435 Slechts Kwart Chronisch Zieken Zoekt Informatie Op Internet

2
patiëntenbeleid 136 3-2006 > zorg & financiering strekking behoren. Instellingen kunnen dit gebruiken als een middel om zich onderling ten opzichte van elkaar te onderscheiden. Ross acht diversiteit in de uitvoering geen pro- bleem, nu dit kan aansluiten bij de plaatselijke of instellingsspecifieke omstandigheden en de mogelijkheid biedt om maatwerk te bieden. Wel vindt ze dan van belang dat op dat niveau dan ook helder is voor de cliënt wat zijn eigen (rechts)positie is en hoe de cliëntenraad betrok- ken is bij het vaststellen van bewonersbijdragen. Cliënten moeten weten waarvoor ze betalen en de mogelijkheid hebben af te zien van bepaalde producten en de bijdrage die de instelling daar- voor vraagt. Ross heeft het College voor zorgver- zekeringen (CVZ) gevraagd nog eens na te gaan of de brochures voor cliënten over dit onder- werp voldoende duidelijk zijn waar het gaat om informatie over de vrijwillige bewonersbijdrage, de rechten en plichten van cliëntenraden, cliën- ten en instellingen. Om cliënten en hun raden in staat te stellen positie te kiezen, is het veelal ook gewenst dat vergelijkende informatie beschikbaar is waaruit afgeleid kan worden wat door instellingen door- gaans aan bewonersbijdragen wordt gevraagd. Ross ziet de vergelijkende informatie op KiesBeter.nl waarbij instellingen in de V&V-sec- tor zich presenteren daarbij als een goed voor- beeld dat navolging verdient. Ze verwacht dat het aantal instellingen op www.KiesBeter.nl snel zal toenemen. Bron: brief van de Staatssecretaris van VWS aan de Tweede Kamer, 21 maart 2006< 435 slechts kwart chronisch zieken zoekt informatie op internet Chronisch zieken en gehandicapten halen hun gezondheids(zorg)informatie vooral uit folders, tijdschriften en contact met de huisarts. Internet wordt maar door een kwart van hen als informatiebron gebruikt. Dit blijkt uit onderzoek dat is gedaan binnen het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandi- capten (NPCG), een landelijk representatief panel van niet geïnstitutionaliseerde mensen met een chronische ziekte of lichamelijke (motorische of zintuiglijke) handicap. Chronisch zieken en gehandicapten blijken minder vaak toegang tot internet te hebben dan de algemene Nederlandse bevolking. Onder chronisch zieken en gehandicapten beschikt slechts 43 procent over toegang tot internet, tegenover 69 porcent in de gehele bevolking. Slechts een kwart van de ruim zevenhonderd geïnterviewde chronisch zieken en gehandicap- ten zoekt op internet naar gezondheids(zorg)- informatie, vooral over ziektesymptomen, beperkingen en behandelingen. Ruim de helft van deze groep vergelijkt zorgverzekeringen, medische kosten of wachtlijsten. Voor niet- internetters onder de chronisch zieken en gehandicapten is de huisarts de belangrijkste informatiebron. Daarnaast zoeken zij vooral informatie via medisch specialisten en via schriftelijk materiaal. Het feit dat chronisch zie- ken en gehandicapten minder dan anderen van internet gebruik maken voor aan gezond- heid(szorg) gerelateerde zaken, lijkt geen kwestie van geld, maar eerder van een generatie- en opleidingsverschil: jongeren en hoger opge- leiden internetten vaker. Veel chronisch zieken zijn ouder en lager opgeleid. Traditionele informatiebronnen De onderzoekers constateren dat steeds meer informatie alleen via internet wordt aangebo- den, bijvoorbeeld de keuze-informatie over zorgverzekeraars. Die informatie is voor de groep chronisch zieken en gehandicapten die

Transcript of 435 Slechts Kwart Chronisch Zieken Zoekt Informatie Op Internet

Page 1: 435 Slechts Kwart Chronisch Zieken Zoekt Informatie Op Internet

patiëntenbeleid

136 3-2006 > zorg & financiering

strekking behoren. Instellingen kunnen ditgebruiken als een middel om zich onderling tenopzichte van elkaar te onderscheiden.Ross acht diversiteit in de uitvoering geen pro-bleem, nu dit kan aansluiten bij de plaatselijkeof instellingsspecifieke omstandigheden en demogelijkheid biedt om maatwerk te bieden. Welvindt ze dan van belang dat op dat niveau danook helder is voor de cliënt wat zijn eigen(rechts)positie is en hoe de cliëntenraad betrok-ken is bij het vaststellen van bewonersbijdragen.Cliënten moeten weten waarvoor ze betalen ende mogelijkheid hebben af te zien van bepaaldeproducten en de bijdrage die de instelling daar-voor vraagt. Ross heeft het College voor zorgver-zekeringen (CVZ) gevraagd nog eens na te gaanof de brochures voor cliënten over dit onder-

werp voldoende duidelijk zijn waar het gaat ominformatie over de vrijwillige bewonersbijdrage,de rechten en plichten van cliëntenraden, cliën-ten en instellingen.Om cliënten en hun raden in staat te stellenpositie te kiezen, is het veelal ook gewenst datvergelijkende informatie beschikbaar is waaruitafgeleid kan worden wat door instellingen door-gaans aan bewonersbijdragen wordt gevraagd.Ross ziet de vergelijkende informatie opKiesBeter.nl waarbij instellingen in de V&V-sec-tor zich presenteren daarbij als een goed voor-beeld dat navolging verdient. Ze verwacht dathet aantal instellingen op www.KiesBeter.nl snelzal toenemen.Bron: brief van de Staatssecretaris van VWS aan deTweede Kamer, 21 maart 2006<

435 slechts kwart chronisch zieken zoekt informatie op internet

Chronisch zieken en gehandicapten halen hungezondheids(zorg)informatie vooral uit folders,tijdschriften en contact met de huisarts.Internet wordt maar door een kwart van hen alsinformatiebron gebruikt.

