Bdo benchmark ziekenhuizen 2010

of 44 /44
‘WAPENEN TEGEN ONZEKERE TIJDEN’ ONTWIKKELING VAN DE FINANCIËLE PERFORMANCE VAN DE ALGEMENE ZIEKENHUIZEN IN NEDERLAND BDOBENCHMARK ZIEKENHUIZEN 2010 VOOR VRIJ ONDERNEMEN ONLINE BENCHMARK TOOL

Embed Size (px)

description

BDO Benchmarkonderzoek Algemene ZiekenhuizenBDO onderzocht de ontwikkeling van de financiële performance van alle algemene ziekenhuizen in Nederland. Belangrijkste eindconclusie is dat de financiële positie van algemene ziekenhuizen in Nederland zorgwekkend blijft. Voor veel ziekenhuizen is de kans zelfs groot dat ze zonder aanvullende maatregelen diep in de rode cijfers belanden.

Transcript of Bdo benchmark ziekenhuizen 2010

  • WAPENEN TEGEN ONZEKERE TIJDEN ONTWIKKELING VAN DE FINANCILE PERFORMANCE VAN DE ALGEMENE ZIEKENHUIZEN IN NEDERLAND

    BDO-BENCHMARK ZIEKENHUIZEN 2010

    VOOR VRIJ ONDERNEMEN

    ONLINE

    BENCHMARK-

    TOOL

  • WAPENEN TEGEN ONZEKERE TIJDEN ONTWIKKELING VAN DE FINANCILE PERFORMANCE VAN DE ALGEMENE ZIEKENHUIZEN IN NEDERLAND

    BDO-BENCHMARK ZIEKENHUIZEN 2010

  • Hoe staan de Nederlandse algemene ziekenhuizen er financieel voor? Deze vraag stond centraal in ons tweede jaarlijkse benchmarkonderzoek, aan de hand van de jaardocumenten 2009.

    De uitkomsten zijn alarmerend. Want al stegen de resultaten in 2009, de financile positie van algemene ziekenhuizen in Nederland is en blijft zorgwekkend. En gezien de rigoureuze bezuinigingsplannen vanuit de politiek nemen de financile risicos sterk toe. Voor een aantal algemene ziekenhuizen is de kans levensgroot dat ze, bij ongewijzigd beleid, zwaar in de rode cijfers belanden.

    Niettemin is er ook een aantal ziekenhuizen dat gedurende meerdere jaren in staat blijkt om wl een goede financile performance te laten zien. Zo zijn er algemene ziekenhuizen die kostendalingen rapporteren tot 15%. Tegen het licht van actuele ontwikkelingen op het gebied van papierloze ziekenhuizen, lean management en procesoptimalisatie kan het een uitdaging zijn om sectorbreed de overige kosten te reduceren, met behoud van kwaliteit.

    Vlak voor publicatie hebben we de onderzoeksresultaten voorgelegd aan een aantal bestuurders van genoemde ziekenhuizen. Achterin dit rapport reageren zij op de resultaten en vertellen zij openhartig over het door hun gevoerde (financile) beleid.

    Deze benchmark is meer dan alleen een papieren rapport. Dankzij onze nieuw ontwikkelde benchmark-tool kunt u nu ook online analyses maken van de individuele cijfers per ziekenhuis ten opzichte van de landelijke of regionale gemiddelden of door de gebruiker gekozen ziekenhuizen. Zo geeft dit instrument bestuurders in de sector nog meer inzicht in de cijfers. Via [email protected] kunt u een persoonlijke inlogcode aanvragen.

    Maar allereerst wensen wij u veel inspirerend leesplezier.

    Chris van den Haak en Rob Karlas Onderzoekers/Partners BDO Branchegroep Zorg

    VOORWOORD

    5Voorwoord, september 2010

    Chris van den Haak Rob Karlas

  • 6 7BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Inhoudsopgave, september 2010

    Managementsamenvatting 1.1 Het nut van de benchmark ............................................................................................91.2 Hoofdlijnen ........................................................................................................................91.3 Resultaten van ziekenhuizen ..........................................................................................91.4 Balansen van ziekenhuizen ............................................................................................. 11

    Inleiding 2.1 Algemeen ........................................................................................................................... 132.2 Uitgangspunten ............................................................................................................... 142.3 Aansluiting cijfers met BDO-benchmarkonderzoek 2009 .................................... 16

    Resultaat 3.1 Inleiding ............................................................................................................................ 193.2 Ontwikkeling resultaat 2009 ten opzichte van 2008 .............................................203.3 Samenstelling resultaat .................................................................................................223.4 Ontwikkeling en samenstelling resultaat per regio .................................................243.5 Ontwikkeling en samenstelling resultaat op basis van omvang ...........................283.6 Ontwikkeling resultaat van individuele ziekenhuizen .............................................303.7 Ratioanalyse .....................................................................................................................32

    Balans 4.1 Inleiding ............................................................................................................................394.2 Ontwikkeling 2009 ten opzichte van 2008 ..............................................................404.3 Ontwikkeling en samenstelling vermogen per regio ..............................................424.4 Ontwikkeling en samenstelling vermogen op basis van omvang ........................444.5 Ratioanalyse .....................................................................................................................46

    Gerelateerde onderwerpen 5.1 Inleiding .............................................................................................................................535.2 Ontwikkelingen in de materile vaste activa ............................................................545.3 Voorzieningen ..................................................................................................................565.4 Ontwikkeling van de bedrijfslasten .............................................................................58

    Conclusies en aanbevelingen ............................................................................................63

    Bijlage I: Totale resultatenrekening .....................................................................................66Bijlage II: Totale balans ..........................................................................................................67Bijlage III: Overzicht ziekenhuizen .......................................................................................68

    Eerste reacties uit de praktijk ............................................................................................71

    Over BDO Brachegroep Zorg ................................................................................................84Colofon .......................................................................................................................................85

    INHOUDSOPGAVE

    Voor eventuele fouten of onvolkomenheden in deze publicatie kan de uitgever niet aansprakelijk worden gesteld.

    Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op enige andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever of het gebruik van bronvermelding.

    September 2010

    BDO Accountants & Adviseurs

  • 8 BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010

    1.1 Het nut van de benchmark

    In dit rapport presenteren wij de resultaten van de BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010, een onderzoek naar de ontwikkeling van de financile performance van alle algemene ziekenhuizen.

    Het rapport bevat naast de financile gegevens van algemene ziekenhuizen diverse naar onze mening relevante ratios. Deze zijn zowel voor de sector als per regio en omvang nader geanalyseerd. Aanvullend biedt de online benchmark-tool de mogelijkheid om individuele cijfers per ziekenhuis te analyseren.

    Wij vertrouwen er op met dit onderzoek een bijdrage te kunnen leveren bij het realiseren van de noodzakelijke verbetering van de financile performance van ziekenhuizen en transparantie in de financile verslaglegging.

    1.2 Hoofdlijnen

    Al stegen de resultaten in 2009, de financile positie van algemene ziekenhuizen in Nederland is en blijft zorgwekkend. En gezien de rigoureuze bezuinigingsplannen vanuit de politiek nemen de financile risicos sterk toe. Een groot aantal algemene ziekenhuizen zal zonder aanvullende maatregelen, fors verlies gaan lijden. Bij veel ziekenhuisbesturen dringt dat besef door; zij zijn zich op diverse manieren aan het wapenen tegen de verwachte onzekere tijden en verdere budgetbeperkingen. Het onderzoek toont ook aan dat er mogelijkheden zijn voor kostenreductie en het verlagen van de administratieve lasten.

    1.3 Resultaten van ziekenhuizen

    Continuteit zorgsector wordt bedreigd De totale resultaatstijging van 71% van alle ziekenhuizen tezamen lijkt fors. Echter, het totale resultaat van de algemene ziekenhuizen blijft laag in relatie tot de omvang van de bedrijfsactiviteiten. Het resultaat bedraagt slechts 1,75% van de opbrengsten. Tevens is het resultaat laag in verhouding tot de voorgenomen kortingen van de overheid: daar wordt gesproken over bedragen van rond de 700 miljoen voor alle ziekenhuizen in Nederland. Dit betekent dat een groot aantal algemene ziekenhuizen zonder aanvullende maatregelen fors verlies gaat lijden. Dit is, gezien de gemiddeld nog beperkte vermogenspositie van ziekenhuizen, bedreigend voor de continuteit in de zorgsector. Maatregelen zullen hoe dan ook noodzakelijk zijn om de financile performance van algemene ziekenhuizen te verbeteren.

    Grote invloed van incidentele lastenIncidentele posten hebben een forse impact op de gepresenteerde resultaten van ziekenhuizen. In de resultaten over 2009 springen de resultaten op het vastgoed c.q. de materile vaste activa hier in het bijzonder uit. Het effect van de bijzondere waardeverminderingen en afwaarderingen van activa bedraagt over 2009 ten minste 42 miljoen. Met betrekking tot de negatieve resultaten op vastgoed is het van belang nader te analyseren wat de oorzaken hiervan zijn. Ligt dit aan de regelgeving uit het verleden, zoals de voorgeschreven afschrijvingstermijnen, of is het huidige risicomanagement rondom nieuwbouwprojecten en het beheer van materile vaste activa voor verbetering vatbaar?

    Kleine ziekenhuizen presteren financieel beterKleine ziekenhuizen hebben qua resultaat in 2009 een inhaalslag gemaakt. Zij presteren

    MANAGEMENTSAMENVATTING

    9Hoofdstuk 1, Managementsamenvatting

  • financieel over 2009 zelfs beter dan middelgrote en grote ziekenhuizen. Wij zijn van mening dat wanneer kleine ziekenhuizen goede strategische beleidskeuzes maken, verdere concentraties in de zorg in ieder geval vanuit financieel perspectief niet nodig zijn. Uiteraard blijft samenwerking tussen ziekenhuizen, als onderdeel van strategische beleidskeuzes, in sommige gevallen noodzakelijk in relatie tot de toegenomen kwaliteitseisen in de zorg. Wellicht biedt de financile performance van kleine ziekenhuizen over 2009 aanleiding om de huidige fusie- en concentratietendens bij zorginstellingen te heroverwegen.

    Opmerkelijke verschillen in de mate van kostenreductiesUit de jaarrekeningen 2009 blijkt geen sectorbrede kostenreductie met betrekking tot de overige bedrijfslasten, ondanks de huidige economische crisis en de budgetkortingen waar ziekenhuizen mee te maken hebben. Voor een deel hangt dit samen met de stijging van de productie. Anderzijds mag verwacht worden dat in tijden van toenemend bedrijfsmatiger werken kostenreductie plaatsvindt. Dat dit mogelijk is, bewijzen diverse algemene ziekenhuizen die wl een forse kostendaling laten zien. Wij pleiten voor nader onderzoek en analyse van de verschillen in algemene kostenniveaus tussen de verschillende ziekenhuizen.

    Onderzoek de succesfactorenOpvallend is dat een aantal ziekenhuizen gedurende meerdere jaren in staat is om een goede financile performance te laten zien. Wij dringen aan op onderzoek naar de oorzaken hiervan en de bijbehorende succesfactoren.

    1.4 De balansen van ziekenhuizen

    Vermogenspositie zwakHet vermogen van ziekenhuizen is gedurende 2009 toegenomen met 19%. Dit is een forse verbetering, maar neemt niet weg dat het merendeel van de ziekenhuizen nog steeds onvoldoende vermogen heeft in relatie tot de huidige financile onzekerheden. Voor een belangrijk deel van de ziekenhuizen is vermogensversterking nog steeds van groot belang voor de continuteit van de door hen te leveren zorg.

    Uitdijende post voorzieningen roept vragen opZowel in 2008 als in 2009 is sprake van forse dotaties aan voorzieningen. In 2009 is het positieve saldo van dotaties en onttrekkingen aan voorzieningen zelfs met 38% gestegen. Zijn de posten het gevolg van een voorzichtige benadering, gegeven de belangrijke onzekerheden waarmee de sector te maken heeft? Ziekenhuizen met een betere solvabileit en een beter resultaat beschikken over de hoogste voorzieningen. Deze vaststelling is zeer opvallend omdat er geen causaal verband lijkt te bestaan tussen deze posten. Naar meer transparantieHet benchmarkonderzoek toont aan dat binnen de huidige regelgeving nog sprake is van keuzemogelijkheden bij de verwerking van financile gegevens in de jaarrekening. Dit komt de transparantie en de vergelijkbaarheid van de financile gegevens tussen de ziekenhuizen niet ten goede. Het betreft onder meer: verwerking onderhoudskosten, waardering onderhanden werk en waardering materile vaste activa. De vraag is in hoeverre striktere regelgeving op deze gebieden wenselijk is dan wel in de praktijk best practices ontwikkeld kunnen worden die leiden tot een eenduidiger verslaggeving binnen de zorgsector.

