Afstudeerportfolio Brenda de Groot -...

32
Afstudeerportfolio Brenda de Groot 2003-2007 Studentnummer: 193094 Datum: 24 juni 2007 Opleiding: Commerciële Sporteconomie Instituut: Johan Cruyff University Plaats: Amsterdam Assessor: Wim de Wit

Transcript of Afstudeerportfolio Brenda de Groot -...

Afstudeerportfolio Brenda de Groot2003-2007

Studentnummer: 193094Datum: 24 juni 2007Opleiding: Commerciële SporteconomieInstituut: Johan Cruyff UniversityPlaats: AmsterdamAssessor: Wim de Wit

Voorwoord

Mijn naam is Brenda de Groot en ik ben vierdejaars studente aan de Johan Cruyff University te Amsterdam.

Van medio 2003 tot en met het heden heb ik de opleiding commerciële sporteconomie gevolgd. Een studie die mij de mogelijkheid bood om mijn sport met een HBO-opleiding te combineren. Door middel van dit portfolio toon ik aan dat ik de kerncompetenties van de opleiding beheers en als “competente JCU-student” klaar ben om af te studeren. Tevens valt uit dit document mijn ontwikkeling gedurende de afgelopen vier jaar op te maken.

Veel leesplezier gewenst!

Brenda de GrootAmsterdam, 24 juni 2007

2

Inhoudsopgave

Inleiding Pag. 4

1. Wie ben ik? Pag. 51.1 CV1.2 Hoe zie ik mijzelf?1.3 Hoe zien anderen mij?1.4 Resultaat tests

1.4.A. Belbin1.4.B. EQ Test1.4.C. Persoonlijkheidstest

2. Wat kan ik? Pag. 132.1 Vakkundigheid2.2 Communiceren2.3 Ontwikkelingsgericht vermogen2.4 Samenwerken2.5 Resultaatgerichtheid2.6 Ondernemend gedrag2.7 Besluitvaardigheid2.8 Klantgerichtheid2.9 Innovatief vermogen

3. Wat wil ik? Pag. 233.1 Korte termijn3.2 Lange termijn3.3 Ontwikkeldoelen3.4 Korte en lange termijn doelstellingen

3

Inleiding

Voor u ligt mijn afstudeerportfolio. Dit portfolio geeft u inzicht in mijn competentieontwikkeling gedurende de afgelopen vier jaar. Tevens toon ik aan inzicht te hebben in mijn leerproces; de vorderingen die ik reeds heb gemaakt en leerdoelen waarvan ik vind dat ik op dat vlak nog progressie kan boeken (hoe ontwikkel ik mij verder als medewerker/manager).

Door middel van bewijsstukken toon ik aan de onderstaande competenties te beheersen. Bij de bewijsstukken moet worden gedacht aan opgeleverde producten (rapporten, presentaties), feedbackformulieren en zelfassessments die ik zowel tijdens als naast mijn studie heb geproduceerd.

1. Vakkundigheid2. Communiceren3. Ontwikkelingsgericht vermogen4. Samenwerken5. Resultaatgerichtheid6. Ondernemend gedrag 7. Besluitvaardigheid 8. Klantgerichtheid 9. Innovatief vermogen

Ik vind het interessant om te reflecteren, zowel op mijn persoonlijk functioneren als beroepsmatig, en ben mij de afgelopen jaren steeds bewuster met mijn leerproces gaan bezighouden. Het opstellen van documenten als de Conduitestaat (later COP) en de Lessons Learned hebben hiertoe bijgedragen. Met de uitwerking van de genoemde kerncompetenties schets ik een realistisch beeld van mijn ontwikkeling gedurende de opleiding. Dit beeld wordt ondersteund met feedback van mensen uit mijn directe omgeving (zowel zakelijk als privé) en diverse tests.

Het rapport is als volgt opgebouwd:

Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik?

Bovengenoemde hoofdstukken zijn weer onderverdeeld in subonderwerpen.

4

1. Wie ben ik?

Mijn naam is Brenda de Groot en ik ben geboren op 3 april 1984 te Amsterdam. Hier heb ik tot een aantal weken geleden ook altijd gewoond. Inmiddels heb ik mijn ouderlijk huis verlaten en woon ik samen met mijn vriend Nick in Zaandam. We hebben allebei een passie voor sport, zowel actief als passief, en kennen elkaar dan ook via mijn sport: handbal. Nick is (sport)fysiotherapeut en werkt als zelfstandige in Landsmeer. Tevens is hij fysiotherapeut van het Nederlands handbalteam.

Toen ik zes jaar oud was ben ik begonnen met handballen. Aangezien mijn moeder altijd heeft gehandbald lag deze keuze voor de hand. Ik heb mijn jeugdopleiding gevolgd bij twee Amsterdamse handbalverenigingen: Oriënt en de Volewijckers. In de B Junioren en A Junioren heb ik altijd op het hoogste niveau gespeeld, namelijk jeugddivisie. Vanuit deze divisie ben ik geselecteerd voor de afdelingsselectie Midden Holland.Bij het tweede landskampioenschap voor afdelingsselecties waar ik aan deelnam ben ik geselecteerd voor de nationale jeugdselectie.

Mijn basisschoolperiode heb ik doorgebracht op basisschool de Driemaster te Amsterdam. Met een HAVO/VWO advies ben ik vervolgens naar Damstede, onderdeel van het Bernard Nieuwentijt College, gegaan. Na twee jaar brugklas heb ik gekozen voor het VWO. Ik was de tweede lichting binnen de bekende Tweede Fase. Ondanks alle strubbelingen en onduidelijkheden binnen het nieuwe onderwijssysteem heb ik het VWO in zes jaar afgerond.Hoewel de Tweede Fase vooral veel kritiek heeft opgeleverd denk ik dat dit systeem een goede basis is voor een vervolgopleiding, mits je in staat bent zelfstandig te werken.

Na het VWO heb ik er bewust voor gekozen niet direct te gaan studeren maar een jaar te gaan werken bij sportschool Squash Up te Amsterdam. Ik wist niet welke richting ik op wilde en dit leek mij de beste manier om de tijd te nemen om mij verder te oriënteren en te voorkomen dat ik de verkeerde studiekeuze zou maken. Van de JCU had ik wel gehoord maar aangezien ik geen centraal examen had gedaan in het vak economie ging ik er van uit dat ik niet aangenomen zou worden. Niets bleek minder waar en na een intakegesprek werd ik direct aangenomen. Op dat moment speelde ik eredivisie bij de Volewijckers. Met de nationale jeugdselectie was ik inmiddels gestopt vanwege een chronische blessure, scheenbeenvliesontsteking.

