager onderwijs. Een volledig overzicht vind je in de gratis schoolkrant van het domein.SportIn de sporthal kunnen de meest uiteenlopende sporten beoefend worden, zowel in de grote zaal (opp. 1 890 m²) als in de kleinere polyvalente zaal.Er zijn turntoestellen, een vloer voor gevechtssporten en al het nodige materiaal voor tafeltennis, volleybal, basketbal, korfbal, handbal, zaalvoetbal, ...Ook scholen en verenigingen kunnen de sporthal gebruiken. Buiten zijn tien openlucht-tennisterreinen, een petanqueterrein en een polyvalent terrein voor volleybal, basketbal en handbal ter beschikking.VijversOp het noordelijk deel van de klaverbladvijver (22 ha) liggen roeiboten, waterfietsen en surfbikes ter beschikking van de bezoekers.Op de zuidelijke vijvers en op de Bosdamvijver kan gevist worden (rijksvergunning noodzakelijk). WandelingenDrie wandelingen, waarvan twee natuurwandelingen, zijn uitgestippeld en volledig bewegwijzerd. Op verzoek en mits betaling kan een natuurgids de wandeling begeleiden.ZwembadenEr is een overdekt zwembad met daarin een 25-meter-bad en een kleiner instructiebad met een maximale diepte van 90 cm.In juli en augustus is het overdekte zwembad gesloten, maar dan kan wel in het openluchtzwembad worden gezwommen (50-meter-bad, kinderbad van max. 1 m diep en een ploeterbad van max. 35 cm diep, omgeven door ligweiden).

3.5.1.1.6. De Roomakker (Temse)

De Roomakker (12 ha) bestaat uit drie kleiputten en de omliggende terreinen.De hoge ligging vrijwaart de groeven en vijvers van vervuiling door de omliggende gronden.Daardoor ontwikkelde zich een uitzonderlijke fauna en flora. Het domein is toegankelijk voor wandelaars.

3.5.1.1.7. Het Leen ( Eeklo )

Het Leen is sinds 1973 eigendom van de provincie Oost-Vlaanderen. Van bij de aankoop vond de provincieraad dat het gebied ingericht moest worden voor passieve recreatie. Provinciaal domein Het Leen bestaat uit verschillende componenten. Naast het bos zelf is er ook een uitgebreid arboretum en een bosinfocentrum. Een cafetaria met terras en beperkte speeltuin maken het geheel compleet.

Groepen tot 30 personen die tijdens hun verblijf een natuureducatief programma volgen, kunnen terecht in het bosklassencentrum. Er is tevens een jeugdkampeercentrum voor erkende jeugdgroeperingen.

JWBP versie 25/05/2023 p.61

Page 62: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Zowel voor individuelen als voor groepen is een zeer ruim en gevarieerd aanbod aan educatieve activiteiten uitgewerkt. Wie dat wenst, kan voor uitleg en/of begeleiding een beroep doen op de educatieve dienst.

3.5.1.1.8. Het Kloosterbos ( Wachtebeke –Zelzate )

Het provinciebestuur kocht recentelijk van het Gentse OCMW het negentig hectare grote Kloosterbos aan de grens tussen Zelzate en Wachtebeke. De provincie wil dit domein langs de Gebroeders Naudslaan inrichten voor openluchtrecreatie.Het bos, dat nog een oude duinenheuvel heeft die verwijst naar de periode toen de Westerschelde nog tot in Zelzate kwam, ligt er al jaren verwaarloosd bij. Op vele plaatsen stoot men op kleine sluikstorten en ook de sparren en bomen zijn niet onderhouden. Gezien zijn ligging nabij de woonkern van Zelzate en het polyvalent gebruik van het bos door de inwoners van zowel Zelzate als Wachtebeke kan het nieuwe provinciaal domein gezien worden als een toekomstig "stadsbos".

3.5.1.2. Provinciaal Onderwijs

Het provinciaal onderwijs in Oost-Vlaanderen bundelt globaal gezien drie vormen van onderwijs:

- Secundair dagonderwijs : Het provinciaal onderwijs legde zich aanvankelijk voornamelijk toe op technisch en beroepsonderwijs in regio's waar deze onderwijsvormen niet werden aangeboden. Door de schaalvergroting en door het principe dat elke onderwijsentiteit zowel algemeen, technisch als beroepssecundair onderwijs moet aanbieden, werden de laatste jaren diverse samenwerkings-verbanden gerealiseerd. De provinciale scholen blijven echter als autonome entiteiten bestaan en bieden een eigen pedagogisch didactisch concept aan.

- Naast onderwijs met volledig leerplan heeft het Provinciaal Onderwijs Oost-Vlaanderen zich als belangrijke onderwijsverstrekker geprofileerd op het gebied van volwassenenonderwijs. Getuige hiervan zijn de diverse overnames van scholen voor weekend- en avondonderwijs.

De provincie Oost-Vlaanderen draagt ten slotte nog een bijzondere zorg voor andersvaliden. Dit uit zich in diverse vormen van buitengewoon onderwijs, zowel op het niveau basis- als secundair onderwijs.

Momenteel vind je vestigingen in Assenede, Beveren, Buggenhout, Dendermonde, Eeklo , Gent, Hamme, Lokeren, Ninove, Oudenaarde, Ronse, Wetteren, Zele, Zelzate en Zottegem.

3.5.2. gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden

- Uit diverse bevragingen en uit onderzoek (Kliksons, Kinderrechtencommissariaat, vanuit onderzoek naar huisvesting ) blijkt "ruimte" voor kinderen en jongeren te worden ervaren als een probleemgebied. Afhankelijk van de leeftijd worden evenwel verschillende invullingen gegeven aan deze "nood aan ruimte". Voor kinderen gaat het in hoofdzaak om een verkeersveilige woonomgeving en woning-schoolverkeer; bij tieners en adolescenten komt "ontmoetingsruimte" in de zin van informele ontmoetingsplekken en fuifruimte naar boven.

JWBP versie 25/05/2023 p.62

Page 63: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

- Naast de gevraagde "fysieke ruimte" blijkt ook dat nood is aan "mentale ruimte". Vanuit de media blijft een negatieve beeldvorming met betrekking tot jongeren en kinderen overheersen: enkel "slecht nieuws" heeft "actualiteitswaarde". De volwassenenwereld blijft de kinderen en jongeren vaak benaderen vanuit het zogenaamde "gunstdenken" ("kijk eens wat ze allemaal mogen, wat we voor hen doen") en veel minder vanuit een "rechtsdenken" overeenkomstig de filosofie binnen de benadering vanuit het "internationaal verdrag inzake de rechten van het kind".

- De schaarsheid van de "publieke ruimte" in Vlaanderen en een aantal evoluties vanuit ruimtelijke ordening (vb. tendens tot "inbreiding"), milieu (VEN, VLAREM II, Europese richtlijnen) leidt "de facto" tot een inkrimpen van de 'legale' publieke ruimte. Kinderen en jongeren wordt geconfronteerd met het effectief wegvallen van terreinen en speelzones door het verdwijnen van braakliggende gronden, het beschermen van waardevol natuurgebied, enz… Aangezien er geen specifieke "stakeholders" zijn met betrekking tot "publieke ruimte" wordt het verdwijnen van "publieke ruimte" vaak niet gecompenseerd. Deze trends treffen zowel de individuele kinderen en jongeren (buurtpleintjes) als het jeugdwerk (zonevreemdheid, inkrimpen speelzones,enz...).

- In het kader van "mentale ruimte" en het vlak van "openbare veiligheid en orde" haalt het lokaal jeugdwerk wel eens de pers met "brandonveilige jeugdlokalen", de verplichtingen met betrekking tot "security" vanuit (inter)gemeentelijke politiereglementen, problemen met "wild plakken van affiches", enz…Vanuit de prioriteit "jeugdruimte" binnen de lokale jeugdruimteplannen, is in dit verband momenteel op lokaal vlak heel wat in beweging gezet.

3.5.3. de visie en de algemene doelstellingen die de deputatie vooropstelt

Het opzetten van instrumenten en acties met betrekking tot jeugdruimte is een belangrijk item, maar zeker geen exclusiviteit voor de sector jeugd. De meeste problemen situeren zich op lokaal vlak en vaak zit het wetgevend en dus regulerend kader op Vlaams niveau. Beleidsmaatregelen op provinciaal vlak zullen in die zin dan ook van secundair belang zijn. De opdracht van het provinciebestuur situeert zich dan ook eerder op het vlak van informeren en ondersteunen van lokale besturen via vorming, informatieverstrekking, doorverwijzen (zie ook hoofdstuk 3.7.), incentives/aanmoedigingen en goede voorbeelden binnen eigen infrastructuur zoals domeinen.

3.5.4. de concrete acties die zullen worden ondernomen.

Het beleid gevoerd ten aanzien van de provinciale infrastructuur wordt aangestuurd via de desbetreffende directies (vb. 11° Directie). Inzet van middelen en personeel vertaalt zich dan ook op de desbetreffende begrotingsposten. Het betreft hier vaak ook erg juridisch-technische dossiers die een afstemming vergen van diverse beleidsniveaus en actoren. De provinciale jeugddienst kan terzake evenwel een stimulerende rol opnemen in functie van het verhogen van de systematische aandacht voor de doelgroep jeugd en jeugdwerk. Met betrekking tot "speelbossen" en de provinciale domeinen werd in de loop van 2003 reeds intern overleg opgestart.

Eerder in dit plan (3.2.4.2. jeugdvormingsinfrastructuur) maar verder (4.2.4.4. "ruimte voor popmuziek" en 4.2.4.8. "ruimte voor jeugdcultuur") wordt ook melding gemaakt van jeugdruimte of net het gemis ervan.

JWBP versie 25/05/2023 p.63

Page 64: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.5.4.1. intern overleg in functie van speelruimte voor jeugd

Op heden lopen diverse pistes in dit verband :

- proefproject "speelbos" in het Provinciaal Domein Den Blakken in Wetteren. Hierbij wordt de communicatie met het lokaal jeugdwerk opgenomen door de provinciale jeugddienst. Het project vormt een testcase. Bij succes wordt de zone als speelzone opgenomen in het desbetreffende bosbeheersplan. Er dient hier evenwel afstemming te gebeuren met Bos en Groen en de plannen van de Vlaamse Gemeenschap.

- onderzoek naar een speelbos in het Provinciaal Domein Puyenbroeck. De concrete realisatie is o.a. afhankelijk van de goedkeuring van bestemmingswijzigingen door de Vlaamse Gemeenschap. Bij "groen licht" worden de jeugdraden uit de betrokken gemeenten betrokken bij de concrete invulling van deze speelzone.

- onderzoek naar een bijkomend kampeerterrein in het Provinciaal Domein Puyenbroeck. Afhankelijk van bovenvermelde bestemmingswijzigingen en de visie van Bos & Groen, AMINAL en Stedebouw terzake, wordt gedacht aan een zone voor tentenkampen.

- komend onderzoek en intern overleg met de desbetreffende provinciale diensten naar de uitbouw van een polyvalent gebruik van het pas aangekochte Kloosterbos in Zelzate.

- onderzoek naar de fysieke toegankelijkheid van de provinciale domeinen vanuit Welzijn-Toegankelijkheid.

actiepunt . intern overleg in functie van speelruimte en verhogen toegankelijkheid

middelen resultaten

2003 - opstart intern overleg 3° directie en 11° directie

- opvolging cel toegankelijkheid ( zie 3.3)

- project speelbos Den Blakken- onderzoek speelbos en

kampeerterrein Puyenbroeck2004 - verderzetten intern overleg met Provinciaal

Domein Puyenbroeck-deelname aan intern overleg met 3° Directie

overleg jeugdraden en jeugddiensten 'zone Puyenbroeck'

2005 - verderzetten intern overleg met Provinciaal Domein Puyenbroeck

-deelname aan intern overleg met 3° Directie

evaluatie proefproject speelzone "Den Blakken"

2006 - verderzetten intern overleg met Provinciaal Domein Puyenbroeck

-deelname aan intern overleg met 3° Directie- onderzoek naar de mogelijkheden van toegang en gebruik van derden m.b.t. infrastructuur van het provinciaal onderwijs

overleg provinciaal onderwijs

2007 - verderzetten intern overleg met Provinciaal Domein Puyenbroeck

-deelname aan intern overleg met 3° Directie

afhankelijk van onderzoek en overleg in 2006

3.5.4.2. intern en extern overleg in functie van publieke ruimte voor jeugd

In de samenhang van "ruimtelijke ordening" en "ruimte voor kinderen en jongeren" komen op geregelde tijdstippen signalen binnen in verband met "zonevreemdheid", "bedreiging van een aantal jeugdverblijfcentra" vanuit de afbakening van de VEN-gebieden, habitatrichtlijnen, natuurontwikkelingsplannen, enz…Aangezien bij deze materie vaak diverse directies zijn betrokken, zal het te ontwikkelen beleid in samenhang met meerdere provinciale actoren moeten gebeuren.

JWBP versie 25/05/2023 p.64

Page 65: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Omdat het "wettelijk kader" vaak ook een Vlaamse, federale en soms zelfs een Europese verankering heeft, is ook afstemming met andere beleidsniveaus wenselijk. Vanwege de prille vorm van het intern overleg is het op heden niet mogelijk om een inhoudelijke invulling te schetsen op lange termijn.

actiepunt . intern overleg in functie van publieke ruimte en doelgroep jeugd

middelen resultaten

2003 - opstart overleg jeugd –ruimtelijke ordening- verkenning problematiek via colloquium- opvolging provinciale structuurplanning via

InterDienstenOverleg (IDO)- opvolging landelijk ontwikkelingen via VVP

administratieve middelen

- colloquium "Ruim bekeken

2004 - opstart overleg jeugd –ruimtelijke ordening- opvolging provinciale structuurplanning via

InterDienstenOverleg (IDO)- opvolging landelijke ontwikkelingen via VVP

administratieve middelen

opvolging & implementatie beleidsaanbevelingen vanuit colloquium

2005 - opvolging provinciale structuurplanning via InterDienstenOverleg (IDO)

- opvolging landelijke ontwikkelingen via VVP

administratieve middelen

afhankelijk van conclusies beleid

2006 - opvolging provinciale structuurplanning via InterDienstenOverleg (IDO)

- opvolging landelijke ontwikkelingen via VVP

administratieve middelen

afhankelijk van conclusies beleid

2007 - opvolging provinciale structuurplanning via InterDienstenOverleg (IDO)

- opvolging landelijke ontwikkelingen via VVP

administratieve middelen

afhankelijk van conclusies beleid

JWBP versie 25/05/2023 p.65

Page 66: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.6. Communicatie en InformatieHet is de plicht van een overheid om een beleid te voeren dat ten allen tijde transparant is en duidelijk volgbaar voor wie geïnteresseerd is. Daarom vindt u hieronder een reeks acties die deze transparantie moeten realiseren.

Anderzijds wil het bestuur ook mee zijn schouders zetten onder de promotie van het jeugdwerk en actoren uit de zogenaamde belendende sectoren.

3.6.1. een situatieschets met objectieve gegevens;

3.6.1.1. de jeugdnieuwsbrief

Sinds 1999 wordt een jeugdnieuwsbrief verspreid. In deze nieuwsbrief worden allerlei berichten op de wereld losgelaten. Provinciale initiatieven voor kinderen en jongeren – al dan niet door de jeugddienst georganiseerd – worden aangedragen, de activiteiten van de provinciale adviesraad voor de jeugd en van de regionale overlegplatforms rond jeugd worden toegelicht en tenslotte kunnen ook berichten van externen worden opgenomen (van het jeugdwerk of voor het jeugdwerk).De nieuwsbrief verschijnt vijf maal per jaar (januari, maart, mei, september en november) en wordt verspreid op 1800 exemplaren. De doelgroep bestaat uit de gemeentelijke jeugddiensten en jeugdraden, de schepenen van jeugd, het lokale jeugdwerk (de gemeentelijke jeugddienst verspreid de provinciale nieuwsbrief op lokaal niveau), de provincieraadsleden en andere provinciale diensten, de leden van de provinciale jeugdraad en hun secretariaten, het landelijke jeugdwerk en individuen die op beurzen of via andere kanalen hun interesse hebben getoond.De jeugdnieuwsbrief staat ook te lezen op de provinciale website.

3.6.1.2. jeugdluik op de provinciale website

Binnen de provinciale website – www.oost-vlaanderen.be - is een makkelijk te bereiken stuk integraal aan de jeugd gewijd – www.oost-vlaanderen.be/jeugd. Je leest wie wat doet op de jeugddienst, wat in het jeugdwerkbeleidsplan staat, welke reglementen er zijn (spijtig genoeg zijn ze nog niet allemaal te downloaden), welke projecten en activiteiten op stapel staan, welke dienstverlening wordt aangeboden, enzomeer.

"Jeugd" is een onderdeel van de directie Welzijn en Gezondheid maar heeft wel een duidelijke – eigen – plaats binnen de site. Als de top 10 wordt bekeken van alle sectoren die ressorteren onder de directie Welzijn en Gezondheid, staat jeugd op een 2e plaats. De sociale kaart is koploper. Samen verzamelen de twee sectoren bijna tweederden van alle hits.

- sociale kaart (ovl + wvl) 38,79 %- jeugd 25,07 %- index welzijn (startpagina) 6,12 %- huisvesting 6,05 %- minderheden 4,42 %- zorg 3,98 %- vrijwilligers 3,19 %- middelenmisbruik 2,74 %- senioren 2,11 %- administratie 1,64 %

JWBP versie 25/05/2023 p.66

Page 67: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

In concrete cijfers vertaald, kreeg de jeugdsector in 2002 in totaal 125 500 hits. Hieronder ziet u hoe de verdeling is tussen de verschillende onderdelen van de site. Het luik "projecten" is het best uitgebouwd, wordt het meest aangepast en heeft dan ook het grootste aantal bezoekers. De verdeling binnen die projecten ziet u in het tweede kader.

3.6.1.3. Dienst Communicatie en haar activiteiten naar de jeugd

De dienst Communicatie wil er alles aan doen om kinderen en jongeren zo goed mogelijk te informeren over het hoe en waarom van de provincie. Hij doet dit op verschillende manieren. Zo is in 1999 een strip uitgegeven "Operatie Oost-Vlaanderen" waarin de provincie op kindvriendelijke manier wordt voorgesteld. De Dienst organiseert rondleidingen voor scholen in de gebouwen van de provincie.Via de kinderprovincieraad – een initiatief van de dienst Communicatie en de jeugddienst – wordt kinderen verteld wat nu juist allemaal gebeurt binnen de provincie. Tegelijk worden zij ook in de mogelijkheid gesteld om ideeën aan te reiken naar nieuwe initiatieven toe of naar aanpassingen in bestaande situaties.

JWBP versie 25/05/2023 p.67

Page 68: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.6.1.4. andere en meer tijdelijke communicatievormen

Er wordt ook nog op andere manieren gecommuniceerd met het doelpubliek.Enerzijds probeert het bestuur via aantrekkelijke affiches en folders de jeugd, het jeugdwerk en andere doelgroepen warm te maken voor de activiteiten die het inricht zoals Pop-Eiland, het Oost-Vlaams Rockconcours, enzomeer. De provinciale lay-outers (van de dienst Communicatie) spelen daarin een belangrijke en gewaardeerde rol. Zij moeten zorgen dat het materiaal aanslaat bij de doelgroep.Anderzijds tracht het provinciebestuur het jeugdwerk uit de provincie te promoten daar waar het kan. Op de website staat onder het jeugdluik een item rond alle leden van de jeugdraad met verwijzingen naar hun eigen plek op het net. Verder is ook een "ABC van de jeugdraad" uitgegeven met een korte beschrijving (één pagina) per lid-organisatie, een overzicht van de taak van de jeugdraad binnen het provinciebestuur en een schets van alle actoren binnen dat bestuur.

3.6.1.5. helpdesk via e-mail of telefoon

De jeugdconsulenten krijgen heel wat vragen over allerlei zeer uiteenlopende onderwerpen. Soms kan een antwoord snel zelf gegeven worden, soms vereist een antwoord enig zoekwerk, een andere keer is het opportuner om de vraagsteller door te verwijzen naar mensen of diensten die beter geschikt zijn om de vraag te beantwoorden. Deze vragen bereiken de jeugddienst meestal via e-mail of telefoon, zelden per brief.

3.6.2. gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden;

- De jeugddiensten vragen concrete en accurate informatie. Wat kan het provinciebestuur voor hen betekenen, wanneer wordt wat georganiseerd en hoe kunnen ze daarbij een vinger in de pap krijgen.

- Zij vragen daarenboven dat deze info op een makkelijke manier verder kan worden verspreid onder de lokale actoren die interesse zouden kunnen hebben voor het onderwerp.

- Het jeugdwerk is voornamelijk – en terecht – geïnteresseerd in de financiële en dienstverlenende kant van de medaille. Welke subsidiestromen zijn er, welk aanbod heeft de provinciale uitleendienst, welke vorming wordt opgezet, enzomeer.

3.6.3. de visie en de algemene doelstellingen die de deputatie vooropstelt;

doelstelling :

Het provinciebestuur wil zijn beleid in het algemeen en zijn jeugd(werk)beleid in het bijzonder op een optimale, permanente en hedendaagse wijze communiceren. Onder meer initiatieven die 'leeftijdsgenuanceerde' informatie geven, kunnen daartoe ondernomen worden.Geheel volgens de filosofie van de openbaarheid van bestuur zal worden gewerkt aan de transparantie van het provinciaal beleid.Daarnaast wil het bestuur ook een meerwaarde vormen in de communicatie tussen het jeugdwerkveld en zijn doelgroep.

JWBP versie 25/05/2023 p.68

Page 69: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.6.4. de concrete acties die zullen worden ondernomen.

3.4.4.1. de jeugdnieuwsbrief

De jeugdnieuwsbrief blijft een heel interessant medium om nieuwe initiatieven, indieningstermijnen voor subsidieaanvragen, vergaderdata, enzomeer te communiceren.Aan twee punten zal de komende jaren gewerkt worden: digitale versie opstarten en frequentie verhogen.Omdat heel veel (potentiële) klanten een internetaansluiting hebben en dus zeer gemakkelijk e-mails kunnen ontvangen, zal gewerkt worden aan een digitale versie van de jeugdnieuwsbrief. Daarvoor moet vooreerst een e-mail-adressenbestand worden aangelegd. De basis daarvan zal worden gelegd in het najaar van 2003. Terzelfdertijd kan een sjabloon worden uitgewerkt waarin de nieuwsbrief zal worden gegoten. Dat sjabloon moet enerzijds een frisse en vrolijke lay-out kennen maar moet tegelijkertijd gemakkelijk te downloaden zijn voor het doelpubliek.

actiepunt . middelen resultaten

2003 - uitwerken nieuw sjabloon- aanleggen e-mailadressenbestand

-------------- - e-mailbestand- nieuw sjabloon

2004 frequentie van het aantal nieuwsbrieven verhogen tot 10

-------------- - 10 digitale nieuwsbrieven per jaar

2005 -------------- - 10 digitale nieuwsbrieven per jaar2006 -------------- - 10 digitale nieuwsbrieven per jaar2007 -------------- - 10 digitale nieuwsbrieven per jaar

3.4.4.2. website rond jeugd

Het jeugdluik van de provinciale website krijgt heel veel "hits". Er zijn dus veel mensen (waarschijnlijk zowel jongeren als volwassenen) die de website bezoeken. Daarom is het van zeer groot belang dat voldoende zorg wordt besteed aan dit communicatiekanaal. De pagina's rond jeugd zullen in het najaar van 2003 een volledig nieuw uitzicht krijgen. Speerpunten zullen zijn: duidelijkheid, jeugdig uitzicht, interactiviteit en bruikbaarheid.De website moet dus zeer overzichtelijk zijn. Iedereen moet in een oogopslag kunnen vinden waar hij naar op zoek is. Het uitzicht moet ook aansluiten bij de leefwereld van kinderen en jongeren. Het moet dus voor hen een aantrekkelijke site zijn, met beeld- en geluidsmateriaal. Daarnaast moet de site de gelegenheid bieden aan subsidieaanvragers om alle reglementen te downloaden en eventuele aanvraagformulieren on-line in te vullen.Er komt ook een permanent forum waar, rond alle initiatieven en reglementen, feedback kan worden gegeven.Daarnaast zal het bestuur in 2004 een onderzoek voeren naar de mogelijkheid om zijn website te hertalen naar kinderen toe. Deze hertaling zou kinderen moeten toelaten de provincie en haar mogelijkheden te leren kennen op een kindvriendelijke manier. Dat wil zeggen dat alle info op een dusdanige manier wordt weergegeven dat ze het kunnen begrijpen.

JWBP versie 25/05/2023 p.69

Page 70: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

2003 aanpassing jeugdluik op website --------------- vernieuwde website2004 - up-to-date houden website

- onderzoek naar hertaling provinciale website (wat en hoe)

--------------- eerste aanzet tot hertaling

2005 - up-to-date houden website- hertaling publiceren op het net

--------------- hertaling voleindigd

2006 up-to-date houden website ---------------2007 up-to-date houden website ---------------

3.4.4.3. ABC van de jeugdraad

In 2003 is een eerste editie van het "ABC voor de jeugdraad" uitgegeven. Bedoeling is om via dit kanaal alle leden van de jeugdraad te informeren over de werking van het provinciebestuur en de taak die een jeugdraad daarin kan vervullen. Daarnaast wil het werkstuk ook info geven over de leden van de jeugdraad: wie zijn ze, wat is hun werking, wat kunnen ze betekenen voor andere jeugdorganisaties, enzomeer. Bij de start van elk mandaat zal worden gekeken naar de publicatie, zal ze waar nodig worden bijgewerkt en opnieuw uitgebracht. De brochure zal zowel gedrukt als op internet worden gepubliceerd.

actiepunt . middelen resultaten

2003 eerste versie van ABC verdeeld20042005 inventariseren nieuw materiaal

publicatie klaarmaken2 000 EUR publicatie klaar voor druk

2006 publicatie uitgeven2007

3.4.4.4. helpdesk

Het blijft een provinciale prioriteit om de mensen via allerlei kanalen te informeren. Doel moet zijn dat ze zoveel mogelijk zelfstandig een antwoord kunnen vinden via een duidelijke website. Voor mensen die toch niet aan het verwachte antwoord komen, staat de jeugddienst steeds klaar. Elke jeugdconsulent moet dus een stuk werktijd ter beschikking houden om te kunnen ingaan op deze vragen.

actiepunt . middelen resultaten

2003 permanentie van de jeugdconsulenten vergroten op de dienst

--------------- mensen krijgen een antwoord op hun vraag

2004 permanentie verzorgen --------------- mensen krijgen een antwoord op hun vraag

2005 permanentie verzorgen --------------- mensen krijgen een antwoord op hun vraag

2006 permanentie verzorgen --------------- mensen krijgen een antwoord op hun vraag

2007 permanentie verzorgen --------------- mensen krijgen een antwoord op hun vraag

JWBP versie 25/05/2023 p.70

Page 71: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.7. Begeleiden en informeren van het gemeentelijk jeugd(werk)beleid

3.7.1 Situatieschets gemeentelijk jeugdbeleid

Met de invoering van het decreet in 1993 kregen de gemeenten een belangrijke rol en verantwoordelijkheid met betrekking tot het lokale jeugdwerk. Het decreet zorgde immers, vanuit zijn concept van communicatieve planning, dat heel wat noden en behoeften werden blootgelegd. De aanpak hiervan zorgde voor een sterke dynamiek op het vlak van jeugd(werk)beleid. Niet alleen werd de afgelopen jaren sterk geïnvesteerd in de ondersteuning van het particuliere jeugdwerk; er werd ook meer en meer geïnvesteerd in het "gemeentelijk jeugdwerk". Zie ook hoofdstuk 2.

Stand van zaken regionaal overleg jeugd

De regionale overlegstructuren binnen de jeugdsector zijn deels van onderuit gegroeid, deels mede gestimuleerd en vormgegeven vanuit de provinciale jeugddienst. De samenstelling en werking zijn verschillend naargelang de regio en de voorgeschiedenis.

In het Meetjesland betekent het MISO vooral een overleg en netwerk tussen jeugddiensten en schepenen. Momenteel is een projectvereniging met rechts-persoonlijkheid in opstart.

In het Waasland ligt het regionaal overleg aan de basis van een bijkomende post van de provinciale uitleendienst. De meeste activiteiten zijn er gericht op het jeugdwerk in de regio.

In de Denderstreek is het platform opgestart vanuit de gemeentelijke jeugdraden. Kernactiviteiten vormen hier ervaringsuitwisseling, opzetten van informatie-avonden tot en met het voeren van acties. Binnen het jeugdwerk vormt het overleg een stevig netwerk.

In het Zuiden van Oost-Vlaanderen is op initiatief van de provinciale jeugddienst, i.s.m. de Vlaamse Vereniging voor Jeugdconsulenten, een overleg opgestart. Hier zijn enkel de jeugddiensten rechtstreeks betrokken partij. De werking situeert zich op heden eerder op het niveau van ervaringsuitwisseling en vorming van ambtenaren. M.b.t. jeugdbeleid situeert de regio zich onder het Vlaams gemiddelde. Er is een inhaalbeweging aan de gang maar deze vertaalt zich op heden in de uitbouw van een "jeugdwerkbeleid" . De huidige personeelsbezetting binnen de diensten laat het werken aan een ruimer jeugdwelzijnsbeleid niet echt toe.

JWBP versie 25/05/2023 p.71

Page 72: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

De gemeentelijke- en stedelijke jeugddiensten vormen in hoofdzaak wel de motor binnen de werking. Binnen de diverse werkingen worden wel zoveel mogelijk ook de schepenen van Jeugd en de gemeentelijke jeugdraden betrokken.

De diverse werkingen ontwikkelen hun initiatieven binnen de volgende doelstellingen:

- het ontwikkelen van een complementair beleid op het vlak van het huidige lokaal jeugdbeleid met een directe betrokkenheid van de betreffende beleidsniveaus en actoren;

- het opzetten van acties op de "witte vlekken" van het huidig gevoerde beleid met accent op de functies informatie, preventie en vorming (vb. informatieavonden billijke vergoeding, kadervorming jeugdwerkers, JIP-caravan, organisatie regionale trefdagen jeugdwerkers rond veiligheid jeugdlokalen, enz…);

- het stimuleren van intergemeentelijke samenwerking m.b.t. de bovenvermelde functies waarbij afstemming en samenwerking gestimuleerd wordt tussen gemeenten met een regiofunctie en de kleine lokale gemeenschappen (vb. samenwerking bij tienerwerkingen, JIP, …);

- het creëren van een brugfunctie tussen het lokaal jeugdbeleid en diverse sectoren van het provinciaal welzijnsbeleid (bv. drugspreventie, duurzame ontwikkeling, informatievergaderingen KB speeltuigen, opstart uitleendienst Sint-Niklaas, enz…);

- het creëren van een regionaal aanspreekpunt naar andere provinciale sectoren (milieu, sport, (jeugd)toerisme, …) bij het opzetten van acties naar de doelgroep jeugd en/of jeugdwerk;

- het creëren van een brugfunctie tussen het lokaal jeugdbeleid en het Vlaams beleid (signaleringsfunctie onder andere via werkgroepen Vlaamse jeugdraad of rechtstreeks bij de Vlaamse administratie) enerzijds en het mee ondersteunen van Vlaamse campagnes of initiatieven anderzijds(bv. Kliksons, Worldshake,…);

- het verstevigen van de lokale en interlokale netwerkvorming binnen de diverse jeugd(werk)sectoren, opzetten van acties die de particuliere actoren op dit veld verstevigen bv. linken met regionaal overleg speelpleinwerk, P.R. campagne jeugdhuizenoverleg, overleg en vorming jeugdraadmedewerkers.

Op heden wordt de intergemeentelijke samenwerking met betrekking tot jeugd tussen gemeentebesturen ondersteund via een provinciaal reglement op de subsidiëring regionale overlegplatforms. Dit voorziet in een basissubsidie van ongeveer 1 000 EUR tot 1 250 EUR met betrekking tot de werkingskosten, naargelang het aantal deelnemende gemeenten, én de toegang tot een krediet voor projectsubsidies. Personeelsubsidies zijn binnen dit reglement niet voorzien.

3.7.2. Noden en behoeften lokaal en regionaal jeugdbeleid

3.7.2.1 lokaal jeugdbeleid

De handelingsgerichtheid van jeugdconsulent (zie ook "Cijferboek Gemeentelijk Jeugdwerkbeleid" pagina 49 en volgende), de sterke ontwikkeling van het gemeentelijk jeugdwerk (stijging met 60 % in Oost-Vlaanderen tussen 1998 & 2001) en de "overname" van heel wat particuliere speelpleinwerkingen, maken dat de gemeentebesturen niet alleen het jeugwerklandschap regisseren maar vaak ook zelf meespelen in hun film. Uit een beperkte analyse (1 op 3) van de gemeentelijke jeugdwerkbeleidsplannen blijkt dat, althans in de plannen als dusdanig, weinig onderzoek is naar het effect van de eigen ontwikkelde programma's: eenmaal

JWBP versie 25/05/2023 p.72

Page 73: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

opgestart blijven de initiatieven bestaan. Lange termijn visies m.b.t. deze werkingen zijn nauwelijks in de jeugdwerkbeleidsplannen terug te vinden. Er is een neiging tot "veel doen" en minder tot "reflectie" m.b.t. de effecten van dit "doen". Zeker binnen de werkingen die direct concurrentieel kunnen staan met het particulier aanbod (bv. kinderopvang <> speelpleinwerk in vakantieperiodes) lijkt enig strategisch handelen toch wel aangewezen. Met de wijziging van het decreet werd de verplichte "complementariteitsoefening" weggelaten; het lijkt er sterk op dat ze in de praktijk vaak niet meer gemaakt wordt. In de jeugdwerkbeleidsplannen is hieromtrent in elk geval weinig terug te vinden.

Op het vlak van jeugdwerk binnen de gemeentebesturen, in tegenstelling tot andere sectoren binnen het gemeentelijk beleid, bestaat weinig traditie om taken uit te besteden aan derden: studiebureaus worden zelden ingezet, het landelijk en provinciaal georganiseerd jeugdwerk wordt zelden ingehuurd voor bv. procesbegeleiding van plaatselijk jeugdwerk, enz… Waar in de sportsector eerder een evolutie heerst in het inhuren van derden bij de uitbouw van aanvullende programmatie, wordt dit binnen de jeugddiensten bijna altijd in eigen regie gedaan.

Op Vlaams en Oost-Vlaams niveau is er een duidelijke trend naar meer personeel op jeugddiensten en meer gespecialiseerd en hoger geschoold personeel. De stijging is evenwel ook te wijten aan het gebruik van tewerkstellingsprogramma's waarbij laaggeschoolden worden ingezet (bv. kinderopvang, "jongerenbanenplanners"). Ondanks de duidelijke inhaalbeweging van de laatste jaren blijft Oost-Vlaanderen onder het Vlaams gemiddelde inzake VTE per 10 000 inwoners. In vergelijking met andere provincies neemt Oost-Vlaanderen de laatste positie in.

Ongeveer 60 % van de Oost-Vlaamse gemeenten beschikt over gespecialiseerd personeel m.b.t. jeugdzaken. De overige 40% van de gemeenten werkt (nog) met combinatie-ambtenaren. Binnen de huidige planningsperiode wordt de trend naar meer gespecialiseerd personeel (B-niveau) ook in Oost-Vlaanderen verdergezet. In de praktijk ontdekt men sterke verschillen inzake bezetting van jeugddiensten: van steden met minder dan 1 FTE op jeugd tot kleine gemeenten met ruim 1 FTE op jeugdzaken. Vergelijking is evenwel erg moeilijk gelet op de gemeentelijke autonomie en de verschillende organisatiemodellen van de lokale besturen.

Het is eveneens duidelijk dat hierbij druk ontstaat tussen de hogere "planningsvereisten" en de vraag naar een geïntegreerd jeugdbeleid enerzijds en de personeelsbezetting anderzijds. Binnen Oost-Vlaanderen merk je in elk geval een sterk verloop aan personeel binnen de gemeentelijke diensten. Oorzaken zijn evenwel nog nergens systematisch onderzocht. Uit informele contacten in de rand van vormingsbijeenkomsten en regionaal overleg, lijkt de druk op het takenpakket van jeugdconsulenten toch wel sterk toegenomen. In het bijzonder brengen de planningsjaren extra druk door het extra werk naar aanleiding van bevragingen, stuurgroepvergaderingen, overleg met andere diensten, enz….

In heel wat gemeenten met combinatie-ambtenaren wordt op heden zowel beleidsvoorbereidend als beleidsuitvoerend werk mede uitgevoerd door de gemeentelijke jeugdraad en/of de schepen van jeugd. Bij deze manier van werken, met de huidige verwachtingen in de richting van een geïntegreerd jeugdbeleid, kunnen vragen worden gesteld. Het leidt soms tot rolverwarring bij de stuurgroepen en jeugdraden en is niet zelden een bron van conflicten. In de praktijk leidt dit ook tot zogenaamde "lege dozen" waarbij eerder wazige doelstellingen worden geformuleerd en weinig acties (kunnen) worden hardgemaakt. Indien er geen stijging in budget of personele ondersteuning komt, blijft "alles bij het oude" en betekent de nieuwe invulling van het decreet eerder "meer werk" maar niet "meer acties".

JWBP versie 25/05/2023 p.73

Page 74: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Het leidt ook tot situaties waarbij het door de stuurgroep aan het college en de gemeenteraad voorgelegde jeugdwerkbeleidsplan, in acties reeds gefilterd is in functie van wat uitvoerbaar wordt geacht : wie voorstellen formuleert dient ze immers ook vaak uit te voeren. Zoals ook uit het onderzoeksrapport "Lokaal jeugdbeleid in ontwikkeling" (De Bie - Wildemeersch) blijkt, heeft de jeugdconsulent een erg centrale rol in het planningsproces zowel bij de sturing als bij de uitvoering. Net als bij een hoge overlapping in deelnemers tussen jeugdraadmedewerkers en stuurgroepmedewerkers is het niet onrealistisch dat een belangenvermenging en rolverwarring ontstaat. Zo wordt bv. bij de problematiek rond zonevreemde jeugdlokalen wel eens aan struisvogelpolitiek gedaan : het probleem wordt niet in kaart gebracht of grondig geanalyseerd zodat ook geen doelstellingen of acties worden geformuleerd.

Vanuit een bevraging eind 2000 van de gemeentelijke jeugdconsulenten en nadien bevestigd door diverse contacten met de betrokken ambtenaren, blijkt het voor combinatie-ambtenaren in de praktijk moeilijker om te participeren aan de diverse netwerken die zich binnen het jeugdlandschap ontwikkelen : vormingen Afdeling Jeugd en Sport, landelijke initiatieven, vormingen VVJ landelijk en provinciaal, regionale overlegstructuren, enz… Steevast komt "tijdsgebrek" en "andere dringende zaken" naar voren als argument voor afwezigheid. Ten aanzien van de inhoud van de vergaderingen en vormingen wordt slechts zelden een opmerking geformuleerd.

Ook het uitbouwen van een plaatselijk netwerk met directe contacten tot op het niveau van het lokale initiatief blijkt niet zo evident als soms wordt verondersteld. Binnen heel wat gemeenten verloopt het contact met het lokaal jeugdwerk – buiten de bevragingen in functie van het jeugdwerkbeleidsplan - enkel via de jeugdraad en via briefwisseling m.b.t. subsidiedossiers. Vaak is in die zin ook geen ruimte voor een 'preventief beleid' of coaching van lokale jeugdwerkinitiatieven. Vaak zien jeugdconsulenten het niet als hun opdracht om met "inhoudelijke coaching" bezig te zijn en verwijzen zij hiervoor naar koepelorganisaties of gespecialisserde (jeugd)diensten. De "klachten" vanuit het provinciaal jeugdwerk met betrekking tot het lokaal jeugdwerkbeleid, gevoerd door gemeentebesturen (zie ook .3.1.2.), dienen dan binnen deze context te worden gezien. Aangezien ook de leiding van de lokale initiatieven vaak gefocust zit op het "uitvoerend werk" (kort samengevat "zinvol bezig zijn met kinderen en jongeren"), komen de randvoorwaarden wel eens in de verdrukking : wettelijke verplichtingen, veiligheid, globale evaluatie van de werking, enz…

Het is tevens duidelijk dat het lokaal jeugdwerkbeleid in hoge mate wordt ingevuld via "onderhandelen"; het gevoerde beleid is dan ook afhankelijk van de sterkte van de jeugdraad en het jeugdwerk, de positie van de schepen in het college, politieke keuzes, enz...

3.7.2.2. Noden en behoeften binnen het regionale gebeuren

- De vraag bestaat naar meer intersectorieel werken zowel m.b.t. de jeugdwerksectoren als m.b.t. andere sectoren (welzijn, cultuur, milieu…).

- Het ziet ernaar uit dat het regionaal jeugdoverleg in het Zuiden (OZO) op termijn zal worden opgespitst in kleinere en meer functionele regionale verbanden (bv. regio Aalst, Leiestreek). De huidige regio-indeling is niet erg functioneel m.b.t. samenwerking.

- Binnen de regio's waar het regionaal overleg reeds langer actief is - en steeds meer "regionaal" wordt gedacht - is een vraag naar een sterkere professionele

JWBP versie 25/05/2023 p.74

Page 75: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

ondersteuning in functie van het creëren van een hogere plaatselijke meerwaarde (meer concrete acties). Diverse actiepunten kunnen nu niet worden ontwikkeld door gebrek aan professionele ondersteuning en uitvoering.