    10 11BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 1, Managementsamenvatting

    Kijk en vergelijk, online benchmark-tool In deze benchmark-rapportage zijn analyses gemaakt op landelijk niveau, per regio en per groottecategorie. Met de online benchmark-tool is het mogelijk om analyses te maken van individuele cijfers per ziekenhuis, ten opzichte van landelijke ontwikkelingen, ontwikkelingen in regios, groottecategorien en andere door de gebruikers geselecteerde ziekenhuizen.

    Via [email protected] kunt u een persoonlijke inlogcode aanvragen.

    Opbouw vermogen

    Verpleegdagen

    Resultaten

    Voorzieningen

  • 12 BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010

    2.1 Algemeen

    In dit rapport presenteren wij de resultaten van de BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010. In de benchmark zijn de jaarrekeningen 2009 van alle algemene ziekenhuizen geanalyseerd. Ten behoeve van deze rapportage hebben wij uitsluitend de door de instellingen zelf gepubliceerde cijfers verzameld en geanalyseerd. Het onderzoek is uitgevoerd door de BDO Branchegroep Zorg.

    Na de algemene inleiding in dit hoofdstuk worden in hoofdstuk 3 de ontwikkelingen in de resultaten gepresenteerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de bijzonderheden ten aanzien van de balansontwikkelingen. Hoofdstuk 5 presenteert een aantal overige onderwerpen met betrekking tot het verslagjaar 2009. In hoofdstuk 6 vindt u een aantal conclusies en aanbevelingen. In hoofdstuk 7 leest u tenslotte de eerste reactie van een tiental zorgbestuurders.

    Dit rapport is uitsluitend informatief bedoeld. Op het cijfermateriaal en de toelichting is geen accountantscontrole toegepast en is geen beoordelingsopdracht uitgevoerd. Uiteraard heeft BDO haar uiterste best gedaan om de kwaliteit van het cijfermateriaal te waarborgen; BDO aanvaardt echter geen aansprakelijkheid naar aanleiding van het gebruik van dit rapport.

    INLEIDING

    13Hoofdstuk 2, Inleiding

  • 2.2 Uitgangspunten

    De BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 is uitgevoerd aan de hand van de jaardocumenten 2009 van de algemene ziekenhuizen in Nederland. In deze analyse zijn academische en gespecialiseerde ziekenhuizen niet betrokken.Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) waren er in Nederland in 2009 86 algemene ziekenhuizen. In de BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 zijn 82 algemene ziekenhuizen opgenomen, vanwege een viertal fusies. Een overzicht van de ziekenhuizen waarvan de openbare cijfers zijn opgenomen vindt u in bijlage III.

    Bij sommige ziekenhuizen is sprake van gemengde activiteiten (bijvoorbeeld care en cure) die worden gepresenteerd in een geconsolideerde jaarrekening. Omwille van de vergelijkbaarheid is deze benchmark gebaseerd op de informatie volgens de enkelvoudige jaarrekening van het ziekenhuis. Indien een ziekenhuis geen enkelvoudige balans heeft gepubliceerd, is in de benchmark gebruik gemaakt van schattingen. Voor deze ziekenhuizen is de enkelvoudige balans bepaald aan de hand van een segmentatiepercentage. Dit percentage is voor de betreffende ziekenhuizen berekend op basis van het aandeel van het wettelijke budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidies van het ziekenhuis in de gesegmenteerde verlies- en winstrekening cure, ten opzichte van het totale wettelijke budget van de groep (geconsolideerd). Voor de overige posten in de benchmark is in beginsel aangesloten bij de presentatie zoals deze door de ziekenhuizen zelf is gehanteerd.In de BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 (hoofdstuk 3 en 4) zijn analyses gemaakt op landelijk niveau, per regio en per groottecategorie.

    De gehanteerde regio-indeling is als volgt: Regio Noord omvat de provincies Friesland, Groningen en Drenthe Regio Oost omvat de provincies Gelderland, Overijssel en Flevoland Regio West omvat de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland Regio Zuid omvat de provincies Limburg en Noord-Brabant

    De indeling op basis van omvang luidt als volgt: Klein Het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de DBC-

    opbrengsten in het B-segment in 2009 zijn lager dan 100 miljoen

    Middelgroot Het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de DBC-opbreng- sten in het B-segment in 2009 liggen tussen 100 en 200 miljoen

    Groot Het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de DBC- opbrengsten in het B-segment in 2009 zijn hoger dan 200 miljoen

    Tabel 1: Verdeling ziekenhuizen naar omvang en regio

    Noord Oost West Zuid Totaal Procentueel

    Klein 9 6 17 6 38 46%

    Middelgroot 2 4 14 7 27 33%

    Groot 1 5 7 4 17 21%

    Totaal 12 15 38 17 82 100%

    Procentueel 15% 18% 46% 21% 100%

    14 15BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 2, Inleiding

    De categorie-indeling is in 2009 als gevolg van een toename van de opbrengsten voor een aantal ziekenhuizen gewijzigd ten opzichte van 2008:

    Vijf ziekenhuizen zijn doorgegroeid van de categorie middelgroot naar groot: Zorggroep Noorderbreedte Ziekenhuisgroep Twente Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Medisch Centrum Haaglanden Atrium Medisch Centrum

    Vijf ziekenhuizen zijn doorgegroeid van de categorie klein naar middelgroot: Leveste Scheper Ziekenhuis Deventer Ziekenhuisgroep Slotervaartziekenhuis Zaans Medisch Centrum Elkerliek Ziekenhuis

    In dit rapport is omwille van de vergelijkbaarheid de categorie-indeling gehanteerd op basis van de indeling uit 2009, voor zowel de cijfers 2009 als de vergelijkende cijfers 2008.

  • 2.3 Aansluiting cijfers met BDO benchmarkonderzoek 2009

    In de BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 vergelijken we de cijfers 2009 met de cijfers 2008. Er zijn geen sectorbrede stelselwijzigingen doorgevoerd in 2009. Wel is er sprake van duidelijke verschillen in de vergelijkende cijfers in dit rapport ten opzichte van de BDO-benchmark Ziekenhuizen 2009. Dit betreft voornamelijk wijzigingen in waarderingsgrondslagen die de individuele ziekenhuizen kunnen maken binnen de geldende regelgeving.

    Eigen vermogenHet totaal eigen vermogen ultimo 2008 van de algemene ziekenhuizen in de benchmark 2010 is met 20,7 miljoen toegenomen ten opzichte van de benchmark 2009. De belangrijkste veranderingen in het eigen vermogen, zoals opgenomen in de vergelijkende cijfers, betreffen:

    Tabel 2: Totaal eigen vermogen(Bedragen * 1 miljoen)

    BDO-benchmark 2009, cijfers ultimo 2008 1.314,1

    Toevoeging Orbis Maaslandziekenhuis 4,3

    Stelselwijzigingen:

    Herwaardering onroerend goed 9,1

    Verwerking groot onderhoud 2,2

    Waardering onderhanden werk 1,3

    Overige mutaties:

    Waardering deelnemingen 3,8

    Personeelsbeloningen -0,7

    Activering voorraad geneesmiddelen 0,7

    BDO-benchmark 2010, cijfers ultimo 2008 1.334,8

    Toevoeging Orbis MaaslandziekenhuisDe cijfers van Orbis Maaslandziekenhuis over 2008 waren tijdens het maken van de analyse niet beschikbaar en zijn niet meegenomen in de BDO-benchmark 2009.

    Stelselwijziging herwaardering onroerend goedDeze herwaardering betreft een wijziging van de waarderingsgrondslag van historische kostprijs naar actuele waarde voor een deel van het onroerend goed, met name bij Spaarne Ziekenhuis ( 5,1 miljoen) en St. Jans Gasthuis ( 4,0 miljoen).

    Stelselwijziging verwerking groot onderhoudEnkele ziekenhuizen hebben besloten de kosten voor groot onderhoud met ingang van boekjaar 2009 te activeren en hiervoor niet langer een voorziening te vormen. Dit betreft met name Alysis Zorggroep ( 0,9 miljoen) en Reinier de Graaf Groep ( 1,3 miljoen).

    Stelselwijziging waardering onderhanden werkDit betreft een wijziging van de waarderingsgrondslag van historische kostprijs naar een benadering van de actuele waarde, met name bij Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis ( 1,3 miljoen).

    16 17BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 2, Inleiding

    Stelselwijzigingen kunnen grote impact hebben op het gepresenteerde vermogenUit bovengenoemde verschillen ten opzichte van de BDO-benchmark 2009 blijkt dat stelselwijzigingen een aanzienlijke impact kunnen hebben op vermogen en/of resultaat. De oorzaak ligt in de diverse keuzemogelijkheden die binnen de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving bestaan. Dit komt de sectorbrede vergelijkbaarheid niet ten goede.

    Mogelijk kan dit worden verbeterd door de keuzemogelijkheden in te perken of best practices voor de zorgsector vast te stellen waarin een kader wordt geschetst voor specifieke toepassing van regelgeving voor ziekenhuizen. In een sector als de zorg dient naar onze mening transparantie van verslaggeving te prevaleren boven keuzemogelijkheden die de regelgeving op dit moment biedt. De huidige mogelijkheden dragen niet bij aan de vergelijkbaarheid van de financile performance en vermogenspositie van ziekenhuizen.

    Overige mutatiesDe overige mutaties betreffen posten die op grond van voortschrijdend inzicht op andere wijze in de jaarrekening zijn verwerkt. Dit betreft met name de gewijzigde waardering van deelnemingen bij Onze Lieve Vrouwe Gasthuis ( 3,8 miljoen).

    Resultaat Het totale resultaat over 2008 is in de BDO-benchmark 2010 7 miljoen lager dan in de BDO-benchmark 2009. Dit wordt met name veroorzaakt door de toevoeging van de vergelijkende cijfers van Orbis Maaslandziekenhuis (resultaat over 2008: -7,7 miljoen), die ten tijde van de benchmark 2009 niet beschikbaar waren.

  • 18 BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010

    3.1 Inleiding

    In dit hoofdstuk presenteren we de uitkomsten van de BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 met betrekking tot de resultatenrekening. Hierbij wordt allereerst de ontwikkeling van het resultaat in 2009 ten opzichte van 2008 besproken (paragraaf 3.2). In paragraaf 3.3 komt de samenstelling van het resultaat aan bod. Vervolgens worden de ontwikkelingen uitgesplitst naar regios (paragraaf 3.4) en naar omvang van de ziekenhuizen (paragraaf 3.5). In paragraaf 3.6 komt de ontwikkeling van de resultaten van individuele ziekenhuizen aan bod en in paragraaf 3.7 de belangrijkste ratios.

    De voornaamste bevindingen zijn: Ziekenhuizen bereiken in 2009 71% meer resultaat dan in 2008 en verdienen meer aan

    de zorg Er zijn in 2009 minder ziekenhuizen met verlies dan in 2008 De afschrijvingslasten worden sterk benvloed door incidentele afwaarderingen of

    versnelde afschrijvingen van activa; deze posten veroorzaken voor een groot deel de resultaatfluctuaties ten opzichte van 2008

    Dotaties aan voorzieningen hebben eveneens sterke invloed op de gepresenteerde resultaten

    Er bestaan aanzienlijke verschillen in winstgevendheid tussen de regios De winstgevendheid is in alle regios gestegen behalve in regio Zuid; hier bevinden zich

    ook de meeste verliesgevende ziekenhuizen Regio Noord scoort in 2009 de hoogste rentabiliteit over het eigen vermogen Kleine ziekenhuizen scoren in 2009 de hoogste rentabiliteit over het eigen vermogen

    Voor de financile gegevens: zie bijlage I.

