ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

46
ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER EINDTERMEN VANAF 2003/2004 DATUM VAN INDIENING: 01.06.2002 INDIENER: Kenniscentrum ECABO POSTADRES: Postbus 1230 PLAATS: 3800 BE AMERSFOORT CONTACTPERSOON: Drs. L.M.J. Römkens TELEFOONNUMMER: 033 4504646 FAXNUMMER: 033 4504666 REGISTRATIECODE: 10909

Transcript of ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

Page 1: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

EINDTERMEN VANAF 2003/2004

DATUM VAN INDIENING: 01.06.2002 INDIENER: Kenniscentrum ECABO POSTADRES: Postbus 1230 PLAATS: 3800 BE AMERSFOORT

CONTACTPERSOON: Drs. L.M.J. Römkens TELEFOONNUMMER: 033 4504646 FAXNUMMER: 033 4504666

REGISTRATIECODE: 10909

Page 2: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

© ECABO, Amersfoort Amersfoort, 1 juni 2002 Uitgave september 2002 e-JU.04.4.2002.01 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 3: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

Inhoud blz. Rubriek I: Algemeen 1 1. Naam kwalificatie 1 2A. Beroepstypering 1 2B. Niveau kwalificatie 1 2C. Onderbouwing niveau-aanduiding 2 2D. Advies t.a.v. leerwegen 2 3. Aanduiding van welke opleiding/kwalificatie de kwalificatie een voortzetting vormt 2 4. Vooropleidingseisen 2 5. Plaats in kwalificatiestructuur ECABO 3 6. Overheidsbekostiging 3 7A. Advies t.a.v. omvang beroepspraktijkvorming 3 7B. Vrije ruimte 3 8. Wettelijke beroepsvereisten 3 9. Onderliggende beroepsprofielen 4 10A. Deelkwalificaties met studiebelastingsuren, externe legitimering 5 10B. Studiebelastingsuren gehele kwalificatie 6 10C. Deelkwalificaties benodigd voor diplomering 6 Rubriek II: Aandachtspunten (conform WEB/Format) 8 1. Maatschappelijk culturele kwalificering 8 2. Doorstroomkwalificering 8 3A. Wijze bevordering aansluiting HBO 8 3B. Raadpleging HBO 8 4A. Wijze bevordering aansluiting VMBO 9 4B. Raadpleging VMBO 9 5. Verwerking oordeel andere betrokkenen 9 6. Melding bij Coördinatiepunt Kwalificatiestructuur 9 Rubriek III: Advies Adviescommissie Onderwijs-Arbeidsmarkt 10 1A. Datum en nummer advies ACOA in fase I 10 1B. Samenvatting ACOA-advies in fase I 10 1C. Datum en nummer advies ACOA in fase II 10 1D. Samenvatting ACOA-advies in fase II 10 1E. Verwerking ACOA-advies 10 Rubriek IV: Implementatie 11 1. Implementatievoorstel 11 Rubriek V: Ondertekening 12 1A. Naam voorzitter LOB 12 1B. Handtekening voorzitter LOB 12

Page 4: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

Inhoud blz. Rubriek VI: Eindtermen 13 Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 4 13 Eindtermen Maatschappelijk culturele deelkwalificatie 3 14 Eindtermen deelkwalificatie ICT-gebruik 3 15 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie 3 15 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 1 15 Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfseconomische beroepsvorming 3 16 Eindtermen deelkwalificatie Algemeen juridische beroepsvorming 4 16 Eindtermen deelkwalificatie Bestuurlijke en juridische beroepsvorming 4 17 Eindtermen deelkwalificatie Ambtelijk handelen en communicatie 4 18 Eindtermen deelkwalificatie Openbaar bestuur 4 19 Eindtermen deelkwalificatie Bestuur, beleid en financiën 4 20 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 2 - keuzetaal 2 21 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 2 21 Eindtermen deelkwalificatie Sociale voorzieningen 4 21 Eindtermen deelkwalificatie Werknemersverzekeringen 4 22 Eindtermen deelkwalificatie Volksverzekeringen 4 22 Eindtermen deelkwalificatie Sociaal juridische beroepsvorming 4 23 Eindtermen deelkwalificatie Pers en PR 4 23 Eindtermen deelkwalificatie Planning en organisatie 3 24 Eindtermen deelkwalificatie Burgerlijk recht 4 24 Eindtermen deelkwalificatie Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht 4 25 Eindtermen deelkwalificatie Customer service 4 25 Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO Economie & Maatschappij 4 26 Eindtermen deelkwalificatie Leidinggeven 4 28 Eindtermen deelkwalificatie Forensisch onderzoek 4 29 Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3 29 Bijlage 1: Overzicht beroepskwalificaties ECABO Bijlage 2: Typering deelkwalificaties Administratief juridisch medewerker Bijlage 3: ECDL (Europees Computer Rijbewijs, Syllabus versie 3.0)

Page 5: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

1

RUBRIEK I: ALGEMEEN

1. Naam van de kwalificatie ART. 7.2.4./1 Administratief juridisch medewerker

2A. Beroepstypering

Binnen de kwalificatie Administratief juridisch medewerker kan voor twee differentiaties gekozen worden, namelijk “openbaar bestuur” en “zakelijke dienstverlening”. Beroepstypering Administratief juridisch medewerker - openbaar bestuur In dienst van een (semi)overheidsinstelling ondersteunt hij de ontwikkeling van regels en helpt bij het toezicht op de naleving hiervan. Een groot deel van zijn werk speelt zich af in de voorbereiding van beleids- en besluitvorming. Hij heeft veelal te maken met taken op het gebied van voorlichting, organisatie- en informatiebeleid, bestuurssecretariaat en juridische zaken. Hij werkt vaak bij gemeenten en is op diverse afdelingen goed inzetbaar. Naast sociale en communicatieve vaardigheden en flexibiliteit zijn goede kennis van regels, voorschriften en procedures van groot belang. Beroepstypering Administratief juridisch medewerker - zakelijke dienstverlening Hij is belast met de administratieve ondersteuning van bijvoorbeeld een notaris, deurwaarder, advocaat of makelaar. Die ondersteuning gaat van dossiervorming tot en met het opstellen c.q. verwerken van juridische stukken. Hij geeft klanten relevante adequate juridische voorlichting en advies. Daarnaast houdt hij zich bezig met het uitvoeren en verwerken van wettelijke procedures en regelgeving. Naast sociale en communicatieve vaardigheden en flexibiliteit zijn goede kennis van regels, voorschriften en procedures van groot belang.

2B. Niveau van de kwalificatie

ART. 7.2.2./3 Het betreft een kwalificatie op niveau 4 (middenkaderfunctionaris).

Page 6: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

2

2C. Korte onderbouwing niveau-aanduiding

ART. 7.2.2./3 De Administratief juridisch medewerker is verantwoordelijk voor de uitvoering van het eigen takenpakket en verantwoordt zich daarvoor ook tegenover collega's. Daarnaast draagt hij een hiërarchische verantwoordelijkheid bestaande uit controle en begeleiding van (geautomatiseerde) routines en het toepassen van standaardprocedures door anderen. Hij is verantwoordelijk voor een juiste advisering van cliënten op verschillende gebieden, waarbij de consequenties van beoordelingsfouten zwaar wegen. Vervulling van het takenpakket vereist naast een goed analytisch vermogen gekoppeld aan voldoende inhoudelijke en procedurele kennis, ook de capaciteit om een efficiënte bedrijfsvoering te realiseren. De brede inzetbaarheid van de medewerker wordt nog verhoogd door de vereiste sterke communicatieve vaardigheden (intern en extern gericht) in combinatie met het vermogen om cliënt- en doelgroepen klantgericht te behandelen. Het is voor de organisatie tevens noodzakelijk dat de medewerker op een efficiënte en constructieve wijze kan samenwerken met collega's en leidinggevende(n), waarbij alertheid en eigen initiatief verondersteld worden. De communicatieve en sociale vaardigheden die voor deze kwalificatie vereist zijn, hebben een hoge transferwaarde. Dit kan ook gezegd worden van de vaardigheid wat betreft het hanteren van procedures en van geautomatiseerde informatievoorzieningssystemen.

2D. Advies t.a.v. leerwegen

ART. 7.2.4./3 Zowel de beroepsbegeleidende als de beroepsopleidende leerweg wordt geadviseerd.

3. Aanduiding van welke kwalificatie de kwalificatie een voortzetting vormt

ART. 12.3.16./2 Administratief juridisch medewerker - openbaar bestuur (Crebo-code: 10027)

4. Vooropleidingseisen

De toelating tot het opleidingstraject is een zaak van het bevoegd gezag. Eventueel opgenomen toelatingseisen zijn een advies van het LOB.

Wij adviseren een VMBO-diploma gemengde of theoretische leerweg, met voor de VMBO-sector zorg en welzijn een tweede moderne vreemde taal.

Page 7: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

3

5. Plaats van de kwalificatie in de kwalificatiestructuur van het LOB

ART. 7.2.4./1 Zie bijlage 1

6. Overheidsbekostiging

ART. 1.5.2./2 Wij adviseren de opleiding behorende bij deze kwalificatie voor overheidsbekostiging in aanmerking te laten komen.