Samenvattend

De hierboven aangehaalde ontwikkelingen leiden ertoe dat, inzake ondersteuning van het particulier jeugdwerk en lokaal jeugdbeleid, sterke intergemeentelijke verschillen opduiken. Het gemeentelijk jeugdbeleid ontwikkelt zich procesmatig waarbij aan de hand van het 'decreet lokaal jeugdwerkbeleid' vaak begonnen wordt met de uitbouw van een ondersteuningsbeleid voor jeugdwerk dat met de jaren uitgroeit tot het voeren van een ruimer en meer geïntegreerd jeugdbeleid. Naargelang de sterkte en het samenspel van de actoren (schepen, jeugddienst, jeugdraad en stuurgroep jeugdwerkbeleidsplan) ontwikkelt zich een beleid dat, over de diverse Oost-Vlaamse gemeenten gezien, erg gevarieerd kan zijn. In die zin lijkt het er sterk op dat niet zozeer de ordegrootte van de gemeente het concrete gezicht van dit jeugdbeleid bepaalt dan wel de duur van het 'proces' en het succes van de samenwerking tussen de diverse actoren.

Naast het gemeentelijk jeugdbeleid op zich, kent men ook een dynamiek met betrekking tot intergemeentelijke samenwerking. Deze trend biedt zich evenwel in verschillende gradaties aan : van eerder losse samenwerkingsverbanden tot één structurele samenwerkingsvorm met personele ondersteuning in eigen loondienst.

3.7.3. De visie en de algemene doelstellingen die de deputatie vooropstelt met betrekking tot het lokale en regionale jeugdbeleid

Met de ondersteuning van de Oost-Vlaamse gemeentebesturen wil het provinciebestuur de kwaliteit van het gemeentelijk jeugd(werk)beleid in de provincie verhogen. Met de nieuwe invulling van het 'decreet lokaal jeugdwerkbeleid' is de richting "uitbouw van het gemeentelijk jeugdbeleid" aangegeven. De gemeentebesturen, met een wisselende ervaring en traditie in het voeren van een jeugdbeleid, zijn reeds lange tijd bezig om een zo optimaal mogelijk jeugdbeleid uit te bouwen voor de Oost-Vlaamse kinderen en jongeren. Een kwalitatieve benadering in de ondersteuning van de Oost-Vlaamse gemeentebesturen werkt positief in op de grootste gemene deler van het jeugdbeleid van de Oost-Vlaamse gemeenten.

De sleutelwoorden die gehanteerd worden voor de ondersteuning van de gemeentebesturen zijn : inhoudelijke/materiële ondersteuning en stimulering. Door middel van diverse maatregelen wordt een kader geschapen van waaruit elke gemeente in eigen autonomie een aantal keuzes kan maken. De binding tussen het jeugdbeleid in de diverse gemeenten zal via regionaal overleg nagestreefd worden. En dit door een concrete ondersteuning die zowel qua mankracht als qua middelen geboden wordt.

Vanuit de schakel- en brugfunctie die de provinciebesturen te vervullen hebben in uitvoering van hun kerntaken, worden de diverse initiatieven met respect voor de gemeentelijke autonomie en eigen beleidskeuze uitgewerkt. Dit krijgt vorm door middel van geregelde bevraging en inspraak via diverse kanalen.

Beoogde resultaten

Met de ondersteuning van gemeentebesturen wordt een deskundig en kwalitatief gemeentelijk jeugdbeleid, met aandacht voor de participatie van de doelgroep, in

JWBP versie 25/05/2023 p.75

Page 76: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Oost-Vlaanderen nagestreefd. Dit zou tenslotte ook moeten leiden tot een kwalitatief sterker beleid én aanbod ten aanzien van kinderen en jongeren.

Vanuit het kerntakendebat enerzijds en vanuit de missie van het provinciebestuur anderzijds (zie hoofdstuk 1) worden, voor de komende jaren, de volgende beleidslijnen vooropgesteld :

- Het stimuleren van de aanpak van witte vlekken binnen het lokaal beleid maar enkel tijdelijk en als hefboom; er wordt niet plaatsvervangend opgetreden.

- Het bieden van een experimenteerruimte; nieuwe pistes moeten kunnen worden uitgeprobeerd.

- Het optimaliseren van de werking van particuliere en publieke actoren. Het ondersteunen/opzetten van vormingsinitiatieven ten aanzien van de lokale en regionale actoren vormt hier een belangrijk aspect.

- Het creëren van een open aanbod, met dienstverlening voor alle besturen, en dienstverlening voor alle jeugdwerk.

- Het beter linken van het provinciaal beleidsniveau met het lokaal beleidsniveau. Een centrale vraag hierbij vormt ook "wat het best op welk niveau wordt opgenomen".

- Het linken van landelijk en provinciaal particulier jeugdwerk met lokaal bestuur/beleid en jeugdwerkers.

- Het opnemen van de signaalfunctie/schakelfunctie naar het landelijk niveau.

De lopende acties (reglementen, projecten, enz…) worden geëvalueerd aan de hand van de bovenvermelde hoofddoelstellingen en uitgangspunten. Bij nieuwe projecten zullen ze tevens de leidraad vormen voor het al dan niet instappen in projecten, het ontwikkelen van nieuwe instrumenten, enz…

3.7.4. Concrete acties en instrumenten

Vanuit de vaststelling dat het voor de lokale besturen niet altijd evident is om accuraat in te spelen op de vragen van 'hogerhand' en het verwachtingspatroon van het werkveld, werden in de voorbije jaren de volgende pistes ontwikkeld.

3.7.4.1. Algemene opvolging gemeentelijke jeugdbeleid

Vanuit het optimaliseren van de werking van particuliere en publieke actoren, vormt het ondersteunen en/of opzetten van vormingsinitiatieven ten aanzien van de lokale en regionale actoren een belangrijk aspect in de rol van het provinciebestuur. Naargelang de actualiteit, evoluties binnen het werkveld en de wetgeving ten aanzien van jeugd en jeugdwerk kunnen bijkomende initiatieven en acties worden geformuleerd. Gezien de sterke wissels binnen de actoren ( jeugdraadmedewerkers, jeugdconsulenten, leiding jeugdwerk, enz…) is een continue opvolging (en soms herhaling) noodzakelijk.De deskundigheid die binnen de provinciale jeugddienst aanwezig is, kan permanent geraadpleegd worden. Tevens staat de interne bibliotheek van de 6e Directie Welzijn en Gezondheid van het provinciebestuur ter beschikking van informatievragers.

Daarnaast wordt regelmatig beroep gedaan op deskundigheid van de provinciale jeugddienst voor de aanwerving van gemeentelijke jeugdconsulenten, (samenstelling van het examenprogramma, zetelen in de examenjury, …).

JWBP versie 25/05/2023 p.76

Page 77: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Tenslotte wordt, afhankelijk van de vraag (relevantie, meerwaarde), ook inhoudelijke ondersteuning gegeven in de vorm van het ter beschikking stellen van de knowhow van de jeugddienst bij het ondernemen van specifieke gemeentelijke projecten of projecten naar de "doelgroep jeugd" vanuit andere provinciale diensten.

actiepunt . middelen resultaten

2003 - ondersteuning gemeenten vanuit schakelfunctie met het landelijk gebeuren

- opvolging onderzoeksmateriaal en vakliteratuur

- per vorming - max 750 EUR

- inzet jeugd-consulent 3

- studiedagen, infomomenten, onder-steunen landelijke campagnes, enz…

- Trefdag opstart lokale jeugdwerk-beleidsplanning

- Studiedag "Ruim bekeken" rond samenhang "jeugd" en ruimtelijke ordening"

2004 - ondersteuning gemeenten vanuit schakelfunctie met het landelijk gebeuren

- opvolging onderzoeksmateriaal en vakliteratuur

- per vorming - max 750 EUR

- inzet jeugd-consulent 3

studiedagen, infomomenten, ondersteunen landelijke campagnes, enz…

2005 - ondersteuning gemeenten vanuit schakelfunctie met het landelijk gebeuren

- analyse gemeentelijke jeugdwerk-beleidsplannen 2005-2007

- per vorming - max 750 EUR

- inzet jeugd-consulent 3

- studiedagen, infomomenten, enz…- terugkoppeling analyse via regionaal overleg, nieuwsbrief, website, enz…

2006 - ondersteuning gemeenten vanuit schakelfunctie met hetlandelijk gebeuren

- opvolging onderzoeksmateriaal en vakliteratuur

- per vorming - max 750 EUR

- inzet jeugd-consulent 3

studiedagen, infomomenten, ondersteunen landelijke campagnes, enz…

2007 - ondersteuning gemeenten vanuit schakelfunctie met het landelijk gebeuren

- opvolging onderzoeksmateriaal en vakliteratuur

- per vorming - max 750 EUR

- inzet jeugd-consulent 3

studiedagen, infomomenten, ondersteunen landelijke campagnes, enz…

3.7.4.2. Ondersteuning organisatie gemeentelijke jeugdwerkinitiatieven

De voorbije jaren werd ten aanzien van gemeentebesturen een provinciaal gesubsidieerd voorkeursaanbod uitgewerkt: het zogenaamde "provinciaal grabbelpas-aanbod" waarbij gemeentebesturen konden intekenen op een selectie uit het ruime aanbod van Oost-Vlaamse producties en workshops. Bij de uitwerking van het aanbod in 2002 werd reeds de toegang tot het instrument vereenvoudigd en doorgetrokken tot op het niveau van jeugdraden. Na afloop in 2002 konden grotendeels dezelfde conclusies getrokken worden als na 2001:

- de meeste middelen worden binnengehaald door gemeenten met een "programmator" in dienst;

- ondanks de lagere drempel dienden kleine gemeenten ook in 2002 verhoudingsgewijs minder aanvragen in door gebrek aan een lokale "programmator";

- de gemeentebesturen programmeren nauwelijks "risico-activiteiten"; ook al worden ze door de provinciale subsidies erg goedkoop aangeboden. Bij het uitstippelen van de programmatie weegt het potentieel bereik aan kinderen (kwantiteit) door op de inhoud van de aangeboden programma's.

Globaal gezien stellen we vast dat :

JWBP versie 25/05/2023 p.77

Page 78: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

- Het "grabbelpasaanbod" als instrument tot een meer gevarieerd programmeren bij gemeentebesturen faalt. Aangezien de door de gemeentebesturen binnen te halen middelen ook beperkt zijn, werkt het evenmin als stimulator tot het aanvullend programmeren bij gemeenten die dit nog niet doen. Bij de niet-programmerende gemeenten ligt de sleutel immers bij al dan niet bijkomend personeel op de jeugd- en of cultuurdienst.

- Uit het onderzoek gevoerd naar jeugdhuizen blijkt ook een dalende trend in het programmeren van vormingsinitiatieven (cursussen, workshops,enz..) door de jeugdhuizen zelf.

- Uit onderzoek van de gemeentelijke jeugdwerkbeleidsplannen blijkt een lage interesse voor "12-plussers" en voor 16 tot 25 jarigen in het bijzonder. Waar prille tieners wel stilaan aandacht krijgen, gebeurt naar de oudste doelgroep nauwelijks iets. Binnen de globale doelgroep van het decreet lijkt dit wel een vergeten segment.

- Uit het 'Cijferboek Gemeentelijk Jeugdwerkbeleid' blijkt wel dat Oost-Vlaanderen inzake culturele programmatie zowel bij –12- als bij +12-jarigen achterhinkt ten aanzien van de andere provincies. Bij de –12-jarigen 9% lager, bij de +12-jarigen ruim 12 % ten aanzien het Vlaams gemiddelde.

Vanuit de Dienst Cultuur loopt wel het ondersteuningsreglement "betreffende de ondersteuning van initiatieven van gemeentelijke culturele centra" met betrekking tot jeugdprogrammatie en projecten (zie ook 4.2.1.6.).

Nieuwe pistes of instrumenten op dit vlak worden ontwikkeld vanuit het ondersteuningsbeleid naar jeugdcultuur (zie ook 4.2.4.7.1. Kunstbokaal). De Kunstbokaal sluit perfect aan bij de hierboven geschetste analyse: toegankelijk voor lokale jeugdwerkinitiatieven zoals jeugdhuizen, gericht op 13 tot 19-jarigen, enzomeer.

actiepunt . middelen resultaten

2003 Kunstbokaal vervangt Grabbelpas-ondersteuning

10 000 EUR lokale programmatie voor tieners

2004 Kunstbokaal 10 000 EUR lokale programmatie voor tieners2005 Kunstbokaal 10 000 EUR lokale programmatie voor tieners2006 evaluatie2007

3.7.4.3. Roefel

Bij het stopzetten van de landelijke Roefelondersteuning werd vanuit diverse gemeenten de vraag gesteld naar een provinciale ondersteuning met betrekking tot drukwerk, verzekering, busvervoer, enz…Na het "de facto" wegvallen van een gezamenlijke datum en het steeds gedifferentieerder invullen van "Roefel" door de lokale stuurgroepen en gemeentebesturen, is de provinciale rol terzake grotendeels uitgespeeld. Bij de editie 2003 blijven slechts een vijftal gemeenten over die de Roefel nog dicht bij het oorspronkelijk concept van Roefel uitbouwen. Vanuit deze redenering besliste de Bestendige Deputatie om van de 13e editie in 2003 de laatste provinciaal ondersteunde editie te maken.

In de toekomst zullen gemeentebesturen die willen werken rond inspraak en participatie van kinderen worden ondersteund in functie van het project "Kinderprovincieraad" (zie ook 3.2.4.2.). De Kinderprovincieraad (KPR) moet geschraagd worden door lokale inspraakorganen (kindergemeenteraden).

JWBP versie 25/05/2023 p.78

Page 79: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

2003 ondersteuning Roefelgemeentenconcept Kinderprovincieraad verder uitwerken

5 000 EUR aanleveren drukwerk, verzekering, promomateriaal

2004 - externe partner zoeken- gemeenten aanzetten om mee te doen via info en vorming

- promomateriaal

10 000 EUR1 000 EUR 2 500 EUR

(promo)

- externe partner - info per brief; vormingssessie- affiches, stickers, …

2005 - gemeenten verder ondersteunen

- tweede KPR op gang trekken (vorming, uitwisseling, promo)

10 000 EUR3 500 EUR

- kinderprovincieraad nieuwe stijl- vormingssessie, promomateriaal

2006 - gemeenten verder ondersteunen

- derde KPR op gang trekken (vorming, uitwisseling, promo)

10 000 EUR3 500 EUR

- kinderprovincieraad nieuwe stijl- vormingssessie, promomateriaal

2007 - gemeenten verder ondersteunen

- vierde KPR op gang trekken (vorming, uitwisseling, promo)

10 000 EUR3 500 EUR

- kinderprovincieraad nieuwe stijl- vormingssessie, promomateriaal

3.7.4.4. Ondersteuning Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten (V.V.J.)

Op jaarbasis organiseert V.V.J.-Oost-Vlaanderen 4 algemene vergaderingen voor de jeugdconsulenten in Oost-Vlaanderen. Hiervoor ontvangt V.V.J. een nominatieve subsidie van 1 239 EUR. Naast de organisatie van deze provinciale bijeenkomsten, zet V.V.J. deeltijds een beroepskracht in voor de ondersteuning van de jeugddiensten in Oost-Vlaanderen.

Na een interne evaluatie werd de werking in 2002 bijgestuurd overeenkomstig de opmerkingen van de jeudconsulenten terzake. De activiteiten worden op heden ingevuld in samenspraak met de gemeentelijke jeugdambtenaren en de regionale overlegtafels en zijn complementair op de landelijk uitgewerkte vorming. Een provinciaal jeugdconsulent volgt eveneens de vergaderingen van het dagelijks bestuur van VVJ- Oost-Vlaanderen op.

Vanuit de contacten met de gemeentebesturen, de bevraging en onderzoek blijkt geen directe nood te zijn aan bijkomende programmatie vanuit het provinciebestuur m.b.t. vorming of opleiding van jeugdconsulenten. Wel wil het provinciebestuur zijn dienstverlenende rol ten aanzien van de gemeentebesturen verder opnemen met betrekking tot de organisatie van studiedagen, infomomenten, enz… De prioriteit ligt hierbij op initiatieven met betrekking tot intermediaren (in 2e lijn). Initiatieven rechtstreeks gericht naar lokale werkingen of jeugdwerkers worden vanuit een "nabijheid" evenwel best op regionaal vlak georganiseerd.

actiepunt . middelen resultaten

2003 - ad nominatum toelage- opvolging dagelijks bestuur VVJ-Oost-Vlaanderen

1239 EUR - uitbetaling- aanwezigheid jeudconsulent op dagelijks bestuur

2004 - ad nominatum toelage- opvolging dagelijks bestuur VVJ-Oost-Vlaanderen

1240 EUR - uitbetaling- aanwezigheid jeudconsulent op dagelijks bestuur

2005 - ad nominatum toelage- opvolging dagelijks bestuur VVJ-Oost-Vlaanderen

1240 EUR - uitbetaling- aanwezigheid jeudconsulent op dagelijks bestuur

JWBP versie 25/05/2023 p.79

Page 80: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

- evaluatie werking , bevraging jeugddiensten en jeugdconsulenten

- bevraging ambtenaren in overleg met VVJ

2006 - ad nominatum toelage- opvolging dagelijks bestuur VVJ-Oost-Vlaanderen + implementatie resultaten bevraging

? resultaten afhankelijk van evaluatie en nieuw te formuleren acties

2007 - ad nominatum toelage- opvolging dagelijks bestuur VVJ-Oost-Vlaanderen

? resultaten afhankelijk van evaluatie en nieuw te formuleren acties

3.7.4.5. Bevragingsinstrument Kliksons

Bij de vorige lokale planningsperiode werd reeds een landelijke samenwerking m.b.t. "Kliksons" ondersteund. Na de evaluatie in 2002 kreeg het product op zich een vrij hoge waardering. Bij de screening van de lokale jeugdwerkbeleidsplannen werd evenwel vastgesteld dat de mogelijkheden die de Kliksons inhielden, niet ten volle werden benut. Kort samengevat spelen hierbij twee elementen een rol. Vooreerst speelde de geringe vertrouwdheid met statistiek en de mogelijkheden van excel terzake bij de jeugddiensten een rol; anderzijds was het aangeleverde materiaal vaak té algemeen voor 'lokaal gebruik'. Vanuit een gewenste verwerkbaarheid op lokaal, provinciaal en landelijk niveau, miste het instrument scherpte.

Vanuit een algemeen tekort aan goede bevragingsinstrumenten voor gemeenten werd vanuit de provincie Limburg (Dienst Jeugd & Cel Sociale Planning) het initiatief genomen om een verbeterde editie "Kliksons II" uit te werken in functie van de opmaak van de lokale jeugdwerkbeleidsplannen 2005-2007 (met als planningsjaar 2004). Gezien het potentieel belang van dit product voor de overige provincies, werd de partners van het vorig samenwerkingsverband gevraagd naar de interesse voor een tweede editie en werden tevens nieuwe partners betrokken

Dit wil zeggen dat op inhoudelijk vlak overeenstemming werd bereikt met betrekking tot de voorwaarden waaraan een tweede Kliksons zou moeten voldoen. De voornaamste krachtlijnen hierbij zijn:

- een hogere lokale bruikbaarheid: de bevraging moet toelaten de appreciatie en toegankelijkheid – in brede zin – van het plaatselijk aanbod aan particulier en gemeentelijk jeugdwerk in kaart te brengen;

- de mogelijkheid om "lokale vragen" bij de algemene bevraging toe te voegen;- een klantbenadering, met name vanuit de tiener of jongere;- een uitbreiding van voorheen eerder pure jeugdwerkthema's naar thema's als

mobiliteit, sport, cultuur en buurtbeleving.

actiepunt . middelen resultaten

2003 ontwikkelen Kliksons 2 2500 EUR bevragingsinstrument CD/ROM 2004 verwerking aangeleverd

materiaal deelnemende gemeenten + presentatie resultaten + vorming evaluatie

statistisch materiaal voor gemeentenvorming via VVJ Oost-Vlaanderen

2005 / / /2006 onderzoek nood aan

bevraginsinstrumenten? afhankelijk van evaluatie Kliksons 2 en

resultaten bevraging en onderzoek2007 ? afhankelijk van evaluatie Kliksons 2 en

resultaten bevraging en onderzoek

JWBP versie 25/05/2023 p.80

Page 81: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.7.4.6. Projecten intergemeentelijk jeugdconsulent

Sedert 1998 lopen diverse projecten "intergemeentelijk jeugdconsulent" . Reeds van bij de start hadden deze projecten de volgende doelstellingen en krachtlijnen:

- exclusieve aandacht voor "jeugdzaken"(bij combinatie van verschillende taken is het vaak de meest vragende partij (adviesraad, schepen) die de personele ondersteuning naar zich toetrekt); - voornamelijk bedoeld voor kleine gemeenten;- gespecialiseerde aandacht voor "jeugdzaken", via diploma en opleidingsvereisten van de betrokken jeugdconsulenten;- tijdelijk piste : stimulerend naar gemeenten toe maar niet plaatsvervangend; op lange termijn (max . 4jaar) moeten de betrokken gemeenten het project overnemen; - via een gemeentelijke benadering: het is niet de bedoeling om één jeugddienst voor 2 gemeenten uit te bouwen; per gemeente wordt een eigen jeugdbeleid ontwikkeld.

De projecten worden afgesloten aan de hand van een convenant provinciebestuur – gemeentebestuur (via college's & gemeenteraad) op uitdrukkelijke vraag van de gemeenten. De aanwerving en tewerkstelling en vorming gebeurt via het provinciebestuur. Opvolging via een 'gemengde' begeleidingcommissie met de gedeputeerde bevoegd voor jeugd, schepenen jeugd, secretarissen, provinciale jeugdconsulent en provinciale personeelsdienst. De financiële bijdragen vanuit de gemeenten stijgen met het jaar, in het 4e jaar zit men dicht bij de reële loonkost . De bijdragen liggen gelijk voor alle projecten: 0,37 EUR, 0,49 EUR, 0,74 EUR en 1,11 EUR per inwoner voor respectievelijk het 1e, 2e, 3e en 4e werkjaar. M.a.w. hoe kleiner de gemeenten hoe lager de kost voor de gemeenten en hoe hoger de bijdrage van het provinciebestuur.

Lopende en afgelopen Oost-Vlaamse projecten1. Sint-Laureins – Kaprijke – Assenede : afgelopen eind 2001, opgevolgd door intergemeentelijk jeugdconsulent in eigen dienst van gemeenten Sint-Laureins en Kaprijke enerzijds; parttime jeugdconsulent in Assenede anderzijds.2. Wichelen – Buggenhout (2000 –2004 )3. Wortegem-Petegem – Maarkedal (2001-2005 )

Nieuwe projecten worden dossier per dossier behandeld en op uitdrukkelijke vraag vanuit de gemeentebesturen. Een aanvraag uit Lierde is in behandeling.

actiepunt . middelen resultaten

2003 - verderzetten project Wichelen/Buggenhout- verderzetten project Wortegem-Petegem /

Maarkedal

begroting personeelsdienst

- ter beschikking stellen van jeugdconsulent

- opvolging begeleidingcommissies

2004 - afronding project Wichelen-Buggenhout- verderzetten project Wortegem-Petegem /

Maarkedal

begroting personeelsdienst

- ter beschikking stellen van jeugdconsulent

- opvolging begeleidingcommissies

2005 - afronding project Wortegem-Petegem / Maarkedal

begroting personeelsdienst

- ter beschikking stellen van jeugdconsulent

- opvolging begeleidingcommissies

2006 / / /2007 / / /

JWBP versie 25/05/2023 p.81

Page 82: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.7.4.7. Kwaliteitspromotie speelpleinwerkingen

Ook in 2003 zal het bestaande reglement de inspanningen met betrekking tot de kwaliteitspromotie van de speelpleinwerkingen verder ondersteunen. In 2003 gebeurt dit concreet vanuit twee nieuwe thema's : namelijk "lage drempel" en "speelvrijheid".

Met het thema "lage drempel" wil het provinciebestuur impulsen geven naar projecten en initiatieven rond het verlagen van de psychische en fysische toegang. Dit kan bijvoorbeeld door specifieke vorming te organiseren naar de leiding met betrekking tot de omgang met andersvaliden en rolstoelgebruikers. Dit kan ook door kleine infrastructuuraanpassingen hieromtrent of door het verruimen van het bereik van het speelplein door acties naar minder of niet-bereikte doelgroepen. Verder kan dit ook nog door een aanpassing van de werking in functie van een beter bereik of aansluiting bij bepaalde doelgroepen (bv. migranten).

Rond het thema "speelvrijheid" kunnen vooral projecten met betrekking tot een speelmethodiek, het optrekken van de speelwaarde, het omgaan met speelvrijheid versus geleide activiteiten, enz…, ingediend worden.

Het reglement wordt voortgezet voor de begrotingsjaren 2003, 2004 en 2005. Na deze drie projectjaren wordt het reglement terug geëvalueerd. Omwille van de stijging van het aantal "gemeentelijke pleinen" en het sterk financieel afhankelijk zijn van de gemeente van de particuliere initiatieven, is een verderzetten van het reglement op lange termijn geen vanzelfsprekendheid. Het gaat hier immers om lokale jeugdwerkinitiatieven die overeenkomstig het ideeëngoed van de kerntaken door de gemeenten dienen te worden opgevolgd.Uit een bevraging van de sector en onderzoeksmateriaal terzake zal moeten blijken of het huidige reglement nog het meest aangewezen instrument is voor de noden en behoeften van de sector.

actiepunt . middelen resultaten

2003 uitvoering reglement 32.226 EUR - opvolging projecten 2003- indienen projecten 2004 voor 15 november 2003

2004 uitvoering reglement 32.000 EUR - opvolging projecten 2004- indienen projecten 2005 voor 15 november 2004

2005 evaluatie reglement en analyse beschikbare gegevens in functie van noden en behoeften van speelpleinsector

32.000 EUR - opvolging projecten 2005- bijgestuurd reglement of ontwikkelen nieuw instrument overeenkomstig kerntaken en beleidslijnen

2006 actie afhankelijk van resultaten onderzoek en evaluatie

0 EUR

2007 actie afhankelijk van resultaten onderzoek en evaluatie

0 EUR

3.7.4.8. Ondersteuning regionale overlegstructuren

De regionale overlegstructuren vormen geen doel op zich maar worden aanzien als een belangrijk instrument op het raakvlak van provinciaal jeugd(werk)beleid en lokaal jeugd(werk)beleid. Binnen de provinciale jeugdraad is dan ook expliciet een plaats voorzien voor deze overlegstructuren.

Naast de subsidielijn worden de overlegplatforms ook opgevolgd door een provinciaal jeugdconsulent. Deze vormt eveneens de schakel naar andere

JWBP versie 25/05/2023 p.82

Page 83: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

provinciale diensten (provinciale uitleendienst, provinciaal drugpreventiebeleid, milieu & bosgroepen, enz…).

Initiatieven of activiteiten m.b.t. de doelgroep "jeugd" die vanuit de provinciale jeugddienst worden opgezet of ondersteund (topdown), worden bij voorkeur gelinkt aan het regionaal overleg. Elke regio voert evenwel zijn eigen beleid en ontwikkelt zijn werking volgens zijn draagkracht en mogelijkheden. De concrete invulling van de werking verschilt dan ook sterk per regio.Het aantal aanvragen met betrekking tot projectsubsidies op het vermelde reglement is op heden beperkt. De aanvragen kunnen dossier per dossier worden behandeld en beoordeeld door de Bestendige Deputatie.

Het vermelde reglement wijzigen in functie van het lopende pilootproject in het Meetjesland (tot begin 2006) wordt vanuit de Dienst niet overwogen. De Dienst wil hiertoe het resultaat van het pilootproject afwachten en voorziet pas eind 2005 een evaluatie van het reglement. Met betrekking tot personeelssubsidies lijkt op heden een behandeling per regio en op maat aangewezen, eerder dan een aanpassing van het reglement terzake door te voeren. Per regio moet tevens een afweging kunnen gebeuren van wie reeds actief is op het werkveld, welke de meest geschikte actoren zijn met betrekking tot samenwerking (vb. streekplatformen, intercommunales, regionaal welzijnsoverleg,enz…).

De verdere ontwikkeling van de regiostructuren dient ook na 2005 te worden afgestemd op het reglement met betrekking tot de subsidiering van provinciaal jeugdwerk en met het globaler regiobeleid vanuit andere sectoren binnen de 6e Directie en het totale provinciebestuur.

actiepunt . middelen resultaten

2003 - uitvoering reglement - ondersteuning pilootproject RJM- opvolging en ondersteuning regio's

door jeugdconsulent 3

19.831 EUR12.500 EUR42.000 EUR

- werkingssubsidies + projectsubsidies overlegplatformen

- subsidie regionale jeugddienst Meetjesland via convenant

2004 - uitvoering reglement- ondersteuning pilootproject RJM- opvolging en ondersteuning regio's

door jeugdconsulent 3

20.000 EUR12.500 EUR42.000 EUR

- werkingssubsidies + projectsubsidies overlegplatformen

- subsidie regionale jeugddienst Meetjesland via convenant

2005 - uitvoering reglement- evaluatie reglement en pilootproject

Meetjeland- ontwikkelen lange termijnvisie &

instrument terzake- opvolging en ondersteuning regio's

door jeugdconsulent 3

20.000  EUR12.500 EUR

42.000 EUR

- werkingssubsidies + projectsubsidies overlegplatformen

- bijgestuurd reglement of ontwikkelen nieuw instrument overeenkomstig kerntaken en beleidslijnen

2006 actie en budget afhankelijk van resultaten evaluatie

0 EUR

2007 actie en budget afhankelijk van resultaten evaluatie

0 EUR

JWBP versie 25/05/2023 p.83

Page 84: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.8. Geïntegreerd jeugdwerkbeleidWanneer vanuit andere sectoren dan de exclusieve jeugdsector beleid wordt gevoerd dat zich tot het jeugdwerk richt, kan men spreken van een geïntegreerd jeugdwerkbeleid voor zover de beleidsmaatregelen en –instrumenten elkaar niet tegenwerken, met andere woorden goed op elkaar zijn afgestemd, en dus een mooi geheel vormen. Elders in het JWBP worden daarvan reeds enkele voorbeelden gegeven. Zo wordt onder meer geijverd om residentiële jeugdvorming ook in bepaalde bestaande provinciale verblijfscentra mogelijk te maken (zie 3.2.4.2.) en wordt gestreefd naar een speelbos in elk provinciaal domein (zie 3.5.4.1.). Naast het bivakterrein in het provinciaal Domein Het Leen (Eeklo) wordt gewerkt aan een soortgelijk initiatief in het provinciaal Domein Puyenbroeck (Wachtebeke), enz….Als sprake is van een goede afstemming tussen verschillende overheidsniveaus die een jeugdwerkbeleid voeren, mag ook hier met recht en rede van een geïntegreerd jeugdwerkbeleid worden gesproken.

3.8.1. een situatieschets met objectieve gegevens

3.8.1.1. Uitleendienst Directie Cultuur

De uitleendienst van de directie Cultuur heeft een heel arsenaal aan audio-visueel- en tentoonstellingsmateriaal. De volledige cataloog is te vinden op http://www.oost-vlaanderen.be/uitleendienst. Dit materiaal kan worden afgehaald in twee verdeelcentra: het centraal magazijn in Gent (Wondelgem) en de gedecentraliseerde post in Sint-Niklaas. Het aandeel van het jeugdwerk in de ontlenersgroep bedraagt 23 % in Gent en 34 % in Sint-Niklaas.

3.8.1.2. Uitleendienst Dienst Sport

De sportdienst heeft een grote hoeveelheid aan sport- en spelmateriaal dat onder meer door het jeugdwerk kan worden ontleend. Een overzicht van het materiaal staat onder http://www.oost-vlaanderen.be/sport/content.cfm?doc_id=577.

3.8.1.3. Dienst Milieu

Het provinciaal beleid in verband met natuur- en milieu-educatie (NME) werkt op twee sporen.

Enerzijds heb je de uitbouw van het Natuureducatief Centrum De Kaaihoeve in Meilegem-Zwalm als bezoekerscentrum voor de vallei van de Boven-Schelde en als creatieve thuisbasis voor de natuur- en milieu-educatieve dienst.

Anderzijds zijn er een hele reeks taken inzake coördinatie en ondersteuning, waarbij de ontwikkeling van een natuur- en milieu-educatief netwerk wordt nagestreefd over het hele provinciale grondgebied. De uitwisseling van informatie vormt hiervoor een belangrijk kanaal. Momenteel beschikt de provincie daartoe onder meer over Ommekeer, het provinciale natuur- en milieutijdschrift en SPIN-WEP, de wegwijs inzake natuur- en milieu-educatie in de provincie Oost-Vlaanderen.

JWBP versie 25/05/2023 p.84

Page 85: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Verder kan een vereniging, school, bezoekerscentrum of gemeente een SNOOP-subsidie aanvragen voor de netwerkontwikkelende projecten die zij opzetten. Via subsidiëring wil het provinciebestuur de netwerking op het vlak van natuur- en milieueducatie (NME) stimuleren. Het is de bedoeling dat verenigingen, scholen, bezoekerscentra en gemeenten samenwerken rond natuur- en milieu-educatie en elkaar dan ook kunnen ondersteunen door b.v. voorbeelden aan te reiken. Projecten die samenwerking als doel hebben, krijgen via projectsubsidie "SNOOP" een financieel zetje. Ook het jeugdwerk kan hierin een rol spelen. Voor meer info zie http://www.oost-vlaanderen.be/milieu/content.cfm?doc_id=712.

3.8.1.4. Wereldcentrum voor Internationale Opvoeding

Het Wereldcentrum heeft als taak de educatieve werking over mondiale en interculturele thema’s aan te moedigen, te stimuleren en in goede banen te leiden. Het wil Oost-Vlaamse kinderen, jongeren en volwassen stimuleren om hun visie op mensenrechten, milieu, democratie, de relatie tussen Noord en Zuid, omgaan met (culturele) verschillen, …verder uit te diepen. Dit gebeurt in samenwerking met de Noord-Zuid-organisaties, educatieve organisaties en aanverwante diensten. De werking van het Wereldcentrum wordt financieel ondersteund door een convenant met het provinciebestuur.

Bij het Wereldcentrum ben je aan het juiste adres voor:

- goede raad, hulp en ondersteuning als je zelf een activiteit, een kadervorming, een weekend, een kamp of een spelnamiddag wil organiseren rond Noord-Zuid, mensenrechten, kinderarbeid, spelen in andere werelddelen, …;

- de brochure ‘begeleide en gesubsidieerde methodieken voor het Oost-Vlaams jeugdwerk';

- inschrijving en verdere informatie over het aanbod van de gesubsidieerde, begeleide workshops voor het jeugdwerk;

- het wegwijs maken in het (niet-gesubsidieerd) aanbod van gespecialiseerde educatieorganisaties, muziek –en theatergroepen,…;

- kadervorming: hoe combineer je jeugdwerk met duurzame ontwikkeling? suggesties omtrent interessant spelmateriaal, workshops en zelf te begeleiden activiteiten;

- het ontlenen van allerlei educatief en informatief materiaal: spelenbundels, landenkoffers, speldozen, video’s, diareeksen,…

3.8.1.5. Groepstarieven

Er zijn heel wat provinciale domeinen (oa Puyenbroeck in Wachtebeke en De Gavers in Geraardsbergen), provinciale musea en andere instellingen die een groepstarief hanteren. Dat is niet alleen interessant voor scholen die langskomen maar ook voor jeugdwerkinitiatieven.

3.8.1.6. Overleg en afstemming met andere overheden

Met de collega's jeugdambtenaren van de andere provincies wordt, in de schoot van de Vereniging voor Vlaamse Provincies (VVP), op de subwerkgroep jeugd (onder de vleugels van de werkgroep Welzijn) regelmatig overleg gepleegd rond items die ons binden. Er wordt gekeken of het zinvol en mogelijk is met gezamenlijke standpunten naar buiten te komen, er is veel tijd voor uitwisseling en er wordt gediscussieerd over de plaats van de provincie ten opzichte van de overige overheidsniveaus in het kader van het jeugd(werk)beleid.

JWBP versie 25/05/2023 p.85

Page 86: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Met de gemeentelijke en stedelijke jeugdconsulenten wordt eveneens op regelmatige tijdstippen contact onderhouden. Dat gebeurt naar aanleiding van bijeenkomsten georganiseerd door de regionale overlegplatforms WASO, MISO, Redio en OZO. Ook op de algemene vergaderingen van VVJ-Oost-Vlaanderen is plaats voor uitwisseling en mogelijk gedachtenwisselingen.

Met de Vlaamse Gemeenschap bestaat tot op heden minder algemeen structureel overleg. Via de platformen gekoppeld aan de Vlaamse jeugdraad en/of Steunpunt Jeugd (bijv.bivakhuizen) of projectmatig ( onderzoek, herziening decreten, enz…. is er wel dialoog rond afstemming van beleid in een aantal specifiekere dossiers. Het vertegenwoordigingswerk op Vlaams niveau wordt via de Vereniging Vlaamse Provincies verdeeld over de medewerkers van de provinciale jeugddiensten.Op hoger niveau is gedebatteerd over de kerntaken (inclusief die op vlak van jeugdwerkbeleid). Het is belangrijk dat afspraken die hieruit voortgevloeid zijn op een goede manier geïmplementeerd zullen worden. Op heden heeft dit niet geleid tot zware verschuivingen inzake beleidsverantwoordelijkheden.

3.8.2. gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden

- Er moet meer materiaal dat typisch jeugdwerk-gebonden is worden aangekocht en ter beschikking gesteld via de uitleendienst. Als voorbeeld worden kampkoffers naar voor geschoven.

- Jeugdbewegingen willen meer aandacht voor het materiaal dat de dienst Sport uitleent. Zij missen een algemeen verspreid overzicht van de mogelijkheden daar.

- Het jeugdwerk vindt maar moeizaam de weg naar het Wereldcentrum aangezien er weinig aandacht en ruimte was voor een "doelgroepspecifieke" aanpak. Uit persoonlijke contacten met jeudwerkers blijkt vooral de onbekendheid met de sector in het algemeen en met het Wereldcentrum in het bijzonder. Zowel op lokaal als op provinciaal vlak kan de kennis van elkaars sector heel wat verbeteren.Daarnaast wordt de provinciale jeugddienst, met betrekking tot de Noord-Zuidproblematiek, enkel bevraagd in functie van specifieke subsidiemogelijkheden met betrekking tot internationale uitwisselingen. Deze vragen worden behandeld of doorverwezen naar bestaande regelingen op provinciaal of Vlaams niveau.

- Via de bevraging van een 25-tal landelijke jeugdorganisaties kwam men op Vlaams niveau tot een overzicht van enerzijds de veelheid aan NME-activiteiten die binnen het jeugdwerk al plaatsvinden en anderzijds de behoeften, verzuchtingen en problemen van deze groep. Na een brede terugkoppeling (begin 2002) werd het eindrapport van de bevraging gunstig geadviseerd door de Vlaamse Jeugdraad en principieel goedgekeurd door zowel de minister van Leefmilieu als door de minister van Jeugd. Het ligt in de bedoeling om via een werking ‘Jeugd en Natuur en Milieu Educatie'(NME)‘, in overleg met de doelgroep, een verscheidenheid aan stimulansen en initiatieven te ontwikkelen die kinderen en jongeren stimuleren tot kritische betrokkenheid en verantwoordelijkheidszin inzake natuurbeleving en milieusparend gedrag.

- Op de provinciale jeugddienst komen sporadisch infovragen binnen omtrent NME en milieuwetgeving. Met betrekking tot de (inter)gemeentelijke regelgeving ivm. sorteren van afval, valt de vaak ongelukkige behandeling van het jeugdwerk "als bedrijf" niet altijd in goede aarde.

JWBP versie 25/05/2023 p.86

Page 87: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.8.3. de visie en de algemene doelstellingen die de deputatie vooropstelt

Op vlak van de doelgroep jeugdwerk dient het provinciaal beleid verder te evolueren naar een meer geïntegreerd jeugdwerkbeleid.

In het kader van diverse thema's/sectoren en in afhankelijk van de actualiteit en haalbaarheid wordt een geïntegreerde provinciale aanpak naar het jeugdwerk en het jeugdwerkbeleid uitgebouwd. Het initiatief daartoe kan worden genomen vanuit de jeugddienst maar ook projecten/voorstellen die worden geformuleerd en geprogrammeerd door andere sectoren zullen, zoveel al mogelijk, door de jeugddienst worden ondersteund.

Beoogde resultaten

Het is vooreerst de bedoeling om te komen tot een 'aandachtsbeleid', doorheen alle (relevante) sectoren, van het provinciaal beleid. Uiteindelijk moet het provinciaal beleid in zijn brede context evolueren naar een jeugdwerkvriendelijk beleid.

3.8.4. de concrete acties die zullen worden ondernomen

3.8.4.1. Uitleendienst Directie Cultuur

Het bestuur werkt volop aan een derde grote uitleenpost, met name in de stad Geraardsbergen. De uitleenpost zal worden ondergebracht in het in oprichting zijnde jeugdcentrum aldaar. Net zoals in het Waasland, wordt aan een 10-tal gemeenten uit de buurt gevraagd een kleine bijdrage te leveren in functie van de bestaffing van de post.

In het najaar zal voor het jeugdwerk een gezamenlijke video- en montagecursus worden opgezet. Daarbij zal gefocust worden op hoe een videocamera moet worden gehanteerd, hoe goede beelden worden geschoten en hoe die beelden achteraf te monteren met het materiaal dat beschikbaar is in de uitleendienst.