    RESULTAAT

    19Hoofdstuk 3, Resultaat

  • 3.2 Ontwikkeling resultaat 2009 ten opzichte van 2008

    De voornaamste bevindingen zijn: Stijging van resultaat met 71% Ziekenhuizen verdienen gemiddeld meer aan de zorg Groeiende opbrengsten B-segment geven ruime compensatie afname wettelijk budget Totale opbrengsten en de totale bedrijfslasten procentueel in vrijwel gelijke mate

    gestegen Afschrijvingskosten en overige kosten stijgen 10%, dit wordt sterk benvloed door

    incidentele posten

    Het totale resultaat van alle algemene ziekenhuizen in Nederland is in 2009 met 71% gestegen, van 124 miljoen in 2008 tot 212 miljoen in 2009. Op landelijk niveau bedraagt het resultaat over 2009 van alle algemene ziekenhuizen, uitgedrukt in een percentage van de totale bedrijfsopbrengsten 1,76%. Over 2008 was dit nog 1,10% van de totale bedrijfsopbrengsten. De nettowinstmarge is ten opzichte van vorig jaar dus aanzienlijk verbeterd. Met andere woorden: ziekenhuizen verdienen meer aan de zorg.

    De totale opbrengsten en de totale bedrijfslasten zijn in 2009 procentueel in vrijwel gelijke mate gestegen, respectievelijk met 7,4% en 7,0%. Binnen de totale opbrengsten zijn de opbrengsten van het vrije marktsegment (B-segment) met 1,2 miljard gestegen. Dit komt onder meer door de uitbreiding van het B-segment in 2009. Daar staat een daling van de wettelijke budgetten tegenover: deze zijn in 2009 met 455 miljoen gedaald tot 7,5 miljard (-5,7%).

    Grafiek 1: Procentuele mutatie belangrijkste posten in exploitatierekening 2009 ten opzichte van 2008 in %

    OpbrengstenBinnen de totale opbrengsten zijn de opbrengsten van het vrije marktsegment (B-segment) het meest gestegen, met 1,2 miljard. De omvang van het B-segment ten opzichte van de totale opbrengsten is toegenomen van 18% in 2008 naar 26,5% in 2009. Een belangrijke oorzaak van deze stijging betreft de uitbreiding van het B-segment in 2009. De ziekenhuizen kunnen over een groter deel van de dienstverlening met zorgverzekeraars onderhandelen over volume en prijs.

    De toename van de opbrengsten van het B-segment van 1,2 miljard moet gezien worden in samenhang met de afname van de wettelijke budgetten. De wettelijke budgetten zijn in 2009 met 0,5 miljard gedaald tot 7,5 miljard (daling van 5,7%). Per saldo is sprake van een toename van de opbrengsten in het A- en B-segment van 0,7 miljard (+7,2%). De toename van de totale opbrengsten A- en B-segment wordt met name veroorzaakt door de stijging van het aantal poliklinische bezoeken en het aantal verpleegdagen.In 2009 is in totaliteit nauwelijks sprake van budgetcorrecties over voorgaande jaren ( 0,2 miljoen ten opzichte van 9,5 miljoen over 2008).

    -10%

    6%

    22%

    38%

    54%

    70%

    Financile baten en lasten

    Overige bedrijfskosten

    Afschrijvingen

    Personeelskosten

    DBC-opbrengsten B-segment

    Overige bedrijfsopbrengsten

    20 21BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 3, Resultaat

    De niet gebudgetteerde zorgprestaties zijn toegenomen met 62 miljoen (= 19%).

    Analyse toename niet gebudgetteerde zorgprestatiesDe toename van de niet gebudgetteerde zorgprestaties doet zich met name voor bij een drietal ziekhuizen: Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis ( 26,9 miljoen), Medisch Spectrum Twente ( 19,5 miljoen) en Medisch Centrum Alkmaar ( 6,2 miljoen).De stijgingen bij Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis en Medisch Spectrum Twente worden veroorzaakt door de stijging van de DBC-opbrengsten. Deze twee ziekenhuizen verantwoorden de DBC-opbrengsten onder de niet gebudgetteerde zorgprestaties in plaats van als afzonderlijke post in de resultatenrekening. De stijging bij Medisch Centrum Alkmaar wordt grotendeels veroorzaakt door de honorariumopbrengsten van de intensivisten. Medisch Centrum Alkmaar is met de zorgverzekeraars overeengekomen deze honorariumopbrengsten te behouden tegen inlevering van specialistenerkenningen.De overige bedrijfsopbrengsten zijn toegenomen met 64 miljoen (+7%). Dit betreft onder andere toename van de subsidieopbrengsten, opbrengsten voor specialisten in loondienst en de overige dienstverlening door ziekenhuizen.

    BedrijfslastenDe totale bedrijfslasten zijn in 2009 met 7% gestegen naar 11,6 miljard. De personeelskosten zijn in 2009 met 5% gestegen tot 6,7 miljard. Deze stijging wordt in hoofdlijnen verklaard door een stijging van het gemiddeld aantal fulltime personeelsleden met bijna 2%, een CAO-loonsverhoging van 1% en een stijging van de eindejaarsuitkering van circa 1%. Daarnaast neemt het werkgeversaandeel in de pensioenpremie toe.

    De afschrijvingslasten zijn in 2009 met 11% gestegen ( 941 miljoen in 2009, 844 miljoen in 2008). Dit wordt met name veroorzaakt door nieuwbouwtrajecten en de daaraan gerelateerde verhoogde en/of versnelde afschrijvingen.

    De overige bedrijfskosten zijn in 2009 met 10% ( 349 miljoen) toegenomen. De belangrijkste kostenstijgingen binnen de overige bedrijfskosten betreffen de patint- en bewonergebonden kosten (+ 181 miljoen, +8,7%) en de algemene kosten (+ 90 miljoen, +14,2%). De stijging van de patint- en bewonergebonden kosten houdt met name verband met de toename van de productie van de ziekenhuizen.Opvallend: de ontwikkeling van de algemene kosten fluctueert sterk per ziekenhuis, er zijn zowel aanzienlijke stijgingen als aanzienlijke dalingen ten opzichte van vorig jaar. Uit nadere analyse blijkt dat dit met name wordt veroorzaakt door incidentele baten en lasten. Dit is in hoofdstuk 5 verder uitgewerkt.

    wettelijk budgetWe

  • 3.3 Samenstelling resultaat

    De voornaamste bevindingen zijn: De samenstelling van het resultaat is in grote lijnen stabiel Bijzondere posten vertekenen het resultaat in de jaarrekening Zowel in 2008 als in 2009 is sprake van aanzienlijke dotaties aan voorzieningen

    De stijging van het resultaat met 88 miljoen wordt voor een belangrijk deel ( 72 miljoen) veroorzaakt doordat de totale opbrengsten met 836 (+7,4%) miljoen harder zijn gestegen dan de totale bedrijfslasten (stijging met 764 miljoen, +7,0%). Daarnaast is in 2009 een totaalbedrag aan bijzondere baten verantwoord van 12,6 miljoen terwijl over 2008 nog sprake was van een bijzondere last van 5,4 miljoen.

    Het resultaat van de ziekenhuizen wordt met name bepaald door het wettelijk budget (62% van de totale opbrengsten), de DBC-opbrengsten (26,5% van de totale opbrengsten), de personeelskosten (57,7% van de totale kosten) en de overige bedrijfskosten (34,2% van de totale kosten). Hoewel het materieel vast actief veruit de grootste actiefpost van de ziekenhuizen is, hebben de reguliere kapitaalslasten (afschrijving en rente) relatief beperkte invloed op het resultaat (10,1% van de totale opbrengsten). Dit wordt veroorzaakt doordat de activiteiten van ziekenhuizen voornamelijk bestaan uit dienstverlening, waarbij personeel een centrale rol speelt en activa daarbij hulpmiddelen zijn. De samenstelling van het resultaat is in 2009 slechts licht gewijzigd ten opzichte van 2008, zoals blijkt uit onderstaande tabel.

    Grafiek 2: Samenstelling totale kosten en opbrengsten 2009 en 2008

    Financile baten en lasten

    Overige bedrijfskosten

    Afschrijvingskosten

    Personeelskosten

    0%

    20%

    40%

    60%

    80%

    100%

    20082009

    0%

    20%

    40%

    60%

    80%

    100%

    20082009

    22 23BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 3, Resultaat

    Normalisatie resultaatEr is sprake van aanzienlijke verschillen tussen de resultaten van de individuele ziekenhuizen. Daarnaast valt op dat de resultaten van een ziekenhuis door de jaren heen behoorlijk fluctueren. Uit nadere analyse blijkt dat bijzondere, incidentele baten en lasten een belangrijke invloed hebben op het resultaat van ziekenhuizen. Deze bijzondere posten zijn deels opgenomen als buitengewone baten en lasten, zodat deze transparant zijn voor de gebruikers van de jaarrekening. Daarnaast zijn echter bijzondere posten verantwoord in het reguliere resultaat. Dit komt doordat volgens de regelgeving slechts een zeer beperkt deel aan bijzondere posten mag worden aangemerkt als bijzondere baten en lasten.

    In de BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 is een analyse gemaakt van de bijzondere posten in het resultaat, voor zover inzichtelijk op basis van de beschikbare informatie. Vervolgens zijn deze bijzondere posten gelimineerd, zodat een genormaliseerd resultaat ontstaat. Het genormaliseerd resultaat geeft een beeld van de resultaten uit de reguliere bedrijfsvoering van een ziekenhuis. Dit resultaat kan een indicatie geven van de te verwachten resultaten in komende jaren.

    In het totale resultaat van alle ziekenhuizen 2009 ad 212 miljoen is, naast de afzonderlijk gepresenteerde buitengewone baten en lasten van per saldo 12,6 miljoen positief, per saldo ten minste 42 miljoen aan bijzondere lasten begrepen, zodat het genormaliseerd, na correctie van deze posten, op circa 242 miljoen positief uitkomt. Het genormaliseerde resultaat is dus aanzienlijk hoger dan het in de jaarrekeningen gepresenteerde resultaat. Daarnaast zijn de dotaties aan voorzieningen met 17 miljoen toegenomen (van 44 miljoen naar 61 miljoen).

    De bijzondere posten in boekjaar 2009 betreffen met name:Lasten inzake bijzondere waardeverminderingen/inhaalafschrijvingen activa. Totaal effect geschat circa 42 (zie verder) miljoen; buitengewone baten 12,6 miljoen (apart verantwoord): betreft met name schenking steunstichting aan Maasstadziekenhuis ad 8,9 miljoen en activering immaterieel vast actief ad 3,2 miljoen bij St. Antonius Ziekenhuis. In 2008 was onder meer sprake van 9,5 miljoen aan bijzondere baten (in overige opbrengsten), met name 6,0 miljoen NZa balanssteun bij IJsselmeerziekenhuizen.

    De normalisatie bevestigt het beeld dat bijzondere posten een belangrijke invloed hebben op het resultaat van ziekenhuizen.

    De volgende paragrafen zijn gebaseerd op het resultaat zoals gepresenteerd in de jaarrekeningen, hierop is geen normalisatie toegepast. De bijzondere posten die hiervoor zijn genoemd, komen terug in de verklaring van bijzondere verschillen tussen regios of groottecategorien.

    Diversen

    Overige bedrijfsopbrengsten

    DBC-opbrengsten B-segment

    Wettelijk budget inclusief correcties voorgaande jaren

  • 3.4 Ontwikkeling en samenstelling resultaat per regio

    De voornaamste bevindingen zijn: Aanzienlijke verschillen tussen regios Verschillen tussen regios nemen toe ten opzichte van vorig jaar Winstgevendheid stijgt fors in vrijwel alle regios De meeste verliesgevende ziekenhuizen in regio Zuid

    Uit een analyse van de resultaatontwikkelingen per regio blijken aanzienlijke verschillen. In regio Oost is het gemiddelde resultaat per ziekenhuis in 2009 meer dan verdriedubbeld. Indien het verlies 2009 van de IJsselmeerziekenhuizen buiten beschouwing wordt gelaten, is de stijging van het gemiddelde resultaat in regio Oost nog veel sterker. In regio Noord is het resultaat in 2009 met circa 175% toegenomen. In de regios West en Zuid is het gemiddelde resultaat toegenomen met respectievelijk 52% en 8%.

    Grafiek 3: Resultaatontwikkeling 2009 ten opzichte van 2008 in % per regio

    Hoewel op landelijk niveau een resultaatstijging van 71% is gerealiseerd, is op regionaal niveau sprake van grote verschillen als gevolg van omvangrijke winsten of verliezen van individuele ziekenhuizen.

