AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve...

58
WTCB EEN UITGAVE VAN HET WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF TECHNISCHE VOORLICHTING LAATSEN VAN BUITENSCHRIJNWERK DRIEMAANDELIJKSE PUBLIKATIE AFGIFTE : BRUSSEL X ISSN 0577-2028 PRIJSKLASSE : A6 Juni 1993 188 P

Transcript of AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve...

Page 1: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

WTCBEEN UITGAVE VAN HET WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF

TECHNISCHEVOORLICHTING LAATSENVAN BUITENSCHRIJNWERK

DRI

EMA

AN

DEL

IJKSE

PU

BLIK

ATI

E –

AFG

IFTE

: BR

USS

EL X

– I

SSN

057

7-20

28 –

PRI

JSKL

ASS

E : A

6

Juni 1993

188 P

Page 2: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

T

T E C H N I S C H EV O O R L I C H T I N GT E C H N I S C H EV O O R L I C H T I N G LAATSENVAN BUITENSCHRIJNWERK

TV 188 – juni 1993

Het, zelfs gedeeltelijk, overnemen of vertalen van de tekst van deze Technische Voorlichting is slechtstoegelaten na schriftelijk akkoord van de verantwoordelijke uitgever.

Dit is een publikatie van technische aard. De bedoeling ervan is de resultaten van praktijkonderzoek voorde bouwsektor te verspreiden.

WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJFWTCB, inrichting erkend bij toepassing van de besluitwet van 30 januari 1947

Maatschappelijke zetel : Violetstraat 21-23 te 1000 Brussel

Deze Technische Voorlichting werd opgesteld door een werkgroep van hetTechnisch Komitee Schrijnwerken, waarvan de voorzitters de Heren L. Stuytsen R. Dupont zijn.

Samenstelling van de werkgroep

Voorzitter de H. R. Dupont

Leden de HH. G. Balhan, F. Beugnies, R. Clement,M. Collignon, H. Etienne, J.-C. François,D. Grandjean, M. Narbot, O. Nelissen,R. Rosseeuw, F. Simon, C. Sovet,M. Weverbergh

Ingenieur-animator de H. J. Dubois, WTCB

P

Page 3: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

2 TV 188 – juni 1993

INH

OU

D

INH

OU

D

1 INLEIDING .................................................................................................. 4

2 FUNKTIONELE CRITERIA EN PLAATSINGSVOORSCHRIFTEN

2.1 Funktionele criteria .................................................................. 62.2 Geldende voorschriften ............................................................ 7

3 KLASSIFIKATIE EN FABRIKAGETOLERANTIES

3.1 Klassifikatie van schrijnwerk .................................................. 83.2 Fabrikagetoleranties van schrijnwerk ...................................... 9

4 SOORTEN RUWBOUW

4.1 Inleiding ................................................................................... 104.2 Soorten wanden ........................................................................ 104.3 Beschrijving van wanden met tweetrapsafdichting ................. 124.3.1 Spouwmuren van metselwerk .................................................. 124.3.2 Beklede gevels ......................................................................... 134.3.3 Geprefabriceerde gevelelementen ............................................ 134.3.4 Skeletwanden ........................................................................... 144.4 Beschrijving van wanden met eentrapsafdichting ................... 144.5 Hoofdkarakteristieken van ruwbouwwanden .......................... 154.5.1 Kontakt van het schrijnwerk met vochtige materialen ........... 154.5.2 Luchtdoorlatendheid van de wanden ....................................... 154.5.3 Waterdoorlatendheid van wanddelen ...................................... 154.5.4 Mechanische sterkte van ruwbouwmaterialen ......................... 164.6 Toleranties op de ruwbouw ..................................................... 17

5 PLAATSING VAN HET SCHRIJNWERK

5.1 Toleranties op de werken ......................................................... 195.1.1 Toleranties op geplaatst schrijnwerk ....................................... 195.1.2 Toleranties op de kombinatie “schrijnwerk-ruwbouw” .......... 195.2 Plaatsing in een neg ................................................................. 225.2.1 Algemeen ................................................................................. 225.2.2 Neg en dorpel ........................................................................... 235.2.2.1 Neg voor ramen van hout of PVC........................................... 235.2.2.2 Neg voor ramen van metaal .................................................... 245.2.2.3 Onderprofiel op dorpel ............................................................ 245.2.2.4 Dichtingsvoeg .......................................................................... 245.2.3 Geometrische karakteristieken van het schrijnwerk ................ 245.2.4 Waterscherm - Drainering ....................................................... 255.2.4.1 Drainage van de spouwmuur boven het venster ..................... 255.2.4.2 Afdichten .................................................................................. 285.2.4.3 Geval van de volle muur - Bescherming van het schrijnwerk

tegen bevochtiging ................................................................... 285.2.5 Luchtdichte binnenafwerking .................................................. 285.2.5.1 Basisprincipes .......................................................................... 285.2.5.2 Luchtdichtheid door binnenbepleistering ................................ 305.2.5.3 Omkadering met platen ............................................................ 315.2.6 Mechanische verankering van het schrijnwerk ....................... 315.2.7 Vensters met rolluiken ............................................................. 355.2.8 Gangbare plaatsing van gewone vensters ................................ 37

Page 4: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

3 TV 188 – juni 1993

5.3 Plaatsing van gewone vensters zonder neg ............................. 385.3.1 Algemeen en afmetingen ......................................................... 385.3.2 Drainage van de ruwbouw ....................................................... 395.3.3 Luchtdichtheid - Kontinuïteit van de isolatie .......................... 405.3.4 Mechanische verankering van het schrijnwerk ....................... 415.4 Plaatsing met kader of stelkader .............................................. 425.5 Uitspringend schrijnwerk ......................................................... 42

6 HULPPRODUKTEN VOOR DE PLAATSING VAN SCHRIJNWERK

6.1 Metalen hulpstukken ................................................................ 466.2 Kitten ........................................................................................ 486.3 Schuimstoffen .......................................................................... 506.4 Andere produkten ..................................................................... 506.4.1 Dichtingsmembranen ............................................................... 506.4.2 Isolatiematerialen ..................................................................... 50

BIJLAGE Uittreksel uit de STS 52 Buitenschrijnwerk ............................................................... 52

LITERATUURLIJST .................................................................................................. 55

INH

OU

D

Page 5: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

4 TV 188 – juni 1993

1 INLEIDING

Het plaatsen, bevestigen en opvoegen van schrijnwerk vereisen samenwerking tussenmeerdere bouwvakken. In feite is deze koördinatie vaak gebrekkig, gevolg hiervan isonvoldoende nauwkeurigheid bij de uitvoering van de diverse bouwonderdelen en laterbouwschade.

Bovendien zijn de gestelde eisen niet alleen vrij ingewikkeld maar zijn ze de jongstedecennia ook geëvolueerd ten gevolge van verschillende faktoren, zoals de ontwikkelingvan nieuwe materialen, de evolutie van de bouwtechnieken en de eisen inzake komfort enenergiebesparing.

In het verleden werden de vensters nagenoeg altijd in een muur van metselwerk geplaatst,waarvan de hoofdfunktie beperkt bleef tot het verzekeren van de stabiliteit en de bescher-ming tegen de buitenomgeving. Het schrijnwerk was een van de elementen van de buiten-wand, nuttig voor verlichting en verluchting.

De huidige eisen hebben de vaklui gedwongen beter geïsoleerde en dichtere muren teontwerpen. De raamfabrikanten hebben het gebruik van dichtingsstrips van kunststofveralgemeend, waardoor het schrijnwerk veel betere prestaties en vaak ook grotere afmetin-gen heeft.

Men stelt echter vast dat de officiële voorschriften voor het plaatsen van schrijnwerk dieevolutie niet hebben gevolgd :◆ de bevestigingswijzen zijn geëvolueerd en de vensters groter geworden, hoewel er

niets veranderd is aan de basiseisen inzake windstabiliteit◆ de mechanische problemen worden aangevuld met hygrotermische en komforteisen in

de kamers.

De vraag wordt dus : welke eisen worden er gesteld aan de aansluiting tussen een betergeïsoleerde en dichtere ruwbouw en het hoogwaardige schrijnwerk ?

Het WTCB heeft dan ook met de steun van het IWONL (Instituut tot aanmoediging vanhet wetenschappelijk onderzoek in nijverheid en landbouw) en van de Gewesten, eenonderzoek aangevat naar het technische ontwerp van de gebouwschil. Een van de hoofd-stukken — onder leiding van de Technische Komitees Schrijnwerken en Glaswerken —is gewijd aan de problemen in verband met de aansluiting van het schrijnwerk met deruwbouw. Dit onderzoek heeft tot doel de verschillende typen ruwbouw te bestuderenvanuit funktioneel oogpunt en er plaatsingsmodellen uit af te leiden die in situ dienen teworden getest.

Page 6: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

5 TV 188 – juni 1993

Laboratoriumproeven zijn onontbeerlijk want, in tegenstelling tot de mechanische kracht-werkingen ten gevolge van de wind en het eigen gewicht, kunnen de luchtlekken onderwinddruk niet worden berekend, gezien de mogelijke discontinuïteit aan de aansluitingen.

Het Technische Komitee Schrijnwerken van het WTCB vond het gepast om nu reeds eenTechnische Voorlichting over de plaatsing van schrijnwerk te publiceren. Deze kadert inhet ondernomen onderzoek en schetst de huidige stand van de kennis, die in de komendejaren moet worden uitgediept en verfijnd door meer systematische waarnemingen op debouwplaats en de opstelling van korrelaties met de meer kwantitatieve resultaten van hetonderzoek.

OPMERKING

Deze Technische Voorlichting bepaalt de te bereiken doelstellingen. Ze geeft ook infor-matie in verband met de gebruikte materialen en illustreert de plaatsingsprincipes met eenaantal voorbeelden. De voorgestelde profielen zijn echter niet bindend voor de behan-delde plaatsingsproblematiek.

Page 7: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

6 TV 188 – juni 1993

2 FUNKTIONELE CRITERIA ENPLAATSINGSVOORSCHRIFTEN

2.1 FUNKTIONELECRITERIA

Een venster moet volgens een aantal principes wor-den geplaatst :◆ het raam wordt in de as van de vensteropening

geplaatst; het wordt waterpas en loodrecht, of volgens de voorziene hellingen geplaatst◆ het raam wordt in de ruwbouw bevestigd om op de konstrukties de krachten over te

dragen die te wijten zijn aan :✲ het eigen gewicht✲ de wind✲ normaal en verkeerd gebruik✲ inbraakpogingen

◆ bij de keuze van de plaatsingstechniek wordt rekening gehouden met :✲ de mechanische karakteristieken van de ruwbouwmaterialen waarin het venster

wordt vastgezet, daar sommige materialen geen trekspanningen verdragen✲ de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen,

d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële termische vervor-mingen, enz.

◆ de aansluiting met de ruwbouw moet de kontinuïteit van de hoofdfunkties van de gevelverzekeren :✲ de waterdichtheid wordt derwijze ontworpen dat bij slagregen grote waterlekken

worden vermeden, en dat er wordt gezorgd voor de drainage en afvoer van hetwater afkomstig ofwel van lekken van hoger gelegen delen, ofwel van eventuelekondensatie

✲ het luchtscherm sluit op de binnenzijde van de profielen aan✲ de termische en akoestische isolatiematerialen worden tegen het vaste raamprofiel

aangesloten.

Afbeelding 1 illustreert de voornoemde principes voor het geval van een raam geplaatstin de neg (*) van een spouwmuur. Ze dienen te worden geïnterpreteerd afhankelijk vanhet weerhouden gevelontwerp en van de architekturale criteria. Er dient hierbij rekeningte worden gehouden met :◆ de bijzondere vorm van het raam, bij voorbeeld een rond of ruitvormig raam◆ andere plaatsingstypen dan in vertikale vlakke gevelopeningen, zoals bij voorbeeld bij

daken, of op de gevel uitspringende ramen, enz.