De uitleendienst staat open voor alle ideeën die vanuit het jeugdwerk of vanuit leden van de jeugdraad worden geopperd omtrent zijn aankooppolitiek. Eens per jaar zal aan de jeugdraad de concrete vraag worden voorgelegd welk materiaal nuttig wordt geacht om door de uitleendienst te worden aangekocht. De lijst die daaruit voortkomt zal worden doorgegeven aan de bevoegde dienst.

De jeugddienst zal een inventaris opmaken met alle ontleningsmogelijkheden voor het jeugdwerk binnen Oost-Vlaanderen. Die inventaris zal, naast materiaal dat door het provinciebestuur ter beschikking gesteld wordt, ook info bevatten over wat op Vlaams niveau kan worden ontleend, welke gemeenten materiaal ter beschikking stellen of verhuren aan initiatieven uit andere gemeenten, enzovoort.

JWBP versie 25/05/2023 p.87

Page 88: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

20032004 - inventaris opmaken

- verder werken aan realisatie 3e uitleenpost

- najaar: cursus rond video en montage

1 000 EUR

uitleendienst

--------------

- een volledig overzicht op internet en in een overzichtelijke brochure

- realisatie 3e uitleenpost

- opleiding voor 12 à15 jeugdwerkers

2005 najaar: cursus rond video en montage -------------- opleiding voor 12 à15 jeugdwerkers2006 najaar: cursus rond video en montage -------------- opleiding voor 12 à15 jeugdwerkers2007 najaar: cursus rond video en montage -------------- opleiding voor 12 à15 jeugdwerkers

3.8.4.2. Uitleendienst Dienst Sport

Enige tijd terug werden stafkaarten en veiligheidvestjes aangekocht op de begroting van jeugd. Bedoeling was om deze ter beschikking te stellen van de jeugdsector. Een geschikte uitleenformule vinden binnen de jeugddienst bleek onmogelijk. In het najaar van 2003 zal dit materiaal nog worden overgedragen aan de sportdienst. Op die manier zullen de kaarten en de vestjes alsnog in roulatie komen.

actiepunt . middelen resultaten

2003 overdracht van het materiaal aan de sport-uitleendienst

----------------- uitbreiding gamma van sport-uitleendienst

2004200520062007

3.8.4.3. Met betrekking tot milieu- en natuureducatie (NME)

Met betrekking tot participatie aan het provinciaal milieubeleid, is voor de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd de mogelijkheid gecreëerd tot het aanduiden van een waarnemend lid, zonder stemrecht in de Provinciale Milieu- en Natuurraad.

Binnen het huidig provinciaal milieubeleidsplan zijn voor het overige, tot eind 2004, weinig acties opgenomen met betrekking tot jeugdwerk. Het komende Milieubeleidsplan loopt van 2005 tot 2009. Het voorontwerp zal in maart 2004 klaar zijn en tegen het einde van het jaar definitief worden vastgesteld. Elk jaar is er een milieujaarprogramma voorzien. In het kader van het lopend milieubeleidsplan werd in 2003 extra personeel aangeworven met het oog op het ontwikkelen van een meer specifiek doelgroepenbeleid inzake NME. De acties en instrumenten die in deze context zullen worden ontwikkeld, worden vanuit de Directie Leefmilieu opgevolgd. De jeugddienst en de vertegenwoordigers van de provinciale jeugdraad in de MINA-raad zorgen dat de doelgroep jeugd (en in het bijzonder het jeugdwerk) zeer expliciet meegenomen wordt.

JWBP versie 25/05/2023 p.88

Page 89: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

20032004200520062007

- overleg 8° Directie doelgroepenbeleid in functie van piste en instrumenten naar jeugdwerk

- ondersteuning communicatie 8° directie naar jeugdwerk

- opname vertegenwoordiger jeugdraad in MINA-raad

8e Directie extra programma's en projecten naar jeugd en jeugdwerk

3.8.4.4. Met betrekking tot mondiale en interculturele vorming

Het provinciebestuur wil het draagvlak voor internationale solidariteit in de provincie verstevigen. Via de ondersteuning van het Wereldcentrum voor Internationale Opvoeding (WIO) wordt verder gewerkt aan een gecoördineerde educatiestrategie naar de doelgroepen onderwijs, jeugd en volwassenwerking. Kort samengevat dient het Wereldcentrum de kennis over én het inzicht in de werking en in de vragen van het jeugdwerk, verder uit te bouwen.

De verwezenlijking van deze doelstelling gebeurt in drie stappen :

- het in goede banen leiden van een instapstrategie;- een onderzoek naar de vragen en noden op vlak van mondiale en interculturele

vorming binnen het jeugdwerk en de aanbodsector;- stimuleren en in goede banen leiden van duurzamere samenwerkingsverbanden

met het jeugdwerk.

Service en advies op maat voor het jeugdwerk staan centraal in de werking van het Wereldcentrum. Dit wordt grotendeels gerealiseerd via het documentatiecentrum, gespecialiseerd in mondiale en interculturele vorming.

De concrete acties en pistes naar het jeugdwerk toe worden gerealiseerd via het Wereldcentrum. De provinciale jeugddienst ondersteunt de door het Wereldcentrum uitgewerkte pistes via de netwerken en communicatiemiddelen (nieuwsbrief, agendering op regionaal overleg, enz…) van de jeugddienst.In het kader van het verstevigen van de band tussen de sector mondiale vorming en het jeugdwerk, is tevens een structurele vertegenwoordiging van het provinciaal jeugdwerk in de beleidstructuren van het Wereldcentrum aangewezen. Een vertegenwoordiger van de provinciale jeugdraad zal zetelen in de structuur van het Wereldcentrum.

In 2003 komt een behoeftenonderzoek met betrekking tot de relatie jeugdwerk en mondiale vorming en de potentiël rol van het Wereldcentrum. Acties voor 2004 en later zijn afhankelijk van het lopende onderzoek en zullen worden opgenomen in de desbetreffende jaarplannen.

actiepunt . middelen resultaten

2003 - ondersteuning acties WIO naar jeugdwerk- opname vertegenwoordiger jeugdraad in Algemene Vergadering Wereldcentrum

- behoeftenonderzoek naar jeugdwerk – mondiale & interculturele vorming (WIO)

--------------------------

-WIO

overleg Wereldcentrum (WIO) in het kader van de doelgroep jeugdwerk

2004200520062007

- ondersteuning acties WIO naar jeugdwerk- opname vertegenwoordiger jeugdraad in Algemene Vergadering Wereldcentrum

overleg Wereldcentrum (WIO) in het kader van de doelgroep jeugdwerk

JWBP versie 25/05/2023 p.89

Page 90: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.8.4.5. Afstemming met andere overheden op vlak van jeugdwerkbeleid

Er zal blijvend met de andere overheidsniveaus en de collega-provinciale jeugddiensten worden overlegd over een samenwerking die de complementariteit van het overheidsbeleid ten aanzien van het jeugdwerk ten goede komt.Zo zullen, na de gesprekken tussen de Vlaamse overheid en de provincies, naar aanleiding van het kerntakendebat enerzijds en het vernieuwde decreet op het provinciaal jeugdwerkbeleid anderzijds de afspraken worden uitgevoerd. Op het moment dat vragen zouden rijzen, problemen zich zouden stellen, ideeën zouden opborrelen naar een nóg betere afstemming, zal initiatief worden genomen naar de Vlaamse overheid.

Met de collega's van de provinciale jeugddiensten zullen jaarlijks een 3-tal vergaderingen worden gepland op het niveau van de Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP). Daar zullen ideeën, visies, concrete acties en gezamenlijke standpunten worden uitgewisseld. Tegelijk zullen alle ambtenaren die op de provinciale jeugddiensten met inhoudelijke (lees: beleidvoorbereidende) taken bezig zijn, één keer per jaar de koppen bij elkaar steken om hetzelfde te doen. Dit kan leiden tot het meer op elkaar afstemmen van activiteiten (zie de provinciale rockwedstrijden die in tijd op elkaar worden afgestemd waardoor 100% opvolging wordt bekomen) en tot elkaar inspireren, enzomeer.

Door een frequent contact met vertegenwoordigers van het gemeentelijk jeugdwerkbeleid kunnen noden en behoeften worden gedetecteerd, eventuele witte vlekken ingekleurd en kunnen gemeenten kennis maken met het provinciale aanbod. De regionale bijeenkomsten van jeugddiensten en schepenen (o.a. WASO, VVJ-provinciaal), speelpleinen, jeugdhuizen (via opvolger van X-Ray-project), enzovoort, zijn fora waar dit allemaal aan bod kan komen.

actiepunt . middelen resultaten

2003 uitwisseling en afstemming met Vlaanderen, andere provincies en gemeentebesturen

--------------- beter complementair en dus geïntegreerd jeugdwerkbeleid

2004 uitwisseling en afstemming met Vlaanderen, andere provincies en gemeentebesturen

--------------- beter complementair en dus geïntegreerd jeugdwerkbeleid

2005 uitwisseling en afstemming met Vlaanderen, andere provincies en gemeentebesturen

--------------- beter complementair en dus geïntegreerd jeugdwerkbeleid

2006 uitwisseling en afstemming met Vlaanderen, andere provincies en gemeentebesturen

--------------- beter complementair en dus geïntegreerd jeugdwerkbeleid

2007 uitwisseling en afstemming met Vlaanderen, andere provincies en gemeentebesturen

--------------- beter complementair en dus geïntegreerd jeugdwerkbeleid

JWBP versie 25/05/2023 p.90

Page 91: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.9. Provinciaal jeugdwerk (in hoge mate) gericht op kinderen en jongeren met een handicapDit extra hoofdstuk sluit aan bij het hoofdstuk c) ‘toegankelijkheid van het jeugdwerk’ (3.3.) zoals bepaald in § 4, 2° van het decreet. Het bevat de uitgangspunten en de wijze waarop de financiële, materiële en andere ondersteuning van een zo gevarieerd en zo gespreid mogelijk provinciaal jeugdwerk dat in hoge mate gericht is op het werken met kinderen en jongeren met een handicap, zal gebeuren. Als de provinciebesturen de in artikel 19, § 3 bedoelde subsidie willen ontvangen, is de opmaak en uitvoering van dit extra hoofdstuk verplicht..

Voor de totstandkoming van dit hoofdstuk is intensief samengewerkt met de werkgroep van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd, nl. de werkgroep 'jeugdwerk voor kinderen en jongeren met een handicap'.

3.9.1. een situatieschets met objectieve gegevens

Met het oog op de opbouw van dit hoofdstuk is op korte termijn reeds beperkt onderzocht welke objectieve gegevens aanwezig zijn. Naast de gegevens die verkregen zijn door de werkingen zelf, is weinig bekend: om hoeveel kinderen en jongeren gaat het, welk type handicap, wat is de spreiding provinciaal gezien ? Hoe groot is het vrijetijdsaanbod dat door de scholen of andere instanties zelf wordt georganiseerd, welke leemtes zitten hierin ? Gebeuren reeds inspanningen binnen het reguliere jeugdwerk, ….? Allemaal vragen waar momenteel geen cijfers over beschikbaar zijn. Om die reden wordt de inventarisatie van deze gegevens als actie opgenomen en uitgewerkt.

3.9.1.1. Evoluties mbt de werkvorm (stukje geschiedenis)

Tot voor kort werden een aantal organisaties rechtstreeks door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd. In afstemming met het kerntakendebat en een optimale toewijzing van werkingen per beleidsniveau is de beleidsverantwoordelijkheid ten aanzien van jeugdwerkinitiatieven die in hoge mate gericht zijn op het werken met kinderen en jongeren met een handicap, bij de provinciebesturen komen te liggen.

In principe ontvangt het provinciebestuur voor het jaar 2003 van de Vlaamse Gemeenschap in totaal een subsidie van 259 377 EUR. Dit bedrag wordt berekend op basis van het aantal kinderen en jongeren in de provincie. Hiervan is het gewone trekkingsrecht (80%) : 175 068 EUR en is er een structurele verankering van de subsidies voor jeugdwerk met kinderen en jongeren met een handicap (20%) : 84 309 EUR. Van dat laatste bedrag dient het provinciebestuur op een degressieve wijze een garantie te geven aan de door de Vlaamse Gemeenschap bepaalde organisaties. Evenredig met de degressieve garantie voor de betreffende jeugdwerkorganisaties moet een progressieve uitvoering gegeven worden aan inspanningen gericht op het vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren met een handicap. Deze middelen moeten beschouwd worden als een prioriteitssubsidie waar de provinciebesturen vrijwillig kunnen op intekenen.

JWBP versie 25/05/2023 p.91

Page 92: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.9.1.2. Cijfergegevens

Heel weinig beschikbare cijfers kunnen een beeld geven over het aantal personen met een handicap in Oost-Vlaanderen; waar die zich situeren en welk type van handicap het dan wel betreft.

Een overzicht van hoeveel kinderen en jongeren met een handicap door een aantal organisaties wordt bereikt is er wel – wetende dat er natuurlijk meer organisaties actief zijn binnen hetzelfde segment :

Akabe: 118Bloemenstad: 54Kompas: 159Oranje: 238Sjalom: 171VFGJ: 422

3.9.2. gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden

De aanwezige behoeften bij de werkingen, die in hoge mate gericht zijn op het werken met kinderen en jongeren met een handicap, zijn op een rechtstreekse wijze vertaald in dit hoofdstuk. Er was een onmiddellijke inbreng door intensief samen te werken met deze organisaties in de vorm van de werkgroep van de provinciale jeugdraad.

De voornaamste knelpunten die in de besprekingen werden aangegeven zijn :

- de zorg om een goede structurele ondersteuning.

- de zorg om een goede organisatorische omkadering voor/van de werkingen.

- de zorg om een goede afstemming tussen de behoeften en het aanbod. Dit houdt in dat er een duidelijk zicht moet komen op de doelgroep en nood is aan een goede inventarisatie. Daardoor zou het voor de organisaties mogelijk zijn om zowel qua territoriale aanwezigheid, qua uitbouw van een aanbod gericht op de diverse types van handicap als voor een leeftijdsgericht aanbod, rationele keuzes te maken en hun onderlinge keuzes op elkaar af te stemmen.

- de zorg om een goede kennis van het aanbod. In het 'veld' moet het aanbod van de diverse werkingen goed gekend zijn, zowel door de ouders, de kinderen en jongeren zelf als doorverwijzers, scholen, ed.

- de zorg om een goede toegankelijkheid. Het provinciebestuur moet hier voortrekker zijn en een stimulerend beleid voeren, zodat 'fysische barrières' zoveel mogelijk worden weggewerkt.

- de zorg om een integrale en inclusieve benadering van de doelgroep. Dit houdt in dat inspanningen kunnen geleverd worden binnen de eigen werkingen en naar het jeugdwerk en andere vrijetijdsinitiatieven toe die zich richten tot de doelgroep.

JWBP versie 25/05/2023 p.92

Page 93: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.9.3. de visie en de algemene doelstellingen die de deputatie vooropstelt;

Het provinciebestuur zal conform de decretale bepalingen, gedurende de tijd van het beleidsplan, een beleid ontwikkelen dat kansen geeft aan het provinciaal jeugdwerk dat in hoge mate gericht is op het werken met kinderen en jongeren met een handicap. En dit op een wijze dat, na de periode waarop dit jeugdwerkbeleidsplan slaat, een structureel beleid een opvolging geeft aan het gevoerde beleid. Tegelijk wordt werk gemaakt van onderzoek en inventarisatie en van andere aandachtspunten die gericht zijn op de bevordering van integratie in het jeugdwerk en binnen het provinciaal jeugdbeleid.

3.9.4. de concrete acties die zullen worden ondernomen.

3 9.4.1. Structurele ondersteuning

3.9.4.1.1. Garantieregeling

In uitvoering van het decreet houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, wordt op het bedrag dat vanuit de Vlaamse Gemeenschap aan het provinciebestuur wordt toegekend normaal gezien 20% verdeeld naar aanleiding van het opmaken van dit extra hoofdstuk. Echter moet, voor de jeugdwerkbeleidsplanperiode 2003-2007, enerzijds een afbouw gebeuren van de 'verplichte garanties en anderzijds een evolutie komen naar de volle 20% van het trekkingsrecht van het provinciebestuur. Dit gebeurt echter op een gefaseerde wijze. Het trekkingsrecht van de provinciebesturen wordt berekend op basis van het aantal kinderen en jongeren op 1 januari 2002. Er wordt vertrokken vanuit de 'garanties' (kolom 1 van onderstaande tabel) en jaarlijkse minimaal te voorziene bedragen voor de ondersteuning van het jeugdwerk dat in hoge mate gericht is op het werken met gehandicapte jeugd. Dit is een overgangsregeling. Voor Oost-Vlaanderen gaat dit in concreto over Oranje vzw. Omwille van de garantie en de daaropvolgende verdeling van het bedrag van die garanties naar een evenredige spreiding in de verschillende provincies, is door de Afdeling Jeugd en Sport van de Vlaamse Gemeenschap, een verrekening uitgewerkt over de looptijd van het jeugdwerkbeleidsplan. Enerzijds is een evolutie van de garantiebedragen (basis 2002) naar de uiteindelijke 20 % uitgewerkt (kolom 2 van de tabel). Anderzijds wordt deze berekening gemaakt vanuit de afbouw van die garanties en de prioriteitsregeling (kolom 3), om tot diezelfde 20 % te komen.

jaar : garanties aan Oranje vzw

evolutie garantiebedrag naar 20%

totaal garanties en prioriteit evolutie naar 20 %

trekkingsrecht provinciebestuur Oost-VLaanderen

2003 40 542  EUR 43 767  EUR 84 309 EUR 259 377  EUR2004 32 433 EUR 46 248  EUR 78 681 EUR 263 674  EUR2005 24 325 EUR 48 729  EUR 73 054 EUR 267 972  EUR2006 16 217 EUR 51 210  EUR 67 427 EUR 272 269  EUR2007 8 108 EUR 53 692  EUR 61 800 EUR 276 567  EUR

JWBP versie 25/05/2023 p.93

Page 94: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.9.4.1.2. Erkenning en subsidiering van het provinciaal jeugdwerk

In het verlengde van de huidige bepalingen in het provinciaal reglement van 12 september 2001, op de subsidiering van het provinciaal jeugdwerk wordt alle provinciale jeugdwerk via dit reglement erkend en gesubsidieerd. In dit reglement is op een bijzondere wijze rekening gehouden met het jeugdwerk dat in hoge mate werkt met kinderen en jongeren met een handicap. Zowel voor de erkenningscriteria, de deelnemersaantallen als voor het bepalen van de uiteindelijke werkingssubsidie blijft een positieve discriminatie ingebouwd.Daarnaast zal zeker moeten gekeken worden op welke manier de subsidie voor kampen, georganiseerd door instellingen voor personeen met een handicap, interfereert met de subsidie die de jeugdwerkingen ontvangen. In het reglement zit immers ook een luikje rond subsidies voor kampen.

actiepunt . middelen resultaten

2003 evaluatie reglement provinciaal jeugdwerk en uitvoering van het reglement

580 000 EUR structurele subsidies aan VFGJ, Sjalom en Bloemenstad

2004 uitvoering van het aangepast reglement 610 000 EUR structurele subsidies aan een 4 à 5 organisaties

2005 -uitvoering van het aangepast reglement-eventuele overlap tussen reglement sector gehandicapten en sector jeugd wegwerken

610 000 EUR structurele subsidies aan een 4 à 5 organisaties

2006 uitvoering van het aangepast reglement 610 000 EUR structurele subsidies aan een 4 à 5 organisaties

2007 uitvoering van het aangepast reglement 610 000 EUR structurele subsidies aan een 4 à 5 organisaties

3.9.4.1.3. Projectreglement/subsidiëring

Indien bijzondere projecten zouden worden opgezet met betrekking tot de doelgroep kinderen en jongeren met een handicap, die buiten de structurele ondersteuning valt, is het mogelijk om door middel van een projectmatige subsidie hieraan gevolg te geven. Momenteel gebeurt dit via het provinciaal reglement van 10 december 1997 : projectsubsidiëring jeugdwelzijn en preventie.

actiepunt . middelen resultaten

2003 uitvoering projectreglement 99 368 EUR gesubsidieerde projecten2004 uitvoering projectreglement 75 000 EUR gesubsidieerde projecten2005 uitvoering projectreglement 75 000 EUR gesubsidieerde projecten2006 uitvoering projectreglement 75 000 EUR gesubsidieerde projecten2007 uitvoering projectreglement 75 000 EUR gesubsidieerde projecten

3.9.4.2. Onderzoek/Inventarisatie/detectie noden

3.9.4.2.1. Onderzoek/inventarisatie

Naar aanleiding van de opmaak van dit jeugdwerkbeleidsplan is het duidelijk dat meer informatie moet worden verzameld teneinde tot een goed, rationeel onderbouwd beleid te komen. Naast de afstemming van het provinciaal beleid moet het onderzoek / de inventarisatie dienstig zijn om te komen tot prospectie en afstemming van de diverse werkingen. Dit is dan het middel om te komen tot een optimale toeleiding naar het bestaande aanbod van de jeugdwerkorganisaties voor kinderen en jongeren met een handicap en de rest van het jeugdwerk. Door een

JWBP versie 25/05/2023 p.94

Page 95: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

gerichte inventarisatie kan beter ingespeeld worden op de vragen van de potentiële deelnemers/gebruikers.

Het onderzoek / de inventarisatie dient te gebeuren op basis van bepaalde categorieën (vb. type handicap, …), een vaste geografische afbakening, aanbod in vrije tijd of vanuit instelling, …Bronnen voor onderzoek : - kinderbijslag fondsen

- erkenningen Vlaams Fonds- NIS- CLB- cijfers centrale wachtlijst- conclusies uit provinciale sociale kaart- gegevens vanuit de sportdienst (11e directie)

Tevens dient onderzocht te worden of bijvoorbeeld de gemeentelijke jeugddiensten en jeugdconsulenten een zicht hebben op werkingen met kinderen en jongeren met een handicap. Meteen kan ook onderzocht worden of potentiële doorverwijzers een goed zicht hebben op het bestaande aanbod.

Via de inventaris van personen met een handicap zullen op een gestructureerde wijze, bijkomende en telkens actuele gegevens bekomen worden die ook in functie van een beleidsopbouw ten behoeve van een jeugdbeleid gericht naar kinderen en jongeren, kunnen worden gebruikt.

Eventueel kan voor de inventarisatie ook samengewerkt worden met een werkgroep van studenten van de Vakgroep Sociale Agogiek van de Universiteit Gent.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 - onderzoek/inventarisatie

- structureel bevraging dmv provinciale inventaris personen met een handicap

op de begroting van de 6e directie (welz. en gez)

- wijziging inventaris formulier en verwezrking van de gegevens

2005 - onderzoek/inventarisatie- bevraging bij gemeentebesturen

en gemeentelijk jeugdwerk

- onderzoeksresultaten

20062007

3.9.4.2.2. Detectie noden door middel van participatie

Kinderen en jongeren met een handicap, die niet bij één of andere werking zijn aangesloten, zullen bevraagd worden naar hun specifieke noden en suggesties. Dit zal gebeuren op een geïntegreerde wijze in bestaande provinciale initiatieven (kinderprovincieraad, popeiland, …) en eventueel via een geïntegreerde aanpak eigen aan het onderzoek en inventarisatie (zie actie 3.9.4.2.1.)

Daarnaast zal ook bij andere initiatieven, die momenteel niet betrokken worden bij de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd, een toetsing gebeuren, gekoppeld aan de bevraging van kinderen en jongeren met een specifieke handicap (vb. visueel, auditief, NAH, …)

JWBP versie 25/05/2023 p.95

Page 96: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

2003200420052006 detectie noden d.m.v. paticipatie gerichte actie/initiatief uitwerken2007 detectie noden d.m.v. participatie implementatie naar gemeenten

3.9.4.3. Andere aandachtspunten voor het jeugdwerkbeleidsplan

3.9.4.3.1. Een betere bekendmaking en toeleiding naar het bestaande aanbod

Door het aanmaken van een gezamenlijke informatiedrager zal het aanbod van de provinciale jeugdwerkinitiatieven, die in hoge mate gericht zijn op het werken met kinderen en jongeren met een handicap en diverse andere initiatieven die gericht zijn op de vrije tijd van kinderen en jongeren met een handicap, bekend gemaakt worden. Deze informatiedrager moet op maat van het kind, de jongere zelf uitgewerkt worden, zodat hij/zij zelf geresponsabiliseerd wordt rond de invulling van zijn of haar vrije tijd.

Er wordt onderzocht hoe met betrekking tot het aanbod in de vrije tijd voor kinderen en jongeren met een handicap, kan geëvolueerd worden naar een éénloket functie, één punt, waar alle info wordt gecentraliseerd en waaraan het programma van de diverse werkingen wordt doorgegeven. Daardoor worden de initiatieven van diverse werkingen samengebracht en groeit een structurele vorm van afstemming en overleg. Het centraal punt moet een plaats zijn waar iedereen terecht kan (kinderen en jongeren zelf, ouders, doorverwijzers, sociale diensten, onderwijs, …). Bij voorkeur wordt onderzocht of Hint, als organisatie, deze informatiefunctie kan waarmaken.

De organisatie van deze promotie of de bekendmaking van het aanbod zal met het aanbieden van bepaalde databanken (cfr. centrale wachtlijst, sociale kaart, …) ook op internet een ondersteuning krijgen.

Er wordt een gerichte campagne opgestart naar de potentiële doorverwijzers, waaronder de gemeentelijke jeugdconsulenten, de JIP's en JAC's, gemeentelijke bibliotheken, sociale diensten, de scholen, …

Met betrekking tot de vrijetijdstrajectbegeleiding zal onderzocht worden welke mogelijkheden dit idee bevat en hoe dit eventueel kan ondersteund worden. Deze vrijetijdstrajectbegeleiding zou zich zowel naar een 'exclusief' als naar een 'inclusief' aanbod kunnen richten. Er wordt ook onderzocht in hoeverre werk kan gemaakt worden van vrijetijdsbesteding op maat, o.a. de haalbaarheid van een persoonlijk assistentiebudget mbt vrije tijd. Onder de vorm van concrete pistes kan dit in het kader van een sluitend complementair jeugd- en welzijnsbeleid vanuit het provinciebestuur bij de Vlaamse Gemeenschap worden aangebracht.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 aanmaken gezamenlijke informatiedrager brochure en/of internetluik2005 - uitbouw van een een-loket-functie

- campagne bij doorverwijzers20062007

JWBP versie 25/05/2023 p.96

Page 97: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

3.9.4.3.2. Versterking organisatorische aspecten

Om een garantie te krijgen naar een goed en gemotiveerd geheel van (potentiële) begeleiders in de diverse jeugdwerkorganisaties die gericht zijn naar de vrije tijd van kinderen en jongeren zullen inspanningen geleverd worden om een databestand aan te leggen van (potentiële/gevormde) begeleiding, die kan ingezet worden voor diverse initiatieven. Eventueel is dit ook een link naar inclusief jeugdwerk. Een koppeling met de provinciale databank voor vrijwilligers zal onderzocht worden.

Ondanks het feit dat de meerwaarde van de 'peer-group' binnen de organisatie voor de diverse reeds actieve vrijwilligers vrij groot is, kan gewerkt worden aan een netwerk dat gericht is op de rekrutering en uitwisseling van vrijwilligers, ook ten behoeve van de 'traditionele jeugdwerkvormen' en het aanbod vanuit de gemeentelijke jeugddiensten. Hierbij kan tevens een link gelegd worden naar diverse opleidingen die in het verlengde van het profiel liggen (verpleegkunde, opvoeder, maatschappelijk assistent, …).

Het organiseren van 'speciale' (inhoudelijk aangepaste) kadervorming moet financieel aantrekkelijk zijn. Enerzijds om vanuit een inclusiegedachte ook in het 'regulier' jeugdwerk aandacht te geven om de begeleiding van een bijzondere doelgroep in het programma van de kadervorming te steken. Anderzijds wordt op die wijze ook een stimulans gegeven aan jongeren met een handicap om als begeleiding opgenomen te worden in het jeugdwerk.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 opzetten actie recrutering vrijwilligers opstarten samenwerking met provinciaal

steunpunt vrijwilligers2005 effectieve recrutering vrijwilligers vrijwilligersdatabank20062007 uitwisseling/kadervorming rond

inclusief werken

3.9.4.3.3. Opstarten provinciaal platform bijzondere doelgroepen : vrije tijd kinderen en jongeren met een handicap

Binnen het op te starten provinciaal platform bijzondere doelgroepen moet uitdrukkelijk aandacht gegeven worden aan de werkingen die zich in hoge mate richten tot kinderen en jongeren met een handicap. De uitbouw van dit platform is van structureel belang. Met als doelstelling afstemming en ontmoeting, uitwisseling en inhoudelijke verdieping, moet het platform een draaischijf worden voor jeugd(werk)organisaties die zich richten op de toegankelijkheid van bijzondere doelgroepen, waarvan kinderen en jongeren met een handicap er één van zijn. Het platform moet tevens een permanente screening van het werkveld (een signaalfunctie als het ware) opnemen. Tevens zal dit platform impulsen kunnen geven naar lokale initiatieven. De uitbouw van dit platform is samen te lezen met actie 3.3.4.1.2. uit het deel 3.3. "Toegankelijkheid van het Jeugdwerk".

JWBP versie 25/05/2023 p.97

Page 98: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

2003 inventarisatie van de ideeën die leven en opmaken prioriteitslijst voor de komende jaren

zitpenningen voor de leden

een prioriteitenlijst

2004 indien mogelijk: één actiepunt ontwikkelen

? uitwerken en afwerken actiepunt

2005 indien mogelijk: één actiepunt ontwikkelen

? uitwerken en afwerken actiepunt

2006 indien mogelijk: één actiepunt ontwikkelen

? uitwerken en afwerken actiepunt

2007 indien mogelijk: één actiepunt ontwikkelen

? uitwerken en afwerken actiepunt

3.9.4.3.4. Werk maken van inclusief beleid

Inclusief beleid wordt steeds belangrijker. De werkgroep en later, via het jeugdwerkbeleidsplan, het provinciaal jeugdbeleid moeten impulsen geven en een nadruk leggen op integratie in de totaliteit van het 'klassieke' jeugdwerkaanbod. Zowel op het niveau van het aanbod, de diverse impulsen door/in kadervorming en vooral een weerspiegeling in de werking zelf.

Een impuls moet worden gegeven naar extra begeleiding binnen het inclusief jeugdwerk. Dit zou ook gemeentelijk moeten kunnen met een duidelijke koppeling naar de provinciale/landelijke jeugdwerkorganisaties. Bijvoorbeeld naar de open werkvormen zoals speelpleinen en jeugdhuizen.Een aanbod naar kinderen en jongeren met een handicap vraagt vaak een aantal extra dingen die op zich duurder zijn. Hiermee zal rekening gehouden worden bij impulsen naar een inclusief jeugdwerkbeleid. Tegelijk kan onderzocht worden in hoeverre een 'helpdesk' kan ontwikkeld worden waar lokale jeugdwerkinitiatieven bij terecht kunnen als zij vragen hebben mbt inclusief werken. Dezelfde 'helpdesk' kan ook een aanspreekpunt zijn als het jeugdwerk in haar (kader)vorming impulsen wil geven naar een inclusief werken in de lokale jeugdwerkafdelingen.

Ook bij initiatieven zoals de kinderprovincieraad, de Kunstbende, Popeiland,… zullen, op een meer actieve en veel gerichter manier, kinderen en jongeren met een handicap betrokken worden.

Naast de bijzondere aandacht naar inclusief werken blijft natuurlijk aandacht gaan naar het 'exclusief' jeugdbeleid. Waar vanuit de doelgroep zelf gekozen wordt om op een (vaak gespecialiseerde wijze) een aparte werking op te zetten voor één type handicap (vb. Auditief, visueel, …), kan onderzocht worden hoe met knowhow uit andere jeugdwerksectoren een toegevoegde waarde kan gegeven worden aan een kwalitatieve werking.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 impulsen geven naar jeugdwerk mbt inclusief werken een concrete actie2005 impulsen geven naar jeugdwerk mbt inclusief werken20062007

3.9.4.3.4. Toegankelijkheid voor kinderen en jongeren met een handicap

Voldoende aandacht (ondersteuning) moet blijven gaan naar het toegankelijk maken van jeugdwerkinfrastructuur zoals jeugdhuizen, speelpleinen, jeugdlokalen, …. Ook

JWBP versie 25/05/2023 p.98

Page 99: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

de provinciale infrastructuur moet oog hebben voor toegankelijkheid (cfr. vormingscentra’s). Het provinciebestuur wil hierin een voorbeeldfunctie opnemen. Belangrijke verbouwingen en nieuwbouwprojecten van het eigen bestuur worden vanaf heden geadviseerd door een technisch adviesbureau en getoetst aan de verschillende toegankelijkheidsnormen.

Belangrijk bij het voeren van een inclusief beleid is het creëren van een mentaliteitswijziging bij de betrokken partijen. Het is belangrijk dat kinderen, maar zeker ook volwassenen (jeugdwerkers) weten hoe om te gaan met kinderen met een handicap. Vormingscursussen rond omgang met personen met een handicap zijn een eerste stap in het toegankelijk maken van het jeugdwerk naar kinderen met een handicap.

Gerichte projecten waarbij de wisselwerking tussen kinderen met / zonder handicap centraal staat, kunnen bijdragen tot het bevorderen van de mentale toegankelijkheid (cfr schoolproject provincie Antwerpen, project schoolmuseum Thierry).

De aandacht voor fysieke toegankelijkheid veronderstelt in eerste instantie kennis van de knelpunten en mogelijkheden tot aanpassing van de infrastructuur. Vaak is onwetendheid rond allerlei toegankelijkheidsaspecten één van de oorzaken voor het niet toegankelijk zijn van een gebouw. Opleiding van jeugdwerkers rond dit thema is noodzakelijk. In een verder stadium kan het aanbieden van een leidraad (richtlijnen, normeringen) rond het toegankelijk maken van de infrastructuur ervoor zorgen dat bij verbouwingen en nieuwbouw de aandacht voor toegankelijkheid aanwezig is.

Jeugdconsulenten hebben een belangrijke signaalfunctie te vervullen naar het lokaal beleid toe. Zij kunnen op een positieve manier optreden als 'toegankelijkheidswatchers'. Vanuit hun bijzondere positie kunnen zij, bij verbouwingen/nieuwbouw van (gemeentelijke) infrastructuur binnen de eigen gemeente, aandacht vragen voor de toegankelijkheid van kinderen of bijzondere doelgroepen in het algemeen. Een provinciaal reglement ter ondersteuning en bevordering van het lokaal toegankelijkheidsbeleid is in 2003 ontwikkeld. Lokale besturen kunnen een provinciale tussenkomst ontvangen voor advisering mbt toegankelijkheid van het lokaal patrimonium.

Het Provinciaal Steunpunt Toegankelijkheid fungeert als meldpunt waar iedereen terecht kan die geconfronteerd wordt met ontoegankelijkheid. Samenwerking met en doorverwijzing naar organisaties voor personen met een handicap is hierbij belangrijk. Het Steunpunt vervult tegelijkertijd een signaalfunctie naar hogere overheden.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 screenen van alle provinciale infrastructuur

voor jeugd-------------- duidelijk beeld van knelpunten

2005 prioriteiten bepalen in knelpunten en plan van aanpak opmaken (timing en centen)

-------------- een actieplan

20062007

JWBP versie 25/05/2023 p.99

Page 100: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Hoofdstuk 4: Ondersteuning breder jeugdbeleidZoals u kunt lezen ontwikkelt het provincieebstuur een heel pak maatregelen/acties naar het jeugdwerk. Maar het provinciaal beleid wil zich ook richten naar andere doelgroepen. Individuele jongeren, jeugdhulpverlening, onderwijsinstellingen, enzovoort zijn allemaal actoren die het bestuur tracht te bereiken met diverse initiatieven.

4.1. Jeugdwelzijn

Jeugdwelzijn is een term die eng of ruim kan worden gedefinieerd. Wanneer we het over jeugdwelzijn in de ruimste betekenis van het woord hebben, bedoelen we “alles wat het welbevinden van jongeren bevordert”. Daartoe zouden alle levensdomeinen van de minderjarige onder de loep moeten worden genomen (thuissituatie, school, vrije tijd). Vrijetijdsbesteding en jeugdwerk komen alvast elders in dit plan uitgebreid aan bod en we houden het hier dus bij een ‘engere’ interpretatie en beperken ons derhalve tot het beleid dat onwelzijn bij jongeren tracht te bestrijden.

Dit jeugdwelzijnsbeleid is zoals bekend historisch versnipperd over een aantal sectoren, wat een allesomvattend welzijnsbeleid naar de jongere toe vaak in de weg stond. Een belangrijk initiatief dat tracht tot een betere afstemming/samenwerking te komen is de Integrale Jeugdhulp, dat momenteel in drie pilootregio’s loopt. Dit ambitieuze project wil o.m. samenwerking en afstemming tussen de sectoren verbeteren in functie van de cliënt.

Om tot een werkelijk integrale jeugdhulp te kunnen komen zullen in de toekomst linken moeten worden gelegd met jeugdwerk, onderwijs, gezondheidszorg, ocmw’s enz.

4.1.1. Integrale Jeugdhulp (IJH)

4.1.1.1. Een situatieschets met objectieve gegevens

Dit hoofdstuk beschrijft de medewerking van het provinciebestuur aan het “beleidsvoorbereidende experiment” Integrale Jeugdhulp. Dit proces werd door de Vlaamse overheid aangestuurd nadat in 1998 - tijdens een reeks hoorzittingen in het Vlaams Parlement - was gebleken dat de knelpunten in de Bijzondere Jeugdbijstand zich in een bredere context situeren.

Concreet werd het IJH-experiment in 2001 in gang gezet met de aanduiding van drie pilootregio’s. In elke pilootregio gingen in 2003 een aantal projecten van start waaruit, vanaf september 2003, de eerste inventarisatie van ervaringen plaatsvindt. Algemene als positief ervaren veranderingen zullen wellicht nog voor het aflopen van de pilootprojecten (in juni 2004) in een kaderdecreet worden vastgelegd. Om het experiment in de pilootregio’s ten volle te kunnen laten gebeuren, zullen de uitvoeringsbesluiten pas na het eindigen van het werk in de pilootregio’s het kaderdecreet ‘invullen’. Belangrijk is dat het kaderdecreet al in een eerste ‘tijdspad’ voor de niet-pilootregio’s zal voorzien zodat men vanaf juli 2004 ook daar van start kan gaan.

JWBP versie 25/05/2023 p.100

Page 101: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.1.1.1.1. Het concept Integrale Jeugdhulp

We overlopen de in de maatschappelijke beleidsnota genoemde knelpunten in een notendop : Verkokering (lees : versnippering jeugdhulpverlening over sectoren, departementen elk met eigen regelgevingen, drempels of toegangspoorten en met een voor het cliëntsysteem ondoorzichtig kluwen als gevolg), té aanbodgestuurde werking (de jongere wordt in een bepaald hokje ingepast eerder dan zorg op maat te creëren),.Overlappingen en hiaten in de hulpverlening (restgroepen vallen door de mazen van het net) en een tekort aan sector-overschrijdende-registratiegegevens (deze zouden kunnen helpen om zicht te krijgen op hiaten in de hulpverlening).

Daartegenover stelde de maatschappelijke beleidsnota de volgende aanbevelingen (eveneens in een notendop) : voldoende vroegtijdige/laagdrempelige hulp, van aanbodgestuurde naar vraaggestuurde hulp, een verstevigde cliënt-positie met uitgebouwde mogelijkheden tot participatie, naadloze hulpverlening (met transparantie van in-, door- en uitstroom van cliënten – hiertoe is een goede samenwerking tussen diensten noodzakelijk), hulp die zo licht mogelijk is, van een zo kort mogelijke duur is en zo dicht mogelijk bij de cliënt staat en ten slotte een betere afstemming van de sectoren op een hoger niveau zodat samenwerking op het terrein wordt gefaciliteerd.

De gekozen werkwijze voor de ontwikkeling van de integrale jeugdhulp om dit alles op een lerende manier te bereiken, is meer bepaald dat drie pilootregio’s geselecteerd werden waar het experiment tijdens deze pilootfase loopt nl. de gerechtelijke arrondissementen Gent (regio’s Gent en Meetjesland), Antwerpen en de provincie Limburg. Voorbereidend werd het concept verder uitgediept in een aantal thematische werkgroepen. Deze zetten 6 ‘bakens’ uit :

- Modulering : elke voorziening omschrijft zijn hulpaanbod in duidelijk omschreven eenheden van hulp.

- Onderscheid : rechtstreeks en niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening - Tussen die twee komt een (intersectorale) toegangspoort. Zo veel mogelijk

problemen moeten in het rechtstreeks toegankelijk gedeelte worden opgelost.- De rechtstreeks toegankelijke voorzieningen organiseren zich in een netwerk

RTH en stemmen aldus hun aanbod op elkaar af.- Trajectbegeleiding als recht van de cliënt.- Dwang wordt als modaliteit toegevoegd aan de hulpverlening.