    Tabel 3: Gemiddeld resultaat per ziekenhuis per regio

    Gemiddeld resultaat 2009 per ziekenhuis x 1.000

    Uitgedrukt in % van gemiddelde totale opbrengsten per ziekenhuis

    Regio Noord 2.345 2,2%

    Regio Oost 2.759 1,6%

    Regio West 3.157 2,2%

    Regio Zuid 1.325 0,8%

    Het gemiddeld resultaat per ziekenhuis is in regio West het hoogst. Uitgedrukt in een percentage van de totale opbrengsten is het gemiddeld resultaat in regio West vrijwel gelijk aan het resultaat in regio Noord. Regio Zuid heeft het laagste procentuele resultaat.

    0%

    40%

    80%

    120%

    160%

    200%

    240%

    2009

    Zuid

    West

    Oost

    Noord

    Landelijk

    24 25BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 3, Resultaat

    Grafiek 4: Gemiddeld resultaat uitgedrukt in % van totale bedrijfsopbrengsten

    Ook voor wat betreft het aantal ziekenhuizen met verlies scoort regio Zuid in 2009 het minste.

    Tabel 4: Aantal ziekenhuizen met verlies per regio

    2009 2009 procentueel 2008 2008 procentueel

    Noord 0 0,00% 2 16,67%

    Oost 1 6,67% 3 20,00%

    West 2 5,26% 4 10,52%

    Zuid 4 23,53% 1 5,88%

    Totaal 7 8,54% 10 12,20%

    In de opbouw van het resultaat bestaan slechts geringe verschillen tussen de regios. De ontwikkeling en samenstelling van het resultaat wordt hierna per regio besproken.

    Regio Noord (12 ziekenhuizen) Goede resultaten in Regio Noord Relatief lage personeelskosten Relatief lage financile baten en lasten Geen verliesgevende ziekenhuizen

    Regio Noord heeft het beter gedaan dan het landelijk gemiddelde: het resultaat is in 2009 175% hoger dan in 2008. Ook uitgedrukt in een percentage van de totale bedrijfsopbrengsten is het resultaat in de regio Noord met 2,25% hoger dan het landelijk gemiddelde. De forse resultaatstijging doet zich bij vrijwel alle ziekenhuizen in deze regio voor. Bij Ziekenhuis Bethesda en De Tjongerschans is sprake van een resultaatdaling en bij Antonius Ziekenhuis is het resultaat over 2009 vergelijkbaar met het resultaat over 2008. In regio Noord zijn geen ziekenhuizen die over 2009 een verlies hebben geleden (2008: twee ziekenhuizen). Zes ziekenhuizen hadden in 2009 een resultaat dat meer bedroeg dan 2% van de totale opbrengsten, dit is de helft van het aantal ziekenhuizen in deze regio (2008: twee).

    In regio Noord is het aandeel van het wettelijk budget (inclusief correcties voorgaande jaren) en de DBC-opbrengsten inzake het B-segment met 91% relatief hoog (overige regios: 88-90% van de totale opbrengsten). De personeelskosten daarentegen zijn in regio Noord met 52% van de totale opbrengsten relatief laag (overige regios: 55-56% van de totale opbrengsten), evenals de financile baten en lasten met 1,72% (overige regios: 2,2-2,5%). Dit kan samenhangen met het economisch klimaat in regio Noord, waar investeringen en personeel mogelijk minder duur kunnen zijn dan in andere regios. De overige bedrijfskosten zijn in regio Noord met 36,0% relatief hoog (overige regios: 32-34% van de totale opbrengsten).

    Zuid

    West

    Oost

    Noord

    Landelijk

    0,0%

    0,5%

    1,0%

    1,5%

    2,0%

    2,5%

    20082009

    Oost exclusief IJsselmeerziekenhuis

  • Regio Oost (15 ziekenhuizen) Resultaat regio Oost verdrievoudigd door het wegwerken van het grote verlies van

    IJsselmeer Ziekenhuizen in 2008 Exclusief IJsselmeer Ziekenhuizen daling van resultaten door forse resultaatafname bij

    20% van de ziekenhuizen, aantal ziekenhuizen met verlies daalt daarentegen wel Grote verschillen tussen individuele ziekenhuizen Hoge afschrijvingslasten Incidentele posten vertekenen resultaatontwikkeling

    In regio Oost is het gemiddelde resultaat per ziekenhuis in 2009 meer dan verdrievoudigd. De sterke stijging ten opzichte van 2008 wordt in belangrijke mate veroorzaakt door IJsselmeer Ziekenhuizen die over 2008 een sterk negatief resultaat hebben gerealiseerd (- 27 miljoen), terwijl over 2009 sprake is van een gering positief resultaat. Indien het verlies van de IJsselmeerziekenhuizen wordt gelimineerd is het resultaat in 2009 met 1% afgenomen. Bij drie ziekenhuizen (Ziekenhuisgroep Twente, Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis en Ziekenhuis De Gelderse Vallei) is sprake van een forse resultaatafname. De resultaatafname van Ziekenhuisgroep Twente (- 5,7 miljoen) wordt met name veroorzaakt door een stijging van de afschrijvingslasten ten gevolge van investeringen in vastgoed, ICT en medische inventarissen en een sterke stijging van de overige bedrijfskosten. De resultaatafname van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (- 3,4 miljoen) wordt met name veroorzaakt doordat in 2008 meer incidentele baten zijn gerealiseerd dan in 2009. De resultaatafname van Ziekenhuis De Gelderse Vallei (- 4,4 miljoen) wordt met name veroorzaakt doordat in 2008 sprake was bijzondere baten ( 2,3 miljoen) en doordat met name de afschrijvingslasten sterk zijn gestegen in verband met versnelde afschrijving op immaterile vaste activa op B-segment ( 1,4 miljoen).Over 2009 had n ziekenhuis een verlies: Ziekenhuisgroep Twente (2008: drie ziekenhuizen).

    Regio West (38 ziekenhuizen) Forse resultaatstijging in regio West Grote verschillen tussen individuele ziekenhuizen Slechts twee ziekenhuizen met verlies Alle buitengewone baten en lasten zijn verantwoord in regio West

    In regio West is het resultaat toegenomen met 52%. Binnen deze regio hebben desondanks een aantal ziekenhuizen te maken met een forse resultaatverslechtering (Westfries Gasthuis - 5,6 miljoen, St. Lucas Andreas Ziekenhuis - 2,6 miljoen, BovenIJ Ziekenhuis - 2,2 miljoen). Daar staat tegenover dat een aantal ziekenhuizen een forse resultaatverbetering heeft gerealiseerd (Maasstadziekenhuis + 10,9 miljoen, Medisch Centrum Alkmaar + 7,2 miljoen, Sint Franciscus Gasthuis + 6,1 miljoen, Albert Schweitzer Ziekenhuis + 4,3 miljoen, Slotervaartziekenhuis + 3,9 miljoen). Over 2009 hadden twee ziekenhuizen een verlies: BovenIJ Ziekenhuis en Vlietland Ziekenhuis (2008: vier).

    Het verlies van BovenIJ Ziekenhuis wordt veroorzaakt doordat de bedrijfsopbrengsten minder hard stijgen dan landelijk (1,5% ten opzichte van 7,4% landelijk). Deze lagere stijging wordt met name veroorzaakt doordat het wettelijk budget door lagere productieafspraken met 12,7% harder is gedaald dan het landelijk gemiddelde (- 5,7%) en de omzet B-segment met 45% minder hard is gestegen dan het landelijk gemiddelde (+ 59,7%). De lagere stijging van de opbrengsten is gedeeltelijk gecompenseerd door een lagere stijging van de bedrijfslasten (5,5% ten opzichte van 7,0% landelijk), maar heeft uiteindelijk tot een verlies van 1,2 miljoen geleid (2008: positief resultaat van 0,9 miljoen). Vlietland Ziekenhuis heeft over 2009 weliswaar een verlies gerealiseerd, echter dit verlies ( 2,0 miljoen) is aanzienlijk lager dan over 2008 ( 4,0 miljoen), terwijl in 2008 nog sprake was van een bijzondere bate van 1,2 miljoen. Het verlies wordt met name veroorzaakt doordat de financile lasten met 6,0% van de totale bedrijfsopbrengsten aanzienlijk hoger zijn dan het landelijk gemiddelde (2,3%), waarschijnlijk ten gevolge van financiering van de nieuwbouw.

    26 27BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 3, Resultaat

    De buitengewone baten en lasten 2009 in het totale resultaat van alle algemene ziekenhuizen hebben geheel betrekking op ziekenhuizen in regio West. De totale buitengewone baten bedragen 12,6 miljoen en hebben met name betrekking op Maasstadziekenhuis ( 8,9 miljoen) en St. Antonius Ziekenhuis ( 3,2 miljoen). De buitengewone bate bij Maasstadziekenhuis betreft een schenking van de steunstichting. De bijzondere bate bij St. Antonius Ziekenhuis is ontstaan door de activering van immaterile vaste activa welke in het verleden volledig waren afgeschreven.

    Regio Zuid (17 ziekenhuizen) Matig resultaat regio Zuid door verlies Orbis Maaslandziekenhuis Aantal ziekenhuizen met verlies (4 = 24%) is fors toegenomen Hoge afschrijvingen en kapitaalslasten

    Regio Zuid is in 2009 met een resultaatstijging van slechts 8% achtergebleven op de landelijke ontwikkeling. Dit wordt met name verklaard door de resultaatontwikkeling bij Orbis Maaslandziekenhuis. Het verlies van dit ziekenhuis is over 2009 bijna verdubbeld (van 7,7 miljoen naar 14,7 miljoen). Exclusief de resultaten van Orbis Maaslandziekenhuis is het resultaat in regio Zuid met 30% gestegen.

    In regio Zuid is het resultaat uitgedrukt in een percentage van de totale bedrijfsopbrengsten met 0,81% het laagst. Exclusief Orbis Maaslandziekenhuis bedraagt het resultaat 1,43% van de totale bedrijfsopbrengsten, hetgeen nog steeds onder het landelijk gemiddelde van 1,76% ligt. Over 2008 had in regio Zuid alleen Orbis Maaslandziekenhuis een verlies geleden, over 2009 hebben vier ziekenhuizen een verlies geleden, namelijk: Orbis Maaslandziekenhuis (- 14,7 miljoen) Laurentius Ziekenhuis (- 0,7 miljoen) Ziekenhuis Bernhoven (- 0,3 miljoen) St. Elisabeth Ziekenhuis (- 0,3 miljoen)

    Orbis Maaslandziekenhuis had ook over 2008 een verlies (2008: 7,7 miljoen; 2009: 14,7 miljoen). De belangrijkste reden voor (de toename van) het verlies zijn de hoge afschrijvingslasten en kapitaalslasten in verband met de nieuwbouw.Het verlies bij Laurentius Ziekenhuis wordt met name veroorzaakt door sterk gestegen afschrijvingskosten als gevolg van investeringen in inventaris en computers en een sterke stijging van de patintgebonden kosten (door (dure) geneesmiddelen, kosten apotheek, kosten onderzoek door derden en kosten grond- en hulpstoffen laboratorium). Het verlies bij Ziekenhuis Bernhoven wordt volledig veroorzaakt door extra financile lasten ten gevolge van de aanpassing naar de actuele waarde van een renteswap ( 3,8 miljoen). Zonder deze extra lasten is bij Ziekenhuis Bernhoven sprake van een sterke resultaatverbetering. Het verlies bij St. Elisabeth Ziekenhuis wordt met name veroorzaakt door een sterke stijging van de overige bedrijfskosten in verband met een voorziening op het extern budget ( 1,9 miljoen).

  • 3.5 Ontwikkeling en samenstelling resultaat op basis van omvang

    De voornaamste bevindingen zijn: Verschillen tussen groottecategorien in 2009 minder groot Kleine ziekenhuizen maken een inhaalslag qua resultaat Exclusief Orbis Maaslandziekenhuis realiseren middelgrote en grote ziekenhuizen een

    vergelijkbare resultaatstijging

    De resultaten per ziekenhuis fluctueren sterk, waarbij opvalt dat de kleine ziekenhuizen gemiddeld een resultaatstijging van 255% laten zien. De resultaten van de grote en middelgrote ziekenhuizen zijn in 2009 toegenomen met respectievelijk 54% en 19%.Door het hoogste resultaat hebben de kleine ziekenhuizen ook de hoogste rentabiliteit van zowel het totaal vermogen als het eigen vermogen gerealiseerd. De middelgrote ziekenhuizen hebben de laagste rentabiliteit gerealiseerd.

