469 Voorstudie PatiËntveiligheid Eerstelijnszorg

2
privacy/diversen 103 zorg & financiering > 4-2008 ming met de privacyregels zou geschieden. Gezien de gevoeligheid van medische gegevens gelden strenge voorwaarden voor het mogen opvragen en verder bewaren van deze gegevens. Het nu voortzetten van controles door zorgver- zekeraars kan leiden tot schending van het medisch beroepsgeheim. In oktober 2007 heeft het CBP de brancheorga- nisatie ZN erop geattendeerd dat goedkeuring van de gedragscode zou verlopen op 5 februari 2008. De gedragscode moet worden geactuali- seerd en opnieuw worden goedgekeurd. Beuving: ‘Al in 2006 heeft het CBP de zorgverze- keraars opgeroepen om met partijen in de zorg de toepassing van de regels bij controles en wensen tot verbeteringen te bespreken om zo te komen tot een nieuwe, actuele gedragscode. Het CBP heeft van de zorgverzekeraars nog geen enkel voorstel voor aanpassing ontvangen.’ Bron: CBP, 21 februari 2008< Aan de privacy van patiënten in huisartspraktij- ken valt nog veel te verbeteren. Die conclusie trekt de Consumentenbond op basis van een enquête onder ruim vierhonderd huisarts- bezoekers. Van alle mensen die reageerden, zegt 29 procent dat de privacy bij zijn huisarts niet goed gere- geld is. Ruim twee derde van de deelnemers geeft aan dat ze de gesprekken aan de balie van- uit de wachtruimte kunnen zien; een kwart kan ze ook verstaan. En een op de drie mensen kan vanuit de wachtkamer ook de telefoongesprek- ken van de assistente volgen. Het belangrijke recht op privacy is op die manier allerminst gegarandeerd. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) adviseert haar leden over de inrichting van prak- tijkruimtes, en daarbij is ook aandacht voor pri- vacyaspecten. Maar in de praktijk valt letterlijk en figuurlijk nog het nodige te verbeteren. De Consumentenbond gaat binnenkort om tafel met de LHV, waarbij de bond zal aandringen op verbetering. Bron: Consumentenbond, 8 februari 2008< 468 privacy bij de huisarts moet beter Een huisarts kan een diagnose missen, genees- middelen kunnen verkeerd op elkaar inwerken, een huisarts en fysiotherapeut kunnen elkaar of een patiënt misverstaan. Hoe veilig is de eerste lijn? Het Nivel, instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg, deed een voorstudie. Tijdige herkenning ‘Het is hard nodig dat patiëntveiligheid in de eerste lijn ook een issue wordt. Onze voorstudie laat zien dat er – de medicatieveiligheid uitge- zonderd – nog weinig aandacht voor is en wei- nig over bekend is’, stelt Nivel-onderzoeker Schellevis. Huisartsen en andere eerstelijns- hulpverleners zoals fysiotherapeuten en verlos- kundigen hebben miljoenen patiëntcontacten per jaar. Veel mensen bezoeken de huisarts met onschuldige gezondheidsklachten, maar de huisarts is ook de eerste die een ernstige ziekte kan onderkennen. Tijdige herkenning en voort- varend handelen kunnen van groot belang zijn voor de prognose van een patiënt. > diversen 469 voorstudie patiëntveiligheid eerstelijnszorg ZenF-0408- cyaan.qxd 9-4-2008 13:16 Pagina 103

Transcript of 469 Voorstudie PatiËntveiligheid Eerstelijnszorg

Page 1: 469 Voorstudie PatiËntveiligheid Eerstelijnszorg

privacy/diversen

103zorg & financiering > 4-2008

ming met de privacyregels zou geschieden.Gezien de gevoeligheid van medische gegevensgelden strenge voorwaarden voor het mogenopvragen en verder bewaren van deze gegevens.Het nu voortzetten van controles door zorgver-zekeraars kan leiden tot schending van hetmedisch beroepsgeheim.In oktober 2007 heeft het CBP de brancheorga-nisatie ZN erop geattendeerd dat goedkeuringvan de gedragscode zou verlopen op 5 februari

2008. De gedragscode moet worden geactuali-seerd en opnieuw worden goedgekeurd.Beuving: ‘Al in 2006 heeft het CBP de zorgverze-keraars opgeroepen om met partijen in de zorgde toepassing van de regels bij controles enwensen tot verbeteringen te bespreken om zote komen tot een nieuwe, actuele gedragscode.Het CBP heeft van de zorgverzekeraars nog geenenkel voorstel voor aanpassing ontvangen.’Bron: CBP, 21 februari 2008<

Aan de privacy van patiënten in huisartspraktij-ken valt nog veel te verbeteren. Die conclusietrekt de Consumentenbond op basis van eenenquête onder ruim vierhonderd huisarts-bezoekers.

Van alle mensen die reageerden, zegt 29 procentdat de privacy bij zijn huisarts niet goed gere-geld is. Ruim twee derde van de deelnemersgeeft aan dat ze de gesprekken aan de balie van-uit de wachtruimte kunnen zien; een kwart kanze ook verstaan. En een op de drie mensen kanvanuit de wachtkamer ook de telefoongesprek-

ken van de assistente volgen. Het belangrijkerecht op privacy is op die manier allerminstgegarandeerd.De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)adviseert haar leden over de inrichting van prak-tijkruimtes, en daarbij is ook aandacht voor pri-vacyaspecten. Maar in de praktijk valt letterlijken figuurlijk nog het nodige te verbeteren. DeConsumentenbond gaat binnenkort om tafelmet de LHV, waarbij de bond zal aandringen opverbetering.Bron: Consumentenbond, 8 februari 2008<

468 privacy bij de huisarts moet beter

Een huisarts kan een diagnose missen, genees-middelen kunnen verkeerd op elkaar inwerken,een huisarts en fysiotherapeut kunnen elkaar ofeen patiënt misverstaan. Hoe veilig is de eerstelijn? Het Nivel, instituut voor onderzoek van degezondheidszorg, deed een voorstudie.

