713 Inspectie Onderzoekt Afwijsbeleid Van Ziekenhuizen

2
kwaliteitsbeleid 102 5-2006 > zorg & financiering psychiatrie, kindergeneeskunde en chirurgie. Huisartsgeneeskunde wordt door twintig pro- cent als eerste voorkeur opgegeven, terwijl sociale geneeskunde (de opleiding tot bijv. bedrijfsarts) bij slechts zes procent van de basis- artsen in trek is. Vooral vrouwen laten zich bij de keuze voor psychiatrie, huisarts- en sociale geneeskunde ook leiden door factoren als nor- male werktijden en de mogelijkheid van deeltijd- werk. Deeltijdarbeid Door de lange duur van de vervolgopleiding (3 tot 6 jaar, ná de opleiding tot basisarts) valt deze voor veel artsen samen met het starten van een gezin. Uit het literatuuronderzoek komt dan ook naar voren dat 86 procent van de vrouwen en 53 procent van de mannen die een opleiding volgen tot medisch specialist in de toekomst, parttime willen werken. Ook bij werkzame art- sen komt de wens tot deeltijdwerk naar voren. Daarnaast geeft een aanzienlijk deel van de art- sen in opleiding de voorkeur aan werken in loondienst, in tegenstelling tot het ondernemer- schap. Een belangrijke ontwikkeling die aan beide wensen tegemoet komt, is het ontstaan van grootschalige samenwerkingsverbanden in zowel ziekenhuis als huisartspraktijk. Die kun- nen namelijk gemakkelijker artsen aantrekken die in dienstverband willen werken, en bieden bovendien meer mogelijkheden voor deeltijd- arbeid. Bron: Nivel, 28 april 2006< Minister Hoogervorst wil dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onderzoek gaat doen naar het weigeren van onverzekerden door ziekenhuizen. In Rotterdam reageert men verbaasd. Aanleiding voor het onderzoek is een artikel in Medisch Contact, volgens welk een toenemend aantal dak- en thuislozen verstoken raakt van ziekenhuiszorg (MC 2006, nr. 20, p. 843). In zijn reactie zei Hoogervorst niet te snappen waarom de auteurs, ‘straatartsen’ die hulp bie- den aan illegalen, niet zelf naar de inspectie zijn gestapt. Deze zal nu onderzoeken hoe artsen vaststellen of een onverzekerde medisch nood- zakelijke zorg nodig heeft. Zo nodig zal de minister daarvoor nieuwe richtlijnen laten opstellen. Volgens Frans Sikken, huisarts in Brielle en een van de auteurs van het artikel, is de minister laat met zijn reactie. Al in januari schreef hij hem per brief dat ‘mensen die een medisch noodzake- lijke behandeling moeten ondergaan, worden weggestuurd omdat ze niet verzekerd zijn.’ Destijds heeft de minister nooit op de brief gereageerd, zo laat hij weten. Ook Wim Geerlings, lid van de raad van bestuur van het Erasmus MC en voorzitter van de stich- ting Samenwerkende Rijnmond Ziekenhuizen, reageert verbaasd, maar om een andere reden: ‘Ik ken de schrijvers van het artikel niet, ik ken ook niet de problemen die zij schetsen. Ze heb- ben ze in ieder geval nergens gemeld. Niet bij de ziekenhuizen, niet bij de GGD en ook niet bij de gemeente, waarmee wij geregeld overleg voeren. Overigens zijn de dak- en thuislozen in de stad collectief verzekerd. Zij worden net zo behan- deld als alle andere collectief verzekerden in Nederland. En dat zijn er nogal wat, zoals u weet.’ Ten aanzien van de niet-verzekerden zijn de Rotterdamse ziekenhuizen gehouden aan een onderling overeengekomen beleidsregel. Zorg is nodig, zegt deze, in ‘een situatie waarin de ver- > beroepsuitoefening 713 inspectie onderzoekt afwijsbeleid van ziekenhuizen ZenF-0506 cyaan.qxd 14-6-2006 13:08 Pagina 102

Transcript of 713 Inspectie Onderzoekt Afwijsbeleid Van Ziekenhuizen

Page 1: 713 Inspectie Onderzoekt Afwijsbeleid Van Ziekenhuizen

kwaliteitsbeleid

102 5-2006 > zorg & financiering

psychiatrie, kindergeneeskunde en chirurgie.Huisartsgeneeskunde wordt door twintig pro-cent als eerste voorkeur opgegeven, terwijlsociale geneeskunde (de opleiding tot bijv.bedrijfsarts) bij slechts zes procent van de basis-artsen in trek is. Vooral vrouwen laten zich bijde keuze voor psychiatrie, huisarts- en socialegeneeskunde ook leiden door factoren als nor-male werktijden en de mogelijkheid van deeltijd-werk.

