Actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai · 2015. 6. 20. · Ontwerp actieplan EU-richtlijn...

Actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai

Gemeente Heerlen

www.goudappel.nl

Gemeente Heerlen

Actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai

Datum 19 november 2013 Kenmerk HLN063/Hcj/0600 Eerste versie 3 juli 2013

www.goudappel.nl

Documentatiepagina

Opdrachtgever(s) Gemeente Heerlen Titel rapport Actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai Kenmerk HLN063/Hcj/0600 Datum publicatie 19 november 2013 Projectteam opdrachtgever(s) mevrouw S. Göttgens en mevrouw C. Koenen Projectteam Goudappel Coffeng de heer J.B. Henckel Projectomschrijving Actualisering van het actieplan geluidshinder dat de gemeen-

te elke vijf jaar maakt in het kader van de EU-richtlijn omgevingslawaai. In het plan wordt inzicht gegeven in de locaties waarin de geluidsbelasting boven de plandrempel ligt, en is geanalyseerd welke mogelijke maatregelen kunnen worden genomen.

Trefwoorden Wet geluidhinder, geluidsbelastingen en EU-richtlijn

omgevingslawaai, actieplan

www.goudappel.nl

Inhoud Pagina

Samenvatting I

1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond 1 1.2 Actualisering van de geluidskaart en het actieplan 1 1.3 Leeswijzer 2

2 Het kader 15 2.1 Richtlijn omgevingslawaai 15 2.2 Schadelijke gevolgen van omgevingslawaai 16 2.3 Acties en proces 17 2.4 Relatie plandrempel en Wet geluidhinder 19 2.5 De saneringsopgave en de relatie met het actieplan van de EU-

geluidsbelastingkaart 20

3 Evaluatie eerste tranche 23 3.1 Overzicht ontwikkelingen en genomen maatregelen 23 3.2 Ontwikkeling aantal geluidgehinderden 30 3.3 Conclusies 32

4 Toekomstige ontwikkelingen en hun effecten 33 4.1 Infrastructurele maatregelen in regio Parkstad Limburg 33 4.2 Ruimtelijke ontwikkelingen in regio Parkstad Limburg 34 4.3 Wijzigingen wegdekverhardingen en geluidsschermen en -wallen 35 4.4 Effecten op de geluidshinder 35

5 Actieplan 37 5.1 Ambities voor het geluidsbeleid 37 5.2 Plandrempels (Lden en Lnight per type bron) 38 5.3 Knelpunten 40 5.4 Prioriteitenlijst van knelpunten 41 5.5 Mogelijke typen maatregelen en hun effect 42 5.6 Voorgestelde maatregelen per traject 43 5.7 Kosten-batenanalyse 44 5.8 Generieke maatregelen 46

6 Beschrijving inspraakproces 49 6.1 Doorlopen fasen 49

www.goudappel.nl

Bijlagen 1 Ontwikkeling geluidsnormen 2 Aantal overschrijdingen per traject Afbeeldingen 1 Projectnummers 2 Overschrijding plandrempels

www.goudappel.nl Ontwerp actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai I

Actualisering van de geluidskaart en het actieplan

In 2010/2011 is de tweede tranche van het project ‘Implementatie EU-richtlijn omgevings-lawaai’ door het ministerie van I&M gestart. Ook de agglomeratie Heerlen/Kerkrade, bestaande uit de gemeenten Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Voerendaal en Nuth, is opgenomen in de lijst van de ‘tweede tranche’-gemeenten. Daarmee heeft de agglomeratie Heerlen/Kerkrade voor de tweede keer de verplichting gekregen tot het opstellen van EU-geluidsbelastingkaarten en de hierbij behorende actieplannen. In het voorjaar van 2012 heeft de agglomeratie Heerlen/Kerkrade de EU-geluidskaarten gepresenteerd voor het nieuwe basisjaar 2011. Op deze kaarten wordt inzicht gegeven in de geluidshinder als gevolg van het wegverkeer, het railverkeer, de industrie en de luchtvaart. In de volgende fase moet worden nagegaan in hoeverre maatregelen zijn te nemen om de ergste problemen op het gebied van de geluidshinder te verminderen of op te lossen. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het actieplan dat nu voor u ligt. Hierin wordt inzichtelijk gemaakt welke problemen er zijn, welke oplossingen mogelijk zijn, welk effect deze oplossingen hebben en wat de kosten/baten zijn van de voorgestelde oplos-singen. In deze rapportage wordt op verschillende plekken inzicht gegeven in de geluidsbelas-tingen op de woningen. Het gaat hierbij om de geluidsbelastingen die worden berekend op de buitenkant van de gevel. Deze geluidsbelasting is niet altijd representatief voor de geluidsbelasting in de woning, omdat: ■ er in de afgelopen periode gevelmaatregelen zijn toegepast bij de woning (sanering); ■ een woning is gebouwd conform het bouwbesluit waarin eisen zijn opgenomen over

de geluidsbelasting in de woning.

Samenvatting

Ontwerp actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai II

De plandrempel

De gemeente Heerlen ziet geen aanleiding om de gekozen plandrempels tijdens de eerste tranche drastisch bij te stellen. Bij het opstellen van de plandrempels is destijds aangesloten bij de gebiedsgerichte systematiek van het leefomgevingsraamplan. Hierin wordt gebruik gemaakt van verschillende gebiedstypes en daaraan gerelateerde kwali-teitsprofielen voor de leefomgeving. Alleen de plandrempel voor het landschappelijk waardevolle gebied is opgehoogd naar 48 dB. De eerdere waarde van 43 dB is maar voor een klein deel van de gebieden haalbaar. Evaluatie eerste tranche

In de afgelopen jaren hebben verschillende ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelin-gen in de regio plaatsgevonden. Een volledig overzicht hiervan is te zien in hoofdstuk 3. Deze ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat de geluidsbelastingen tussen 2006 en 2011 zijn gewijzigd. Uit de rapportage van de geluidsbelastingkaart komt naar voren dat het aantal adressen boven de plandrempel voor de gemeente Heerlen afneemt met 8,7% ten opzichte van het jaar 2006. De afname wordt veroorzaakt door enerzijds de getroffen maatregelen genoemd in hoofdstuk 3.1, anderzijds de veranderingen in gemotoriseerde voertuigen en gebruik van de wegen, de aanleg en sloop van woonwijken, andere functies en infrastructurele aan-passingen. Over de effectiviteit van maatregelen worden de volgende conclusies getrokken: ■ Met de maatregelen wordt wel vermindering van geluidshinder gerealiseerd, maar

doordat het betaalbaar moet blijven wordt het effect maar langzaam zichtbaar. ■ Stiller wegdek (DGD) is de meest effectieve maatregel om geluidshinder te verminde-

ren in de stedelijke omgeving met voornamelijk 50 km/h-wegen. De geluidsreductie van stille wegdekken voor 50 km/h-wegen is nog niet groot genoeg om snelle stap-pen te maken.

■ De generieke maatregelen zijn voor een deel niet realistisch omdat de gevraagde inspanning niet in goede verhouding is tot het doel en de ervaren urgentie. Voor repressieve handhavingmaatregelen is een aanpak op nationale of Europese schaal veel effectiever.

Toekomstige ontwikkelingen

Binnen de agglomeratie Heerlen/Kerkrade is de komende jaren een aantal belangrijke infrastructurele en/of ruimtelijke ontwikkelingen te verwachten. Daarnaast zijn verschil-lende lokale ontwikkelingen te verwachten die met name hun invloed zullen hebben in de verkeersafwikkeling binnen een gemeente. Door de wijziging van de verkeersstromen zal ook de geluidsbelasting op de gebouwen gaan veranderen. Hierdoor is het mogelijk dat huidige problemen ten aanzien van de geluidshinder geheel of gedeeltelijk worden opgelost door het effect van toekomstige ontwikkelingen die de komende jaren al uit-

Ontwerp actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai III

gevoerd zullen worden. De effecten van de ontwikkelingen op de geluidshinder zijn vastgesteld door een geluidsmodel op te stellen voor het prognosejaar 2023. In tabel S1.2 wordt een overzicht gegeven van het aantal adressen in de situaties 2011 en 2020 met een geluidsbelasting boven de plandrempel. gemeente 2011 SRM-II (RMW 2012) 2023 SRM-II (RMW2012)

Heerlen 15.170 14.726

Kerkrade 106 56

Landgraaf 3.736 3.333

Brunssum 4.136 2.717

Nuth 399 377

Voerendaal 545 480

Tabel S1.2: Ontwikkeling aantal geluidgevoelige adressen boven de plandrempel Uit tabel S1.2 komt duidelijk naar voren dat, als gevolg van toekomstige ontwikkelingen, in alle gemeenten het aantal geluidgevoelige adressen met een geluidsbelasting boven de plandrempel zal gaan afnemen. Prioriteitenlijst van knelpunten en mogelijke maatregelen

Om een objectieve selectie te kunnen uitvoeren, is een gewogen geluidshinderpercentage per traject bepaald. Op basis van deze criteria is de prioriteitenlijst opgesteld zoals weer-gegeven in tabel S1.3. Voor deze locaties is gezocht naar maatregelen om de geluidshinder te beperken. Deze maatregelen staan eveneens per wegtraject vermeld in tabel S1.3. project weg lengte wegdek snelheid sanering reductie

73 Marktstraat 563 X B -2

33 Schaesbergerweg 912 X A,EM* -2

37 Kasteellaan 848 X X B -4

6 Benzenraderweg 1.513 SMA0/6 B -1

21 Bekkerweg 608 X X’ B -4

54 Ganzeweide 1.028 X B -2

92 Corneliuslaan 627 X -2

30 PARALLELWEG 970 X -2

7 Burg Waszinkstraat 527 X Xd -4

41 Sittarderweg 1.617 X A/B -2

11 Peter Schunckstraat 1.997 X -2

45 Zeswegenlaan 1.238 X -2

20 Voskuilenweg 1.396 X Xd -4

79 Hommerterweg 279 X’ B -2

74 Sint Jansstraat 2.143 X -2

38 Meezenbroekerweg 1.296 B

72 Pastoorskuilenweg 836 X A/B 2 * Verandering in wegencategorisering nodig, Xd = deels aanpassing mogelijk, A-, EM: A-lijst,

Eindmeldinglijst.

Tabel S1.3: Overzicht mogelijke maatregelen per traject en hun effect

Ontwerp actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai IV

Op basis van de voorgestelde maatregelen is het mogelijk om het aantal woningen met een overschrijding van de plandrempel met 4% te reduceren. De investeringskosten van geluidsreducerend asfalt zijn inmiddels verwaarloosbaar, maar de onderhoudskosten vragen nog om aanvullende financiering. Tijdens het besluitvor-mingstraject van de wegverhardingsnota in 2012 is door het college aangegeven dat financiering voor de meerkosten per project moet worden geregeld. Deze financiering kan voor een deel worden verkregen uit subsidies in het kader van de Subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai. De investeringskosten zijn inmiddels verwaarloosbaar, maar de onderhoudskosten als gevolg van de kortere levensduur van DGD vragen nog om aanvullende financiering. Tijdens het besluitvormingstraject van de wegverhardingsnota in 2012 is door het college aangegeven dat financiering voor de meerkosten per project moet worden geregeld. Deze financiering kan voor een deel worden verkregen uit subsidies in het kader van de Subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai. De komende jaren worden werkzaamheden uitgevoerd aan de wegen, zoals weer-gegeven in de tabellen S1.4. project weg planning OPW

6 Benzenraderweg 2012-2013

21 Bekkerweg 2014

30 Parallelweg 2012-2013

7 Burg Waszinkstraat 2014

20 Voskuilenweg 2014

66? Mgr Hanssenstraat 2014

Tabel S1.4: Trajecten waar de komende jaren wegonderhoud wordt gepleegd Generieke maatregelen

Uit de evaluatie van hoofdstuk 3 blijkt dat niet alle maatregelen uit de eerste tranche succesvol zijn. In dit actieplan worden daarom slechts de effectieve generieke maatrege-len van het eerste actieplan gehandhaafd. We gaan door met optimalisering van advise-ring stiller wegdek. Als nieuwe maatregel pakken we de promotie van elektrisch rijden en schonere stadsdistributie op.

www.goudappel.nl Ontwerp actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai 1

1 Inleiding

1.1 Achtergrond

De Europese Richtlijn omgevingslawaai is gericht op de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai. In Nederland is deze richtlijn in 2004 ingevoerd in de Wet geluid-hinder. De richtlijn is van toepassing op omgevingslawaai, waaraan mensen worden blootgesteld. Het toepassingsgebied beperkt zich tot weg-, railverkeer, luchtvaart en specifieke vastgelegde industriële activiteiten. Het doel van de richtlijn is de hinder en de schadelijke gevolgen van blootstelling aan omgevingslawaai te vermijden, te voorkomen of te verminderen. Hinder is het bekendste effect van geluid. Naast hinder kan geluid ook leiden tot slaapverstoring, en hart- en vaatziekten. Om de schadelijke gevolgen van omgevingslawaai te bestrijden worden volgens de Richtlijn omgevingslawaai de hiernavolgende instrumenten toegepast: geluidsbelastingkaarten, actieplannen, voorlichting en inspraak. Het opstellen van geluidsbelastingkaarten en actieplannen wordt om de vijf jaar herhaald (tranche). Daarbij wordt de groep agglomeraties en gemeenten per tranche uitgebreid. 1.2 Actualisering van de geluidskaart en het actieplan

In 2010/2011 is de tweede tranche van het project ‘Implementatie EU-richtlijn omgevings-lawaai’ door het ministerie van I&M gestart. Ook de agglomeratie Heerlen/Kerkrade, bestaande uit de gemeenten Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Voerendaal en Nuth, is opgenomen in de lijst van de ‘tweede tranche’-gemeenten. Daarmee heeft de agglomeratie Heerlen/Kerkrade voor de tweede keer de verplichting gekregen tot het opstellen van EU-geluidsbelastingkaarten en de hierbij behorende actieplannen. In het voorjaar van 2012 heeft de agglomeratie Heerlen/Kerkrade de EU-geluidskaarten gepresenteerd voor het nieuwe basisjaar 2011. Op deze kaarten wordt inzicht gegeven in de geluidshinder als gevolg van het wegverkeer, het railverkeer, de industrie en de luchtvaart.