Tijdige herkenning

‘Het is hard nodig dat patiëntveiligheid in deeerste lijn ook een issue wordt. Onze voorstudielaat zien dat er – de medicatieveiligheid uitge-

zonderd – nog weinig aandacht voor is en wei-nig over bekend is’, stelt Nivel-onderzoekerSchellevis. Huisartsen en andere eerstelijns-hulpverleners zoals fysiotherapeuten en verlos-kundigen hebben miljoenen patiëntcontactenper jaar. Veel mensen bezoeken de huisarts metonschuldige gezondheidsklachten, maar dehuisarts is ook de eerste die een ernstige ziektekan onderkennen. Tijdige herkenning en voort-varend handelen kunnen van groot belang zijnvoor de prognose van een patiënt.

> diversen

469 voorstudie patiëntveiligheid eerstelijnszorg

ZenF-0408- cyaan.qxd 9-4-2008 13:16 Pagina 103

Page 2: 469 Voorstudie PatiËntveiligheid Eerstelijnszorg

patiëntenbeleid

104 4-2008 > zorg & financiering

Opeenstapeling

Met subsidie van VWS onderzocht het Nivel dewetenschappelijke literatuur over patiëntveilig-heid in de eerstelijnsgezondheidszorg. Over desituatie in Nederland bleek nauwelijks weten-schappelijke literatuur te bestaan. Internatio-naal zijn fouten rond het stellen van de diagnosede meest beschreven aspecten waarbij onbedoel-de schade optreedt in de huisartspraktijk. Dehuisarts kan een ernstige situatie als te onschul-dig inschatten, een diagnose missen of te laatstellen. Een andere mogelijke bron van fouten isde communicatie tussen zowel hulpverlener enpatiënt als tussen hulpverleners onderling.Terugkijkend, ligt aan veel gevallen van onbe-doelde schade een opeenstapeling van kleinefouten of miscommunicatie tussen hulpverle-ners en patiënten ten grondslag.

Conferentie

Schellevis: ‘Op grond van onderzoek in het bui-tenland lijken de belangrijkste risicogebiedendus het diagnostisch handelen, therapeutischhandelen (medicatie) en de communicatie tezijn. Als we willen weten hoe het er in Neder-land voorstaat, moeten we onderzoek doen naardie drie risicogebieden.’ Het Nivel-onderzoek iseen voorstudie en discussiestuk voor een beslo-ten conferentie over patiëntveiligheid in de eer-stelijnsgezondheidszorg, die onlangs is gehou-den. De veiligheid van medicatie viel buiten hetonderzoek; daaraan zal bij andere gelegenhedenaandacht worden besteed. Bron: Nivel, 15 februari 2008<

Vrouwen met borstkanker zijn gebaat bij eennacontrole die past bij hun leeftijd en ziektesta-dium, in plaats van de gebruikelijke gestan-daardiseerde nacontrole. Dat concluderenonderzoekers van de Universiteit Twente en hetMedisch Spectrum Twente in Enschede. Eengeïndividualiseerde nacontrole is waarschijnlijkminder belastend voor de patiënt en leidt ooktot besparingen voor ziekenhuizen.

De afgelopen jaren laten een toename zien vanhet aantal vrouwen met borstkanker. Vrouwendie – na constatering van borstkanker – al eenbehandeling achter de rug hebben, worden nadie behandeling regelmatig onderzocht op her-nieuwde aanwezigheid van kanker. Op ditmoment bestaat er in Nederland geen eenduidignacontrolebeleid bij ziekenhuizen. Het vermoe-den bestaat dat het effect van nacontrole voorsommige patiënten echter minimaal is. Zo ont-dekken veel vrouwen zelf dat er iets mis is, alvoor de nacontrole. Bij andere vrouwen is de

kans op recidief kanker zeer laag of is de kansom te overlijden aan een andere oorzaak veelhoger bij een hoge leeftijd.

Uniek simulatiemodel

De Universiteit Twente heeft daarom met devakgroep Chirurgie van het Medisch SpectrumTwente in Enschede onderzocht in hoeverre dejaarlijkse nacontrole van vrouwen met borst-kanker nog zinvol is. Hiertoe werd een uniekwiskundig simulatiemodel gebouwd, waarmeevoor alle patiëntgroepen (ingedeeld op basis vanleeftijd en ziektestadium) de effectiviteit van ver-schillende nacontroleschema’s berekend kanworden. Zo kan er een relatie gelegd wordentussen het aantal nacontroles en de verwachtelevensduur van de patiënt. Het model maaktgebruik van de meest recente gegevens uit demedische literatuur en onlinegegevensbronnenzoals Adjuvant! Online.Uit het onderzoek blijkt dat bepaalde patiënt-

470 onderzoek mst naar controle borstkanker

ZenF-0408- cyaan.qxd 9-4-2008 13:16 Pagina 104