4.1.1.1.2. Convenant tussen Provincie en Vlaamse Gemeenschap

De samenwerking tussen de provincie Oost-Vlaanderen en de Vlaamse overheid is in een convenant opgenomen. Het tweede convenant werd op 23/12/2002 ondertekend. De rol van de provincie Oost-Vlaanderen is enerzijds facilitair mbt het werk in de pilootregio, anderzijds de medewerking aan de communicatie van de IJH over de hele provincie. Om dit mogelijk te maken ontvangt de provincie een jaarlijkse subsidie van 33 480 EUR als tegemoetkoming in de kosten van de ondersteuning van de pilootregio en 10 350 EUR als tegemoetkoming in de kosten van de samenwerking bij de communicatie over de integrale jeugdhulp.

Om de afspraken uit het convenant ten volle te kunnen nakomen werd door het provinciebestuur een gebiedswerker integrale jeugdhulp aangenomen die voor het bestuur dit dossier opvolgt en de communicatie met de pilootregio en andere regio’s verzorgt.

Daarbij wordt samengewerkt met de permanente cel van het Regionaal Welzijnsoverleg. Concreet werden 3 werkingen opgezet : Zuid-Oost-Vlaanderen

JWBP versie 25/05/2023 p.101

Page 102: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

(Regio’s Aalst en Oudenaarde), Dendermonde en het Waasland. Het Waasland ontvangt een provinciale subsidie en wordt dus eveneens afzonderlijk beschreven. Om de uitwisseling tussen pilootregio en niet-pilootregio’s te optimaliseren werd een nieuw platform gecreëerd: het Provinciaal Informatieplatform IJH of kortweg PIP. Een studiemoment over netwerkvorming staat in de startblokken.

Om de evoluties op Vlaams niveau goed te kunnen volgen neemt de gebiedswerker deel aan het interregionaal overleg in Brussel, waar de jongste evoluties worden uiteengezet en uitwisseling tussen de niet-pilootregio’s mogelijk wordt gemaakt. Om goed geïnformeerd de regio's tegemoet te kunnen komen, volgt hij ook, naast de Oost-Vlaamse pilootregio, de evoluties in de andere pilootregio’s op.

4.1.1.1.3. Pilootregio Gent-Meetjesland

De provincie speelde een belangrijke rol bij het rond de tafel krijgen van de noodzakelijke partners. Met de uitbouw van het Regionaal Welzijnsoverleg (RWO) gedurende de voorbije jaren beschikte het bestuur immers over het benodigde netwerk. De basisstructuur werd op poten gezet in samenwerking met RWO Gent en RWO Meetjesland. Contractant is RWO Gent dat ook ruimte ter beschikking stelt voor het secretariaat van de pilootregio.

De subsidie van 33.480 EUR, aan de provincie toegekend door de Vlaamse Gemeenschap ter ondersteuning van de werkstructuur van de pilootregio, wordt in 2003 voor het tweede jaar op rij doorgestort naar de pilootregio. Het geld zal worden aangewend om de kosten van een administratief medewerker te betalen. Tevens wordt daar door de provincie voor de tweede keer 10.000 EUR aan toegevoegd om de kosten van vergader-, werkruimte, telecommunicatie enz. te bekostigen.

Omwille van de betrokkenheid van het provinciebestuur bij de werking van de Oost-Vlaamse pilootregio, is het logisch dat door het bestuur op de eerste plaats op de ervaringen en bevindingen van deze pilootregio wordt gefocust. Zoals de andere pilootregio’s maakt Gent-Meetjesland binnen de uitgestippelde beleidslijnen eigen keuzes. Zo wordt er op organisatorisch vlak getracht de zgn. ‘belendende sectoren’ (kinderpsychiatrie, jeugdwerk, onderwijs, minderheden) nu al te betrekken : Er is bijvoorbeeld een structureel overleg Onderwijs-IJH met op 23 september 2003 een studiedag Onderwijs-Hulpverlening, er is op 17 september 2003 een beurs ‘Participatie op de voorgrond’ waar ook jeugdwerkinitiatieven zullen vertegenwoordigd zijn, er is een overlegplatform ‘de vierde tafel’ waar de integrale jeugdhulp door vertegenwoordigers van de minderhedenorganisaties wordt gewikt en gewogen.

Ook in de eigen projecten zoals de netwerken rechtstreeks toegankelijke hulpverlening, crisishulpverlening, toegangspoort, toewijzing en trajectbegeleiding worden binnen de uitgestippelde beleidslijnen eigen accenten gelegd.

De provinciale gebiedswerker is lid van de stuurgroep van de pilootregio en is geregeld op de vergaderingen van de verschillende implementatiegroepen aanwezig. Tevens is hij de link tussen pilootregio en provinciebestuur bij de organisatie van infomomenten van de pilootregio.

4.1.1.1.4. Netwerk IJH Waasland

Bij de selectie van de pilootregio’s had ook regio Waasland zijn kandidatuur gesteld maar deze werd niet weerhouden. Toch koos het ondertussen gegroeide Netwerk IJH Waasland voor de continuering van haar werking. In een samenwerking met de Universiteit Gent (Vakgroep Sociale Agogiek) werd een actie-onderzoek opgezet.

JWBP versie 25/05/2023 p.102

Page 103: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Actie-onderzoek en Netwerk vertrokken van een gemeenschappelijk referentiekader : “Het recht op maatschappelijke dienstverlening teneinde een menswaardig bestaan te leiden”. Onderzocht werd hoe een hulpaanbod kan worden gerealiseerd dat hieraan tegemoet komt. Ruimte voor participatie van de cliënt werd daarbij vooropgesteld. ‘Menswaardigheid’ impliceert immers het recht op een eigen zienswijze en het recht om deze zienswijze in het debat te brengen.

Als niet-pilootregio kan deze regio ietwat losser van concept en begrippenkader werken rond netwerkvorming. De klemtoon wordt daarbij gelegd op het handelingsniveau en niet op het organisatorische niveau. Tevens tracht men de cliënt zelf met zijn zorgvraag in beeld te krijgen, wat zeker niet evident blijkt. Het provinciebestuur vond dit uitgangspunt, en het feit dat het over een eerder van onderuit gegroeid netwerk ging, interessant genoeg om dit initiatief financieel te ondersteunen. In 2003 ontvangt de regio voor de tweede keer een toelage van 25.000 EUR. Er werden in 2003 al vormingsmomenten georganiseerd rond open verslaggeving en participatief werken (deze laatste studiedag op 13/06/03 betekende het einde van het actie-onderzoek van de universiteit). Na het aflopen van het actie-onderzoek zal men met werkgroepen gaan werken (o.m. trajectbegeleiding, time-out)

De ondertussen opgestarte deelwerking time-out zal naar alle waarschijnlijkheid resulteren in een grensoverschrijdend time-out-project dat begin 2004 effectief van start gaat.

4.1.1.1.5. Andere regio’s : Zuid-Oost-Vlaanderen en Dendermonde

Binnen het samenwerkingsverband Zuid-Oost-Vlaanderen (RWO’s Aalst en Oudenaarde) volgt men de ontwikkelingen in de pilootregio’s van nabij op. Door met de plaatselijke werkgroep een onderzoek te doen naar structurele en functionele samenwerkingsverbanden binnen de regio tracht men al voorbereidend werk te doen voor de komst van IJH.

In Dendermonde werd, eveneens in de schoot van het RWO, een werkgroep opgestart die alvast de regionale partners rond de tafel kreeg en reeds nadenkt over de toekomstige bijdrage binnen een netwerk Rechtstreeks Toegankelijke Hulpverlening voor jongeren.

4.1.1.1.6. Provinciaal Informatieplatform IJH

Om een structurele uitwisseling tussen de provinciale gebiedswerker IJH, de projectleider van de pilootregio en de coördinatoren van het regionaal welzijnsoverleg in de niet-pilootregio’s mogelijk te maken werd dit platform in het leven geroepen. Het komt minstens één keer per kwartaal samen en moet aan de coördinatoren de mogelijkheid bieden om de ontwikkelingen op Vlaams niveau en in de pilootregio’s van nabij te volgen, zodat ze binnen hun regio (samen met de gebiedswerker) deze informatie kunnen overbrengen.

4.1.1.1.7. Doorsnedecel IJH

Aangezien een aantal provinciale ambtenaren hun werk minstens deels beïnvloed zien door de Integrale Jeugdhulp, werd deze cel in het leven geroepen als plaats waar de belangrijkste ontwikkelingen worden besproken. Het gaat hier over de ambtenaren van de sectoren ‘personen met een handicap’, preventie, minderheden en regionaal welzijnsoverleg. De cel komt samen op initiatief van de gebiedswerker IJH, en enkel wanneer zich belangrijke nieuwe feiten aandienen.

JWBP versie 25/05/2023 p.103

Page 104: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.1.1.2. Gegevens over de behoeften van de sector(en)

Een beknopt beeld hiervan geven over de sectoren heen is bijna onmogelijk. Elke sector heeft eigen verwachtingen naar het beleid, soms gelijklopend met,soms indruisend tegen die van een andere sector. IJH betracht net om dit ‘hokjesdenken’ te overstijgen om de kwaliteit van de (jeugd)hulpverlening te verbeteren.

Een door alle sectoren gedragen bezorgdheid zijn de wachtlijsten (o.m. binnen de sectoren personen met een handicap en bijzondere jeugdbijstand) die maken dat er op dit moment zeker niet van een ‘recht’ op hulpverlening kan worden gesproken. Het wegwerken van de wachtlijsten is voor zowat alle deelnemende sectoren een prioriteit.

Omdat de hoeveelheid informatie die vanuit de verschillende projecten op de sectoren afkomt moeilijk te bevatten is, leeft er een duidelijke behoefte aan beknopte heldere informatie. Informatie die wordt gegeven in de regionale werkgroepen IJH. Ook de gemeentelijke jeugddiensten zijn vragende partij om de evoluties binnen de jeugdwelzijnssector te volgen.

4.1.1.3. De visie en de algemene doelstellingen die de Deputatie vooropstelt

In het dossier IJH neemt de provincie zijn schakelfunctie tussen de Vlaamse overheid en het plaatselijke niveau ten volle op. Onder plaatselijk niveau moeten hier dan de regio’s begrepen worden. Dit gebeurt via een gebiedsgerichte aanpak meer bepaald door het opstarten en op gang houden van plaatselijke werkgroepen IJH.

Een aantal vernieuwende tendenzen zoals netwerkvorming (om tot een – voor cliënt èn hulpverlener - transparantere hulpverlening te komen) vraaggestuurd werken en trajectbegeleiding als recht van de cliënt, kunnen door de deputatie alleen maar toegejuicht worden.

4.1.1.4. De concrete acties die zullen worden ondernomen

Het gaat hier zowel over acties die worden ondernomen in uitvoering van de overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschap, als over acties die op eigen initiatief gebeuren vanuit de overtuiging dat dit project tot een betere jeugdhulpverlening kan leiden. Acties vallen uiteen in de ondersteuning van de pilootregio en de acties die te maken hebben met de communicatie rond IJH. Een apart stukje is er voor Netwerk Waasland dat eveneens een provinciale ondersteuning krijgt.

4.1.1.4.1. Facilitering van de werking van de pilootregio

In de samenwerkingsovereenkomst tussen Provincie en Vlaamse Gemeenschap verbindt de provincie er zich toe ondersteuning te bieden aan de werkstructuur van de pilootregio : Bedoeld wordt de ondersteuning bij het vinden van accommodatie voor het secretariaat van de pilootregio, en het geven van een personeelssubsidie voor een voltijds personeelslid (dat minstens beschikt over een diploma dat toegang verleent tot niveau C van het provinciebestuur).Tevens verbindt de provincie er zich toe de samenwerking tussen de regionale actoren te bevorderen. Gezien de jarenlange ervaring in het kader van het regionaal overleg kan de provincie immers een verbindingstaak opnemen in de bestaande en nieuw te ontwikkelen samenwerkingsverbanden. Voor dit gedeelte wordt door de Vlaamse Gemeenschap aan de provincie een subsidie van 33.480 EUR toegekend

JWBP versie 25/05/2023 p.104

Page 105: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

die, aangevuld met 10.000 EUR provinciale middelen, naar de pilootregio wordt doorgestort.

Actiepunt. Middelen Resultaten

2003 Mogelijk maken werking Pilootregio IJH Gent-Meetjesland (RWO Gent en RWO Meetjesland)

43.480 EUR (33.480 EUR

+ 10 000 EUR

Experimenten kunnen tijdens pilootfase werken aan betere jeugdhulpverlening

2004 Mogelijk maken van een werkstructuur binnen de Pilootregio IJH Gent-Meetjesland (RWO Gent en RWO Meetjesland)

21.740 EUR Experimenten kunnen tijdens pilootfase werken aan betere jeugdhulpverlening

200520062007

4.1.1.4.2. Communicatie rond IJH

De provincie werkt ook samen met de pilootregio voor wat betreft de communicatie van het ontwikkelingsproces binnen en buiten de pilootregio. Voor dit luik stelt de Vlaamse Gemeenschap 10.350 EUR ter beschikking. Auditorium en ‘tentoonstellingsruimte’ worden twee keer per jaar ter beschikking van de pilootregio gesteld. De eerste drie infomomenten waren enkel op de pilootregio zelf gericht; Het infomoment van 28 mei 2003 was voor de eerste keer ook op de hulpverleners van de andere Oost-Vlaamse regio’s gericht. Ook op de toekomstige infomomenten zullen de hulpverleners van de niet-pilootregio’s worden uitgenodigd.

Actiepunt. Middelen Resultaten

2003 IJH Gent-Meetjesland communiceert de evoluties binnen de pilootregio zo breed mogelijk

1.500 EUR (750 EUR per infomoment)

Een maximale informering van de jeugdhulpverleningssector over IJH

2004 IJH Gent-Meetjesland communiceert de evoluties binnen de pilootregio zo breed mogelijk

1.500 EUR (750 EUR per infomoment)

Een maximale informering van de jeugdhulpverleningssector over IJH

200520062007

Vanaf juli 2004 zal de integrale jeugdhulp in gans Vlaanderen worden geïmplementeerd. Naast de infomomenten die in samenwerking met de pilootregio gebeuren, zullen de regio’s ook op andere manieren worden geïnformeerd.Dit zal gebeuren via het Provinciaal Informatieplatform IJH waar de nadruk ligt op ervaringsuitwisseling tussen de regio’s, evenals door deelname van de gebiedswerker aan de plaatselijke werkgroepen IJH.

actiepunt Middelen Resultaten

2003 Minstens vier vergaderingen/jaar van Provinciaal Informatieplatform IJH en communicatie over IJH door gebiedswerker op regionale werkgroepen IJH

geen - De plaatselijke coördinatoren van het Regionaal Welzijnsoverleg zijn op de hoogte van de ontwikkelingen en zijn mede in staat om die naar de eigen regionale werkgroep IJH te communiceren.

- De regionale werkingen IJH zijn op elkaar afgestemd

2004 Minstens vier vergaderingen/jaar van Provinciaal Informatieplatform IJH en communicatie over IJH door

geen - De plaatselijke coördinatoren van het Regionaal Welzijnsoverleg zijn op de hoogte van de ontwikkelingen en zijn

JWBP versie 25/05/2023 p.105

Page 106: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

gebiedswerker op regionale werkgroepen IJH

mede in staat om die naar de eigen regionale werkgroep IJH te communiceren.

- De regionale werkingen IJH zijn op elkaar afgestemd

200520062007

4.1.1.4.3. Ondersteunen regionaal netwerk IJH Waasland

Het opzetten van een ‘bottom-up’-netwerk bleek niet steeds even gemakkelijk. Het netwerk diende het immers met één betaalde werkkracht te doen en moest voor het overige beroep doen op de bereidheid en inzet van de plaatselijke voorzieningen. Het netwerk koos daarbij een eigen koers, zonder de evoluties in de integrale jeugdhulp uit het oog te verliezen. Opdat dit netwerk zijn werkzaamheden parallel met de pilootregio’s zou kunnen voortzetten, wordt door het provinciebestuur een gelijklopende timing aangehouden. Aangezien het einde van de pilootprojecten voorzien is voor juni 2004, zal het Wase netwerk is er tot die datum een betoelaging voorzien (gesteld dat het netwerk dit door haar werkzaamheden weet te verantwoorden). Vanaf juli 2004 zal de uitvoering van het kaderdecreet een feit zijn, en zal de regio (overigens net zoals de pilootregio’s) een voorsprong hebben op de regio’s waar men nog moet ‘beginnen’.

Actiepunt. Middelen resultaten

2003 Mogelijk maken werking Netwerk 25.000 EUR - Informeel samenwerkingsverband met vertegenwoordigers van meer dan 30 regionale voorzieningen- Onderzoeksresultaten actie-onderzoek i.s.m Universiteit-Gent (die bij verschillende gelegenheden werden voorgesteld)- 3 studiemomenten waaronder de studiedag over participatie op 13/06/2003 met een opkomst van meer dan 200 mensen.

2004 Netwerk IJH Waasland 12.500 EUR Verder opbouwen netwerk IJH, toepassen van de inzichten uit het actie-onderzoek in de eigen regio. Provinciale ondersteuning gelijklopend met de pilootregio’s en dus wellicht eindigend in juni 2004.

200520062007

Binnen dit netwerk gingen enkele Wase voorzieningen met Zeeuwse partners (Stichting Jeugdzorg, Scoop, Stichting Agogische Zorgcentra, Stichting Algemeen Maatschappelijk Werk en provincie Zeeland) en het Oost-Vlaamse provinciebestuur rond de tafel zitten en kwamen tot een project dat zowel plaats biedt aan uitwisseling van methodieken voor het doorbreken van vastgelopen begeleidingssituaties als aan een 40-tal concrete ‘time-out-plaatsingen’. Indien door Euregio Scheldemond aanvaard, zal het project begin 2004 effectief van start gaan. De provinciale gebiedswerker volgt als lid van de stuurgroep van nabij de ontwikkelingen binnen dit netwerk en zorgt mee voor de contacten om in een tweede fase de bevindingen over het hele werkingsgebied te verspreiden.Deze timeout-methodiek kan jongeren door hen tijdelijk weg te halen uit een vastgelopen begeleidingssituatie (meestal na grensoverschrijdend gedrag) en hen te

JWBP versie 25/05/2023 p.106

Page 107: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

laten bezinnen over het eigen gedrag, nieuwe kansen bieden in plaats van zoals voorheen de betrokken jongere(n) dwingend te ontslaan. De grensoverschrijdende aanpak biedt op twee vlakken een meerwaarde : Ten eerste heeft men in Nederland al een grotere expertise in het werken met deze methodiek, ten tweede zouden deze timeout-plaatsingen grensoverschrijdend kunnen gebeuren wat een grotere fysieke afstand tot de vastgelopen situatie en daardoor een grotere effectiviteit tot gevolg kan hebben.

Actiepunt. Middelen resultaten

2003 Bijwonen van de voorbereidende vergaderingen met de Wase en Zeeuwse partners

geen Euregio-project wordt vanaf 2004 mogelijk gemaakt

2004 Bijwonen Stuurgroepvergaderingen en mogelijk maken van contacten met nieuw te betrekken partners in Oost- en West-Vlaanderen

geen Euregio-project gaat van start : uitwisseling van methodieken

2005 Bijwonen Stuurgroepvergaderingen en mogelijk maken van contacten met nieuw te betrekken partners in Oost- en West-Vlaanderen

geen De na de uitbreiding tot het hele werkingsgebied van de Euregio Scheldemond te betrekken partners vinden elkaar

2006 Idem + faciliteren bekendmaking van de resultaten van dit project

geen De mogelijke fora om de resultaten bekend te maken (o.m. via regionaal welzijnsoverleg) worden geboden

4.1.2. Bijzondere Jeugdbijstand

Binnen de hulpverlening is de bijzondere jeugdbijstand de sector die de meest kwetsbare jongeren (en hun context) als doelgroep heeft. In het decreet BJB luidt het dat de sector bevoegd is in ‘problematische opvoedingssituaties’ (POS). Een POS wordt in art. 1 van dit decreet omschreven als “een situatie waarin de fysieke integriteit, de affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen van minderjarigen in het gedrang komen, door bijzondere gebeurtenissen, door relationele conflicten, of door omstandigheden waarin zij leven”.

De sector bestaat uit een luik vrijwillige hulpverlening en een luik gedwongen hulpverlening. Het eerste (sociale) luik wordt door de comité’s bijzondere jeugdzorg opgenomen, het tweede luik door de sociale dienst (van de Vlaamse Gemeenschap) van de jeugdrechtbank. De hulpverlening binnen de BJB gebeurt , met uitzondering van de begeleiding door (de sociale dienst van) het comité, door de voorzieningen. Naast de door de BJB erkende private voorzieningen zijn er ook nog gelijkgestelde voorzieningen waar minderjarigen kunnen worden opgenomen of begeleid bv. de CKG (Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning) die ressorteren onder de sector Kind en Gezin.

Ondanks de groeiende klemtoon op vroegtijdige (preventieve) hulpverlening blijft de instroom stijgen. Bovendien zijn er overal wachtlijsten en belanden jongeren in acute crisissituaties in ziekenhuizen en bij de politie vanwege een gebrek aan crisisopvang.

Een belangrijke tendens van het laatste decennium is de afbouw van de residentiële voorzieningen ten voordele van de semi-ambulante en vooral ambulante voorzieningen : Zo daalde het aantal residentiële plaatsen binnen de sector in Vlaanderen van 90,3% naar 60,3% van het totaal aantal plaatsen tussen 1990 en 2000. Het aantal ambulante plaatsen daarentegen steeg gedurende die periode van 4,4% naar 27,4%.

JWBP versie 25/05/2023 p.107

Page 108: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Comité en sociale dienst van de Jeugdrechtbank verwijzen naar een bepaalde voorziening op basis van hun diagnose-stelling, daarbij rekening houdend met de aard van de problemen en de gezinscontext (en wellicht even veel met waar er snelst een plaats beschikbaar is).

4.1.2.1. Een situatieschets met objectieve gegevens

4.1.2.1.1 Verwijzende instanties

De provincie Oost-Vlaanderen telt drie gerechtelijke arrondissementen, nl. Gent, Dendermonde en Oudenaarde, met elk een jeugdrechtbank en een bemiddelingscommissie. Daarnaast zijn er vijf comité’s bijzondere jeugdzorg, nl. Aalst, Dendermonde, Gent-Eeklo, Oudenaarde en Sint-Niklaas en vijf bemiddelingscommissies, en is er één preventiecel in Gent met de hele provincie als werkingsgebied. Ook de ‘regio-manager’ is in Gent gestationeerd.

In 1998 vroeg de sector aan het provinciebestuur om een platform op te richten (zie 4.1.2.1.3). Haar taak beperkt zich in deze materie tot het verlenen van enkele bijzondere vormen van subsidies, en het optreden als tussenschakel naar de hogere overheid.

Een sector die zich als doel stelt de meest kwetsbare gezinnen te bereiken en als dusdanig de maatschappelijke achterstelling tegen te gaan, dient dan ook over voldoende middelen te beschikken om deze doelgroep maximaal te kunnen bereiken. Meer en meer gaat men daarbij uit van een ’recht’ op hulpverlening, iets wat in de praktijk (wachtlijstenproblematiek) voorlopig niet realiseerbaar blijkt. Naast het vrijmaken van extra-middelen, nam de Vlaamse Overheid ook de optie om ’oneigenlijke’ verwijzingen uit de BJB te halen. Er wordt namelijk van uitgegaan dat de sector te veel belast wordt door problematieken die op een ander niveau (en vroegtijdiger) dienen te worden aangepakt (subsidiariteitsprincipe). Bij de voorstelling van het plan Integrale Jeugdhulp (zie 7.1.4) heette het dat de BJB terug ‘bijzonder’ dient te worden. Door een deel van de problemen die nu door de BJB worden behandeld, op de eerste en tweede lijn aan te pakken en door de uitbouw van een luik preventie, hoopt men de wachtlijsten weg te werken, en de sector ruimte te geven om zich met de eigenlijke doelgroep bezig te houden (problematische opvoedingssituatie, als misdrijf omschreven feit).

4.1.2.1.2 De voorzieningen

In 2002 telde de sector BJB in Oost-Vlaanderen 1 261 erkende plaatsen. De grote trend van de laatste jaren was diversificatie. Een brede waaier van erkenningscategorieën ontstond, waarbij er meer semi-residentiële en ambulante plaatsen kwamen :Cat. 1 :Begeleidingstehuizen:765 plaatsen waarvan 112 begeleid zelfstandig wonen)Cat. 2 : Gezinstehuizen (5 plaatsen)Cat. 3 : Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentra (72 plaatsen)Cat. 4 : Dagcentra (125 plaatsen)Cat. 5 : Thuisbegeleidingsdiensten (246 plaatsen)Cat. 6 : Diensten voor Begeleid Zelfstandig Wonen (48 plaatsen)Cat. 7 : Diensten voor PleegzorgBinnen de sector BJB gaat het binnen de provincie Oost-Vlaanderen over 1.261 plaatsen. De erkenning en subsidiëring van de voorzieningen wordt uitsluitend door de Vlaamse Gemeenschap geregeld. Naast de erkende voorzieningen worden ook tijdelijke projecten en experimenten gesubsidieerd. Zij dienen wel jaarlijks

JWBP versie 25/05/2023 p.108

Page 109: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

geëvalueerd te worden. In Oost-Vlaanderen gaat het in 2003 om de volgende projecten :- Aanbod als alternatief voor plaatsing (instroom-uitstroom) : Albezon – Gent (onthemingsproject en crisisopvang)- Aanbod in het kader van artikel 37§2,2° wet betreffende de jeugdbijstand:- Vormingscentrum voor Begeleiding van het Jonge Kind – Gent (het realiseren van

een aanbod voor vroegtijdige interventie bij kinderen en ouders van risicogezinnen)- Centrum voor Ambulante Begeleiding – Gent (leerproject)- Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Gent (leerprojecten daders sexueel geweld)- Martens-Sotteau – Oostakker (project dader-slachtofferbemiddeling voor

minderjarigen)- Dienst Alternatieve Sanctie & Voogdijraad – Gent (bemiddelings- en werkproject)- Aanbod in het kader van artikel 23§1,4° gecoördineerde decreten inzake

bijzondere jeugdbijstand (opvoedende projecten) : De Bekwame Boon – Zingem (opvang van minderjarigen op een permanente

projectlocatie- Gestructureerde Kortdurende Residentiële Begeleiding : Vzw Stappen – Gent Vzw Hadron – Gent De Sleutel – Gent

4.1.2.1.3. Provinciale subsidies

Sinds 1998 is een nieuw reglement op de investerings- en projectsubsidies.

4.1.2.1.3.1. Investeringssubsidies :

De provinciale subsidie bedraagt 20 % van de kosten die voortvloeien uit de bouw, de aankoop, de verbouwing en de verbetering van gebouwen, die dienstig zijn voor de opname en/of begeleiding van jongeren in het kader van de BJB. Ook de uitrusting van deze gebouwen komt in aanmerking voor subsidiëring, eveneens voor 20 % van de kosten. Het bedrag van de in aanmerking komende facturen moet ten minste 1 239,47 EUR bedragen.

Overzicht van de in 2002 door het provinciebestuur aan erkende voorzieningen uitbetaalde investeringssubsidies

Naam voorziening Vestigingsplaats Bedrag in EUR

Jeugdzorg–Dienst voor Gezinsbegeleiding Aalst 350Jeugdzorg Liaan Aalst 1 825’t Huis Aalst 740Blij Leven Bassevelde 19 425Hof Ter Welle Beveren 4 355Dagcentrum Triangel Beveren 360Gezinsproject Waasland Beveren 480Jeugdzorg Sint-Vincentius/Kindertehuis Dendermonde 7 790Open Haard Drongen 730De Waai Eeklo 6 320Ter Muren Erembodegem 3 365Begeleidingstehuis Sint-Jan-Baptist Gent 4 340Centrum voor Ambulante Begeleiding Gent 865De Cocon Gent 310

JWBP versie 25/05/2023 p.109

Page 110: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

De Totem Gent 800De Twijg Gent 970Hadron Gent 4 005Jongerenhuis Gent 705Opvang Gent 1 955De Mee-Ander Geraardsbergen 615Home Magnolia Geraardsbergen 3 480Kindertehuis Dageraad Hamme 2 100Kindervreugd Kruishoutem 345Jeugdzorg De Brug – Home Maria Maarkedal 2 970Steevliet Melle 17 980Raveling Nederhasselt 2 960Tehuis Sint-Carolus Nieuwkerken-Waas 9 450Stichting Preventieve Jeugdzorg Oostakker 2 985Home Elisabeth Ronse 990Zonnelied Ronse 470Stappen Sint-Amandsberg 6 770De Morgenster Waasmunster 5 145’t Roborstje Zwalm 2 515

4.1.2.1.3.2. Projectsubsidiëring (Vernieuwende- en Vormingsprojecten)

Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten kunnen door de Bestendige Deputatie projectsubsidies worden verleend ten behoeve van in de provincie Oost-Vlaanderen gelegen voorzieningen, erkend in toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de BJB. De inrichtende macht van de erkende voorziening moet een vzw zijn met maatschappelijke zetel in Oost-Vlaanderen.Onder project wordt verstaan “een afgebakend geheel van activiteiten, beperkt in tijd, dat als vernieuwend en/of experimenteel wordt beschouwd of dat de vorming van agogisch en opvoedend personeel in functie van hun taak binnen de voorziening tot doel heeft.

Overzicht van de in 2002 door het provinciebestuur aan erkende voorzieningen uitbetaalde subsidies voor vernieuwende en vormingsprojecten

Naam voorziening Vestigingsplaats Bedrag in EUR

Blij Leven Bassevelde 5 145Hof Ter Welle Beveren 8 753‘t Kompas Dendermonde 1 271De Waai Eeklo 13 217Open Haard Drongen 8 198Ter Muren Erembodegem 3 995Centrum Ambulante Begeleiding Gent 1 364De Cocon Gent 3 781De Twijg Gent 656Hadron (Roppov) Gent 24 789Hadron Gent 1 280Jongerenhuis Gent 1 736St. Preventieve Jeugdzorg Martens-Sotteau Gent 3 146

JWBP versie 25/05/2023 p.110

Page 111: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Dageraad Ronse 3 534Home St-Elisabeth Ronse 990Werken Glorieux-Zonnelied Ronse 1 163Stappen Gent 93Kindervreugd Waasmunster 930‘t Roborstje Zwalm 1 364

4.1.2.1.3.3. Project Roppov

In het kader van de vernieuwende projecten werd in maart 2000 de subsidiëring van een project onder de naam Roppov of voluit ‘Regionaal Overleg Projecten en Participatie Oost-Vlaanderen (coördinatie door vzw Hadron) goedgekeurd voor een bedrag van 4.957,87 EUR. Aangezien het om een veelbelovend project ging dat aan de hele sector diensten kan bewijzen, besloot het bestuur om het project gedurende drie jaar (dus tot en met 2003) uit het projectencircuit te lichten, en het een subsidie ter waarde van 24.789 EUR te garanderen. Het project is een samenwerkingsverband van voorzieningen die informatie en methodieken willen inventariseren, uitwisselen en zelf ontwikkelen met betrekking tot cliëntparticipatie en trajectwerking. In het derde projectjaar (dus 2003) worden de verschillende subprojecten verder uitgediept en moet de vergaarde kennis toegankelijk worden gemaakt voor de sectorale voorzieningen uit de hele provincie. Dit kan o.m. gebeuren via een website, een publicatie en/of een studiedag.

4.1.2.1.3.4. Project Steungezinnen

Dit project wordt in een apart hoofdstukje besproken onder ‘Ruimer Jeugdbeleid’ aangezien het wordt ondersteund vanuit de dienst Gezondheid – sector thuiszorg.

4.1.2.1.3. Provinciaal Platform BJB

Dit platform is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle Oost-Vlaamse voorzieningen BJB, van alle verwijzende instanties uit de provincie en een aantal provinciale ambtenaren die op één of andere manier aan de sector gelinkt zijn. Via de algemene vergadering (die 1 keer per jaar samenkomt) wordt op de eerste plaats informatie-uitwisseling en vorming bevorderd : voorzieningen kunnen een project voorstellen, evoluties in begeleidingsmethodieken kunnen worden voorgesteld naast sectorale veranderingen…

De stuurgroep die minstens vier keer per jaar vergadert, bereidt de algemene vergadering inhoudelijk voor. Items worden op de eerste plaats door de leden van de stuurgroep zelf aangebracht. De stuurgroep kan wanneer er zich een probleem voordoet zoeken naar een oplossing of dit probleem voorleggen aan de hogere overheid. Tenslotte wordt bij de beoordeling van vernieuwende en vormingsprojecten die een aanvraag tot provinciale betoelaging doen twee keer per jaar het advies van de stuurgroep ingewonnen en aan de bestendige deputatie overgemaakt.

4.1.2.1.4. OTA

Het Ondersteuningsteam Allochtonen heeft als doel de reguliere hulpverlening beter af te stemmen op de specifieke noden van allochtone jongeren en hun context. Haar drie taken zijn advies en informatie, ondersteunen, bemiddeling en vorming. De doelgroep bestaat enerzijds uit consulterende diensten die het OTA kunnen

JWBP versie 25/05/2023 p.111

Page 112: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

inschakelen en anderzijds uit allochtone jongeren of gezinnen die bereikt worden via ondersteuning en bemiddeling in concrete dossiers.

Het ondersteuningsteam is dus niet te beschouwen als een categoriale voorziening, maar als een toegevoegde dienst, die binnen de bijzondere jeugdbijstand een inclusief beleid t.a.v. jongeren van allochtone afkomst mogelijk maakt.

In Oost-Vlaanderen maakt het OTA integraal deel uit van de Provinciale Dienst Minderheden. Er wordt nauw samengewerkt met de tolkendienst. Het OTA bestaat uit een Turkssprekende en een Arabischsprekende bemiddelaar.Het OTA wordt erkend en gesubsidieerd als een project, op basis van een verlengbare overeenkomst. Binnen de stuurgroep van het project is de jeugddienst vertegenwoordigd en er wordt gestreefd naar een versteviging van de structurele band tussen de twee diensten.

4.1.2.2. Gegevens over de behoeften van de sector

- Al jaren wordt door de sector het gebrek aan middelen aangeklaagd. Via allerlei acties dient men zelf de gaten in de begroting te vullen. Door de oprichting van het provinciaal platform wilde de sector o.m. krachtdadiger signalen uitzenden naar de subsidiërende overheid.

- De met de jaren steeds langer wordende wachtlijsten in alle werkvormen maakt dat zelfs in acute noodsituaties soms pas na maanden hulp kan worden geboden. De sector vraagt dan ook aan de Vlaamse overheid om deze wachtlijsten zo snel mogelijk weg te werken.

- Ook de hoge werkdruk speelt de werknemers in de voorzieningen BJB al jaren parten. Er worden mogelijkheden gevraagd om meer personeel aan te werven.

- In het huidige bestel zijn ook de mogelijkheden om met nieuwe methodieken te experimenteren onvoldoende uitgebouwd.

- De ongelijke spreiding van de voorzieningen, met nogal wat blinde vlekken, maakt dat verwijzers niet altijd weten naar waar te verwijzen, en dat de voorzieningen soms jongeren moeten opnemen die veraf wonen, wat de contacten met de context zeker niet bevordert.

- Van het Provinciaal Platform verwacht men mogelijkheden tot frontvorming om deze problemen bij de Vlaamse Overheid aan te klagen.

4.1.2.3. De visie en de algemene doelstellingen die de Deputatie vooropstelt

Het bestuur wil haar intermediaire rol blijven opnemen. Het wil de onderlinge uitwisseling tussen de voorzieningen (over de zuilen heen) blijven stimuleren binnen het provinciaal platform BJB. Ook wil het de sector ondersteunen bij de vele vernieuwingen die de laatste jaren op haar afkomen : het electronisch dossier, de integrale jeugdhulp, enzovoort.

Toch is het bestuur er zich tenvolle bewust van dat de regie van de jeugdhulpverlening en de structurele ondersteuning een Vlaamse aangelegenheid blijft. Het bestuur wil daarom de "louter" aanvullende subsidies in vraag stellen en ombuigen in een richting waar dat tot een echte meerwaarde in de sector kan leiden.

Ook staat het bestuur volledig achter het streven om het luik preventie, totnogtoe een beetje stiefmoederlijk behandeld, ernstig uit te bouwen, zodat extreme POS-situaties en escalaties meer kunnen voorkomen worden. Dit zal wellicht eerder een

JWBP versie 25/05/2023 p.112

Page 113: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

sector-overschrijdende aanpak vragen. In de Integrale Jeugdzorg is naast de Integrale Jeugdhulp ook een luik Preventie voorzien (zie 4.1.4).

4.1.2.4. De concrete acties die zullen worden ondernomen

4.1.2.4.1. Provinciaal Platform Bijzondere Jeugdbijstand

Het Provinciaal Platform Bijzondere Jeugdbijstand zal via de stuurgroep steeds om advies gevraagd worden bij het beoordelen van aan het bestuur gerichte subsidie-aanvragen. Daarnaast legt het provinciebestuur een grote verantwoordelijkheid over de inhoudelijke werking van het Platform bij de leden zelf. Wat zij aanbrengen wordt behandeld. Wordt er niets inhoudelijks aangebracht, dan dreigt het Platform alleen maar haar adviesfunctie op te nemen. De Stuurgroep komt minstens vier keer per jaar samen, de algemene vergadering minstens één keer.

Actiepunt. middelen resultaten

2003 Uitwisseling tussen voorzieningen, adviseren van het bestuur bij subsidie-aanvragen, vorming

geen Voldoende kennis van elkaars activiteiten, deskundige beoordeling van subsidie-aanvragen

2004 Uitwisseling tussen voorzieningen, adviseren van het bestuur bij subsidie-aanvragen, vorming

geen Voldoende kennis van elkaars activiteiten, deskundige beoordeling van subsidie-aanvragen

2005 Uitwisseling tussen voorzieningen, adviseren van het bestuur bij subsidie-aanvragen, vorming

geen Voldoende kennis van elkaars activiteiten, deskundige beoordeling van subsidie-aanvragen

2006 Uitwisseling tussen voorzieningen, adviseren van het bestuur bij subsidie-aanvragen, vorming

geen Voldoende kennis van elkaars activiteiten, deskundige beoordeling van subsidie-aanvragen

2007 Uitwisseling tussen voorzieningen, adviseren van het bestuur bij subsidie-aanvragen, vorming

geen Voldoende kennis van elkaars activiteiten, deskundige beoordeling van subsidie-aanvragen

4.1.2.4.2. Investeringssubsidies

De voorzieningen kampen met een tekort aan werkingsmiddelen. De structurele subsidies moeten worden verstrekt door de Vlaamse Gemeenschap. Maar blijkbaar komen die niet in voldoende vlotte en hoge mate door. De dag van vandaag subsidieert het provinciebestuur investeringen in de sector. Het wordt echter tijd dat deze subsidiemogelijkheid tegen het licht wordt gehouden op twee vlakken. Enerzijds moet worden bekeken in hoeverre de aanschaf van potten en pannen en ander keukenmateriaal onder de noemer "investeringen" valt. Anderzijds stelt zich de vraag of investeren in een sector waar het provinciebestuur niet regulerend kan optreden strookt met het kerntakendebat. De uitkomst van, het antwoord op deze beide (maar vooral de tweede) vragen, zal bepalend zijn voor het voortbestaan van het betreffend reglement. Deze vraag zal worden gesteld in 2004.

JWBP versie 25/05/2023 p.113

Page 114: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Actiepunt. middelen resultaten

2003 reglement uitvoeren 198 104 EUR x-aantal dossiers gesubsidieerd2004 reglement uitvoeren

investeringssubsidies in vraag stellen

198 000 EUR x-aantal dossiers gesubsidieerd

2005 198 000 EUR x-aantal dossiers gesubsidieerd2006 implementatie van het antwoord

op de bovengestelde vragen ?

2007

4.1.2.4.3. Subsidies voor vernieuwende en vormingsinitiatieven

Zoals hierboven reeds geschetst is de sector van de Bijzondere Jeugdbijstand een sector die beheert wordt door de Vlaamse Gemeenschap. Via het subsidiereglement voor vernieuwende en vormingsprojecten wil het provinciebestuur een meerwaarde brengen in de sector. Zonder reeds op voorhand conclusies te willen trekken, moet het bestuur deze inbreng durven evalueren en moet het onder ogen willen zien of nagestreefde meerwaarde ook wordt gerealiseerd. De uitkomst van deze zoektocht zal mede het beleid naar de sector toe bepalen.

Er is binnen de Bijzondere Jeugdbijstand een tendens naar meer participatie binnen de begeleiding. Het gaat hier over participatie van het client-systeem, dus zowel jongere als context. De grote opkomst op allerlei infomomenten rond participatief werken bewijst hoe actueel dit blijft. Binnen het bestuur wordt alvast rekening gehouden met een mogelijke continuering van een deel van de projectwerking van Roppov. Alles zal afhangen van de evaluatie van het vroegere projecten en de beoordeling van het nieuwe project.

Actiepunt. middelen resultaten

2003 uitvoering reglement en convenant met ROPPOVnieuwe vraag van ROPPOV onderzoeken

86 973 EUR (waarvan

24 789 EUR voor

ROPPOV)

x-aantal vernieuwende en vormingsprojecten ondersteund

2004 reglement uitvoerenuitvoering convenant met ROPPOV ?investeringssubsidies in vraag stellen

86 973 EUR x-aantal vernieuwende en vormingsprojecten ondersteund

2005 86 973 EUR x-aantal vernieuwende en vormingsprojecten ondersteund

2006 implementatie van het antwoord op de bovengestelde vragen

?