    Grafiek 6: Resultaatontwikkeling 2009 ten opzichte van 2008 per groottecategorie

    De resultaten van de kleine ziekenhuizen zijn in 2009 zeer sterk gestegen (+255%). Deze stijging wordt echter vertekend door een groot verlies van IJsselmeer Ziekenhuizen in 2008. Na eliminatie van dit verlies bedraagt de resultaattoename van kleine ziekenhuizen 41%.

    Grafiek 7: Resultaatontwikkeling 2009 ten opzichte van 2008 per groottecategorie(excl. IJsselmeerziekenhuizen en Orbis Maaslandziekenhuis)

    Groot

    Middelgroot

    Klein

    Landelijk

    Groot

    Middelgroot

    Klein

    Landelijk

    -20%15%50%85%

    120%155%190%225%260%

    Totaal resultaatResultaat uit gewone bedrijfsuitoefening

    0%

    10%

    20%

    30%

    40%

    50%

    60%

    Totaal resultaatResultaat uit gewone bedrijfsuitoefening

    28 29BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 3, Resultaat

    De kleine ziekenhuizen hebben over 2009 met een resultaat van 2,2% van de totale opbrengsten relatief het beste gescoord.

    De resultaten van de middelgrote en grote ziekenhuizen zijn in 2009 toegenomen met respectievelijk 19% en 54% en bedragen respectievelijk 1,2% (2008: 1,1%) en 2,0% (2008: 1,4%) van de totale opbrengsten. Het resultaat van de middelgrote ziekenhuizen wordt vertekend door het verlies van Orbis Maasland ziekenhuis. Na eliminatie van de cijfers van dit ziekenhuis is de resultaattoename van de middelgrote ziekenhuizen 29,7%. Het resultaat van de middelgrote ziekenhuizen bedraagt na eliminatie van Orbis Maaslandziekenhuis 1,62% van de totale opbrengsten.

    Kleine ziekenhuizenDe stijging van het resultaat van de kleine ziekenhuizen bedraagt voor geheel Nederland 46,7 miljoen en wordt veroorzaakt doordat in 2009 de opbrengsten met 196 miljoen (+7,0%) harder zijn gestegen dan de lasten, die zijn gestegen met 162 miljoen (+6,0%). Binnen de lasten zijn de personeelskosten gestegen met 4,1%, de afschrijvingen zijn toegenomen met 12,3% en de stijging van de overige bedrijfskosten is 7,9%. De financile baten en lasten zijn gedaald met 13,0 miljoen (-17,4%). Over de gehele linie laten de financile baten en lasten bij kleine ziekenhuizen een daling zien.

    Middelgrote ziekenhuizenDe stijging van het resultaat van de middelgrote ziekenhuizen bedraagt voor geheel Nederland 8,6 miljoen en wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat in 2008 buitengewone baten en lasten waren verantwoord van 5,5 miljoen negatief. Tevens zijn in 2009 positieve resultaten op deelnemingen behaald van 2,7 miljoen, terwijl over 2008 nog sprake was van negatieve resultaten op deelnemingen van 3,1 miljoen. De stijging van de totale bedrijfsopbrengsten (7,4%) is nagenoeg gelijk aan de stijging van de totale bedrijfslasten (7,5%). Binnen de bedrijfslasten zijn de personeelskosten gestegen met 5,1%, de afschrijvingen zijn toegenomen met 13% en de overige bedrijfskosten met 10,6%.De financile lasten zijn met 10,5% toegenomen.

    Grote ziekenhuizenDe stijging van het resultaat van de grote ziekenhuizen bedraagt voor geheel Nederland 33,0 miljoen en kent twee belangrijke oorzaken. Ten eerste is het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening toegenomen met 21,8 miljoen, ten tweede is het saldo buitengewone baten gestegen met 12,1 miljoen. De stijging van het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening wordt veroorzaakt doordat de totale opbrengsten zowel in absolute omvang ( 340 miljoen) als procentueel (7,8%) harder zijn gestegen dan de totale bedrijfslasten ( 310 miljoen = 7,3%). Binnen de totale bedrijfslasten zijn de personeelskosten gestegen met 5,4%, de afschrijvingen zijn toegenomen met 9,4% en de stijging van de overige bedrijfskosten is 9,9%. De financile baten en lasten zijn gedaald met 9,3 miljoen.De buitengewone baten betreffen voornamelijk twee ziekenhuizen: Maasstadziekenhuis ( 8,9 miljoen) en St. Antonius Ziekenhuis ( 3,2 miljoen), zoals in paragraaf 3.3 toegelicht.

  • 3.6 Ontwikkeling resultaat van individuele ziekenhuizen

    De voornaamste bevindingen zijn: Grote fluctuaties tussen resultaten individuele ziekenhuizen Sterke stijgers qua resultaat over 2009 waren de sterke dalers van 2008 Resultaatfluctuaties worden met name veroorzaakt door bijzondere omstandigheden

    Op landelijk niveau zijn de resultaten over 2009 met 71% gestegen. Er is sprake van een grote spreiding in de resultaatontwikkeling per ziekenhuis. Bij dertig ziekenhuizen was sprake van een resultaatverslechtering ten opzichte van 2008, bij de overige ziekenhuizen varieert de resultaattoename van 1% tot ruim 3.800%. In absolute omvang varieert de resultaatontwikkeling van - 14,7 miljoen (Orbis Maaslandziekenhuis) tot + 14,7 miljoen (Maasstadziekenhuis).

    Tabel 5: Tien ziekenhuizen met de grootste resultaatstijging(Bedragen x 1.000)

    Het merendeel van de ziekenhuizen die dit jaar een sterke resultaatverbetering laten zien behoorde vorig jaar tot de groep met forse resultaatdalingen. Dit komt met name door bijzondere omstandigheden en incidentele posten, die sterke resultaatfluctuaties tussen de jaren veroorzaken.

    Geen enkel ziekenhuis van de 10 grootste stijgers qua netto resultaat stond ook vorig jaar in de top 10. Alleen Sint Franciscus Gasthuis en Mxima Medisch Centrum stonden vorig jaar al in de top 30. Deze ziekenhuizen zijn in staat geweest om twee jaar achtereen de totale opbrengsten belangrijk sneller te laten stijgen dan de kosten. Dit geeft aan dat grote resultaatfluctuaties met name worden veroorzaakt door bijzondere omstandigheden.

    09 08 Naam ziekenhuis Resultaat2009

    Mutatie2009-2008

    Resultaat2008

    Mutatie2008-2007

    Resultaat 2007

    1 82 IJsselmeer Ziekenhuizen 1.636 28.192 -26.556 -28.010 1.454

    2 66 Maasstad ziekenhuis 14.705 10.891 3.814 -1.766 5.580

    3 73 Medisch Centrum Alkmaar 9.523 7.212 2.311 -3.584 5.895

    4 15 Sint Franciscus Gasthuis 10.414 6.145 4.269 3.404 865

    5 71 Alysis Zorggroep 3.245 5.214 -1.969 -3.088 1.119

    6 77 Albert Schweitzer Ziekenhuis 2.811 4.339 -1.528 -5.026 3.498

    7 72 Martini Ziekenhuis 2.302 4.026 -1.724 -3.131 1.407

    8 21 Mxima Medisch Centrum 5.149 3.932 1.217 2.077 -860

    9 62 Catharina Ziekenhuis 5.517 3.896 1.621 -1.198 2.819

    10 75 Slotervaartziekenhuis 5.678 3.843 1.835 -4.538 6.373

    30 31BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 3, Resultaat

    Tabel 6: Tien ziekenhuizen met de grootste resultaatdaling(Bedragen x 1.000)

    09 08 Naam ziekenhuis Resultaat2009

    Mutatie2009-2008

    Resultaat2008

    Mutatie2008-2007

    Resultaat 2007

    82 80 Orbis Maaslandziekenhuis -14.728 -7.029 -7.699 -8.218 519

    81 1 Ziekenhuisgroep Twente -3.250 -5.653 2.403 9.266 -6.863

    80 11 Westfries Gasthuis 128 -5.624 5.752 4.647 1.105

    79 32 Ziekenhuis De Gelderse Vallei 2.148 -4.447 6.595 856 5.739

    78 6 Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis 4.585 -3.367 7.952 7.848 104

    77 58 St. Lucas Andreas Ziekenhuis 962 -2.560 3.522 -660 4.182

    76 4 Ziekenhuis Rivierenland 3.160 -2.186 5.346 8.888 -3.542

    75 18 BovenIJ Ziekenhuis -1.247 -2.168 921 2.845 -1.924

    74 81 Spaarne Ziekenhuis 66 -2.077 2.143 -9.056 11.199

    73 5 Medisch Centrum Haaglanden 6.349 -1.838 8.187 8.604 -417

    De meeste ziekenhuizen die dit jaar een sterke resultaatdaling laten zien, behoorden vorig jaar tot de groep met forse resultaatverbeteringen. Dit bevestigt nogmaals dat de grootste resultaatstijgingen en -dalingen worden veroorzaakt door bijzondere omstandigheden.

    Een voorbeeld hiervan is Ziekenhuisgroep Twente die in 2008 nog de beste resultaatverbetering liet zien en in 2009 de op n na grootste verslechtering laat zien. Dit komt met name door een stijging van de afschrijvingslasten ten gevolge van investeringen in vastgoed, ICT en medische inventarissen en een sterke stijging van de overige bedrijfskosten door een dotatie aan de onderhoudsvoorziening van 1,9 miljoen.

    Ziekenhuizen met zowel in 2008 als in 2009 een grote resultaatdaling zijn Orbis Maaslandziekenhuis, Spaarne Ziekenhuis en St. Lucas Andreas Ziekenhuis. Bij Orbis Maaslandziekenhuis hangt de resultaatverslechtering vooral samen met hogere afschrijvingen op activa en hogere rentelasten in verband met de nieuwbouw. Bij Spaarne Ziekenhuis ligt de oorzaak voor de resultaatverslechtering met name bij hogere kosten inzake personeel niet in loondienst in verband met de implementatie van het Nieuwe Ziekenhuis Informatie Systeem en het opvullen van vacatures. Daarnaast stijgt het aantal ftes met 5% terwijl de opbrengsten nauwelijks zijn gestegen (+0,3%). Bij het St. Lucas Andreas Ziekenhuis is sprake van onder andere hogere kosten voor uitzendkrachten klinische patintenzorg en de invoering van Epic, waarmee St. Lucas Andreas Ziekenhuis het tweede ziekenhuis in Nederland is dat papierloos werkt. Kennelijk kwamen de hiermee samenhangende kosten niet (volledig) voor activering in aanmerking.

  • 3.7 Ratioanalyse

    De voornaamste bevindingen zijn: De regios Noord en West scoren gelijk en laten een hogere rentabiliteit over het eigen

    vermogen zien dan de andere regios De kleine ziekenhuizen scoren in 2009 de hoogste rentabiliteit over het eigen vermogen Diverse ziekenhuizen scoren qua financile performance zowel in 2008 als in 2009 goed Enkele ziekenhuizen hebben zowel in 2008 als in 2009 een slechte financile

    performance

    Rentabiliteit eigen vermogen (resultaat/gemiddeld eigen vermogen)De rentabiliteit eigen vermogen is in 2009 op landelijk niveau 14,50% (2008: 9,86%).

    Grafiek 9: Rentabiliteit eigen vermogen per regio

    Grafiek 10: Rentabiliteit eigen vermogen naar omvang

    De regios Noord en West scoorden het hoogst, met een nagenoeg gelijke rentabiliteit op het eigen vermogen, respectievelijk 17,42% en 17,36%; regio Zuid scoorde met 7,42% de laagste rentabiliteit. De kleine ziekenhuizen hebben in 2009 de hoogste rentabiliteit behaald (17,78%), de middelgrote ziekenhuizen de laagste (10,53%).