7A. Advies over de omvang van de beroepspraktijkvorming van de kwalificatie in percentages van het totale aantal studiebelas-tingsuren

FORMAT Voor de beroepsbegeleidende leerweg: 60 % Voor de beroepsopleidende leerweg: 20 %

7B. De vrije ruimte in percentages van de bruto studiebelasting

ART. 7.4.8.1A FORMAT

Voor de beroepsbegeleidende leerweg: 15 % Voor de beroepsopleidende leerweg: 20 %

8. Wettelijke beroepsvereisten (waaronder richtlijnen Europese Unie)

ART. 7.2.6. Geen

Page 8: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

4

9. Gelegitimeerd(e) beroepsprofiel(en) of vergelijkbare informa-tiebron(nen)

ART.7.1.3. FORMAT

Het beroepsprofiel voor Administratief juridisch medewerker - openbaar bestuur is geactualiseerd in 1995 en gelegitimeerd door het Sectiebestuur Overheid van het LOB ECABO. Het beroepsprofiel voor Administratief juridisch medewerker - zakelijke dienstverlening is opgesteld naar aanleiding van een arbeidsmarktonderzoek uitgevoerd door DUO Market research, in opdracht van het LOB ECABO, medio 2001.

Page 9: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

5

10A. Benaming deelkwalificaties met het geadviseerde aantal stu-diebelastingsuren per deelkwalificatie en de deelkwalificaties die bij examinering extern gelegitimeerd moeten worden.

ART. 7.2.4./1

Benaming deelkwalificaties

Code

Cate-gorie

Aantal sbu’s

Externe legitime-ring

bbl bol

Bedrijfsoriëntatie 4* 50114 A 320 300 ja

MCK 3 50113 A 110 100 nee

ICT-gebruik 3 53261 A 320 300 nee

Zakelijke communicatie 3 50111 A 305 290 ja

Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1 50110 A 305 290 nee

Bedrijfseconomische beroepsvorming 3 50121 A 210 200 nee

Algemeen juridische beroepsvorming 4 50109 A 270 250 ja

Bestuurlijke en juridische beroepsvorming 4 50099 A 320 300 ja

Ambtelijk handelen en communicatie 4 50119 A 560 530 ja

Openbaar bestuur 4 53142 B 760 720 ja

Bestuur, beleid en financiën 4 53144 B 680 640 ja

Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2 50103 B 210 200 nee

Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2 50102 B 305 290 nee

Sociale voorzieningen 4 50106 B 430 400 nee

Werknemersverzekeringen 4 50105 B 430 400 nee

Volksverzekeringen 4 50104 B 430 400 nee

Sociaal juridische beroepsvorming 4 50108 B 580 550 nee

Pers en PR 4 50117 B 260 250 nee

Planning en organisatie 3 50215 B 425 400 ja

Burgerlijk recht 4 56178 B 680 640 ja

Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht 4 56179 B 605 570 ja

Customer service 4 50158 B 320 300 nee

Doorstroom HBO E&M 4 50097 B 370 350 nee

Leidinggeven 4 53091 C 320 300 nee

Forensisch onderzoek 4 55032 C 530 500 nee

Internationale beroepsoriëntatie 3

52706 C 320 300 nee

* Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan.

Page 10: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

6

10B. Aantal studiebelastingsuren van de kwalificatie

ART. 7.2.4./5 6400 sbu's (eventueel restant sbu's kan worden benut voor een deelkwalificatie naar keuze)

10C. Benaming deelkwalificaties benodigd voor diplomering

ART. 7.4.3./2 Verplicht

Bedrijfsoriëntatie 4*

MCK 3

ICT-gebruik 3

Zakelijke communicatie 3

Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1

Bedrijfseconomische beroepsvorming 3

Algemeen juridische beroepsvorming 4

Bestuurlijke en juridische beroepsvorming 4

Ambtelijk handelen en communicatie 4 Alsmede verplicht voor de differentiatie Openbaar bestuur

Openbaar bestuur 4

Bestuur, beleid en financiën 4

Plus twee verplichte keuzedeelkwalificaties, te kiezen uit:

- Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2**

- Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2**

- Sociale voorzieningen 4

- Werknemersverzekeringen 4

- Volksverzekeringen 4

- Sociaal juridische beroepsvorming 4

- Pers en PR 4

- Doorstroom HBO E&M 4

* Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. ** Van deze deelkwalificaties mag men er slechts één kiezen. Het niveau van de te kiezen deelkwalificatie

is afhankelijk van de voorkennis van de kandidaat.

Page 11: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

7

10C. (vervolg) Benaming deelkwalificaties benodigd voor diplomering

ART. 7.4.3./2

Alsmede verplicht voor de differentiatie Zakelijke dienstverlening

Planning en organisatie 3*

Burgerlijk recht 4

Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht 4

Plus twee verplichte keuzedeelkwalificaties, te kiezen uit:

- Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2**

- Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2**

- Sociaal juridische beroepsvorming 4

- Pers en PR 4

- Customer service 4

- Doorstroom HBO E&M 4

Vrije keuze Leidinggeven 4

Forensisch onderzoek 4

Internationale beroepsoriëntatie 3

* Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. ** Van deze deelkwalificaties mag men er slechts één kiezen. Het niveau van de te kiezen deelkwalificatie

is afhankelijk van de voorkennis van de kandidaat.

Page 12: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

8

RUBRIEK II: AANDACHTSPUNTEN (CONFORM WEB/FORMAT)

1. Maatschappelijk culturele kwalificering

ART. 7.1.3. De maatschappelijk culturele kwalificering is waar nodig geïntegreerd in de algemene en beroepsge-richte deelkwalificaties. Overige relevante eindtermen op dit gebied zijn opgenomen in de maatschap-pelijk culturele deelkwalificatie (MCK).

2. Doorstroomkwalificering

ART. 7.1.3. Wat betreft horizontale doorstroming kan gedacht worden aan de kwalificatie Sociaal juridisch medewerker - sociale zekerheid of de kwalificatie Sociaal juridisch medewerker - arbeidsvoorziening en personeelswerk. Voor gelijkluidende deelkwalificaties op hetzelfde niveau kan vrijstelling worden verkregen.

3A. Wijze waarop aansluiting HBO bevorderd wordt

ART. 7.2.4./2 Ter bevordering van de aansluiting met het HBO is een aparte deelkwalificatie ontwikkeld, gebaseerd op de eindtermen van de commissie "Doorstroming MBO-HBO".

3B. Raadpleging vertegenwoordigers HBO

ART. 7.2.4./2 Zie 3A

Page 13: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

9

4A. Wijze waarop aansluiting op VMBO/MAVO bevorderd wordt

ART. 7.2.4./2 In 2001 heeft ECABO een vergelijkingsonderzoek uitgevoerd tussen ECABO-kwalificaties en het intrasectorale VMBO-programma Handel en Administratie. In het voorjaar van 2002 wordt dit onderzoek herhaald voor het VMBO-afdelingsprogramma Administratie. Deze landelijke vergelijking van eindtermen van VMBO en MBO biedt inzicht in de overlap tussen (onderdelen van) programma’s en de hiaten die er te bespeuren zijn. De resultaten van deze vergelijkingsonderzoeken vormen een belangrijk aanknopingspunt voor de verbetering van de programmatische aansluiting tussen VMBO en MBO. Tevens is ECABO betrokken bij de ontwikkeling van een VMBO-programma gericht op Sport, Veiligheid en Dienstverlening en de ontwikkeling van een ICT-route binnen het VMBO. Aansluiting op (verwante) kwalificaties in het MBO vormt ook hier een belangrijk uitgangspunt.

4B. Raadpleging vertegenwoordigers VMBO/MAVO

ART. 7.2.4./2 Zie 4A

5. Wijze waarop oordeel van eventuele andere betrokken instanties, waaronder eventuele andere betrokken COB's/LOB's, is verwerkt

ART. 7.2.4./2 Niet van toepassing

6. Melding bij Coördinatiepunt Kwalificatiestructuur en gebruikmaking van de procedure voor overleg en besluitvorming

De wijziging is op 30 augustus 2001 aangemeld bij het Coördinatiepunt Kwalificatiestructuur en op 13 september 2001 toegelicht aan ACOA en Colo.

Page 14: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

10

RUBRIEK III: ADVIES ADVIESCOMMISSIE ONDERWIJS-ARBEIDSMARKT

1A. Datum en nummer advies ACOA in fase I

ART. 7.2.4./2

12 maart 2002, RvM/HR/00

1B. ACOA-advies in fase I

ART. 7.2.4./2

De commissie onthoudt zich van advisering.

1C. Datum en nummer advies ACOA in fase II

ART. 7.2.4./2

29 april 2002, RM/HR/02.67

1D. ACOA-advies in fase II

ART. 7.2.4./2

Negatief. Gezien de te verwachten ontwikkeling richting een op competenties gerichte kwalificatiestructuur acht de ACOA het verstandiger af te zien van deze (tijdelijke) actualisering.