Hoewel mijn sportcarrière niet is geworden wat ik ervan had gehoopt kijk ik met veel plezier terug naar de hoogtepunten die ik heb bereikt, waaronder het Nederlands kampioenschap met de B Junioren van de Volewijckers, met de A Junioren van Oriënt en het uitkomen voor de nationale jeugdselectie. Het was voor mij moeilijk te accepteren dat ik er niet uit kon halen wat er in zat en dat heb ik lang gezien als falen.Inmiddels kan ik beter relativeren en ben ik mij er van bewust dat ik keuzes moet maken. Ik wil mij daarom volledig richten op mijn maatschappelijke carrière. Wat ik met handbal ga doen is momenteel nog onzeker. Dit komt mede doordat ik nog herstellende ben van een knieblessure.Sport heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in mijn leven en dat zal het zeker blijven doen.

5

Ik loop momenteel veel hard en train regelmatig in de sportschool. Wat ik mis is het wedstrijdelement.

In de toekomst wil ik van sport mijn werk maken. Waarom?Volgens mij is geen wereld dynamischer dan die van de sport!

6

1.1Curriculum Vitae

Persoonlijke gegevens

Naam: De GrootVoornamen: Brenda GabriëlleAdres: Henk Oomspad 13Postcode en woonplaats: 1034 WS AmsterdamTelefoon: 020-6334113Mobiel: 0652541437E-mail [email protected]: 03 april 1984Geboorteplaats: AmsterdamNationaliteit: Nederlandse

Opleidingen

September 2003-heden: HEAO; Johan Cruyff University, Hogeschool van Amsterdam. Opleiding commerciële economie gericht op sport. Ervaring met business cases (analyseren van bedrijven), zowel individueel werken als in teamverband. Vakken als

sportsponsoring, sport management, bedrijfseconomie, recht en talen (Spaans en Engels).

Propedeuse behaald juli 2004.

Augustus 1996-mei 2002: Bernard Nieuwentijt College locatie Damstede te Amsterdam. Opleiding VWO, profiel cultuur en maatschappij.

Vakkenpakket: Nederlands, Engels, Duits, Frans, Spaans, wiskunde A, literatuur, geschiedenis, kunstgeschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer, module economie.

Diploma behaald juni 2002.

Werkervaring

September 2006-heden: Afstudeerstage bij Rabobank Amsterdam en Omstreken. Lid van de projectgroep “Beleveniswinkel”, een uniek project in samenwerking met Rabobank Nederland. Werkzaamheden; conceptontwikkeling, interne en externe communicatie, commerciële acties, activiteiten ontwikkelen en uitvoeren (interactie met de klant).

In combinatie met afstudeerstage twee dagen werkzaam bij doop Marketing & Event Concepts. Projectmanager van diverse Stad op z’n kop! evenementen, tevens buiten Amsterdam.

Juni 2006-september 2006: Vier dagen per week werkzaam bij doop Marketing & Event Concepts.

7

Projectmanager van twee Stad op z’n kop! stadsdeelevenementen (West en Oost) in het teken van dans en bewegen. Werkzaamheden; aanvragen vergunningen, benaderen participanten (o.a. locale sportverenigingen) en invulling bepalen, samenstellen activiteitenprogramma, benaderen potentiële sponsors, afspraken (potentiële) sponsors, sponsorovereenkomsten sluiten.

Januari 2006-mei 2006: Tweede stage bij doop Marketing & Event Concepts. Projectmanager van twee Stad op z’n kop! stadsdeelevenementen (Noord en Zuidoost) in teken van dans en bewegen. Werkzaamheden; aanvragen vergunningen, benaderen participanten (o.a. locale sportverenigingen) en invulling bepalen, samenstellen activiteitenprogramma, benaderen potentiële sponsors, afspraken (potentiële) sponsors, sponsorovereenkomsten sluiten.

Augustus 2005-januari 2006: Stagiaire bij doop Marketing & Event Concepts. Plan ter continuering van het kinderevenement Stad op z’n kop! in opdracht van Bureau Stadspas van de gemeente Amsterdam geschreven. Overige werkzaamheden; conceptontwikkeling, organisatie van evenementen, onderzoek.

Januari-april 2005: In samenwerking met de Amsterdam ArenA en het Ministerie van Binnenlandse Zaken Project “Bonfire”, lunchconcert voor 10.000 studenten in het teken van een crisisoefening. Verantwoordelijk voor promotie en ticketing met vijf

medestudenten van de Johan Cruyff University. Geselecteerd op basis van prestaties voorgaande jaren.

Augustus 2003-mei 2004: Trainster/coach bij handbalvereniging de Volewijckers te Amsterdam. Opleiden C-Jeugd.

Januari 2001-heden: Algemeen medewerker bij Squash-Up te Amsterdam, fitness- en squashcentrum. Verantwoordelijk voor zowel administratie als bar en inkoop.

Juli/augustus 2004: Assistent duikinstructeur bij duikschool “Dive 2gether” te Plakias (Kreta) .

Juli 1999-januari 2001: Medewerkster bij marktkraam “Cor Asmussen” Buikslotermeerplein te Amsterdam,

groenten en fruit. Verantwoordelijk voor verkoop en voorraad.

ICT

8

Ervaring met Microsoft Word, Microsoft Excel, Microsoft PowerPoint, Microsoft FrontPage en SPSS (Statistical Package for the Social Sciences).

9

Overig

Rijbewijs behaald september 2003.

Niveau talen

Moedertaal is Nederlands. Engels mondeling en schriftelijk goed, VWO niveau. Spaans schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid VWO/HBO niveau. Duits en Frans VWO niveau.

Topsport

Handbal op het hoogste (=eredivisie) niveau van Nederland bij de Volewijckers te Amsterdam. Nationale beker mei 2005.Nederlands kampioen jeugd in 1996 (de Volewijckers) en 2000 (OriënTo, Amsterdam). Regionale selectie Midden Holland en nationale jeugdselectie tot 18 jaar.