2007

4.1.2.4.4. OTA

Het ondersteuningsteam voor Allochtonen in de Bijzondere Jeugdbijstand is een onderdeel van de Dienst Minderheden. In 2004 zal worden gekeken hoe het onder de jeugdsector kan worden geschoven in functie van een betere integratie in de jeugdhulpverlening. De inpassing zal zowel inhoudelijk gebeuren als naar inplanting van de kantoren. Er zullen natuurlijk banden blijven bestaan met de Dienst Minderheden.Daarnaast wordt de oefening gemaakt op welke manier het OTA kan ingeschakeld worden in de Integrale Jeugdhulpverlening. Indien deze inschakeling er zou komen,

JWBP versie 25/05/2023 p.114

Page 115: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

zal er aan de dienstverlening van het OTA moeten worden gesleuteld (want er ontstaat dan een veel groter werkingsgebied) of er moet uitbreiding komen van de bestaffing van het OTA.

actiepunt middelen resultaten

20032004 - OTA-structuur inpassen in

jeugdsector- OTA binnen IJH ?

OTA is deel van jeugdsector

2005 implementatie van de resultaten van bovenstaande vraag

20062007

4.1.3. Gespecialiseerde diensten en projecten

4.1.3.1. Objectieve gegevens

4.1.3.1.1. Subsidie op naam

Op dit moment worden er een aantal organisaties op naam ondersteund. Het betreft de organisaties Kinderrechtswinkel (12 395 EUR) en Kinder- en Jongerentelefoon (3 718 EUR). Deze organisaties ontvangen deze subsidie omwillen van hun verdienste naar kinderen en jongeren.

4.1.3.1.2. Samenwerkingsverband Vlaanderen-Zuid-Nederland

Tussen de drie Zuid-Nederlandse provincies en Vlaanderen is een samenwerkingsverband gegroeid. Eén van de thema's waar wordt rond samengewerkt is "Bijzondere Jeugdzorg/Jeugdhulpverlening". Binnen dit thema zijn drie werkgroepen: inspectie, voorzieningen en preventie. De werkgroep preventie ontwikkelde bijvoorbeeld de preventie-databank. De jeugddienst probeert mee te werken aan de realisatie van andere initiatieven.

4.1.3.1.3. jeugdadviseurs

Eind jaren '90 is het provinciebestuur de methodiek van jeugdadviseurs actief gaan ondersteunen. Eerst werden subsidies gegeven aan de drie toen operationeel zijnde jongerenadviescentra (Aalst, Gent, Sint-Niklaas). Daarmee konden zij een halftijdse werkkracht in dienst nemen. Later werd een stuk promotioneel drukwerk gedaan rond opleidingen tot jeugdadviseur en tenslotte werd/wordt er afgerond met het terugbetalen van de opleidingskosten voor begeleiders.In 2002 is een "internationaal" project gestart, opgemaakt en voorbereid door de jeugddienst maar met als projectuitvoerder In Petto, de landelijke jeugddienst die de methodiek van jeugdadviseurs overschouwt en coördineert. Dat project krijgt middelen uit Europa, de provincies OVL, WVL en Zeeland en enkele Zeeuwse gemeenten.

JWBP versie 25/05/2023 p.115

Page 116: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.1.3.2 de concrete acties die zullen worden ondernomen

actiepunt . middelen resultaten

2003 Ondersteuning KindertelefoonOndersteuning KinderrechtswinkelOndersteuning interregproject

3 718 EUR 12 395 EUR

middelen Welzijn &

externe betrekkingen

ad nominatum subsidie

2004 Ondersteuning KindertelefoonOndersteuning Kinderrechtswinkel

3 718 EUR 12 395 EUR

ad nominatum subsidie

2005 ondersteuningen afhankelijk van evaluatie werking 2004

/ /

2006 ondersteuningen afhankelijk van evaluatie werking 2005

/ /

2007 ondersteuningen afhankelijk van evaluatie werking 2006

/ /

JWBP versie 25/05/2023 p.116

Page 117: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.2. Jeugd en cultuurIn eerste instantie droeg dit hoofdstuk de titel "jeugdcultuurbeleid". Maar wat verstaat men onder "jeugdcultuur" ? En is "jeugdcultuur" dan de juiste term als titel bij dit hoofdstuk ?Zonder al te diep in te gaan op de vele theorieën en filosofieën die er bestaan rond cultuur en jeugdcultuur, bleek aan de hand van een beperkte literatuurstudie toch al snel dat jeugdcultuur sterk werd gelinkt met tegencultuur, met subcultuur. Het feit dat "underground" een term is die wordt gelinkt aan jeugdcultuur verwijst naar het subversieve, ondergrondse en heimelijke karakter ervan. De term "avant-garde" wijst er dan weer op dat jeugdculturen in vele gevallen voorlopers zijn van wat later eerder tot de "mainstream" wordt gerekend.

Wat er ook van zij, de titel "jeugdcultuurbeleid" blijkt onder die omstandigheden een titel die niet strookt met wat hieronder verder te lezen zal zijn. De term "jeugdcultuur" is immers te eng, het omvat niet helemaal wat hier aan de orde is. Het provinciebestuur wil niet louter maar expressies van de "jeugdcultuur" zoals hierboven geschetst honoreren, ook de "gewone" cultuur, gebracht of gesmaakt door kinderen en jongeren, moet aan de orde van de dag zijn in het provinciaal beleid terzake.

Daarom is logischerwijze gekozen voor de titel "jeugd en cultuur"-beleid, waarin wordt aangegeven dat het bestuur wil streven naar een connectie tussen enerzijds kinderen en jongeren en anderzijds cultuur. Die cultuur kan zich dan vertalen in muziek, beeld, literatuur, enzovoort. Het moge duidelijk zijn dat jeugdcultuur (zoals daarnet werd geschetst) vanuit deze benadering ook zeker aan bod zal komen.

Uit het overzicht van wat er vandaag de dag gebeurt en van wat er allemaal gepland wordt, zal ook blijken dat het "jeugd en cultuur"-beleid grotendeels vanuit de dienst Cultuur wordt gedragen. Rond musea en bibliotheken is enkel de dienst Cultuur actief. Enkele projecten worden aangestuurd vanuit de jeugdsector. Andere initiatieven tenslotte worden dan weer door beide diensten opgenomen zoals het beleid naar popmuziek.

Tenslotte wordt er op gewezen dat er niet alleen belang wordt gehecht aan de producten die worden gecreëerd, maar dat ook aan het proces dat de jongeren doormaken in die hele cultuurbeleving veel aandacht wordt geschonken. De beleving van jongeren moet gepaard gaan met plezier, met emoties.

4.2.1. een situatieschets met objectieve gegevens;

4.2.1.1. Jeugd en cultuur in het kader van het kerntakendebat.

Naar aanleiding van de discussies rond het kerntakendebat tussen de verschillende overheidsniveaus wordt er ook gefocussed op jeugd en cultuur. In een schema dat dateert van 14 januari 2003 staat dat provincies "creatieve en receptieve initiatieven op het vlak van jeugdcultuur die door hun aard of hun omvang bovenlokaal zijn moeten ondersteunen".

Opvallend trouwens hoe telkens de – toch wel voor een deel geladen – term jeugdcultuur wordt gebruikt.

JWBP versie 25/05/2023 p.117

Page 118: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.2.1.2. Provinciale acties met betrekking tot muziek op de dag van vandaag

Vanuit de jeugddienst worden een aantal initiatieven genomen om jonge bands podiumkansen te bieden, zichzelf in de kijker te spelen en een basis te leggen voor eventuele latere successen.

Eerst en vooral is er het tweejaarlijkse Oost-Vlaams Rockconcours. Deze feitelijke organisatie wordt gevormd door een 11-tal jeugdhuizen, één muziekclub en een culturele organisatie. Het geheel wordt begeleid door de provinciale jeugddienst. In 2003 wordt de vierde editie georganiseerd. Honderden groepen stuurden de afgelopen jaren hun kandidatuur in, ongeveer 140 groepen mochten het podium op om zich met elkaar te meten, enkelen konden zich doorzetten in het muziekmilieu, onder meer door de finaleplaatsen die ze in het concours haalden en de daaraan verbonden CD's waarop ze hun kunnen konden tonen.

Wie de finale haalt van het Oost-Vlaams Rockconcours, kan samen met de finalisten van de andere provinciale popconcours in het "100% Puur-Pop uit de provincies"-project stappen. Met dit project willen de verschillende provinciebesturen de betrokken groepen extra kansen geven en tevens aangeven dat ze weldegelijk begaan zijn met het lot van de startende popgroepen. Ongeveer acht groepen per provincie krijgen gedurende twee jaar de kans om een heleboel nieuwe ervaringen op te doen op festivals (o.a. hoofdpodium van de Gentse Feesten), in muziekclubs (o.a. in N9 in Eeklo) en in diverse jeugdhuizen over heel Vlaanderen. Omdat de groepen nog niet bekend zijn en heel wat programmatoren dergelijke groepen niet boeken, betalen de verenigde provincies een onkostenvergoeding aan de groepen en stelt de organisator risicoloos zijn gegeerd podium ter beschikking.Tot op heden wordt dit project alternerend door de jeugddienst en door de dienst cultuur gefinancierd.

Om de resultaten van dit 100% Puur-project nog sterker te maken, is er een subsidiereglement voor programmatoren van beloftevolle jonge Oost-Vlaamse bands (in casu de finalisten van de laatste editie van het Oost-Vlaams Rockconcours). Zij krijgen een financiële tegemoetkoming van maximum 250 EUR. Op die manier worden betreffende groepen sneller geboekt, kunnen ze meer optredens afwerken en een snellere evolutie doormaken. Het subsidieartikel wordt beheerd door de dienst Cultuur.

In 2002 is voor de eerste maal de Provinciale Prijs Popmuziek uitgeschreven. Deze tweejaarlijkse prijs staat open voor alle mogelijke genres die onder popmuziek vallen zoals rock, pop, blues, jazz, folk, hiphop, dance, wereldmuziek of een crossover van diverse genres. Aan de prijs is een bedrag verbonden van 2 500 EUR. De eerste laureaat werd Tom Wolf.

Iedereen die in Oost-Vlaanderen is geboren of er ten minste 5 jaar woont, kan deelnemen. Voor groepen geldt de regel dat minstens de helft van de groepsleden aan deze voorwaarde moet voldoen.

MOVe! - Muziekdag Oost-Vlaanderen, is een initiatief dat in 2000 voor het eerst werd georganiseerd. MOVe! is een moment waarop de popmuzikant evenals de geïnteresseerde leek workshops en lezingen rond muziek aangeboden krijgt. De eerste MOVe! vond plaats in Gent (Vooruit), de tweede staat op 3 mei 2003 op het programma in Aalst (CC De Werf). MOVe! is een samenwerking tussen het provinciebestuur (jeugd en cultuur), Mandala Productions en lokale partners (i.c. CC De Werf in 2003).

JWBP versie 25/05/2023 p.118

Page 119: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Zowel Poppunt vzw als Mandala Productions vzw ontvangen een nominatieve subsidie ter waarde van 7 437 EUR. Deze bedragen worden gereserveerd op de begroting van de dienst Cultuur.

Poppunt vzw is het landelijke officiële aanspreekpunt voor de beginnende muzikant in Vlaanderen. Het geeft praktische info en advies over poppodia, repetitielokalen, opleidingen, workshops, enzomeer. Je kunt er ook terecht voor fiscaal, sociaal en juridisch advies. Jonge en beginnende muzikanten vinden er nestwarmte en begeleiding. Verder brengt Poppunt alle organisaties en overheden die met popmuziek te maken hebben, in kaart om een forum voor onderling overleg te creëren. Op die manier wordt de popsector transparanter en weet je meteen waar je met welke vraag moet aankloppen.

Mandala Productions vzw is een culturele organisatie die tot 2002 de landelijke muzikale showcase "Debuutrock" organiseerde. In den beginnen gebeurde dit in Assenede, de bakermat van de organisatie. De laatste jaren was de Gentse Vooruit de locatie voor Debuutrock. Aangezien er vanuit het Vlaamse muziekdecreet onvoldoende middelen werden bekomen om het evenement blijvend te organiseren, heeft Mandala besloten een punt te zetten achter de organisatie van Debuutrock. Toch blijven zij een subsidie op naam krijgen. Mandala Productions engageert zich nu immers mee in de organisatie van het Oost-Vlaams Rockconcours. Daarnaast zullen zij ook een zeer welgekomen helpende hand bieden bij de organisatie van MOVe! – Muziekdag Oost-Vlaanderen.

4.2.1.3. Kunstbende

In 1999 zijn de vijf Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) van Brussel gestart met een kunstwedstrijd voor jongeren tussen 13 en 19 jaar. Bedoeling is dat de jongeren in één of meerdere kunstdisciplines een act brengen. Jongeren worden dus gestimuleerd in het creeren, in het zelf experimenteren met kunstuitingen zoals dans, performance, muziek, tekst, video, fotografie, ontwerpen, nieuwe media.

Sinds 1999 zijn er nu bijna vier edities voorbij. De eerste drie edities werden integraal door de initiatiefnemers betaald. Villanella werd aangezocht als landelijk coördinator van het project. De provincies betaalden Villanella, zowel voor de landelijke coördinatie, de promotie en de organisatie van de finale. Daarnaast zorgde het provinciebestuur ook voor de organisatie en financiering van de provinciale voorrondes, voor Oost-Vlaanderen in Gent (Vooruit) en in Aalst (CC De Werf).

Sinds de editie 2003 is er wel één en ander veranderd. De provinciebesturen en de VGC hebben geoordeeld dat het project door hen is gelanceerd, dat het voldoende vaste vorm heeft gekregen en dat het andere financieringsbronnen diende op te zoeken. De realiteit is dat de provinciale voorrondes worden gefinancierd door de provinciebesturen en dat de landelijk coördinatie en de landelijke finale worden gesubsidieerd vanuit de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Jeugd. Voor de realisatie van het Oost-Vlaamse luik is de jeugddienst "Jeugd en Stad" aangezocht. Zij ontvangen 20 000 EUR, een bedrag dat wordt ingeschreven op de begroting van jeugd, en doen daarvoor in ruil de provinciale promotie, de opvolging van de inschrijvingen en de productie van de voorrondes. De voorrondeplaatsen zelf ontvangen 5 000 EUR voor de inspanningen die ze leveren en de effectieve kosten die ze maken.

JWBP versie 25/05/2023 p.119

Page 120: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.2.1.4. Projectsubsidies

Zowel binnen de sector jeugd als binnen de dienst Cultuur bestaat er een subsidiereglement voor projecten. Daarbinnen kunnen éénmalige, vernieuwende en/of startende projecten subsidies aanvragen en tot drie jaar na elkaar verkrijgen. De afspraak werd gemaakt binnen de provinciale administratie dat projecten vanuit het jeugdwerk en vanuit jongerengroepen rond cultuur door de jeugdsector zullen worden behandeld. Culturele organisaties die zich in een project expliciet naar kinderen en jongeren willen richten, zullen hun subsidieaanvraag bij de dienst Cultuur moeten voorleggen. In het verleden werden zo reeds het literair project "Schrijf je bloot" van Over the Moon, de Rockschool van OZMA en het fotografie-project van Habbekrats ondersteund vanuit de jeugdsector terwijl door de dienst Cultuur subsidies werden gegeven aan Feest in het Park (Oudenaarde), aan Larf ! (educatief Theater Jeugd & Vrede vzw) voor hun theaterproductie "Muzungu", aan vzw Ontroerend Goed voor hun "Feel Estate Festival", enzomeer.

4.2.1.5. Jongeren en musea

De dienst Cultuur is actief in de sector van de Oost-Vlaamse musea. Ook zelf heeft het bestuur enkele musea in beheer (o.a. het Provinciaal Centrum voor Kunst en Cultuur "Caermersklooster" in Gent en het Provinciaal Archeologisch Museum Velzeke-Ename). In het verleden heeft een project gelopen onder de titel "Dynamisch Museum zoekt Gemotiveerde Jeugdorganisatie". Het concept bestand er in om een project op gang te trekken tussen een museum en een jeugdwerkinitiatief. Dat project kon alles omvatten (een promocampagne voor het museum gemaakt door de jongeren, een tijdelijke tentoonstelling met materiaal uit de reserves samengesteld door jongeren, enzomeer).

Momenteel loop het initiatief "Spotters". Spotters is een jongerenmuseumproject dat zich situeert in de regio Gent. De spotters (lees: de deelnemende jongeren) zijn voortdurend op zoek naar links tussen de beelden die ze zien in de musea (elke maand bezoeken ze er één) en beelden uit hun eigen leefwereld. Hun ideeën, visie, indrukken laten ze achter op www.spotters.be.

4.2.1.6. Jongeren en bibliotheken

Het bibliotheekbezoek bij jongeren is zeer groot op vlak van het aantal ontleningen. In 2001 werden bijna 4 750 000 jeugdboeken ontleend waarvan 125 119 ontleners tot en met 14 jaar.

In het kader van de subsidies voor taal en letteren kreeg de Kinder- en Jeugdjury een bedrag van ongeveer 1 900 EUR toegewezen.

4.2.1.7. Jongeren en culturele centra

Het provinciebestuur subsidieert de Oost-Vlaamse culturele centra op basis van hun programmatie. Maar het is vrijwel uitsluitend de grootte van de dagprogrammatie naar kinderen en jongeren beneden de 18 jaar die bepaalt welk subsidiebedrag de culturele centra krijgen van het provinciebestuur.Daarnaast worden een aantal eigen provinciale projecten (Kunstbende, Oost-Vlaams Rockconcours, MOVe!, enzomeer) gerealiseerd samen met een aantal culturele centra. Dit heeft onder meer de bedoeling om drempels van culturele en kunstencentra te verlagen naar de jonge doelgroep.

JWBP versie 25/05/2023 p.120

Page 121: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.2.1.8. Inventaris van repetitielokalen, podia, festivals, e.d.

Op de website van Poppunt vzw staat een overzicht van de door hen gekende repetitielokalen in Oost-Vlaanderen. Er is een grote concentratie aanwezig in Gent: er zijn zeven lokalen bij Music Alley, een tiental lokalen zijn in opbouw in de Leopoldskazerne en Rock'o Co vzw heeft de opdracht om in Gent in totaal 25 repetitielokalen te (laten) realiseren. Verder worden nog een twaalftal locaties waar popgroepen terecht kunnen opgenomen en zijn er her en der jeugdhuizen en gemeentebesturen volop bezig met de realisatie van repetitielokalen. Ook de podia waar regelmatig popgroepen kunnen optreden staan geregistreerd bij Poppunt. De popfestivals in Oost-Vlaanderen zijn zeer talrijk maar staan nergens in globo geïnventariseerd.Ook het aanbod van workshops zowel vanuit het jeugdwerk, de culturele en de commerciële sector is zeer onvolledig gekend en daardoor soms ook te weinig gebruikt.

4.2.1.9. Het Vlaamse popbeleid

In 2001 lanceerde de Vlaamse Gemeenschap een campagne "Wij willen hits". Dit moest de start worden van een grootse promotiecampagne rond het Vlaamse popbeleid. De Vlaamse Gemeenschap heeft met het muziekdecreet een instrument ontwikkeld waarin verschillende facetten aan bod komen. Er zijn mogelijkheden voor muziekclubs (dat zijn organisaties die op een vaste locatie en onafhankelijk van het commerciële concertcircuit op een continue wijze concerten programmeren) – in Oost-Vlaanderen worden N9 (in Eeklo) en Democrazy (in Gent) als dusdanig erkend en gesubsidieerd – maar ook festivals, muziekeducatieve organisaties en zelfs popgroepen kunnen hun graantjes meepikken. Daarnaast zijn er subsidies mogelijk voor jeugdculturele infrastructuur. In Oost-Vlaanderen hebben onder meer de jeugdhuizen Eglantier en Kompas uit Sint-Niklaas, muziekclub N9 uit Eeklo en de Basilea (het boot-project van Democrazy, Jeugd en Stad en Lejo) uit Gent kunnen genieten van deze middelen.

4.2.1.10. De relatie tussen de provinciale jeugddienst en cultuurdienst

De jeugddienst ressorteert onder de dienst 61 – Welzijn. De cultuurdienst zit binnen de dienst 91 – Kunst en Cultuur. Dat betekent dat er niet enkel vanuit een andere dienst maar ook vanuit een andere directie wordt gewerkt. Jeugd en cultuur ressorteren wél onder dezelfde gedeputeerde.Dit is een situatie die gegroeid is doorheen de tijd. Momenteel loopt de samenwerking vlot tussen beide sectoren. Ondanks het feit dat er geen structureel overleg is tussen de betreffende diensten, wordt er via heel veel informeel contact voor gezorgd dat er een perfecte afstemming en samenwerking is gegroeid tussen beiden.

4.2.1.11. Het interculturele

Er zijn heel wat initiatieven die aandacht vestigen op het bestaan van de "andere" cultuur. Zo heeft het Wereldcentrum voor Internationale Opvoeding een ontleningssysteem waar scholen, jeugdwerk en andere actoren spelmateriaal, boeken, dia's, enzomeer kunnen ontlenen om deze andere culturen te leren kennen.

JWBP versie 25/05/2023 p.121

Page 122: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.2.2. gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden;

Om te peilen naar behoeften met betrekking tot jeugdcultuur, heeft het provinciebestuur via verschillende kanalen het werkveld bevraagd.

Om te beginnen is een werkgroep van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd (PAJ) samengesteld. Deze werkgroep bestond uit vertegenwoordigers van OVFJ, Poppunt, Wereldcentrum, cultuurdienst Sint-Niklaas, Addenda, jeugdhuis Alfa, Vlaams-Blok-jongeren, Ozma Rockschool, Crefi en de provinciale jeugddienst en spitte noden en behoeften boven en deed tegelijkertijd suggesties naar concrete acties. De werkgroep kwam samen op 1 en 29 april.

Daarnaast werd er een virtueel (gelanceerd op de provinciale website begin maart 2003) en een reëel forum (3 mei 2003 in Aalst) georganiseerd rond "popbeleid". Daarin werden ook suggesties uit het werkveld rond dat thema gelanceerd en opgetekend.

Samenvattend kunnen we stellen dat er overweldigend veel vragen komen rond repetitielokalen. Waar men ook zijn oor te luister legt en peilt naar noden en behoeften in het kader van jeugd en cultuur, wordt het tekort aan goede repetitielokalen aangegeven. Toch wordt er door sommigen bijgezegd dat dit eigenlijk een opdracht is voor de gemeentebesturen. Openbare repetitieruimtes worden immers meestal gebruikt door jonge groepjes uit de gemeente zelf.Tegelijkertijd wordt ook gepleit voor multifunctionele ruimtes waar naast muziek ook andere expressievormen aan bod kunnen komen.

Daarbij nauw aansluitend is het steeds kleiner wordende arsenaal aan fuiflocaties. Veel zalen sluiten hun deuren voor jongerenfuiven vanwege hinder in het verleden of tekortkomingen op het vlak van milieunormen (isolatie en dergelijke). Ook jeugdbewegingen geven dat aan als een probleem. Doordat het moeilijker of duurder wordt om fuiven te organiseren blijft er steeds minder over om de kas van de beweging te spijzen.

Ook hoorbaar is de roep naar overzichtelijkheid en transparantie van de jeugdcultuur-sector. Er bestaan een pak initiatieven en workshops maar het is in heel wat gevallen onbekend (en daardoor onbemind) terwijl terzelfdertijd jongeren net naar die initiatieven op zoek zijn maar ze niet vinden.

Een aantal muziekfestivals laat horen dat zij ook wel graag eens een steuntje van de provincie zouden krijgen, net zoals het klassieke gebeuren dat mag ondervinden.

Tevens zijn er organisaties die binnen Vlaanderen geen middelen krijgen omdat ze niet aan de criteria voldoen die worden gesteld aan muziekscholen. Dit zogenaamde "alternatieve" muziekonderwijs (zowel in het klassiekere als het populaire genre) hebben reeds concrete vragen tot ondersteuning gesteld aan het provinciebestuur.

De laatste jaren zijn de sociaal-artistieke projecten uit de boot gevallen. Deze projecten (zoals Vuile Mon en zijn Vieze Gasten) komen op Vlaams niveau niet meer aan de bak voor structurele middelen en halen amper nog een cent binnen via projectmatige ondersteuning. Maar naar verluid zou daar in het nieuwe kunstendecreet verandering in komen.

De suggestie werd ook gedaan dat, naast de cultuur "van bij ons" de aandacht ook mag worden gevestigd op de cultuur van "ginder" – van de moederlanden van de

JWBP versie 25/05/2023 p.122

Page 123: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

grote groepen medeburgers van allochtone origine, de landen in Afrika en Zuid-Amerika, enzomeer.

4.2.3. de visie en de algemene doelstellingen die de deputatie vooropstelt;

doelstelling :

Het provinciebestuur wil cultuur toegankelijker maken voor kinderen/jongeren. Dit zal gebeuren door werk te maken van een verhoogde cultuurinitiatie (cfr. promoten en aanbieden van workshops) en cultuurparticipatie (door het zelf te doen, cfr. 'de Kunstbende', of door te bezoeken cfr. 'jongeren en musea') en door een evenwicht in cultuurspreiding (aandacht voor beleid in kleine gemeenten). Dit zal gebeuren vanuit een actuele visie op jeugdcultuur, met andere woorden met respect voor alle uitingen van die jeugdcultuur, de één al wat meer "mainstream" of conventioneel dan de ander.

4.2.4. de concrete acties die zullen worden ondernomen.

In het kader van de maatregelen rond jeugdcultuur, valt het op dat er heel wat initiatieven zijn die betrekking hebben op "muziek". Er is dan ook, niet ten onrechte, voor geopteerd om een duidelijk onderdeel te wijden aan het te voeren popbeleid.

4.2.4.1. Kansen voor jonge bands

4.2.4.1.1. Oost-Vlaams Rockconcours (OVRC)

Het Oost-Vlaams Rockconcours is dé talentenjacht bij uitstek van de provincie. De bedoeling is om Oost-Vlaamse groepen in een wedstrijdformule met elkaar in competitie te laten gaan en zich met elkaar te laten meten. In 2003 wordt het OVRC georganiseerd door het provinciebestuur, 11 jeugdhuizen (Lodejo uit Lochristi, Terlinden uit Aalst, ’t Kompas uit St-Niklaas, Juvenes uit Zele, Tentakel uit Evergem, 't Stadt uit Oudenaarde, Leeuwerik uit Lede, Brieljant uit Deinze, T-Klub uit Lokeren, Vroem uit Geraardsbergen en Kadans uit Aalter), 1 muziekclub (N9 uit Eeklo) en een culturele organisatie (Mandala Productions uit Gent). Er zal worden onderzocht of het niet beter is om het OVRC na de editie van 2003 uit te besteden aan een externe partner. Er zal dan ook bekeken worden welke actor daar het best voor geplaatst is. Aangezien het OVRC tweejaarlijks wordt georganiseerd, zou de eerste extern gerealiseerde editie plaatvinden in 2005, de volgende in 2007. Wel zal het provinciebestuur zeer nauw betrokken blijven bij de organisatie van het OVRC. Op die manier wordt gegarandeerd dat de geest van het huidige OVRC niet verloren gaat en dat de link met de popconcours van de andere provinciebesturen en de afstemming op elkaar behouden blijft.

actiepunt . middelen resultaten

2003 4e editie OVRC 10 000 EUR 120 inschrijvingen20042005 5e editie OVRC (uitbesteed) 15 000 EUR 120 inschrijvingen20062007 6e editie van het OVRC (uitbesteed) 15 000 EUR 120 inschrijvingen

JWBP versie 25/05/2023 p.123

Page 124: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.2.4.1.2. 100% Puur – Pop uit de Provincies

Met het project "100% Puur – Pop uit de Provincies" wil het provinciebestuur de laureaten van het Oost-Vlaams Rockconcours de mogelijkheid bieden om verder te evolueren. Betreffende bands kunnen meer optredens doen, spelen op grotere festivals, worden eventueel zelfs op verzamel-CD's geplaatst of worden meegenomen naar buitenlandse beurzen. Poppunt neemt elk jaar de coördinatie van dit project op zich. De kostprijs van deze campagne bedraagt per provincie 3 718 EUR. Daarmee wordt promotie gevoerd voor de concerten die kaderen binnen het "100% Puur"- verhaal en worden de deelnemende groepen vergoed en zijn ook een deel werkingskosten voor Poppunt gevat.Opdat het project nog sterker zou kunnen worden is het aangewezen dat er vanaf 2004 een bedrag van 5 000 EUR op de begroting wordt voorzienvoor dit project.Aangezien dit project kadert binnen een vervolgtraject – eens de groepen via jeugdwerkkanalen (m.n. de jeugdhuizen) zijn bovengehaald zit de rol van de jeugddienst er zo goed als op – worden die budgetten vastgelegd op de begroting van de dienst Cultuur. De jeugdsector blijft natuurlijk wel inhoudelijk betrokken.

actiepunt . middelen resultaten

2003 100% Puur – Pop uit de Provincies 3 718 EUR 8 Oost-Vlaamse popgroepen worden via optredens in jeugdhuizen, clubs en op festivals extra ondersteund

2004 100% Puur – Pop uit de Provincies 5 000 EUR (cultuur)

8 Oost-Vlaamse popgroepen worden via optredens in jeugdhuizen, clubs en op festivals extra ondersteund

2005 100% Puur – Pop uit de Provincies 5 000 EUR (cultuur)

8 Oost-Vlaamse popgroepen worden via optredens in jeugdhuizen, clubs en op festivals extra ondersteund

2006 100% Puur – Pop uit de Provincies 5 000 EUR (cultuur)

8 Oost-Vlaamse popgroepen worden via optredens in jeugdhuizen, clubs en op festivals extra ondersteund

2007 100% Puur – Pop uit de Provincies 5 000 EUR (cultuur)

8 Oost-Vlaamse popgroepen worden via optredens in jeugdhuizen, clubs en op festivals extra ondersteund

4.2.4.1.3. subsidie voor programmatoren

Opdat de finalisten uit het Oost-Vlaams Rockconcours nog meer podiumervaring zouden opdoen, kunnen programmatoren de helft van de uitkoopsom van die groepen als subsidie vanuit de propvincie recupereren (maximum van 250 EUR). De budgetten (jaarlijks 6 197 EUR) daarvoor staan op de rekening van de dienst Cultuur. Er zal worden gekeken in de loop der jaren in hoeverre de grootte van het subsidiebedrag én het totale subsidiebudget toereikend blijven.

actiepunt . middelen resultaten

2003 uitvoering reglement 6 197 EUR finalisten OVRC krijgen meer optredens te pakken binnen en buiten Oost-Vlaanderen.

2004 uitvoering reglement 6 197 EUR finalisten OVRC krijgen meer optredens te pakken binnen en buiten Oost-Vlaanderen.

2005 uitvoering reglement 6 197 EUR finalisten OVRC krijgen meer optredens te pakken binnen en buiten Oost-Vlaanderen.

2006 uitvoering reglement 6 197 EUR finalisten OVRC krijgen meer optredens te pakken binnen en buiten Oost-Vlaanderen.

2007 uitvoering reglement 6 197 EUR finalisten OVRC krijgen meer optredens te pakken binnen en buiten Oost-Vlaanderen.

JWBP versie 25/05/2023 p.124

Page 125: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.2.4.1.4. provinciale prijs popmuziek

Sinds 2002 heeft het provinciebestuur een tweejaarlijkse prijs voor popmuziek. Met deze prijs wordt jong (en minder jong) gestimuleerd om populaire composities te maken en in te sturen. Voor de winnaar is een geldprijs van 2 500 EUR weggelegd.Zowel het budget als de promotie worden geregeld door de dienst Cultuur.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 uitschrijven prijs 2 500 EUR toekennen prijs20052006 uitschrijven prijs 2 500 EUR toekennen prijs2007

4.2.4.2. Subsidies voor muziekorganisaties

4.2.4.2.1. subsidie Poppunt vzw

Poppunt - het officiële aanspreekpunt voor de beginnende muzikant in Vlaanderen – is haar leven gestart in Sint-Niklaas. Dat is ook de reden waarom Oost-Vlaanderen (als enige provincie trouwens) Poppunt structureel heeft ondersteund en dat nog steeds doet met een subsidie op naam, aangerekend op de begroting van de dienst Cultuur, ter waarde van 7 437 EUR. Het feit dat Poppunt een landelijke werking heeft en daarvoor door de Vlaamse Gemeenschap structureel wordt ondersteund, zal leiden tot het specifieker omschrijven van de taak van Poppunt in Oost-Vlaanderen. Met Poppunt zal ook op verschillende vlakken projectmatig verder samengewerkt worden (o.a. 100% Puur – Pop uit de Provincies).

actiepunt . middelen resultaten

2003 structurele subsidie op naam 7 437 EUR (van cultuur)

Poppunt continueert zijn landelijke werking

2004 subsidie op naam 7 437 EUR (van cultuur)

nieuwe opdracht wordt uitgevoerd door Poppunt in Oost-Vlaanderen

2005 subsidie op naam 7 437 EUR (van cultuur)

nieuwe opdracht wordt uitgevoerd door Poppunt in Oost-Vlaanderen

2006 subsidie op naam 7 437 EUR (van cultuur)

nieuwe opdracht wordt uitgevoerd door Poppunt in Oost-Vlaanderen

2007 subsidie op naam 7 437 EUR (van cultuur)

nieuwe opdracht wordt uitgevoerd door Poppunt in Oost-Vlaanderen

4.2.4.2.2. subsidie Mandala Productions vzw

Mandala Productions organiseerde tot en met 2002 Debuutrock, in den beginne in Assenede, later in Gent. Daarvoor kreeg de organisatie een subsidie op naam van 7 437 EUR, eveneens aangerekend op de begroting van de dienst Cultuur.Omdat er in 2003 geen middelen meer komen vanuit Vlaanderen voor Debuutrock, heeft Mandala Productions, in samenspraak met het provinciebestuur, haar activiteiten geheroriënteerd. Dit houdt concreet in dat Mandala haar volle medewerking verleent bij de organisatie van het Oost-Vlaams Rockconcours en MOVe! – Muziekdag oost-Vlaanderen en in ruil daarvoor haar nominatieve subsidies behoudt.

JWBP versie 25/05/2023 p.125

Page 126: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

2003 subsidie op naam voor Mandala Prod.

7 437 EUR (van cultuur)

medewerking van Mandala Prod. bij Oost-Vlaams Rockconcours en MOVe!

2004 subsidie op naam voor Mandala Prod.

7 437 EUR (van cultuur)

medewerking van Mandala Prod. bij Oost-Vlaams Rockconcours en MOVe!

2005 subsidie op naam voor Mandala Prod.

7 437 EUR (van cultuur)

medewerking van Mandala Prod. bij Oost-Vlaams Rockconcours en MOVe!

2006 subsidie op naam voor Mandala Prod.

7 437 EUR (van cultuur)

medewerking van Mandala Prod. bij Oost-Vlaams Rockconcours en MOVe!

2007 subsidie op naam voor Mandala Prod.

7 437 EUR (van cultuur)

medewerking van Mandala Prod. bij Oost-Vlaams Rockconcours en MOVe!

4.2.4.2.3. toegang tot Vlaamse subsidies

Op niveau van de Vlaamse Gemeenschap zijn er heel wat financiële middelen ter beschikking voor individuele jongeren en organisaties. Enkelen daarvan hebben betrekking op initiatieven rond popmuziek. Het muziekdecreet van 31 maart 1998 impliceert een aantal subsidiekanalen. Onder meer muziekproducties, concertorganisaties, muziekclubs en festivals kunnen via dit decreet worden gesubsidieerd. Maar er is ook het decreet op het Vlaams Jeugdbeleid van 29 maart 2002. Daarin wordt aangegeven dat er subsidies worden gereserveerd voor jeugdculturele projecten. Het is de bedoeling om jongeren en organisaties waarin zij betrokken zijn zoveel en zo goed mogelijk te informeren over het bestaan van deze subsidiekanalen. De opmaak van een informatiebrochure wordt in het vooruitzicht gesteld. Naast de Vlaamse subsidies zullen daar ook de Oost-Vlaamse en waar mogelijk de gemeentelijke subsidiekanalen in worden toegelicht. De gedrukte brochure krijgt zeker ook een virtuele collega op de provinciale website.Voor de samenstelling van deze brochure zal zeker en vast worden samengewerkt met de administratie van de Vlaamse Gemeenschap en met Poppunt.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 inventarisatie van alle

subsidiekanalen2 000 EUR publicatie (gedrukt en virtueel) promoten

en verspreiden200520062007

4.2.4.2.4. onderzoek naar ondersteuning muziekfestivals

Vlaanderen is wellicht (zelfs op wereldvlak) de regio waar in de zomerperiode het meest festivals plaatsvinden. Dat gaat van zeer lokale festivals tot regionale en (inter)nationale evenementen waar meerdere tienduizenden bezoekers op afkomen. Op dit moment wordt er door de provincie geen erkenning gegeven aan deze culturele manifestaties. Feit is wel dat door de "Provinciale Adviescommissie Muziek" in haar vergadering van 6 februari 2003 opdracht werd gegeven om eens na te gaan welke festivals er in openlucht plaatsvinden in Oost-Vlaanderen, wat hun noden zijn en hoe het provinciebestuur daar eventueel aan zou kunnen verhelpen.