1E. Wijze van verwerking van ACOA-advies

ART. 7.2.4./2

ECABO heeft de ACOA hierop het volgende geantwoord: De door de ACOA verwachte vernieuwings-slag zal er inderdaad komen. Het ligt in de bedoeling om de juridische kwalificaties per 1 juni 2004 competentiegericht aan OCenW voor te leggen. Gezien de tijdsspanne die nog zal verstrijken voordat de kwalificaties dan daadwerkelijk worden geïmplementeerd acht ECABO het onverstandig om de aanpassingen zoals wij die hebben voorgelegd uit te stellen. Het bezwaar tegen uitbreiding van het aantal deelkwalificaties acht ECABO in die zin weerlegbaar dat het hier keuzedeelkwalificaties betreft. Voor deelnemers blijft het aantal deelkwalificaties gelijk. Wij vragen de ACOA daarom toch in te stemmen met het gedane voorstel. De ACOA heeft op 17 juni 2002 alsnog een positief advies afgegeven ten aanzien van de vervanging van de kwalificatie Administratief juridisch medewerker - openbaar bestuur (Crebo-code: 10027) door deze nieuwe kwalificatie Administratief juridisch medewerker.

Page 15: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

11

RUBRIEK IV: IMPLEMENTATIE

1. Implementatievoorstel FACULTATIEF

Page 16: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

12

RUBRIEK V: ONDERTEKENING

1A. Naam voorzitter LOB

ART. 7.2.4./1

H. Hofstee

1B. Handtekening voorzitter LOB

ART. 7.2.4./1

Page 17: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

13

RUBRIEK VI: EINDTERMEN

50114 Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan de begrippen organisatie, arbeidsorganisatie, bedrijf, onderneming, profit-orga-

nisatie en not-for-profit organisatie omschrijven. 2. De kandidaat kan een omschrijving geven van de doelstellingen, producten en/of diensten en de

concurrentiepositie van enkele organisaties. 3. De kandidaat kan een beschrijving geven van het beleid van een organisatie inzake productont-

wikkeling, financiering en expansie. 4. De kandidaat kan de goederen-, diensten-, informatie- en/of geldstroomketen in een organisatie

schematisch weergeven. 5. De kandidaat kan de in de wet geregelde organisatievormen omschrijven. 6. De kandidaat kan de kenmerkende verschillen tussen particuliere en overheidsorganisaties om-

schrijven. 7. De kandidaat kan het doel van een functie-omschrijving aangeven. 8. De kandidaat kan de belangrijkste organisatiestructuren omschrijven. 9. De kandidaat kan de belangrijkste ordeningsprincipes m.b.t. organisatiestructuren beschrijven

(functioneel, product, markt, geografisch). 10. De kandidaat kan organisatieschema's hanteren. 11. De kandidaat kan het belang van procedures binnen organisaties verklaren. 12. De kandidaat kan een organisatie als systeem omschrijven. 13. De kandidaat kan de functie van werkgevers- en werknemersorganisaties omschrijven. 14. De kandidaat kan aangeven op welke wijzen samenwerking tussen ondernemingen georganiseerd

kan zijn (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk). 15. De kandidaat kan de vigerende waarden, normen en opvattingen weergeven over de betekenis van

(betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving. 16. De kandidaat kan stappen ondernemen die kunnen leiden tot het vinden van betaald werk. 17. De kandidaat kan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden omschrijven die voortvloeien uit

een arbeidsovereenkomst. 18. De kandidaat kan weergeven welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben

om invloed uit te oefenen binnen een werkorganisatie. 19. De kandidaat kan weergeven welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden gelden voor een

werknemer in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. 20. De kandidaat kan de belangrijkste moderne managementtechnieken omschrijven. 21. De kandidaat kan verklaren welke managementtechniek in een bepaalde situatie het meest ade-

quaat is. 22. De kandidaat kan de belangrijkste managementstijlen omschrijven. 23. De kandidaat kan verklaren welke managementstijl in een gegeven situatie de meest adequate is. 24. De kandidaat kan de voortgang van een activiteit/project/proces bewaken. 25. De kandidaat kan de regels met betrekking tot beveiliging van gegevens toepassen. 26. De kandidaat kan doel, inhoud en werkingsgebied van de Arbeidsomstandighedenwet omschrij-

ven. 27. De kandidaat kan de belangrijkste elementen van arbo-beleid en arbo-zorg in een organisatie

omschrijven. 28. De kandidaat kan de veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten in een organisatie omschrij-

ven. 29. De kandidaat kan de procedures, richtlijnen en voorschriften m.b.t. arbo-zorg in een organisatie

toepassen. 30. De kandidaat kan arbo-knelpunten in een organisatie oplossen. 31. De kandidaat kan de relatie tussen de zorg voor kwaliteit, milieu en arbeidsomstandigheden in een

organisatie omschrijven.

Page 18: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

14

50113 Eindtermen Maatschappelijk culturele deelkwalificatie 3

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan zijn mening verwoorden over maatschappelijke vraagstukken waarmee hij als

burger en werknemer in aanraking komt. 2. De kandidaat kan met voorbeelden verduidelijken dat maatschappelijke en culturele omstandig-

heden invloed hebben op de opvattingen en het gedrag van personen. 3. De kandidaat kan met voorbeelden verduidelijken dat de media een rol vervullen bij de overdracht

van waarden, normen en opvattingen. 4. De kandidaat kan verklaren welke waarden en normen een rol kunnen spelen in intermenselijke

relaties. 5. De kandidaat kan aangeven hoe binnen primaire leefverbanden rolpatronen en machtsverhoudin-

gen een rol kunnen spelen. 6. De kandidaat kan voorbeelden geven van culturele verschillen en overeenkomsten tussen en

binnen (allochtone en autochtone) groepen in onze samenleving. 7. De kandidaat kan vooroordelen en stereotypen aangeven die bestaan in de beeldvorming van

verschillende (allochtone en autochtone) groepen t.o.v. elkaar. 8. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van parlementaire democratie omschrijven. 9. De kandidaat kan de werking van de Nederlandse parlementaire democratie uitleggen. 10. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse rechtsstaat omschrijven. 11. De kandidaat kan de werking van het Nederlandse rechtssysteem uitleggen. 12. De kandidaat kan voorbeelden geven van grondrechten en (vormen van) rechtsbescherming. 13. De kandidaat kan de hoofdlijnen van de rechterlijke organisatie omschrijven. 14. De kandidaat kan het onderscheid tussen een natuurlijke persoon en een rechtspersoon omschrij-

ven. 15. De kandidaat kan de elementaire begrippen van het goederen- en verbintenissenrecht omschrijven. 16. De kandidaat kan het begrip verzorgingsstaat beschrijven. 17. De kandidaat kan de doelstellingen van de belangrijkste sociale verzekeringswetten noemen. 18. De kandidaat kan het begrip (beroeps)ethiek beschrijven. 19. De kandidaat kan de uitgangspunten van de belangrijkste levensbeschouwelijke en politiek-ideo-

logische stromingen in ons land beschrijven. 20. De kandidaat kan voorbeelden geven van individualisering van de Nederlandse samenleving. 21. De kandidaat kan aangeven op welke wijze zich de ontwikkeling van Nederland tot een multicul-

turele samenleving manifesteert. 22. De kandidaat kan aangeven welke invloed de vergrijzing van de samenleving heeft op de verschil-

lende maatschappelijke gebieden. 23. De kandidaat kan aangeven op welke wijze de internationalisering van de Nederlandse samen-

leving zich manifesteert. 24. De kandidaat kan aangeven wat verstaan wordt onder globalisering van de cultuur. 25. De kandidaat kan de gevolgen aangeven van de technologisering van de samenleving voor de

hoeveelheid beschikbaar werk, de aard van het werk en de verdeling ervan. 26. De kandidaat kan de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, werkloos-

heid, en arbeidsparticipatie aangeven. 27. De kandidaat kan de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van sociale zekerheid aangeven.

Page 19: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

15

53261 Eindtermen deelkwalificatie ICT - gebruik 3

ART. 7.1.3. Voor de eindtermen wordt verwezen naar de eindtermen van het volledige ECDL-diploma. Afronding van de deelkwalificatie ICT - gebruik 3 kan leiden tot verstrekking van het diploma ECDL mits het examen is afgenomen conform de door stichting ECDL gestelde voorwaarden.

50111 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie 3

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan zowel in- als extern mondeling informatie inwinnen. 2. De kandidaat kan zowel in- als extern mondeling informatie verstrekken. 3. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken voeren. 4. De kandidaat kan binnengekomen klachten afhandelen. 5. De kandidaat kan receptionele taken uitvoeren. 6. De kandidaat kan tweegesprekken van uiteenlopende aard voeren. 7. De kandidaat kan omgaan met conflicten. 8. De kandidaat kan eenvoudige onderhandelingen voeren. 9. De kandidaat kan deelnemen aan werkoverleg en vergaderingen. 10. De kandidaat kan een presentatie houden met gebruikmaking van moderne hulpmiddelen. 11. De kandidaat kan informatie vastleggen. 12. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren. 13. De kandidaat kan informatieve teksten samenvatten. 14. De kandidaat kan schriftelijk rapporteren.