10

1.2 Hoe zie ik mijzelf?

Vóór het doen van verschillende tests, waaronder de Belbin-Groen test en een persoonlijkheidstest, heb ik een overzicht gemaakt van eigenschappen die ik sterk en zwak vind als ik kijk naar mijn persoonlijkheid/karakter en mijn werkwijze. Ik vind het interessant om dit beeld te vergelijken met de rol die uit de Belbin-Groen test komt en de resultaten van de andere tests. De tests staan uitgewerkt in hoofdstuk 1.4.

Sterke eigenschappen Verder te ontwikkelenPerfectionistisch Perfectionistisch, ik heb soms te veel

oog voor detailsResultaatgericht Ik kijk snel op tegen anderen en heb de

neiging mezelf te onderschattenIk werk planmatig Ik ben onzeker over mijn kwaliteitenIk houd me aan afspraken Ik ben nog niet echt een teamplayerBetrokken bij organisatie en project DelegerenEigen mening Ik ga moeilijk om met kritiekCommunicatief vaardig, zowel mondeling als schriftelijk

Ik vind het soms moeilijk om in te schatten waar ik daadwerkelijk sta qua denkniveau en wat de kwaliteit is van het geleverde werk

AccuraatCreatief

Uit dit portfolio blijkt dat ik een ontzettende perfectionist ben. Ik streef altijd naar het hoogst haalbare en verwacht dat ook van anderen. Dit leidt soms tot teleurstellingen.Ik had het gedurende de eerste twee jaar van de studie dan ook regelmatig moeilijk met de instelling en houding van medestudenten. Waar ik voor moet waken is dat ik niet teveel tijd besteed aan bijzaken.Als ik hierin een goede balans weet te vinden kan ik nog efficiënter werken.Verder kan ik nog progressie boeken op het gebied van open staan voor feedback en ik moet opbouwende kritiek niet persoonlijk opvatten.

11

1.3 Hoe zien anderen mij?

In onderstaand schema staat uitgewerkt hoe mensen uit mijn directe omgeving (zowel zakelijk als privé) mij zien. Ik heb hen gevraagd mijn sterke en zwakke eigenschappen te noemen.Tevens staat omschreven wat mijn relatie tot de betreffende persoon is.

Naam Relatie/functie Sterke punten Verder ontwikkelenYvonne Paling Directe collega

Rabobank Amsterdam (vervangster van Sigrid Pronk)

Intelligent, werkt beschouwend en analyserend, proactief, zorgzaam, goede uitvoerder, goede ideeën

Kritiek niet persoonlijk opvatten, meer rol opeisen

Sigrid Pronk Directe collega Rabobank Amsterdam

Zelfstandig, communicatie is sterk punt (zowel mondeling als schriftelijk), proactief, collegiaal

Werken aan enthousiasme bij eerste indruk, met meer flair presenteren, onzekerheid

Manouk van Oordt

Stagebegeleider doop

Accuraat, creatief, enthousiast, hands-on

Introverte houding

Rob van den Heuvel

Assessor jaar 1 Communicatief sterk, harde werker, enthousiast

Delegeren

Orla Noom Medestudente JCU Communicatief sterk, proactief, werkt planmatig, houdt zich aan afspraken, bewaakt deadlines

Open staan voor kritiek, kritiek niet persoonlijk opvatten

Nick Sproet Partner Kritisch (voor zichzelf en anderen), werkt gestructureerd, gedreven

Meer open staan voor kritiek, kritiek niet persoonlijk opvatten

Jurrie de Groot Vader Creatief, goede presentatie, communicatief vaardig, proactief

Meer open staan voor kritiek (ja maar…), onzekerheid

Shelley de Groot Zusje en eerstejaars studente JCU

Perfectionistisch, komt afspraken na, sterke drang om zichzelf te

Kan slecht tegen kritiek

12

bewijzen

13

1.4 Resultaat tests

1.4.A. Belbin-Groen test

Uit de Belbin-Groen test komt dat ik mij het beste kan vinden in de rol van “De afmaker”.“De bedrijfsman” en “De waarschuwer” komen op de tweede en derde plek.Onderstaand de omschrijving van de rol en eigenschappen van “De afmaker”.

De afmaker Rol:

- let er op dat er niets mis gaat en niets wordt vergeten.- kijkt voortdurend uit naar dingen die extra zorg en aandacht vragen.- controleert de voortgang, met name of het werk op tijd perfect is.- jut het team daarmee op.

Eigenschappen:- sterk karakter, stil, introvert, maar wat nerveus en gejaagd.- goede balans tussen gevoelens van bezorgdheid en orde en efficiency.

Gedrag in het team:Acceptabel:- enige ongedurigheid.- verzet tegen oppervlakkige werkopvattingen en oppervlakkige gewoontes.Niet acceptabel:- deprimerende uitwerking op het team door aanhoudend klagen en gezeur.- verlies van overzicht over het geheel door teveel aandacht voor details.

Vergelijking

Ik kan mijzelf volledig vinden in de uitslag van de test. Vanuit mijn neiging tot perfectionisme houd ik deadlines in de gaten en zorg ik dat mijn werk op tijd gereed is.Ik streef altijd naar het hoogst haalbare en daarmee naar een perfect resultaat. Door planmatig te werken en voldoende speling in te bouwen heb ik genoeg tijd om eventuele verbeteringen aan te brengen.

Mijn eigenschappen sluiten geheel aan bij het beeld dat ik van mijzelf heb en de feedback die ik van mijn stagebegeleiders heb ontvangen (zowel bij doop als bij de Rabobank); ik ben niet extravert en kijk graag even de kat uit de boom, echter ik heb wel een duidelijke eigen mening. Als er druk op het werk staat voel ik me nerveus en gejaagd maar dat maakt me wel extra scherp. Dit is voor mijn persoon niet altijd prettig dus ik wil het wel onder controle zien te krijgen.Verder kom ik door mijn introverte houding soms niet echt enthousiast over en dat is bijvoorbeeld tijdens een sollicitatiegesprek wel belangrijk.

14

1.4.B. EQ Test

Onderstaand de totaalscore van mijn EQ Test.