Ontwerp actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai 2

In de volgende fase moet worden nagegaan in hoeverre maatregelen zijn te nemen om de ergste problemen op het gebied van de geluidshinder te verminderen of op te lossen. De resultaten hiervan moeten worden vastgelegd in een actieplan. Hierin wordt inzichte-lijk gemaakt welke problemen er zijn, welke oplossingen mogelijk zijn, welk effect deze oplossingen hebben en wat de kosten/baten zijn van de voorgestelde oplossingen. De gemeente heeft uitdrukkelijk niet de verplichting om de voorgestelde maatregelen ook daadwerkelijk te gaan uitvoeren. De beschreven maatregelen geven een denkrich-ting aan en zullen altijd in samenhang met andere disciplines en beschikbare middelen worden bekeken. In deze rapportage wordt op verschillende plekken inzicht gegeven in de geluidsbelas-tingen op de woningen. Het gaat hierbij om de geluidsbelastingen die worden berekend op de buitenkant van de gevel. Deze geluidsbelasting is niet altijd representatief voor de geluidsbelasting in de woning, omdat: ■ er in de afgelopen periode gevelmaatregelen zijn toegepast bij de woning (sanering); ■ een woning is gebouwd conform het bouwbesluit, waarin eisen zijn opgenomen over

de geluidsbelasting in de woning. De gemeenten in de agglomeratie Heerlen/Kerkrade hebben het actieplan opgesteld in samenwerking met Goudappel Coffeng BV. 1.3 Leeswijzer

In het vervolg van deze rapportage wordt aangegeven op welke manier inhoud is gegeven aan het actieplan. Hiertoe wordt in eerste instantie in hoofdstuk 2 aangegeven binnen welk kader het opstellen van het actieplan moet worden geplaatst. Voor de gemeenten in de agglomeratie Heerlen/Kerkrade is dit de tweede keer dat zij een actieplan opstellen. Daarom is het goed om terug te kijken welke maatregelen de afgelopen vijf jaar zijn uitgevoerd voor het verminderen van de geluidshinder en om na te gaan hoe de totale geluidsbelasting zich binnen de gemeenten heeft ontwikkeld. Een beschrijving is te vinden in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt aandacht besteed aan de toekomstige geluidssituatie binnen de gemeente. Hierbij is rekening gehouden met alle ruimtelijke en infrastructurele maatre-gelen die de komende tien jaar zijn te verwachten. Op basis van de geluidsbelastingkaar-ten voor de toekomstige situatie kan worden vastgesteld waar de geluidsbelasting bo-ven de plandrempel ligt. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 nader ingegaan op de gemeentelijke ambities ten aanzien van de bestrijding van geluidshinder. Hiervoor zijn zogenaamde plandrempels vastgelegd. Op het moment dat de geluidsbelasting van een gebouw boven deze plandrempel ligt, moet deze locatie worden aangemerkt als een knelpunt op het gebied van geluidshinder. Voor de knelpunten is nagegaan welke mogelijke maatregelen


kunnen worden genomen om de overlast te verminderen. De bijlagen en afbeeldingen behorende bij de tekst zijn achter in de rapportage opgenomen. Het ontwerpactieplan zal voor inspraak worden voorgelegd aan de inwoners van de gemeente en aan de gemeenteraad. De manier waarop deze inspraak is uitgevoerd, is beschreven in hoofdstuk 6.


De verplichting tot het opstellen van de EU-geluidsbelastingkaarten en het hieraan gerelateerde actieplan is het gevolg van de EU-richtlijn omgevingslawaai. Bij de totstandkoming van het actieplan wordt een aantal fasen doorlopen, waarbij het vast-stellen van de plandrempels en het inventariseren van mogelijke maatregelen inhoude-lijk gezien de belangrijkste zijn. 2.1 Richtlijn omgevingslawaai

De Europese Richtlijn 2002/49/EG is gericht op de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai. Deze richtlijn wordt aangehaald als de Richtlijn omgevingslawaai. In Nederland is de richtlijn in 2004 ingevoerd in de Wet geluidhinder. De Richtlijn omgevingslawaai is van toepassing op omgevingslawaai waaraan mensen worden blootgesteld. De richtlijn richt zich vooral op het vaststellen, beheersen en waar nodig verlagen van geluidsniveaus in de leefomgeving. Het toepassingsgebied beperkt zich tot een aantal gedefinieerde brontypen, te weten wegen railverkeer en luchtvaart en specifieke vastgelegde industriële activiteiten. Om de schadelijke gevolgen van omgevingslawaai te bestrijden, worden volgens de Richtlijn omgevingslawaai de volgende instrumenten toegepast: ■ Inventariseren van de blootstelling aan omgevingslawaai door middel van geluids-

belastingkaarten. ■ Vaststellen van actieplannen om omgevingslawaai te voorkomen en/of te beperken.

De plannen moeten vooral gericht zijn op plaatsen waar hoge blootstellingniveaus schadelijke effecten kunnen hebben voor de gezondheid van de mens. Ook moeten ze een goede geluidskwaliteit handhaven.

■ Voorlichten van het publiek over omgevingslawaai en de effecten daarvan. Daarbij hoort het publiceren van de geluidsbelastingkaarten en het houden van inspraak over de actieplannen.

2 Het kader


2.2 Schadelijke gevolgen van omgevingslawaai

Milieuaspecten zijn niet alleen van invloed op de beleving van de leefomgeving, maar ook op de gezondheid. Verschillende onderzoeken tonen aan dat wegverkeerslawaai al bij een matige blootstelling een negatieve invloed heeft op de gezondheid. Geluid staat na ‘fijn stof’ op de tweede plaats in de lijst van milieufactoren die gezond-heidsproblemen veroorzaken. In figuur 2.1 is een en ander gevisualiseerd: uitgedrukt in DALY’S, die het aantal verloren levensjaren en het aantal jaren dat is geleefd met gezondheidsproblemen weergeven. Onderzoeken maken duidelijk dat aan langdurige blootstelling aan wegverkeerslawaai in Nederland jaarlijks enkele tientallen tot honder-den sterfgevallen zijn toe te schrijven. Figuur 2.1: Bronnen voor verlies aan DALY’s1

(De grijze verticale lijn is de mate van onzekerheid. De groene punt is de meest waarschijnlijke waarde.)

Verkeerslawaai kan leiden tot verstoring van activiteiten en communicatie, tot hinder en tot verstoring van slaap. Deze effecten kunnen op hun beurt indirect via stressprocessen leiden tot andere aandoeningen, zoals verhoging van de bloedsuikerspiegel, de bloed-druk en het ontwikkelen van hart- en vaataandoeningen. Maar ook indirect kan chronische blootstelling aan geluid leiden tot een verhoogde bloeddruk en het risico op ernstige hart- en vaatziekten verhogen.

1 Bron: Factsheet gezonde leefomgeving.


2.3 Acties en proces

Voorafgaand aan het actieplan is een geluidsbelastingkaart opgesteld en vastgesteld. Deze geluidsbelastingkaart beschrijft de situatie in 2011. Het actieplan borduurt hierop verder met een beschrijving van de voorgenomen relevante maatregelen, het beleid ter beperking van de geluidsbelasting en de voorgenomen te treffen maatregelen in de nabije toekomst. In figuur 2.2 is schematisch weergegeven hoe volgens POLKA2 het proces om tot een vastgesteld actieplan te komen, er kan uitzien. De gemeenten in de agglomeratie Heerlen/Kerkrade hebben ervoor gekozen om hier op hoofdlijnen bij aan te sluiten. Figuur 2.2: De stappen bij het maken van het actieplan 2.3.1 Vaststellen plandrempels Volgens de EU-richtlijn moet het actieplan gaan over ‘prioritaire problemen’. Van een prioritair probleem is sprake als een ‘relevante grenswaarde’ wordt overschreden. Bij implementatie in de Nederlandse wetgeving is het begrip ‘relevante grenswaarde’ vertaald in ‘plandrempel’. Een eerste stap in het maken van een actieplan is het vaststel-len van een of meer plandrempels. Op basis van de plandrempels zal beleid worden geformuleerd. In situaties waar de geluidsbelasting hoger is dan de plandrempel, zijn maatregelen noodzakelijk om deze overschrijding terug te dringen.

2 POLKA is de beheerorganisatie rond de EU-richtlijn omgevingslawaai die door het ministerie

van I&M is opgericht.


Om te komen tot deze plandrempels heeft een werkbijeenkomst plaatsgevonden met alle gemeenten in de agglomeratie Heerlen/Kerkrade. Tijdens deze bijeenkomst is besproken of de plandrempels die in de eerste tranche door de gemeenten waren vast-gesteld al dan niet moesten worden bijgesteld. De resultaten van de workshop zijn onder andere vastgelegd in GIS-bestanden, waardoor het mogelijk is om te analyseren waar overschrijdingen van de plandrempels plaatsvinden. 2.3.2 Inventarisatie van maatregelen In deze fase wordt in eerste instantie geanalyseerd op welke locaties binnen de gemeente er een overschrijding van de plandrempel is. Hierbij is het belangrijk om een volgorde aan te brengen in de geconstateerde knelpunten (prioritering), omdat vermoe-delijk niet alle knelpunten op korte termijn zijn op te lossen. Voordat maatregelen worden benoemd om de overschrijdingen van de plandrempel ongedaan te maken, is het verstandig eerst te bezien in hoeverre bestaande ontwikke-lingen op andere beleidsterreinen invloed hebben op de geluidskwaliteit van de relevan-te locaties. Mogelijk worden hierdoor enkele knelpunten al opgelost of worden nieuwe knelpunten verwacht. Hierbij is afstemming met nabijgelegen actoren gewenst, indien grensoverschrijdende effecten van diens of eigen plannen te verwachten zijn. Ook in deze fase is een werkbijeenkomst in de regio gehouden. Tijdens deze bijeen-komst is nagegaan welke potentiële maatregelen kunnen worden genomen om de ergste knelpunten in de gemeente op te lossen of te verminderen. Aan het begin van de werkbijeenkomst zijn hiervoor de resultaten van de analyse van de geluidshinder in relatie tot de plandrempels binnen de gemeente aangeleverd. 2.3.3 Kosten-batenanalyse De kosten van maatregelen laten zich doorgaans goed in geld uitdrukken, maar de baten zijn meer te verwachten in de richting van volksgezondheid en de verkoopwaarde van onroerende goederen. Er is geen vast omschreven wijze voor het berekenen van de kosten en baten. Op basis van deze kosten-batenanalyse kan vervolgens een keuze worden gemaakt welke maatregelen ook daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. 2.3.4 Ontwerp van actieplan In het Besluit omgevingslawaai zijn onder hoofdstuk 4 de elementen genoemd die in een actieplan beschreven moeten worden. Grofweg komt het neer op een beschrijving van de relevante wetgeving, het betrokken gebied, de resultaten van de geluidsbelasting-kaart, het voorgenomen beleid dat gevolgen kan hebben voor de geluidskwaliteit in de komende tien jaar, de voorgenomen maatregelen ter verbetering van de geluidskwaliteit in de komende vijf jaar en de reacties uit de inspraakprocedure.