    Zuid

    West

    Oost

    Noord

    Landelijk

    0%

    5%

    10%

    15%

    20%

    20082009

    Groot

    Middelgroot

    Klein

    Landelijk

    0%2%4%6%8%

    10%12%14%16%18%

    20082009

    32 33BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 3, Resultaat

    Tabel 7 : Hoogste performance rendement op gemiddeld eigen vermogen(Bedragen * 1.000)

  • Tabel 8: Tien ziekenhuizen met het laagste rendement op het gemiddeld eigen vermogen(Bedragen x 1.000)

    positie2009

    positie2008

    Naam ziekenhuis

    Rendement gemiddeldeigen vermogen

    2009/2008

    resultaat

    2009

    Rendement gemiddeldeigen vermogen

    2008/2007

    resultaat

    2008

    82 82 Orbis Maaslandziekenhuis -337,31% -14.728 -119,70% -7.699

    81 23 BovenIJ Ziekenhuis -28,24% -1.247 20,12% 921

    80 79 Vlietland-Ziekenhuis -18,86% -1.997 -31,14% -4.032

    79 55 Ziekenhuisgroep Twente -9,40% -3.250 7,05% 2.403

    78 42 Laurentius Ziekenhuis -6,32% -686 10,41% 1.074

    77 64 Ziekenhuis Bernhoven -4,01% -308 3,75% 289

    76 80 Oosterschelde Ziekenhuizen -2,02% 43 -54,84% 1.625

    75 72 St. Elisabeth Ziekenhuis -1,17% -308 0,00% 0

    74 41 Spaarne Ziekenhuis 0,28% 66 10,83% 2.143

    73 27 Westfries Gasthuis 0,38% 128 18,46% 5.752

    Noot: In bovenstaande tabel zijn de ziekenhuizen met zowel een negatief eigen vermogen als een positief resultaat niet meegenomen.

    Kijkend naar de ontwikkelingen per ziekenhuis valt op dat van de tien ziekenhuizen met de slechtste performance in 2009 er zeven bij de laatste 30 in 2008 behoorden. Deze ziekenhuizen lijken, ten minste deels, structureel moeite te hebben om rendement te maken op het eigen vermogen. De sterkste daler is het BovenIJ Ziekenhuis. Deze verslechtering lijkt samen te hangen met een relatief grote stijging van de kosten inzake personeel niet in loondienst.

    Resultaat/totale bedrijfsopbrengstenHet resultaat uitgedrukt in een percentage van de totale bedrijfsopbrengsten bedraagt 1,76% (2008: 1,10%).

    Grafiek 11: Resultaat ten opzichte van bedrijfsopbrengsten per regio

    0,0%

    0,5%

    1,0%

    1,5%

    2,0%

    2,5%

    20082009

    Zuid

    West

    Oost

    Noord

    Landelijk

    34 35BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 3, Resultaat

    Grafiek 12: Resultaat ten opzichte van bedrijfsopbrengsten naar omvang

    Uitgedrukt in een percentage van de totale bedrijfsopbrengsten bedraagt het resultaat over 2009 op landelijk niveau 1,76% (2008: 1,10%). De percentages per ziekenhuis fluctueren van +6,90% tot - 9,12%.

    Tabel 9: Tien ziekenhuizen met het hoogste resultaat in % van de totale bedrijfsopbrengsten(Bedragen * 1.000)

    positie2009

    positie2008 Naam ziekenhuis

    Resultaat '09 /Opbrengsten '09

    Resultaat2009

    Resultaat '08 /Opbrengsten '08

    Resultaat 2008

    1 4 Nij Smellinghe 6,90% 5.860 4,35% 3.370

    2 15 Sint Franciscus Gasthuis 6,29% 10.414 2,84% 4.269

    3 12 Ikazia Ziekenhuis 6,13% 5.616 3,27% 2.732

    4 28 Maasstad ziekenhuis 6,02% 14.705 1,72% 3.814

    5 21 Pantein Maasziekenhuis 5,62% 3.054 2,33% 1.138

    6 2 St. Jansdal 4,64% 4.903 4,43% 4.138

    7 36 Slotervaartziekenhuis 4,49% 5.678 1,56% 1.835

    8 30 Stichting het Van Weel-Bethesda 4,38% 2.238 1,69% 758

    9 51 Diaconessenhuis Meppel 4,11% 3.355 0,89% 670

    10 20 Gemini Ziekenhuis 4,00% 3.179 2,40% 1.666

    Van de tien ziekenhuizen met het hoogste procentuele resultaat behoren zeven ziekenhuizen tot de categorie Klein, twee tot de categorie Middelgroot en n ziekenhuis tot de categorie Groot. De categorie Klein scoort derhalve aanzienlijk beter dan de andere categorien. Ook de regionale spreiding is niet evenredig: van de ziekenhuizen met de beste performance liggen zes ziekenhuizen in regio West, twee in regio Noord, n in regio Oost en n in regio Zuid. Regio West scoort dit jaar relatief beter dan de overige regios.

    Wanneer de ontwikkelingen per ziekenhuis worden gevolgd, valt op dat van de tien best performende ziekenhuizen in 2009 er acht tot de top 30 in 2008 behoorden waarvan twee zelfs tot de top 10 van 2008. Deze ziekenhuizen zijn derhalve in staat geweest de relatief goede resultaten ten minste twee jaar achtereen te continueren. Nader onderzoek naar de succesfactoren van deze ziekenhuizen is in dit kader relevant.

    2008

    2009

    0,0%

    0,5%

    1,0%

    1,5%

    2,0%

    2,5%

    GrootMiddelgrootKleinLandelijk

  • Wat opvalt bij Slotervaartziekenhuis en Diaconnessenhuis Meppel, die behoren tot de snelste stijgers in de top 10, is de uitbreiding van de opbrengsten, onder andere door de uitbreiding van het B-segment, in combinatie met een constant aantal ftes.

    De tien ziekenhuizen met het laagste resultaat in % van de totale bedrijfsopbrengsten:Tabel 10: Tien ziekenhuizen met het laagste resultaat in % van de totale bedrijfsopbrengsten(Bedragen x 1.000)

    Van de tien ziekenhuizen met het laagste procentuele resultaat behoren zes ziekenhuizen tot de categorie Middelgroot, drie tot de categorie Klein en n ziekenhuis tot de categorie Groot. De categorie Middelgroot scoort relatief slecht. De regionale spreiding is als volgt: vijf ziekenhuizen liggen in regio West, vier in regio Zuid en n in regio Oost. Regio Zuid scoort in lijn met het algehele beeld van de regio relatief slecht.

    Wanneer de ontwikkelingen per ziekenhuis worden gevolgd dan valt op dat van de tien ziekenhuizen met de slechtste performance in 2009 er vier bij de laatste 30 in 2008 behoorden. Van de ziekenhuizen die vorig jaar tot de minst performende ziekenhuizen behoorden heeft het merendeel dus belangrijke resultaatverbeteringen kunnen realiseren aangezien die nu niet meer voorkomen in de onderste regionen. De ziekenhuizen die zowel dit jaar als vorig jaar behoren tot de ziekenhuizen met de slechtste resultaten hebben te maken met bijzondere langdurige omstandigheden.

    positie2009

    positie2008 Naam ziekenhuis

    Resultaat '09 /Opbrengsten '09

    Resultaat2009

    Resultaat '08 /Opbrengsten '08

    Resultaat2008

    82 80 Orbis Maaslandziekenhuis -9,12% -14.728 -5,30% -7.699

    81 39 BovenIJ Ziekenhuis -1,97% -1.247 1,47% 921

    80 79 Vlietland-Ziekenhuis -1,46% -1.997 -3,13% -4.032

    79 44 Ziekenhuisgroep Twente -1,35% -3.250 1,11% 2.403

    78 43 Laurentius Ziekenhuis -0,66% -686 1,13% 1.074

    77 68 Ziekenhuis Bernhoven -0,24% -308 0,25% 289

    76 72 St. Elisabeth Ziekenhuis -0,14% -308 0,00% 0

    75 35 Spaarne Ziekenhuis 0,05% 66 1,59% 2.143

    74 24 Oosterscheldeziekenhuizen 0,05% 43 2,03% 1.624

    73 5 Westfries Gasthuis 0,08% 128 4,01% 5.752

    36 37BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 3, Resultaat

  • 38 BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010

    4.1 Inleiding

    In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de balanscijfers van alle algemene ziekenhuizen in Nederland. Hierbij worden allereerst de balanscijfers ultimo 2009 vergeleken met de cijfers ultimo 2008 (paragraaf 4.2). Vervolgens worden de ontwikkelingen uitgesplitst naar regios (paragraaf 4.3) en omvang van de ziekenhuizen (paragraaf 4.4). In paragraaf 4.5 komen de belangrijkste ratios alsmede de ziekenhuizen met de beste en de slechtste solvabiliteit aan bod.

    De voornaamste bevindingen zijn: Eigen vermogen van alle ziekenhuizen gezamenlijk neemt fors toe door 212 miljoen

    resultaat, maar ook door rechtstreeks in het vermogen verwerkte herwaarderingen en positieve resultaten op onroerend goed van totaal 48 miljoen

    Vermogensontwikkeling per regio en naar omvang fluctueert sterk, analoog aan de resultaatontwikkeling

    Uitbouw van eigen vermogens ziekenhuizen blijft noodzakelijk gezien toegenomen onzekerheden in regelgeving

    Samenstelling balansposten in 2009 slechts beperkt gewijzigd Immaterile vaste activa neemt toe doordat ziekenhuizen hebben geanticipeerd op de

    door het ministerie aangekondigde overgangsregeling Solvabiliteit van individuele ziekenhuizen relatief stabiel Evenals in 2008 blijft de liquiditeitspositie van ziekenhuizen matig

    Op landelijk niveau is aan de debetzijde van de balans het materieel vast actief in 2009 in absolute zin het sterkst gestegen. Aan de creditzijde van de balans zijn de langlopende schulden in absolute zin het meeste toegenomen. Regio Zuid kent in 2009 de sterkste toename van het balanstotaal. Ook in deze regio is de toename voornamelijk veroorzaakt door een toename van het materieel vast actief en zijn aan de creditzijde van de balans de langlopende schulden het meest toegenomen. De kleine ziekenhuizen hebben de laagste toename van het balanstotaal. Voor zowel de grote, de middelgrote als de kleine ziekenhuizen geldt dat de toename van het balanstotaal in absolute omvang met name wordt veroorzaakt door het materieel vast actief.De ratios inzake de liquiditeit zijn in 2009 licht gestegen. Er is ultimo 2009 nog sprake van een negatieve liquiditeitspositie: de kortlopende schulden zijn hoger dan de vlottende activa. De ratios inzake het weerstandsvermogen en de solvabiliteit zijn in 2009 licht gestegen, maar deze ratios zijn ultimo 2009 nog aanzienlijk lager dan gewenst op basis van het huidige risicoprofiel van algemene ziekenhuizen.Naar onze mening dient zowel het weerstandsvermogen als de solvabiliteit toe te groeien naar een percentage van minimaal 20%.

    In bijlage II is een totaaloverzicht opgenomen dat dient als basis voor de analyses op de volgende paginas.

    BALANS

    39Hoofdstuk 4, Balans

  • Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

    Collectief gefinancierd gebonden vermogen

    4.2 Ontwikkeling en samenstelling vermogen 2009 ten opzichte van 2008

    De voornaamste bevindingen zijn: Het balanstotaal van alle algemene ziekenhuizen samen is gestegen met 375 miljoen,

    met name door een stijging van het materieel vast actief De stijging van de immaterile vaste activa wordt voornamelijk veroorzaakt door

    herclassificatie van aanloopkosten door de overgangsregeling ten aanzien van het immaterieel vast actief

    Tegenover de toename van het vast actief staat aan de creditzijde van de balans met name een toename van de langlopende schulden en van het eigen vermogen

    Het financieringsoverschot is sterk gedaald

    Grafiek 13: Samenstelling actiefzijde balans in procenten van balanstotaal

    De samenstelling van de activa is in 2009 nauwelijks gewijzigd ten opzichte van 2008Het balanstotaal van alle algemene ziekenhuizen gezamenlijk is met 375 miljoen gestegen (van 12,8 miljard ultimo 2008 tot 13,2 miljard ultimo 2009). De belangrijkste toename doet zich voor bij het materieel vast actief: Deze post steeg met 347 miljoen tot 8,4 miljard in 2009 en maakt ultimo 2009 63,8% van het balanstotaal uit. Vorig jaar was dit percentage 63,0%.Daarnaast zijn de immaterile vaste activa in 2009 relatief sterk gestegen: van 14,9 miljoen ultimo 2008 tot 123,4 miljoen ultimo 2009. Deze toename doet zich met name voor bij het Jeroen Bosch Ziekenhuis ( 29,7 miljoen), Isala Klinieken ( 17,2 miljoen), St. Antonius Ziekenhuis ( 16,7 miljoen), Meander Medisch Centrum ( 9,5 miljoen), Orbis Maaslandziekenhuis ( 9,4 miljoen) en Ziekenhuisgroep Twente ( 8,6 miljoen).De stijgingen worden met name veroorzaakt door herclassificatie van aanloopkosten door de overgangsregeling die de minister heeft aangekondigd ten aanzien van het immaterieel vast actief. Daarnaast is in een incidenteel geval sprake van een terugname van een bijzondere waardevermindering die in het verleden is doorgevoerd.