50110 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 1

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal

inwinnen. 2. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal ver-

strekken. 3. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken in de moderne vreemde taal voe-

ren. 4. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal inwinnen. 5. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal ver-

strekken. 6. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken in de moderne vreemde taal voe-

ren.

Page 20: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

16

50121 Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfseconomische beroepsvorming 3

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan de meest voorkomende termen m.b.t. de omzetbelasting onderscheiden. 2. De kandidaat kan de heffingsstructuur van de omzetbelasting omschrijven. 3. De kandidaat kan uitleggen welke gegevens nodig zijn voor het opstellen van een aangifte om-

zetbelastingen. 4. De kandidaat kan berekeningen m.b.t. de omzetbelasting maken. 5. De kandidaat kan aangiften Inkomstenbelasting (IB), met uitzondering van de onderdelen winst uit

onderneming en inkomsten uit aanmerkelijk belang, doen.* 6. De kandidaat kan kosten en uitgaven onderscheiden. 7. De kandidaat kan m.b.v. verschillende methodieken de (fabricage)kostprijs van een product of

dienst berekenen. 8. De kandidaat kan de commerciële kostprijs van een product of dienst berekenen. 9. De kandidaat kan vormen van vermogensbehoefte onderscheiden. 10. De kandidaat kan reserves en aandelenvermogen verklaren. 11. De kandidaat kan de opstelling van een liquiditeitsbalans omschrijven. 12. De kandidaat kan de liquiditeitspositie en de solvabiliteitspositie berekenen. * In verband met gewijzigde wetgeving dient deze eindterm gelezen te worden als: De kandidaat kan aangiften Inkomstenbelasting doen, met uitzondering van het onderdeel winst uit onderneming bij box 1 en met uitzondering van de boxen 2 en 3.

50109 Eindtermen deelkwalificatie Algemeen juridische beroepsvorming 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan het begrip recht omschrijven. 2. De kandidaat kan de rechtsbronnen omschrijven. 3. De kandidaat kan de meest gebruikte indelingen van het recht hanteren. 4. De kandidaat kan enkele elementaire begrippen uit het staatsrecht omschrijven. 5. De kandidaat kan elementaire begrippen van het personen- en familierecht, erfrecht, goederenrecht

en verbintenissenrecht omschrijven. 6. De kandidaat kan de juridische consequenties van de volgende benoemde overeenkomsten om-

schrijven: - koopovereenkomst - huurovereenkomst - verzekeringsovereenkomst. 7. De kandidaat kan het algemeen burgerlijk recht toepassen op eenvoudige casusposities. 8. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het ondernemings- en faillissementsrecht om-

schrijven. 9. De kandidaat kan het ondernemings- en faillissementsrecht toepassen op eenvoudige casuspo-

sities. 10. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het burgerlijk procesrecht omschrijven. 11. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het strafrecht omschrijven. 12. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het bestuursrecht omschrijven.

Page 21: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

17

50099 Eindtermen deelkwalificatie Bestuurlijke en juridische beroepsvorming 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan de relevante begrippen uit het staatsrecht verklaren. 2. De kandidaat kan van de staatsrechtelijke standaardjurisprudentie de juridische relevantie om-

schrijven. 3. De kandidaat kan het staatsrecht toepassen op eenvoudige casusposities. 4. De kandidaat kan omschrijven hoe de bestuursorganen aan hun bevoegdheden komen. 5. De kandidaat kan omschrijven welke normen het openbaar bestuur in het verkeer met de burger in

acht moet nemen. 6. De kandidaat kan omschrijven in hoeverre het publiekrecht van invloed is op het privaatrechtelijk

handelen van de overheid. 7. De kandidaat kan omschrijven welke middelen ter handhaving van het bestuursrecht kunnen

worden aangewend. 8. De kandidaat kan omschrijven welke middelen de burger kan aanwenden in het kader van de

rechtsbescherming. 9. De kandidaat kan van de bestuursrechtelijke standaardjurisprudentie de juridische relevantie

omschrijven. 10. De kandidaat kan het bestuursrecht toepassen op eenvoudige casusposities. 11. De kandidaat kan de relevante begrippen uit het strafrecht omschrijven. 12. De kandidaat kan van de strafrechtelijke standaardjurisprudentie de juridische relevantie om-

schrijven. 13. De kandidaat kan het strafrecht toepassen op eenvoudige casusposities. 14. De kandidaat kan de elementaire begrippen van de Wet Waardering Onroerende Zaken om- schrijven. 15. De kandidaat kan de relevante begrippen uit het goederen- en verbintenissenrecht omschrijven. 16. De kandidaat kan de juridische consequenties van de volgende overeenkomsten omschrijven: - huurkoop - koop op afbetaling - consumentenkoop - leasing en factoring - colportage. 17. De kandidaat kan het vermogensrecht toepassen op eenvoudige casusposities. 18. De kandidaat kan in het erfrecht de volgende begrippen omschrijven: - plaatsvervulling - kloving - legitieme portie - schenkings- en successierechten. 19. De kandidaat kan het erfrecht toepassen op eenvoudige casusposities. 20. De kandidaat kan basisbegrippen uitleggen met betrekking tot bevolkingsdichtheid, bevolkings-

opbouw en bevolkingsontwikkeling. 21. De kandidaat kan belangrijke demografische kengetallen berekenen. 22. De kandidaat kan kwantitatieve gegevens overzichtelijk weergeven met behulp van tabellen en

grafieken. 23. De kandidaat kan gegevens aflezen uit tabellen en grafieken. 24. De kandidaat kan eenvoudige statistische berekeningen uitvoeren. 25. De kandidaat kan een eenvoudig onderzoek opstellen en uitvoeren.

Page 22: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

18

50119 Eindtermen deelkwalificatie Ambtelijk handelen en communicatie 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan een ambtelijke tekst analyseren en interpreteren. 2. De kandidaat kan uit een ambtelijke tekst de voor de functie belangrijke informatie destilleren. 3. De kandidaat kan adequaat omgaan met klachten en agressie van burgers. 4. De kandidaat kan overleg plegen met leidinggevende(n) en collega's over de te hanteren werk-

wijze. 5. De kandidaat kan naar aanleiding van een werkoverleg/vergadering een verslag, besluitenlijst en

actiepuntenlijst maken. 6. De kandidaat kan zijn standpunt verwoorden en beargumenteren. 7. De kandidaat kan over verschillen tussen zijn standpunt en dat van anderen communiceren. 8. De kandidaat kan een beslissing verwoorden en beargumenteren t.b.v. derden. 9. De kandidaat kan voorlichting/advies geven aan internen en derden. 10. De kandidaat kan in contact treden met functionarissen of instanties binnen de ambtelijke organi-

satie, met politieke ambtsdragers en met het publiek. 11. De kandidaat kan binnen de structuur van een ambtelijke organisatie informatie- en communica-

tielijnen onderscheiden. 12. De kandidaat kan de verschillende media benoemen en kan aangeven welk medium specifiek

geschikt is voor het terrein van de overheidscommunicatie. 13. De kandidaat kan een eenvoudig voorlichtingsplan opstellen. 14. De kandidaat kan samenwerken met internen en derden. 15. De kandidaat kan -binnen de mogelijkheden van de organisatie- de belangen en wensen van

internen en derden behartigen. 16. De kandidaat kan efficiënt omgaan met tijd, middelen en (werk)materiaal. 17. De kandidaat kan dossiers aanleggen en up-to-date houden. 18. De kandidaat kan maatregelen nemen om vertrouwelijke gegevens m.b.t. individuen en/of orga-

nisatie te beschermen. 19. De kandidaat kan informatiemateriaal t.b.v. derden up-to-date houden. 20. De kandidaat kan informatiemateriaal t.b.v. derden overzichtelijk opstellen.

Page 23: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

19

53142 Eindtermen deelkwalificatie Openbaar bestuur 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan uitleggen wat het verband is tussen politiek en overheidsbestuur. 2. De kandidaat kan de belangrijkste principes m.b.t. het functioneren van het openbaar bestuur

omschrijven. 3. De kandidaat kan de rol van de politiek, het bestuur en de ambtelijk organisatie aangeven op de beleidsvorming, besluitvorming en beleidsuitvoering. 4. De kandidaat kan beleidsinstrumenten die overheden hanteren voor concrete situaties toepassen. 5. De kandidaat kan uitleggen op welke wijze verschillende overheden relaties met elkaar onderhou-

den en op welke niveaus (europees, landelijk, provinciaal en lokaal) zij met elkaar te maken hebben bij uitvoering van hun beleid.

6. De kandidaat kan samenstelling, bevoegdheden en beleidsactiviteiten omschrijven van de verschil-lende organen van de Europese Unie.