2.3.5 Inspraak en publicatie Bij het opstellen van een actieplan is de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dat betekent onder meer dat het ontwerp van het actieplan -na de gebruikelijke bekendmaking- ten minste zes weken ter inzage wordt gelegd. Een ieder (niet alleen belanghebbenden!) kan in die periode zijn zienswijze over het ontwerp naar voren brengen. Een bijzondere vorm van ’inspraak’ is aan de gemeenteraad gegeven. Voordat het college het actieplan vaststelt, moet zij de gemeenteraad in de gelegenheid hebben gesteld om zijn wensen en zienswijze kenbaar te maken. 2.3.6 Vaststelling actieplan en verzending aan I&M Uiterlijk 18 juli 2013 wordt het actieplan vastgesteld. In de aangewezen agglomeratie-gemeenten stellen B&W het actieplan vast en GS stelt het actieplan voor provinciale wegen vast. De actieplannen voor rijkswegen, hoofdspoorwegen en grote luchthavens worden vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Milieu. Binnen één maand na de vaststelling worden de stukken ter beschikking gesteld aan een ieder en wordt het actieplan verstuurd naar de door het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) aangewezen instantie (POLKA). Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is ervoor verantwoordelijk dat de gegevens elke vijf jaar worden verzameld, gecategoriseerd en verzonden aan de Europese Commissie. 2.4 Relatie plandrempel en Wet geluidhinder

Voor de keuze van de plandrempel binnen het actieplan geluid wordt in veel gevallen aangesloten op de bestaande saneringslijsten: de A, B en Rail-lijsten. Om dit te kunnen doen, is een vergelijking van de oude en gewijzigde normen noodzakelijk3. In tabel 2.1 is hiervan een overzicht gegeven. saneringslijsten (A- en B-lijst) actieplan geluid

Laeq-etmaalwaarde (maximaal) inclusief -5 dB correctie (artikel 103 Wgh) normen: 60 en 65 dB(A)

Lden-etmaalwaarde (gemiddeld)

exclusief correctie normen: met 2 dB verlaagd, 63 en 68 dB

saneringslijsten (Raillijst) actieplan geluid

Laeq-etmaalwaarde (maximaal) normen: 65 dB(A)

Lden-etmaalwaarde (gemiddeld) normen: met 2 dB verlaagd, 63 dB

Tabel 2.1: Vergelijking oude en gewijzigde normen

3 Voor een uitgebreidere beschrijving van de ontwikkeling van de geluidsnormen en reken-

methoden wordt verwezen naar bijlage 1.


Om een saneringswaarde om te rekenen naar een waarde voor een plandrempel, dient de saneringswaarde: ■ met 5 dB te worden verhoogd (correctie artikel 103 Wgh); ■ vervolgens met 2 dB te worden verlaagd (aanpassing normen Lden). Dit betekent opgeteld een verschil van +3 dB. Indien voor het wegverkeer wordt uitgegaan van de saneringswaarde volgens de B-lijst kan dus als plandrempel 63 dB worden aangehouden. Wordt uitgegaan van de A-lijst-woningen, dan kan de waarde 68 dB als plandrempel worden aangehouden. Indien voor het railverkeer wordt uitgegaan van de saneringswaarde, kan dus als plan-drempel 68 dB worden aangehouden. Voor industrielawaai bedraagt de saneringswaarde 55 dB(A)/55 dB. 2.5 De saneringsopgave en de relatie met het actieplan van de

EU-geluidsbelastingkaart

Op het moment dat de geluidsnormen van kracht werden, waren er al situaties waarin deze normen werden overschreden. Voor het oplossen van deze zogenaamde bestaande situaties zijn het Rijk en de gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk: de sanering verkeerslawaai. De Wet geluidhinder hanteert dus het stand still beginsel. Zij zorgt ervoor dat niet meer geluidshindersituaties ontstaan en pakt de al bestaande situaties aan. 2.5.1 Rolverdeling In de wet is opgenomen dat gemeenten -en in sommige gevallen Rijkswaterstaat en/of ProRail- het initiatief nemen voor de sanering. Zij inventariseren of er saneringssituaties in de gemeente zijn, en zo ja, hoe deze zouden moeten worden aangepakt. Zij melden de situatie en de manier waarop dit zou kunnen worden opgelost aan I&M. Het is vervol-gens de verantwoordelijkheid van I&M om de gemeente financieel in staat te stellen de saneringsmaatregelen te treffen. I&M verleent daarvoor subsidies aan de gemeenten. Naast de gemeenten en I&M is er ook een taak voor de beheerders van de (spoor)wegen waarlangs de sanering plaatsvindt. Voor rijkswegen is dat Rijkswaterstaat, voor spoor-wegen ProRail. Zij werken samen met de gemeente aan het ontwerpen van de maat-regelen, zodat die zo goed mogelijk aansluiten bij hun eisen als (spoor)wegbeheerders. 2.5.2 Maatregelen Om een saneringssituatie aan te pakken, zijn verschillende maatregelen beschikbaar. In volgorde van prioriteit: bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen en maatregelen bij de ontvanger. Bij voorkeur wordt de geluidshinder bij de bron aangepakt. Dat kan bijvoorbeeld door een stil wegdek aan te leggen of door het verkeer om te leiden. Helaas zijn bronmaat-regelen niet altijd mogelijk of hebben ze onvoldoende effect. In dat geval biedt in een aantal gevallen een geluidsscherm of -wal soelaas.


Vooral in situaties waar de geluidsbelastingen hoog zijn en veel laagbouwwoningen aanwezig zijn, is een geluidsscherm een goede oplossing. Tegenwoordig worden steeds vaker bronmaatregelen en geluidsschermen gecombineerd, zodat de hoogte van de schermen beperkt kan blijven. In een stedelijke omgeving waarbij de woningen redelijk dicht op de wegas zijn geplaatst, is een scherm zo ingrijpend voor de leefomgeving dat dit nauwelijks wordt toegepast langs 50 km/h-wegen. Pas als het echt niet mogelijk is om bron- of overdrachtsmaatregelen te treffen, kan worden gedacht aan het isoleren van de woning met gevelmaatregelen. 2.5.3 Subsidies De geluidsanering valt momenteel uiteen in twee trajecten. De sanering van de A- en Raillijst is het eerste traject. Eind jaren ’90 is door alle gemeen-ten geïnventariseerd voor welke woningen geen andere maatregelen konden worden getroffen dan gevelmaatregelen. De meest urgente van deze woningen zijn geplaatst op de zogenaamde A- en Raillijst. Voor de aanpak van deze woningen verstrekt I&M via het ISV middelen aan de gemeenten die een A- of Raillijst hebben. ISV-middelen worden uitsluitend verstrekt aan gemeenten, samenwerkingsverbanden of wegbeheerders. Voor de saneringssituaties die niet op de A- en Raillijst staan, het tweede traject, kunnen gemeenten bij BSV op projectbasis subsidie aanvragen4. Het gaat hierbij dus vooral om bronmaatregel- of afschermingprojecten, maar ook voor de isolatie van woningen die een zo hoge geluidsbelasting hebben dat zij niet op de A-lijst konden worden geplaatst. BSV verleent de subsidie in twee stappen. In de eerste stap wordt, op basis van een subsidieaanvraag, een subsidie verleend voor de voorbereiding van een project. In de tweede plaats wordt, wederom op basis van een subsidieaanvraag en het indienen van een saneringsprogramma, een subsidie verstrekt voor de uitvoering van de maatregelen in het project. Hiertoe dienen bepaalde proce-dures te worden doorlopen. Omdat er helaas onvoldoende budget is om jaarlijks alle aanvragen te honoreren, kent BSV aan de voorbereidingsaanvragen een prioriteit toe. Hoe ernstiger de geluidshinder en des te efficiënter deze is aan te pakken, hoe hoger de prioriteit van de aanvraag. Is eenmaal een voorbereidingssubsidie toegekend, dan houdt BSV in de planning rekening met de in te dienen aanvraag voor de uitvoeringskosten. 2.5.4 Toekomst sanering Medio jaren ’80 was de inschatting dat de sanering in het jaar 2000 zou zijn afgerond. Helaas is dat een forse misrekening geweest. Op dit moment is de inschatting dat bij ongewijzigd beleid, en bij ongewijzigde beschikbaarheid van de financiële middelen de sanering nog tot circa 2024 kan duren.

4 Het gaat hierbij om woningen die voorkomen op de B-lijst en Eindmelding.


2.5.5 Relatie met het actieplan van de EU-geluidsbelastingkaart Bij het opstellen van het actieplan is het belangrijk om de woningen te kennen die voor-komen op de A- en Raillijsten. Het is immers mogelijk dat een deel van deze woningen al is gesaneerd. Op dat moment is het niet noodzakelijk om in het actieplan prioriteit te geven aan deze knelpunten. De binnenniveaus in deze woningen zijn op dat moment al teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau. Voor de woningen die aan een knelpunttraject liggen en nog niet zijn gesaneerd, kan worden bekeken of de subsidiemogelijkheden kunnen worden ingezet voor bronmaat-regelen (bijvoorbeeld toepassen geluidreducerend asfalt). Hiervan kunnen ook woningen langs de desbetreffende weg profiteren die niet voorkomen op de saneringslijsten.


De gemeenten in de agglomeratie Heerlen/Kerkrade hebben voor de tweede keer een geluidsbelastingkaart opgesteld en actualiseren het actieplan. Hierdoor is het mogelijk om te evalueren welke voorgenomen maatregelen uit het eerste actieplan ook daadwer-kelijk zijn gerealiseerd en hoe de ontwikkeling van de geluidsbelasting er uitziet. Om die ontwikkeling goed te kunnen beoordelen is het belangrijk om te weten op welke manier de geluidsbelastingen voor de jaren 2006 en 2011 zijn berekend. De gehanteerde reken-methoden en uitgangspunten bepaalden uiteraard ook de uitkomsten van de bereke-ningsresultaten. 3.1 Overzicht ontwikkelingen en genomen maatregelen

3.1.1 Regionaal In de regio agglomeratie Heerlen/Kerkrade heeft de afgelopen vijf jaar een belangrijke wijziging plaatsgevonden in de verkeersstructuur. In deze periode is namelijk de Binnen-ring voltooid, waardoor de verkeersstromen in de omgeving van Heerlen, Landgraaf en Kerkrade duidelijk anders worden afgewikkeld. Hierdoor is verkeer onttrokken aan wegen waarlangs geluidgevoelige bestemmingen lagen. De nieuwe weg is uiteraard op een dusdanig manier aangelegd dat blootstelling van bestaande bebouwing aan hoge geluidsbelastingen van deze weg zo veel mogelijk werd beperkt conform de regels van de Wet geluidhinder. De weg is voorzien van geluidreducerend asfalt (Viagrip), op diverse plaatsen verdiept aangelegd en waar nodig afgeschermd door grondwallen en geluidsschermen.

3 Evaluatie eerste tranche


. Figuur 3.1: Voltooiing binnenring 3.1.2 Gemeente Heerlen De gemeente Heerlen heeft in het eerste actieplan zowel aandacht besteed aan fysieke maatregelen die de geluidsbelastingen op specifieke locaties moet verminderen als aan generieke maatregelen die moeten bijdragen aan een vermindering van geluidsbelasting op een groter schaalniveau. Fysieke maatregelen 1. Stil asfalt op wegen met geluidsoverlast. 2. Verminderen verkeersintensiteit. 3. Verminderen vrachtverkeer. 4. Snelheidsbeperking. Generieke maatregelen 1. Geluidarm asfalt standaard toepassen. 2. Geluidsbeleid ontheffingscriteria. 3. Aanwijzen van stille gebieden. 4. Stimuleren stille banden. 5. Toezicht geluidseisen motorvoertuigen via APK. 6. Toezicht op naleving van snelheid. 7. Handhaving bromfietsen op geluid.


Stand van zaken fysieke maatregelen F1. Stil asfalt op wegen met geluidsoverlast ■ In de periode tussen 2006 en 2011 zijn vijf wegvakken voor wegdekvervanging met

stil asfalt geprogrammeerd. Dit betreft de Bredastraat, Valkenburgerweg, Looierstraat, Spoorsingel en Sint Franciscusweg, Het bleek nauwelijks mogelijk om wegen van de ‘TOP-10’-lijst in het onderhoudsprogramma wegdekverharding te laten ‘landen’.

■ Er is een overzichtskaart gemaakt ten behoeve van overleg met B&O, van wegen waar toepassing van stil wegdek overwogen wordt.