In het algemeen is je emotionele intelligentie gemiddeld. Dat wil zeggen dat je vrij goed om kunt gaan met de emoties van jezelf en anderen. Emotionele intelligentie bestaat uit 5 aspecten. Hieronder kun je

zien hoe je op elk van deze aspecten scoort en waar eventueel zwakke plekken zitten.Intrapersoonlijke eigenschappen

Je hebt gemiddelde intrapersoonlijke eigenschappen. Dat wil zeggen, je bent je redelijk bewust van jezelf en je gevoelens en staat behoorlijk goed op eigen benen. Soms nog kun je het moeilijk vinden om jezelf

en je gevoelens te accepteren. Het kan zijn dat je te hoge eisen stelt aan jezelf, of je teveel laat intimideren door andere mensen. Het kan dan helpen om je te beseffen dat je prima bent zoals je bent en

dat mensen met een grote mond niet beter zijn dan jij.Interpersoonlijke eigenschappen

Je hebt gemiddelde interpersoonlijke eigenschappen. Dat wil zeggen, je bent behoorlijk goed in staat om sociale contacten aan te gaan en te onderhouden. Soms kan het echter gebeuren dat je anderen niet

goed aanvoelt of onbedoeld de verkeerde signalen afgeeft. De kans is groot dat je op zo'n moment niet goed in je vel zit. Zorg je goed voor jezelf en voel je je lekker, dan voel je je ook happy bij anderen.

Aanpassingsvermogen

Je hebt een gemiddeld aanpassingsvermogen. Je reageert behoorlijk snel en adequaat op veranderende omstandigheden en onverwachte problemen. Soms kun je echter aan jezelf twijfelen of bang zijn dat je het niet aan kunt. Je kunt dan een foute inschatting maken of problemen voor je uitschuiven. Op zich is dat helemaal niet erg, iedereen doet dat wel eens. Op zo'n moment kan het helpen om wat meer in je

eigen kracht te geloven: de kans is groot dat je een stuk sterker bent dan je denkt.Stressmanagement

Je bent redelijk stressbestendig. Zit het tegen dan laat je je niet snel ontmoedigen of meeslepen door angst. Soms kun je echter het overzicht verliezen. Het kan dan helpen om het hoofd koel te houden en oog te hebben voor het grotere geheel. Bedenk je bijvoorbeeld hoe het zou zijn om hier over 10 jaar op

terug te kijken. Misschien lijkt je probleem van nu dan wel een onbenulligheid.Stemming

Meestal is je stemming goed. Je voelt je redelijk tevreden en gelukkig met je leven. Soms kan er echter van binnen iets knagen. Het kan zijn dat er iets ontbreekt in je leven: liefde of een leuke baan. Misschien ook zit je gevoel van onvrede van binnen. Het lukt je niet om echt gelukkig te zijn met wat je hebt. Het

kan dan zijn dat je te hoge eisen stelt aan jezelf of het leven.

1.4.C. Persoonlijkheidstest

Onderstaand de uitslag van mijn persoonlijkheidstest.

Een gebalanceerde persoonlijkheid

Kernwoorden: attent, tolerant, aardigOver het algemeen lijk je iemand te zijn die zowel op komt voor zijn of haar eigen belang, als dat van anderen. Waarschijnlijk heb je geen moeite om anderen te helpen met het bereiken van hun doelen.

Daarnaast heb je over het algemeen ook oog voor je eigen doelstellingen. Je bent een goede teamspeler, weet wat je wilt en kan goed omgaan met voor- en tegenspoed.

15

2. Wat kan ik?

Onderstaand vindt u een overzicht van alle negen kerncompetenties die gedurende de opleiding centraal stonden. In het schema heb ik aangegeven in hoeverre ik de competentie denk te beheersen.

Vervolgens heb ik de competenties uitgewerkt en aangegeven waarom ik denk de betreffende competentie te beheersen. Dit ondersteun ik door middel van de eerder genoemde bewijsstukken.

De vet gedrukte competenties licht ik tijdens mijn portfoliopresentatie nader toe.

Competentie - +/- + ++1. Vakkundigheid x 2. Communiceren x 3. Ontwikkelingsgericht vermogen

x

4. Samenwerken x5. Resultaatgerichtheid x6. Ondernemend gedrag x7. Besluitvaardigheid x8. Klantgerichtheid x9. Innovatief vermogen x

16

2.1 Vakkundigheid

Je bent vakkundig als je zelfstandig complexe vraagstukken kunt oplossen. Verschillende aspecten van de vraag/het probleem moeten in kaart worden gebracht, informatie moet worden geanalyseerd, verschillende oplossingen moeten worden aangedragen, op basis van gedane analyses worden conclusies getrokken.

Mijn sterke punt op het gebied van vakkundigheid is het raadplegen van verschillende bronnen en hieruit uiteenlopende relevante informatie vergaren. Ik scheid hoofd- en bijzaken en meningen en feiten van meningen/interpretaties. Ik bekijk vraagstukken vanuit de verschillende betrokkenen en hun belangen.

Dat ik vakkundig ben blijkt uit het advies dat ik in het kader van mijn afstudeerstage bij Rabobank Amsterdam en Omstreken heb geschreven. Voor het uitbrengen van het advies heb ik diverse bronnen geraadpleegd en gekeken wat de belangen van de verschillende betrokkenen zijn.Een voorbeeld is het optimaliseren van de interne communicatie om medewerkers op de Dam vestiging meer betrokken te maken met het geïntroduceerde belevenisconcept. Ik heb een helder beeld geschetst van de huidige situatie en aangegeven waar winst geboekt kan worden om medewerkers te motiveren en te enthousiasmeren.

Tevens toon ik met het rapport dat ik in jaar 2, kwartaal 4 heb geschreven voor de gemeente De Bilt in het kader van de introductie van het project Club Extra aan vakkundig te zijn.Door interviews te houden met mensen die binnen andere gemeenten betrokken waren bij de introductie van Club Extra krijg je een helder beeld van waar in de praktijk de knelpunten zitten en waar de kansen liggen. Dit leidt tot een advies dat helemaal op de praktijk gebaseerd is en dus waardevol voor de opdrachtgever.

17

2.2 Communiceren

Communiceren gebeurt in uiteenlopende beroepssituaties: presenteren, tweegesprekken (functionerings- of beoordelingsgesprek, slecht-nieuwsgesprek, sollicitatiegesprek, adviesgesprek, verkoopgesprek), vergaderen, rapporteren. Pas als in meerdere verschillende situaties sprake is van toegankelijk, sensitief en overtuigend optreden, beschik je over communicatief vermogen.