    De vlottende activa zijn per saldo met 45 miljoen afgenomen. Dit betreft een daling in het onderhanden werk uit hoofde van DBCs met 201 miljoen. De kortlopende vorderingen (inclusief het financieringsoverschot) zijn gestegen met 122 miljoen en de liquide middelen met 20 miljoen.

    0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

    2009

    2008

    Immaterile vaste activa

    Materile vaste activa

    Financile vaste activa

    Voorraden

    OHW uit hoofde van DBC

    Vorderingen

    Financieringstekort

    Effecten

    Liquide middelen

    40 41BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 4, Balans

    Grafiek 14: Samenstelling passiefzijde balans in procenten van balanstotaal

    Aan de creditzijde van de balans is met name sprake van een toename van de langlopende schulden en het eigen vermogen. De langlopende schulden zijn gestegen met 284 miljoen tot 5,0 miljard. Het eigen vermogen van alle algemene ziekenhuizen is met name dankzij het resultaat 2009 gestegen tot 1,6 miljard. Het verloopoverzicht van het eigen vermogen luidt als volgt:

    Tabel 11: Verloopoverzicht totaal eigen vermogen(Bedragen x 1.000)

    01-01-2009 1.334.832

    Resultaat 2009 212.034

    Overige mutaties 38.503

    Segmentatieverschillen 3.423

    31-12-2009 1.588.792

    De overige mutaties hebben voor een bedrag van circa 38 miljoen betrekking op positieve herwaarderingen, dan wel gerealiseerde resultaten op het onroerende goed. Het ziekenhuis met de grootste herwaardering betreft Mxima Medisch Centrum met een herwaardering van circa 20 miljoen. Bij Gelre Ziekenhuizen is sprake van een rechtstreekse toevoeging aan het vermogen van 14 miljoen als gevolg van de verkoop van een locatie. Deze boekwinst heeft een incidenteel karakter en is volgens de toelichting in de jaarrekening vanwege het inzichtvereiste rechtstreeks verwerkt in het vermogen.

    De mutatie als gevolg van segmentatieverschillen komt voort uit verandering van verhoudingscijfers tussen ziekenhuisactiviteiten en overige activiteiten in vergelijking met de cijfers uit 2008 (zie hoofdstuk 2 voor de uitgangspunten).

    Het financieringsoverschot van alle ziekenhuizen samen daalde met 243 miljoen tot 1,6 miljard. De voorzieningen stegen met 49 miljoen tot 332 miljoen en de overige kortlopende schulden met 31 miljoen tot 4,7 miljard.

    Kapitaal

    Aandeel derden

    Voorzieningen

    Financieringsoverschot

    Kortlopende schulden

    0% 10% 20% 30% 40%

    2009

    2008 Langlopende schulden

  • 4.3 Ontwikkeling en samenstelling vermogen per regio

    De voornaamste bevindingen zijn: In regio Zuid is het balanstotaal met 12% het sterkst toegenomen In regio Zuid is het financieringsoverschot met 16,7% toegenomen, terwijl in de overige

    regios sprake is van een daling Het eigen vermogen is in de regios Oost en West het sterkst toegenomen

    Bij een analyse op de ontwikkelingen per regio blijkt een aantal verschillen.

    Grafiek 15: Procentuele mutatie belangrijkste actiefposten ultimo 2009 ten opzichte van 2008

    In regio Zuid is het balanstotaal met 12% ( 330 miljoen) het sterkst toegenomen (regio Noord +0%, regio Oost +1%, regio West +0%). Deze stijging doet zich met name voor bij het materieel vast actief (+ 185 miljoen). Ultimo 2009 maakt het materieel vast actief in de regio Zuid 65,6% van het balanstotaal uit (ultimo 2008: 66,7%). In de andere regios bedraagt het aandeel van het materieel vast actief tussen de 60,8% en de 64,9%. De daling van het procentuele aandeel van het vast actief in het balanstotaal in regio Zuid wordt met name veroorzaakt door een toename van het immaterieel vast actief en de liquide middelen.

    Regio Zuid heeft ultimo 2009 het hoogste bedrag aan immaterieel vast actief, zowel in absolute omvang voor de gehele regio ( 48,7 miljoen), als in gemiddeld bedrag per ziekenhuis ( 2,9 miljoen; tweede plaats regio Oost 2,0 miljoen). Dit geldt ook voor de liquide middelen: totaalbedrag voor de gehele regio 159 miljoen, gemiddeld bedrag per ziekenhuis 9,4 miljoen (tweede plaats regio Oost: 9,2 miljoen). De sterke stijging van de liquide middelen vindt met name plaats bij twee ziekenhuizen: Amphia Ziekenhuis en Catharina Ziekenhuis. Bij Amphia Ziekenhuis staat tegenover de sterke stijging van de liquide middelen een evenredige stijging van het financieringstekort, bij Catharina Ziekenhuis zijn de liquide middelen sterk gestegen doordat eind december enkele nieuwe langlopende leningen zijn aangetrokken.

    Grafiek 16: Procentuele mutatie belangrijkste passiefposten ultimo 2009 ten opzichte van 2008

    Liquide middelen

    Vorderingen

    OHW uit hoofde van DBC

    Financile vaste activa

    Materile vaste activa

    -30%

    -20%

    -10%

    0%

    10%

    20%

    30%

    ZuidWestOostNoordLandelijk

    42 43BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 4, Balans

    Kortlopende schulden

    Financieringsoverschot

    Langlopende schulden

    Voorzieningen

    -60%-50%-40%-30%-20%-10%

    0%10%20%30%40%

    100%110%120%130%

    ZuidWestOostNoordLandelijk

    Aan de creditzijde van de balans zijn in regio Zuid met name de langlopende schulden (+ 125 miljoen = +11%) en de overige kortlopende schulden (+ 86 miljoen = +9%) toegenomen. De langlopende schulden maken ultimo 2009 in regio Zuid 39,6% van het balanstotaal uit; in de overige regios fluctueert dit aandeel tussen 36,6% en 38,0%.Opmerkelijk is dat in regio Zuid het financieringsoverschot met 16,7% is toegenomen terwijl in de overige regios sprake is van een daling van 4% (regio Noord) en 22% (regios Oost en West). Bij elf van de zeventien ziekenhuizen in regio Zuid is sprake van een toename van het financieringsoverschot.

    Het eigen vermogen is in de regios Oost en West het sterkst toegenomen (+20% = respectievelijk 56 en 124 miljoen). In regio Noord bedraagt de toename 17% en in regio Zuid 17%. Ultimo 2009 is het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal in regio Noord het hoogste: 13,7% van het balanstotaal. In de regios Oost, Zuid en West bedraagt het eigen vermogen ultimo 2009 respectievelijk 10,65%, 10,67% en 13,18% van het balanstotaal. De regio met het laagste procentuele aandeel van het materieel vast actief (regio Oost) is tevens de regio met het laagste procentuele aandeel eigen vermogen.

  • Langlopende schulden

    4.4 Ontwikkeling en samenstelling vermogen op basis van omvang

    De voornaamste bevindingen zijn: Bij de kleine ziekenhuizen is het balanstotaal relatief het sterkst toegenomen Bij alle categorien vindt de stijging in absolute omvang met name plaats bij het

    materieel vast actief Binnen de vlottende activa is bij alle categorien een daling van het OHW uit hoofde

    van DBCs waarneembaar Aan de creditzijde van de balans zijn bij de kleine ziekenhuizen met name het collectief

    gefinancierd gebonden vermogen en het financieringsoverschot toegenomen Bij de middelgrote en grote ziekenhuizen is het financieringstekort gedaald Het eigen vermogen is in 2009 bij de grote ziekenhuizen het sterkst toegenomen

    Bij de kleine ziekenhuizen is het balanstotaal met 3,5% ( 108 miljoen) relatief het sterkst toegenomen (middelgrote ziekenhuizen +2,3%, grote ziekenhuizen +3,2%).

    Grafiek 17: Mutatie belangrijkste actiefposten ultimo 2009 ten opzichte van 2008 in %

    Bij alle categorien vindt de stijging in absolute omvang met name plaats bij het materieel vast actief. Daarnaast stijgen bij de kleine ziekenhuizen de liquide middelen zeer sterk, bij de middelgrote en grote ziekenhuizen dalen de liquide middelen. Binnen de vlottende activa is bij alle categorien een daling van het OHW uit hoofde van DBCs waarneembaar.

    Ultimo 2009 maakt het materieel vast actief bij de kleine ziekenhuizen 64,6% van het balanstotaal uit (ultimo 2008: 65,1%). Bij de middelgrote en grote ziekenhuizen bedroegen deze percentages respectievelijk 64,8% (2008: 64,1%) en 62,3% (2008: 60,4%).

    Grafiek 18: Mutatie belangrijkste passiefposten ultimo 2009 ten opzichte van 2008 in %

    Balanstotaal

    Liquide middelen

    Vorderingen

    OHW uit hoofde van DBC

    Voorraden

    Financile vaste activa

    Materile vaste activa

    -50%-40%-30%-20%-10%

    0%10%20%30%40%50%

    KleinMiddelgrootGrootLandelijk

    Balanstotaal

    Kortlopende schulden

    Financieringsoverschot

    Voorzieningen

    -30%

    -20%

    -10%

    0%

    10%

    20%

    30%

    KleinMiddelgrootGrootLandelijk

    44 45BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 4, Balans

    Aan de creditzijde van de balans zijn bij de kleine ziekenhuizen met name het collectief gefinancierd gebonden vermogen (+ 63 miljoen = +21,5%) en het nog in tarieven te verrekenen financieringsoverschot (+ 36 miljoen = +7,9%) toegenomen. De langlopende schulden zijn bij de kleine ziekenhuizen met 12,8 miljoen (= 1,1%) afgenomen. Bij de middelgrote en grote ziekenhuizen is het financieringstekort gedaald (met respectievelijk 13,7% en 26,8%) en zijn de langlopende schulden toegenomen (respectievelijk 9,2% en 7,6%). Tevens zijn bij de middelgrote en grote ziekenhuizen de voorzieningen veel harder gestegen (respectievelijk +14,6% en +29,8%) dan bij de kleine ziekenhuizen (+7,9%).De langlopende schulden maken ultimo 2009 bij de kleine ziekenhuizen 36,1% (2008: 37,8%) van het balanstotaal uit; bij de middelgrote en grote ziekenhuizen is dit aandeel respectievelijk 41,0% (2008: 38,4%) en 35,4% (2008: 34,0%).

    Het eigen vermogen is in 2009 bij de grote ziekenhuizen het sterkst toegenomen (+20,4% = 109 miljoen). Bij de kleine en middelgrote ziekenhuizen bedraagt de toename respectievelijk 19,6% ( 65 miljoen) en 17,1% ( 80 miljoen). Ultimo 2009 bedraagt het eigen vermogen bij de grote ziekenhuizen 13,1% van het balanstotaal. Bij de kleine en middelgrote ziekenhuizen is dit respectievelijk 12,4% en 10,8%.