■ Voor de Akerstraat-noord en de Parallelweg wordt een herinrichting voorbereid en is de mogelijkheid van toepassing van stiller asfalt onderzocht. Voor de Akerstraat-noord is het geen optie, voor de Parallelweg wel.

Figuur 3.2: Geluidreducerend asfalt op de Bredastraat F2. Verminderen verkeersintensiteit Een aantal geprogrammeerde infrastructurele werken leiden tot wijzigingen in de verkeersintensiteit die effect hebben op geluidshinder. Dit betreft de Buitenring, Paral-lelweg en de Looierstraat. Van de Buitenring is inmiddels5 bekend dat de Raad van State naar verwachting eind 2014 een definitieve uitspraak kan doen. Het is dus onduidelijk of en wanneer het project Buitenring wordt uitgevoerd. De herinrichting van de Looierstraat is afgerond, hier zijn minder rijstroken in noord-zuidrichting aangelegd en twee met verkeerslichten geregelde kruispunten zijn vervangen door een rotonde. Minder verkeer en een betere doorstroming zijn het gevolg en leiden tot verlaging van geluidshinder. De werkzaamheden voor de Parallelweg zijn opgepakt en verwacht wordt dat in 2013 een stiller wegdek zal worden aangelegd.

5 Het besluit van de Raad van State om te wachten op de uitspraak van het Europese Hof werd

eind mei 2013 bekend. Alle berekeningen waren toen al uitgevoerd.


F3. Verminderen vrachtverkeer Bedoeld was hier de invoering van de milieuzone in het kader van luchtkwaliteit. De milieuzone zou leiden tot schonere vrachtwagens die meteen ook stiller zouden zijn. Het college heeft 24 maart 2009 besloten de milieuzone in het kader van de luchtkwali-teit niet in te stellen, dus deze maatregel vervalt voor de wegvakken in het centrum van Heerlen en Hoensbroek. F4. Snelheidsbeperking Er is een voorstel van 30 km/h-aanwijzing voor vijf wegtrajecten aan de verkeers-deskundigen voorgelegd. Vrijwel alle wegen van het voorstel bleken niet in aanmerking te komen voor een verandering in 30 km/h-weg. De Meezenbroekerweg is als enige wel omgezet. Stand van zaken generieke maatregelen G1. Geluidarm asfalt standaard toepassen Uit divers overleg met de afdeling B&O is gebleken dat standaard toepassen van geluidarm asfalt een brug te ver is vanwege de verschillen in levensduur en daardoor het verschil in kosten. Er zijn werkafspraken gemaakt. Per jaar wordt bekeken met afdeling PM en B&O welke wegen in het onderhoudsprogramma wegen worden meegenomen en welke wegen voor herinrichting of rioolvervanging worden ingepland. In de wegverhar-dingsnota is aandacht gewijd aan stille wegdekken en door B&W is besloten dat per project moet worden bekeken of stil wegdek wordt toegepast en of er financiering voor kan worden gevonden. G2. Geluidsbeleid ontheffingscriteria Bedoeld was om voor nieuwe ontwikkelingen de maximaal toelaatbare ontheffings-waarden gelijk te stellen aan de plandrempelwaarden van het actieplan van de eerste tranche. Omdat niet zeker was in welke mate die plandrempels gerealiseerd zouden worden, is ervoor gekozen deze maatregel te parkeren totdat de geluidsbelastingkaart in 2012 was vastgesteld. In hoofdstuk 5 komt een voorstel voor het vervolg van deze maat-regel aan bod. G3. Aanwijzen van stille gebieden De gebieden ‘Brunssummerheide’ en ‘Imstenraderbos’ zijn niet aangewezen tot ‘stille gebieden’. Gewacht is op de uitkomsten van een provinciaal project en het IPO-project die in de periode 2006-2012 zijn uitgevoerd naar de aanpak van bescherming van stilte-gebieden. De provincie heeft de situatie en het gebruik van stiltegebieden geëvalueerd. In IPO-verband hebben de provincies eind 2011 een nieuwe visie neergelegd op het behoud en de ontwikkeling van stiltegebieden. De beleidsvisie is enerzijds een staalkaart van mogelijkheden voor het werken aan stiltegebieden. Anderzijds biedt het document een concreet handvat om een aanpak te bepalen. In hoofdstuk 5 wordt hierop dieper ingegaan.


G4. Stimuleren stille banden Er is een subsidieregeling voor stillere banden voorbereid die door het college niet is goedgekeurd (besluit van 2011). Er is vooralsnog geen vervangende actie ingebracht. G5. Toezicht geluidseisen motorvoertuigen via APK In 2010 bleek dat op Europees niveau wetgeving zou worden aangepast en dat de geluidstest een verplicht onderdeel zou worden van de APK. Daarmee zou de inzet van extra repressieve uren vervallen. Tot op heden is niet gebleken dat de wijziging inmid-dels is uitgevoerd. G6. Toezicht op naleving van snelheid Door B&O en Stadsplanning is een extra snelheidsmeetbord aangeschaft. In 2010, 2011 en 2012 is het elektronische snelheidsbord door B&O op 28 locaties van de prioriteitenlijst opgehangen gedurende twee weken. G7. Handhaving bromfietsen De politie is van mening dat met de handhaving op snelheidsovertredingen de meeste geluidsovertreders ook van de weg worden gehaald. Indien uitbreiding van hand-havingsuren gewenst is ten behoeve van geluidshandhaving van bromfietsen, dient dit te worden onderbouwd met enquêteresultaten naar overlast vanwege bromfietsen. Het voorstel dient te worden voorgelegd aan de driehoek. Het benodigde onderzoek is nog niet opgepakt. Uitvoering geluidssanering A-lijst In de periode 2008-2013 zijn 117 adressen afgehandeld (zowel A-, B- als eindmelding), waarvan bij 44 adressen daadwerkelijk een verbetering van de geluidsisolatie van de gevel is uitgevoerd. Van de totale A-lijst dienen nog 340 adressen (plus 214 oude weigeraars) afgehandeld te worden. Daarvan zijn momenteel 200 adressen in behandeling. 3.1.3 Gemeente Brunssum ■ De gemeente heeft op basis van klachten over de geluidshinder een TOP-3 opgesteld

op basis van de ‘TOP-10’-lijst: - aanleg nieuwe weg Op den Trichter tussen de Maastrichterweg en de Kennedylaan; - inrichting de Bexdellestraat en de Gouverneurstraat tot 30 km/h-zone; - op de Planetendreef is de snelheid verlaagd tot 30 km/h en is de weg fysiek anders

ingericht. ■ Er zijn woningen gesaneerd die voorkomen op de A-lijst.


Figuur 3.3: Aanleg Op den Trichter 3.1.4 Gemeente Landgraaf ■ Er zijn verschillende maatregelen getroffen binnen de kern Ubach over Worms die

deel uitmaakten van de ‘TOP-10’-lijst. ■ Op een aantal locaties is geluidreducerend asfalt aangebracht. ■ De gemeente gaat starten met het uitvoeren van de B-lijst (sanering).

Figuur 3.4: Herinrichting Maastrichterlaan in Ubach over Worms


3.1.5 Gemeente Kerkrade ■ De gemeente heeft het saneringsprogramma verder uitgevoerd. ■ De gemeente heeft ervoor gekozen om in de toekomst geen splitlagen meer aan te

brengen, waardoor vermindering van de geluidshinder zal ontstaan. ■ Op een beperkt aantal wegen zijn wegen voorzien van klinkerverharding die voorheen

waren voorzien van asfalt. Deze aanpassing is gedaan om aan te sluiten op de richt-lijnen die horen bij Duurzaam Veilig.

3.1.6 Gemeente Nuth ■ Op de N298 in Hulsberg is geluidreducerend asfalt aangebracht. ■ Op de N298 in Nuth is geluidreducerend asfalt aangebracht. ■ De overige ‘TOP-10’-projecten worden betrokken op het moment dat wegen moeten

worden voorzien van nieuw asfalt. Op locaties waar veel tractoren rijden, is stil asfalt niet mogelijk.

■ De gemeente heeft nog een beperkt budget voor sanering vanuit ISV. ■ In de kern Beek is een proefwegvak aangebracht met stil asfalt. De gemeente Nuth

volgt deze ontwikkelingen en zal op basis hiervan nagaan of toepassen van stil asfalt binnen Nuth ook mogelijk is.

Figuur 3.5: Aanbrengen geluidreducerend asfalt op de Stationsstraat Nuth


3.1.7 Gemeente Voerendaal ■ Op de Heerlerweg (tussen de Bergseweg en de Grachtstraat) is geluidreducerend

asfalt aangebracht. ■ Op de Kerkstraat in Ubachsberg is de klinkerverharding vervangen door asfalt. ■ Op de Valkenburgerweg is de snelheid verlaagd. Figuur 3.6: Aanbrengen geluidreducerend asfalt op de Heerlerweg 3.2 Ontwikkeling aantal geluidgehinderden

Op basis van de geluidsbelastingkaarten van 2006 en 2011 is nagegaan hoe het aantal geluidgehinderden zich de afgelopen vijf jaren heeft ontwikkeld voor wegverkeer. In de rekenmodellen is informatie opgenomen over de verkeersintensiteiten, de bebouwde omgeving en de aanwezigheid van de geluidbeperkende maatregelen, zoals stiller wegdek, geluidsschermen en -wallen enz. Door de verschillende manieren waarop de EU-geluidsbelastingkaarten voor de jaren 2006 en 2011 zijn berekend, is het niet mogelijk om de uitkomsten onderling rechtstreeks te vergelijken. Om deze vergelijking toch mogelijk te maken, is ervoor gekozen om een herberekening uit te voeren voor het jaar 2006. Dit is verder toegelicht in de rapportage EU-geluidskaarten tweede tranche HLN051/Rsd/0575).


3.2.1 Resultaten In tabel 3.1 is weergegeven hoeveel adressen er in 2006 en 2011 een geluidsbelasting hebben boven de plandrempel6.

weg rail

gemeente 2006

SKM-II

2006

SRM-II

2011

SRM-II

2006

SKM-II

2006

SRM-II

2011

SRM-II

Heerlen 17.500 17.577 16.054 75 42 0

Kerkrade 121 274 96 0 0 0

Landgraaf 5.000 5.212 4.040 75 3 1

Brunssum 3.700 3.325 4.246 0 0 0

Nuth 472 597 381 4 2 1

Voerendaal 465 553 558 1 3 0

Tabel 3.1: Ontwikkeling aantal geluidgevoelige adressen boven de plandrempel Uit tabel 3.1 komt naar voren dat het aantal adressen boven de plandrempel voor de gemeente Heerlen afneemt met 8,7 % ten opzichte van het jaar 2006. De afname wordt veroorzaakt door enerzijds de getroffen maatregelen genoemd in hoofdstuk 3.1, anderzijds de veranderingen in gemotoriseerde voertuigen en gebruik van de wegen, de aanleg en sloop van woonwijken, andere functies en infrastructurele aan-passingen. 3.2.2 Introductie nieuw rekenen meetvoorschrift Na het gereedkomen van de EU-geluidsbelastingkaarten in het voorjaar van 2012 is een nieuw rekenen meetvoorschrift beschikbaar gekomen. Dit nieuwe rekenen meetvoor-schrift moet vanaf het midden van 2012 worden ingezet bij het uitvoeren van akoes-tische berekeningen. Aangezien het actieplan gepresenteerd wordt rond de zomer van 2013 is er voor gekozen om de geluidsbelastingkaart voor het jaar 2011 ook te bepalen met behulp van het nieuwe rekenen meetvoorschrift (RMW2012)7. Het RMW 2012 is vervolgens ook ingezet voor het uitvoeren van de geluidsberekeningen voor het prog-nosejaar 2023. Het effect van het inzetten van het RMW2012 ten opzicht van het RMW2006 kan globaal als volgt worden weergegeven: ■ een geluidstoename met 1 à 2 dB treedt op langs snelwegen en gemeentelijke wegen

met stil asfalt; ■ een geluidsafname met 1 dB treedt op langs provinciale wegen zonder stil asfalt en

gemeentelijke 30 km/h-wegen; ■ het geluidsniveau blijft nagenoeg gelijk langs gemeentelijke 50 km/h-wegen met

standaard asfalt (DAB) en provinciale wegen met een dunne deklaag A.

6 In hoofdstuk 4 van deze rapportage wordt nader ingegaan op de hoogte van de plandrempel

die binnen de gemeente wordt gebruikt. 7 De vorige rekenmethode stond bekend onder de naam RMW2006.