7. De kandidaat kan de betekenis van de Europese Unie voor politiek en bestuur uiteenzetten. 8. De kandidaat kan omschrijven welke gevolgen de Europese regelgeving en rechtspraak hebben op

het openbaar bestuur. 9. De kandidaat strekking, systematiek en instrumentarium van de Wet Openbaarheid van Bestuur

omschrijven. 10. De kandidaat kan de kenmerken van een bureaucratie omschrijven. 11. De kandidaat kan het politiek systeem beschrijven als systeemtheorie. 12. De kandidaat kan processen van beleidsvoorbereiding, -vorming en -uitvoering beschrijven. 13. De kandidaat kan in grote lijnen aangeven op welke wijze de relatie tussen overheid en samen-

leving vorm kan worden gegeven. 14. De kandidaat kan aangeven wat met de 'kerntakendiscussie van de overheid' wordt bedoeld. 15. De kandidaat kan uitleggen hoe een spanningsveld tussen beleidsformulering en beleidsuitvoering

ontstaat en welke gevolgen dat heeft voor de uitvoering van het beleid. 16. De kandidaat kan de hoofdzaken van de belangrijkste zorggebieden en beleidsterreinen van de

(lokale) overheid weergeven, op het gebied van: - burgerzaken - openbare orde en veiligheid - volkshuisvesting en ruimtelijke ordening - milieu - welzijn - economische en sociale zaken - waterstaat. 17. De kandidaat kan wettelijke procedures toepassen m.b.t. de belangrijkste zorggebieden en be-

leidsterreinen van de (lokale) overheid. 18. De kandidaat kan wettelijke regelingen uitvoeren m.b.t. de belangrijkste zorggebieden en beleids-

terreinen van de (lokale) overheid.

Page 24: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

20

53144 Eindtermen deelkwalificatie Bestuur, beleid en financiën 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan de formele organisatie van lagere overheden (provincie, gemeente en water-

schap) beschrijven. 2. De kandidaat kan de formele structuur en de cultuur van overheidsorganisaties omschrijven. 3. De kandidaat kan aangeven over welke wettelijke bevoegdheden lagere overheden beschikken. 4. De kandidaat kan de hoofdzaken uit de Gemeente- en Provinciewet omschrijven. 5. De kandidaat kan uitleggen op welke wijze -zowel bestuurs- als strafrechtelijk- het toezicht op

lagere overheden is geregeld. 6. De kandidaat kan het belang verwoorden van voorlichting, inspraak, spreekrecht en adviesrecht. 7. De kandidaat kan de recente ontwikkelingen in en rondom de ambtelijke organisatie verklaren. 8. De kandidaat kan uitleggen binnen welke grenzen sprake dient te zijn van ambtelijke loyaliteit. 9. De kandidaat kan de rechtspositie, de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsomstandigheden van

ambtenaren beschrijven. 10. De kandidaat kan de verschillende samenwerkingsvormen tussen lagere overheden weergeven en

kan de hoofdlijnen schetsen van de discussie over bestuurlijke herindeling in Nederland. 11. De kandidaat kan de hoofdlijnen van de totstandkoming van de rijks, provinciale en gemeentelijke

begroting beschrijven. 12. De kandidaat kan de belangrijkste regels uit de Comptabiliteitsvoorschriften weergeven. 13. De kandidaat kan de betekenis en de inhoud van de Miljoenennota uitleggen. 14. De kandidaat kan de gevolgen van beleidsbeslissingen voor de rijksbegroting zichtbaar maken. 15. De kandidaat kan beschrijven hoe de belangrijkste overheidsuitgaven zich de laatste decennia

hebben ontwikkeld. 16. De kandidaat kan de wijze waarop inkomsten en uitgaven van overheden worden gemeten ver-

gelijken met die van marktgerichte ondernemingen. 17. De kandidaat kan de wettelijke regelingen m.b.t. de financiële relatie tussen de rijksoverheid en de

lagere overheden weergeven en toelichten. 18. De kandidaat kan de werking van het provinciefonds en het gemeentefonds verklaren in relatie tot

de financiële verhouding tussen de rijksoverheid en de lagere overheden. 19. De kandidaat kan de belangrijkste bronnen van inkomsten van lagere overheden toelichten. 20. De kandidaat kan uitleggen wat het verschil is tussen belastingen en retributies. 21. De kandidaat kan uitleggen wat de betekenis en de functie is van de begroting en het jaarverslag

binnen het gemeentelijke en provinciale apparaat. 22. De kandidaat kan de sociaal-economische doelstellingen en instrumenten beschrijven van de

Nederlandse overheid. 23. De kandidaat kan de hoofdlijnen van de financieringsstructuur van de rijksoverheid en de lagere

overheden weergeven en kan daarbij de verschillen toelichten.

Page 25: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

21

50103 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 2 - keuzetaal 2

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie van eenvoudige aard in de moderne

vreemde taal inwinnen. 2. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie van eenvoudige aard in de moderne

vreemde taal verstrekken. 3. De kandidaat kan inkomende telefoongesprekken aannemen en telefoongesprekken doorverbinden

in de moderne vreemde taal. 4. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen in de moderne vreemde taal. 5. De kandidaat kan eenvoudige brieven in de moderne vreemde taal opstellen.

50102 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 2

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal inwin-

nen. 2. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal ver-

strekken. 3. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken in de moderne vreemde taal voe-

ren. 4. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen en een eenvoudige conversatie

in de moderne vreemde taal met hen voeren. 5. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren in de moderne vreemde taal. 6. De kandidaat kan informatieve teksten vanuit de moderne vreemde taal samenvatten in het Ne-

derlands.

50106 Eindtermen deelkwalificatie Sociale voorzieningen 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan standaardaanvragen m.b.t. de afzonderlijke sociale voorzieningen afhandelen. 2. De kandidaat kan vorderingen op debiteuren vaststellen. 3. De kandidaat kan herbeoordelingen i.h.k.v. de afzonderlijke sociale voorzieningen uitvoeren. 4. De kandidaat kan de bezwaar- en beroepsprocedure m.b.t. de afzonderlijke sociale voorzieningen

omschrijven. 5. De kandidaat kan gebruik maken van een geautomatiseerd systeem t.b.v. de uitvoering van sociale

voorzieningen.

Page 26: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

22

50105 Eindtermen deelkwalificatie Werknemersverzekeringen 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan standaardaanvragen m.b.t. de afzonderlijke werknemersverzekeringen afhande-

len. 2. De kandidaat kan herbeoordelingen i.h.k.v. de afzonderlijke werknemersverzekeringen uitvoeren. 3. De kandidaat kan de bezwaar- en beroepsprocedure m.b.t. de afzonderlijke werknemersverzeke-

ringen omschrijven. 4. De kandidaat kan gebruik maken van een geautomatiseerd systeem t.b.v. de uitvoering van

werknemersverzekeringen.

50104 Eindtermen deelkwalificatie Volksverzekeringen 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan standaardaanvragen m.b.t. de afzonderlijke volksverzekeringen afhandelen. 2. De kandidaat kan herbeoordelingen i.h.k.v. de afzonderlijke volksverzekeringen uitvoeren. 3. De kandidaat kan de bezwaar- en beroepsprocedure m.b.t. de afzonderlijke volksverzekeringen

omschrijven. 4. De kandidaat kan gebruik maken van een geautomatiseerd systeem t.b.v. de uitvoering van volks-

verzekeringen.

Page 27: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

23

50108 Eindtermen deelkwalificatie Sociaal juridische beroepsvorming 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan de kenmerken van een arbeidsovereenkomst, een overeenkomst tot aanneming

van werk, een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten en een ambtelijke aanstelling omschrijven.

2. De kandidaat kan de juridische positie beschrijven van partijen bij een (arbeids)overeenkomst voor onbepaalde tijd, voor bepaalde tijd, op afroepbasis, op declaratiebasis, op projectbasis, ter vervanging in het kader van zwangerschapsverlof en ouderschapsverlof, bij een uitzendrelatie en in geval van een ambtelijke aanstelling.

3. De kandidaat kan inhoud en doelstelling van de belangrijkste wettelijke regelingen ter bescher-ming van de rechtspositie van werknemers omschrijven.

4. De kandidaat kan de reikwijdte en de rechtsgevolgen van CAO's en Arbeidsreglementen om-schrijven.

5. De kandidaat kan de wijze waarop en de voorwaarden waaronder een arbeidsovereenkomst kan eindigen, omschrijven.

6. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van de volksverzekeringen, de sociale voorzie-ningen en de werknemersverzekeringen omschrijven.

7. De kandidaat kan van instellingen op het terrein van welzijnszorg, gezondheidszorg, sociale zekerheid en arbeidsvoorziening de organisatievorm, de financiering, de doelstelling, het cliëntsysteem, de toegangsprocedure, de kosten voor de cliënt en op hoofdlijnen de werkwijze en procedures omschrijven.

8. De kandidaat kan bruto- en netto-loonberekeningen maken. 9. De kandidaat kan de regelgeving uit het vreemdelingenrecht toepassen. 10. De kandidaat kan de regelgeving m.b.t. studiefinanciering toepassen.