Deeltijdarbeid

Door de lange duur van de vervolgopleiding(3 tot 6 jaar, ná de opleiding tot basisarts) valtdeze voor veel artsen samen met het starten vaneen gezin. Uit het literatuuronderzoek komt dan

ook naar voren dat 86 procent van de vrouwenen 53 procent van de mannen die een opleidingvolgen tot medisch specialist in de toekomst,parttime willen werken. Ook bij werkzame art-sen komt de wens tot deeltijdwerk naar voren. Daarnaast geeft een aanzienlijk deel van de art-sen in opleiding de voorkeur aan werken inloondienst, in tegenstelling tot het ondernemer-schap. Een belangrijke ontwikkeling die aanbeide wensen tegemoet komt, is het ontstaanvan grootschalige samenwerkingsverbanden inzowel ziekenhuis als huisartspraktijk. Die kun-nen namelijk gemakkelijker artsen aantrekkendie in dienstverband willen werken, en biedenbovendien meer mogelijkheden voor deeltijd-arbeid.Bron: Nivel, 28 april 2006<

Minister Hoogervorst wil dat de Inspectie voorde Gezondheidszorg (IGZ) onderzoek gaatdoen naar het weigeren van onverzekerdendoor ziekenhuizen. In Rotterdam reageert menverbaasd.

Aanleiding voor het onderzoek is een artikel inMedisch Contact, volgens welk een toenemendaantal dak- en thuislozen verstoken raakt vanziekenhuiszorg (MC 2006, nr. 20, p. 843). Inzijn reactie zei Hoogervorst niet te snappenwaarom de auteurs, ‘straatartsen’ die hulp bie-den aan illegalen, niet zelf naar de inspectie zijngestapt. Deze zal nu onderzoeken hoe artsenvaststellen of een onverzekerde medisch nood-zakelijke zorg nodig heeft. Zo nodig zal deminister daarvoor nieuwe richtlijnen latenopstellen.Volgens Frans Sikken, huisarts in Brielle en eenvan de auteurs van het artikel, is de minister laatmet zijn reactie. Al in januari schreef hij hem perbrief dat ‘mensen die een medisch noodzake-

lijke behandeling moeten ondergaan, wordenweggestuurd omdat ze niet verzekerd zijn.’Destijds heeft de minister nooit op de briefgereageerd, zo laat hij weten.Ook Wim Geerlings, lid van de raad van bestuurvan het Erasmus MC en voorzitter van de stich-ting Samenwerkende Rijnmond Ziekenhuizen,reageert verbaasd, maar om een andere reden:‘Ik ken de schrijvers van het artikel niet, ik kenook niet de problemen die zij schetsen. Ze heb-ben ze in ieder geval nergens gemeld. Niet bij deziekenhuizen, niet bij de GGD en ook niet bij degemeente, waarmee wij geregeld overleg voeren.Overigens zijn de dak- en thuislozen in de stadcollectief verzekerd. Zij worden net zo behan-deld als alle andere collectief verzekerden inNederland. En dat zijn er nogal wat, zoals uweet.’Ten aanzien van de niet-verzekerden zijn deRotterdamse ziekenhuizen gehouden aan eenonderling overeengekomen beleidsregel. Zorg isnodig, zegt deze, in ‘een situatie waarin de ver-