(*)Neg : rand gevormd door het buitenspouwblad dat uitspringt ten opzichte van het binnenspouwbladwaartegen het schrijnwerk geplaatst wordt.

Page 8: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

7 TV 188 – juni 1993

2.2 GELDENDEVOORSCHRIFTEN

10

3

5

2

4

Afb. 1 Principeschetsvan een raam in de negvan een spouwmuur.

De basisvoorschriften staan vermeld in de STS 52.0,paragraaf 52.07 Plaatsing, en worden overgenomenin de Bijlage van deze Technische Voorlichting.

De hoofdpunten van de STS-voorschriften bepalen :◆ de toleranties op de ruwbouw◆ de kwaliteit van de verankeringsmaterialen◆ de plaats van de verankeringen voor gangbare ramen.

De Bijlage vermeldt dat van de voorschriften t.a.v. het aantal verankeringen mag wordenafgeweken, op voorwaarde dat die keuze door berekeningen of proeven wordt gestaafd.

Voor de plaatsing vinden ontwerpers en aannemers in de literatuur slechts vrij weinignauwkeurige en soms zelfs tegenstrijdige informatie. Dit leidt tot problemen op de bouw-plaats, omdat de uit te voeren werken en de eruit voortvloeiende verantwoordelijkhedenniet duidelijk bepaald zijn.

Wat de lucht- en waterdichtheid van geplaatst schrijnwerk betreft, zijn de prestatie-eisenvoor de gevel in zijn geheel van toepassing. De STS bepalen enkel dat de verankering hetmogelijk moet maken de afdichting tussen het schrijnwerk en de ruwbouw uit te voeren,zonder oplossingen te geven.

1. gevelmuur2. warmte-isolatie3. dragende muur4. aansluitende isolatie, indien nodig5. luchtspouw/drainage6. dichtingsstrip met gesloten cellen als

voegbodem en isolatie van het schrijn-werk ten opzichte van vochtig metselwerk

7. externe bescherming tegen infiltratie8. mechanische bevestiging (ankers, houten

plaat, enz.)9. binnenluchtscherm tussen vast kader en

pleisterwerk10.luchtscherm d.m.v. samendrukbaar schuim

AAAAAAAA

A 9

8

9

7

6

1

Page 9: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

8 TV 188 – juni 1993

3 KLASSIFIKATIE ENFABRIKAGETOLERANTIESVAN SCHRIJNWERK

3.1 KLASSIFIKATIE VANSCHRIJNWERK

De verschillende types schrijnwerk wordengerangschikt afhankelijk van de overdracht vande krachten op de ruwbouw, en meer in het

bijzonder van de opname van het eigen gewicht, dat belangrijk kan zijn bij grote ramenen/of speciale beglazing.

Afbeelding 2 geeft een overzicht van de voornaamste raamtypen, namelijk :◆ enkele vleugel (EV)◆ dubbele vleugel (DV)◆ draaikipraam (DK)◆ wentelraam met horizontale as (WH)◆ wentelraam met vertikale as (WV)◆ openvallend raam (OR)◆ schuifraam.

De pijlen op de verschillende schema’s tonen de raamelementen die de krachten op deruwbouw overdragen. Bij ramen met enkele of dubbele vleugel, draaikipramen en wentel-ramen met horizontale as worden de hoofdbelastingen overgedragen door de stijlen voor-zien van scharnieren of spillen (afbeelding 2A).

Bij wentelramen met vertikale as wordt het volledige gewicht opgenomen door de onder-ste spil (afbeelding 2B). Bij openvallende ramen daarentegen wordt de belasting over descharnieren van de vaste onderdorpel verdeeld.

Bij vaste ramen tenslotte bepaalt de plaatsingstechniek van de beglazing, en meer bepaaldde plaatsing van de steunblokjes, de plaatsen waar de belangrijkste krachten op de ruw-bouw worden overgedragen. Afbeelding 2C toont dat in geval van een beglazing uit éénstuk, de krachten naar de zijkanten worden overgedragen. Bij vaste ramen met twee dooreen middenstijl gescheiden vensters (afbeelding 2D) ontstaat er onder de middenstijl eenbelangrijke kracht als de steunblokjes geplaatst worden aan de onderrand van de beglazing.Door de steunblokjes diagonaal te plaatsen, worden de krachten naar de zijranden overge-bracht. Bij schuiframen (afb. 2E) is de belasting in het centrale gedeelte groot, afhankelijkvan de afmetingen van de verschillende vleugels. In alle gevallen dienen de bevestigingenberekend te worden afhankelijk van de grootte van de over te dragen belastingen.

Naast de ramen dient er ook aandacht besteed te worden aan de deuren; ze hebben immersgeen vaste onderdorpel. Brutale schokken bij sluiten kunnen voorkomen.

Page 10: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

9 TV 188 – juni 1993

A. KRACHTEN OVERGEDRAGEN DOOR DE STIJLENVOORZIEN VAN SCHARNIEREN OF SPILLEN

EV DV DK WH

B. KRACHTEN OVERGEDRAGEN DOORDE SPIL OF DE OP DE ONDERDORPEL

GELEGEN SCHARNIEREN

3.2 FABRIKAGETOLERANTIESVAN SCHRIJNWERK

C. KRACHTEN OVERGEDRAGENNAAR DE ZIJKANTEN VOORVASTE RAMEN UIT ÉÉN STUK

D. VAST RAAM MET TWEE VENSTERS, GESCHEIDEN DOOREEN MIDDENSTIJL : DE OVERDRACHT VAN DE BELASTING IS

AFHANKELIJK VAN DE STEUNBLOKJES

E. DE KRACHT IN HETCENTRALE GEDEELTE IS

GROOT EN VERANDERLIJK

Afb. 2 Belastingen overgedragen door de ramen.

WV

OR

De volgende voorschriften zijn overge-nomen uit het Algemeen bestek voor deuitvoering van privé-bouwwerken, afle-

vering 20 [2], alsook uit STS 52 [3].

TOLERANTIES OP DE AFMETINGEN VAN HET SCHRIJNWERK

De elementen van eenzelfde type, die voor een bepaalde post van de opmeting eenlevering uitmaken, zijn identiek, rekening houdend met de toleranties op de vervaardi-ging en de plaatsing van het schrijnwerk.

De afwijkingen op de nominale afmetingen van het buitenschrijnwerk bedragen :◆ ± 2,5 mm voor schrijnwerk van hout en van metaal◆ + 6 en - 4 mm voor schrijnwerk van kunststof.

HAAKSHEID VAN DE VLEUGELS

De lengteverschillen van de diagonalen, gemeten in de glassponningen van deuren enramen, mogen niet meer bedragen dan 2 mm voor de vleugels waarvan de diagonaalleng-te 1 meter niet overtreft, verhoogd met 0,5 mm per bijkomende meter diagonaallengte.

Het maximumverschil bedraagt in elk geval 3 mm.

Opmerking : voornoemde waarden volgen uit waarnemingen die enkele jaren geleden opbouwplaatsen werden gedaan. Met de huidige fabrikagemetodes kunnen kleinere toleran-ties worden bekomen.

Page 11: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

10 TV 188 – juni 1993

4 SOORTEN RUWBOUW

Afb. 3 De verbindingen tussen dezelfde funkties kruisen elkaar (vertikale doorsnede).1. waterscherm met drainage

1.1 kitvoeg + voegbodem met minstens twee drainageopeningen1.2 open stootvoeg

2. draineerruimten3. luchtdichtheid4. warmte-isolatie5. mechanische sterkte6. folie voor het opvangen van draineerwater en/of stijve plaat, met aangepaste

helling

4.1 INLEIDING Dit hoofdstuk beschrijft de meest voorkomendesoorten ruwbouw alsook bepaalde eigenschap-

pen van de wanden die de plaatsingstechniek kunnen beïnvloeden. Het is niet de bedoe-ling een volledige lijst van de gebruikte materialen en soorten ruwbouw te geven, maarwel de schrijnwerker-“plaatser” en de ontwerper informatie te verstrekken omtrent demoeilijkheden die zich kunnen voordoen bij de toepassing van de algemene plaatsings-principes besproken in hoofdstuk 2.

4.2 SOORTEN WANDEN De verschillende soorten wanden kunnen wor-den gerangschikt naar de manier waarop de

konstruktieve, isolatie- en afdichtingsfunkties in de muur worden verzekerd. In deze Notamaken wij een onderscheid tussen wanden met een tweetrapsafdichting, d.w.z. waarbij dewater- en de luchtafdichtingen duidelijk gescheiden zijn, en deze met een enkele trap,waarbij deze twee funkties door hetzelfde element worden verzekerd.

Een bondige beschrijving van de wanden is nodig, omdat men bij de plaatsing vanschrijnwerk wordt gekonfronteerd met het fundamentele probleem van de kontinuïteitvan de hoofdfunkties, namelijk :◆ waterdichtheid◆ luchtdichtheid◆ mechanische sterkte◆ warmte-isolatie.

Afgezien van deze vier hoofdfunkties (afbeelding 3) kunnen nog andere eisen wordengesteld, zoals brandweerstand, inbraakweerstand, architekturale eenheid, enz.

De kontinuïteit van voornoemde funkties moet ook worden verzekerd in de aansluitingruwbouw/schrijnwerk. Dit is niet altijd vanzelfsprekend, omdat :◆ de volgorde van de elementen die deze funkties vervullen doorgaans niet dezelfde is◆ de afmetingen, en meer bepaald de dikte, van de diverse elementen niet dezelfde zijn.

Page 12: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

11 TV 188 – juni 1993

A. PLAATSING IN EEN NEG

B. PLAATSING ZONDER NEG

Page 13: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

12 TV 188 – juni 1993

4.3 BESCHRIJVING VAN WANDENMET TWEETRAPSAFDICHTING

Het parement of gevelmetselwerk bestaat doorgaans uit een gevelsteen of betonblok van9 cm dikte. Het dient als waterscherm terwijl de spouw de dekompressiekamer en dedraineerruimte vormt. De binnenmuur met een bepleistering of een andere luchtdichtebinnenafwerking waarborgt de mechanische sterkte en fungeert als luchtscherm. Aange-zien het parement onvoldoende waterdicht is, worden er draineeropeningen (bij voor-beeld 1 open stootvoeg op 3) aangebracht in de muurvoet en bij iedere onderbreking vande spouw. Over het algemeen vormt het gevelmetselwerk de neg waartegen het raamwordt geplaatst.

De spouw met een breedte van 5 tot 8 cm of meer wordt volledig of gedeeltelijk gevuldmet isolatiemateriaal. Het raakvlak isolatie/parement of de spouw tussen de isolatie en hetparement zorgt voor de drainage van het door het buitenspouwblad dringende water.

Om koudebruggen rond de vensteropeningen te voorkomen, wordt de spouw niet dicht-gemetseld. Daarom vergt de bevestiging van het in de neg geplaatste raam bijzondereaandacht.

4.3.1SPOUWMUREN VAN METSELWERK

Een spouwmuur is opgebouwd uit :◆ een dragende binnenmuur, doorgaans van blokken of baksteen met een nominale dikte

van minstens 14 cm◆ een gedraineerde spouw◆ gevelmetselwerk (zie afbeelding 4).

A. GEDEELTELIJKESPOUWVULLING

B. VOLLEDIGE SPOUWVULLING

Afb. 4 Spouwmuren.

1 2 3 4 5 1 3 4 5AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA

AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA

1. parement of gevelmetselwerk2. spouw3. isolatie

Page 14: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

13 TV 188 – juni 1993

4.3.2BEKLEDE GEVELS

De beklede gevel is van binnen naar buiten opgebouwd uit een dragende wand (beton,metselwerk, houten doospanelen, ...), isolatie die ofwel tegen de binnenwand wordt be-vestigd, ofwel in de prefabpanelen wordt ingebouwd, en tenslotte een dunne buitenbekle-ding (steen, metaal, ...). Dit geval kan worden vergeleken met een spouwmuur, waarbijbijzondere aandacht wordt besteed aan de waterafvoer naar buiten boven de latei (zie§ 4.3.1) en aan de luchtdichtheid van de dragende wand.