JWBP versie 25/05/2023 p.126

Page 127: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Een logische chronologie in de opdrachten voor de volgende jaren in deze materie is de volgende: inventarisatie van festivals, via een enquête peilen naar hun noden, bepalen hoe het provinciebestuur daaraan kan/wil verhelpen, criteria afbakenen voor het subsidiereglement – zo het al nodig zou blijken dat er een reglement komt natuurlijk – en tenslotte uitvoeren van het reglement.Er wordt ondertussen ook uitgedokterd welke lijn er in de Vlaamse subsidiëring voor festivals te trekken is. Er moet vermeden worden dat een Oost-Vlaamse subsidiëring de Vlaamse regelgeving doorkruist.Sindskort is er een Federatie voor Muziekfestivals in Vlaanderen opgericht. Bij de stichtende leden onder meer de Lokerse en de Gentse Feesten en Feest in het Park (Oudenaarde). De Federatie wil in eerste instantie een belangenvereniging zijn voor alle muziekfestivals in Vlaanderen, een plaats waar de leden info kunnen uitwisselen en ook een orgaan datr activiteiten kan opzetten. Zo zal 2007 – met de steun van de Vlaamse Gemeenschap – uitgeroepen worden tot het "jaar van de muziekfestivals".

actiepunt . middelen resultaten

2003 geen 2004 - inventarisatie muziekfestivals en

hun noden- opmaak reglement rond muziekfestivals (voor zover dit nodig zou blijken

geen enquête afnemen en verwerken goedgekeurd reglement

2005 uitvoering reglement budget op Cultuur

eerste subsidiëring van (pop)muziekfestivals

2006 uitvoering reglement budget op Cultuur

subsidiëring van (pop)muziekfestivals

2007 uitvoering reglement budget op Cultuur

subsidiëring van (pop)muziekfestivals

4.2.4.2.5. onderzoek naar ondersteuning "alternatief" muziekonderwijs

In Oost-Vlaanderen zijn, naast het reguliere circuit zoals lokale en regionale muziekscholen en conservatoria, ook heel wat actoren bezig met muziekonderwijs. Sommigen zijn ook actief binnen het popmuziekgenre. Het juiste aantal, waar ze zich situeren, welke regio ze bestrijken en waarom ze zich niet binnen de Vlaamse criteria settelen: het zijn allemaal gegevens die onbekend zijn voor de provinciale overheid. Daarom wordt er eerst een inventaris opgemaakt van alle initiatieven die muziekonderwijs verschaffen maar niet door de Vlaamse Gemeenschap erkend zijn. Daarna dient te worden gekeken of en hoe het provinciebestuur eventueel deze organisaties kan ondersteunen.Deze materie zal integraal door de dienst Cultuur worden opgenomen.Er dient zeker nagegaan te worden in welke mate Oost-Vlaamse organisatie kunnen passen in het luik "muziekeducatieve organisaties" van het muziekdecreet van de Vlaamse Gemeenschap.In deze zoektocht zal een onderzoek rond de materie, uitgevoerd door de VUB, zeer van pas komen.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 - inventaris opmaken

- onderzoeken welke rol weggelegd is voor het provinciebestuur

- inventaris- (eventueel) subsidiereglement

2005 uitvoering reglement middelen van Cultuur2006 uitvoering reglement middelen van Cultuur2007 uitvoering reglement middelen van Cultuur

JWBP versie 25/05/2023 p.127

Page 128: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.2.4.3. Provinciale promotie voor popmuziek

4.2.4.3.1. MOVe!

"MOVe! - Muziekdag Oost-Vlaanderen" wordt een jaarlijks gebeuren waarmee het provinciebestuur enerzijds wil aangeven dat ze heel wat interesse heeft voor wat er op gebied van popmuziek gebeurt. Anderzijds is het een manier om in contact te treden met het werkveld om te zien waar de noden en behoeften liggen en hoe die door het bestuur eventueel kunnen worden ingevuld.In 2000 werd MOVe! voor de eerste maal georganiseerd onder impuls van Mandala Productions, de toenmalige organisator van Debuutrock. In 2003 wordt MOVe! voor een 2e maal georganiseerd. De intentie is er om er een jaarlijks evenement van te maken. Elk jaar wil het provinciebestuur haar beleid toetsen aan het werkveld en de temperatuur opmeten. Elk jaar wil ze dat doen vanuit een andere locatie om op die manier de hele provincie (en dus zoveel mogelijk lokale overheden en andere actoren) mee op de kar te krijgen.In 2003 start de trein in Aalst, in Cultuurcentrum De Werf. Vanaf 2004 zal de kans geboden worden aan andere lokale actoren (bij voorkeur culturele centra) om mee te doen met de MOVe!-beweging. Er zal telkens één centrale MOVe! worden georganiseerd in nauwe samenwerking tussen een lokale partner, Mandala Productions en het provinciebestuur (jeugd en cultuur). Aan deze centrale MOVe! zal het jaarlijks forum worden vastgekoppeld. Daarnaast kunnen lokale partners in dezelfde periode maar op eigen initiatief (weliswaar onder supervisie van provincie en Mandala Productions) een regionale muziekdag organiseren. Financieel wordt een editie van MOVe! gedragen door de jeugddienst, door de dienst cultuur en door de lokale actor.

actiepunt . middelen resultaten

2003 organisatie MOVe! in Aalst 2 500 EUR van jeugd en 2 500 EUR van cultuur

2004 organisatie MOVe! in Gent en coördinatie andere MOVe!'s

2 500 EUR van jeugd en 2 500 EUR van cultuur

2005 organisatie centrale MOVe! en coördinatie andere MOVe!'seerste grondige evaluatie van het concept

2 500 EUR van jeugd en 2 500 EUR van cultuur

2006 organisatie centrale MOVe! en coördinatie andere MOVe!'s

2 500 EUR van jeugd en 2 500 EUR van cultuur

2007 organisatie centrale MOVe! en coördinatie andere MOVe!'s

2 500 EUR van jeugd en 2 500 EUR van cultuur

4.2.4.4. Ruimte voor popmuziek

4.2.4.4.1. repetitieruimtes

Er zijn veel jonge groepjes die repeteren in de garage of op zolder, in de slaapkamer van één van de bandleden of in het tuinhuis. Geen van die ruimtes is echter voldoende geïsoleerd om te dienen als repetitielokaal. Daardoor wordt overlast gecreëerd in de buurt en voelen sommige groepen zich verplicht om het aantal repetities terug te dringen of er zelfs helemaal mee te stoppen. Er is dus een grote nood aan repetitieruimtes. Zo klinkt het althans. Nooit werd er in het verleden een heel specifieke inventaris opgemaakt van het aantal aanwezige repetitielokalen die goed geïsoleerd zijn, die tegen betaling van een huurprijs toegankelijk zijn voor groepen uit de streek, enzomeer. Er moet en zal

JWBP versie 25/05/2023 p.128

Page 129: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

met andere woorden eerst en vooral een onderzoek gebeuren bij gemeentebesturen en bij gekende openbare repetitieruimtes om de toestand op het werkveld in te schatten. Dit zal gebeuren in het voorjaar van 2004.Het najaar van 2004 moet dan worden aangewend om, op basis van de resultaten van de enquête van het voorjaar, gepaste initiatieven uit te werken om een provinciaal antwoord te geven op de problemen die zich stellen.De middelen die beschikbaar zijn voor "infrastructuur" (momenteel voor bivakhuizen; een bedrag van 30 000 EUR is voorzien voor 2004) zullen in 2005 worden geheroriënteerd.Tegelijk moeten de gemeenten gesensibiliseerd worden rond de thematiek (ook zij hebben in deze een grote verantwoordelijkheid) alsook de provinciale dienst cultuur. Er kan immers gestreefd worden naar locaties die niet enkel bruikbaar zijn voor popmuziek maar ook voor dans, theater, enz.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 onderzoek/inventaris naar de

aanwezige noden (voorjaar) en initiatieven uitwerken om problemen te verhelpen (najaar)

reglement of initiatief

2005 inwerkingtreding van de uitgewerkte initiatieven

30 000 EUR meer repetitieruimtes in Oost-Vlaanderen en minder groepen die zoeken naar degelijk onderdak

2006 inwerkingtreding van de uitgewerkte initiatieven

30 000 EUR meer repetitieruimtes in Oost-Vlaanderen en minder groepen die zoeken naar degelijk onderdak

2007 inwerkingtreding van de uitgewerkte initiatieven

30 000 EUR meer repetitieruimtes in Oost-Vlaanderen en minder groepen die zoeken naar degelijk onderdak

4.2.4.5. kansen tot kunstexpressie

4.2.4.5.1. Kunstbende

Het provinciebestuur wil de jongeren aanzetten om zelf cultuur te maken, om creatief aan de slag te gaan. Daarom zal de volgende jaren de Kunstbende verder ondersteund worden. Er zal ook in de toekomst geopteerd worden om te werken met een externe jeugdwerkorganisatie om de Kunstbende op provinciaal vlak te organiseren. Het bestuur kan immers niet genoeg personeel inzetten om deze taak zelf op te nemen. In 2002-2003 heeft Jeugd en Stad deze taak goed uitgevoerd en alvast voor de editie 2003-2004 wordt de samenwerking gecontinueerd.Daarnaast zal vanaf editie 2003-2004 een derde voorrondeplaats zijn intrede doen. Naast Gent en Aalst zal ook Sint-Niklaas worden aangedaan. Het Waasland, zo blijkt uit de cijfers, scoort bitter laag wat betreft deelnemers. Door een locatie in het centrum van het Waasland te kiezen, zou hier wel eens drastisch verandering in kunnen komen. Cultuurcentrum Sint-Niklaas wordt de partner maar ook het Waas Overleg voor Jeugddiensten en Jeugdraden en het Waas Jeugdhuizenoverleg zullen worden betrokken.Omdat er door de extra voorronde een zwaardere job ontstaat voor Jeugd en Stad, zal de organisatie een grotere subsidie ontvangen. Het subsidiebedrag wordt voor hen opgetrokken van 20 000 EUR naar 25 000 EUR.De voorrondes ontvangen 5 000 EUR voor de organisatie van een voorronde (tussenkomst in kostprijs voor de zaal, inzet personeel, catering, betaling jury en presentatie, …).

JWBP versie 25/05/2023 p.129

Page 130: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Alle kosten worden verrekend op artikel 76102-64003 – uitvoering van het jeugdwerkbeleidsplan.

actiepunt . middelen resultaten

2003 uitvoeren editie 2003 (voorjaar) en opstarten editie 2004 (najaar)

25 000 EUR voor Jeugd en Stad5 000 EUR voor KC Vooruit5 000 Eur voor CC De Werf5 000 EUR voor CC Sint-Niklaas

3 voorrondes in Gent, Aalst en Sint-Niklaas

2004 uitvoeren editie 2004 (voorjaar) en opstarten editie 2005 (najaar)

idem 3 voorrondes in Gent, Aalst en Sint-Niklaas

2005 uitvoeren editie 2005 (voorjaar) en opstarten editie 2006 (najaar)

idem 3 voorrondes in Gent, Aalst en Sint-Niklaas

2006 uitvoeren editie 2006 (voorjaar) en opstarten editie 2007 (najaar)

idem 3 voorrondes in Gent, Aalst en Sint-Niklaas

2007 uitvoeren editie 2007 (voorjaar) en opstarten editie 2008 (najaar)

idem 3 voorrondes in Gent, Aalst en Sint-Niklaas

4.2.4.6. subsidies voor organisaties of projecten

4.2.4.6.1. projectsubsidies jeugd

Wanneer jeugdwerkorganisaties een project opzetten naar kinderen en/of jongeren en dat project heeft iets met (jeugd)cultuur te maken, kan het worden ingediend op het reglement "jeugdprojecten". Uiterlijk 15 maart en 15 september moeten de dossiers binnen zijn. De projecten mogen niet gestart zijn vooraleer een beslissing is gevallen rond een provinciale subsidie. Tevens moeten de projecten een vernieuwing in zich dragen en van minstens regionale aard zijn. Het dagelijks bestuur van de provinciale jeugdraad spreekt eerst een advies uit over de ingediende projecten waarna de Bestendige Deputatie een definitieve beslissing neemt. Voor alle duidelijkheid moet worden aangestipt dat niet enkel jeugdculturele initiatieven op dit projectreglement kunnen worden ingediend. Het beschikbare subsidiebedrag zal dus zeker niet alleen aan dergelijke projecten worden besteed.

actiepunt . middelen resultaten

2003 de twee bestaande projectreglementen worden herenigd tot één reglement

75 000 EUR één projectenreglement binnen de jeugdsector

2004 reglement uitvoeren 75 000 EUR2005 reglement uitvoeren 75 000 EUR2006 reglement uitvoeren 75 000 EUR2007 reglement uitvoeren 75 000 EUR

4.2.4.6.2. projectsubsidies cultuur

Ook binnen de dienst Cultuur bestaat een projectenreglement met een daaraan verbonden budget van 111 762 EUR. Wanneer culturele organisaties een activiteit organiseren, is dit reglement een eventuele bron van subsidies. De projectaanvragen moet wel vier maanden vóór de realisatie van de projecten worden ingediend en er moet sprake zijn van een bovenlokaal belang.

JWBP versie 25/05/2023 p.130

Page 131: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

actiepunt . middelen resultaten

2003 uitvoeren projectenreglement 111 762 EUR eventueel subsidiëren van jeugdculturele initiatieven

2004 uitvoeren projectenreglement 111 762 EUR eventueel subsidiëren van jeugdculturele initiatieven

2005 uitvoeren projectenreglement 111 762 EUR eventueel subsidiëren van jeugdculturele initiatieven

2006 uitvoeren projectenreglement 111 762 EUR eventueel subsidiëren van jeugdculturele initiatieven

2007 uitvoeren projectenreglement 111 762 EUR eventueel subsidiëren van jeugdculturele initiatieven

4.2.4.6.3. projectsubsidies voor individuele jongeren

De twee bovenstaande projectsubsidiesystemen zijn enkel toegankelijk voor vzw's. Het bestuur zal onderzoeken in hoeverre het opportuun is om ook projecten, ingediend door individuele jongeren, te honoreren. Indien daarop een bevestigend antwoord komt, wordt er gekeken welke daarvoor de aangewezen manier is.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 onderzoeken opportuniteit kan eventueel resulteren in een reglement2005 uitvoering van reglement jongeren kunnen hun project realiseren2006 uitvoering van reglement jongeren kunnen hun project realiseren2007 uitvoering van reglement jongeren kunnen hun project realiseren

4.2.4.7. aanbod jeugdcultuur-initiatieven promoten

4.2.4.7.1. Kunstbokaal

Opdat er lokaal goede initiaties en workshops zouden worden gegeven, start het provinciebestuur in het najaar van 2003 met de Kunstbokaal. De Kunstbokaal is een verzameling gedegen workshops waarin lokale actoren kunnen grabbelen. Aan sterk gereduceerde prijzen – het bestuur past het saldo bij naar de lesgever – kunnen gemeentelijke jeugddiensten, jeugdhuizen en andere plaatselijke jeugdwerkingen een activiteit organiseren voor hun jongeren.De workshops die in het aanbod zitten kunnen allemaal gelinkt worden aan één van de categorieën uit de Kunstbende-wedstrijd (muziek, performance, taal, foto, video, nieuwe media, dans, ontwerpen).Omdat er in kleinere gemeenten meer nood is aan dergelijke stimulansen, kunnen zij twee workshops inhuren per jaar aan verminderde prijzen. De moeilijkere categoriën zoals taal en performance krijgen een grotere korting dan bijvoorbeeld een muzikale workshop.De Kunstbokaal is een project dat enkel loopt in het najaar (1 september tot 31 december). Op die manier worden alle initiatieven gecentraliseerd in de periode dat de Kunstbende jongeren "ronselt" voor haar wedstrijd.

actiepunt . middelen resultaten

2003 opmaak van de lijst met workshops 10 000 EUR Kunstbokaal 12004 evalueren en eventueel bijsturen en uitbreiden van de lijst 10 000 EUR Kunstbokaal 22005 evalueren en eventueel bijsturen en uitbreiden van de lijst 10 000 EUR Kunstbokaal 32006 evalueren en eventueel bijsturen en uitbreiden van de lijst 10 000 EUR Kunstbokaal 42007 evalueren en eventueel bijsturen en uitbreiden van de lijst 10 000 EUR Kunstbokaal 5

JWBP versie 25/05/2023 p.131

Page 132: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.2.4.7.2. inventaris jeugdcultuuraanbod

In de provincie zijn heel veel mensen en initiatieven actief in de jeugdculturele sector. Veel van die initiatieven blijven echter een illustere onbekende. Het grote publiek vindt deze initiaties niet en omgekeerd. Daarom wil het bestuur dat er een intensieve speurtocht gebeurt naar alle jeugdculturele initiatieven in de provincie. Tevens wil zij dat daarond een website wordt aangemaakt waar potentiële gebruikers hun gading kunnen vinden.Er zal contact worden opgenomen met het Vlaams Centrum voor Amateurkunsten en met Poppunt, die op landelijk vlak aan de slag zijn met een dergelijk project. Voor de jaren 2004 en 2005 wil het provinciebestuur mee investeren in dit project. Nadien moet het worden opgenomen in het landelijk concept.

actiepunt . middelen resultaten

2003 onderzoeken wat er op dit moment gebeurt2004 inventariseren en publiceren een wekelijks groeiende website 2005 inventariseren en publiceren een website die worden gefinaliseerd20062007

4.2.4.8. ruimte voor jeugdcultuur

4.2.4.8.1. ruimte om te fuiven

Naar analogie met "ruimte voor popmuziek" en het item rond repetitieruimtes, wordt opgemerkt dat jongeren minder en minder terechtkunnen in de traditionele dorps- en parochielokalen voor de organisatie van hun fuiven. Dat heeft veel te maken met ongemakken en overlast voor de eigenaar en de buurt, maar in een aantal gevallen komt het ook doordat de zalen niet zijn uitgerust volgens de gangbare wettelijke normen. Het bestuur wil zorgen dat de eigenaars die zich willen in orde stellen met de wetten en decreten dienaangaande, een overzicht kunnen krijgen van werken (en de daarmee gepaard gaande kosten) die dergelijke aanpassing met zich meebrengt.Eerst moet er echter een nauwkeurige inventarisatie worden gemaakt van het lokalenbestand dat regelmatig fuiven organiseert (zo goed als wekelijks), de zalen die 12 keer per jaar een fuif mogen organiseren en de zalen die niet (meer) toegankelijk zijn voor jongeren en hun initiatieven.En ook hier weer geldt dat gemeentebesturen mee aan de kar moeten trekken. Dus het is een provinciale opdracht om die partners te stimuleren ook initiatieven te nemen in die richting.De middelen die beschikbaar zijn voor "infrastructuur" (nu is voor 2004 een bedrag van 30 000 EUR voorzien voor bivakhuizen) zullen in 2005 worden geheroriënteerd.

actiepunt . middelen resultaten

20032004 een inventarisatie (voorjaar) en uitwerken

van initiatieven (najaar)2005 inwerkingtreding van de uitgewerkte

initiatieven30 000 EUR meer fuifzalen die toegankelijk zijn

voor jongeren en hun initiatieven2006 inwerkingtreding van de uitgewerkte

initiatieven30 000 EUR meer fuifzalen die toegankelijk zijn

voor jongeren en hun initiatieven2007 inwerkingtreding van de uitgewerkte

initiatieven30 000 EUR meer fuifzalen die toegankelijk zijn

voor jongeren en hun initiatieven

JWBP versie 25/05/2023 p.132

Page 133: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.3. Diverse sectorenNiet alleen de jeugddienst wil kinderen en jongeren bereiken. Ook andere diensten en provinciale instellingen ontwikkelen initiatieven naar of in functie van de jeugdige doelgroep. In de loop van dit jeugdwerkbeleidsplan zijn veel aandachtspunten, maatregelen, subsidielijnen, activiteiten van andere diensten reeds aan bod gekomen.In sommige gevallen is de jeugddienst niet betrokken – jeugddienst is daar enkel observator omdat het project goed loopt of omdat de tijd ontbreekt om er actief rond te werken -, bij andere activiteiten is de dienst wel betrokken – via het geven van financiële of personele middelen – en wordt dat ook duidelijk aangegeven in de tekst.

4.3.1. Dienst Welzijn

De jeugddienst maakt deel uit van de dienst Welzijn. Er is dus heel veel contact en uitwisseling tussen de verschillende sectoren van de dienst: toegankelijkheid, sociale kaart, Noord-Zuid, personen met een handicap, enzovoort.

4.3.1.1. Centrale wachtlijst voor personen met een handicapHet secretariaat van de centrale wachtlijst voor personen met een handicap maakt net zoals de jeugddienst deel uit van de provinciale dienst Welzijn. De centrale wachtlijst voor minderjarigen is bedoeld voor kinderen en jongeren met een handicap die op zoek zijn naar een antwoord op hun zorgvraag (gericht aan het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap). Men kan een onmiddellijke behoefte aan ondersteuning formuleren, bv. rond wonen, dagbesteding, begeleiding, onderwijs… Inschrijven kan via een zorgvoorziening, een gebruikersorganisatie of een verwijzende instantie. Deze maakt een dossier op en bezorgt dat aan het secretariaat van de centrale wachtlijst. Indien personen rechtstreeks contact opnemen met het secretariaat van de centrale wachtlijst zal dit adressen van erkende zorgvoorzieningen doorspelen.

Op basis van die gegevens wordt binnen de mogelijkheden van het bestaande aanbod gezocht naar een antwoord op de zorgvraag. Zodra dit tot een concreet resultaat leidt, wordt de betrokkene op de hoogte gebracht. Indien er geen antwoord komt onderzoekt de centrale wachtlijst hoe dit komt en wordt de verantwoordelijke overheid hierover geïnformeerd en gemotiveerd om hier iets aan te doen. De wachtlijstwerking mag natuurlijk geen doel op zich worden en gestreefd dient te worden naar het wegwerken van de wachtlijsten.

Gezien de betrokkenheid van de sector binnen het project Integrale Jeugdhulp, zijn er ook overlegmomenten tussen centrale wachtlijst en de ‘toewijzer’ van de pilootregio. De toewijzer is de persoon die op zoek gaat naar de hulp/zorg die het dichtste bij de ‘indicatie-stelling’ aansluit. Gedurende de proefperiode heeft hij een werkingsgebied van drie gemeenten. De toewijzer verwittigt de wachtlijst wanneer hij iemand aan een erkende voorziening heeft toegewezen. De ambtenaar die verantwoordelijkheid is voor deze wachtlijstwerking voor minderjarigen maakt ook deel uit van de doorsnedecel ‘integrale jeugdhulp’.

4.3.1.2. Gegevens over de behoeften van de jeugd, het jeugdwerk, de gemeentebesturen en de gemeentelijke jeugdraden

Vooraleer verdere concrete acties worden gepland is er vooral behoefte aan cijfergegevens. Er dient onderzoek te gebeuren naar spreiding van minderjarigen

JWBP versie 25/05/2023 p.133

Page 134: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

met een handicap (vraag), voorzieningen voor personen met een handicap (aanbod), regionale beschikbaarheid van (al dan niet inclusieve) vrijetijdsbesteding, speeltoestellen enz.

4.3.1.3. De visie en de algemene doelstellingen die de Deputatie vooropstelt

Het bestuur ziet de huidige wachtlijstwerking als een ‘noodzakelijk kwaad’. Er dient gestreefd te worden naar een wegwerken van de wachtlijsten door creëren van voldoende capaciteit.

4.3.1.4. De concrete acties die zullen worden ondernomen

De wachtlijst-werking voor minderjarigen zal door het secretariaat worden gecontinueerd. De betrokken ambtenaar zal door haar aanwezigheid in de doorsnedecel Integrale Jeugdhulp, dit proces op de voet kunnen volgen en waar nodig contacten leggen, zoals nu al gebeurt met de toegangspoort in de pilootregio Gent-Meetjesland.

4.3.2. Dienst Gezondheid

De dienst Gezondheid vormt samen met de diensten Welzijn en Minderheden de directie Welzijn en Gezondheid. Binnen de dienst Gezondheid lopen momenteel enkele projecten die zich richten op jongeren.

Zo wordt in het kader van de projectsubsidies voor de thuiszorg een initiatef gefinancierd waarin de methodiek van de steungezinnen wordt geïmplementeerd in de Diensten Thuisbegeleiding uit de sector van de Bijzondere Jeugdbijstand. De negen Oost-Vlaamse diensten voor Thuisbegeleiding werken daarin samen terwijl het concrete proefproject zich situeert rond Ronse en Geraardsbergen. Het project is gestart eind 2002 en zal drie jaar lopen indien jaarlijks goed geëvalueerd. Er wordt een jaarlijks budget van 64 452 EUR voorzien.

Ook vanuit de dienst Gezondheid-sector preventie van geweld werden twee multiplicator-projecten ondersteund. Een "train de trainer"-project dat begeleiders uit de Bijzondere Jeugdbijstand wil opleiden om opvoeders en ander agogisch personeel uit de sector te leren omgaan met kinderen en jongeren die slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld. Het project heeft een 24-tal mensen een korte (te korte ?) opleiding geveven waardoor ze aan de slag kunnen met het handboek "Training Resource Package". De dienst stelde 12 500 EUR ter beschikking van het project.Daarnaast werden via een project ook een aantal CLB-medewerkers, vertrouwensleerkrachten of leerlingenbegeleiders gevormd rond seksueel geweld. Op die manier kunnen zij op school, wanneer dat nodig zou blijken, adekwaat opmgaan met klachten rond seksueel geweld.

Binnen de dienst leven er ook nog plannen voor de toekomst. Zo zal vanuit de sector gezondheidspromotie onderzocht worden in hoeverre de provincie een bijdrage kan leveren in de strijd tegen CO-vergiftiging in sport- en jeugdwerklokalen.En ook zal vanuit de sector "preventie van middelenmisbruik" in 2004 een 10-daagse worden opgezet, samen met andere actoren, waar een zeer sterke focus zal zijn op jongeren.

JWBP versie 25/05/2023 p.134

Page 135: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.3.3. Directie Sport, Recreatie en Domeinen

4.3.3.1. Sport

Eén van de duidelijke strategische doelstellingen in de provinciale beleidsnota Sport 2000 - 2006 is het verhogen van de sportparticipatie bij bijzondere doelgroepen en daaraan gekoppeld het verder uitbouwen van de provinciale Coördinatiecel Aangepast Sporten (CAS). CAS richt zich voornamelijk naar personen met een motorische, visuele en auditieve handicap. Maar ook personen met een mentale handicap kunnen bij CAS terecht, voorlopig enkel voor informatie. In een latere fase zullen ook zij kunnen deelnemen aan sportactiviteiten. Concreet biedt CAS gratis sportadvies, gratis sportinitiaties en wordt de uitleendienst (sport) uitgebreid met aangepast sportmateriaal. Vanuit de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd bestaat de mogelijkheid om nu en in de toekomst 'gemotiveerde' adviezen te leveren met betrekking tot de aankoop van dit specifieke materiaal.

actiepunt . middelen resultaten

2003 CAS en sportuitleendienst worden uitgebouwd2004200520062007

4.3.3.2. Aandacht voor doelgroep jeugd binnen de Domeinen

Enkel binnen het Provinciaal Domein Puyenbroeck en De Gavers wordt op een meer systematische manier activiteiten geprogrammeerd. In de andere domeinen wordt slechts occassioneel activiteiten ingericht (bv. bosvriendelijke spelen in het Leen in het kader van de "Week van het Bos"). Met betrekking tot Popeiland en Spruitenbal is er ook een financiële inbreng vanuit de begroting Welzijn-Jeugd. De grootteorde van de middelen en de personele inbreng vanuit de provinciale jeugddienst is afhankelijk van de jaarlijkse evaluatie.

4.3.3.2.1 Pop-Eiland

Op 25 juni 2003 werd de zesde editie van Pop-Eiland georganiseerd. Het initiatief blijft een grandioos succes. Vast staat dat er continuïteit wordt gegeven aan het project, dat er - aangezien het aantal bezoekers blijft stijgen – meer animatie moet komen en dat er moet worden onderzocht in hoeverre de organisatie van Pop-Eiland geen te grote druk legt op de werking van de jeugddienst. De vraag "kan de randanimatie op Pop-Eiland niet door een externe organisatie worden samengesteld?" moet worden gesteld en beantwoord.

actiepunt . middelen resultaten

2003 organisatie Pop-Eiland editie 6 15 000 EUR 15 000 bezoekers2004 organisatie Pop-Eiland editie 7

financiële inbreng evalueren15 000 EUR zelfde aantal bezoekers

meer animatiemeer middelen ?

2005 organisatie Pop-Eiland editie 8inbreng jeugddienst evalueren

meer middelen ?externe organisatie ?

2006 organisatie Pop-Eiland editie 92007 organisatie Pop-Eiland editie 10

JWBP versie 25/05/2023 p.135

Page 136: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

4.3.3.2.2 Spruitenbal

In samenwerking met het Provinciaal Domein De Gavers en VVJ wordt sedert 2002 een afsluiter uitgewerkt van de zomervakantie. Binnen de Gavers komt programmatie voor kinderen maar beperkt aan bod. Het Spruitenbal wordt inhoudelijk ingevuld in overleg met het geïnteresseerde provinciaal en regionaal jeugdwerk, het regionaal overleg OZO, Steunpunt Animatie en Programmatie (STAP) VVJ. Via evaluatie wordt de dag telkenjare bijgestuurd. In 2002 zijn een 10-tal gemeenten bereikt ; in 2003 verdubbelde dit aantal. Bijna alle aanwezigen van de eerste editie waren terug present. Het betreft hier in totaal ruim duizend kinderen.

actiepunt . middelen resultaten

2003 opzet en voorbereiding afsluiter grabbelpas en speelpleinseizoen

5000 EUR Spruitenbal 2003

2004 afhankelijk van evaluatie Spruitenbal 20042005 afhankelijk van evaluatie Spruitenbal 20052006 afhankelijk van evaluatie Spruitenbal 20062007 afhankelijk van evaluatie Spruitenbal 2007

4.3.4. Dienst Communicatie

De dienst Communicatie organiseert rondleidingen doorheen de provinciale gebouwen voor schoolgroepen. Bedoeling daarvan is om het provinciebestuur beter bekend te maken bij de kinderen. De strip "Operatie Oost-Vlaanderen" moet in hetzelfde licht worden gezien.Verder verleent de dienst zijn medewerking aan het opzet van de Kinderprovincieraad. Naar de toekomst toe zal worden onderzocht in hoeverre er binnen de dienst iemand kan worden tewerkgesteld om de communicatie naar kinderen en jongeren in het bijzonder te ondersteunen. Een "hertaling" van het provinciebestuur op de website zou daar dan een resultante kunne van zijn.

4.3.5. Dienst Wegen - Mobiliteit

Vanuit de provinciale Cel Mobiliteit wordt een gans ondersteuningsbeleid gevoerd naar gemeentebesturen toe. Het fietsverkeer is voor het provinciebestuur al geruime tijd een belangrijk aandachtspunt. De provincie Oost-Vlaanderen werkt met eigen initiatieven maar ook in samenwerking met het Vlaamse Gewest een volledig provinciaal fietsbeleid uit.

JWBP versie 25/05/2023 p.136

Page 137: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

In het verleden werden vooral initiatieven ontwikkeld om de 'zachte weggebruiker' beter te beschermen door structurele ingrepen : fietspaden langs provinciewegen aanleggen en verbeteren, fietspaden over lange afstand aanleggen en fietspaden langs gemeentewegen subsidiëren in het kader van het provinciaal fietsnetwerk.Daarnaast onderneemt en ondersteunt de provincie sensibiliserende acties zoals 'Met belgerinkel' en snelheidsinformatieborden.Ook ondersteunt de provincie acties van derden, zoals het 'fietspoolproject' genomen door Langzaam Verkeer vzw ( een 40-tal Oost-Vlaamse scholen doen hier aan mee ) en het lessenpakket 'Opgepast ! Dode Hoek' aangemaakt door de Fietsersbond vzw.

4.3.6. Dienst Land- en Tuinbouw

4.3.6.1. Testcase Regionale Jeugddienst Meetjesland

In het Europese kader van het Programma van Plattelandsontwikkeling 2003 –2006 wordt vanuit de Dienst Land en Tuinbouw de "testcase egionale jeugddienst" mede betoelaagd. Op het ogenblik van het einde van de inschrijvingstermijn voor de projectperiode 2002-2003, was er nog geen formeel akkoord tussen de desbetreffende gemeentebesturen en ook geen geldige rechtspersoonlijkheid terzake. Voor het projectjaar 2002-2003 werd vanuit deze optiek het project "testcase regionale jeugddienst" ingediend vanuit de Dienst Welzijn –Jeugd (zie bijlage 4). Inmiddels werd de projectvereniging "Regionale Jeugddienst Meetjesland" opgericht en sloten 12 van de vroegere 13 MISO-gemeenten zich aan. Vanuit de Dienst Land en Tuinbouw is een 25 % cofinanciering voorzien voor drie jaar met een maximum van 12.500 EUR.

4.3.6.2. Op bivak bij de boer

Vanuit het Centrum voor Jeugdtoerisme werd in hetzelfde kader van plattelandsontwikkeling, een project ingediend met betrekking tot kamperen bij de boer. Het project moet de mogelijkheden voor jeugdtoerisme onderzoeken bij landbouwbedrijven. Doel is het creëren van overnachtingsfaciliteiten voor jeugdgroepen in leegstaande delen van actieve land- en tuinbouwbedrijven. Heel veel landbouwbedrijven zijn immers op zoek naar een zinvolle bestemming voor een deel van hun bedrijf. Land en Tuinbouw is een 25 % cofinanciering voorzien voor drie jaar met een maximum van 26.500 EUR.

4.3.6.3. 't Zuivelcentrum

't Zuivelcentrum is opgericht op 19 januari 1994 en heeft als doel promotie te maken voor de melkveehouderij en zuivelindustrie, onder meer door voorlichting. Hiertoe worden rondleidingen, praktijkdemonstraties, boerderijbezoeken, kooklessen en kaasdegustaties georganiseerd.

Inlichtingen: 't Zuivelcentrum, Baarledorpstraat 90, 9031 Drongen, tel. 09-282 47 96,

4.3.7. Directie Onderwijs, schoolmaatschappelijk werk

De Cel voor Schoolmaatschappelijk Werk valt onder de bevoegdheid van PIBO (Pedagogische Inspectie en Begeleiding Onderwijs) van de provincie Oost-Vlaanderen. Het is een sociale dienst die instaat voor in hoofdzaak individuele begeleiding van leerlingen uit het provinciaal onderwijsnet.

JWBP versie 25/05/2023 p.137

Page 138: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Hiertoe beschikt de cel over een team van maatschappelijk assistenten, die elk een aantal scholen opvolgen. School, ouders en leerlingen kunnen vrij en kostenloos een beroep doen op deze dienstverlening.Telefoon 09-267 72 83 E-mail : [email protected] te contacteren via het secretariaat school, via een afspraak op de dienst of via huisbezoek of bij een oudercontact op school.

JWBP versie 25/05/2023 p.138

Page 139: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Hoofdstuk 5: Bijlagen

5.1. : Begroting 2003 - jeugd

artikelnummer en toelichting krediet in EUR

5.1.1. Uitgavenartikels

Jeugdvormingscentrum Heynsdaele

artikel 76101-24031ander meubilair : aanschaf(fingswaarde)

6 640

artikel 76101-24032ander meubilair : groot onderhoud

1 800

artikel 76101-61245vergoedingen : reiskosten en andere

100

artikel 76101-61301andere werkingskosten algemeen

13 648

artikel 76101-61308kosten voor telefoon, fax, internet en e-mail

166

artikel 76101-61313receptie- en representatiekosten en plechtigheden

244

artikel 76101-61331elektriciteit voor de gebouwen

1 950

artikel 76101-61333water voor de gebouwen

975

artikel 76101-61334verwarming voor de gebouwen

1 463

JWBP versie 25/05/2023 p.139

Page 140: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

artikelnummer en toelichting krediet in EUR

artikel 76101-61336ophalen huisvuil

488

Jeugd

artikel 76102-61205vergoedingen : zitpenningen

33 500

artikel 76102-61230auteursrechten, erelonen en vergoedingen voor optredens, lesgevers, gidsen;- 2 500 EUR voor Pop-Eiland- 10 000 EUR voor animatiepakket tieners

2 500

artikel 76102-61245vergoedingen : reiskosten en andere

1 500

artikel 76102-61301andere werkingskosten – algemeen- 5 000 EUR voor het Spruitenbal - 12 500 EUR voor Pop-Eiland - 2 500 EUR voor aangepast spelmateriaal 16+ - activiteiten van de PAJ, werkingskosten voor IJH, voor platform BJB, voor jeugddienst, trefdagen allerlei;

19 500

artikel 76102-61302administratieve prestaties van derden : tussenkomst werkingskosten- 5 000 EUR voor vorming van monitoren rond jeugdadviseurs - p.m. : realisaties van de kinderprovincieraad

15 113

artikel 76102-61308kosten voor telefoon, fax, internet en e-mail

517

artikel 76102-61309kosten voor fotokopieën en drukwerk- 2 000 EUR voor Roefel - brochure rond jeugd en cultuur en rond ondersteuning gemeentelijk jeugdbeleid

4 875

artikel 76102-61313receptie- en representatiekosten en plechtigheden

2 925

JWBP versie 25/05/2023 p.140

Page 141: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

artikelnummer en toelichting krediet in EUR

artikel 76102-61316 andere administratieve werkingskosten : diversen

administratieve werkingsuitgaven ivm de dienst Jeugd 751 terugbetaling van waarborgsommen en teveel betaalde huurgelden 11 632

Totaal 12 383

artikel 76102-61317andere technische kosten : algemene uitgaven

2 417

artikel 76102-61322 vorming, didactische bezoeken, deelneming congressen, opleidingen

7 313

artikel 76102-61360samenwerkingsovereenkomsten- 10 000 EUR voor de net-o-maten- 2 500 EUR voor de Klicksons

9 750

artikel 76102-61363receptie- en representatiekosten in het kader van samenwerkingsovereenkomsten

3 900

artikel 76102-62050diverse vergoedingen voor prestaties van provinciepersoneel

5 454

artikel 76102-64005rechtstreekse werkingssubsidies en toelagen aan ondernemingen en verenigingen

subsidies voor kwaliteitsverbetering van de begeleide vakantiewerking op speelpleinen in de provincie

32 226

subsidies ivm. samenwerkings- en uitwisselingsinitiatieven in binnen- en buitenland met betrekking tot het jeugdbeleid

19 831

subsidies in uitvoering van het provinciaal jeugdwerkbeleidsplan - 10 000 EUR voor IJH Gent-Eeklo - 25 000 EUR voor IJH Waasland - p.m. : interprovinciaal jeugdwerk - 37 500 EUR voor vervolgtraject X-Ray - 50 000 EUR voor de ondersteuning van jeugdwerkingen met

247 894

JWBP versie 25/05/2023 p.141

Page 142: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

maatschappelijk achtergestelden - 25 000 EUR voor regionale jeugddienst Meetjesland - 10 000 EUR voor kinderprovincieraad - 10 000 EUR voor Oost-Vlaams Rockconcours - 20 000 EUR voor regiocoördinator Kunstbende - 5 000 EUR voor CC De Werf (Aalst) – Kunstbendevoorronde- 5 000 EUR voor KC Vooruit (Gent) – Kunstbendevoorronde - 42 000 EUR voor loon Project lokaal en regionaal jeugdbeleid- 3 718 EUR voor het project 100% Puur

subsidies voor jeugdprojecten 74 368

subsidies tbv jeugdinfrastructuur 29 368

Totaal 403 687

artikel 76102-64050premies en subsidies aan vzw's

subsidies aan provinciaal en regionaal jeugdwerk 580 000

subsidie aan Kindertelefoon 3 718

subsidie aan Kinderrechtswinkel 12 395

subsidie aan Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en –consulenten 1 239

subsidies Integrale jeugdhulpverlening 33 466

Totaal 630 818

Jeugdvormingscentrum De Abdijschool

artikel 76103-24031ander meubilair : aanschaf(fingswaarde)

27 000

artikel 76103-24032ander meubilair : groot onderhoud

3 600

artikel 76103-61245vergoedingen : reiskosten en andere

148

artikel 76103-61301andere werkingskosten : algemeen

13 650

artikel 76103-61308kosten voor telefoon, fax, internet en e-mail

195

JWBP versie 25/05/2023 p.142

Page 143: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

artikel 76103-61313receptie- en representatiekosten en plechtigheden

1 463

artikel 76103-61331electriciteit voor gebouwen

2 925

artikel 76103-61333water voor gebouwen

2 925

artikel 76103-61334verwarming voor gebouwen

4 388

artikel 76103-61336ophalen huisvuil

488

artikel 83502-64050 sociale bijstandwezenzorg en bijzondere jeugdzorgpremies en subsidies aan vzw's

vernieuwende en vormingsprojecten - 24 789 EUR voor het ROPPOV-project - 62 184 EUR voor uitvoering van het projectenreglement

86 973

subsidies aan vzw's voor investeringen ivm instellingen voor geplaatste minderjarigen

198 104

Totaal 285 077

5.1.2. Ontvangstartikels

artikel 76102-70260opbrengsten uit verhuring : gebouwen

29 747

artikel 76102-74020overheidssubsidies : Vlaamse Gemeenschap

238 187

artikel 76102-74040 subsidies gemeenten

35 466

artikel 76102-74020overheidssubsidies : Vlaamse Gemeenschap

45 860

JWBP versie 25/05/2023 p.143

Page 144: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.2. Subsidiereglement "Provinciaal Jeugdwerk"Provincieraadsbesluit van 12 september 2001

Artikel 1-definities

Binnen de perken van de door de Provincieraad jaarlijks daartoe op de begroting goedgekeurde kredieten, kunnen door de Bestendige Deputatie subsidies worden toegekend aan de door haar erkende jeugdwerkorganisaties, onder de hierna omschreven voorwaarden.

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1° jeugd : kinderen en jongeren tussen 3 en 30 jaar ;

2° maatschappelijk kwetsbare groepen : groepen jeugdigen die vaak in een structureel slechte startpositie verkeren vanuit hun gezins- en opvoedingssituatie (o.m. lage scholing, lage inkomens, relatieve hoge werkloosheid, slechtere woonomgeving) of als gevolg van een fysieke of mentale handicap ;

3° jeugdwerk : sociaal-culturele initiatieven en voorzieningen voor en door de jeugd, gericht op de persoonlijke ontplooiing en op het functioneren in de samenleving als individu en als groep. Jeugdwerk wordt verricht onder educatieve begeleiding en is gesitueerd in de vrijetijdssfeer van de jeugd. Aan jeugdwerk wordt deelgenomen op vrijwillige basis. Initiatieven die voornoemde initiatieven en voorzieningen ondersteunen via o.m. coaching, vorming of belangenbehartiging worden eveneens als jeugdwerk beschouwd ;

4° provinciale jeugdwerkorganisatie : een privaatrechtelijke organisatie die blijkens haar doelstellingen en handelingen aan jeugdwerk doet en zich richt tot de jeugd in een substantieel deel van de provincie, overeenkomstig 2.2., of in de gehele provincie en dit ook werkelijk realiseert. Dit kan hetzij een autonome organisatie zijn, hetzij het provinciaal steunpunt van een landelijk erkende jeugdvereniging zijn ;

5° landelijke jeugdvereniging : een door de Vlaamse Gemeenschap erkende vereniging, overeenkomstig het decreet houdende de erkenning en subsidiëring van het landelijk georganiseerd jeugdwerk ;

6° lokale jeugdwerkafdeling : lokaal jeugdwerk verbonden aan een provinciale jeugdwerk-organisatie, dat zelfstandig zijn beleid en werking bepaalt ;

7° werkjaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december, voorafgaand aan het jaar waarin de subsidies worden uitgekeerd ;

8° subsidiejaar : het jaar waarin, op basis van het werkjaar, effectief de subsidies worden uitgekeerd ;

9° jeugdraad : de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd ;

10° kadervorming : een samenhangende vorming en begeleiding van verantwoordelijken en kandidaat-verantwoordelijken die verbonden zijn aan een initiatief dat zich richt tot jongeren en die belast zijn of zullen worden met het animeren en begeleiden van deelnemers aan jeugdinitiatieven of met het beheer van deze jeugdinitiatieven ;

11° dagdeel : een periode van minstens 2 uur activiteit ;

JWBP versie 25/05/2023 p.144

Page 145: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 2-erkenningscriteria

Om als provinciale jeugdwerkorganisatie erkend te worden en te blijven moet de organisatie aan de volgende algemene voorwaarden voldoen.

Indien een erkende provinciale jeugdwerkorganisatie evenwel niet meer voldoet aan de specifieke erkenningscriteria en dit te wijten is aan omstandigheden, onafhankelijk van haar wil, kan de Bestendige Deputatie niettemin de erkenning verlenen, evenwel beperkt tot 1 jaar.