Ik vind dat ik zowel mondeling als schriftelijk communicatief vaardig ben. Ik beheers de Nederlandse taal goed; mijn spelling en grammatica zijn correct.Ik hanteer een duidelijke en logische structuur, hierdoor is de hoofdlijn van mijn verhaal goed te volgen. Ik ben to the point en ondersteun mijn mening door middel van argumenten. De argumentatie is volledig en consistent.Door vragen te stellen en samen te vatten controleer ik of mijn verhaal goed is overgekomen.

Op het gebied van sensitiviteit kan ik nog vooruitgang boeken. Ik luister naar de mening van anderen maar als ik kritiek krijg ben ik geneigd een defensieve houding aan te nemen.Door mij beter in te leven in mijn gesprekspartner en de situatie word ik mij bewuster van het feit dat de kritiek niet persoonlijk bedoeld is.

Met mijn advies voor de Rabobank heb ik aangetoond communicatief vaardig te zijn. Het rapport is logisch opgebouwd en daarmee is de hoofdlijn voor de lezer snel duidelijk. Mijn adviezen zijn ondersteund door middel van praktijkvoorbeelden. De argumentatie is volledig en consistent.Het rapport is in correct Nederlands geschreven.

De beheersing van deze competentie blijkt ook uit de Lessons Learned van jaar 4, semester 2.In het rapport is een duidelijke structuur aangebracht waardoor het overzichtelijk is voor de lezer.Beheersing van de competenties wordt aangetoond door middel van praktijkvoorbeelden.

Tevens heb ik gedurende de gesprekken met mijn assessor Wim de Wit aangetoond dat ik communicatief vaardig ben. Ik heb mijn mening en standpunt onderbouwd met argumenten en praktijkvoorbeelden. Een voorbeeld is ons eindgesprek naar aanleiding van mijn VLO en Lessons Learned (jaar 4, semester 2).

18

2.3 Ontwikkelingsgericht vermogen

Je beschikt over ontwikkelingsgericht vermogen als je niet alleen in staat blijkt op alle voorgaande competenties vooruitgang te boeken aan de hand van systematische reflectie en ontwikkelacties, maar als je tevens kunt aangeven onder welke omstandigheden leren/ontwikkelen bij jou bevorderd wordt. Je bent vooral ontwikkelingsgericht als je zelfstandig initiatief neemt jouw gedrag bij anderen te evalueren.

Ik beheers deze competentie omdat ik een goed beeld heb van mijn sterke en zwakke punten, mijn leerproces en mijn eigen leergedrag.Door feedback te vragen en te reflecteren formuleer ik steeds nieuwe ontwikkeldoelen.Ik ben kritisch en daarom actief bezig met mijn persoonlijk en beroepsmatig functioneren.

Gedurende de opleiding wordt door middel van de COP en Lessons Learned veel aandacht besteed aan ontwikkelingsgericht vermogen. Dit maakt je bewust van je eigen leerproces.De Lessons Learned van de afgelopen jaren noem ik dan ook als bewijsstuk voor deze competentie.Tevens schets ik in de VLO van jaar 4, semester 2 een helder beeld van waar ik nu sta in mijn ontwikkeling en heb ik hierin omschreven wat mijn ontwikkeldoelen (voor de korte en lange termijn) zijn. Ook dit document noem ik daarom als bewijsstuk.

19

2.4 Samenwerken

Een goede prestatie betekent niet automatisch dat er goed is samengewerkt. Evenals een goede sfeer niet betekent dat sprake is van een optimale samenwerking. Je kunt goed samenwerken als je ook in complexe omstandigheden (conflicten, tegenslag onduidelijkheden met betrekking tot opdracht en resultaat, botsende persoonlijkheden, grote verschillen in kwaliteiten en aanpak tussen teamleden onderling etc.) gezamenlijk tot een bevredigend resultaat kunt komen.

Ik kan goed zelfstandig werken en vind dat ook prettig. Tijdens mijn afstudeerstage bij Rabobank Amsterdam heb ik de competentie samenwerken verder kunnen ontwikkelen.Het belevenisproject is uniek omdat dit een samenwerking is tussen Rabobank Amsterdam en Rabobank Nederland. Twee partijen met een cultuurverschil en andere belangen.Een uitdaging dus!Tijdens mijn stage bij de Rabobank heb ik een sterke positie binnen de projectgroep weten te verwerven. Ik ben momenteel op contractbasis nog steeds betrokken bij het project.Ik lever een actieve bijdrage aan de structurering van het werk; afspraken over de werkwijze en resultaten. Mijn prestaties lever ik volgens afspraak en ik bewaak deadlines. Vervolgens vraag ik feedback. Ik zou nog wat meer open kunnen staan voor feedback en opbouwende kritiek door dit niet persoonlijk op te vatten.

Een ander goed voorbeeld waarin ik aantoon deze competentie te beheersen is de samenwerking met communicatiebureau Local World voor het Stad op z’n kop! project van doop Marketing & Event Concepts.Local World verzorgt het communicatietraject, doop is verantwoordelijk voor alle overige taken. Omdat hierbij sprake is van overlap, bijvoorbeeld de communicatie van het programma, is het belangrijk projectgrenzen goed af te bakenen en elkaar regelmatig op de hoogte te houden van de stand van zaken. De werkgebieden van doop en Local World zijn complementair en daarom is de combinatie doop en Local World sterk.Ik maak duidelijke afspraken met mijn collega bij Local World en kom die afspraken ook na, ik bewaak deadlines, evalueer de bijdrage van Local World kritisch en ben bewust bezig met mijn eigen ontwikkeling en het optimaliseren van de samenwerking. Dit komt de kwaliteit van de projecten ten goede.

20

2.5 Resultaatgerichtheid

Je toont pas echt aan resultaatgericht te kunnen werken als ook in situaties waarin werkwijze en planning niet op voorhand vastliggen je zelfstandig stuurt op resultaten. Je bent resultaatgericht als je in verschillende situaties laat zien dat je doelgericht en planmatig, oplossingsgericht en efficiënt bent.