Hoewel dit geval vergelijkbaar is met spouwmuren dienen de bevestigingen aangepast teworden aan de aard van de dragende wand.

Afb. 5 Beklede gevel.

4.3.3GEPREFABRICEERDE GEVELELEMENTEN

Deze elementen — gewoonlijk van het sandwichtype — bestaan uit een dragende binnen-wand en een buitenwand met dekoratieve afwerking. Beide wanden worden aan elkaarbevestigd met stalen ankers dwars door de isolatie. Ze verschillen van metselwerkmurendoor de merkelijk kleinere dikte van de wanden. De verankeringstechnieken van hetschrijnwerk dienen dan ook te worden aangepast. Vermits er doorgaans geen dorpelvoorzien is, moet het schrijnwerk nauwkeurig in de muurdikte worden geplaatst of moeter een aanvullende dorpel worden voorzien.

Wanneer het om enkelvoudige panelen gaat, vormen ze meestal de dragende binnen-wand. Ze worden op de bouwplaats afgewerkt met een isolatie en een dekoratieve bekle-ding van baksteen of op basis van andere materialen. Een dergelijk betonpaneel kan, watde plaatsing van het schrijnwerk betreft, worden vergeleken met een spouwmuur vanmetselwerk bestaande uit een dunnere binnenwand, waarvoor aangepaste verankerings-hulpstukken kunnen vereist zijn.

Page 15: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

14 TV 188 – juni 1993

4.4 BESCHRIJVING VANWANDEN METEENTRAPSAFDICHTING

1. volle muur2. isolatie3. binnenafwerking4. buitenafwerking

AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA

B BUITENISOLATIE VAN EEN VOLLE MUUR

4 2 1 3 1 2 3

Afb. 6 Volle muren.

4.3.4SKELETWANDEN

Wanneer de afmetingen van het schrijnwerk overeenstemmen met deze van de vakkenvan de draagkonstruktie wordt het schrijnwerk in de draagkonstruktie verankerd. In datgeval dienen de vervormingen van de konstruktie — die vrij aanzienlijk kunnen zijn —te worden opgenomen door gepaste voegen rondom het schrijnwerk.

Een metalen of betonnen skelet heeft geen enkele warmte-isolatie en vereist bijgevolgeen bijkomende bekleding, die in de uitvoeringsdokumenten dient te worden bepaald.

Wanneer het schrijnwerk kleiner is dan de vakken van de draagkonstruktie, voert mendoorgaans een vulling uit, waarin het schrijnwerk wordt geïntegreerd. De verankerings-metode hangt af van de aard van de vulling : spouwmuur (zie § 4.3.1), bekleding (zie§ 4.3.2), geprefabriceerde gevelelementen (zie § 4.3.3) of volle muur (zie § 4.4).

Bij dit muurtype worden de funkties vandraagkonstruktie en warmte-isolatie vervulddoor het metselwerk, al dan niet in kombi-natie met isolatiemateriaal.

De warmte-isolatie, indien voorzien, wordt aangebracht hetzij aan de buitenzijde (isolerendpleisterwerk, platenbekleding, ...), hetzij aan de binnenzijde, in uitzonderlijke gevallen.

De luchtdichtheid wordt verzekerd door :◆ de geringe doorlatendheid van de elementen van de muur of◆ door een binnen- of buitenafwerking.

Het water dat langs de buitenzijde van de muur binnendringt, wordt niet rechtstreeksafgevoerd, maar, schematisch gesteld, kan men zeggen dat de materialen het water opne-men bij regenweer en terug afgeven tijdens drogere periodes.

A. BINNENISOLATIE VAN EEN VOLLE MUUR

Page 16: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

15 TV 188 – juni 1993

4.5 HOOFDKARAKTERISTIEKENVAN RUWBOUWWANDEN

Tabel 1 Luchtdoorlatendheid van enkele wandtypen.

Venster (STS 52 : < 2 m3/hm)Systeemwand, naargelang dedichtheid van de voegSpouwmuur (isolerende blokken aande binnenzijde + gevelbaksteen)Zelfde spouwmuur, maar met pleister-werk aan de binnenzijde

≈ 90 tot 9

3

0,3

Aard van de wand

4.5.1KONTAKT VAN HET SCHRIJNWERK MET VOCHTIGE MATERIALEN

De meeste bouwmaterialen, behalve glas, metaal en harde kunststof, zijn poreus, d.w.z.dat ze water kunnen opnemen binnen ruime grenzen. Voorzorgen zijn dus vereist omkontakt tussen het schrijnwerk en vochtige materialen te voorkomen. Deze rol kan wor-den vervuld door de dichtingsstrip van schuim met gesloten cellen, voorgesteld in afbeel-ding 1 (p. 7).

4.5.2LUCHTDOORLATENDHEID VAN DE WANDEN

In de literatuur vindt men enkele waarden die een orde van grootte geven van deluchtdoorlatendheid van enkele wandtypen (tabel 1).

De ruwbouwwanden dienen vol-doende luchtdicht te zijn. Aan de-ze eis wordt doorgaans voldaandoor muren van steenmaterialenmet een binnenbepleistering. Bijhet ontbreken van een bepleis-tering dient een luchtscherm teworden voorzien, dat op hetschrijnwerk moet worden aange-sloten.

Luchtdebiet bij 100 Pam3/(h.m2)

De luchtdichtheid van isolatiematerialen schommelt van nagenoeg 0 voor minerale woltot een maximum voor schuimstoffen met gesloten cellen. Ze wordt dan bekomen ofweldoor een kontinue folie ofwel door het dichten van de voegen.

Deze waarden tonen aan dat het nodig is de kontinuïteit tussen het luchtscherm van demuur en dat van het schrijnwerk te verzekeren.

4.5.3WATERDOORLATENDHEID VAN WANDDELEN

Proeven uitgevoerd door het WTCB in het kader van de studie van het gedrag vanisolatiematerialen in spouwmuren hebben uitgewezen dat, in het geval van een muur metgedeeltelijke spouwvulling, de hoeveelheid water die door het gevelmetselwerk dringt enin een goot (“c” in afbeelding 7) wordt opgevangen, vrij groot is. Bij regen met eenintensiteit van 1 l/(min.m2) bedraagt ze :◆ 6 cm3/(min.m2) zonder wind◆ 60 cm3/(min.m2) met wind bij een druk van 350 Pa.

Uit deze waarden blijkt dat voorzorgen onontbeerlijk zijn om het water dat langs debinnenzijde van het parement afloopt, naar buiten af te voeren, en dit bij iedere onderbre-

Page 17: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

16 TV 188 – juni 1993

Afb. 7 Waterafvoer in een muurtijdens de proef.

c

king van de spouw en met name aan de bovenzijde van de raamopeningen. Indien eenafdoend scherm in de ruwbouw ontbreekt, dient de schrijnwerker bijzondere maatregelente treffen in samenspraak met de ontwerper.

4.5.4MECHANISCHE STERKTE VAN DE RUWBOUWMATERIALEN

Men gebruikt doorgaans steenachtige materialen; ze zijn vaak weinig bestand tegentrekspanningen. Bijgevolg moeten de voor de verankering in de ruwbouw gebruiktepluggen of spijkers op een minimumafstand, doorgaans 4 cm, van de parementen van hetelement gelegen zijn. De meeste fabrikanten van verankeringen geven dezeminimumafstand op.

Voor gewapend beton dienen de pluggen verplicht achter de wapeningen te liggen.

Er bestaan spijkerbare houtbetonblokjes, die zoals gewone baksteen in het metselwerkworden ingewerkt en waarin de ankers kunnen worden gespijkerd. Aangezien deze blok-jes zelden op de vereiste plaats worden ingemetseld, geeft men steeds vaker de voorkeuraan de oplossing met pluggen.

De mechanische sterkte van isolatiematerialen is doorgaans verwaarloosbaar.

De dorpels, en meer bepaald die van natuursteen, zijn weinig bestand tegen buiging enkunnen dus geen grote belastingen opnemen. Ze moeten worden ondersteund op plaatsenwaar krachten kunnen worden overgedragen.

Page 18: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

17 TV 188 – juni 1993

4.6 TOLERANTIES OPDE RUWBOUW

Betrekking (d in m) Venster (1,5 m) Deur (2,0 m)

+ 1 / 4 d3Globale afmetingen (*)

- 1 / 4 d3

+ 1 / 8 d3Rechtheid (**)

(vertikaliteit - horizontaliteit)

- 1 / 8 d3

+ 1 / 4 d3Afmetingen vande openingen

+ 0,7 cm

- 0,7 cm

+ 1,3 cm

- 0,7 cm

+ 0,7 cm

- 0,7 cm

+ 1,5 cm

- 0,7 cm

Tabel 2 Toleranties vooreen venster van 1,5 mzijde en een deur van 2 mhoogte.

- 1 / 8 d3

(*) De plaats van de openingen heeft geen belang voor de schrijnwerker.(**) De toleranties op metselwerk met hoog draagvermogen (d.w.z. met een

drukspanning gelegen tussen s = 0,6 en 1,2 N/mm2) zijn de volgende :– ± 1/600 of 1/800 van de lengte van het horizontale element– ± 0,4 of 0,3 cm op de vertikaliteit van een element tussen 2 verdie-

pingen.

De toleranties op het metselwerk zijn deze van denorm NBN B 24-401 [1]. De afmetingen van de

ruwbouw zijn voorgeschreven in de uitvoeringsdokumenten.

De toleranties op alle lineaire afmetingen van de werken kunnen worden berekend met devolgende formules :

◆ toelaatbare maatafwijking op de lineaire afmetingen van de konstrukties (‘1’ op afb. 8) :

t = 1 / 4 d3

waar t : toelaatbare maatafwijking in cmd : lineaire afmeting in cm

de toegestane afwijking mag nooit meer bedragen dan 4 cm; een afwijking van 1 cmis steeds toegestaan

◆ toelaatbare afwijking op de rechtheid van de architekturale lijnen (vertikaliteit van depenanten, horizontaliteit van de kroonlijsten, lateien, enz. – ‘2’ op afbeelding 8) :

t = 1 / 8 d3

(met absolute waarden van 0,4 of 0,3 cm in het geval van dragend metselwerk)

◆ toelaatbare afwijking op de afmetingen van de openingen (‘3’ op afbeelding 8) :

t = + 1 / 4 d3

t = - 1 / 8 d3

VOORBEELD

De bovenstaande betrekkingen werden toegepast op een venster van 1,5 m zijde en op eendeur van 2 m hoogte. De resultaten worden samengevat in tabel 2.

Page 19: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

18 TV 188 – juni 1993

Afb. 8 Typische afwijkingen en afmetingen van de ruwbouw.1. lineaire afmetingen van de konstrukties2. rechtheid3. afmeting van de openingen

2

3

3

2

3 3 31

1

Page 20: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

19 TV 188 – juni 1993

5 PLAATSING VAN HETSCHRIJNWERK

5.1 TOLERANTIESOP DE WERKEN

Onderstaande informatie komt uit het Algemeenbestek voor de uitvoering van privé-bouwwerken,aflevering 20 [2].

5.1.1TOLERANTIES OP GEPLAATST SCHRIJNWERK

◆ Toelaatbare afwijking op de vertikaliteit : ∆v < 2 mm/m. Voor deurvleugels mag deafwijking ∆v maximaal 3 mm/m in de sluitingsrichting van de deur bedragen.

◆ Toelaatbare afwijking op de horizon-taliteit : ∆h < 2 mm/m.

De toelaatbare maximumafwijking be-draagt 5 mm, zowel voor de vertikaliteitals voor de horizontaliteit van de ramen.In elk geval dient de goede werking vande vleugels verzekerd te zijn. Deze tole-ranties worden in afbeelding 9 geïllus-treerd.