> beroepsuitoefening

713 inspectie onderzoekt afwijsbeleid van ziekenhuizen

ZenF-0506 cyaan.qxd 14-6-2006 13:08 Pagina 102

Page 2: 713 Inspectie Onderzoekt Afwijsbeleid Van Ziekenhuizen

beroepsuitoefening

103zorg & financiering > 5-2006

lening van medische zorg niet kan worden ont-houden of uitgesteld zonder het leven of degezondheidstoestand aan betrokkene dan welde Nederlandse volksgezondheid ernstig ingevaar te brengen.’ En ook: ‘Het is aan de artsom te beoordelen of medische zorg noodzake-lijk is.’ Diens oordeel, voegt Geerlings daaraantoe, kan natuurlijk achteraf worden getoetst. Huisarts Sikken verzet zich: ‘Het is moeilijk omte beoordelen wat noodzakelijk is, want de defi-nitie ligt niet vast. Bovendien kunnen mensenzeer ernstig lijden onder een ziekte die op zichniet levensbedreigend is.’ De vraag is ook wélkearts het oordeel moet uitspreken. ‘Ik ben huis-arts’, zegt Sikken. ‘Als ik vind dat een patiëntnaar het ziekenhuis moet, dan móet hij daar ook

naar toe. Verzekerd of niet.’ Onzin, reageertGeerlings: ‘Op het oordeel van de verwijzendehuisarts volgt hier in huis het oordeel van despecialist. Als die geen reden ziet om te behan-delen, gebeurt dat ook niet, met alle terugkop-peling en alle overleg die daarbij horen. Zoalsdat in de gezondheidszorg gebruikelijk is.’

Pharos, het kenniscentrum voor Vluchtelingenen Gezondheid, heeft sinds kort een meldpuntwaar ‘schrijnende situaties’ in de zorg aan ille-galen en asielzoekers kunnen worden gemeld:www/pharos.nl/meldpunt. Op basis van de mel-dingen wil Pharos begin volgend jaar een rap-port schrijven over deze problematiek.Bron: Medisch Contact, 31 mei 2006<

Recent zijn in de media veel berichten versche-nen over de veiligheid van rimpelvulmiddelenvoor rimpelbehandelingen. De Inspectie voorde Gezondheidszorg (IGZ) waarschuwt voortwee risico’s die aan deze behandelingen metvulmiddelen kleven.

Het eerste risico heeft te maken met de veilig-heid en de mogelijke bijwerkingen. De inspectieheeft aan het Rijksinstituut voor Volksgezond-heid en Milieu (RIVM) opdracht gegeven omonderzoek te doen naar rimpelvullers.De resultaten van dit onderzoek worden nogdeze zomer verwacht en zullen waarschijnlijkmeer duidelijkheid geven over de mogelijkerisico’s van rimpelvullers. Desondanks wil deinspectie, vooruitlopend op de uitkomst van hetonderzoek, waarschuwen voor het gebruik vanpermanente vulmiddelen. Zo blijkt na gebruikvan deze vulmiddelen regelmatig onherstelbareernstige schade op te treden. Daarom raadt deinspectie, totdat uit onderzoek duidelijk isgeworden wat precies de risico’s zijn, de behan-deling met rimpelvulmiddelen af.Het tweede risico bij een behandeling met een

rimpelvulmiddel heeft te maken met de behan-deling zelf. Voor het uitvoeren van een rimpel-behandeling is veel ervaring en deskundigheidvereist. De inspectie vindt dat deze behandelingdan ook alleen door artsen die veel ervaring heb-ben, kan worden gedaan. Om te helpen eenervaren arts te vinden heeft de inspectie een vra-genlijst samengesteld, die gebruikt kan wordenom dit vast te stellen. Daarnaast vindt de inspec-tie dat, uit oogpunt van kwaliteit van zorg, dezebehandeling alleen door BIG-geregistreerde art-sen kan worden gedaan. BIG-geregistreerde art-sen zijn artsen die op grond van de Wet op deberoepen in de individuele gezondheidszorg(wet BIG) bevoegd zijn om zelf injecties tegeven.

Nader onderzoek

De Nederlandse Vereniging voor PlastischeChirurgie heeft onlangs een richtlijn uitgegevenwaarin zij het volgende stelt: ‘Er moet heelterughoudend worden omgegaan met fillersvoor cosmetische doeleinden. Indien dit welgebeurt, zal dit onder strikte voorwaarden moe-

714 inspectie waarschuwt voor rimpelvulmiddelen

ZenF-0506 cyaan.qxd 14-6-2006 13:08 Pagina 103