In tabel 3.2 wordt een vergelijking gemaakt tussen de uitkomsten van het rekenmodel dat is gemaakt voor het jaar 2011 met behulp van het oude en nieuwe rekenen meet-voorschrift. Hierbij wordt weergegeven hoeveel geluidgevoelige adressen een geluids-belasting hebben boven de plandrempel. Een toelichting op de totstandkoming van de plandrempel wordt gegeven in hoofdstuk 5. gemeente 2011 SRM-II (RMW 2006) 2011 SRM-II (RMW2012)

Heerlen 16.054 15.170

Kerkrade 96 106



Nuth 381 399

Voerendaal 558 545

Tabel 3.2: Ontwikkeling aantal geluidgevoelige adressen boven de plandrempel 3.3 Conclusies

Uit de verschilkaart van de geluidsbelastingkaart komt naar voren dat het aantal adressen met een plandrempeloverschrijding voor wegverkeer verminderd is met circa 9%. Na berekening met het nieuwe meet- en rekenvoorschrift RMW2012 komt er nog eens 5,5% bij, maar dit is een lastige optelsom, aangezien 2006 niet in RMW2012 is berekend. De totale verbetering is ten dele toe te schrijven aan maatregelen, maar ten dele ook aan effecten veroorzaakt door de rekenmethode (zie paragraaf 3.2 en de rapportage EU-geluidskaarten tweede tranche HLN051/Rsd/0575). Over de effectiviteit van maatregelen kunnen de volgende conclusies worden getrokken: ■ Met de maatregelen wordt wel vermindering van geluidshinder gerealiseerd, maar

het effect wordt maar langzaam zichtbaar. ■ Stiller wegdek (DGD) is de meest effectieve maatregel om geluidshinder te verminde-

ren in de stedelijke omgeving met voornamelijk 50 km/h-wegen. - De geluidsreductie van stille wegdekken voor 50 km/h-wegen is nog niet groot

genoeg om snelle stappen te maken. - DGD is alleen betaalbaar in onderhoudsprogramma wegen. - De programmering van wegen in de onderhoudsprogramma’s loopt niet synchroon

met de prioriteitenlijst, maar met de leeftijd en de civieltechnische kwaliteit van het wegdek.

■ De generieke maatregelen zijn voor een deel niet realistisch: - De gevraagde inspanning staat niet in goede verhouding tot het doel en de ervaren

urgentie (handhaving bromfietsen/auto's (APK); subsidie stille band). - De plandrempel voor bestaande bouw wordt gehanteerd als een streefwaarde.

Voor veel bestaande gebouwen is de plandrempel (nog) niet gerealiseerd. Het is niet realistisch om de maximaal toelaatbare waarden voor nieuwe ontwikkelingen te beperken tot de plandrempels.

- Voor repressieve handhavingmaatregelen is een aanpak op nationale of Europese schaal veel effectiever.


Binnen de agglomeratie Heerlen/Kerkrade zijn de komende jaren een aantal belangrijke infrastructurele en/of ruimtelijke ontwikkelingen te verwachten. Daarnaast zijn verschil-lende lokale ontwikkelingen te verwachten die met name hun invloed zullen hebben in de verkeersafwikkeling binnen een gemeente. Door de wijziging van de verkeersstromen zal ook de geluidsbelasting op de gebouwen gaan veranderen. Hierdoor is het mogelijk dat huidige problemen ten aanzien van de geluidshinder geheel of gedeeltelijk worden opgelost door het effect van toekomstige ontwikkelingen die de komende jaren al uitgevoerd zullen worden. Omdat het gebruikelijk is in de Wet geluidhinder om tien jaar vooruit te kijken, nemen we voor het actieplan geluid het zichtjaar 2023. 4.1 Infrastructurele maatregelen in regio Parkstad Limburg

In tabel 4.1 wordt een overzicht gegeven van de infrastructurele maatregelen die zijn opgenomen in het prognosemodel voor het jaar 2023. gemeente maatregel

regionaal aanleg Buitenring

regionaal completeren knooppunt Kunderberg

Brunssum aanleg Op den Trichter (inmiddels gerealiseerd)

Brunssum snelheidsremmende maatregelen Bexdellestraat

Brunssum snelheidsremmende maatregelen Platanendreef

Brunssum aanpassing snelheid Hoogenboschweg

Heerlen snelheidsremmende maatregelen Heerlen-Noord

Landgraaf snelheidsremmende maatregelen Kakertsweg

Landgraaf snelheidsremmende maatregelen Dorpstraat

Landgraaf snelheidsremmende maatregelen Sperwegweg/Valkeweg

Nuth snelheidsverlaging omgeving Daelderweg

Voerendaal snelheidsverlaging Valkenburgerweg

Voerendaal snelheidsverhoging Bergseweg

Voerendaal snelheidsverlaging Heek en Overheek

Tabel 4.1: Overzicht infrastructurele maatregelen

4 Toekomstige ontwikkelingen en hun effecten


Van de Buitenring is inmiddels8 bekend dat de Raad van State naar verwachting eind 2014 een definitieve uitspraak kan doen. Het is dus onduidelijk of en wanneer het project Buitenring wordt uitgevoerd. 4.2 Ruimtelijke ontwikkelingen in regio Parkstad Limburg

In de tabellen 4.2 en 4.3 wordt aangegeven met welke ontwikkelingen in inwoners en arbeidsplaatsen rekening wordt gehouden in periode 2010-2020-2030. Uit deze tabellen valt af te lezen dat het aantal inwoners en arbeidsplaatsen in de regio Parkstad de komende jaren zal gaan dalen (krimpscenario). Uiteraard zijn er nog steeds situaties waar lokaal wel toenames van woningen en arbeidsplaatsen ontstaan als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen. gemeente 2010 2020 2030

Onderbanken 8.108 7.591 7.187

Brunssum 29.465 28.453 27.437

Landgraaf 38.448 35.988 33.583

Kerkrade 47.699 44.684 41.011

Heerlen 89.190 85.485 81.385

Simpelveld 10.986 10.409 9.868

Voerendaal 12.707 12.232 11.861

Nuth 15.669 15.101 14.776

totaal 252.272 239.943 227.108

Tabel 4.2: Overzicht ontwikkeling inwoners gemeente 2010 2020 2030

Onderbanken 810 717 636

Brunssum 5.928 5.262 4.673

Landgraaf 9.311 8.539 7.582

Kerkrade 15.113 13.570 12.050

Heerlen 49.664 45.377 42.831

Simpelveld 1.478 1.352 1.200

Voerendaal 1.923 1.761 1.564

Nuth 5.391 4.797 4.259

totaal 89.618 81.375 74.795

Tabel 4.3: Overzicht ontwikkeling arbeidsplaatsen

8 Het besluit van de Raad van State om te wachten op de uitspraak van het Europese Hof werd

eind mei 2013 bekend. Alle berekeningen waren toen al uitgevoerd.


4.3 Wijzigingen wegdekverhardingen en geluidsschermen en -wallen

In tabel 4.4 is aangegeven met welke ontwikkelingen in de wegdekverharding en aanleg van geluidsschermen en -wallen rekening is gehouden. gemeente maatregel

regionaal geluidwerende voorzieningen langs Buitenring

regionaal RW79 aanbrengen 1l ZOAB

regionaal RW76 aanbrengen 2l ZOAB (ter hoogte van knooppunt Kunderberg)

Brunssum geluidwerende voorziening langs Op den Trichter (inmiddels gerealiseerd)

Brunssum aanbrengen klinkerverharding Boerhaavestraat, Muezeberg en omgeving

Mozartstraat

Brunssum aanbrengen referentiewegdek Boschstraat en Ganzepool

Heerlen Benzenraderweg aanbrengen SMA 0/6

Heerlen Parallelweg aanbrengen dunne deklaag B

Heerlen JulianaBernardlaan aanbrengen dunne deklaag B

Heerlen St. Barbarastraat aanbrengen klinkers

Heerlen Heerenweg aanbrengen dunne deklaag B

Heerlen Roebroekweg aanbrengen dunne deklaag B

Heerlen Pappersjans aanbrengen dunne deklaag B

Heerlen geluidsschermen omgeving Welten

Heerlen geluidsschermen Parallelweg (niet voor wegverkeer)

Voerendaal Valkenburgerweg (ten oosten van Bergseweg) aanbrengen dunne deklaag B

Tabel 4.4: Overzicht wijzigingen wegdekverhardingen en geluidsschermen- en wallen 4.4 Effecten op de geluidshinder

De effecten van de ontwikkelingen op de geluidshinder zijn vastgesteld door een geluidsmodel op te stellen voor het prognosejaar 2023. Hierbij is voor de verkeersinten-siteiten gebruik gemaakt van de uitkomsten van het verkeersmodel van de regio Park-stad. Door de gewijzigde verkeersstromen en de aanvullende maatregelen ten aanzien van snelheden, verhardingen en geluidwerende voorzieningen zal de geluidsbelasting gaan toe- of afnemen. In tabel 4.5 wordt een overzicht gegeven van het aantal adressen in de situaties 2011 en 2023 met een geluidsbelasting boven de plandrempel. Een toelichting op de totstand-koming van de plandrempel wordt gegeven in hoofdstuk 5.


gemeente 2011 SRM-II (RMW 2012) 2023 SRM-II (RMW2012)

Heerlen 15.170 14.726

Kerkrade 106 56



Nuth 399 377

Voerendaal 545 480

Tabel 4.5: Ontwikkeling aantal geluidgevoelige adressen boven de plandrempel Uit tabel 4.5 komt duidelijk naar voren dat in alle gemeenten het aantal geluidgevoelige adressen met een geluidsbelasting boven de plandrempel zal gaan afnemen. Met name in de gemeente Brunssum is een zeer sterke afname te zien als gevolg van de aanleg van de Buitenring.


In het actieplan wordt gezocht naar maatregelen om de knelpunten ten aanzien van geluidshinder te verminderen of op te lossen. Om te kunnen vaststellen of sprake is van een knelpunt, wordt gebruik gemaakt van zogenaamde plandrempels. 5.1 Ambities voor het geluidsbeleid

De gemeente Heerlen streeft naar een duurzame integrale benadering van vermindering van geluidsoverlast. Dit geldt zowel voor de maatregelen als voor de inpassing ervan. In het actieplan wordt de indeling in locatiespecifieke maatregelen en flankerende generieke maatregelen gehandhaafd. Er wordt zo veel mogelijk aangesloten bij herstruc-tureringsprojecten en nieuwe ontwikkelingen. Er wordt wederom samenwerking gezocht met de programma’s luchtkwaliteit en klimaat/energie. Uit de evaluatie blijkt dat de uitvoering van fysieke maatregelen langzamer vordert dan wenselijk is. Dit vormt in zoverre geen probleem, aangezien de uitvoering van de maat-regelen niet verplicht is gesteld in de Wet milieubeheer. De plandrempel is immers geen harde norm die gerealiseerd moet worden, maar een streefwaarde die een richting aangeeft. Om de uitvoering van maatregelen betaalbaar te houden en te voorzien van een realis-tische tijdshorizon, is het noodzakelijk te blijven investeren in samenwerking met diverse afdelingen van de gemeente in nieuwe projecten en onderhoudsprogramma’s.

5 Actieplan


5.2 Plandrempels (Lden en Lnight per type bron)

De plandrempel is nodig om te kunnen bepalen wanneer maatregelen noodzakelijk zijn om geluidsoverlast te verminderen. Het is een ‘relevante grenswaarde’ die niet is vast-gelegd bij wet. De plandrempel is dan ook een ambitiewaarde en is niet een grenswaar-de die gehaald moet worden op straffe van sancties indien de waarde niet wordt gerea-liseerd. De gemeente moet de hoogte van de plandrempel zelf vaststellen en mag daar-bij afwijken van de normen die in de Wet geluidhinder zijn opgenomen. In het actieplan van de eerste tranche is een uitgebreide beschrijving opgenomen over de manier waarop de hoogte van de plandrempels zijn vastgesteld. In deze rapportage wordt alleen het uiteindelijke resultaat hiervan opgenomen. De gemeente Heerlen ziet geen aanleiding om de gekozen plandrempels van de eerste tranche drastisch bij te stellen. Bij het opstellen van de plandrempels is destijds aange-sloten bij de gebiedsgerichte systematiek van het leefomgevingsraamplan. Hierin wordt gebruik gemaakt van verschillende gebiedstypes en daaraan gerelateerde kwaliteitspro-fielen voor de leefomgeving. Alleen de plandrempel voor het landschappelijk waardevol-le gebied is opgehoogd naar 48 dB. De eerdere waarde van 43 dB is maar voor een klein deel van de gebieden haalbaar. Voor de ligging van de verschillende gebieden wordt verwezen naar figuur 5.1. gebiedstype wegverkeer railverkeer

hoofdweg 63 63

centrumgebied 58 63

woongebied - stedelijk 53 63

woongebied - landelijk 48 63

bedrijventerrein/industrie 63 63

thematisch bedrijventerrein 58 63

landschappelijk waardevol gebied 48 63

overig groen 48 63 Tabel 5.1: Plandrempels binnen de gemeente Heerlen (in dB’s)


Figuur 5.1: Gebiedstypen voor geluidsbeleid


5.3 Knelpunten

5.3.1 Objectieve knelpunten Op basis van de geluidsbelastingkaart is nagegaan in hoeverre situaties binnen de gemeente aanwezig zijn waar een overschrijding plaatsvindt van de plandrempels. Hierbij is gebruik gemaakt van de geluidsbelastingen voor het jaar 2023. Het resultaat van deze analyse is te zien op afbeelding 1. Hieruit blijkt dat er ongeveer 14.500 adressen binnen de gemeente zijn waar de geluidshinder als gevolg van het wegverkeer hoger is dan de plandrempel. In figuur 5.2 is aangegeven in welke mate de berekende geluidsbelastingen de plan-drempel overschrijden.