5.1.2TOLERANTIES OP DE KOMBINATIE “SCHRIJNWERK-RUWBOUW”

Afbeelding 10 stelt een horizontale doorsnede in de neg voor. In die afbeelding wordtuitgegaan van de onderstelling dat de as van de opening en die van het venster samenval-len. Men bepaalt de schommelingen van de breedte van het vaste profiel bedekt door deneg of van het dagzicht van dit profiel met behulp van de volgende formules :

Lf = Lb + bv = B - b

met Lf : halve breedte van het vensterLb : halve breedte van de openingB : breedte van het vaste profielb : breedte van de overlapping van het vaste profiel door de negv : zichtbreedte van het vaste profiel.

Voor het in § 4.6 behandelde voorbeeld van de vierkante opening met 1500 mm zijde, metde toleranties die er werden bepaald, vindt men met de opgelegde waarden van :

B = 60 mm (- 0,5 tot + 0,5)b = 40 mm (nominale waarde)v = 20 mm (nominale waarde).

∆v ∆v

∆hAfb. 9 Plaatsingstoleranties.

Page 21: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

20 TV 188 – juni 1993

Voor het voorbeeld van de vierkante opening met 1500 mm zijde en rekening houdendmet de toleranties bekomt men volgende uiterste waarden van b en v :a) geval van schrijnwerk vervaardigd volgens overeengekomen afmetingen (d.w.z. de op

de plannen voorziene afmetingen) :◆ toleranties op de dagafmetingen van de opening (zie tabel 2) : + 13 mm, - 7 mm◆ toleranties op de afmetingen van schrijnwerk (§ 3.2) : ± 2,5 mm

◆ Lb (zie afbeelding 10) :

1500 - 72

< 750 < 1500 + 13

2746,5 < 750 < 756,5

◆ Lf (zie afb.10) :

1500 + (2 x 40) - 2,52

< 790 < 1500 + (2 x 40) + 2,5

2788,75 < 790 < 791,25

◆ b = Lf - Lb (de uiterste waarden van b volgen uit de kombinatie van de grootsteopening met het kleinste raam, en omgekeerd)

788,75 - 756,5 < 40 < 791,25 - 746,532,25 < 40 < 44,75

◆ v = B - b (tolerantie op de afmetingen van de profielen : ± 0,5 mm)60 - 0,50 - 44,75 < 20 < 60 + 0,50 - 32,25

14,75 < 20 < 28,25

AAAAAAAAA

Lf

B

vb

Lb

Afb. 10 Plaatsingsvoorwaarden en toleranties.

Page 22: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

21 TV 188 – juni 1993

b) geval van schrijnwerk vervaardigd volgens ter plaatse genomen afmetingen van deruwbouw. De meting gebeurt met een nauwkeurigheid van ± 1 mm :◆ Lb (men beschouwt enkel de tolerantie op de meting)

1500 - 12

< 750 < 1500 + 1

2749,5 < 750 < 750,5

◆ Lf (zie geval a)◆ b = Lf - Lb (door de kombinatie van de uiterste waarden)

788,75 - 750,5 < 40 < 791,25 - 749,538,25 < 40 < 41,75

◆ v = B - b60 - 0,5 - 41,75 < 20 < 60 + 0,5 - 38,25

17,75 < 20 < 22,25

Uit dit voorbeeld blijkt dat, door de eenvoudige speling van de toleranties op de afmetin-gen van de ruwbouw, van het raam en van de profielen, de zichtbreedte van het vasteprofiel aan de buitenzijde zeer sterk kan variëren naargelang het schrijnwerk wordt ver-vaardigd volgens overeengekomen afmetingen ofwel volgens ter plaatse gemeten afme-tingen (meting met een nauwkeurigheid van ± 1 mm). In het laatste geval zijn de schom-melingen van de zichtbreedte v meer beperkt.

Bij de toleranties op de afmetingen dient men nog de toleranties toe te voegen die tewijten zijn aan fouten op de horizontaliteit of vertikaliteit. Die zijn :◆ voor het schrijnwerk, van de orde van 2 mm/m (§ 5.1), d.i. 3 mm voor het besproken

voorbeeld◆ voor de ruwbouw van metselwerk (zie tabel 2)

✲ niet-dragend metselwerk : 7 mm maximum✲ dragend metselwerk : 3 of 4 mm maximum.

Zo kan, in het gegeven voorbeeld (geval b), de zichtbreedte van het profiel schommelenvan 17,75 mm aan de onderzijde tot (17,75 + 7 + 3) = 27,75 mm of (17,75 - 7 - 3) =7,75 mm aan de bovenzijde. In het geval a schommelen de afwijkingen van 14,75 mm aande onderzijde tot 4,75 of 24,75 mm aan de bovenzijde.

Tabel 3 geeft een overzicht van de uiterste waarden van de zichtbreedte “v” van het vasteprofiel uit voorgaand voorbeeld, rekening houdend met de kombinatie van de maximaletoleranties. De waarden van v worden als volgt berekend :

overeengekomenafmetingen

v1v2

2515

515

1929

3929

v1v2

818

2818

1222

3222

overeengekomenafmetingen

v1v2

815

2215

2229

3629

v1v2

1118

2518

1522

2922

Dragendmetselwerk

Niet-dragendmetselwerk

metingen in situ

metingen in situ

Tabel 3 Schommelingen van de zichtbreedte van de zijstijlen rekening houdend met de toleranties.De nominale waarde van de zichtbreedte is 20 mm. v1 (boven) en v2 (onder) zijn in mm uitgedrukt.

Page 23: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

22 TV 188 – juni 1993

5.2

◆ geval van niet-dragend metselwerkv = v (geval a of b) ± 7 mm (vertikaliteit van de ruwbouw)

± 3 mm (vertikaliteit van het raam)◆ geval van dragend metselwerk

v = v (geval a of b) ± 4 mm (vertikaliteit van de ruwbouw)± 3 mm (vertikaliteit van het raam).

Afbeelding 11 geeft een vooraanzicht met de veranderlijke zichtbreedte van de vastezijstijlen.

v1v1

v2 v2

Afb. 11 Schommelingen van de zichtbreedte van de zijstijlen te wijten aan de toleranties.1. buitengrens van de vaste zijstijlen2. zichtgrens van het vaste kader van schrijnwerk3. dag van de ruwbouw

PLAATSING IN EEN NEG

5.2.1ALGEMEEN

Dit plaatsingstype wordt schematisch voorgesteld in afbeelding 12. Een deel van debovenregel en van de zijstijlen wordt aan de buitenzijde verborgen achter de neg. Hetzichtbare deel van de profielen varieert naargelang het raamtype.

3

1

2

3

1

2

Page 24: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

23 TV 188 – juni 1993

VOORAANZICHT VERTIKALE DOORSNEDE

AA

AA

AA

AA

AHORIZONTALE DOORSNEDE

12

h1 h2 h3

b1

b2

b3

1

2

Afb. 12 Plaatsing in een neg.h1 en b1 : dagafmetingenh2 en b2 : raamafmetingenh3 en b3 : afmetingen van de binnenzijde van de openingen//// metselwerk

1. 60 mm ± 10 mm tol.2. 40 mm ± 10 mm tol.

onzichtbaar deel van het raam

5.2.2NEG EN DORPEL

5.2.2.1 NEG VOOR RAMEN VAN HOUT OF PVC

De neg van metselwerk is in principe 60 mm diep met een tolerantie van ± 10 mm, watovereenkomt met 40 mm overlapping van het raam en met 20 mm zijspeling. Dezeafmetingen dienen bepaald te worden afhankelijk van de voorziene afwerking (bekleed-sels, bepleistering enz.).

Page 25: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

24 TV 188 – juni 1993

AAAAAAA

20

20

40

5.2.2.2 NEG VOOR RAMEN VAN METAAL

De neg van metselwerk is 40 mm diep met eentolerantie van - 0 tot + 10 mm, of een overlap-ping van in principe 20 mm en een zijspeling van20 mm (zie afbeelding 13).

5.2.2.3 ONDERPROFIEL OP DORPEL

Behalve voor ramen met speciale vorm wordthet onderprofiel boven de dorpel (steen of andermateriaal) geplaatst, ten einde het regenwaterdoeltreffend af te voeren. Daardoor is de onder-regel zichtbaar over zijn gehele hoogte.

5.2.2.4 DICHTINGSVOEG

De dichtingsvoeg staat haaks op drie zijden vanhet venstervlak. Voor zover ze voldoende breedis, kan ze vrij grote bewegingen tussen het raamen de ruwbouw opnemen (afbeelding 14).

Afb. 13 Neg voor ramen van metaal.

5.2.3GEOMETRISCHE KARAKTERISTIEKEN VAN HET SCHRIJNWERK

De voornaamste geometrische karakteristieken van de in neggen geplaatste vensters zijnde volgende :◆ de dagafmetingen of de afmetingen van de buitenuit zichtbare opening, namelijk :

✲ breedte b1

✲ hoogte h1

◆ de maximumafmetingen van het raam (b2 = maximumbreedte, h

2 = maximumhoogte),

gekoppeld aan de dagafmetingen door de volgende betrekkingen :✲ breedte : b

2 = b

1 + (2 x 40 mm) (hout en PVC)

b2 = b

1 + (2 x 20 mm) (metaal)

✲ hoogte : h2 = h

1 + 40 mm + 10 mm (*) (hout en PVC)

h2 = h

1 + 20 mm + 10 mm (*) (metaal)

(*) = 10 mm voegdikte boven de dorpel◆ de binnenafmetingen van de opening (b

3 = breedte binnen, h

3 = hoogte binnen), gelijk

aan de afmetingen van het raam vermeerderd met de randspeling voor elk van dezijden, d.i. :✲ breedte : b

3 = b

2 + (2 x 20 mm)

✲ hoogte : h3 = h

2 + 20 mm + 10 mm (*) + s mm (**)

(*) 10 mm voegdikte boven de dorpel(**) 0 mm voor een gewoon venstertablet met een dikte van ongeveer 20 mm, en

20 mm of meer voor dikkere tabletten

Page 26: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

25 TV 188 – juni 1993

Afb. 14 Mogelijke vervorming van de latei.

A

vervorming te wijtenaan kruip

AAAA

1

2

◆ de nominale randspeling, namelijk :✲ 20 mm langs beide zijkanten✲ 20 mm boven, behalve in geval van rolluiken (zie § 5.2.7).De tolerantie op de randspeling bedraagt - 0 tot + 10 mm, om een minimale voegwaar-de van 10 mm te verzekeren

◆ de speling aan de bovenrand, dieeventueel moet worden aange-past om rekening te houden metde vervormingen van de ruw-bouw, vooral in geval van lateienmet grote overspanning (afb. 14).

Het blijkt dus dat de keuze van hetraammateriaal van in de ontwerpfa-ze van het gebouw dient te gebeu-ren, omdat de geometrische karakteristieken van de neg gekoppeld zijn aan de aard vande raamprofielen. De afmetingen van de neg zijn bepalend voor de materiaalkeuze vanhet te gebruiken schrijnwerk.

5.2.4WATERSCHERM - DRAINAGE

Het water dringt in een parement van metselwerk en veroorzaakt volgens het muurtype :◆ waterinfiltratie in de onbeschermde poreuze materialen, in geval van volle muren◆ waterafstroming langs de binnenzijde van het buitenspouwblad, bij spouwmuren.In beide gevallen vormt het vensterraam een soort dam. Om te vermijden dat het water tothet binnenspouwblad dringt, dient een waterscherm en, in het geval van de spouwmuur(wand met tweetrapsafdichting), een afdoende waterafvoer boven het raam te wordenvoorzien.

5.2.4.1 DRAINAGE VAN DE SPOUWMUUR BOVEN HET VENSTER

De waterafvoer boven het venster ge-beurt door een zo ononderbroken mo-gelijk membraan (afb. 15). Daarvoorgebruikt men ofwel een membraan uitéén stuk, ofwel last of lijmt men denaden. Voorts wordt aanbevolen deuiteinden van het membraan lichtjesop te plooien, om het water naar deopen stootvoegen te leiden. Deze openstootvoegen voor de drainage van despouw dienen op het niveau van hetmembraan te liggen en volledig opente worden gehouden (cf. TV 178 [6]).