Vanuit mijn perfectionistische houding ben ik resultaatgericht. Ik streef altijd naar het hoogst haalbare en ben pas tevreden als mijn doel bereikt is. Deze doelen stel ik in termen van (meetbare) resultaten en ik werk planmatig om mijn doel te bereiken.

Het feit dat ik gericht ben op actie en resultaat bij het oplossen van problemen blijkt uit het onderstaande.In het kader van het belevenisproject stond wekelijks een overleg gepland met de gehele projectorganisatie. Dit overleg duurde gemiddeld vier uur. Tijdens deze vergaderingen werden regelmatig details aan de orde gesteld waarover lang werd gediscussieerd. In mijn advies voor de Rabobank heb ik aangegeven dat deze overleggen niet efficiënt en effectief zijn. Ik heb voorgesteld het overleg op te splitsen naar werkgebied met als resultaat twee kleinere projectgroepen met verschillende verantwoordelijkheden. Inmiddels wordt deze structuur gehandhaafd en dat bevalt uitstekend.Regelmatig heb ik binnen de oude structuur aangegeven dat de beschikbare tijd efficiënter besteed moest worden wat ook duidt op resultaatgerichtheid.

Dat ik resultaatgericht ben blijkt ook uit de Lessons Learned die ik heb geschreven in jaar vier, semester 2 en mijn VLO. Ik stel hierin duidelijke doelen die meetbaar zijn. Verder heb ik een helder beeld van mijn sterke en zwakke eigenschappen en vraag ik actief feedback, bijvoorbeeld aan mijn stagebegeleider.Uit COP documenten en de Lessons Learned haal ik vervolgens leerdoelen waaraan ik nog wil werken. Kortom, ik heb een duidelijk beeld van mijn leerproces en de ontwikkeling die ik op korte en lange termijn wil doormaken.

21

2.6 Ondernemend gedrag

Situaties die aan verandering onderhevig zijn en waar sprake is van onzekerheid en weinig structuur vereisen met name een ondernemende houding. Je bent ondernemend als je in een aantal verschillende situaties laat zien proactief te handelen en over commercieel inzicht te beschikken.

Met een praktijkvoorbeeld tijdens mijn afstudeerstage bij Rabobank Amsterdam kan ik aantonen dat ik de competentie ondernemend gedrag beheers. Voor de aankleding van een actie in samenwerking met het Leger des Heils moest een gedeelte van de beleveniswinkel op een bijzondere manier worden ingericht en aangekleed. Samen met een collega van Rabobank Nederland had ik dit traject opgepakt. Mijn direct collega Sigrid Pronk was destijds op vakantie waardoor ik de eerste verantwoordelijke vanuit Rabobank Amsterdam was. De stylist waarmee wij het concept hadden bedacht haakte op het laatste moment af waardoor wij een groot probleem hadden.Ik heb toen niet getwijfeld en contact opgenomen met een decoratiepartij waarmee ik bij doop altijd samenwerk. Dit zijn twee kunstenaars die goed commercieel inzicht hebben.In korte tijd hebben zij een nieuw concept ontwikkeld en uitgevoerd. Voor de bank was het even wennen maar de geluiden waren achteraf zeer positief. Aangezien de actie de nodige media-aandacht heeft opgeleverd is het goed dat ik deze stap heb gezet.Ik toon hiermee aan initiatief te durven nemen, ook als blijkt dat hieraan risico’s zitten.

Dat ik binnen de opleiding ondernemend gedrag heb vertoond blijkt uit de feedback van medestudenten die ik na elk kwartaal kreeg (zie bijvoorbeeld de beoordeling van Orla Noom in hoofdstuk 1.3). Ik was vaak degene die het voortouw nam bij een nieuwe proftaak. Ik stelde voor de opdracht gezamenlijk door te nemen en vervolgens een taakverdeling te maken.Vaak werd ik binnen teams als projectleider gezien. Ik vind het prettig om de touwtjes in handen te hebben en houd graag overzicht. Toch moet ik proberen meer taken uit handen te durven geven en te delegeren. Afhankelijk van de situatie gaat dit beter. Bij de Rabobank vind ik het geen probleem om taken uit te besteden. Bij doop, waar ik samen heb gewerkt met een stagiaire, had ik hier wat meer moeite mee. Wellicht zou ik een meer adviserende rol aan moeten nemen en minder uitvoerend bezig zijn.

22

2.7 Besluitvaardigheid

Besluitvaardigheid is pas goed te beoordelen in situaties die enige mate van complexiteit kennen én waar de beslisser een bepaalde verantwoordelijkheid draagt voor de uitkomsten van de besluitvorming.

Dat ik besluitvaardig ben blijkt uit het feit dat ik tijdens discussies een duidelijke stelling aanneem. Deze stelling onderbouw ik door middel van heldere en volledige argumentatie.

Voor wat betreft de competentie besluitvaardigheid verwijs ik wederom naar het inschakelen van mijn eigen contact voor de inrichting van de activiteit van het Leger des Heils in de Rabobank beleveniswinkel. Ik toon hiermee aan knopen door te durven hakken en daarbij een zeker risico te nemen. Bij het nemen van een soortgelijke beslissing houd ik wel rekening met eventuele consequenties van de beslissing.

Tijdens jaar 1, kwartaal 3 heb ik ook aangetoond besluitvaardig te zijn. Tijdens dat kwartaal hebben we als team de managementgame gespeeld. Hierbij moesten wekelijks beslissingen worden genomen op het gebied van prijs, het inkopen van marktinformatie en de eventuele inzet van reclame. Tijdens onze vergaderingen heb ik duidelijk stelling genomen en deze ondersteund door middel van argumenten. Daarbij overzag ik de consequenties van een dergelijke beslissing.

23

2.8 Klantgerichtheid

Je bent klantgericht als je in meerdere, verschillende situaties kunt laten zien klantgericht te handelen: je doet dit zelfstandig, frequent en ook in meer complexe situaties.