18691598 1616 1767

1517

6359

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

0-1 dB 1-2 dB 2-3 dB 3-4 dB 4-5 dB >5 dB

Aantal adressen

Figuur 5.2: Aantal adressen per overschrijdingsklasse (situatie 2023) In bijlage 1 is te zien langs welke wegen een overschrijding is waar te nemen van de plandrempel. Elk wegvak of een groep van wegvakken is hierbij voorzien van een uniek trajectnummer. Voor de ligging van deze trajecten wordt verwezen naar afbeelding 2.


5.4 Prioriteitenlijst van knelpunten

Binnen de agglomeratie Heerlen/Kerkrade is de afspraak gemaakt om niet alle gecon-stateerde knelpunten te onderzoeken op mogelijke fysieke maatregelen. Een dergelijk onderzoek is niet zinvol om de simpele reden dat het niet mogelijk zal zijn om alle geconstateerde knelpunten de komende vijf jaar aan te pakken. Er is daarom voor gekozen om te werken met een prioriteitenlijst van knelpunten voor wegverkeer. Bij het vaststellen van de prioriteit van de knelpunten zijn de volgende criteria gebruikt: ■ het aantal adressen langs een wegvak; ■ de mate van overschrijding van de plandrempel. Om een objectieve selectie te kunnen uitvoeren, is een gewogen geluidshinderpercen-tage per traject bepaald: het product van het aantal adressen en de gemiddelde over-schrijding per traject, gedeeld door de lengte van het traject. De trajecten met de hoog-ste score zijn meegenomen in de prioriteitenlijst. Op basis van deze criteria is de prioriteitenlijst opgesteld, zoals weergegeven in tabel 5.2. Voor deze locaties zal worden gezocht naar maatregelen om de geluidshinder te beper-ken.

project

weg lengte

aantal

adressen

aantal

adressen boven

plandrempel

gem. overschrij-

ding plandrempel

73 Marktstraat 563 473 392 9,84

33 Schaesbergerweg 912 386 184 12,21

37 Kasteellaan 848 887 217 8,94

6 Benzenraderweg 1513 1043 493 6,63

21 Bekkerweg 608 269 125 9,70

85 Kouvenderstraat 702 242 160 7,39

54 Ganzeweide 1028 461 235 7,11

92 Corneliuslaan 627 382 218 4,18

30 Parallelweg 970 420 204 6,77

7 Burg Waszinkstraat 527 246 111 5,92

41 Sittarderweg 1617 667 367 5,43

11 Peter Schunckstraat 1997 1722 433 5,68

45 Zeswegenlaan 1238 910 339 4,23

20 Voskuilenweg 1396 485 195 8,08

79 Hommerterweg 279 33 31 9,44

74 Sint Jansstraat 2143 950 361 6,13

38 Meezenbroekerweg 1296 396 166 7,97

72 Pastoorskuilenweg 836 174 71 9,14

Tabel 5.2: Prioriteitenlijst


5.5 Mogelijke typen maatregelen en hun effect

Om de geluidshinder te beperken, zijn verschillende maatregelen denkbaar die allemaal een verschillend effect hebben op de geluidsreductie. In tabel 5.3 wordt inzicht gegeven in de globale effecten van de maatregelen op de geluidsbelasting. maatregel effect

verkeersintensiteit verminderen

-10% -0,5 dB

-25% -1 dB

-50% -3 dB

snelheidbeperking

van 80 naar 50 km/h -3 dB




geluidreducerend wegdek

van klinkers naar DAB -4 dB

van klinkers naar SMA (0/6) -5 dB

van klinkers naar Stilstone -3 dB

van DAB naar SMA (0/6) -1 dB

van DAB naar enkellaags gel.red.asfalt -2 tot -5 dB

van DAB naar ZOAB (vanaf 80 km/h) -3 dB

verminderen vrachtverkeer

bij 50 km/h, van 10 naar 5% -1 dB

bij 50 km/h, van 5 naar 2% -0,6 dB





geluidsschermen

afhankelijk van hoogte en locatie

Tabel 5.3: Type maatregelen en hun effecten Schermen zijn helaas heel moeilijk inpasbaar in een stedelijke omgeving. Klinkers komen nauwelijks voor op de wegen met een hoge geluidsbelasting en binnen de bebouwde kom is het aantal wegen met 80 km/h ook beperkt. Op enkele trajecten is nog een snel-heidsbeperking mogelijk van 50 naar 30 km/h mogelijk. Geluidarm asfalt kan niet altijd worden ingezet vanwege civieltechnische eisen. Een realistische verwachting voor een haalbare geluidsreductie bedraagt naar verwachting 2 dB. In combinatie met een even-tuele snelheidsverlaging is een geluidsreductie van 4 dB te realiseren.


Dit betekent dat met de beschikbare locatiespecifieke maatregelen voor de trajecten met een overschrijding van meer dan 4 dB de geluidsreductie niet toereikend zal zijn om de volledige overschrijding op te lossen. In paragraaf 5.8 zal worden ingegaan op de moge-lijkheden van flankerend geluidsbeleid in dit verband. 5.6 Voorgestelde maatregelen per traject

Voor de verschillende trajecten is nagegaan welke fysieke maatregelen kunnen worden genomen om de geluidshinder te beperken. In tabel 5.4 worden deze per traject weer-gegeven. In tabel 5.4 is uitgegaan van een geluidreducerende waarde van het asfalt van 2 dB. Daarnaast is in de tabel aangegeven of langs het wegvak woningen staan die voorko-men op een van de saneringslijsten. Voor deze woningen kan een beroep worden ge-daan op de saneringsgelden voor het treffen van maatregelen aan de bron of aan de gevel. Op enkele trajecten is nog een snelheidsbeperking mogelijk van 50 naar 30 km/h. project weg lengte wegdek snelheid sanering reductie

73 Marktstraat 563 X B -233 Schaesbergerweg 912 X A,EM* -237 Kasteellaan 848 X X B -46 Benzenraderweg 1.513 SMA0/6 B -121 Bekkerweg 608 X X’ B -454 Ganzeweide 1.028 X B -292 Corneliuslaan 627 X -230 PARALLELWEG 970 X -27 Burg Waszinkstraat 527 X Xd -441 Sittarderweg 1.617 X A/B -211 Peter Schunckstraat 1.997 X -245 Zeswegenlaan 1.238 X -220 Voskuilenweg 1.396 X Xd -479 Hommerterweg 279 X’ B -274 Sint Jansstraat 2.143 X -238 Meezenbroekerweg 1.296 B

72 Pastoorskuilenweg 836 X A/B 2*` Verandering in wegencategorisering nodig. Xd = deels aanpassing mogelijk. A-, EM: A-lijst, Eindmeldinglijst. Tabel 5.4: Overzicht mogelijke maatregelen per traject en hun effect 5.6.1 Geluidreducerend wegdek Maatregelen aan de bron hebben de eerste voorkeur. Op twaalf wegen van de prioritei-tenlijst (12,5 km) is dicht asfaltbeton aanwezig, en is vervanging door een dunne deklaag een optie. Het geluidreducerende effect van dunne deklagen is sterk afhankelijk van het gekozen type asfalt. In tabel 5.4. is uitgegaan van een geluidreducerende waarde van het


asfalt van 2 dB. De Parallelweg is opgenomen in het wegenonderhoudsprogramma van 2013-2014, voor de overige wegen wordt nagegaan of dit later in het wegenonderhouds-programma meegenomen kan worden. 5.6.2 Snelheidsbeperking Op zeven trajecten is nog een snelheidsbeperking mogelijk van 50 naar 30 km/h. Lang-zamer rijden zorgt voor vermindering van het motorgeluid, maar heeft daarnaast het effect dat de geluidsreductie van het rolgeluid van de auto lager is. Dit is afhankelijk van het type wegdek dat er ligt. Bij twee van de zeven wegen is een verandering nodig van de wegencategorisering. 5.6.3 Geluidssanering woningen Geluidssanering houdt in dat de geluidsisolatie van de buitenschil van de woning wordt verbeterd als het geluidsniveau in de verblijfsgebieden de norm overschrijdt. Dit is een optie als langs het wegvak woningen staan die voorkomen op een van de sanerings-lijsten A, B of eindmelding. Voor deze woningen kan een beroep worden gedaan op de saneringsgelden voor het treffen van maatregelen aan de bron of aan de gevel. Langs tien wegen van de prioriteitenlijst liggen (voornamelijk) B-lijst-woningen. Voor de B-lijst-woningen kan met een subsidie een saneringsprogramma worden uitgevoerd. 5.7 Kosten-batenanalyse

5.7.1 Baten Op basis van de voorgestelde maatregelen is het mogelijk om het aantal woningen met een overschrijding van de plandrempel met 4% te reduceren.

18691598 1616 1767

1517

6359

18681636

1949 2096

1132

5429

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

0-1 dB 1-2 dB 2-3 dB 3-4 dB 4-5 dB >5 dB

Zonder maatregelenMet maatregelen

Figuur 5.3: Aantal adressen per overschrijdingsklasse (met en zonder maatregelenpakket)


In figuur 5.3 is het effect aangegeven van de maatregelen op de plandrempel-overschrijding. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de toekomstige situatie zonder maatregelen en de toekomstige situatie met maatregelen. Gezondheidseffecten Vervoer is de grootste bron van geluid in de leefomgeving. Door de toename van trans-port, een toename van de blootstellingsduur (vanwege de 24-uurseconomie) en ook door de uitbreiding van aan geluid blootgestelde gebieden, zal geluid ook in de toekomst een groot probleem blijven. Het lokaal verminderen van de geluidsbelastingen zal een posi-tief effect hebben op de gezondheid van de mensen die wonen langs deze wegen en daarmee de kosten van de gezondheidszorg verlagen. Waardestijging huizen Door de vermindering van geluidshinder mag verwacht worden dat een waardestijging zal optreden voor desbetreffende woningen. In de literatuur wordt gesproken van een waardedaling en -stijging van 0,4% bij een toe- of afname van de geluidsbelasting van 1 dB. 5.7.2 Kosten Om inzicht te krijgen in de financiële consequenties van de aanleg van een stil wegdek is expertise ingewonnen bij de bureaus Grontmij en M+P. Tevens is de nodige ervaring opgedaan met de daadwerkelijke toepassing van DGD op gemeentelijke wegen. De investeringskosten zijn inmiddels verwaarloosbaar, maar de onderhoudskosten als gevolg van de kortere levensduur van DGD vragen nog om aanvullende financiering. Tijdens het besluitvormingstraject van de wegverhardingsnota in 2012 is door het college aangegeven dat financiering voor de meerkosten per project moet worden geregeld. Deze financiering kan voor een deel worden verkregen uit subsidies in het kader van de Subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai. De kosten voor het instellen van een ander snelheidsregime of het instellen van een verbod voor het vrachtverkeer zullen beperkt zijn, zolang kan worden volstaan met het plaatsen van verkeersborden. 5.7.3 Planning van de maatregelen De planning van de voorgestelde maatregelen zal altijd in samenhang moeten worden gezien met andere projecten binnen de gemeente. Zo is het logisch om een wijziging van de wegdekverharding in te passen in het reguliere beheer en onderhoud van wegen. Daarnaast zal een maatregel die consequenties heeft op de verkeersstromen (bijvoor-beeld wijziging van het snelheidsregime of afsluiten van een weg voor het vracht-verkeer) altijd in samenhang met de omgeving moeten worden bekeken. Het uitvoeren van een dergelijke maatregel zal er immers voor zorgen dat de verkeersstromen zullen verschuiven. Voorkomen moet worden dat deze gewijzigde verkeersstromen op andere locaties tot ongewenste effecten leiden. De komende jaren worden werkzaamheden uitgevoerd aan de wegen, zoals weer-gegeven in tabel 5.5.