Afb. 15 Afdichting boven de latei.1. afhellend waterdicht membraan2. open stootvoegen

Page 27: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

26 TV 188 – juni 1993

Afb. 16 Verzameling van het in spouwmuren geïnfiltreerde water.

afvoer via open stootvoegen

300 mm

Een andere oplossing om het eventueel in het buitenspouwblad gedrongen water af tevoeren, bestaat erin het water zijdelings af te leiden en aan de muurvoet af te voeren viadaartoe in het metselwerk voorziene openingen (afbeelding 16).

Om dit werk korrekt uit te voeren, dienen de volgende drie voorwaarden te wordenvervuld, wat niet altijd vanzelfsprekend is :◆ het membraan dient voldoende naar buiten af te hellen, om te voorkomen dat er water

stagneert en binnen in het gebouw dringt◆ het membraan moet op een weinig vervormbare steun rusten, om zakvorming en

perforatie te voorkomen. De afgeschuinde warmte-isolatie kan als steun dienen◆ het werk moet zeer zorgvuldig worden uitgevoerd, om te vermijden dat boven op het

membraan mortelresten en ander afval terechtkomen.

Om ernstige gebreken na de plaatsing te voorkomen, dient de schrijnwerker in de matevan het mogelijke na te gaan of het membraan :◆ aanwezig is◆ korrekt geplaatst werd onder een voldoende helling en niet door andere bouwvakken

werd beschadigd.

Bij twijfel raadpleegt hij de ontwerper. Indien er geen membraan is of indien het bescha-digd is, kan de plaatsing van een aanvullende afdichting boven het venster, zoals getoondin afbeelding 17, een oplossing bieden. Indien dit na de uitvoering van de werken moetgebeuren, moet men het parement plaatselijk wegbreken en te werk gaan zoals aangege-ven in het voorbeeld van afbeelding 18.

zijdelingse afvoer van het water

Page 28: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

27 TV 188 – juni 1993

open voeg

opgeplooide randenvan het gelaste ofgelijmde membraan

Afb. 18 Plaatsing achteraf vaneen afdichting met opgeplooideranden aan de uiteinden. �

Afb. 17 Aanvullende afdichting bovenhet schrijnwerk.

waterdichtmembraan

dichtingsvoeg en luchtdichtheid

het water druipt1 cm vóór het

venster

opgeplooideranden vanhet gelaste ofgelijmdemembraan

parement-afwerking(eventueel)

AA

AAAAAAA

Page 29: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

28 TV 188 – juni 1993

A. NORMALEUITVOERING

B. UITVOERING NAUITVLAKKEN VAN DE NEG

C. GEBRUIK VAN EENAANPASSINGSLAT

aanpas-singslat

Afb. 19 Kitvoeg langs buiten.

5.2.4.2 AFDICHTEN

Over het algemeen is een absolute afdichting langs buiten onmogelijk ter hoogte van deonder- en zijvoegen, zoals blijkt uit § 5.2.5 betreffende de werking en uitvoering van debinnenvoeg. Gemakshalve wordt de afdichting doorgaans uitgevoerd met een kit (§ 6.2),zoals in afbeelding 19. Om een dergelijke voeg uit te voeren rekening houdend met detoleranties op de ruwbouw moet soms vooraf de neg met mortel worden uitgevlakt(afbeelding 19B) of moeten aanpassingslatten worden gebruikt (afbeelding 19C).

De kitvoeg kan doorgaans worden vervangen door schuimstrips of door geïmpregneerdeen onrotbare koorden, zoals in afbeelding 20. De impregnatieprodukten van de schuim-stoffen en de koorden, alsook de komponenten van de gebruikte kitten mogen niet in hetmetselwerk of in het schrijnwerk dringen.

5.2.4.3 GEVAL VAN DE VOLLE MUUR -BESCHERMING VAN HET SCHRIJNWERK TEGEN BEVOCHTIGING

Dat muurtype komt praktisch enkel voor bij renovatiewerken. In het geval van de vollemuur blijft het dichtingsmembraan boven het venster zeer nuttig, omdat het het schrijn-werk beschermt tegen bevochtiging door het metselwerk in de gevelzone. Om het wateraf te voeren dat dit membraan bereikt, laat men de bovenste voeg tussen ruwbouw enschrijnwerk gedeeltelijk open. Ten einde het eventueel in de vertikale neggen binnenge-drongen water af te voeren, is het aangeraden een afdichtingsmembraan te voorzien in hetondergedeelte ervan (onder de dorpel), evenals open stootvoegen aan beide zijden van dedorpel.

5.2.5LUCHTDICHTE BINNENAFWERKING

5.2.5.1 BASISPRINCIPES

De luchtdichte afwerking wordt doorgaans tijdens de afbouwwerken uitgevoerd. Ze iszeer belangrijk omdat ze bepalend is voor de goede werking van het waterscherm buitenen voor de doeltreffendheid van de waterafvoer. Afbeelding 21 toont de opeenvolgingvan het buitenparement (waterscherm) bedekt met een waterfilm, de draineerruimte

uitvlakkings-mortel

AAAAAA

AAAAAAAA

AAAAAAAA

AA

AAAAAAAAA

AAAA

Page 30: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

29 TV 188 – juni 1993

Afb. 20Afdichting met

geïmpregneerdkoord.

A. DICHTE BINNENVOEG :KORREKT ONTWERP

AAAAAA

AAAAAAAA

AAAAAAAAA

AAAAAA

B. DOORLATENDE BINNENVOEG :FOUTIEF ONTWERP

1 2 3 4

P+

5

6P-

1 2 3 4

P-

P-

5

1. parement buiten2. spouw3. isolatiemateriaal

4. parement binnen5. voegstrip+ voegkit met onderbreking6. luchtdichte afwerking

BUITEN

P+

BUITEN

BINNEN

BINNEN

P+

(ontspanningskamer) en de binnen-afdichting (luchtscherm). Indien deafdichting van de binnenvoeg goedis (afb. 21A), is het drukverschil tus-sen de buitenomgeving en de drai-neerruimte gelijk aan 0 en is er geenkracht om het water naar binnen tedrijven. Het water verplaatst zichuitsluitend door capillariteit, wat totuiting komt in de bevochtiging vande poreuze materialen, zonder dater echt water binnendringt. Hetluchtdebiet is vrij klein en leidt toteen snelle vereffening van de druk.

Bij onvoldoende luchtdichtheid vanhet binnenscherm daarentegen (af-beelding 21B) bestaat er een druk-verschil tussen de buitenomgevingen de draineerruimte, waardoor hetwater naar binnen wordt gedreven.Is het materiaal poreus of gescheurd,dan nemen de lucht- en waterdebie-ten toe bij stijgend drukverschil oftoenemende porositeit van het ma-teriaal (zie § 4.5.2).

Afb. 21 Afdichting van de binnenvoeg.- - - - - waterfilm- - - - -> waterdebiet

waterdruppel

Page 31: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

30 TV 188 – juni 1993

In de praktijk zijn voegen nooit perfekt dicht. Men kan de aansluitingsvoegen kenmerkendoor hun luchtdoorlatendheid bij een gegeven drukverschil :◆ ∆P

i : drukverschil tussen de draineerzone (“2” in afbeelding 21) en de binnenomgeving

◆ ∆Pe : drukverschil tussen de draineerzone (“2” in afbeelding 21) en de buitenomgeving.

Proeven en berekeningen tonen aan dat een gedraineerde voeg degelijk werkt indien deverhouding ∆P

e/∆P

i kleiner is dan 0,1. Dit toont aan dat een zorgvuldig uitgevoerde

kitvoeg van goede kwaliteit onvoldoende is om op zichzelf een degelijke afdichting teverzekeren, indien het om poreuze materialen gaat, en dat het nodig is een effektievebinnenafdichting te voorzien. De in onze streken gewoonlijk gebruikte luchtdichte afwer-kingen worden hieronder bondig beschreven.

5.2.5.2 LUCHTDICHTHEID DOOR BINNENBEPLEISTERING

Bij metselwerk met blokken wordt de luchtdichtheid vooral verzekerd door de binnenbe-pleistering. Het kontakt, of beter nog de kontinuïteit, tussen het schrijnwerk en de bepleis-tering wordt verzekerd door een voeg van schuimstof met gesloten cellen, eventueelgekombineerd met een kitvoeg (afb. 22). Bij spouwmuren is deze voeg bijzonder delikaat,omdat zij vaak twee randen moet verbinden. Dit werk kan worden vergemakkelijkt doorop de omtrek van het raam een lat of een klein profiel aan te brengen.

C. DICHT SCHUIM + AFWERKLAT,EVENTUEEL MET SCHUIMSTRIP

4

5

AAAAAAAAAA

AA

AAA

A

1

A. ZONDER VOEG : SCHEURVORMING B. SCHUIMVOEG + EVENTUEEL KIT

AAAAAAAAAA

AA

AAAA

AA

1

2

3

AAAA

AAAAAAAAA

AAAA

A

1

Het pleisterwerk aansluiten tegen het vastekader van het raam is een veel voorko-mende praktijk, die vaak leidt tot scheur-vorming ter plaatse van de aansluiting vanbeide materialen, soms zelfs in de bepleis-tering.

Afb. 22 Binnenvoeg met bepleistering.1. binnenbepleistering2. pleisterstop3. kitvoeg4. afwerklat5. luchtdichte schuimstof

zone waar scheurenkunnen voorkomen

Page 32: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

31 TV 188 – juni 1993

Tijdens bouwplaatsbezoeken stelt men vast dat onder bepaalde voorwaarden de luchtlekkenvoor veel hinder kunnen zorgen.

Men moet er rekening mee houden dat voor de plaatsing van het hang- en sluitwerk eenruimte van ongeveer 35 mm vereist is en dat de bepleistering het profiel ten minste 5 mmmoet bedekken.

5.2.5.3 OMKADERING MET PLATEN

De beste oplossing bestaat erin eengroef te voorzien in de vaste stijl, waarde bekleedsels uit platen van hout,gipskarton of andere materialen kun-nen ingewerkt worden (afbeelding 23).

De luchtdichtheid tussen de bekleed-sels met plaatmateriaal en de ruwbouwwordt verwezenlijkt met spuitschuimof een ander dichtingsprodukt (zie ookafbeelding 1).

plaat

afdichting metspuitschuim

Afb. 23 Bekleedsel van plaatmateriaal.

5.2.6MECHANISCHE VERANKERING VAN HET SCHRIJNWERK

De mechanische verankering moet niet alleen de vertikale belasting te wijten aan heteigen gewicht opnemen — deze kan groot zijn bij speciale beglazing (akoestische, inbraak-vrije, ...) — maar ook de horizontale windbelasting en de krachten wegens het gebruik(vooral belangrijk bij deuren) opnemen.

Deze belastingen moeten naar de dragende elementen van de ruwbouw worden overge-bracht. Doorgaans neemt men aan dat de vertikale belastingen worden opgenomen doorde onderste steunen of spieën en de horizontale belastingen door de schroeven of ankersaan de zijkanten. Deze laatste moeten de dwarsuitzetting van het schrijnwerk mogelijkmaken.

Bij volle muren zijn er nauwelijks problemen : men gebruikt spieën, pluggen en schroe-ven die voldoende lang zijn, door het vaste kader gaan en rechtstreeks in de muur wordenverankerd. Wel moet men opletten de voor de afwatering van de voegzone voorzienedichtingsmembranen niet te doorboren.

Bij spouwmuren daarentegen gebruikt men speciale systemen, zoals raamankers of ande-re bevestigingselementen, die de belastingen op de dragende binnenmuur overbrengen(afbeelding 24, p. 32). Dun bandstaal is onvoldoende van zodra de raamafmetingen grootzijn of indien er brutale schokken kunnen voorkomen (deuren bv.)

De verankering van het schrijnwerk in een spouwmuur kan worden vergeleken met deverankering in een volle muur indien men gedeeltelijke spouwsluitingen voorziet, zoalsgeïllustreerd in afbeelding 25 (p. 33).