De competentie klantgerichtheid heb ik met name gedurende mijn stages ontwikkeld.Bij doop ben ik de contactpersoon voor onze (externe) klant, Stadspas Amsterdam (onderdeel van de gemeente). Zij hebben het initiatief genomen voor het kinderevenement, wij hebben het concept ontwikkeld.Ik ben klantgericht omdat ik de wens van de klant als uitgangspunt neem voor activiteiten. Ik reageer alert op deze wensen en eventuele vragen. Ik werk volgens een vooraf opgesteld plan en houd me aan de gemaakte afspraken.Bij de afronding van het project evalueer ik of de klant tevreden is en gebruik deze feedback als basis voor het volgende project.Ik word door mijn contactpersoon van de Stadspas inmiddels “de moeder van Stad op z’n kop!” genoemd en dat zie ik als een compliment. Mijn contactpersoon reageerde als volgt toen zij hoorde dat ik mijn contract bij doop niet heb verlengd: “Dus ze hebben bij de bank ook je talenten ontdekt! Jammer, maar ik wens je heel veel succes”.

Ook binnen de bank heb ik regelmatig te maken met klanten maar dat is doorgaans intern.Een voorbeeld van een situatie waarin ik klantgericht heb gewerkt is de conceptontwikkeling en uitvoering van de actie Hypotheken Voorjaar. Ik heb de wensen van de klant (de manager hypotheken) als uitgangspunt genomen en alert gereageerd op vragen en verzoeken. Door regelmatig informatie terug te koppelen houd ik de opdrachtgever betrokken. Achteraf heb ik de actie geëvalueerd en toen kreeg ik de volgende feedback; “Een prima resultaat. Vond overigens dat alles erg goed was geregeld. Mag ook wel eens gezegd worden.”

24

2.9 Innovatief vermogen

Innoveren wordt gestimuleerd in situaties waar werkwijze en resultaat niet gedetailleerd zijn vastgelegd (dus weinig procedures), waar samenwerking in wisselende verbanden plaatsvindt en waar sprake is van een open cultuur. Je bent innovatief als je in verschillende situaties laat zien over visie en/of creativiteit te beschikken.

Ik ging er altijd van uit dat ik weinig creatief was maar ik heb mezelf op dit vlak positief verrast. Door op de hoogte te zijn van trends en ontwikkelingen die spelen binnen de markt heb ik een goede basis om een concept of advies te ontwikkelen. Creatief kun je ook zijn door aan een bestaand concept een nieuwe invulling te geven.Ik produceer makkelijk nieuwe ideeën. Een voorbeeld hiervan is het themavoorstel dat ik heb gedaan voor het centrale Stad op z’n kop! evenement (voor alle Amsterdamse basisschoolkinderen) in 2006. Ik heb het thema “Water” voorgedragen omdat dit goed actief en educatief kan worden ingevuld. Dit evenement was een enorm succes en de invulling van alle lokale en landelijke partijen was heel divers.

Bij de Rabobank zijn wij momenteel bezig met de invulling van het nieuwe thema Sport & Jeugd. Een thema dat perfect aansluit bij mijn achtergrond en interesses. Samen met een extern bureau hebben we het concept ontwikkeld en gaan we binnenkort de uitvoerende fase in.Ik heb actief meegedacht over de invulling van het concept en daarbij gebruik gemaakt van de ervaring die ik tijdens de opleiding en mijn stage bij doop heb opgedaan. Rabobank is in Nederland de grootste partij op het gebied van (sport)sponsoring. Het gekozen thema lag dus redelijk voor de hand. Door in te spelen op huidige trends en ontwikkelingen zijn we toch tot vernieuwende ideeën gekomen, waaronder een hologram van een sporter ’s avonds in de vestiging, een vitrine met daarin diverse sportgerelateerde merchandise artikelen, een huldigingpodium als omkasting voor de videomail.In de maand juli focussen we volledig op de Tour de France, in de maand augustus komen hockey en paardensport aan bod in combinatie met het Rabo Streetball (basketbal op pleintjes). De kans is groot dat ik het project Rabo Streetball in de toekomst op ga pakken voor Rabobank Amsterdam.

25

3. Wat wil ik?

Onderstaand heb ik een beeld geschetst van mijn positie op de arbeidsmarkt op korte en lange termijn.

3.1 Korte termijn

Voor de korte termijn heb ik al een aardig beeld van mijn positie op de arbeidsmarkt. De komende drie maanden (mei tot en met juli) blijf ik nog werkzaam op de afdeling Strategie, Marketing en Communicatie van Rabobank Amsterdam en Omstreken. Mijn werkzaamheden blijven daar in het teken staan van het project “beleveniswinkel”.De Rabobank lijkt mij een perfecte organisatie om ervaring op te doen en eventueel een interne opleiding te volgen (bijvoorbeeld gericht op persoonsontwikkeling).Ik heb het contract bewust niet langer dan drie maanden verlengd omdat intern een reorganisatie plaatsvindt en ik eerst wil weten wat dit voor gevolgen heeft voor mij en mijn functie en omdat ik graag wil kijken naar andere mogelijkheden.Verder werk ik tot en met de maand juni nog twee dagen per week bij doop Marketing & Event Concepts, ik ben daar projectmanager van het project Stad op z’n kop! Zoetermeer. Zoetermeer is de eerste gemeente buiten Amsterdam waar Stad op z’n kop! wordt geïntroduceerd.

De afgelopen maanden heb ik ervaren dat een functie gericht op communicatie (zowel intern als extern) mij aanspreekt. Ik vind het leuk om artikelen te schrijven en denk dat dit ook een sterk punt van mij is. In het verleden heb ik een studie journalistiek overwogen maar ik vind dat ik voor dit vak te introvert ben.Ook het bedenken en uitvoeren van commerciële acties en de communicatie daaromheen spreekt mij aan.Wat ik ondervond is dat ik niet echt een type ben voor een bank. Hoewel de formele sfeer mij meevalt, is het iedere keer weer een opluchting als ik naar doop mijn spijkerbroek aan mag. Niet alleen de werksfeer maar ook de creativiteit bij een bureau als doop mis ik.Opvallend was het moment dat ik bij een opdrachtnemer van de Rabobank aan tafel zat in verband met een aantal te plannen acties en dat ik liever aan de andere kant van de tafel had gezeten. Zij hielden zich namelijk ook bezig met een groot aantal cases van Nike.Een organisatie als Trefpunt die zich veel bezighoudt met sportmarketing lijkt mij een interessante werkgever. Zij voeren onder andere opdrachten uit voor de Rabobank, denk bijvoorbeeld aan het Rabobank Wielerplan.Kortom, de branche waarin ik nu werkzaam ben spreekt mij wel aan maar meer als opdrachtnemer dan als opdrachtgever.