50117 Eindtermen deelkwalificatie Pers en PR 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan de identiteit van een organisatie verwoorden. 2. De kandidaat kan het management adviseren inzake het intern en extern communicatiebeleid. 3. De kandidaat kan aan onderzoeks- en adviesbureaus gegeven communicatie-opdrachten bege-

leiden. 4. De kandidaat kan concepten voor corporate advertising campagnes medebeoordelen. 5. De kandidaat kan corporate communicatiedoelstellingen omzetten in operationele in- en externe

communicatieve activiteiten. 6. De kandidaat kan een PR-plan opstellen. 7. De kandidaat kan een PR-plan evalueren en zonodig bijstellen. 8. De kandidaat kan bijeenkomsten en evenementen organiseren. 9. De kandidaat kan een plan ten behoeve van de interne communicatie opstellen. 10. De kandidaat kan mede uitvoering geven aan het huisstijlbeleid van de organisatie. 11. De kandidaat kan artikelen voor een personeelsblad/huisorgaan en persmap schrijven. 12. De kandidaat kan contacten met de pers onderhouden. 13. De kandidaat kan voorlichtings-, promotie- en PR-materiaal vervaardigen. 14. De kandidaat kan een eenvoudige audio-visuele productie vervaardigen. 15. De kandidaat kan audio-visuele presentaties verzorgen. 16. De kandidaat kan de uitvoering van opdrachten door grafische vormgevers begeleiden. 17. De kandidaat kan activiteiten in het kader van sponsorbeleid uitvoeren.

Page 28: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

24

50215 Eindtermen deelkwalificatie Planning en organisatie 3

ART. 7.1.3 1. De kandidaat kan zowel intern als extern (semi-)zakelijke bijeenkomsten (open dag, jubileum) ad-

ministratief voorbereiden. 2. De kandidaat kan draaiboeken maken, nodig voor de voorbereiding en uitvoering van een (semi)

zakelijke binnenlandse bijeenkomst. 3. De kandidaat kan zowel intern als extern kleine en middelgrote projecten plannen. 4 . De kandidaat kan zakenlunches en diners organiseren. 5. De kandidaat kan een reisschema maken t.b.v. binnenlandse zakenreizen. 6. De kandidaat kan een voorcalculatie m.b.t. de kosten van een zakenreis en/of een zakelijke bijeen-

komst maken. 7. De kandidaat kan aan de hand van aangeleverde gegevens een onkostendeclaratie samenstellen en

voor verwerking gereedmaken.

56178 Eindtermen deelkwalificatie Burgerlijk recht 4

ART. 7.1.3 1. De kandidaat kan de voornaamste taken en werkzaamheden van een notaris, een makelaar, een

incassobureau, het kadaster, de belastingdienst en de Kamer van Koophandel beschrijven. 2. De kandidaat kan standaard akten en formulieren m.b.t. het personenrecht, het familierecht en het

erfrecht verwerken. 3. De kandidaat kan informatie en advies verstrekken over belangrijke onderwerpen uit het

personenrecht, familierecht en erfrecht. 4. De kandidaat kan informatie verstrekken omtrent belangrijke begrippen uit het goederenrecht. 5. De kandidaat kan informatie verstrekken over de vereisten van een geldige overeenkomst en over

de inhoud van de belangrijkste overeenkomsten. 6. De kandidaat kan informatie met betrekking tot de basisbegrippen uit het verbintenissenrecht

verstrekken. 7. De kandidaat kan informatie verstrekken met betrekking tot de formele vereisten en materiële

kenmerken van rechtspersonen. 8. De kandidaat kan informatie verstrekken met betrekking tot samenwerkingsvormen zonder

rechtspersoonlijkheid. 9. De kandidaat kan informatie verstrekken over de hoofdpunten van de Handelsregisterwet en het

Handelsregisterbesluit. 10. De kandidaat kan informatie verstrekken over de kenmerken en de voor- en nadelen van een

éénmanszaak en een besloten vennootschap.

Page 29: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

25

56179 Eindtermen deelkwalificatie Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht 4

ART. 7.1.3 1. De kandidaat kan informatie verstrekken over de samenstelling van de rechterlijke macht, over hoe

de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is geregeld en welke regels er zijn voor de absolute en relatieve competentie.

2. De kandidaat kan informatie verstrekken over de zittende en staande magistratuur, de taken van de griffie, de advocaat en de procureur.

3. De kandidaat kan informatie verstrekken over de gang van zaken in de civiele procedure voor de rechtbank.

4. De kandidaat kan de termijnen bij civiele procedures bewaken. 5. De kandidaat kan dagvaardingen, bezwaar- en beroepschriften verwerken. 6. De kandidaat kan informatie verstrekken over de inhoud en de toepassing van conservatoir en

executoriaal beslag. 7. De kandidaat kan informatie verstrekken over de inhoud en de toepassing van indirecte dwang-

middelen. 8. De kandidaat kan informatie verstrekken over de taken en de positie van de deurwaarder binnen

het burgerlijk procesrecht. 9. De kandidaat kan standaard exploten verwerken. 10. De kandidaat kan een opsomming en een omschrijving geven van wettelijke bewijsmiddelen. 11. De kandidaat kan informatie verstrekken over gewone rechtsmiddelen. 12. De kandidaat kan informatie verstrekken over arbitrage. 13. De kandidaat kan informatie verstrekken over de voorkomende begrippen en de juridische gang

van zaken bij een faillissementsprocedure. 14. De kandidaat kan informatie verstrekken over de juridische procedure bij surseance. 15. De kandidaat kan informatie verstrekken over de juridische procedure bij schuldsanering voor een

natuurlijk persoon.

50158 Eindtermen deelkwalificatie Customer service 4

ART. 7.1.3

1. De kandidaat kan bedrijfsstrategieën met betrekking tot customer service omschrijven. 2. De kandidaat kan aangeven wat de invloed is van verschillende afdelingen binnen een bedrijf op

de customer service. 3. De kandidaat kan customer service-plannen maken. 4. De kandidaat kan de kosten en baten van plannen ten behoeve van de customer service berekenen. 5. De kandidaat kan procedures voor de customer service opstellen. 6. De kandidaat kan procedures voor customer service (het customer serviceplan) implementeren. 7. De kandidaat kan de uitvoering van de procedures voor de customer service bewaken. 8. De kandidaat kan meetbare doelstellingen voor de customer service vaststellen. 9. De kandidaat kan meten of de doelstellingen voor de customer service bereikt zijn. 10. De kandidaat kan customer service-plannen bijstellen aan de hand van meetresultaten. 11. De kandidaat kan de kosten van plannen ten behoeve van customer service bewaken. 12. De kandidaat kan procedures voor customer service (doen) uitvoeren. 13. De kandidaat kan klachten van klanten behandelen. 14. De kandidaat kan meewerken aan de vergroting van het milieubewustzijn. 15. De kandidaat kan regels en procedures implementeren in overeenstemming met de voorschriften m.b.t. veiligheid, gezondheid en milieu.

Page 30: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

26

50097 Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO - Economie & Maatschappij 4

ART. 7.1.3. Algemene vaardigheden 1. De kandidaat kan een onderzoek opstellen en uitvoeren. Engels 1. De kandidaat kan deelnemen aan een Engelstalig gesprek in relevante beroeps- en studiesituaties.* 2. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren in het Engels.* 3. De kandidaat kan Engelse schriftelijke studieteksten samenvatten in het Nederlands. 4. De kandidaat kan Engels gesproken teksten gericht op de studiesituatie samenvatten in het Ne-

derlands. * Alleen indien de kandidaat voor de deelkwalificatie Zakelijke Communicatie MVT niet de En-

gelse taal heeft gekozen. Wiskunde 1. De kandidaat kan tabellen opstellen. 2. De kandidaat kan gegevens uit tabellen verklaren. 3. De kandidaat kan berekeningen uitvoeren met gegevens uit tabellen. 4. De kandidaat kan interpoleren en extrapoleren in tabellen. 5. De kandidaat kan grafieken opstellen. 6. De kandidaat kan gegevens uit grafieken verklaren. 7. De kandidaat kan de begrippen stijging, daling, toe- en afnemende stijging en daling, differentie,

differentiequotiënt, hellingscoëfficiënt, schommeling, periodiciteit en trend hanteren. 8. De kandidaat kan formules opstellen bij tabellen en grafieken. 9. De kandidaat kan lineair interpoleren en extrapoleren. 10. De kandidaat kan eerstegraads vergelijkingen oplossen. 11. De kandidaat kan verbanden tussen grootheden uitdrukken in formules. 12. De kandidaat kan de begrippen gebroken lineaire functie, exponentiële functie, exponentiële groei,

beginwaarden, groeifactor, groeipercentage, halveringstijd en verdubbelingstijd hanteren. 13. De kandidaat kan verbanden die door een tabel, grafiek of formule zijn gegeven optellen, aftrek-

ken en schakelen. 14. De kandidaat kan een formule in een andere formule substitueren en formules omvormen. 15. De kandidaat kan bepalen welke steekproefmethode in welke situatie geschikt is. 16. De kandidaat kan een aselecte steekproef trekken. 17. De kandidaat kan op grond van steekproefresultaten uitspraken doen over de gehele populatie. 18. De kandidaat kan de belangrijkste maten voor centrale tendentie berekenen. 19. De kandidaat kan de voor- en nadelen van de belangrijkste maten voor centrale tendentie be-

schrijven. 20. De kandidaat kan de belangrijkste spreidingsmaten berekenen. 21. De kandidaat kan waarschijnlijkheden met betrekking tot een normaal verdeeld verschijnsel

berekenen. 22. De kandidaat kan kansberekeningen uitvoeren.