AAAAAAA

AAA

Page 33: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

32 TV 188 – juni 1993

A. IN EEN VOLLE MUUR

A

AAAA

AA AAA

AAAAAAA

AAAAAAAAAA

Afb. 24 Verankering van het schrijnwerk.

B. IN EEN SPOUWMUUR

AA

AAAA

AAAA

AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA

AAA

AAAA

In het geval van afbeelding 25 moet er tussen het parement en de gedeeltelijke spouwslui-ting een niet-capillaire warmte-isolatieplaat voorzien worden. De warmteweerstand vande isolatielaag moet groter zijn dan deze van de beglazing, met een minimum van0,5 m2K/W, d.w.z. een 2 cm dikke laag isolatiemateriaal met een λ-waarde van de ordevan 0,04 W/m.K. Het isolatiemateriaal is niet capillair of wordt gekombineerd met eenonrotbaar, dicht vochtscherm.

In het geval van afbeelding 25B springt het venster achteruit ten opzichte van het gevel-vlak en moet de dorpel zorgvuldig worden bestudeerd om waterinfiltratie te voorkomen.Doorgaans vereist dit een aanvullend profiel met druiplijst en een dichtingsmembraanonder de hoeken van de dorpel. De steunen en onderste verankeringen worden geplaatstdaar waar het schrijnwerk krachten op de ruwbouw overbrengt (zie § 2.2, § 3.1 enBijlage) en op de sluitpunten gelegen op de onderregel. De zijdelingse verankeringenworden geplaatst bij iedere scharnier en ieder sluitpunt.

Page 34: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

33 TV 188 – juni 1993

A. GEDEELTELIJKE SPOUWSLUITING BINNEN B. GEDEELTELIJKE SPOUWSLUITING BUITEN

AA

20 m

m

1 AA

A

1

1

2

2

3

4

AAAA

AAAA

AAA

AAAAAA

Afb. 26 Vensterondersteuning zonderbelastingoverdracht op de dorpel.

Tenzij door berekening of proeven gestaafd, worden geen verankeringen voorzien terplaatse van de verbindingen (bij voorbeeld op 20 cm van de hoeken). De maximumaf-stand tussen twee opeenvolgende verankeringen hangt van de stijfheid van de profielenaf. In de praktijk schrijven de STS 52.0 [3] een afstand voor van 100 cm voor houtenramen, 75 cm voor metalen ramen en 60 cm voor PVC-ramen.

In principe worden de steunspieën onder de stijlen geplaatst, maar in het bijzondere gevalvan spouwmuren en een dorpel van natuursteen zijn er beperkingen wat betreft de belastin-gen die erop mogen worden uitgeoefend. Grote buigkrachten in de dorpels zijn te vermij-den. De beste oplossing bestaat erin de afmetingen van de steunen zodanig te bepalen datbelastingoverdracht op de dorpel wordt vermeden (afbeelding 26).

Afb. 25 Verankering in de gedeeltelijkespouwsluiting.1. niet-capillaire warmte-isolatie2. metselwerk met verminderde dikte3. aangepaste onderdorpel4. spieën van de dorpel

Page 35: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

34 TV 188 – juni 1993

≥ 50

50

2010

50 50

Afb. 27 Plaatsing van eenschrijnwerk op een dorpel vannatuursteen.

90

Mits naleven van de volgende voorwaarden kan het schrijnwerk geplaatst worden opdorpels van natuursteen :1. de dikte “h” van de natuursteen moet

ten minste 50 mm bedragen voor eenmaximum uitkraging van 50 mm (af-beelding 27)

2. de korrekt gedimensioneerde dorpelvan natuursteen dient zijdelings in hetmetselwerk te worden ingewerkt overeen diepte van minstens 50 mm, ditom kantelen te vermijden

3. de natuursteen moet een helling naarbuiten hebben van ten minste 5 %

4. de natuursteen moet uit één stuk be-staan voor gewone vensters waarvande dagbreedte hoogstens 1400 mm is

5. de vensters dienen :✲ van beperkte afmeting te zijn

(maximum 1,4 m)✲ van een van de volgende types te zijn : enkele vleugel, dubbele vleugel of horizon-

taal wentelend, d.w.z. waarbij de belastingen door de zijstijlen worden opgenomen(zie § 3.1)

6. voor grotere vensterbreedten of samengestelde ramen dienen dorpels in meerderestukken te worden voorzien. De voeg tussen twee opeenvolgende stukken moet afge-dicht worden, bij voorbeeld met behulp van kit. Men dient erop toe te zien dat de steenperfekt in de stelmortel rust, in het bijzonder daar waar krachten door het schrijnwerkworden overgebracht. In de mate van het mogelijke moeten de voegen tussen deverschillende stenen overeenstemmen met de stijlen van het schrijnwerk die krachtenoverbrengen.

De schrijnwerker gaat na of de natuursteen goed geplaatst is om het schrijnwerk korrektte kunnen stellen. Ook maakt hij voorbehoud indien niet aan de voorwaarden is voldaan.

De ideale dorpel zou enerzijds een opkant moeten hebben voor een doeltreffende afdich-ting en anderzijds een kussen aan elke zijkant voor een goede integratie in het metselwerk(afbeeldingen 26, 27 en 28A).

Uit besparingsoverwegingen gebruikt men vaak natuurstenen met een konstante recht-hoekige doorsnede, waardoor de inwerking in het metselwerk delikater wordt en trape-ziumvormige mortelvoegen worden vereist (afbeeldingen 28B en 28C).

Dorpels geplaatst in de mortel tussen de dagranden van de opening (d.w.z. niet ingewerktin het metselwerk) bemoeilijken de taak van de schrijnwerker want de waterdichtheid isniet gewaarborgd. Ze leiden tot een zijdelingse bevuiling van het metselwerk en bij degeringste stoot kan de steen loskomen en zelfs wankelen (afbeelding 28B en C). Derge-lijke dorpels worden dan ook vermeden. Indien plaatsing van schrijnwerk op dergelijkedorpels voorzien is, heeft de schrijnwerker er belang bij om voorbehoud te maken, aan-gezien het onmogelijk is een normale afdichting ten opzichte van het onderliggendemetselwerk te waarborgen.

Page 36: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

35 TV 188 – juni 1993

B. INGEMETSELDE DORPEL MET KONSTANTE DIKTEA. DORPEL MET EEN OPKANT ENEEN KUSSEN AAN ELKE ZIJKANT

AAAAAAAA

C. DORPEL MET KONSTANTE DIKTE TUSSENDE DAGRANDEN VAN DE OPENING

A

AAAAAA

≥ 5 mm

geleiderail

steunprofiel van de rail

Variante “alle houtsoorten”

Afb. 29 Venster met rolluik.

≥ 15 mm

≥ 12 mm

≥ 7 mm

≥ 24 mm

50

50

5.2.7VENSTERS MET ROLLUIKEN

Het verschil met vensters zonder rolluikenis enkel de overlapping van het raam doorde neg. De afmeting hiervan hangt in princi-pe af van de afmetingen van de geleidersvan het rolluik (afbeelding 29) en van devereiste ruimte voor de rolluikkast. De tenemen voorzorgen voor water- en lucht-dichtheid zijn identiek aan die van vensterszonder rolluik. Het rolluik sluit de plaat-sing uit van mechanische verankeringen aande bovenregel. Hun funktie wordt overge-nomen door de stijfheid van de elementen van de rolluikkast. Bij deuren met rolluikenmoet rekening worden gehouden met de ruimte voor de deurklink.

AAAAAAA

50

50 5090Afb. 28 Schrijnwerken dorpeltypen.

AAAA

AAAA

Page 37: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

36 TV 188 – juni 1993

AAAA

AAAA

AAAA

AAAA

AAAAAA

AAA

AAAAAAAA

AAAA

AAAA

hD

c1

d1

c2

d2

H

90 20 60 140

Afb. 30 Afmetingen van een rolluikkast.d1 + d2 = totale dikte van het isolatie-

materiaalc1 + c2 = totale spelingh : nuttige hoogte van de rolluikkastH : daghoogte van het vensterD : diameter van het opgerolde luik

Page 38: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

37 TV 188 – juni 1993

AAAAAAA

Afb. 31 Onvoldoende dichtheid ter hoogte van degeleiders, te wijten aan de plaatsing van een dorpeltussen de dagranden van de raamopening.

Voor een rolluik met een hoogte H van 1,5 m worden de benaderende afmetingen van eenvan buiten onzichtbare rolluikkast hieronder gegeven (afbeelding 30) :◆ doorsnede van het opgerolde luik : D ≈ 230 mm◆ nodige speling : c

1 = c

2 = 20 tot 40 mm

◆ isolatie met helling naar buiten toe, om het water van het luik af te voeren : ten minste2 x 30 mm, d.i. > 60 mm.

De afmetingen van de rolluikkast wordenopgegeven in de dokumentatie van de fa-brikant. Voor meer informatie over rollui-ken wordt verwezen naar de TV 143 [5].

Bij vensters met rolluiken stelt zich hetprobleem van de dichtheid ter hoogte vande dorpel wanneer deze tussen de dagran-den van de opening is geplaatst of indienhij onvoldoende breed is, zoals wordtgetoond in afbeelding 31. Dergelijke op-lossingen maken het onmogelijk de ra-men waterdicht te plaatsen en zijn dusabsoluut te vermijden, zoals reeds vermeldin § 5.2.6.

5.2.8GANGBARE PLAATSING VAN GEWONE VENSTERS

Tenzij anders in de aanbestedingsdokumenten vermeld, past de schrijnwerker de vol-gende plaatsingsmetode toe :◆ de plaatsing gebeurt op een stenen dorpel, wanneer aan de voorwaarden van § 5.2.6 is

voldaan◆ het binnenpeil van de borstwering onder het venster, dat door de ontwerper dient te

worden bepaald afhankelijk van de binnentablet, moet 0 tot 2 cm lager liggen dan debovenzijde van de vensterdorpel

◆ de ruwbouwaannemer wordt verondersteld✲ een vochtscherm boven het venster te hebben geplaatst✲ de holten van de metselwerkblokken van de bovenste rij stenen van de borstwering

onder het venster te hebben gevuld met mortel of beton, om de ankers te kunnenplaatsen

✲ indien nodig, de neggen over ten minste 40 mm diepte en over de gehele hoogte vanhet venster te hebben vlakgestreken.

Page 39: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

38 TV 188 – juni 1993

PLAATSING VAN GEWONEVENSTERS ZONDER NEG

5.3

VOORAANZICHT

b1

VERTIKALE DOORSNEDE

h1 h2

b2

HORIZONTALE DOORSNEDE

Voorafgaande opmerking : om herha-ling te vermijden, wordt in onderstaandetekst verwezen naar de §§ 5.2.2 tot 5.2.4.

5.3.1ALGEMEEN EN AFMETINGEN

Bij deze plaatsingsmetode zijn de afmetingen van de opening over de gehele muurdiktekonstant en is de totale oppervlakte van de vaste profielen zichtbaar over de geheleomtrek van het venster. Vaak ligt het buitenvlak van het profiel in het gevelvlak. De voegtussen het kader en de ruwbouw is rechtstreeks aan de weersinvloeden blootgesteld. Zewordt belast op enkelvoudige trek en werkt niet op afschuiving. In geval van breuk dringtde slagregen rechtstreeks binnen.

Afbeelding 32 toont een vooraanzicht alsook de vertikale en horizontale doorsneden. Degeometrische kenmerken zijn de volgende :◆ dag- en binnenafmetingen : ✲ breedte b

1

✲ hoogte h1

◆ maximumafmetingen van het raam : ✲ breedte b2 = b

1 + (2 x 15 mm) (alle ramen)

✲ hoogte h2 = h

1 + (2 x 15 mm) (alle ramen)

(15 mm = nominale voegbreedte)◆ de randspeling is in principe gelijk aan de nominale voegbreedte.

Afb. 32 Plaatsing zonder neg.

AA

AA

AAA

AAA

Page 40: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

39 TV 188 – juni 1993

AAAA

AA

AAAA

∆b/b < 20 %

Afb. 33 Voeg-breedte.