2.1. Algemene erkenningscriteria.

1° Opgericht zijn overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend of deel uitmaken van een landelijke jeugdvereniging ;

2° Volgens de statuten het jeugdwerk als doel hebben. Indien de organisatie zich richt tot maatschappelijk kwetsbare groepen, moet dit uit de statuten blijken ;

3° In de werkprincipes en in de dagelijkse werking van de organisatie getuigen van erkenning van de principes van een democratische samenleving en tevens het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens en het internationaal Verdrag betreffende de Rechten van het Kind onderschrijven ;

4° Een secretariaat hebben in Oost-Vlaanderen, dat duidelijk kan worden onderscheiden van elke andere vereniging en bereikbaar zijn gedurende vastgestelde uren met een minimum van 10 uur per week ;

5° Op alle uitvoerende niveaus geleid worden door pedagogisch verantwoordelijke personen die een geschikte opleiding voor hun taak hebben gekregen en die zich permanent bijscholen ;

6° Op een autonome wijze de financies beheren en het beleid bepalen. Dit veronderstelt dat de provinciale jeugdwerkorganisatie over een eigen boekhouding beschikt en jeugdwerk-activiteiten organiseert of diensten verleent in naam van de vereniging zelf ;

7° Minstens 80% van de kinderen en jongeren die worden bereikt zijn tussen 6 en 25 jaar ;

8° Periodiek een door het bestuur van de jeugdwerkorganisatie goedgekeurde beleidsnota bij de bevoegde dienst van het provinciebestuur indienen. Een dergelijke beleidsnota bestrijkt, naar keuze van de organisatie, telkens hetzij 1, 2, of 3 jaar. De Bestendige Deputatie bepaalt de vorm, waarin voornoemde beleidsnota moet worden ingediend ;

9° De burgerlijke aansprakelijkheid van de vereniging, haar bestuurders en haar medewerkers, bedoeld in de artikelen 1382 tot en met 1386 van het Burgerlijk Wetboek, moet door een verzekering gedekt worden. De polis dient ook de leden en de deelnemers aan de activiteiten te dekken. Het bewijs van deze verzekering wordt jaarlijks aan de bevoegde dienst van het provinciebestuur bezorgd ;

10° Van alle uitgaven (affiches, folders, uitnodigingen, brochures, enz.) moet, bij het verschijnen ervan, één exemplaar naar de bevoegde dienst van het provinciebestuur worden gestuurd.

JWBP versie 25/05/2023 p.145

Page 146: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

2.2. Specifieke erkenningscriteria.

1° Er dienen minstens 300 verschillende deelnemers aan de activiteiten deel te nemen. Deze deelnemers moeten minstens uit vijf Oost-Vlaamse gemeenten komen en uit elke gemeente moet een minimum aantal deelnemers afkomstig zijn. Dit minimum aantal deelnemers per gemeente wordt berekend op basis van de formule A/2B, waarbij A staat voor het aantal deelnemers uit de provincie Oost-Vlaanderen en B voor het totaal aantal Oost-Vlaamse gemeenten waaruit de deelnemers aan de betreffende activiteiten afkomstig zijn.

Organisaties die werken met maatschappelijk kwetsbare groepen (minimum 75% van de deelnemers behoren tot deze groep – minimum 40 % wanneer het personen met een handicap betreft) hoeven slechts 150 deelnemers te bereiken. Deze deelnemers moeten minstens uit vijf Oost-Vlaamse gemeenten komen en uit elke gemeente moet een minimum aantal deelnemers afkomstig zijn. Dit minimum aantal deelnemers per gemeente wordt berekend op basis van de formule A/2B, waarbij A staat voor het aantal deelnemers uit de provincie Oost-Vlaanderen en B voor het totaal aantal Oost-Vlaamse gemeenten waaruit de deelnemers aan de betreffende activiteiten afkomstig zijn.

of

2° Er dienen minstens 10 lokale jeugdwerkafdelingen ondersteund te worden, verspreid over ten minste 5 Oost-Vlaamse gemeenten. Naar deze lokale afdelingen dienen momenten van uitwisseling en kadervorming georganiseerd te worden.

of

3° Er dienen minstens 120 dagdelen kadervorming, vorming, animatie en/of begeleiding te worden gepresteerd naar jeugd en/of naar personen of organisaties, die met deze doelgroep werken. De deelnemers moeten minstens uit vijf Oost-Vlaamse gemeenten komen en uit elke gemeente moet een minimum aantal deelnemers afkomstig zijn. Dit minimum aantal deelnemers per gemeente wordt berekend op basis van de formule A/2B, waarbij A staat voor het aantal deelnemers uit de provincie Oost-Vlaanderen en B voor het totaal aantal Oost-Vlaamse gemeenten waaruit de deelnemers aan de betreffende activiteiten afkomstig zijn.

Artikel 3-subsidies

3.1.Algemene bepalingen

Subsidiëring op basis van dit reglement is niet cumuleerbaar met welke andere vorm van subsidiëring dan ook door het provinciebestuur.

Subsidies kunnen enkel worden verleend op basis van activiteiten die plaatsvinden in het betreffende werkjaar waarin de jeugdwerkorganisatie wordt erkend. Stopzetting van de activiteiten gedurende het werkjaar kan derhalve geen aanleiding geven tot subsidiëring van loon of werking vóór de stopzetting.

Indien een erkende provinciale jeugdwerkorganisatie onvoldoende prestaties kan leveren door omstandigheden, onafhankelijk van haar wil, dan kan de Bestendige Deputatie, om de continuïteit van de werking te waarborgen, vooralsnog beslissen, loon- en werkingssubsidie toe te kennen. De toegekende

JWBP versie 25/05/2023 p.146

Page 147: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

loon- en werkingssubsidie mag in dergelijk geval nooit lager liggen dan 80 % van de loon- en werkingssubsidie, verleend in het voorgaande subsidiejaar.

De subsidiebedragen worden geïndexeerd op basis van het gezondheidsindexcijfer van december van het werkingsjaar. Het aanvangsindexcijfer is dat van december 2000 (basis 1996=100).Onder voorbehoud van een goedgekeurde provinciebegroting, gebeurt de uitbetaling van de subsidies vóór 1 juli van het subsidiejaar.

3.2. Loonsubsidie

De totale loonsubsidies wordt voorafgenomen van het totaal beschikbaar krediet in de begroting.

Uitsluitend erkende provinciale jeugdwerkorganisaties, die geen deel uitmaken van een door de Vlaamse Gemeenschap erkende landelijke jeugdvereniging, komen voor deze subsidie in aanmerking, op voorwaarde dat ze vóór 1 april van het werkingsjaar opgave doen van het aantal personeelsleden of een uitbreiding hiervan. De aanvraag dient vergezeld te zijn van de nodige stavingstukken met betrekking tot de betreffende tewerkstelling.

Per organisatie is de totale loonsubsidie beperkt tot drie maal haar werkingssubsidie. Loonsubsidie kan bovendien enkel betrekking hebben op effectieve periodes van tewerkstelling van maximum 2 personeelsleden voltijds equivalent, waarbij voor het eerste en het tweede personeelslid voltijds equivalent respectievelijk 70 % en 30 % van de brutoloonlast in rekening kan worden gebracht. De Bestendige Deputatie bepaalt jaarlijks het maximumbedrag van voornoemde brutoloonlast.

3.3. Werkingssubsidie

De werkingssubsidie wordt berekend op basis van de geleverde prestaties met de daaraan verbonden subsidiebedragen, die zich in de hierna volgende activiteitengroepen - inclusief de voorbereiding ervan kunnen situeren.

Voor maatschappelijk kwetsbare groepen gelden volgende specifieke regels :

Voor organisaties, die werken met maatschappelijk kwetsbare groepen, bedraagt de minimumdrempel voor de eerste 3 activiteitengroepen 6 deelnemers, op voorwaarde evenwel dat voornoemde deelnemers zelf tot een maatschappelijk kwetsbare doelgroep behoren.

De totale werkingssubsidie op basis van onderstaande tabel wordt vermenigvuldigd met de factor 1,5 voor de organisaties, die werken met maatschappelijk kwetsbare groepen en die erkend werden op basis van het bepaalde in artikel 2 punt 2.2. 1°, tweede lid.

De overige organisaties kunnen eveneens aanspraak maken op de toepassing van deze vermenigvuldigingsfactor, evenwel uitsluitend toegepast op het subsidiebedrag per activiteit, die zich richt naar maatschappelijk kwetsbare groepen en op voorwaarde dat minimum 75% van de deelnemers aan de activiteit tot deze doelgroep behoren. Voor personen met een handicap bedraagt voornoemd percentage minimum 40% .

JWBP versie 25/05/2023 p.147

Page 148: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

activiteitengroep prestatie-eenheid bedrag in EURO

bedrag in BEF

1. recreatieve bijeenkomst voor kinderen, jongeren en begeleiders

per dagdeel, met een maximum van 3 dagdelen per dag (voormiddag,namiddag, avond) voor een groep van 10 tot 49 deelnemers

35 1 412

50 tot 99 deelnemers 100 4 034100 tot 199 deelnemers 170 6 85820 tot 499 deelnemers 240 9 682meer dan 500 deelnemers 290 11 699

2. aaneensluitende meerdaagse bijeenkomst met overnachting

per deelnemer per nacht(minimum 10 deelnemers)

4 161

3. eendaagse of meerdaagse cursus of vorming voor kinderen en jongeren

per vormingsuur (minimum 8 deelnemers)

25 1 008

4. uitlenen van activiteiten-materiaal, (vak)lectuur, spel- en didactisch materiaal

per uitlening en/of raadpleging 5 202

5. aanmaken van activiteitenmateriaal, (vak)lectuur, didactisch materiaal voor kinderen en jongeren

forfaitair bedrag (per in aanmerking genomen product) 370 14 926

6. Kadervorming organiseren eendaags of meerdaags zonder overnachting

- per deelnemer per vormingsuur- minimum 8 en maximum 30

deelnemers - minimum 2 en maximum 8

vormingsuren per etmaal

1,25 50

- bij meer dan 30 deelnemers: forfaitair per bijkomende volledige schijf van 10 deelnemers

6 242

meerdaags met overnachting

- per deelnemer per vormingsuur- minimum 8 en maximum 30

deelnemers - minimum 2 en maximum 8 vormingsuren per etmaal

1,5 61

- bij meer dan 30 deelnemers: forfaitair per bijkomende volledige schijf van 10 deelnemers

7,5 303

7. Structurele samenwerking tussen jeugdorganisaties opstarten en/of organiseren en begeleiden met als doel uitwisseling en overleg te bevorderen.

per begeleid samenwerkingsverband, met minimum 5 organisaties en minimum 3 bijeenkomsten per jaar.

250 10 085

JWBP versie 25/05/2023 p.148

Page 149: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

8. Individuele organisaties adviseren en begeleiden

per begeleide jeugdorganisatie, … 25 1 008

9. Helpen opstarten van nieuwe regionale of lokale afdeling, organisatie of initiatief.

per nieuwe jeugdorganisatie, -afdeling, -initiatief 100 4 034

3.4.- Projectsubsidie

Indien blijkt dat na toekenning van de totale loon-en werkingssubsidies het voorziene krediet nog niet is uitgeput, kan de Bestendige Deputatie jaarlijks, uiterlijk op 1 juli van het subsidiejaar, beslissen het resterende bedrag aan te wenden voor de toekenning van bijkomende projectsubsidies.

Dergelijke projectsubsidies is voorbehouden aan provinciale jeugdwerkorganisaties, aan dewelke in het subsidiejaar reeds loon-en/of werkingssubsidies werd verleend en is naar inhoud beperkt tot een bepaald thema, jaarlijks vastgelegd in het provinciaal jeugdwerkbeleidsplan. Projecten mogen bovendien slechts van start gaan op 1 januari van het jaar, volgend op het subsidiejaar, om te eindigen uiterlijk 31 december van datzelfde jaar.

De Bestendige Deputatie kent al dan niet projectsubsidies toe en stelt het bedrag ervan vast, na advies van de Provinciale Jeugdraad. Het advies heeft betrekking op de relevantie van het project in functie van het vastgelegde thema en de intrinsieke waarde ervan. Bij de goedkeuring van de projectsubsidie zal 70% van de projectsubsidie onmiddellijk worden toegekend en 30 % van de subsidie na de looptijd van het project en na het indienen van een financieel verslag en een evaluatieverslag.

Aanvragen voor projectsubsidies moeten uiterlijk 1 september van het subsidiejaar worden ingediend bij de bevoegde dienst van het provinciebestuur. Begrotingsposten, die reeds geheel of gedeeltelijk werden gefinancierd via loon-of werkingssubsidies komen niet in aanmerking. De Bestendige Deputatie bepaalt de vorm en de inhoud van de aanvraag.

Uiterlijk twee maanden na afloop van het project dient de provinciale jeugdwerkorganisatie een financieel verslag en een evaluatieverslagvoor te leggen.

De Bestendige Deputatie bepaalt de vorm en de inhoud van voornoemde verslagen.

Artikel 4-erkenningsaanvraag

Om erkend te worden in het kader van dit reglement, dient een organisatie jaarlijks bij de bevoegde dienst van het provinciebestuur, vóór 1 april van het werkingsjaar, een erkenningaanvraag in te dienen. De Bestendige Deputatie bepaalt de vorm, waarin een dergelijke aanvraag moet worden ingediend. De Bestendige Deputatie verleent eveneens de erkenning.

JWBP versie 25/05/2023 p.149

Page 150: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 5-verplichtingen van de erkende jeugdwerkorganisaties

Elke, in het kader van dit reglement erkende provinciale jeugdwerkorganisatie, verbindt er zich toe :

a) Ten laatste zeven kalenderdagen, voorafgaand aan een activiteit, de bevoegde dienst van het provinciebestuur hierover te informeren aan de hand van daarvoor ter beschikking gestelde formulieren. Eventuele wijzigingen of afgelastingen dienen uiterlijk de werkdag voorafgaand aan de activiteit aan dezelfde dienst gemeld te worden.

b) Uiterlijk op 1 april van het subsidiejaar bij de bevoegde dienst van het provinciebestuur een activiteitenverslag in te dienen met betrekking tot de aard en de omvang van de activiteiten gedurende het werkingsjaar alsmede met betrekking tot de bereikte doelgroepen. De activiteiten worden, naar bereikt resultaat, gerelateerd aan en geëvalueerd in functie van het periodiek beleidsplan. De Bestendige Deputatie bepaalt het model van activiteitenverslag.

c) Uiterlijk op 1 april van het subsidiejaar bij de bevoegde dienst van het provinciebestuur tevens een financieel verslag in te dienen, waarin de aanwending van de verleende subsidies wordt verantwoord.

d) Wanneer de subsidie meer dan 25.000 EURO (1 008 497,50 BEF) bedraagt, een balans, een resultatenrekening en een verslag inzake beheer en financiële toestand voor te leggen.

e) Met het oog op de toepassing van het reglement aan de provinciale administratie alle informatie te verschaffen aangaande de werking en de boekhouding van de organisatie, eventueel ter plaatse.

Artikel 6-sancties

De verleende subsidies worden teruggevorderd in geval ze niet worden aangewend voor het doel, waarvoor ze werden verleend of indien geen verantwoording wordt verstrekt, overeenkomstig respectievelijk de artikelen 3 punt 3.3, in fine en artikel 5 van het reglement.

De Bestendige Deputatie kan beslissen de subsidiëring niet meer toe te kennen of uit te betalen en/of terug te vorderen, indien blijkt dat met opzet foutieve gegevens werden verstrekt. De terugvordering is in dergelijk geval beperkt tot 3 jaar.

De Bestendige Deputatie kan beslissen de subsidiëring niet meer toe te kennen of uit te betalen en/of terug te vorderen, na advies van het dagelijks bestuur van de jeugdraad, indien, op basis van het beleidsplan of op basis van feiten, wanbeleid blijkt in hoofde van de organisatie.

Artikel 7-bijzondere gevallen en betwistingen

Met betrekking tot aangelegenheden, niet voorzien in het reglement, of in geval van betwisting beslist de Bestendige Deputatie.

JWBP versie 25/05/2023 p.150

Page 151: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 8- inwerkingtreding-opheffings-en overgangsbepalingen

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2001.

Het provinciaal reglement van 13 mei 1993 betreffende subsidiëring van jeugdwerk en kadervorming wordt opgeheven.

In afwijking van het bepaalde in artikel 4 en in functie van de eerste toepassing van dit reglement dienen de erkenningaanvragen te worden ingediend uiterlijk op 1 december 2001. Eveneens in functie van de eerste toepassing van het reglement wordt het jaar 2002 als het subsidiejaar beschouwd. Verantwoording en/of controle van de werking gedurende het werkingsjaar zal dan ook zo nodig uitsluitend op stukken mogen gebeuren.

JWBP versie 25/05/2023 p.151

Page 152: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.3. Subsidiereglement "Bijzondere Jeugdinitiatieven" (oud sinds 13 november 2003)Provincieraadsbesluit van 12 mei 1993.

Artikel 1 - algemeen

Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de begroting van de Provincie Oost-Vlaanderen, kunnen door de Bestendige Deputatie subsidies worden verleend voor Bijzondere Jeugdinitiatieven volgens de regeling en voorwaarden die hierna worden vastgelegd.

Artikel 2 - begripsomschrijving

Met 'Bijzondere Jeugdinitiatieven' wordt bedoeld alle projecten die gericht zijn naar Oostvlaamse jongeren tot max. 30 jaar en naar een verbetering streven in het sociale, culturele of maatschappelijk leven. Bovendien moeten de projecten een uitzonderlijk en/of een vernieuwend karakter hebben.

Artikel 3 - initiatiefnemer

Om in aanmerking te komen voor subsidiëring moet de initiatiefnemer aan volgende voorwaarden voldoen :

a. een v.z.w. of feitelijke vereniging zijn, waarvan de zetel gevestigd is in Oost-Vlaanderen en het bestuur ervan tenminste voor 3/5 bestaat uit leden gedomicilieerd in Oost-Vlaanderen;

b. een boekhouding opmaken zodat financiële controle mogelijk is op de aanwending van de provinciale subsidie;

c. controle van de Provincie inzake de activiteit en boekhouding aanvaarden.

Artikel 4 - aanvraagprocedure

De aanvraag dient schriftelijk te gebeuren en volgende gegevens te bevatten :

omschrijving van het project, met vermelding o.m. van de duur ervan, plaats, thema en doelgroep;

een gedetailleerde begroting en eventueel een financieel verslag aangaande een reeds voorbije activiteit van hetzelfde project;

rekeningnummer van de vereniging;

een exemplaar van de statuten van de vereniging met een v.z.w. statuut, of een huishoudelijk reglement en een bestuurssamenstelling.

Artikel 5

De aanvragen dienen minstens 2 maand vooraf en uiterlijk voor 1 september ingestuurd te worden om in aanmerking te komen voor een subsidiëring op het lopende dienstjaar.

JWBP versie 25/05/2023 p.152

Page 153: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Uiterlijk 2 maand na afloop van het project of 2 maand na een werkingsjaar dient een gedetailleerd financieel verslag en werkingsverslag aan het Provinciebestuur te worden ingestuurd.

Artikel 6 - dossierbehandeling

Volgende posten kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring :

de administratiekosten (w.o. huur en verzekering lokalen);

de materiaalkosten en werkingskosten ;

de personeelsuitgaven.

Artikel 7

De subsidie bedraagt max. 50 % van de voor subsidiëring in aanmerking komende uitgaven. Bovendien wordt o.m. rekening gehouden met het begrotingskrediet, het relatieve belang van het initiatief t.o.v. andere ingediende initiatieven, de subsidies die door andere instanties werden toegezegd.

Artikel 8

De Bestendige Deputatie bepaalt - op grond van de ingestuurde bescheiden, een inspectieverslag en het advies van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd een voorlopig subsidiebedrag en desgevallend een voorschot.Op voorstel van de administratie en op basis van een inspectieverslag kan de Bestendige Deputatie beslissen een voorschot te verlenen van max. 50 % op de vermoedelijke subsidie.

De definitieve vastlegging van het subsidiebedrag, zal worden vastgesteld op basis van het financieel verslag, het werkingsverslag, het inspectieverslag en na het advies van de provinciale Adviesraad voor de Jeugd.

Artikel 9

Een betoelaging op basis van dit reglement kan ten hoogste 3 jaar duren. Daarna dient het project te beantwoorden aan de voorwaarden van een ander provinciaal reglement wil het nog voor verdere subsidiëring in aanmerking komen.

JWBP versie 25/05/2023 p.153

Page 154: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.4. Subsidiereglement "Jeugdwelzijn en Preventie" (oud sinds 13 november 2003)Provincieraadsbesluit van 1 oktober 1997

Artikel 1 - algemeen

Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de begroting van de Provincie Oost-Vlaanderen, kunnen door de Bestendige Deputatie subsidies worden verleend voor projecten inzake jeugdwelzijnswerk en preventie volgens regeling en voorwaarden zoals hierna beschreven.

Een subsidie verleend op grond van dit besluit mag niet worden gecumuleerd met een subsidie verleend op grond van het reglement op de subsidie van het algemeen jeugdwerk en de kadervorming.

Artikel 2 - begripsomschrijving

In dit reglement worden de volgende begrippen gebruikt:

project: een afgebakend geheel van activiteiten, beperkt in de tijd, met een bepaald doel en op die manier ook evalueerbaar. Een project is vernieuwend en, indien opgezet door een bestaande organisatie, duidelijk gescheiden van haar dagelijkse werking. Het project dient zich bovenlokaal te situeren.

preventie: initiatieven van coördinatie, overleg, stimulering, informatie of waarschuwing, gericht op het voorkomen, wegwerken of neutraliseren van factoren die systematisch hinderlijk zijn voor de gunstige ontplooiing van (een gedeelte van) de jongeren of gericht op het bevorderen van factoren die deze ontplooiing in de hand werken.

jeugdwelzijnswerk: jeugdwerk dat hoofdzakelijk gericht is op kinderen en jongeren wier levenssituatie gekenmerkt is door belemmerende en achterstellende factoren ; jeugdwelzijnswerk moet ondersteuning bieden op individueel, groeps- en structureel vlak met de bedoeling de doelgroep participatiekansen te bieden, hen weerbaarder te maken, de belemmerings- en achterstellingscfactoren in de mate van het mogelijke tegen te gaan en/of op te heffen ; jeugd-welzijnswerk dient zich te richten én op de doelgroep én op de maatschappelijke structuren (impliciet of expliciet) ; vanuit de opgesomde doelstellingen zal het jeugdwelzijnswerk werken aan een integrale mensbenadering, inclusieve maatschappijbenadering en een geïntegreerde aanpak, en dit alles vanuit een emancipatorische houding.

Artikel 3 - doelgroep

De projecten dienen zich in de eerste plaats en hoofdzakelijk te richten naar Oost-Vlaamse kinderen en jongeren (6 tot 25-jarigen)

Artikel 4: initiatiefnemer

De initiatiefnemer kan één van volgende actoren zijn:ofwel - een door de Bestendige Deputatie erkend jeugdwerkinitiatief

- een door één van de Oost-Vlaamse gemeenten via haar gemeentelijk jeugdwerkbeleidsplan erkend jeugdwerk initiatief

JWBP versie 25/05/2023 p.154

Page 155: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

- een feitelijke vereniging van voornamelijk Oost-Vlaamse jongeren - een samenwerkingsverband van meerdere Oost-Vlaamse gemeenten

ofwel een initiatief met jeugd als doelgroep in samenwerking met één van bovenstaande actoren.

Wanneer de initiatiefnemer een samenwerkingsverband betreft, dient één van de partners zich op te geven als eindverantwoordelijke.

Artikel 5 - aanvraagprocedure

De aanvraag dient schriftelijk te gebeuren, gericht aan Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, jeugddienst, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent, op de daartoe voorziene formulieren. De initiatiefnemer omschrijft hierin de eigen identiteit, het doel van het project, hoe het project is opgebouwd, waar het zal plaatsvinden, uit welke andere financieringsbronnen er wordt geput en hoeveel er van de Provincie Oost-Vlaanderen worden gevraagd.

De aanvraag dient te gebeuren minstens één maand voor de aanvang van het project.

De projectaanvraag geldt voor één jaar. Mits een grondige motivatie kan het project drie jaar na elkaar worden gesubsidieerd, met elk jaar wel een nieuwe aanvraag en een nieuwe evaluatie.

Artikel 6 - dossierbehandeling

Tweemaal per jaar (in maart en in september) worden de projectaanvragen besproken en van advies voorzien door een commissie, samengesteld uit de leden van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd (PAJ), eventueel aangevuld met andere deskundigen. Er wordt advies gegeven met betrekking tot het weerhouden van het project en de eventuele subsidie. Uiteindelijk beslist de Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen over het ingediende project.

De commissie kan om bijkomende uitleg verzoeken bij de projecten.

De projectaanvrager dient uiterlijk 2 maand na afloop van zijn project een schriftelijke evaluatie over te maken waaruit blijkt hoe het project inhoudelijk is verlopen en hoe de provinciale middelen werden aangewend. Indien het project langer dan één jaar loopt, dient er na één werkingsjaar een schriftelijke evaluatie te worden opgestuurd.

Artikel 7 - controle

De provinciale administratie kan overgaan tot inspectiebezoeken en op haar aanvraag worden haar de nodige inlichtingen en documenten verstrekt.

Artikel 8 - sancties

Indien er onjuiste gegevens worden verstrekt of de voorwaarden van het reglement niet worden nageleefd kan de Bestendige Deputatie de toekenning van subsidies schorsen of intrekken of, in het geval een subsidie reeds werd uitbetaald, deze terugvorderen.

Artikel 9 - overgangsmaatregel

Voor het werkjaar 1997dienen de projectvoorstellen bij de provinciale jeugddienst te zijn binnengeleverd tegen 1 oktober. Er zal in het jaar 1997 slechts één beoordelingsronde zijn.

JWBP versie 25/05/2023 p.155

Page 156: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 10 - inwerkingtreding

Dit reglement treedt onmiddelijk in werking.

JWBP versie 25/05/2023 p.156

Page 157: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.5. Subsidiereglement "Jeugdprojecten" (nieuw sinds 13 november 2003)Provincieraadsbesluit van 13 november 2003

Artikel 1 - algemeen

Binnen de perken van de in de jaarlijkse begroting voorziene kredieten, kan de Bestendige Deputatie onder de hierna vermelde voorwaarden subsidies verlenen.

Een subsidie, verleend op grond van dit besluit, mag niet worden gecumuleerd met een andere subsidie van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen.

De Bestendige Deputatie beslist in alle gevallen die niet voorzien zijn in dit reglement.

Artikel 2 - begripsomschrijving

In dit reglement wordt onder de noemer "jeugdproject" het volgende begrepen:

- een afgebakend geheel van activiteiten- beperkt in de tijd- uitgevoerd in de provincie Oost-Vlaanderen; - vernieuwend voor de sector of de regio- bovenlokaal- gericht op kinderen en jongeren tussen 3 en 30 jaar, waarvan 80% zich situeert in

de leeftijdscategorie 6 tot 25 jaar- heeft een duidelijke doelstelling en is dus evalueerbaar- is maatschappelijk relevant en actueel- is duidelijk gescheiden van de normale werking van een organisatie (voor zover

deze reeds elders structurele subsidies ontvangt)

Artikel 3 - doel

De subsidie wil de jeugdsector aanzetten tot vernieuwing en hoopt tegelijk dat er een betere spreiding komt van bovenlokale jeugdinitiatieven over de provincie.

Artikel 4 : initiatiefnemer

De initiatiefnemer moet een vzw zijn die haar activiteiten, waarvoor ze subsidies vraagt, inricht in functie van een doelgroep zoals in artikel 2 aangegeven.

Wanneer de initiatiefnemer een samenwerkingsverband betreft, dient één van de partners zich op te geven als eindverantwoordelijke.

Artikel 5 - aanvraagprocedure

De getypte subsidieaanvraag moet uiterlijk op 15 maart of 15 september op het daartoe bestemde formulier ingediend worden bij de heer Gouverneur, dienst Welzijn-jeugd, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent. Tegelijkertijd mogen projecten geen aanvang nemen respectievelijk vóór 1 juni (als ze zijn ingediend tegen 15 maart) en vóór 1 december (als ze zijn ingediend tegen 15 september).

JWBP versie 25/05/2023 p.157

Page 158: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

De initiatiefnemer omschrijft in de subsidieaanvraag de eigen identiteit, het doel van het project, hoe het project is opgebouwd, waar het zal plaatsvinden, uit welke andere financieringsbronnen er wordt geput en welke financies er van de Provincie Oost-Vlaanderen worden gevraagd.

De goedkeuring van het project geldt voor één jaar. Mits een grondige motivatie kan het project drie jaar na elkaar worden gesubsidieerd, met elk jaar wel een nieuwe aanvraag en een nieuwe evaluatie. Projecten die onder de vorige projectreglementen " Bijzondere Jeugdinitiatieven" en "Jeugdwelzijn en Preventie" reeds subsidies mochten ontvangen, komen niet meer in aanmerking voor subsidiëring voor zover zij reeds driemaal hun activiteiten ondersteund zagen.

Artikel 6 - dossierbehandeling

Door het dagelijks bestuur van de provinciale jeugdraad wordt advies gegeven bij de subsidieaanvraag en dit met betrekking tot het al dan niet aanvaarden en de eventuele subsidie. Uiteindelijk beslist de Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen over het ingediende project.

Het dagelijks bestuur van de jeugdraad kan bijkomende uitleg vragen van de indieners van de projecten.

De tegen 15 maart ingediende subsidieaanvragen zullen vóór 1 juni door de Bestendige Deputatie worden beslist. De dossiers die tegen 15 september worden ingediend, worden beslist vóór 1 december.

De subsidie is afhankelijk van de inhoud, de omvang en de andere financieringsbronnen van het project.

Bij toekenning van de subsidie wordt 80% van het subsidiebedrag uitgekeerd. Ten laatste twee maanden na de afloop van het project of na een werkjaar wordt het saldo van 20% uitbetaald, voor zover een voldoende gestoffeerd en gedetailleerd financieel verslag en inhoudelijk werkingsverslag ingediend werd.

Artikel 7 - controle

De provinciale administratie kan overgaan tot inspectiebezoeken en op haar aanvraag worden haar de nodige inlichtingen en documenten verstrekt.

Artikel 8 - sancties

Indien er onjuiste gegevens worden verstrekt of de voorwaarden van het reglement niet worden nageleefd kan de Bestendige Deputatie de toekenning van subsidies schorsen of intrekken of, in het geval een subsidie reeds werd uitbetaald, deze terugvorderen.

Artikel 9 – inwerkingtreding en overgangsmaatregelen.

Dit reglement treedt heden in werking.

Het reglement "Bijzondere Jeugdinitiatieven" van 12 mei 1993 en het reglement "Jeugdwelzijn en Preventie" van 1 oktober 1997 worden opgeheven, onverminderd het bepaalde in artikel 5. Subsidieaanvragen, waaromtrent door de Bestendige Deputatie nog geen beslissing werd genomen op het ogenblik van de inwerkingtreding, worden verder behandeld overeenkomstig de bepalingen van onderhavig reglement.

JWBP versie 25/05/2023 p.158

Page 159: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.6. Subsidiereglement "Kwaliteitsbevordering van de Speelpleinwerking"Provincieraadsbesluit van 11 februari 1998bijgestuurd in zitting van 8 september 1999

Artikel 1

Binnen de perken van de daartoe door de provincieraad goedgekeurde kredieten op de begroting kan, onder de hierna vermelde voorwaarden, de Bestendige Deputatie een subsidie toekennen voor de kwaliteitsbevordering van Oost-Vlaamse speelpleinwerkingen, die voldoen aan de basisvoorwaarden zoals die in dit reglement gesteld worden.

Een subsidie verleend op de grond van dit besluit kan niet worden gecumuleerd met een subsidie verleend op grond van het reglement op de subsidiëring van het algemeen jeugdwerk en de kadervorming.

Artikel 2

In dit reglement worden de volgende begrippen gebruikt :

- Speelpleinwerking :Is een open vakantie-initiatief dat overdag, onder deskundige begeleiding, kinderen tussen 3 en 15 jaar zo ruim mogelijke speelkansen biedt. Daartoe voorziet de speelpleinwerking een functionele infrastructuur, aangepast speelmateriaal en een gevarieerd speelaanbod. Het beheersorgaan maakt het mogelijk structureel te werken aan de kwaliteit van de speelpleinwerking.Een speelpleinwerking kan een autonome werking hebben op verschillende terreinen.

- Jeugdwerk :Groepsgerichte, sociaal-culturele initiatieven met de jeugd in de vrije tijd en onder educatieve begeleiding, georganiseerd door hetzij particuliere jeugdverenigingen, hetzij lokale besturen.

- Kwaliteitsbevordering :Alle acties die een speelpleinwerking onderneemt met de bedoeling een verbetering te bekomen van de bestaande situatie, om de tevredenheid van de kinderen, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van haar activiteiten en werking te vergroten.

- Kwaliteitsplan :Het document dat de inspanningen naar kwaliteit vastlegt. Door dit document moet het duidelijk zijn dat het beoogde niveau van kwaliteit niet toevallig ontstaat. Maar wel dat de kwaliteitsverbetering een weldoordacht proces is, in de tijd gespreid, vanuit vooraf bepaalde doelstellingen met een welbepaald gebruik van middelen en de wijze waarop dit georganiseerd en gerealiseerd wordt.

Artikel 3

De subsidie wordt toegekend aan de plaatselijke speelpleinwerkingen in functie van een kwaliteitsbevordering. De gemeente is verantwoordelijk voor de directe ondersteuning van de speelpleinwerkingen. Deze subsidie heeft uitdrukkelijk tot doel

JWBP versie 25/05/2023 p.159

Page 160: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

de kwaliteitsbevordering aan te moedigen. De speelpleinwerking moet door de gemeente erkend zijn en als jeugdwerk opgenomen worden in het jeugdwerkbeleidsplan

Artikel 4

Speelpleinwerkingen die gebruik willen maken van de reglementering onderschrijven de volgende basisvoorwaarden en leven de geest ervan na.

1. Minimum 20 dagen per jaar toegankelijk zijn zodat elk kind, zonder onderscheid in ideologische strekking, geslacht, achtergrond, ........ terecht kan tijdens de schoolvakantieperiodes (niet zaterdag en zondag).

2. Per dag moet er minstens 4 uur speelmogelijkheid zijn, tijdens de "actieve uren" van een kind, geen kamp of overnachting. Gemiddeld moeten minimum 30 kinderen per dag aanwezig zijn.

3. Dit vereist dat de organisatie onder deskundige begeleiding gebeurt. Dit wil zeggen dat minimum 1 animator per 25 kinderen aanwezig is, en minimum 1 hoofdanimator die de bestendige verantwoordelijkheid draagt, per terrein. De attesten van animator en hoofdanimator in het jeugdwerk worden afgeleverd door de Afdeling Jeugdwerk van de Vlaamse Gemeenschap.

4. De activiteiten moeten doorgaan op een terrein dat een gevarieerd speelaanbod mogelijk maakt.

5. De speelaccommodaties moeten voldoen aan de elementaire veiligheidsvoorschriften. Verder dienen voldoende sanitaire voorzieningen, een E.H.B.O. uitrusting en een binnen redelijke afstand bereikbare telefoon aanwezig te zijn. Een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid evenals een ongevallenverzekering dienen afgesloten.

6. Beschikken over voldoende lokalen, voor binnenspeelactiviteiten op het terrein gelegen of in elk geval binnen een redelijke en veilige afstand, die kunnen verwarmd worden indien er werking tijdens de wintermaanden georganiseerd wordt.

7. De terreinen, lokalen en installaties dienen zich op het vlak van hygiëne en veiligheid voortdurend in goede staat te bevinden en geregeld onderhouden te worden.Het afval wordt geselecteerd en het weghalen dient voorzien te zijn.

Artikel 5

De speelpleinwerking kiest na het onderschrijven van de basisvoorwaarden jaarlijks 1 thema waaraan intentioneel en planmatig wordt gewerkt. Hiervoor kan gekozen worden uit enkele thema's die door het provinciebestuur vastgelegd worden. Het jaar waarin de speelpleinwerking aan dat bepaald aspect van kwaliteitsbevordering werkt, wordt in dit reglement verder omschreven als projectjaar. De kwaliteitsbevordering die de speelpleinwerking wenst na te streven dient omschreven te worden in een kwaliteitsplan, dat vervat zit in de aanvraag en verslagformulieren die jaarlijks hiervoor door het provinciebestuur ter beschikking worden gesteld.

JWBP versie 25/05/2023 p.160

Page 161: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 6

Het aanvragen en de verslaggeving, met betrekking tot de subsidie verloopt volgens de volgende procedure :

De aanvraag dient voor 15 november van het jaar dat het projectjaar voorafgaat, op de daartoe voorziene formulieren die te bekomen zijn bij de jeugddienst van het provinciebestuur, verstuurd te worden aan het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, jeugddienst, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent, de postdatum geldt als bewijs.

De verslaggeving dient voor 1 oktober van het projectjaar, op de daartoe voorziene formulieren die te bekomen zijn bij de jeugddienst van het provinciebestuur, verstuurd te worden aan het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, jeugddienst, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent, de postdatum geldt als bewijs.

De subsidiëring geldt voor het projectjaar.

Artikel 7

Het ingediende project dient voor 25 % van de eventueel voorziene kostprijs, zelf gedragen te worden door de speelpleinwerking die het project indient. Hierop kan door de Bestendige Deputatie een uitzondering voorzien worden wanneer het gaat om een volledig nieuw opgestarte speelpleinwerking.

De ingediende projecten worden in functie van het kwaliteitsplan beoordeeld en krijgen een principiële goedkeuring of afkeuring. De subsidie die men met de goedkeuring van een project kan ontvangen wordt per indienende speelpleinwerking aan de hand van volgende wegingsfactoren bepaald en samen met de getroffen beslissing bekend gemaakt. De subsidie kan nooit meer bedragen dan de geraamde projectkosten.

De wegingsfactor wordt bekomen op basis van beide criteria :

- Via het gemiddelde bereik van het aantal kinderen : - kleinere speelpleinwerkingen (30 tot 99 kinderen) = 5 punten - middelgrote speelpleinwerkingen (100 tot 199 kinderen) = 5+1 punten - grote speelpleinwerkingen (meer dan 200 kinderen) = 5+2 punten

- Via het aantal terreinen waarop werking gegeven wordt : - twee terreinen = + 1 punt - drie terreinen = + 2 punten - meer dan drie terreinen = + 3 punten

De punten variëren van 5 tot 10 punten.

Wanneer er na toewijzing van de subsidies op basis van hogervermelde criteria nog financiële middelen overblijven, worden die verdeeld over de speelpleinen die de subsidiedrempel van 75% van de projectkosten nog niet hebben bereikt, en dit volgens de volgende formule:

A : (B1+B2+...+Bx) = C

B1 x C = D1B2 x C = D2...Bx x C = Dx

JWBP versie 25/05/2023 p.161

Page 162: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

waarbij: A staat voor het saldo dat er na de eerste toewijs van subsidies is;B staat voor het verschil tussen wat een speelplein reeds heeft toegewezen gekregen en 75% van hun projectkost;en D staat voor het subsidiebedrag dat een speelplein er nog bijkrijgt na de toewijs van het saldo.”

Artikel 8

Door de Bestendige Deputatie wordt in voorbereiding van haar beslissing een adviesraad samengesteld.Deze adviesraad adviseert de Bestendige Deputatie met betrekking tot de ingediende kwaliteitsplannen.

Artikel 9

De provinciale administratie kan overgaan tot inspectiebezoeken, en op haar aanvraag worden de nodige documenten en inlichtingen versterkt.

Artikel 10

Indien er onjuiste gegevens worden verstrekt of de voorwaarden van het reglement niet worden nageleefd kan de Bestendige Deputatie de toekenning van subsidies schorsen of intrekken, of in het geval een subsidie reeds werd uitbetaald, deze terugvorderen.

Artikel 11

Het provinciaal reglement voor het verlenen van subsidies voor begeleide vakantiewerking op speelpleinen van 11 oktober 1983 wordt opgeheven.Artikel 12

Dit reglement treedt onmiddellijk in werking.

JWBP versie 25/05/2023 p.162

Page 163: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.7. Subsidiereglement "Bivakhuizen"Provincieraadsbesluit 10 december 1997

Artikel 1

Binnen de perken van de daartoe jaarlijks op de provinciebegroting goedgekeurde kredieten kan, onder de hiernavermelde voorwaarden de bestendige deputatie een subsidie toekennen voor :

a. het bouwen en inrichten van bivakhuizen voor de jeugd, al dan niet met vormingsmogelijkheden ;

b. de aankoop, verbouwing, aanpassing en inrichting van bestaande gebouwen, bestemd tot bivakhuis voor de jeugd, al dan niet met vormingsmogelijkheden ;

c. de aanpassing van de sub a. en b. vermelde gebouwen aan personen met een handicap.

Artikel 2

Om voor subsidiëring in aanmerking te komen moet een bivakhuis cumulatief aan volgende voorwaarden voldoen :

1. gelegen zijn in de nabijheid van bossen of andere terreinen, die creatief spel toelaten ;

2. over een minimumcapaciteit van 30 personen beschikken, met volgende voorzieningen :

a. één wastafel voor 5 personen, 1 stort- of ligbad per 15 personen en 1 toilet per 15 personen ;

b. een eetzaal en een gemeenschapszaal. De oppervlakte van de gemeenschapszaal moet tenminste 1 m2 per persoon bedragen ;

c. 1 bed per persoon. Er dienen aparte slaapplaatsen voor jongens en meisjes beschikbaar te zijn ;

d. een veiligheidsinrichting overeenkomstig de eisen van de brandweerinspectie;

e. een degelijke ingerichte E.H.B.O. post ;

f. een voldoende ingerichte keuken in verhouding tot de bezettingsmogelijkheden;

g. een lokaal voor administratieve doeleinden ;

h. de nodige bergruimte :

i. voldoende verwarming in alle lokalen met uitzondering van de slaapgelegenheden ;

j. een telefoonaansluiting binnen de gebouwen ;

k. de mogelijkheid tot gescheiden afvalinzameling .

3. minimaal tijdens alle schoolvakantieperiodes in hoofdzaak ter beschikking staan voor kampen van het georganiseerd jeugdwerk, dat dusdanig ook door de gemeentelijke, provinciale of Vlaamse overheid erkend is.

JWBP versie 25/05/2023 p.163

Page 164: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 3

De toelage bedraagt ten hoogste 30 % van de subsidieerbare kosten.