Het organiseren van evenementen vind ik nog steeds leuk om te doen, ik denk dat ik hier ook de geschikte persoon voor ben. Ik regel graag, werk planmatig en zorg ervoor dat alles tot in de puntjes geregeld is. Wel wil ik verder kijken dan doop. Stad op z’n kop! is niet echt een uitdaging meer omdat het erop neerkomt dat ik iedere keer hetzelfde trucje herhaal.Graag ga ik binnen een sportgerelateerde organisatie aan de slag met grote projecten.Het Holland Heineken House lijkt mij bijvoorbeeld een geweldig project (ook van Trefpunt).

26

Voor de komende maanden staat dus vast waar ik werkzaam ben maar dat betekent niet dat ik stil ga zitten. Helaas zijn bij Trefpunt momenteel geen vacatures vrij maar een open sollicitatie is een optie. Ik ben in het verleden al een keer door hen benaderd voor een stage.Verder ga ik mij oriënteren op het gebied van bureaus die sportgerelateerde marketingprojecten uitvoeren. Ik ben er inmiddels wel achter dat dit soort banen niet worden aangeboden bij Monsterboard of Intermediair. Ik zal gebruik moeten maken van het netwerk dat ik de afgelopen twee jaar heb opgebouwd.

3.2 Lange termijn

Op de lange termijn zie ik mijzelf als zelfstandig ondernemer. Het liefst zou ik emigreren, bij voorkeur naar Spanje. Ik zou samen met mijn vriend een sportschool willen starten in combinatie met fysiotherapie. Hoewel onze opleidingen perfect bij elkaar aansluiten (ik kan me richten op het zakelijke gedeelte, Nick op de sportgerelateerde activiteiten en het medische aspect) zie ik wel de nodige valkuilen. Om te voorkomen dat we in een programma als “Het roer om” terecht komen zullen we goed voorbereid en met een aardige financiële buffer moeten starten.We zijn momenteel bezig om door middel van onze reeds opgedane contacten informatie in te winnen over de Spaanse (sport)markt, de behoefte aan Nederlandse fysiotherapeuten en het Spaanse verzorgingsstelsel.Een groot voordeel is dat Nick zijn stage bij Real Madrid heeft gelopen. Hij heeft goede kennis van de taal en Spaanse contacten. Voor wat betreft de taal beschik ik ook over de basisvaardigheden.Wat mij de afgelopen twee jaar duidelijk is geworden (wij hebben nu ruim twee jaar een relatie), is dat er een duidelijke taakverdeling moet worden aangebracht. Nick kan zich het beste richten op het leggen en onderhouden van contacten, ik zal het zakelijke gedeelte moeten oppakken.Het feit dat wij twee totaal verschillende karakters hebben kan in ons voordeel werken maar is ook zeker een gevaar. Ondanks dat ben ik er zeker van dat als wij goed voorbereid aan dit project beginnen het grote kans van slagen heeft.Voor mij persoonlijk zal heimwee misschien nog wel het grootste gevaar zijn. Ik hecht veel waarde aan de relatie met mijn familie.Omdat het ondernemersschap enorm trekt en omdat ik Spanje een prachtig land vind met een mooie cultuur denk ik dat we de uitdaging gewoon aan moeten gaan.Wellicht kan het JCU netwerk hierbij een rol van betekenis spelen!

27

3.3 Ontwikkeldoelen

Onderstaand heb ik mijn doelen voor de korte en lange termijn in kaart gebracht, zowel zakelijk als privé.

Doelen op korte termijn

Zakelijk

- Ervaring blijven opdoen in een middelgrote tot grote organisatie (de Rabobank).

- Oriënteren wat de mogelijkheden zijn qua werk in het buitenland, Spanje.- Kijken wat de mogelijkheden zijn op de Nederlandse evenementenmarkt,

bijvoorbeeld als freelancer.- Eventueel kijken wat de JCU voor mij kan betekenen met het oog op

Spanje en in hoeverre ik wellicht iets voor de JCU kan betekenen (navigeren, bijdrage aan onderwijsconcept vierde jaar?).

- Netwerk uitbreiden.

Privé

- Zelfstandig wonen.- Herstellen van mijn knieblessure en trainen voor de Dam tot Damloop.- Beslissen waar mijn sport komt te staan in mijn sociale leven.- Beslissing wel/niet emigreren naar Spanje.

Doelen op lange termijn

Zakelijk

- Ervaring opdoen binnen een groot (internationaal) bedrijf, liefst Spanje-gerelateerd.

- Oriëntatie op het vlak van sportschool in combinatie met fysiotherapie op de Spaanse markt.

- Businessplan schrijven voor eigen onderneming.- Netwerk verder uitbreiden.

Privé

- Op sportief vlak wellicht alleen nog recreatief.- Kinderen.

28

3.4 Korte en lange termijn doelstellingen

Onderstaand heb ik mijn doelstellingen voor de korte en lang termijn in kaart gebracht.

Persoonlijke ontwikkeldoelen korte termijn

1. Door het volgen van een assertiviteitstraining werk ik aan mijn introverte houding.2. Goede balans houden tussen gevoelens van bezorgdheid en orde en efficiency (onder andere door onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken).3. Niet te veel aandacht besteden aan details en hierdoor efficiency verder ontwikkelen.

Persoonlijke ontwikkeldoelen lange termijn

1. Werken aan introverte houding en eerste indruk, niet alleen door het volgen van trainingen maar ook door verdere ontwikkeling in het bedrijfsleven.2. Taken kunnen delegeren en mensen aansturen, niet zelf alle verantwoordelijkheid willen dragen.

Algemene ontwikkeldoelen korte termijn

1. Ik kijk regelmatig of ik interessante vacatures tegenkom die voor mij wellicht in de toekomst interessant kunnen zijn.2. Ik ga mij oriënteren op het gebied van cursussen en trainingen met een communicatieve en/of juridische insteek.

Algemene ontwikkeldoelen lange termijn

1. Ik ga aan het werk op een marketing/communicatieafdeling van een middelgrote/grote organisatie. 2. Ik doe meer kennis en ervaring op, op het gebied van communicatie door het volgen van vakinhoudelijke opleidingen.

29