Afb. 34 Voorbeeld van drainage boven het raam.

hoekprofiel

± 15 mm

stijve bescherming metdruppelvorming voor het venster

binnenafdichtingen isolatie

≥20 mm

Hoewel de plaatsing zonder neg het mogelijk maakt de buitenzijde van het raam in hetgevelvlak te plaatsen, is de tolerantie op de ruwbouwelementen veel strikter.

Bij dit plaatsingstype is het aangeraden een randvoeg te voorzien met een nominalebreedte van 15 mm, zodat de dimensionale afwijkingen minder zichtbaar worden.

Wanneer de relatieve bewegingen (hy-grotermische vervormingen van hetschrijnwerk en metselwerk, kruip enkrimp van het beton, ...) groot dreigente worden wegens de karakteristiekenvan de ruwbouwmaterialen of de afme-ting van de ramen, moet men bredevoegen voorzien. Inderdaad, goedeelastische kitten kunnen slechts vervor-mingen van 25 tot 35 % van de nomina-le voegafmeting opnemen (afb. 33).

Als de kruip van het beton en de zettingvan het metselwerk omvangrijke ver-vormingen veroorzaken, wordt devoegbreedte snel groter dan de gewoonlijk toegelaten 10 tot 15 mm. Deze maatschomme-lingen kunnen het estetische uitzicht schaden.

5.3.2DRAINAGE VAN DE RUWBOUW

De drainage van het water in de buitenste muurdelen dient zorgvuldig te worden bestu-deerd. Ze is inderdaad moeilijk te verwezenlijken boven de bovenregel (afbeelding 34),omdat het in het metselwerk gedrongen water vooral bij spouwmuren moet afgevoerdworden.

∆bb

AAAAAAAAAAAAA

AAAAAA

AAA

AAAAAAAAA

AAAAAA

A

gezaagde baksteen + open stootvoeg

Page 41: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

40 TV 188 – juni 1993

21

3 4≥ 20 mm

Afgezien van de druiplijst bovende ramen dient ook een druiplijstte worden geplaatst aan de onder-zijde ervan (afb. 35). Dit moetvermijden dat een te grote hoe-veelheid water rechtstreeks ophet metselwerk komt.

5.3.3LUCHTDICHTHEID -KONTINUÏTEITVAN DE ISOLATIE

Bij spouwmuren zijn de konti-nuïteit van de isolatie en de lucht-dichtheid langs de binnenzijdemoeilijk te verwezenlijken. Hier-voor zijn vrij dunne maar sterkisolerende platen vereist (afbeel-ding 36). Het minimale isolatie-vermogen dient zo groot te zijndat de warmteweerstand over-

Afb. 35Raam in hetgevelvlak.

Afb. 36 Kontinuïteit van de isolatie (horizontaledoorsnede).1. luchtdichtheid met schuimstrip en kit2. aansluiting bepleistering-omkadering met

afwerklat3. voldoende plaats voor de scharnieren

(D 16 mm + 4 mm afregeling)4. isolatieplaat

eenstemt met die van de gebruikte beglazing.

Indien men het binnenmetselwerk zo-veel mogelijk zichtbaar wenst te laten,is het probleem van de luchtdichtheidbijzonder delikaat. Bij dat muurtypewordt een voldoende dichtheid van dewand bekomen door de naar de spouwgekeerde zijde van de binnenmuur tecementeren (afbeelding 37).

AAAAAAAAA

AAAA

AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA

AAAAAAAA

Page 42: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

41 TV 188 – juni 1993

Afb. 37 Luchtdichtheid bekomen doorde cementering van de spouwzijde vanhet binnenspouwblad (horizontale doorsnede).

tablet, bevestigdop de binnenmuur

spuitschuimanker

steun

Afb. 38 Bevestiging en plaatsingvan de dorpel.

druiplijst

5.3.4MECHANISCHE VERANKERING VAN HET SCHRIJNWERK

Het schrijnwerk wordt in de dag van het buitenparement geplaatst.

Rekening houdend met de breedte van het buitenspouwblad (1/2 baksteen) dient men eengeschikte plug te gebruiken en eventueel een chemische verankering uit te voeren. Debeste oplossing bestaat in het gebruik van gepaste “Z” -ankers, die op de buitenmuursteunen en mechanisch in de binnenmuur worden vastgezet (afbeelding 38).

AAAAAAAA

AAAA

AAAA

AAAAA

AA

spuitschuim

cementering

AAAA

spuitschuim

dekoratieve binnenlatkitvoeg

Page 43: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

42 TV 188 – juni 1993

PLAATSING MET KADER OFSTELKADER

5.4 Het stelkader wordt geplaatst tijdens deuitvoering van de ruwbouw, volgens dedaar gebruikelijke technieken. Het is door-

gaans zó ontworpen dat het venster gemakkelijk en nauwkeurig kan worden geplaatst.

Doordat het ingebouwd is en in ons land weinig wordt gebruikt, beperken wij ons in dezeNota tot een illustratie ervan in afbeelding 39.

L-deel van het stelkader metbevestigingssysteem in het metselwerk

aangepaste, dichte binnenafwerking

vaste regel met de mogelijkheid om de diverse voegenen de bevestiging doorheen de regel uit te voeren

deel van het stelkader dat verwijderdwordt nadat het schrijnwerk af is

Afb. 39 Plaatsing met stelkader.

5.5 UITSPRINGEND SCHRIJN-WERK

Het gaat hier om schrijnwerk dat tegen debuitenzijde van de muur wordt geplaatsten omvat zeer uiteenlopende elementen,

zoals uitspringende vensters, loggia’s en veranda’s.

Het gaat hier dus niet om een op te vullen opening, maar om een in een gevel te integrerendriedimensionaal geheel.

De afmetingen van de elementen moeten geval per geval worden bestudeerd en er bestaangeen eenvoudige regels om deze uitspringende elementen te verbinden met de openingenof andere gevelonderdelen (afbeelding 40).

niet-capillair, stijf isolatiemateriaal

Page 44: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

43 TV 188 – juni 1993

Het enige wat men kan zeggen, is dat de afmetingen voldoende groot moeten zijn om devoorzieningen te kunnen plaatsen die nodig zijn om te voldoen aan de plaatsingsprincipesvermeld in § 2.1, namelijk :◆ waterscherm aan de buitenzijde en drainage◆ isolatie en luchtafdichting aan de binnenzijde◆ mechanische verankering aan de konstruktie.

Een doorsnede van het bovenste gedeelte van afbeelding 40 geeft de schema’s in afbeel-ding 41 (p. 44), afhankelijk van het muurtype.

Afbeelding 41A toont de bovenste aansluiting van het schrijnwerk bij een spouwmuur.Hierbij wordt opgemerkt dat :◆ de stroomopwaartse drainage gebeurt door een boven de latei geplaatst membraan van

lood of kunststof◆ de waterdichtheid verzekerd wordt door een slab, bevestigd in het gevelmetselwerk◆ de luchtdichtheid verzekerd wordt door een bekleedsel en het spuiten van schuim

tussen het bekleedsel en de ruwbouw.

Op afbeelding 41B is het probleem verschillend, omdat de muur vol is en het water er nietop dezelfde manier indringt. In dit geval kan de afdichting uitgevoerd worden met meta-len slabben of kan de gevel afgewerkt worden met een bebording.

Afbeelding 42 (p. 45) toont de doorsnede aan de onderzijde. Men stelt vast dat :◆ de mechanische verankering korrekt is, omdat ze op het dragende gedeelte van het

metselwerk rust◆ de drainage van de aansluiting schrijnwerk/ruwbouw alsook deze van de beglazing

korrekt uitgevoerd zijn.

Afb. 40 Voorbeeld van uitspringend schrijnwerk.

Page 45: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

44 TV 188 – juni 1993

AAAAAAAAAAAA

AAAAAAAA

AA

AAAAAAAA

AA

slabbe, bevestigd inhet gevelmetselwerk

spuitschuim

bebording

A. SPOUWMUUR METAFDICHTINGSMEMBRAAN

B. VOLLE MUUR

Afb. 41 Doorsnede vande bovenaansluiting.

AAAAAAAAAAAA

AAAAAAA

A

AA

AAAAAA

slabbe van lood ofvan kunststof

Page 46: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

45 TV 188 – juni 1993

AAAAAA

spuit-schuim

mechanischebevestiging

Afb. 43 Gebruikelijke raamankers.

◆◆ ◆

Afb. 42 Doorsnede van de onderzijde.

drainage van debeglazing

Page 47: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

46 TV 188 – juni 1993

6 HULPPRODUKTEN VOORDE PLAATSING

Afb. 44 Raamankers.

C. OP MAAT TE VERVAARDIGEN L-ANKERS

A. REGELBAAR ANKER B. OP MAAT TE VERVAARDIGEN Z-ANKER; BREEDTETE BEREKENEN AFHANKELIJK VAN DE KRACHTEN

3 tot 6 mm

6.1 METALEN HULP-STUKKEN

Er bestaan drie typen raamankers :◆ standaardankers, die geschikt zijn voor de plaat-

sing van gewone ramen (afbeelding 43, p. 45)◆ Z-ankers van plaatstaal, die op bestelling voor de schrijnwerker worden gemaakt voor

zwaardere vensters of die aangepast zijn aan een reeks welbepaalde profielen (afbeel-ding 44)

◆ speciale ankers, die het voorwerp uitmaken van een speciale studie (afbeelding 45).

De STS 52.0 [3] schrijven voor dat ankers bestand moeten zijn tegen korrosie. Stalenankers moeten warm verzinkt zijn (375 g/m2) of op een andere manier zijn behandeld, omeen gelijkwaardige duurzaamheid te waarborgen (zie Bijlage, p. 52).

De spijkerblokjes van houtbeton zijn in onbruik geraakt, omdat in de praktijk hun aantalen plaats zelden samenvielen met wat opgelegd werd door het gekozen schrijnwerktype(zie § 4.5.4).

Ze worden vervangen door pluggen, die met moderne gereedschap gemakkelijk op degewenste plaatsten kunnen worden aangebracht, en die een veel betere sterkte en duur-zaamheid bezitten.

Page 48: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

47 TV 188 – juni 1993

AAAAAAAAA

AAA

AAAA

soepele voeg ingekeeptehaken

las

stalen buis

opgespiedsteunstuk

Afb. 45 Speciale, warm verzinkte ankers.

Afb. 46 Plugsoorten.

De EUtgb-richtlijn betreffende pluggen — hoewel strikt van toepassing op stalen plug-gen — biedt de fabrikanten de mogelijkheid om sterktetabellen op te stellen voor deverschillende kombinaties “plugtype - metselwerktype”. Bepaalde pluggen zijn voorzienvan een cilindrische schacht voor montage doorheen het te verankeren element; dezeschacht beschermt de schroef tegen korrosie en maakt een korrekte stelling van het raammogelijk (afbeelding 46).

Page 49: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

48 TV 188 – juni 1993

Afb. 47 Kenmerken van een soort plug.1. boorgat2. beton of metselwerk3. uitzetbare plug4. eventuele niet-dragende laag5. te verankeren bouwelement (raam of anker)6. schroef of bouthv : verankeringsdiepte (effektieve transmis-

siediepte van de kracht in uitgezette toestand)

1 2 3 4 5 6

AAAAAAAA

hv

Algemeen wordt aangenomen dat een plug, die uitzet bij inschroeven, op een afstand vanten minste 1 tot 2 maal de bevestigingsdiepte (h

v) van de rand dient te worden geplaatst,

zoals bepaald in afbeelding 47.

Om die reden :◆ gebruikt men raamankers om de plug in het midden van de wand te plaatsen◆ verkiest de plaatser omgekeerd geplaatste blokken, die met mortel of beton gevuld zijn

voor de goede bevestiging van de plug.

Er bestaan nog andere plugtypen, zoals :◆ pluggen voor verankering in holle blokken◆ chemische pluggen, waarbij de verankering wordt verzekerd door een hars.