Page 31: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

27

50097 (vervolg) Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO - Economie & Maatschappij 4

ART. 7.1.3. Algemene economie 1. De kandidaat kan de ontwikkelingen in het consumptiepatroon in de loop van de tijd beschrijven. 2. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen met betrekking tot consumentengedrag om- schrijven. 3. De kandidaat kan de begrippen (collectieve) inkomensvraagcurves, (collectieve) prijsvraagcurves,

inkomens- en prijselasticiteit toelichten. 4. De kandidaat kan met behulp van economische theorieën de inkomens- en vermogensvorming en

inkomens- en vermogensverdeling in Nederland verklaren. 5. De kandidaat kan de rol van de collectieve sector en van het bedrijfsleven in de economische orde

in Nederland beschrijven. 6. De kandidaat kan de werking van de belangrijkste instrumenten t.b.v. de herverdeling van inko-

mens analyseren. 7. De kandidaat kan de rol van de overheid en van maatschappelijke organisaties bij de herverdeling

van inkomens toelichten. 8. De kandidaat kan de financiering van de collectieve sector in Nederland analyseren. 9. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen met betrekking tot de financiering van de collectieve

sector toelichten. 10. De kandidaat kan verschillende vormen van economische ordening beschrijven. 11. De kandidaat kan de rol van de overheid en het bedrijfsleven ten aanzien van het allocatieproces

beschrijven. 12. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen op het gebied van economische politiek toelichten. 13. De kandidaat kan het belang van internationale handel voor de Nederlandse economie toelichten. 14. De kandidaat kan de betalingsbalans met haar deelrekeningen beschrijven. 15. De kandidaat kan de gevolgen van overschotten of tekorten op de betalingsbalans toelichten. 16. De kandidaat kan de belangrijkste internationale ontwikkelingen op het gebied van de handel

toelichten. 17. De kandidaat kan de werking van wisselkoerssystemen beschrijven. 18. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen op het gebied van het internationale geldwezen

toelichten. Bedrijfsadministratie 1. De kandidaat kan onderhavige berekeningen en handelingen uitvoeren met behulp van een geau-

tomatiseerd systeem. 2. De kandidaat kan de principes van het dubbelboekhouden toepassen. 3. De kandidaat kan opbrengsten, kosten, brutowinst, netto-winst en omzetbelasting berekenen. 4. De kandidaat kan de functies van journaal, grootboek, dagboeken, sub-grootboeken en rekening-

stelsel gebruiken. 5. De kandidaat kan de inkopen en verkopen van een handelsonderneming boeken aan de hand van

een gegeven rekeningenschema. 6. De kandidaat kan obligoboekingen maken met betrekking tot voor-inkopen en voor-verkopen aan

de hand van een gegeven rekeningenschema. 7. De kandidaat kan permanentie toegepast op baten en lasten vastleggen in het grootboek aan de

hand van een gegeven grootboekrekeningenschema. 8. De kandidaat kan boekingen met betrekking tot duurzame productiemiddelen vastleggen in het

grootboek aan de hand van een gegeven rekeningenschema. 9. De kandidaat kan afschrijvingen van debiteuren en afschrijvingen op incourante voorraden ver-

werken in het grootboek aan de hand van een gegeven grootboekrekeningenschema. 10. De kandidaat kan inkoopstaten, verkoopstaten en kasstaten invullen en coderen aan de hand van

gegeven boekingsdocumenten en een gegeven rekeningenschema.

Page 32: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

28

50097 (vervolg) Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO - Economie & Maatschappij 4

ART. 7.1.3. Mens- en maatschappijwetenschappen 1. De kandidaat kan de aard en omvang van het verschijnsel criminaliteit en daarmee samenhan-

gende vraagstukken verklaren. 2. De kandidaat kan aangeven op welke wijze de verschillende politieke en maatschappelijke insti-

tuties en groeperingen betrokken zijn bij het verschijnsel criminaliteit. 3. De kandidaat kan verschillende opvattingen met betrekking tot de oorzaken en aanpak van crimi-

naliteit beschrijven. 4. De kandidaat kan de relevante begrippen op het gebied van communicatie en massamedia toe-

lichten. 5. De kandidaat kan de hoofdelementen van de Nederlandse pers en het Nederlandse omroepbestel

beschrijven. 6. De kandidaat kan uitleggen welke functies massamedia vervullen voor de samenleving. 7. De kandidaat kan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van communicatie en massamedia

beschrijven.

53091 Eindtermen deelkwalificatie Leidinggeven 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan leiding geven aan de dagelijkse werkzaamheden van een afdeling. 2. De kandidaat kan werkoverleg leiden. 3. De kandidaat kan adviseren t.a.v. de personeelsaangelegenheden van de eigen afdeling. 4. De kandidaat kan functioneringsgesprekken voeren met medewerkers van de eigen afdeling. 5. De kandidaat kan een projectplanning opstellen. 6. De kandidaat kan leiding geven aan de uitvoering van een project. 7. De kandidaat kan een afdelingsbudget bewaken. 8. De kandidaat kan afdelingsgegevens en -informatie aanleveren ten behoeve van het management.

Page 33: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

29

55032 Eindtermen deelkwalificatie Forensisch onderzoek 4

ART. 7.1.3. 1. De kandidaat kan het werkterrein van de forensisch onderzoeker binnen het veiligheidsnetwerk

Europa beschrijven. 2. De kandidaat kan recente maatschappelijke en culturele ontwikkelingen binnen Europa

beschrijven, die van invloed zijn op zijn werkzaamheden. 3. De kandidaat kan de begrippen (beroeps)ethiek en integriteit in het kader van forensisch onderzoek

beschrijven. 4. De kandidaat kan beschrijven aan welke wet- en regelgeving hij zich moet houden bij het

verrichten van forensisch onderzoek. 5. De kandidaat kan contacten onderhouden met opsporingsinstanties en de advocatuur binnen

Europa. 6. De kandidaat kan fraudeonderzoeken van verschillende aard uitvoeren. 7. De kandidaat kan tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden adequaat omgaan met

verschillende belangen van de betrokken partijen. 8. De kandidaat kan een analyse opstellen van beeld- en geluidsopnamen.

52706 Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3

ART. 7.1.3. Onderdeel Landenkennis 1. De kandidaat kan de topografie van het betreffende land in grote lijnen weergeven. 2. De kandidaat kan de relatie tussen de geologische/klimatologische gesteldheid en de bestaans-

middelen van het betreffende land beschrijven. 3. De kandidaat kan het bevolkingsaantal en de bevolkingssamenstelling van het betreffende land

weergeven. 4. De kandidaat kan de historische ontwikkeling van het betreffende land in grote lijnen beschrijven. 5. De kandidaat kan de kenmerken van het politiek bestel, de belangrijkste politieke stromingen en

de belangrijkste actuele politieke kwesties van het betreffende land beschrijven. 6. De kandidaat kan de belangrijkste culturele kenmerken van het betreffende land beschrijven. 7. De kandidaat kan de plaats van de eigen opleiding in de onderwijsstructuur van het betreffende

land beschrijven. 8. De kandidaat kan de huidige economische situatie van het betreffende land in grote lijnen

beschrijven. 9. De kandidaat kan de positie van het betreffende land in de Europese Unie of de relatie van het

betreffende land met de Europese Unie beschrijven. Onderdeel Organisatie van de arbeid 1. De kandidaat kan de belangrijkste werkgevers- en werknemersorganisaties noemen. 2. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de rechten, plichten en verantwoordelijkheden

die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst in een vergelijkbare werksituatie/functie in het betreffende land en in Nederland.

3. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de rechten, plichten en verantwoordelijkheden die gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte, zwangerschap en arbeidsongeschiktheid in het betreffende land en in Nederland.