project weg planning OPW

6 Benzenraderweg 2012-2013

21 Bekkerweg 2014

30 Parallelweg 2012-2013

7 Burg Waszinkstraat 2014

20 Voskuilenweg 2014

66? Mgr Hanssenstraat 2014

Tabel 5.5: Trajecten waar de komende jaren wegonderhoud wordt gepleegd Naast de inbedding in de genoemde onderhoudsprogramma’s zullen combinaties worden gezocht met andere werkzaamheden, zoals werkzaamheden aan kabels en leidingen en infrastructurele werken. 5.8 Generieke maatregelen

Uit de evaluatie van hoofdstuk 3 blijkt dat niet alle maatregelen uit de eerste tranche succesvol zijn. In het voorstel zullen daarom slechts de effectieve generieke maatregelen van het eerste actieplan worden gehandhaafd. Tevens worden er enkele nieuwe maat-regelen aan toegevoegd. Afgesloten wordt met een toelichting op de vervallen maat-regelen. 5.8.1 Stiller wegdek advisering: Geluidarm asfalt toepassen waar nodig en

mogelijk Beoogd was in de eerste tranche om geluidarm asfalt standaard toe te passen bij wegdekvervanging. Dat is niet mogelijk vanwege meerkosten en conflicterende belan-gen op civieltechnisch gebied en qua levensloop. Daarom is ervoor gekozen om geluidarm asfalt toe te passen waar dat nodig en mogelijk is. Per wegtraject waarvan wegdek wordt vervangen, bekijkt bureau Beleid en Bedrijfsvoering (afdeling Beheer en Onderhoud) of een geluidbelang aanwezig is. Om dat te kunnen bekijken, is de projec-tenkaart van het actieplan geluid opgenomen in het Geo-Informatieprogramma Stroom-lijn (voorheen Argus). Is een geluidbelang aanwezig, dan wordt in de startnotitie van bureau Beleid en Bedrijfsvoering het advies van bureau Milieu en Duurzaamheid (afde-ling Stadsplanning) opgenomen over de gewenste geluidsreductie. De startnotitie wordt vervolgens opgepakt door bureau Stadsinfra (afdeling Beheer en Onderhoud) die de startnotitie tot uitvoering brengt, in overleg met bureau Milieu en Duurzaamheid. Tevens is voor de financiering het initiatief genomen door bureau Beleid en Bedrijfsvoering om de meerkosten voor aanleg vooruit te financieren. Waar mogelijk zorgt bureau Milieu en Duurzaamheid voor subsidiëring via de saneringsprogramma’s voor A- en B-lijstadressen. Om de subsidieaanvragen goed te kunnen afstemmen op de uitvoering van de projecten, vindt ook jaarlijks een inventarisatie van projecten plaats door bureau Milieu en Duur-zaamheid.


Voorstel: ■ benodigde akoestische onderzoek ten behoeve van subsidies sanering verkeerslawaai

uitvoeren; ■ overzichtskaart DGD actualiseren, zodat snel de informatie over kansrijke wegvakken

voor een stiller wegdek kan worden gedeeld; ■ digitale database Tool voor beheer DGD inzetten, zodat ook voor de toekomst bij

vervanging bekend blijft welk type wegdek is toegepast. 5.8.2 Samenwerking geluidhinder, luchtkwaliteit en klimaat De aanpak van geluidshinder, luchtkwaliteit en klimaat is voor een deel op dezelfde doelgroep gericht, namelijk verbrandingsmotoren en voertuigen. Het schoner maken van voertuigen komt samen met het stiller worden van voertuigen in een aantal maatrege-len, namelijk het stimuleren van elektrisch rijden en van fietsgebruik. De gemeente geeft al een goed voorbeeld door in 2012 in haar eigen wagenpark tien elektrische Citroën C-zero’s op te nemen. Het werkt wel door naar andere partijen die overwegen om hun bedrijfswagens te vervangen door elektrische voertuigen. Ook fietsgebruik stimuleren, al dan niet elektrisch, draagt eraan bij dat inwoners de auto vaker laten staan. In 2011 hebben 375 inwoners van Heerlen en 60 medewerkers van grote bedrijven een elektrische fiets met subsidie aangeschaft. Het bundelen en schoner maken van goederentransport in de binnenstad draagt ook bij aan minder geluidshinder. Met dit doel is de pilot Binnenstadservice Heerlen opgericht door Ad2Move en Binnenstadservice Nederland. De gemeente Heerlen faciliteert het lidmaatschap van Binnenstadservice gedurende het eerste jaar en laat haar leveringen via de Binnenstadservice Heerlen lopen. Het effect van deze acties is niet zichtbaar in de doorrekening met de verkeersmilieu-kaart. Een enquête is nodig om in beeld te krijgen hoe de elektrische fiets wordt gebruikt en hoeveel bedrijven inmiddels ervoor hebben gekozen om elektrisch te rijden. Tevens is meer stimuleren noodzakelijk om de elektrische voertuigen prijstechnisch aantrekkelijker te maken. Voorstel: ■ enquête uitvoeren onder subsidie-ontvangers elektrische fiets en bedrijven; ■ forenzo actie voor medewerkers van grote bedrijven om elektrisch fietsen voor woon-

werkverkeer te stimuleren; ■ ondersteuning Binnenstadservice Heerlen door middel van faciliteren netwerkregie. 5.8.3 Voorstel vervallen maatregelen Geluidsbeleid ontheffingscriteria De plandrempels werken wel goed om de verbetering in gang te zetten, maar ze worden maar zelden geheel waargemaakt. Daarnaast zal de Wet geluidhinder in de loop van 2014 weer gewijzigd worden (Swung II). Het is daarom nog steeds niet handig om nu beleidsmatig regels voor de hogere waarden aan te passen, terwijl over een jaar de procedure weer wordt veranderd. Tevens zouden de regels een beperking opleggen aan de realisatie van nieuwbouw, terwijl we dat in dit tijdsgewricht met verminderde bouw-initiatieven als gevolg van de crisis niet zouden moeten willen. Voorgesteld wordt om deze maatregel te laten vervallen.


Aanwijzen van stille gebieden De IPO beleidsvisie adviseert om per gebied een conserverings- en een ontwikkelplan op te stellen. Dit houdt in enerzijds regels om de kwaliteit te behouden, anderzijds projecten om het gebied volledig te benutten. Beide sporen vragen om inzet van extra uren voor toezicht respectievelijk uitvoering. Van capaciteit voor toezicht is al vastgesteld dat die overbevraagd is. Bovendien zijn er geen signalen bekend dat burgers behoefte hebben aan stille gebieden. Voor ontwikkelplannen zouden stille gebieden moeten meelopen in de plannen voor herstructureringsgebieden. Hierin komen echter geen beoogde stille gebieden voor. Voorgesteld wordt om daarom niet over te gaan tot aanwijzing van de Brunsummerheide en het Imstenraderbos als stil gebied en geen toezichtvoorstel hiervoor uit te werken. Toezicht en handhaving Dit betreft de maatregelen ‘snelheidsmeetbord’, ‘geluidtest APK’ en ‘handhaving brom-fietsen’. Het voorstel is deze maatregelen niet uit te voeren, omdat het zeker in deze tijd van bezuinigingen niet mogelijk is om meer uren voor handhaving te claimen. Bovendien is niet duidelijk hoe groot het probleem eigenlijk is.


Bij het opstellen van een actieplan is de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dat betekent onder meer dat het ontwerp van het actieplan ten minste zes weken ter inzage wordt gelegd. Een ieder kan in die periode zijn zienswijze over het ontwerp naar voren brengen. Een bijzondere vorm van ’inspraak’ is aan de gemeenteraad gegeven. Voordat het college het actieplan vaststelt, moet zij de gemeenteraad in de gelegenheid hebben gesteld om haar wensen en zienswijzen kenbaar te maken. 6.1 Doorlopen fasen

In een afzonderlijke notitie zal de gemeente inzicht gaan geven in het inspraaktraject dat is doorlopen. Hierbij zal worden aangegeven op welke momenten informatie is gegeven aan de inwoners en de gemeenteraad. Op basis van deze informatie kunnen de inwoners en de gemeenteraad hun zienswijzen kenbaar maken. Vervolgens zal de gemeente een reactie geven op de ingediende zienswijzen. Deze zienswijzen en de reacties hierop zullen deel gaan uitmaken van dezelfde aanvullende notitie. Het actieplan is over het algemeen geen voor beroep vatbaar besluit, omdat het alleen beleidvoornemens en voorgenomen maatregelen bevat en niet is gericht op direct rechtsgevolg. Dit houdt in dat tegen het vastgestelde actieplan geen beroep openstaat. Wel moet het actieplan binnen vier weken na het vaststellen op de gebruikelijke wijze in te zien zijn door de betrokkenen.

6 Beschrijving inspraakproces

www.goudappel.nl Ontwerp actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai B1-1

In de Wet geluidhinder zijn voor verschillende situaties van ruimtelijke ontwikkeling geluidsnormen vastgelegd. Sinds de introductie van de Wet geluidhinder zijn hierin op diverse momenten wijzigingen aangebracht. Deze wijzigingen hebben betrekking op de rekenmethodiek met emissieparameters, de hoogte van de correctie conform artikel 103 Wgh (op 1 januari 2007 gewijzigd in artikel 110g Wgh), de geluidseenheid en daarmee tevens op de hoogte van de normen. Een en ander heeft bijvoorbeeld een relatie met de vaststelling van de hoogte van de plandrempel (zie paragraaf 2.2.1) en is dus van belang als achtergrondinformatie. Hierna volgt daarom een overzicht van de belangrijkste rekeneenheden, grenswaarden en wijzigingen. Bij de introductie van de Wet geluidhinder werden de Laeq-geluidsbelastingen bepaald, uitgedrukt in dB(A). In het Reken- en Meetvoorschrift (1981) werd een bepaalde periode van het etmaal (dag-, avond- of nachtperiode) maatgevend gesteld. Voor het onderdeel wegverkeerslawaai, is de voorkeursgrenswaarde gesteld op 50 dB(A). Afhankelijk van de ruimtelijke situatie, was ontheffing mogelijk tot 55, 60, 65 of 70 dB(A). Op basis van artikel 103 Wgh waarin het stiller worden van het autoverkeer in acht wordt genomen, kon bij toetsing van geluidsbelastingen een aftrek worden gehanteerd van -3 dB(A) (voor wegen met een snelheid van 70 km/h of meer) of -5 dB(A) (voor wegen met een snelheid van minder dan 70 km/h). Ten tijde van het opstellen van de saneringslijsten (A- en B-lijsten) voor I&M, voor de situatie van 1 maart 1986, werd voor alle wegen -5 dB(A) correctie toegepast. De A-lijst bevat de woningen met een geluidsbelasting van meer dan 65 dB(A), inclusief correctie artikel 103 Wgh (dus meer dan 70 dB(A) zonder aftrek). De B-lijst bevat woningen met een geluidsbelasting van meer dan 60 dB(A), inclusief correctie (dus 65 dB(A) zonder aftrek). De A-lijst is vastgesteld, de B-lijst is enkel opgesteld, maar niet vastgesteld door I&M.

Bijlage 1 Ontwikkeling geluidsnormen

Ontwerp actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai B1-2

In het jaar 2000 is het Reken- en Meetvoorschrift Verkeerslawaai aangepast, voorname-lijk met betrekking tot de introductie van de wegdekcorrectiefactor. In 2002 is de hoogte van de correctie artikel 103 Wgh voor wegen van 70 km/h of meer gewijzigd van -3 naar -2 dB(A). Op 1 januari 2007 is de Wet geluidhinder aangepast. Hierdoor worden tegenwoordig Lden-geluidsbelastingen bepaald, uitgedrukt in dB. Het gemiddelde geluidsniveau voor alle etmaalperioden is nu bepalend. Als gevolg hiervan zijn alle geluidsnormen met een waarde 2 verminderd. De voorkeursgrenswaarde bedraagt nu dus 48 dB met mogelijke ontheffingswaarden van 53, 58, 63 en 68 dB. Ook de EU-geluidskaarten dienen te worden uitgedrukt in dB volgens de Lden-berekening. Op de geluidsbelastingen wordt geen correc-tie toegepast. Daarbij geldt tevens dat voor deze kaarten een aangepaste rekenmetho-diek dient te worden gehanteerd voor wijken, de zogenaamde SKM-methodiek. Hierbij wordt de geluidsbelasting voor de tweedelijnsbebouwing op een afwijkende manier berekend ten opzichte van de SRM-methodiek. Introductie SWUNG Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het voornemen de Wet geluidhinder te vervangen door nieuwe wetgeving. Voor een deel van deze regels is dat al gebeurd. Dit vindt plaats in een proces onder de naam Swung, dat staat voor Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid. De nieuwe wetgeving wordt door het ministerie gefaseerd vormgegeven en ingevoerd: ■ Swung 1: geluidswetgeving voor rijksinfrastructuur. Dit deel van de wetgeving is sinds

1 juli 2012 in de Wet milieubeheer van kracht. ■ Swung 2: geluidswetgeving voor provinciale en gemeentelijke wegen en voor

gezoneerde industrieterreinen. Deze wetgeving is in voorbereiding ten tijde van de opstelling van dit actieplan.