6.2 KITTEN

Afb. 48 Te verankeren bouwelement.

schroef en plug

beton of metselwerk

raamanker

eventuele wapening

1 tot 2 x hv

> 20 mm

>15 mmd

≥ 2d

hv

Momenteel worden de kitten onderworpen aan een technischegoedkeuring die de gebruiksvoorwaarden bepaalt. Tabel 4, over-

genomen uit een goedkeuring, toont de verschillende mogelijke toepassingen. De gear-ceerde zones gelden voor voegdichtingen voor schrijnwerk; ze worden gelijkgesteld metvoegen tussen gevelelementen. De belastingsgraad wordt gegeven in tabel 5 overgeno-men uit TV 107 [4].

Page 50: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

49 TV 188 – juni 1993

1234567890123412345678901234123456789012341234567890123412345678901234123456789012341234567890123412345678901234123456789012341234567890123412345678901234

Tabel 4 Uittreksel uit een technische goedkeuring van een kit.

Beglazing

Glaslat Zonder

HoutBetonStaal

Enkelhelder4 mm

Met

Enkel

Hout + filmvormende afwerking, beton, staal,aluminium met lichte kleur

hel-der

ge-kleurd

Voeg tussen deelementen enaansluitvoeg

Uitzet-tingsvoegZettings-

voeg

Uitzet-tingsvoegvan degordijn-

gevel

Samengesteld

Aludonker,kunststof

Alleramen

Gordijn-raam

Ge-kleurdglas

Glas Allebeglazing

Allebeglazing

H <verdie-ping

H ≥verdie-ping

enkel samen-gesteld

enkelhelder

sameng.helder

ge-kleurd

hel-der

ge-kleurd

1.

2.

3.

Gevels Struktuur

Traditionneel raam Paneelraam

Helder glas

Deze tabel is van toepassing op eentrapsvoegen of op de niet-beschermde dichting van een tweetrapsvoeg. Voor debeschermde dichting van een tweetrapsvoeg dient men, voor de bepaling van de belastingsgraad, deze op dezelfde wijze tebeschouwen als een inspringende voeg. Het is wenselijk dat de voegen gedraineerd worden. In bepaalde bestekken wordtdit als uitdrukkelijke voorwaarde gesteld.

Gebruik waarop de goedkeuring slaat1234567123456712345671234567

Hoogte van het gebouw

0 tot 15 m

1

1

1

2

1

2

2

3

15 tot 40 m

1

2

2

3

2

3

3

3

+ dan 40 m

2

3

3

3

3

3

3

3

normaal

zwaar

normaal

zwaar

normaal

zwaar

normaal

zwaar

inspringend

bloot

inspringend

bloot

niet-agressief

agressief

Tabel 5Belastingsgraad.

Beglazing

Materiaal

Raam-type

Belastings-graad

(TV 107)[4]

VerkeerVoegenOmgeving

Page 51: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

50 TV 188 – juni 1993

6.3 SCHUIMSTOFFEN

Wanneer kitten door andere produkten worden vervangen, zoals bij voorbeeld doorgeïmpregneerde schuimstoffen, dient men na te gaan of er geen risico bestaat dat debestanddelen in het omringende metselwerk of het raammateriaal dringen.

De voorgevormde schuimstofvoegen (strips) dieals voegbodem worden gebruikt, zijn allen met

gesloten cellen.

In te spuiten schuimen bestaan uit een basishars dat reageert met een tweede komponent omeen expansief schuim te vormen. In geval van “eenkomponentschuim” is de tweede kom-ponent in feite water. Het gebruik van dergelijke schuimen bij droog weer kan problemenscheppen; de expansie ontwikkelt zich langzamer en kan oorzaak zijn van vervorming vanhet schrijnwerk, indien de steunelementen te snel worden verwijderd. Het is daarom aan teraden een produkt met twee goed gedoseerde komponenten te gebruiken, om een volledigechemische reaktie met een beter beheersbare duur te bekomen.

6.4 ANDERE PRODUKTEN

6.4.1DICHTINGSMEMBRANEN

De gebruikte dichtingsmembranen voldoen aan dezelfde voorschriften als de membranengebruikt voor platte daken.

Produkten van Britse oorsprong werden speciaal ontwikkeld voor de plaatsing van schrijn-werk. Ze zijn op basis van bitumen of met vezels versterkte kunststoffen. Ze zijn onge-veer 1,25 mm dik en halfstijf. Afbeelding 49 toont er een voorbeeld van. Aan weerszijdenvan het venster ziet men de opstanden.

6.4.2ISOLATIEMATERIALEN

Bepaalde fabrikanten van isolatiematerialen voor spouwmuren hebben naar buiten hel-lende aangepaste elementen ontwikkeld om de membranen door te laten.

Page 52: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

51 TV 188 – juni 1993

het dichtingsmembraan moet 5 mmop het parement uitspringen enlangs beide zijden in mortelingewerkt worden

Afb. 49 Voorbeeld van een halfstijf membraan.

1 voeg op 3 moetopen blijven envoorzien wordenvan filtermateriaal

Page 53: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

52 TV 188 – juni 1993

BIJLAGE

(a) De toelaatbare afwijkingen na de uitvoering van het metselwerk zijn volgens NBN 280

Voor de openingen– op de inplanting– op de afmetingen

- 1 cm0

Onderste afwijking Bovenste afwijking

+ 1 cm+ 0,5 cm

Voor de aanslagen– op de afmetingen - 0,5 cm + 0,5 cm

Elke overschrijding van die afwijkingen wordt gerectificeerd op kosten van de aannemerdie de opening gemaakt heeft.

52.07 PLAATSING (a)

.07.1 VENSTERS(+) Behoudens andere voorschriften van het lastenkohier, gebeuren de bevestiging

en de aansluiting zoals hierna aangeduid :

.07.11 Bevestiging

De vensters en de vensterdeuren worden loodrecht opgesteld, waterpas ge-plaatst, in horizontale richting in de as gezet en op de vereiste afstand van deruwbouw aangebracht, in funktie van de aansluiting.

Wanneer de vensters en de vensterdeuren met behulp van stalen elementenzoals doken, bouten, schroeven of welk ander systeem ook bevestigd worden,worden die elementen verzinkt a rato van 375 g/m2, volgens NBN 657. Debevestigingselementen zijn voldoende in aantal om zonder blijvende vervor-ming met een veiligheidscoëfficiënt van 3 te weerstaan aan de normale wind-druk volgens NBN 460.01 en elke andere eventuele belasting.

Zij houden rekening met de eventuele noodzakelijkheid een vrije termischeuitzetting toe te laten.

UITTREKSEL UIT DE STS 52BUITENSCHRIJNWERK

Page 54: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

53 TV 188 – juni 1993

Zij worden geplaatst :– op de stijlen van het vaste kader : op ongeveer 20 cm afstand van elke hoek

en met tussenafstanden van :100 cm maximum voor houten ramen75 cm maximum voor metalen ramen60 cm maximum voor PVC-ramen

– aan de bovenregel van het vaste raam en voor zover er geen kast is vanrolluik of een uitwendig zonnescherm op aangepaste plaatsen om de ver-vorming van het stuk te vermijden

– aan de onderregel van het vaste raam, op aangepaste plaatsen om vervor-ming van het stuk te vermijden.

Het venster of de vensterdeur wordt zodanig bevestigd dat de afdichtingtussen het schrijnwerk en de ruwbouw kan verwezenlijkt worden.

De konstrukteur kan van deze waarden afwijken, mits een verrechtvaardigingvan de door hem gekozen aantal bevestigingselementen, hetzij door bereke-ning, hetzij door proeven.

.07.12 Uitwendige aansluiting

Het venster of de vensterdeur moet over zijn gehele omtrek van de ruwbouwgeïsoleerd worden. Deze aansluiting gebeurt met een doorlopende dichtings-voeg over de ganse omtrek van het venster. De gebruikte kitten zijn minstensvan klasse IV volgens par. 03.61 Deel II van STS 38 Glaswerk.

(+) Het bijzonder lastenkohier vermeldt de eventuele binnenafwerking.

.07.2 LICHTE GEVELS

.07.21 Bevestiging van de gevel aan de struktuur van het gebouw

(+) In het bijzonder lastenkohier staan de mogelijkheden vermeld die door deruwbouw voor de bevestigingsinrichtingen van de “ lichte gevel” of van de“ lichte-gevelelementen” geboden worden.

.07.22 Uitzettingsvoegen van de gevel

(+) Onafhankelijk van de uitzettingsvoegen van de lichte gevel voorziet de ver-koper voegen op de plaats waar deze in de struktuur van het gebouw voorko-men. De koper duitdt de plaats aan van de uitzettingsvoegen die in de struk-tuur van het gebouw voorzien zijn.

.07.23 Dichtmaking tussen de “ lichte gevel” en de ruwbouw

(+) In het bijzonder lastenkohier worden de materialen vermeld die, rekeninghoudend met hun verenigbaarheid onderling en met de materialen van deruwbouw, ramen, lichte gevels, enz... dienen gebruikt te worden.

Page 55: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

54 TV 188 – juni 1993

.07.24 Verbindingselementen tussen de “ lichte gevel” en de overige konstruktie-elementen

(+) In het bijzonder lastenkohier worden de funktionele eisen vermeld van deverbindingselementen tussen de lichte gevel en de overige elementen van dekonstruktie. Die verbindingselementen worden door de konstrukteur van delichte gevel geleverd en geplaatst.

.07.25 Voegen van de “ lichte gevel” (dichtheid, uitzetting, zetting, enz.)

De produkten waaruit de voegen bestaan, zijn onderling verenigbaar en ookverenigbaar met de materialen die hun drager vormen. Zij worden op volko-men zuivere oppervlakken aangebracht. De vertikale en de horizontale voe-gen dienen continu te zijn.

.07.26 Geventileerde vulelementen

(+) Zie het bijzonder lastenkohier.

Page 56: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

55 TV 188 – juni 1993

LITERATUURLIJST

1

3

4

6

Belgisch Instituut voor NormalisatieNBN B 24-401 Uitvoering van metselwerk. Brussel, BIN, 1ste uitgave, juni 1981.

Koninklijke Federatie der Architektenverenigingen van België, Nationale Confedera-tie van het Bouwbedrijf, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbe-drijf

Algemeen bestek voor de uitvoering van privé-bouwwerken, 2de deel, Technische Voor-schriften, Aflevering 22 Buitenschrijnwerk. Brussel, NCB-FAB-WTCB, 1979.

Ministerie van Verkeer en InfrastruktuurSTS 52.0 Buitenschrijnwerk. Brussel, MVI, Eengemaakte Technische Specifica-

ties, 1985.

Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het BouwbedrijfDichtingsmastieken voor gevels. Klassifikatie, opvatting, uitvoering. Brussel,

WTCB, Technische Voorlichting, nr. 107, juni 1975.

Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het BouwbedrijfRolluiken voor woningen. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting, nr. 143, sep-

tember-oktober 1982.

Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het BouwbedrijfTermische isolatie van gevels. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting, nr. 178,

december 1989.

2

5

Page 57: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

56 TV 188 – juni 1993

verantwoordelijke uitgever : Carlo De PauwWTCB, Violetstraat 21-23

1000 BRUSSEL

drukkerij: Puvrez NVlay out : Meersman I.D.

Page 58: AFGIFTE - confederatiebouw.be · de toleranties op de elementen (raam en ruwbouw) en de relatieve vervormingen, d.w.z. deze te wijten aan de kruip van het beton, de differentiële

B R U S S E LMaatschappelijke zetel

Violetstraat 21 - 23B-1000 Brussel

algemene direktie02/502 66 9002/502 81 80

publikaties02/511 33 1402/511 09 00

Z A V E N T E MKantoren

Lozenberg I, 7B-1932 Sint-Stevens-Woluwe(Zaventem)02/716 42 1102/725 32 12

technisch adviesontwikkeling & innovatieorganisatietechniekengegevensbanken

L I M E L E T T EProefstation

Avenue Pierre Holoffe 21B-1342 Limelette02/653 88 0102/653 07 29

onderzoeklaboratoriavormingdokumentatiebiblioteek