  • 4.5 Ratioanalyse

    De voornaamste bevindingen zijn: De gemiddelde ratios inzake het vermogen zijn in 2009 verbeterd Het blijft voor het merendeel van de ziekenhuizen noodzakelijk dat een grotere

    financile buffer wordt opgebouwd In regio Noord is het weerstandsvermogen en de solvabiliteit het hoogst, in regio Zuid

    het laagst De kleine ziekenhuizen hebben het hoogste weerstandsvermogen, de grote ziekenhuizen

    het laagste; daartegenover hebben de grote ziekenhuizen de hoogste solvabiliteit Slechts n ziekenhuis haalt een solvabiliteit van 30% De meeste ziekenhuizen met de hoogste solvabiliteit in 2009, hadden ook een hoge

    solvabiliteit in 2008 De vijf ziekenhuizen met de laagste solvabiliteit stonden ook in 2008 in de top 5 met de

    laagste solvabiliteit. Het verbeteren van de solvabiliteitspositie is lastig Van de tien ziekenhuizen met de beste solvabiliteit staan er drie in de top 10 van

    de beste financile performance ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. Nader onderzoek naar de succesfactoren van deze ziekenhuizen is gewenst

    De ratios inzake het vermogen zijn in 2009 gemiddeld behoorlijk verbeterd ten opzichte van voorgaand jaar. In 2008 was sprake van een verbetering van het weerstandsvermogen van circa 4%, in 2009 is het weerstandsvermogen met circa 11% toegenomen. Dit is een belangrijke positieve ontwikkeling gezien de grote financile onzekerheden die voor de ziekenhuizen gekoppeld zijn aan het huidige transitieproces van marktwerking in de zorg. Het blijft echter voor het merendeel van de ziekenhuizen noodzakelijk dat een grotere financile buffer wordt opgebouwd.

    Weerstandsvermogen (eigen vermogen/totale bedrijfsopbrengsten) Grafiek 19: Weerstandsvermogen per regio

    Het weerstandsvermogen is toegenomen van 11,87% ultimo 2008 tot 13,15% ultimo 2009. In regio Noord is het weerstandsvermogen met 13,99% het hoogst, in regio Zuid is het weerstandsvermogen met 11,83% het laagst. In regio West is het weerstandsvermogen in 2009 met 11,68% (1,44 procentpunt) het hardst gestegen, in regio Noord is het weerstandsvermogen met 7,78% (1,01 procentpunt) het minst gestegen.

    0%2%4%6%8%

    10%12%14%16%

    20082009

    Zuid

    West

    Oost

    Noord

    Landelijk

    46 47BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 4, Balans

    Grafiek 20: Weerstandsvermogen naar omvang

    De kleine ziekenhuizen hebben met 18,30% het hoogste weerstandsvermogen, de grote ziekenhuizen met 13,61% het laagste. Ook ultimo 2008 hadden de kleine ziekenhuizen het hoogste weerstandsvermogen (16,73%) en de grote ziekenhuizen het laagste weerstandsvermogen (12,18%). Het weerstandsvermogen is bij de middelgrote ziekenhuizen met 12,06% (1,59 procentpunt) het hardst gestegen, bij de kleine ziekenhuizen was de stijging met 9,41% (1,57 procentpunt) het laagst. Bij de grote ziekenhuizen was de stijging in procentpunten met 1,43 procentpunt (11,72%) het laagst.

    Solvabiliteit (eigen vermogen/totaal vermogen)Grafiek 21: Solvabiliteit per regio

    De solvabiliteit bedroeg ultimo 2009 12,0% en is daarmee gestegen ten opzichte van 2008 (ultimo 2008: 10,4%). In de regios Noord en West is de solvabiliteit met respectievelijk 13,71% en 13,18% het hoogst, de regios Oost en Zuid scoren met een solvabiliteit van respectievelijk 10,65% en 10,67% aanzienlijk lager.De solvabiliteit is in 2009 in de regios Noord en West met respectievelijk 2,04 procentpunt en 2,13 procentpunt ook het hardst gestegen. Voor de regios Oost en Zuid bedraagt de stijging respectievelijk 1,70 procentpunt en 0,49 procentpunt.

    Groot

    Middelgroot

    Klein

    Landelijk

    0%

    5%

    10%

    15%

    20%

    20082009

    0%

    2%

    4%

    6%

    8%

    10%

    12%

    14%

    20082009

    Zuid

    West

    Oost

    Noord

    Landelijk

  • positie2009

    positie2008 Naam ziekenhuis

    EV/TVult. 2009

    EVult. 2009

    EV/TVult. 2008

    EVult. 2008

    1 1 Ziekenhuis Bethesda 30,86% 17.199 24,87% 16.143

    2 2 Nij Smellinghe 26,57% 33.044 24,52% 27.184

    3 3 St. Antonius Ziekenhuis 23,55% 70.194 21,66% 62.584

    4 13 Zorggroep Noorderbreedte 21,14% 31.908 16,04% 26.178

    5 7 Stichting Bronovo-Nebo 20,63% 21.840 17,81% 19.687

    6 10 Ikazia Ziekenhuis 20,54% 20.792 16,72% 15.176

    7 4 Westfries Gasthuis 20,47% 34.158 20,52% 34.030

    8 9 Ruwaard Van Putten Ziekenhuis 19,82% 14.366 16,87% 12.397

    9 14 Sint Franciscus Gasthuis 19,22% 36.509 15,62% 26.094

    10 5 St. Jans Gasthuis 19,17% 12.520 19,28% 11.976

    Grafiek 22: Solvabiliteit naar omvang

    Evenals ultimo 2008 hebben de grote ziekenhuizen ultimo 2009 met 13,09% (2008: 11,22%) de hoogste solvabiliteit en de middelgrote ziekenhuizen met 10,80% (2008: 9,43%) de laagste. De solvabiliteit is bij de grote ziekenhuizen ook het hardst gestegen (met 1,86 procentpunt), bij de middelgrote ziekenhuizen was de stijging met 1,36 procentpunt het laagst.

    Tabel 12: Tien ziekenhuizen met de hoogste solvabiliteit (Bedragen x 1.000)

    Van de 82 algemene ziekenhuizen hebben slechts zeven ziekenhuizen een solvabiliteit van 20% of hoger. Hiermee voldoen zij, voor een omgeving waarin de risicos vanuit de markwerking en de overheid almaar toenemen, aan de minimale solvabiliteitseis van ten minste 20%. Slechts n ziekenhuis heeft een solvabiliteit van meer dan 30%.

    De top 10 van de ziekenhuizen met de beste solvabiliteit vertoont ultimo 2009 grote overeenkomsten met de situatie ultimo 2008. Acht ziekenhuizen bevinden zich zowel in 2008 als in 2009 in de top 10. Bij de ziekenhuizen die nieuw in de top 10 zijn gekomen is de verbeterde solvabiliteit toe te schrijven aan het goede resultaat over 2009 in combinatie met een daling of relatief lage stijging van de totale schulden.

    Opvallend is dat van de tien ziekenhuizen met de beste solvabiliteit er drie in de top 10 staan van de beste financile performance ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. Nader onderzoek naar de succesfactoren van deze ziekenhuizen is gewenst.

    0%

    2%

    4%

    6%

    8%

    10%

    12%

    14%

    20082009

    Groot

    Middelgroot

    Klein

    Landelijk

    48 49BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 4, Balans

    positie2009

    positie2008 Naam ziekenhuis

    EV/TVult. 2009

    EVult. 2009

    EV/TVult. 2008

    EVult. 2008

    82 82 IJsselmeer Ziekenhuizen -36,37% -26.008 -40,26% -27.643

    81 81 Oosterscheldeziekenhuizen -3,02% -2.108 -2,49% -2.151

    80 80 Orbis Maaslandziekenhuis -1,75% -4.385 1,87% 4.347

    79 79 Martini Ziekenhuis 3,96% 13.404 3,54% 11.102

    78 78 Vlietland-Ziekenhuis 4,11% 9.672 4,57% 11.510

    77 63 Ziekenhuis Bernhoven 5,70% 7.533 7,61% 7.842

    76 66 BovenIJ Ziekenhuis 5,77% 3.793 7,43% 5.039

    75 77 Stichting Ziekenhuis Lievensberg 6,06% 7.470 5,36% 6.342

    74 68 Flevoziekenhuis 6,13% 13.263 7,11% 12.776

    73 44 Jeroen Bosch Ziekenhuis 6,80% 28.706 9,88% 26.296

    Tabel 13: Tien ziekenhuizen met de laagste solvabiliteit:(Bedragen x 1.000)

    De top 10 van ziekenhuizen met de slechtste solvabiliteit vertoont ultimo 2009 belangrijke overeenkomsten met de situatie ultimo 2008. De vijf ziekenhuizen met de laagste solvabiliteit stonden ook in 2008 al in de top 5. Dit geeft aan dat het verbeteren van de solvabiliteitspositie zeer lastig is. Vooral ook omdat van de tien ziekenhuizen met de slechtste solvabiliteit er vijf ziekenhuizen eveneens de slechtste financile performance hebben in verhouding tot de omvang van de opbrengsten.

    Een opvallende nieuwkomer in de top 10 van de ziekenhuizen met de minste solvabiliteit is Jeroen Bosch Ziekenhuis. Dit ziekenhuis heeft als gevolg van nieuwbouw te maken met een stijging van de schulden met circa 150 miljoen.

  • Current ratio (vlottende activa/kortlopende schulden)De current ratio is op landelijk niveau gestegen van 66,58% ultimo 2008 tot 68,11% ultimo 2009.

    Grafiek 23: Current ratio per regio

    In regio West is de current ratio met 64,26% het laagst, in regio Noord is de current ratio met 75,78% het hoogst. De sterkste stijging van de current ratio heeft zich voorgedaan in regio Noord (9,02 procentpunt).

    Grafiek 24: Current ratio naar omvang

    Bij de categorie kleine ziekenhuizen is de current ratio met circa 69% het hoogst, terwijl de current ratio in 2008 bij de grote ziekenhuizen nog het hoogst was. Bij de middelgrote ziekenhuizen is de gemiddelde current ratio opvallend toegenomen tot circa 68,2% (2008: 62,5%). De current ratio van de middelgrote ziekenhuizen ligt in 2009 in lijn met het landelijke gemiddelde.

    Zuid

    West

    Oost

    Noord

    Landelijk

    0%10%20%30%40%50%60%70%80%

    20082009

    Groot

    Middelgroot

    Klein

    Landelijk

    59%60%61%62%63%64%65%66%67%68%69%70%

    20082009

    50 51BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010 Hoofdstuk 4, Balans

  • 52 BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010

    5.1 Inleiding

    In dit hoofdstuk bespreken we aanvullende onderwerpen van de BDO-benchmark Ziekenhuizen 2010. Voor de jaarrekeningen 2009 is bijzondere aandacht besteed aan: de ontwikkelingen in de materile vaste activa de hoogte van de voorzieningen de ontwikkeling van de overige bedrijfslasten

    De voornaamste bevindingen zijn: In 2009 is door ziekenhuizen voor ten minste 46 miljoen aan activa afgeboekt als

    bijzondere waardevermindering en/of versnelde afschrijving. Dit hangt samen met de wijzigingen in de regelgeving waardoor met ingang van 2009 wordt afgeschreven op basis van economische levensduur

    Ziekenhuizen met een post immaterile vaste activa komen mogelijk in aanmerking voor een eenmalige vergoeding van het ministerie, hierop is wellicht door diverse ziekenhuizen geanticipeerd

    Het gebruik van de voorzieningen is, als gevolg van de mogelijkheden in de regelgeving, verschillend. Dit komt de vergelijkbaarheid van de verschillende ziekenhuizen niet ten goede

    De voorzieningen nemen toe met 17%. De voorzieningen op de balans zijn het hoogst bij de ziekenhuizen die er qua solvabiliteit en resultaat het beste voor staan

    Het niveau van de overige kosten wordt sterk benvloed door dotaties aan voorzieningen

    Sectorbreed zijn nog geen belangrijke kostenbesparingen binnen de overige bedrijfslasten zichtbaar

    GERELATEERDE ONDERWERPEN

    53Hoofdstuk 5, Gerelateerde onderwerpen

  • 5.2 Ontwikkelingen in de materile vaste activa

    Tabel 14: Mutatieoverzicht materile vaste activa (Bedragen x 1.000.000)

    Boekwaarde per 1 januari 2009 8.069

    Segmentatieverschillen -22

    Saldo investeringen en desinvesteringen 1.253

    Afschrijvingen -856

    Herwaarderingen 25

    Reclassificatie -44

    Bijzondere waardeverminderingen -46

    Terugname waardeverminderingen / vorderingen op overheid 37

    Boekwaarde per 31 december 2009 8.416

    SegmentatieverschillenDe mutatie als gevolg van segmentatieverschillen komt voort uit verandering van de verhoudingscijfers tussen ziekenhuisactiviteiten en overige activiteiten in vergelijking met de cijfers uit 2008 (zie hoofdstuk 2 voor de uitgangspunten van het benchmarkonderzoek).

    Investeringen versus afschrijvingen De boekwaarde van de materile vaste activa neemt met 4,3% toe, hetgeen met name wordt veroo