Dit blijkt uit onderzoek dat is gedaan binnen hetNationaal Panel Chronisch zieken en Gehandi-capten (NPCG), een landelijk representatiefpanel van niet geïnstitutionaliseerde mensenmet een chronische ziekte of lichamelijke(motorische of zintuiglijke) handicap.

Chronisch zieken en gehandicapten blijkenminder vaak toegang tot internet te hebben dande algemene Nederlandse bevolking. Onderchronisch zieken en gehandicapten beschiktslechts 43 procent over toegang tot internet,tegenover 69 porcent in de gehele bevolking. Slechts een kwart van de ruim zevenhonderdgeïnterviewde chronisch zieken en gehandicap-ten zoekt op internet naar gezondheids(zorg)-informatie, vooral over ziektesymptomen,

beperkingen en behandelingen. Ruim de helftvan deze groep vergelijkt zorgverzekeringen,medische kosten of wachtlijsten. Voor niet-internetters onder de chronisch zieken engehandicapten is de huisarts de belangrijksteinformatiebron. Daarnaast zoeken zij vooralinformatie via medisch specialisten en viaschriftelijk materiaal. Het feit dat chronisch zie-ken en gehandicapten minder dan anderen vaninternet gebruik maken voor aan gezond-heid(szorg) gerelateerde zaken, lijkt geenkwestie van geld, maar eerder van een generatie-en opleidingsverschil: jongeren en hoger opge-leiden internetten vaker. Veel chronisch ziekenzijn ouder en lager opgeleid.

Traditionele informatiebronnen

De onderzoekers constateren dat steeds meerinformatie alleen via internet wordt aangebo-den, bijvoorbeeld de keuze-informatie overzorgverzekeraars. Die informatie is voor degroep chronisch zieken en gehandicapten die

ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 136

Page 2: 435 Slechts Kwart Chronisch Zieken Zoekt Informatie Op Internet

beleidsontwikkeling/medezeggenschap/klachtrecht

137zorg & financiering > 3-2006

niet internet, moeilijker te bereiken. De onder-zoekers pleiten ervoor om informatie via de ‘tra-ditionele’ informatiebronnen te handhaven,

zoals persoonlijk contact en schriftelijk infor-matiemateriaal.Bron: Nivel, 24 maart 2006<

> medezeggenschap

436 kabinet versterkt positie van cliëntenraden

Instellingen moeten straks genoeg geldbeschikbaar stellen om een cliëntenraad te latenfunctioneren. Dit staat in een wijziging van deWet medezeggenschap cliënten zorginstellin-gen (WMCZ), waarmee het kabinet op 31 maartjl. akkoord is gegaan.

Het wetsvoorstel maakt het verder mogelijk datde cliëntenraad eenvoudig voor zijn recht kanopkomen. Daarnaast wordt de reikwijdte van hetadviesrecht uitgebreid en komt een aantal

bevoegdheden onder de regeling voor verzwaardadvies. Op grond van de WMCZ hebben cliëntenradeninvloed op de gang van zaken in zorginstellin-gen. Zij adviseren directies over bijvoorbeeldgewenste voorzieningen, benoeming van artsen,huisregels en klachtenprocedures. Bewoners offamilieleden kunnen zich verkiesbaar stellenvoor de cliëntenraden. Bron: bericht Ministerie van VWS, 31 maart 2006<

> klachtrecht

437 igz komt met klachtenmeldpunt gezondheidszorg

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)stelt een meldpunt in voor klachten over allesectoren van de gezondheidszorg in Nederland.Dat schrijft de Inspectie in een evaluatie van deklachtenlijn over de verpleeghuiszorg die vanafmaart tot en met september 2005 heeft gefunc-tioneerd. Het meldpunt verpleeghuiszorg heeftzijn nut bewezen, stelt de IGZ. Toch heeft hetmeldpunt weinig verrassende informatie opge-leverd. Duidelijk is dat het klachtrecht te weinigwordt gebruikt.

De klachtenlijn werd ingesteld nadat bekendwas geworden dat de meeste verpleeghuizen inNederland ‘slechte’ zorg zouden bieden aan hunbewoners. Mensen kregen bijvoorbeeld onvol-doende te drinken en te weinig gelegenheid omnaar de wc te gaan. Vooral personeelsleden vantehuizen en familieleden van bewoners belden

massaal. In de zeven maanden dat de lijnbestond, kwamen 1392 meldingen binnen. Welplaatst de organisatie vraagtekens bij de aardvan de klachten. Veel van de kwesties haddenvoorkomen kunnen worden als mensen beter opde hoogte waren geweest van de rechten van ver-pleeghuisbewoners. Ook klaagden veel mensenanoniem, omdat ze bang waren voor de gevol-gen van hun klacht. De IGZ vindt dat klagerszich straks zo veel mogelijk bekend moetenmaken, zodat de klachten gemakkelijker tebeoordelen en onderzoeken zijn.De inhoud van de meldingen heeft de Inspectienauwelijks verrast. Zij geeft daarmee aan al eenduidelijk en betrouwbaar beeld te hebben van deverpleeghuiszorg in Nederland.

ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 137