4. De kandidaat kan m.b.t. het betreffende land de invloed van de overheid op de arbeidsmarkt beschrijven.

Page 34: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

30

52706 (vervolg) Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3

ART. 7.1.3. Onderdeel Internationale samenwerking 1. De kandidaat kan beschrijven waarom internationale samenwerking belangrijk is en wat de doelen

van internationale samenwerking zijn. 2. De kandidaat kan de hoofddoelstellingen van de Europese Unie beschrijven. 3. De kandidaat kan de huidige lidstaten van de Europese Unie en de belangrijkste eisen voor

toetreding noemen. 4. De kandidaat kan de belangrijkste organen van de Europese Unie beschrijven. 5. De kandidaat kan aangeven of en zo ja welke economische samenwerkingsrelaties bestaan tussen

het betreffende land en Nederland. 6. De kandidaat kan aangeven of en zo ja welke afspraken bestaan tussen het betreffende land en

Nederland omtrent verkeer van werknemers, dienstenverkeer en vestiging. Onderdeel Bedrijfsoriëntatie De kandidaat dient voor realisering van onderstaande eindtermen de in het stagebiedende land en/of de stagebiedende arbeidsorganisatie gesproken MVT in redelijke mate te beheersen. 1. De kandidaat kan de doelstellingen, producten en/of diensten van de betreffende buitenlandse

arbeidsorganisatie omschrijven. 2. De kandidaat kan de organisatievorm van de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie

beschrijven. 3. De kandidaat kan de organisatie- en verantwoordelijkheidsstructuur van de betreffende

buitenlandse arbeidsorganisatie (of bij grote bedrijven van de afdeling) schematisch weergeven. 4. De kandidaat kan veiligheids-, gezondheids- en milieu-aspecten beschrijven waarmee de

betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie te maken heeft. 5. De kandidaat kan de taken beschrijven waaruit het beroep waarvoor hij/zij wordt opgeleid in de

betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie is opgebouwd. 6. De kandidaat kan de hulpmiddelen en procedures omschrijven waarmee de beroepstaken in de

betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie worden uitgevoerd. 7. De kandidaat kan de arbeidsomstandigheden beschrijven waaronder het beroep in de betreffende

buitenlandse arbeidsorganisatie wordt uitgevoerd. 8. De kandidaat kan de in het betreffende land algemeen geldende kwalificatie-eisen ten aanzien van

het betreffende beroep noemen. 9. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de wijze van uitvoering van het betreffende

beroep en de arbeidsomstandigheden in het betreffende land en in Nederland. 10. De kandidaat kan kerntaken/-activiteiten die behoren tot het beroep waarvoor hij/zij wordt

opgeleid in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie uitvoeren. 11. De kandidaat kan een verslag maken m.b.t. de in de betreffende arbeidsorganisatie verrichte

beroepstaken/-activiteiten. 12. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de mogelijkheden die werknemers hebben om

invloed uit te oefenen binnen een arbeidsorganisatie in het betreffende land en in Nederland.

Page 35: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

Bijlage 1

Page 36: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER
Page 37: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

1 juni 2002

OVERZICHT LKS ECABO 2003-2004 BEROEPSKWALIFICATIES

secretarieel bedrijfs- administratief commercieel logistiek ICT juridisch informatie-

dienstverlening orde en veiligheid niveau

- directiesecretaresse/ management assistent

- administrateur - commercieel medewerker marke-ting en communicatie

- commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen

- medewerker logistiek management-material management

- medewerker logistiek management-fysieke distributie

- ICT-beheerder

- applicatiebeheerder (s)

- applicatieontwikkelaar (s)

- netwerkbeheerder (s)

- sociaal juridisch medewerker-sociale zekerheid

- sociaal juridisch medewerker- arbeidsvoorziening en personeelswerk

- administratief juridisch medewerker

- medewerker informatiedienst- verlening bibliotheken (s)

- assistent bedrijfsarchivaris (s)*

- documentaire informatieverzorger overheid en semi-overheid (s)*

4

middenkader-kwalificatie

specialisten-

kwalificatie (s)

- secretaresse - boekhoudkundig medewerker

- commercieel medewerker binnendienst

- logistiek medewerker-material management

- logistiek medewerker-fysieke distributie

- medewerker beheer ICT

- coördinator beveiliging

3

vakkwalificatie

- secretarieel medewerker

- bedrijfsadministratief medewerker

- commercieel administratief medewerker

- service medewerker ICT

- beveiliger

- medewerker vrede en veiligheid

2

basisberoeps- kwalificatie

- administratief medewerker - assistent orde en veiligheid

- toezichthouder - particulier

onderzoeker

1

assistent- kwalificatie

* niet bekostigd (categorie andere opleidingen)

Page 38: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER
Page 39: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

Bijlage 2

Page 40: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER
Page 41: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

* Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. ** 2 te kiezen uit 8 1 juni 2002

TYPERING VAN DEELKWALIFICATIES: Administratief juridisch medewerker, differentiatie Openbaar bestuur (4)

ECABO-code

DEELKWALIFICATIES beroeps- gericht

doorstroom MCK Advies SBU (nominaal)

Verplicht Verplichte keuze**

Vrije keuze Extern gelegitimeerd

beroepsbe-geleidend

beroeps-opleidend

CAL01.4 Bedrijfsoriëntatie 4* X X 320 300 X X

CAL02.3 MCK 3 X 110 100 X

ICT01.3 ICT-gebruik 3 X 320 300 X

CAL04.3 Zakelijke communicatie 3 X 305 290 X X

CAL05.3 Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1 X X 305 290 X

CBA11.3 Bedrijfseconomische beroepsvorming 3 X 210 200 X

CJU01.4 Algemeen juridische beroepsvorming 4 X 270 250 X X

CJU10.4 Bestuurlijke en juridische beroepsvorming 4 X 320 300 X X

CJU14.4 Openbaar bestuur 4 X 760 720 X X

CJU15.4 Bestuur, beleid en financiën 4 X 680 640 X X

CJU13.4 Ambtelijk handelen en communicatie 4 X 560 530 X X

CAL06.2 Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2 X 210 200 X

CAL06.3 Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2 X 305 290 X

CJU04.4 Sociale voorzieningen 4 X 430 400 X

CJU05.4 Werknemersverzekeringen 4 X 430 400 X

CJU06.4 Volksverzekeringen 4 X 430 400 X

CJU02.4 Sociaal juridische beroepsvorming 4 X 580 550 X

CCA08.4 Pers en PR 4 X 260 250 X

Page 42: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

* Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. ** 2 te kiezen uit 8 1 juni 2002

TYPERING VAN DEELKWALIFICATIES: (vervolg) Administratief juridisch medewerker, differentiatie Openbaar bestuur (4)

ECABO-code

DEELKWALIFICATIES beroeps- gericht

doorstroom MCK Advies SBU (nominaal)

Verplicht Verplichte keuze**

Vrije keuze Extern gelegitimeerd

beroepsbe-geleidend

beroeps-opleidend

COV02.4 Doorstroom HBO E&M 4* X 370 350 X

CAL08.4 Leidinggeven 4 X 320 300 X

CBE29.4 Forensisch onderzoek 4 X 530 500 X

COV04.3 Internationale beroepsoriëntatie 3 X X 320 300 X

Page 43: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

* Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. ** 2 te kiezen uit 6 1 juni 2002

TYPERING VAN DEELKWALIFICATIES: Administratief juridisch medewerker, differentiatie Zakelijke dienstverlening (4)

ECABO-code

DEELKWALIFICATIES beroeps-gericht

doorstroom MCK Advies SBU (nominaal)

Verplicht Verplichte keuze**

Vrije keuze Extern gelegitimeerd

beroepsbe-geleidend

beroeps-opleidend

CAL01.4 Bedrijfsoriëntatie 4* X 320 300 X X

CAL02.3 MCK 3 X 110 100 X

ICT01.3 ICT-gebruik 3 X 320 300 X

CAL04.3 Zakelijke communicatie 3 X 305 290 X X

CAL05.3 Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1 X X 305 290 X

CBA11.3 Bedrijfseconomische beroepsvorming 3 X 210 200 X

CJU01.4 Algemeen juridische beroepsvorming 4 X 270 250 X X

CJU10.4 Bestuurlijke en juridische beroepsvorming 4 X 320 300 X X

CJU13.4 Ambtelijk handelen en communicatie 4 X 560 530 X X

CSE04.3 Planning en organisatie 3 X 425 400 X X

CJU16.4 Burgerlijk recht 4 X 680 640 X X

CJU17.4 Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht 4 X 605 570 X X

CAL06.2 Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2 X 210 200 X

CAL06.3 Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2 X 305 290 X

CJU02.4 Sociaal juridische beroepsvorming 4 X 580 550 X

CCA08.4 Pers en PR 4 X 260 250 X

CCA05.4 Customer service 4 X 320 300 X

COV02.4 Doorstroom HBO E&M 4 X 370 350 X

Page 44: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

* Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. ** 2 te kiezen uit 6 1 juni 2002

TYPERING VAN DEELKWALIFICATIES: (vervolg) Administratief juridisch medewerker, differentiatie Zakelijke dienstverlening (4)

ECABO-code

DEELKWALIFICATIES beroeps-gericht

doorstroom MCK Advies SBU (nominaal)

Verplicht Verplichte keuze**

Vrije keuze Extern gelegitimeerd

beroepsbe-geleidend

beroeps-opleidend

CAL08.4 Leidinggeven 4 X 320 300 X

CBE29.4 Forensisch onderzoek 4 X 530 500 X

COV04.3 Internationale beroepsoriëntatie 3 X X 320 300 X

Page 45: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER

Bijlage 3

Page 46: ADMINISTRATIEF JURIDISCH MEDEWERKER