In Swung 1 is voor rijkswegen en hoofdspoorwegen een systeem met geluidsproductie-plafonds ingevoerd. Binnen Swung 2 wordt voor provinciale wegen eenzelfde systema-tiek beoogd. Als het plafond door de toename van geluid benaderd wordt, moeten maat-regelen worden afgewogen. De nieuwe wetgeving Swung vervangt niet de bestaande wettelijke regels, waarop dit actieplan is gebaseerd. De verplichting blijft bestaan om beleid te formuleren en maat-regelen te treffen om hoge geluidsbelastingen, die in de huidige situatie bestaan, aan te pakken. De nieuwe regels zullen er op termijn wel voor zorgen dat niet steeds opnieuw knelpunten ontstaan door de toename van verkeer, omdat er een betere beheersing is van de geluidsgroei.


Bijlage 2 Aantal overschrijdingen per traject


project

weg lengte

aantal

adressen

aantal adressen

boven

plandrempel

gemiddelde

overschrijding

plandrempel

aantal

adressen op

saneringslijst

aantal

adressen op

A-lijst

aantal

gesaneerde

adressen

aantal

gesaneerde

adressen A-lijst

weging

73 Marktstraat 563 473 392 9,84 287 1 1 1 6,85

33 Schaesbergerweg 912 386 184 12,21 117 8 29 0 2,46

37 Kasteellaan 848 887 217 8,94 46 0 0 0 2,29

6 Benzenraderweg 1513 1043 493 6,63 93 0 0 0 2,16

21 Bekkerweg 608 269 125 9,70 83 6 0 1 2,00

85 Kouvenderstraat 702 242 160 7,39 100 73 3 0 1,68

54 Ganzeweide 1028 461 235 7,11 30 0 0 0 1,62

92 Corneliuslaan 627 382 218 4,18 34 0 0 0 1,45

30 PARALLELWEG 970 420 204 6,77 53 0 0 0 1,42

7 Burg Waszinkstraat 527 246 111 5,92 0 0 0 0 1,25

41 Sittarderweg 1617 667 367 5,43 122 69 0 0 1,23

11 Peter Schunckstraat 1997 1722 433 5,68 21 1 1 1 1,23

23 Hamerstraat 943 248 170 6,69 7 1 1 1 1,21

45 Zeswegenlaan 1238 910 339 4,23 0 0 0 0 1,16

29 Looierstraat 575 221 193 3,40 181 9 8 8 1,14

20 Voskuilenweg 1396 485 195 8,08 0 0 0 0 1,13

47 Huisbergerstraat 669 238 104 7,25 2 0 0 0 1,13

79 Hommerterweg 279 33 31 9,44 30 6 5 5 1,05

74 Sint Jansstraat 2143 950 361 6,13 122 15 15 15 1,03

38 Meezenbroekerweg 1296 396 166 7,97 92 1 0 0 1,02

51 Pappersjans 1035 489 191 5,49 161 9 2 2 1,01

87 Mgr Hanssenstraat 125 74 38 3,17 0 0 0 0 0,96


project

weg lengte

aantal

adressen

aantal adressen

boven

plandrempel

gemiddelde

overschrijding

plandrempel

aantal

adressen op

saneringslijst

aantal

adressen op

A-lijst

aantal

gesaneerde

adressen

aantal

gesaneerde

adressen A-lijst

weging

77 Akerstraat Noord 413 198 75 5,18 63 0 42 0 0,94

52 Rennemigstraat 1004 456 141 6,63 45 0 0 0 0,93

26 Valkenburgerweg 1272 270 162 7,30 3 1 0 0 0,93

48 Bokstraat 1429 416 161 7,34 134 0 0 0 0,83

57 Oude Brunssummerweg 928 321 157 4,63 3 0 0 0 0,78

72 Pastoorskuilenweg 836 174 71 9,14 18 6 6 5 0,78

25 Geerstraat 624 370 172 2,80 160 33 20 20 0,77

42 Grasbroekerweg 280 208 59 3,60 0 0 0 0 0,76

22 AKERSTRAAT 1756 1349 459 2,81 248 31 3 3 0,73

89 Ridderweg 308 56 46 4,88 1 1 1 1 0,73

58 Einderstraat 1325 490 143 6,55 28 0 0 0 0,71

50 Heerenweg 2079 928 306 4,16 263 176 120 120 0,61

32 Het Overloon 1312 820 366 2,19 1 0 0 0 0,61

39 Meezenbroekerweg 717 515 110 3,19 74 0 0 0 0,49

71 Alofsstraat 1609 1024 261 2,99 2 0 0 0 0,49

60 Nachtegaalstraat 849 326 110 3,65 50 0 0 0 0,47

17 Caumerbeeklaan 578 73 62 4,22 0 0 0 0 0,45

75 Prof. Eykmanlaan 674 241 53 5,71 0 0 0 0 0,45

10 Heerlerbaan 1436 312 200 3,17 157 106 96 97 0,44

34 Limburgiastraat 862 551 72 5,29 3 0 0 0 0,44

12 Pegasuslaan 931 388 95 4,09 0 0 0 0 0,42

8 Ruys de Beerenbroucklaan 619 147 58 4,42 64 38 3 3 0,41


project

weg lengte

aantal

adressen

aantal adressen

boven

plandrempel

gemiddelde

overschrijding

plandrempel

aantal

adressen op

saneringslijst

aantal

adressen op

A-lijst

aantal

gesaneerde

adressen

aantal

gesaneerde

adressen A-lijst

weging

56 Willem Barentszweg 1457 528 223 2,62 0 0 0 0 0,40

67 Auvermoerstraat 408 60 31 5,20 0 0 0 0 0,40

5 Welterlaan 403 64 47 3,26 32 0 1 0 0,38

35 Slotweg 1258 467 112 4,20 17 0 0 0 0,37

63 Heerlerweg 1278 512 183 2,59 0 0 0 0 0,37

59 Passartweg 1058 129 54 7,13 0 0 0 0 0,36

70 Zandbergsweg 671 102 46 5,20 6 0 0 0 0,36

66 Ridder Hoenstraat 591 219 64 3,11 0 0 0 0 0,34

15 Hendrik van Veldekestr 1631 278 106 5,07 0 0 0 0 0,33

53 Unolaan 1438 283 89 5,20 22 0 0 0 0,32

83 Terweijerweg 606 218 76 2,52 0 0 0 0 0,32

19 Staringstraat 771 324 63 3,78 3 0 0 0 0,31

1 Keulseweg 7939 564 348 6,84 70 0 15 0 0,30

69 Juliana Bernhardlaan 876 130 58 4,35 47 0 0 0 0,29

80 Hommerterweg 718 188 64 2,88 102 0 0 0 0,26

65 Terlindenweg 1093 35 26 9,91 15 0 0 0 0,24

46 Vrankerkerklaan 1011 466 85 2,57 0 0 0 0 0,22

2 De Doom 1163 340 142 1,72 0 0 0 0 0,21

61 Beersdalweg 1122 31 27 7,66 2 0 0 0 0,18

93 Mijnbouwstraat 303 165 24 2,27 0 0 0 0 0,18

62 Verlengde Klinkertstraat 1096 77 37 5,32 18 0 0 0 0,18

16 Erkstraat 414 96 21 3,53 1 0 0 0 0,18


project

weg lengte

aantal

adressen

aantal adressen

boven

plandrempel

gemiddelde

overschrijding

plandrempel

aantal

adressen op

saneringslijst

aantal

adressen op

A-lijst

aantal

gesaneerde

adressen

aantal

gesaneerde

adressen A-lijst

weging

55 Kampstraat 625 203 35 3,09 47 0 0 0 0,17

88 Bongaertslaan 477 48 28 2,94 8 0 0 0 0,17

28 Pijnsweg 362 44 20 3,06 1 0 0 0 0,17

76 Buttingstraat 3436 1424 157 3,46 8 7 1 0 0,16

91 Schandelerboord 246 76 14 2,60 34 1 0 0 0,15

24 Klompstraat 729 411 58 1,76 21 0 0 0 0,14

68 Schuureikenweg 990 98 29 4,68 15 0 0 0 0,14

90 Zandweg 343 56 16 2,71 0 0 0 0 0,13

82 Kastanjelaan 2887 934 102 3,29 51 0 2 0 0,12

14 Keerweg 901 296 30 3,37 0 0 0 0 0,11

36 Mesdagstraat 564 461 60 0,97 0 0 0 0 0,10

18 Kerkraderweg 1837 483 99 1,86 180 42 0 0 0,10

64 Overbroekerstraat 773 231 36 2,15 5 0 0 0 0,10

40 Spoorsingel 822 263 46 1,75 4 0 0 0 0,10

94 Prins Hendrikstraat 260 142 24 0,97 2 0 0 0 0,09

31 Antwerpseweg 2088 27 25 7,40 0 0 0 0 0,09

13 Egstraat 1269 679 59 1,79 0 0 0 0 0,08

9 AKERSTRAAT 1336 266 108 0,86 54 10 10 10 0,07

81 Amstenraderweg 1607 578 50 2,20 11 1 0 0 0,07

84 Nieuw Eyckholt 653 73 24 1,53 11 0 0 0 0,06

49 Heideveldweg 2525 362 46 2,80 4 1 0 0 0,05

4 Mergelsweg 3284 660 92 1,66 0 0 0 0 0,05


project

weg lengte

aantal

adressen

aantal adressen

boven

plandrempel

gemiddelde

overschrijding

plandrempel

aantal

adressen op

saneringslijst

aantal

adressen op

A-lijst

aantal

gesaneerde

adressen

aantal

gesaneerde

adressen A-lijst

weging

44 Diamantstraat 1365 256 42 1,33 0 0 0 0 0,04

43 Palemigerboord 876 314 19 1,30 4 0 0 0 0,03

78 Patersweg 2328 370 67 0,93 126 0 89 0 0,03

3 Welterlaan 2658 71 8 2,04 23 0 0 0 0,01

86 Kasteel Hoensbroeklaan 830 183 2 0,55 0 0 0 0 0,00

42

17

69

21

89

13

5023

54

76

14

18

5745

12

62

3420

51

32

67

59

75

72

22

85

7

32

4

15

198

37

1

12

4455

20

2

94

35

40

75

58

41

92

49

79

91

71

1

7471

28

1 16

58

65

3348

82

43

7468

87

36

80

78

38

54

52

71

63

46

26

47

39

55

56

66

29

64

2

3

86

7660

9

82

28

1

61

10

74

81

84

81

1

90

15

93 836

30

73

25

57

11

70

49

76

23

31 24

61

4

5 88

7682

77

53

Bronnen: Esri Nederland, Esri, Kadaster, CBS en Rijkswaterstaat

Datum 10/06/2013 Kenmerk HLN063Bestand Kaarten_projectnrOndergrond KadasterFormaat A2 Portrait

ww.goudappel.nl

Gemeente HeerlenProjectnummersactieplan EU-geluidsbelastingskaart 1

Bronnen: Esri Nederland, Esri, Kadaster, CBS en Rijkswaterstaat

Datum 10/06/2013 Kenmerk HLN063Bestand Overschrijding_plandrempelsOndergrond KadasterFormaat A2 Portrait

ww.goudappel.nlLegendadB

geen overschrijding0 - 11 - 2

2 - 33 - 44 - 5groter dan 5

Gemeente HeerlenOverschrijding plandrempelsactieplan EU-geluidsbelastingskaart 2

Vestiging Deventer

Snipperlingsdijk 4

7417 BJ Deventer

T +31 (0570) 666 222

F +31 (0570) 666 888

Postbus 161

7400 AD Deventer

www.goudappel.nl

[email protected]

Actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai · 2015. 6. 20. · Ontwerp actieplan EU-richtlijn...

Documents

Transcript of Actieplan EU-richtlijn omgevingslawaai · 2015. 6. 20. · Ontwerp actieplan EU-richtlijn...