Bijkomende kosten als gevolg van de aanpassing aan personen met een handicap worden evenwel betoelaagd tot maximum 35 % van de subsidieerbare kosten.De aanvrager dient aan te tonen dat de aanpassingen binnen de eigen infrastructuur resulteren in functionele voorzieningen met het oog op de zelfredzaamheid van personen met een handicap.

Kosten, die specifiek erop gericht zijn vormingsmogelijkheden te creëren, worden eveneens betoelaagd tot maximum 35 % van de subsidieerbare kosten.Om voor subsidiëring in aanmerking te komen moet, onverminderd het bepaalde in artikel 2, cumulatief aan volgende voorwaarden voldaan worden :

1. het bivakhuis moet jaarlijks gedurende 300 kalenderdagen ter beschikking staan ;

2. binnen de eigen infrastructuur dient men te beschikken over functionele voorzieningen met het oog op de zelfredzaamheid van personen met een handicap ;

3. de vorming dient in hoofdzaak gericht te zijn op het jeugdwerk ;

4. per capaciteit van 20 deelnemers dient, binnen de eigen infrastructuur, 1 werklokaal aanwezig te zijn, specifiek ingericht en beschikbaar voor vorming ;

5. het werklokaal dient voorzien te zijn van voldoende audio-visuele middelen en ander pedagogisch ondersteuningsmateriaal.

Aanvragen, specifiek gericht op het vervullen van de sub 4 en 5 vermelde voorwaarde(n), worden eveneens geacht subsidieerbaar te zijn.

In alle gevallen worden enkel de kosten, vermeld op de oorspronkelijke aanvraag, in aanmerking genomen. Bovendien mag het totaalbedrag van de verleende toelage 49 500 EUR niet overschrijden. Het bedrag van de toelage wordt verlaagd tot het dichtstbijzijnde veelvoud van 5 EUR.

Artikel 4

De subsidieaanvraag moet uitgaan van een jeugdorganisatie of een vzw met uitdrukkelijk doel om bivakvoorzieningen te verschaffen aan het jeugdwerk, met uitsluiting van een gemeentelijke vzw.

Als gemeentelijke vzw wordt voor de toepassing van dit reglement beschouwd : een vzw waarbij de meerderheid van het bestuur is samengesteld uit gemeenteraadsleden en waarbij de meerderheid van de middelen ten laste vallen van de gemeentebegroting.

Artikel 5

Bij de aanvraag dienen, naar gelang, volgende bescheiden en bewijsstukken voorgelegd :

a. een afschrift van de publicatie, in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de statuten en wijzigingen ervan, wanneer het een rechtspersoon betreft ; bovendien de balans en rekeningen van de rechtspersoon alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand voor zover het bij de aanvraag gaat om een mogelijke toelage van meer dan 25 000 EUR ;

JWBP versie 25/05/2023 p.164

Page 165: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

b. in geval van aankoop: een afschrift van de aankoopakte en de waarderaming door de ontvanger van de Registratie ;

c. gebeurlijk lastenkohieren, bestekken, plannen, prijsoffertes ;

d. het brandpreventieverslag van de bevoegde brandweerdienst

Artikel 6

De subsidiëring wordt, naar gelang, berekend op basis van :

1. de waarderaming door de bevoegde Ontvanger van Registratie, in geval van aankoop, of de werkelijke aankoopsom, indien deze lager is;

2. het factuurbedrag van de uitgevoerde werken, met inbegrip van B.T.W., doch met uitsluiting van de erelonen.

Artikel 7

De provinciale subsidiëring kan eventueel worden toegekend in één of meer jaarlijkse schijven, met een maximum van 5 jaarlijkse schijven.

De uitbetaling gebeurt na voorlegging van de nodige bewijsstukken.Een eerste schijf kan reeds betaald worden in het jaar van de goedkeuring van de werken.

Artikel 8

De provinciale administratie kan overgaan tot inspectiebezoeken en op haar aanvraag worden haar de nodige documenten en inlichtingen verstrekt.

Rechtspersonen moeten, voor zover hen een toelage van meer dan 25 000 EUR per begrotingsjaar werd verleend, jaarlijks de balans en rekeningen alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand verstrekken.

Artikel 9

De volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de subsidiëring kan gevorderd worden indien de bestemming van het onroerend goed gewijzigd wordt binnen de tien jaar, volgend op de uitbetaling van de laatste schijf van de subsidie.

Artikel 10

In geval van betwisting of in de gevallen, niet voorzien door dit reglement beslist de bestendige deputatie.

Artikel 11

Dit reglement treedt in werking op datum van heden.

Artikel 12

Het provinciaal reglement dd. 9 oktober 1980 wordt met ingang van voormelde datum opgeheven. Bij wijze van overgangsmaatregel blijft het reglement dd. 9 oktober 1980 zijn uitwerking behouden voor de afhandeling en de beoordeling van de aanvragen, die vr de inwerkingtreding van het nieuwe reglement werden ingediend.

JWBP versie 25/05/2023 p.165

Page 166: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.8. Subsidiereglement"Regionale Overlegplatforms"Provincieraadsbesluit van 13 september 2000

Artikel 1: voorwerp van het reglement

Dit reglement behandelt de subsidiëring van erkende regionale overlegstructuren van jeugddiensten en/of jeugdraden.

Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de begroting van de provincie Oost-Vlaanderen, kunnen werkings- en projectsubsidies worden toegekend.

Artikel 2: subsidieaanvrager

Enkel door het provinciebestuur erkende regionale overlegstructuren kunnen op basis van dit reglement subsidies toegewezen krijgen.

Artikel 3: erkenningscriteria

Regionale overlegstructuren die erkend wensen te worden door het provinciebestuur, doen daartoe een schriftelijke aanvraag.

In het regionaal overleg dienen minstens vijf stedelijke of gemeentelijke jeugddiensten en/of jeugdraden betrokken te zijn van vijf verschillende steden of gemeenten. Het regionaal overleg moet op regelmatige basis samenkomen met de bedoeling informatie uit te wisselen en/of gezamelijk projecten op te zetten. Er wordt door het overleg één welbepaalde partner aangeduid die als contactinstantie fungeert. Deze partner zal ook een rekening openen op naam van het overleg in functie van de overdracht van provinciale subsidies.

Artikel 4: werkingssubsidies

Om haar dagelijkse werking te financieren, kan het regionaal overleg jaarlijks een forfaitaire subsidie aanvragen. De grootte van de subsidie zal variëren van het aantal betrokken steden of gemeenten in het overleg:

- overleg bestaat uit <10 steden/gemeenten: 990 EUR

- overleg vanaf 10 steden/gemeenten: 1 485 EUR

Artikel 5: projectsubsidies

De erkende regionale overlegstructuren kunnen projecten ter subsidiëring indienen. Een project is in regel beperkt in tijd. Aan de concipiëring en de uitwerking van het project dient minstens de meerderheid van de leden van het overleg actief deel te nemen.

Uiterlijk twee maand voor de start van het project dient de projectaanvraag toe te komen bij de bevoegde administratie van het provinciebestuur. Uiterlijk twee maand na afloop van het project dient de aanvrager een inhoudelijk en financieel verslag in te dienen bij de provinciale administratie.

JWBP versie 25/05/2023 p.166

Page 167: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 6: procedure subsidieaanvraag

De subsidieaanvragen dienen te geschieden op de daarvoor door het provinciebestuur ter beschikking gestelde formulieren. Elke subsidieaanvraag zal worden voorgelegd aan de Bestendige Deputatie. Deze zal beslissen of en voor welk bedrag een subsidie wordt uitgekeerd.

Artikel 7: controle

De provinciale administratie kan overgaan tot inspectiebezoeken en op haar aanvraag worden haar de nodige inlichtingen en documenten verstrekt.

Artikel 8: sancties

Indien er onjuiste gegevens worden verstrekt of de voorwaarden van het reglement niet worden nageleefd kan de Bestendige Deputatie de toekenning van subsidies schorsen of intrekken of, in het geval een subsidie reeds werd uitbetaald, deze terugvorderen.

Artikel 9: inwerkingtreding

Dit reglement treedt onmiddellijk in werking.

JWBP versie 25/05/2023 p.167

Page 168: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.9. Reglement rond het gebruik van het Jeugdvormingscentrum DendermondeProvincieraadsbesluit van 11 juni 2003

Artikel 1

Door het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen wordt het jeugdvormingscentrum te Dendermonde ter beschikking gesteld van jeugdorganisaties en Oost-Vlaamse onderwijsinstellingen.

Artikel 2

Voor het gebruik van het jeugdvormingscentrum dient een waarborg van 250 EUR per periode en een huurprijs te worden betaald zoals hierna bepaald. De waarborgsom wordt, wanneer er geen beschadiging wordt vastgesteld, bij de afrekening na het beëindigen van het verblijf in het jeugdvormingscentrum, teruggestort.

Artikel 3

De huurprijs wordt als volgt vastgesteld :

A. Weekend tarief (van vrijdagavond 17 uur tot zondagavond 17 uur)

* basisprijs- Jeugdverenigingen uit Oost-Vlaanderen 100 EUR- Jeugdverenigingen buiten Oost-Vlaanderen 200 EUR

* overnachtingsprijsper deelnemer en per overnachting: 1,5 EUR

B. Dagtarief per etmaal (van 10 uur tot 10 uur)

* basisprijs- Jeugdverenigingen uit Oost-Vlaanderen 50 EUR- Jeugdverenigingen buiten Oost-Vlaanderen 100 EUR- Onderwijsinstellingen 100 EUR

* overnachtingsprijsper deelnemer en per overnachting: 1,5 EUR

De huurprijs bevat telkens een basisprijs en in het geval van overnachtingen ook een overnachtingsprijs per overnachtende deelnemer. In de huurprijs zijn de kosten betreffende electriciteit, verwarming en water inbegrepen.

De huurprijs moet uiterlijk 14 dagen voor de gevraagde periode worden betaald, zoniet vervalt de reservering en zijn de annulatievoorwaarden van toepassing.

Artikel 4

Mits de naleving van de bepalingen in het huishoudelijk reglement is het mogelijk dat het jeugdvormingscentrum door 2 verblijvende groepen wordt gedeeld. De vereiste hiervoor is dat beide groepen minimum 20 deelnemers hebben en maximum 50.

JWBP versie 25/05/2023 p.168

Page 169: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Door de Oost-Vlaamse onderwijsinstellingen kan enkel tijdens de schooldagen gebruikgemaakt worden van het jeugdvormingscentrum. Een verblijf in het weekend veronderstelt een overnachting van de deelnemers.

Artikel 5

Alle aanvragen dienen schriftelijk te gebeuren, op het daartoe bestemde reservatieformulier, gericht aan de heer Gouverneur, Dienst 61 - Jeugd, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent. De behandeling van de aanvragen wordt bepaald door de datum van ontvangst. Een reservatie wordt echter pas definitief door storting van de waarborgsom, zoals bepaald in artikel 2, binnen de 10 dagen na ontvangst van het reservatieformulier.

De Oost-Vlaamse organisaties die meer dan 75 deelnemers hebben kunnen ten vroegste vanaf 1,5 jaar voor hun uiteindelijke verblijf reserveren, Oost-Vlaamse organisaties van minder dan 75 deelnemers ten vroegste 1 jaar vooraf en de andere organisaties ten vroegste 9 maand voor hun uiteindelijke verblijf.

De bevestiging van de definitieve reservatie wordt zo snel mogelijk na ontvangst van de waarborgsom opgestuurd.

Artikel 6

Bij annulering van een definitieve reservatie worden de waarborgsom en gebeurlijk de reeds betaalde huurprijs niet teruggegeven.

Artikel 7

De verblijvende groepen moeten verzekerd zijn tot dekking van hun burgerlijke aansprakelijkheid. Een kopie van de polis dient uiterlijk bij de aanvang van het verblijf voorgelegd.

Artikel 8

Het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen kan op geen enkele wijze verantwoordelijk worden gesteld voor ongevallen, die zich zouden voordoen in het jeugdvormingscentrum, welke zouden voortvloeien uit het gebruik van de ter beschikking gestelde accommodatie.

Artikel 9

De gebruikers zijn aansprakelijk voor elke schade die ze aan materiaal, beplantingen of gebouwen, eigendom van het provinciebestuur, zouden aanrichten. De veroorzaakte schade zal op hun kosten hersteld worden en tegen factuurbedrag worden aangerekend.

Artikel 10

De bestendige deputatie stelt, na advies van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd, een huisreglement op. Een exemplaar hiervan zal bij de aanvang van het verblijf aan elke gebruiker worden overhandigd, die tekent voor ontvangst.

JWBP versie 25/05/2023 p.169

Page 170: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 11

In geval van betwisting aangaande de toepassing van dit reglement of in gevallen, waarin niet voorzien wordt door dit reglement, beslist de bestendige deputatie.

Artikel 12

Dit reglement treedt onmiddellijk in werking.

JWBP versie 25/05/2023 p.170

Page 171: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.10. Subsidiereglement "Projecten Bijzondere Jeugdbijstand"Provincieraadsbesluit van 10 juni 1998aangepast bij besluit van 8 december 1999

Hoofdstuk 1 – Algemene Bepalingen.

Artikel 1

Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten kunnen door de Bestendige Deputatie projectsubsidies worden verleend ten behoeve van in de provincie Oost-Vlaanderen gelegen voorzieningen, erkend in toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.De inrichtende macht van een erkende voorziening moet evenwel een vzw zijn.

Artikel 2

In dit reglement wordt verstaan onder :

- voorzieningen : begeleidingstehuizen, gezinstehuizen, onthaal- ,oriëntatie- en observatiecentra, dagcentra, thuisbegeleidingsdiensten, diensten voor begeleid zelf-standig wonen,diensten voor pleegzorg, instellingen waarmee de Vlaamse Gemeenschap een overeenkomst voor een project of een experiment heeft afgesloten ;

- project  : een afgebakend geheel van activiteiten, beperkt in tijd, dat als vernieuwend en/ of experimenteel wordt beschouwd of dat de vorming van agogisch en opvoedend personeel in functie van hun taak binnen de voorziening tot doel heeft ;

- subsidiedossier : de correct ingevulde standaardformulieren, ter beschikking gesteld door de bevoegde provinciale dienst, vergezeld van :

1. een afschrift van de publicatie, in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, van de statuten van de vzw, zoals bedoeld in artikel 1, met gebeurlijke wijzigingen; bovendien de balans en de rekeningen van de rechtspersoon alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand voor zover het gevraagde bedrag meer dan 25 000 EUR bedraagt ;

2. een afschrift van de definitieve erkenningsbeslissing, overeenkomstig het bepaalde in het besluit van de Vlaamse regering dd.13 juli 1994 ;

3. een gedetailleerde kostenraming(bijv.personeelskosten, werkingskosten) alsook een gedetailleerde opgave van andere financiële middelen (bijv.eigen middelen, subsidies van andere overheidsinstanties); bovendien de vermelding van het bedrag, dat als provinciale subsidies gevraagd wordt ;

- aanvrager : de inrichtende macht van een erkende voorziening, die een project indient en aan wie de subsidies zullen worden uitbetaald.

JWBP versie 25/05/2023 p.171

Page 172: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Hoofdstuk 2 - Projectsubsidies.

Artikel 3

Een aanvrager mag, in functie van de realisatie van een project, samenwerkings-verbanden aangaan met een of meer andere inrichtende machten,zoals bedoeld in artikel 1 en/of met een ander jeugdinitiatief.

De participanten aan het samenwerkingsverband beslissen autonoom, in onderling akkoord, over de gebeurlijke verdeling van de toegekende subsidies onder hen.

Artikel 4

Het subsidiedossier dient minstens één maand vóór de daadwerkelijke start van het project en uiterlijk op hetzij 1 maart, hetzij 1 september ingekomen te zijn bij de bevoegde provinciale administratie.

De bestendige deputatie beslist over de aanvragen, na advies van een commissie, die tot taak heeft de kwaliteit van de ingediende projecten te beoordelen. De Bestendige Deputatie bepaalt haar samenstelling.

De toegekende subsidie is beperkt tot het bedrag,dat in de aanvraag werd vermeld. Bovendien kan maximaal drie jaar na elkaar subsidie verkregen worden voor eenzelfde project.

Hoofdstuk 3 - Controle,sancties en slotbepalingen

Artikel 5

De provinciale administratie kan overgaan tot inspectiebezoeken en op haar aanvraag worden de nodige inlichtingen en documenten verstrekt.

Uiterlijk twee maanden na het einde van het project moet de aanvrager een evaluatie (financieel + werkingsverslag) overmaken aan de bevoegde administratie.

Bovendien moet hij, voor zover hem een subsidie werd verleend van meer dan 25 000 EUR per begrotingsjaar, jaarlijks de balans en rekeningen alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand verstrekken.

Artikel 6

Indien er onjuiste gegevens worden verstrekt of de voorwaarden van het reglement niet worden nageleefd kan de Bestendige Deputatie de toekenning van subsidies schorsen of intrekken, of in het geval een subsidie reeds werd uitbetaald, deze terugvorderen.

Artikel 7

In geval van betwisting aangaande de toepassing van dit reglement, of in gevallen,waarin niet voorzien wordt door dit reglement, beslist de bestendige deputatie, behoudens hetgeen wordt bepaald in artikel 3, tweede lid.

Artikel 8

Dit reglement treedt in werking vanaf heden.

JWBP versie 25/05/2023 p.172

Page 173: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.11. Subsidiereglement "Investeringen Bijzondere Jeugdbijstand"Provincieraadsbesluit van 10 juni 199aangepast bij besluit van 8 december 1999

Hoofstuk 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1

Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten kunnen door de Bestendige Deputatie investeringssubsidies worden verleend ten behoeve van in de provincie Oost-Vlaanderen gelegen voorzieningen, erkend in toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.De inrichtende macht van een erkende voorziening moet evenwel een vzw zijn.

Artikel 2

In dit reglement wordt het volgende verstaan onder :

- voorzieningen : begeleidingstehuizen, gezinstehuizen, onthaal-, oriëntatie- en observatie-centra, dagcentra, thuisbegeleidingsdiensten, diensten voor begeleid zelfstandig wonen, diensten voor pleegzorg, instellingen waarmee de Vlaamse Gemeenschap een overeenkomst voor een project of een experiment heeft afgesloten ;

- referentiedatum : de datum waarop het volledige dossier wordt overgemaakt aan het provinciebestuur. De postdatum geldt als bewijs ;

- subsidiejaar : het kalenderjaar waarin de subsidie wordt aangevraagd ;

- subsidiedossier : de correct ingevulde standaardformulieren, ter beschikking gesteld door de bevoegde provinciale dienst, vergezeld van :

1. een afschrift van de publicatie, in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, van de statuten van de vzw, zoals bedoeld in artikel 1, met gebeurlijke wijzigingen ; bovendien de balans en de rekeningen van de rechtspersoon alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand voor zover het totaalbedrag van de mogelijke toelage meer dan 25 000 EUR bedraagt ;

2. een afschrift van de definitieve erkenningsbeslissing, overeenkomstig het bepaalde in het besluit van de Vlaamse regering dd.13 juli 1994 ;

3. facturen die betrekking hebben op de werken, waarvoor subsidie wordt gevraagd ;

- aanvrager : de inrichtende macht van een erkende voorziening, die een subsidiedossier indient en aan wie de subsidies zal worden uitbetaald.

Hoofdstuk 2 - Investeringssubsidies

Artikel 3

De provinciale subsidie bedraagt 20% van de kosten die voortvloeien uit de bouw, de aankoop, de verbouwing of de aanpassing van gebouwen, die dienstig zijn voor

JWBP versie 25/05/2023 p.173

Page 174: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

de opname en/of begeleiding van jongeren in het kader van de bijzonder jeugdbijstand.

Ook de uitrusting van deze gebouwen komt in aanmerking voor subsidiëring, eveneens voor 20% van de kosten.

Artikel 4

Het bedrag van de in aanmerking komende facturen moet ten minste 1 239,47 EUR bedragen. Om in aanmerking te worden genomen, mogen de facturen bovendien niet ouder zijn dan 6 maand ten opzichte van de referentiedatum.

Artikel 5

Het subsidiebedrag wordt afgerond naar dichtstbijzijnde veelvoud van 5 euro. De maximumsubsidie bedraagt 25 000 EUR per subsidiejaar en per voorziening. Meerdere subsidieaanvragen per jaar zijn mogelijk.

De Bestendige Deputatie kan beslissen de subsidie uit te betalen in drie schijven, eventueel in drie begrotingsjaren.

Hoofdstuk 3 - Controle, sancties en slotbepalingen

Artikel 6

De provinciale administratie kan overgaan tot inspectiebezoeken en op haar aanvraag worden de nodige inlichtingen en documenten verstrekt. Bovendien moet de aanvrager, voorzover hem een subsidie werd verleend van meer dan 25 000 EUR per begrotingsjaar, jaarlijks de balans en rekeningen alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand verstrekken.

Artikel 7

Indien er onjuiste gegevens worden verstrekt of de voorwaarden van het reglement niet worden nageleefd kan de Bestendige Deputatie de toekenning van subsidies schorden of intrekken, of in het geval een subsidie reeds werd uitbetaald, deze terugvorderen.

Artikel 8In geval van betwisting aangaande de toepassing van dit reglement, of in gevallen, waarin niet voorzien wordt door dit reglement, beslist de Bestendige Deputatie.

Artikel 9

Het provinciaal reglement van 9 oktober 1980 inzake subsidiëring van vzw’s die minderjarigen opnemen geplaatst bij toepassing van de wet betreffende de jeugdbescherming, wordt opgeheven. Bij wijze van overgangsregel blijft voornoemd reglement zijn uitwerking behouden voor de afhandeling en de beoordeling van de aanvragen, die voor de inwerkingtreding van het nieuwe reglement werden ingediend.

Artikel 10

Dit reglement treedt in werking vanaf heden.

JWBP versie 25/05/2023 p.174

Page 175: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.12. Statuten "Provinciale Adviesraad voor de Jeugd" (oud sinds 13 november 2003)Provincieraadsbesluit van 15 mei 1996gewijzigd bij Provincieraadsbesluit van 8 december 1999

Artikel 1

Er wordt een Provinciale Adviesraad voor de Jeugd opgericht.

Artikel 2

Deze Adviesraad heeft tot taak, op verzoek van de Bestendige Deputatie of op eigen initiatief, advies uit te brengen over aangelegenheden die verband houden met de onderscheiden aspecten van het jeugdleven en over aangelegenheden in het maatschappelijk leven waarbij de jeugd en jongvolwassenen betrokken zijn.

Hiermee wil de adviesraad, als intermediair niveau, een meerwaarde binnen het werkveld nastreven.

Artikel 3

De Algemene Vergadering van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd is samengesteld uit:

1. Stemgerechtigde leden :

een afgevaardigde (en plaatsvervanger) van iedere jeugdwerkvorm die valt onder de subsidiereglementen voor het provinciaal jeugdwerk (van de provincie Oost-Vlaanderen) ;

een afgevaardigde (en plaatsvervanger) van iedere bovenlokale werkvorm met jeugd als doelpubliek. Zij kunnen zich met een schriftelijke motivatie kandidaat stellen. Hun kandidatuur moet worden aanvaard door de Algemene Vergadering van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd ;

vertegenwoordigers uit het jeugdwelzijnswerk, die zich met een schriftelijke motivatie kandidaat stellen, of door de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd worden gevraagd. De vertegenwoordigers moeten door de Adviesraad worden aanvaard ;

gecoöpteerde leden die door de Algemene Vergadering worden aangeduid, tot een maximum van 10% van het ledenaantal van de adviesraad ;

2. Niet-stemgerechtigde leden :

een lid van de Bestendige Deputatie ;

de verantwoordelijke provinciale ambtenaar die belast is met jeugdzaken, en/of andere personen die door de Bestendige Deputatie afgevaardigd zijn ;

raadgevers op uitnodiging ;

vertegenwoordigers uit andere provinciale adviesorganen met culturele of sociale (welzijnswerk) bevoegdheid.

JWBP versie 25/05/2023 p.175

Page 176: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 4

De stemgerechtigde leden en plaatsvervangers worden door de Bestendige Deputatie benoemd op een lijst, die voorgedragen wordt door de groep die men vertegenwoordigt. Zij moeten minimum 18 jaar en maximum 35 jaar oud zijn op het ogenblik van de aanvang van hun mandaat. Zij worden aangeduid voor een termijn van 3 jaar en blijven in functie tot hun opvolgers worden geïnstalleerd (maximum 3 maanden).

Het mandaat kan worden hernieuwd. Voor elk effectief lid wordt door de Bestendige Deputatie onder dezelfde voorwaarden een plaatsvervanger benoemd.Als een effectief lid de vergaderingen niet kan bijwonen, dan nodigt dat lid zelf een plaatsvervanger uit.Plaatsvervangende leden hebben eveneens stemrecht. Het mandaat van een lid loopt ten einde op verzoek van de groep die men vertegenwoordigt. Bij ontslag van een lid of plaatsvervangend lid benoemt de Bestendige Deputatie op voorstel van de groep die men vertegenwoordigt een nieuw lid dat het mandaat van zijn voorganger beëindigt.

Na 3 opeenvolgende afwezigheden zonder kennisgeving wordt het effectief lid uitgesloten en wordt aan de vertegenwoordigde organisatie gevraagd een nieuw effectief lid voor te dragen.

Artikel 5

De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden door de Algemene Vergadering onder de stemgerechtigde leden van het Dagelijks Bestuur verkozen. Door de Bestendige Deputatie wordt, als niet-stemgerechtigd secretaris, de provinciale jeugdconsulent aangewezen.

Artikel 6

De Algemene Vergadering van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd zal minimum 2 keer per jaar samengeroepen worden met een agenda die door het Dagelijks Bestuur of op voorstel van leden uit de Algemene Vergadering werd bepaald.

Voor elk advies over een wijziging in de erkenningsvoorwaarden, het provinciaal jeugdwerkbeleidsplan en bijbehorende jaarplannen en werkingsverslagen, subsidiëreglementering, begroting of statuten inzake de werking van de provinciale jeugdraad is een gewone meerderheid van de Adviesraad (Algemene Vergadering) nodig. Bij wijziging van statuten moet minstens de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Andere adviezen kunnen autonoom door het Dagelijks Bestuur genomen worden, zoals bepaald is in artikel 9.

Artikel 7

Het advies van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd aan de Bestendige Deputatie wordt met gewone meerderheid van de aanwezige leden uitgebracht. Het advies wordt aan de Bestendige Deputatie voorgelegd in een gemotiveerde nota. Als een minderheidsgroep meent door een advies van de raad benadeeld te worden, dan kan zij een minderheidsnota aan het advies toevoegen. Twee leden van het Dagelijks Bestuur, bij voorkeur de voorzitter en de ondervoorzitter, ondertekenen het advies.

JWBP versie 25/05/2023 p.176

Page 177: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Andere besluiten worden geformuleerd in een verslag waarin de verschillende uiteengezette standpunten meegedeeld worden.De verslagen en een overzicht van de adviezen van de vergaderingen worden regelmatig aan alle effectieve en plaatsvervangende leden toegestuurd.

Artikel 8

De Algemene Vergadering van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd verkiest bij gewone meerderheid onder zijn effectieve leden het Dagelijks Bestuur, die uit maximaal 15 stemgerechtigde personen bestaat.

Eventueel kunnen hierbij ook maximum 3 gecoöpteerden, die evenwel geen stemrecht hebben, opgenomen worden. Het Dagelijks Bestuur moet zijn samengesteld op een representatieve wijze voor de jeugdsector binnen de provincie. Bij afwezigheid kunnen de leden van de stuurgroep zich laten vervangen door hun plaatsvervanger

Het Dagelijks Bestuur vergadert bijna maandelijks (ong. 10 keer per jaar). Het Dagelijks Bestuur bepaalt de wijze waarop zij haar werkzaamheden regelt.

Als niet-stemgerechtigde leden maken ook de Bestendige Gedeputeerde en de provinciale jeugdconsulent (secretaris) deel uit van het Dagelijks Bestuur.

Bij de hernieuwing van het mandaat van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd moet een nieuw Dagelijks Bestuur verkozen worden.

Artikel 9

Het Dagelijks Bestuur heeft als taak, op eigen initiatief of op verzoek, advies uit te brengen over het provinciale jeugdbeleid.

Het Dagelijks Bestuur kan autonoom :

advies uitbrengen aan de provinciale overheid over het jeugdbeleid;

adviezen aan derden formuleren ;

eigen initiatieven ontwikkelen binnen het daarvoor voorziene krediet ;

advies geven over de aanvragen op de subsidiereglementen “bijzondere jeugdinitiatieven” en “jeugdwelzijn en preventie”.

de ingestelde werkgroepen vanuit de Algemene Vergadering coördineren ;

Het Dagelijks Bestuur neemt de voorbereiding van de Algemene Vergadering op zich en zal de leden daarover voldoende informeren.

De verslagen van het Dagelijks Bestuur worden aan alle effectieve en plaatsvervangende leden van de raad toegestuurd

Artikel 10

De Algemene Vergadering van de Adviesraad en het Dagelijks Bestuur worden samengeroepen, of door de voorzitter, of op initiatief van de Bestendige Deputatie, of op vraag van 1/5 van de leden.

Als tenminste 3 stemgerechtigde leden van de Adviesraad het wenselijk achten dat een bepaald punt ter bespreking op de agenda wordt geplaatst, dan volstaat het dat zij de secretaris daarvan schriftelijk op de hoogte brengen:

JWBP versie 25/05/2023 p.177

Page 178: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 11

De Algemene Vergadering van de Adviesraad en het Dagelijks Bestuur kunnen commissies en werkgroepen oprichten waarvan zij de opdracht en de samenstelling bepalen.Die commissies en werkgroepen kunnen, mits voorafgaandelijk akkoord van de voorzitter, op hun vergaderingen die personen uitnodigen wiens aanwezigheid nuttig wordt geacht. Die personen hebben geen stemrecht.De verslagen van die werkgroepen of commissies worden automatisch ook aan de voorzitter en de ondervoorzitter van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd opgestuurd.

Op elk Dagelijks Bestuur en elke Algemene Vergadering wordt verslag uitgebracht. Bij het afsluiten van een thema van een werkgroep wordt een eindverslag aan alle leden van de Algemene Vergadering, zowel de effectieve als de plaatsvervangende leden, toegestuurd.

Artikel 12

Jaarlijks zal in het werkingsverslag, in opvolging van het jeugdwerkbeleidsplan, een overzicht worden gegeven met betrekking tot de activiteiten en de werkzaamheden van de adviesraad.

Artikel 13

De mandaten van de Provinciale Adviesraad voor de Jeugd worden bezoldigd met een zitpenning volgens het provincieraadsbesluit van 28 maart 1990. Verder worden de reiskosten vergoed op basis van de voorschriften die voor het provinciepersoneel gelden. De leden hebben de keuze tussen het openbaar vervoer en het eigen vervoermiddel.

JWBP versie 25/05/2023 p.178

Page 179: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

5.13. Statuten "Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen" (nieuw sinds 13 november 2003)Provincieraadsbesluit van 15 mei 1996gewijzigd bij Provincieraadsbesluit van 8 december 1999gewijzigd bij Provincieraadsbesluit van 13 november 2003

Artikel 1

Met het oog op de organisatie van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de uitvoering van het provinciaal jeugdbeleid, met in het bijzonder de opmaak en de uitvoering van het provinciaal jeugdwerkbeleidsplan, wordt de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen opgericht.

De Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen wordt in uitvoering van het decreet uiterlijk zes maanden na de installatie van een nieuwe provincieraad opnieuw opgericht en erkend. De Bestendige Deputatie zal de Vlaamse Gemeenschap hiervan op de hoogte brengen binnen de 20 dagen.

Artikel 2

Deze Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen heeft tot taak advies uit te brengen op verzoek van de bestendige deputatie, over alle aangelegenheden inzake het jeugdwerkbeleid zoals bedoeld in artikel 4,7° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen of, op eigen initiatief, over aangelegenheden die de jeugd of het jeugdwerk aanbelangen.

Artikel 3

De Algemene Vergadering van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen is samengesteld uit :

1. Stemgerechtigde leden :

een afgevaardigde (en plaatsvervanger) van iedere jeugdwerkvorm die valt onder de subsidiereglementen voor het provinciaal jeugdwerk (van de provincie Oost-Vlaanderen);

een afgevaardigde (en plaatsvervanger) van iedere bovenlokale werkvorm met jeugd als doelpubliek die een actieve werking kan aantonen binnen het grondgebied van de provincie. De organisatie kan zich met een schriftelijke motivatie kandidaat stellen. De kandidatuur moet worden aanvaard door de Algemene Vergadering van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen;

vertegenwoordigers van de gemeentelijke jeugdraden uit de provincie en jeugd uit de provincie kunnen worden gecoöpteerd. Zij kunnen zich met een schriftelijke motivatie kandidaat stellen. Hun kandidatuur moet worden aanvaard door de Algemene Vergadering van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen, met een maximum van 20 % van het ledenaantal van de Jeugdraad.

2. Niet-stemgerechtigde leden :

de verantwoordelijke provinciale ambtenaren die belast zijn met jeugdzaken en/of andere personen die door de bestendige deputatie zijn afgevaardigd;

JWBP versie 25/05/2023 p.179

Page 180: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

raadgevers op uitnodiging;

vertegenwoordigers uit andere provinciale adviesorganen met culturele of sociale (welzijnswerk) bevoegdheid.

3. Onverenigbaarheid :

Politieke mandatarissen kunnen geen lid zijn van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen. Indien een organisatie een politiek mandataris afvaardigt als vertegenwoordiger, kan deze persoon de Algemene Vergadering opvolgen zonder stemrecht.

Artikel 4

De stemgerechtigde leden en plaatsvervangers worden bij de aanvang van het mandaat door de Bestendige Deputatie benoemd op een lijst, die voorgedragen wordt door de groep die men vertegenwoordigt. Zij moeten minimum 18 jaar en maximum 35 jaar oud zijn op het ogenblik van de aanvang van hun mandaat. Zij worden aangeduid voor een termijn van 3 jaar en blijven nog maximum 3 maanden in functie tot hun opvolgers worden geïnstalleerd.

Ten hoogste twee derden van de stemgerechtigde leden is van hetzelfde geslacht. Deze regel is afzonderlijk van toepassing op de effectieve en op de plaatsvervangende leden.

Het mandaat kan worden hernieuwd. Voor elk effectief lid wordt door de Bestendige Deputatie onder dezelfde voorwaarden een plaatsvervanger benoemd.

Als een effectief lid de vergaderingen niet kan bijwonen, dan nodigt dat lid zelf de plaatsvervanger uit.

Plaatsvervangende leden hebben, bij afwezigheid van een effectief lid, eveneens stemrecht. Het mandaat van een lid loopt ten einde op verzoek van de groep die men vertegenwoordigt. Bij ontslag van een lid of plaatsvervangend lid benoemt de Bestendige Deputatie, op voorstel van de groep die men vertegenwoordigt, een nieuw lid dat het mandaat van zijn voorganger beëindigt. Deze vervangingen gebeuren eenmaal bij het begin van elk kwartaal.

Na 3 opeenvolgende afwezigheden zonder kennisgeving wordt het effectief lid uitgesloten en wordt aan de vertegenwoordigde organisatie gevraagd een nieuw effectief lid voor te dragen.

Artikel 5

De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden door de Algemene Vergadering onder de stemgerechtigde leden van het Dagelijks Bestuur verkozen. Door de Bestendige Deputatie wordt een provinciaal ambtenaar als niet-stemgerechtigd secretaris aangesteld en wordt een provinciaal jeugdconsulent, als niet stemgerechtigd lid, aan het Dagelijks Bestuur toegevoegd.

Artikel 6De Algemene Vergadering van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen zal minimum 2 keer per jaar samengeroepen worden met een agenda die door het Dagelijks Bestuur of op voorstel van leden uit de Algemene Vergadering werd bepaald.

Voor elk advies over een wijziging in de statuten van de jeugdraad, het provinciaal jeugdwerkbeleidsplan en bijbehorende jaarplannen, werkingsverslagen en

JWBP versie 25/05/2023 p.180

Page 181: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

subsidiereglementeri, is een gewone meerderheid van de jeugdraad (Algemene Vergadering) nodig. Andere adviezen kunnen autonoom door het Dagelijks Bestuur worden genomen, zoals bepaald is in artikel 9.

Artikel 7Elk uitgebracht advies van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen wordt aan de Bestendige Deputatie voorgelegd in een gemotiveerde nota. Als een minderheidsgroep meent door een advies van de raad benadeeld te worden, dan kan zij een minderheidsadvies aan de nota toevoegen.

Twee leden van het Dagelijks Bestuur, bij voorkeur de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter, ondertekenen het advies.

Andere besluiten worden geformuleerd in een verslag waarin de verschillende uiteengezette standpunten worden meegedeeld.De verslagen en een overzicht van de adviezen van de vergaderingen worden regelmatig aan alle effectieve en plaatsvervangende leden toegestuurd.

De Bestendige Deputatie bepaalt verder de nadere voorwaarden van de werking van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen, zoals de maatregelen waarmee het recht op informatie van de jeugdraad ten aanzien van de bestendige deputatie wordt gewaarborgd, de termijn waarin de bestendige deputatie een gemotiveerd standpunt over de uitgebrachte adviezen inneemt, de maatregelen met betrekking tot de openbaarheid van de werkzaamheden van de jeugdraad in geval zij in deze statuten niet werden vastgelegd.

Artikel 8

De Algemene Vergadering van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen verkiest bij gewone meerderheid onder haar effectieve leden het Dagelijks Bestuur, dat uit maximaal 15 stemgerechtigde personen bestaat.

Eventueel kunnen hierbij ook maximum 3 gecoöpteerden, die evenwel geen stemrecht hebben, worden opgenomen. Bij afwezigheid kunnen de leden van het Dagelijks Bestuur zich laten vervangen door hun plaatsvervanger.

Ten hoogste twee derden van de stemgerechtigde leden van het Dagelijks Bestuur is van hetzelfde geslacht. Deze regel is afzonderlijk van toepassing op de effectieve en op de plaatsvervangende leden.

Het Dagelijks Bestuur vergadert bijna maandelijks (ong. 10 keer per jaar). Het Dagelijks Bestuur bepaalt de wijze waarop het zijn werkzaamheden regelt.

Als niet-stemgerechtigde leden maken ook de aangeduide secretaris en een provinciale jeugdconsulent deel uit van het Dagelijks Bestuur.

Bij de hernieuwing van het mandaat van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen moet een nieuw Dagelijks Bestuur worden verkozen.

Artikel 9

Het Dagelijks Bestuur heeft als taak, op eigen initiatief of op verzoek, advies uit te brengen over het provinciale jeugdbeleid.

Het Dagelijks Bestuur kan autonoom :

advies uitbrengen aan de provinciale overheid over het jeugdbeleid;

adviezen formuleren aan derden;

JWBP versie 25/05/2023 p.181

Page 182: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

advies geven over de aanvragen op de subsidiereglementen die dit uitdrukkelijk vermelden;

eigen initiatieven ontwikkelen;

de vanuit de Algemene Vergadering ingestelde werkgroepen coördineren.

Het Dagelijks Bestuur neemt de voorbereiding van de Algemene Vergadering op zich en zal de leden daarover voldoende informeren.

De verslagen van het Dagelijks Bestuur worden aan alle effectieve en plaatsvervangende leden van de jeugdraad toegestuurd.

Artikel 10

De Algemene Vergadering van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen en het Dagelijks Bestuur wordt samengeroepen, of door de voorzitter, of op initiatief van de bestendige deputatie, of op vraag van 1/5 van de leden.

Als tenminste 3 stemgerechtigde leden van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen het wenselijk achten dat een bepaald punt ter bespreking op de agenda wordt geplaatst, dan volstaat het dat zij de secretaris daarvan schriftelijk op de hoogte brengen.

Artikel 11

De Algemene Vergadering van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen en het Dagelijks Bestuur kunnen commissies en werkgroepen oprichten waarvan zij de opdracht en de samenstelling bepalen.

Die commissies en werkgroepen kunnen, mits voorafgaandelijk akkoord van de voorzitter, op hun vergaderingen die personen uitnodigen wiens aanwezigheid nuttig wordt geacht. Deze personen hebben evenwel geen stemrecht.De verslagen van de werkgroepen of commissies worden automatisch ook aan de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen opgestuurd.

Van elk Dagelijks Bestuur en elke Algemene Vergadering wordt verslag opgemaakt. Bij het afsluiten van een thema van een werkgroep wordt een eindverslag aan alle leden, zowel de effectieve als de plaatsvervangende, van de Algemene Vergadering toegestuurd.

Artikel 12

Jaarlijks zal in het werkingsverslag, in opvolging van het jeugdwerkbeleidsplan, een overzicht worden gegeven met betrekking tot de activiteiten en de werkzaamheden van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen.

Artikel 13

De mandaten van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen worden bezoldigd met een zitpenning volgens het provincieraadsbesluit van 13 september 2000. Verder worden de reiskosten vergoed op basis van de voorschriften die voor het provinciepersoneel gelden. De leden hebben de keuze tussen het openbaar vervoer en het eigen vervoermiddel.

JWBP versie 25/05/2023 p.182

Page 183: Alfresco€¦ · Web viewOp 16 november 2002 vergaderde de eerste Oost-Vlaamse kinderprovincieraad. Bedoeling van deze kinderprovincieraad is kinderen van de derde graad van het lager

Artikel 14

De Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen en al haar leden onderschrijven de waarden vervat in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en in het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind.

JWBP versie 25/05/2023 p.183