Steeds minder met elkaar. De pont van kwart over zeven

7
Steeds minder met elkaar De pont van kwart over zeven over het IJ in Amsterdam leverde in 1981 een klassiek tijdsbeeld van Nederland op. Wie zijn de passagiers van 2010? door Margalith Kleijwegt en Gerard van Westerloo foto’s Bert Nienhuis reportage De pont van kwart over zeven anno 2010 58 59 Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010 Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010

description

Steeds minder met elkaar. De pont van kwart over zeven

Transcript of Steeds minder met elkaar. De pont van kwart over zeven

Page 1: Steeds minder met elkaar. De pont van kwart over zeven

Steeds minder met elkaar

De pont van kwart over zeven over het IJ in Amsterdam leverde in 1981 een klassiek tijdsbeeld van Nederland op. Wie zijn de passagiers van 2010?

door Margalith Kleijwegt en Gerard van Westerloo foto’s Bert Nienhuis

reportage

De pont van kwart over zeven anno 2010

58 59Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010 Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010

Page 2: Steeds minder met elkaar. De pont van kwart over zeven

reportage

Op 7 november 1981 publiceerde Vrij Nederland een kleurkatern dat de status van een klassieker zou krijgen: De pont van kwart over zeven. Het verhaal, geschre-ven door Gerard van Westerloo en

Elma Verheij met foto’s van Bert Nienhuis, was een van de spraakmakende sociologische por-tretten die Vrij Nederland toen maakte. Bij ge-legenheid van het zeventigjarig bestaan ging Vrij Nederland nog een keer de pont op, ’s och-tends vroeg om kwart over zeven. We troffen een wereld aan die nauwelijks nog lijkt op die van 1981.Waar in 1981 nog één grote pont met een bus van lijn 39 aan boord op en neer voer naar de overkant van het IJ in Amsterdam, maken nu drie veel kleinere pontjes de dagelijkse over-tocht. Een gaat er met een boog over het IJ naar het IJplein, een ander vaart rechtstreeks naar de Buiksloterweg aan de overzijde en de derde vaart het halve IJ over naar het NDSM-terrein.Maar dat is het belangrijkste niet.Veel essentiëler is het feit dat de opvarenden op die drie pontjes niet zo heel veel meer ge-meen hebben met de mannen en vrouwen die er in 1981 op stonden. Ze zijn, om maar één nieuwerwetsigheid te noemen, doordrongen geraakt van het belang van hun privacy. In 1981 was er niemand die een gesprek met Vrij Nederland weigerde. Nu, in 2010, antwoordde de een na de ander dat ze daar ‘geen zin’ in had-den want dat ze er ‘niets in zagen’. Mannen op

brommers met helmen op keken daar vaak verstoord of bozig bij. Het was alsof de bereid-willige wereld van amper dertig jaar geleden omgetoverd was in een afwijzende wereld. Uiteindelijk vonden we toch drieëntwintig pontvaarders bereid om ons bij hen thuis te ontvangen. We spraken met huisschilders en met onderwijzeressen, met neonatologie-secretaresses en met zelfstandig ondernemers, met filosofen, met onderzoekers en met stof-fenimporteurs. Ook spraken we niet zelden met mensen die hun partner op moderne wij-ze via internet hadden leren kennen.

Milad de EgyptenaarNieuw leven in NederlandTot voor kort werkte Milad, een christen uit Egypte, te Sharm el Sheikh in een snorkel- annex duik-winkel. Daar kwamen veel Russen en Polen. Een van hen vertelde dat er in Poznan werk voor hem te vinden zou zijn. Dus reisde hij af naar Polen. Vier maanden heeft hij het daar volgehouden. Hij hield tweehonderd euro over waarvan hij zijn familie in Egypte moest ondersteunen. Op een dag belde een vriend hem op in Polen. Milad, zei hij, je moet naar Nederland komen. Hier vind je werk. En dus kwam hij.Nu woont Milad de Egyptenaar sinds een week in Amsterdam-Noord. Zijn appartement wordt door acht man bewoond. Hij moet er tweehonderd euro huur per maand voor betalen. Als hij wakker is, slaapt een ander in zijn bed.In Noord ontmoet hij vrijwel alleen mensen die net als hij van buiten Nederland komen. Zijn vriend neemt hem elke dag mee op zoektocht naar werk. In een keu-ken, in een restaurant, het kan hem niet schelen. In de Egyptische kerk hebben ze zijn naam opgeschre-ven. Als ze werk weten, zullen ze hem bellen. Hij heeft zich voorgenomen om in Nederland een nieuw leven op te bouwen.

Dertig jaar geleden woonden er nog maar wei-nig vreemdelingen in Noord. Nu staan ook zij geregeld op de pont. Turken, Marokkanen, Surinamers, gelukzoekers die bij vrienden on-derdak hebben gevonden en die alles aanpak-ken wat ze maar aan werk kunnen vinden.In één opzicht lijken de pontvaarders van nu nog wel op hun voorgangers uit 1981: ze moe-ten nog steeds voor dag en dauw hun bed uit. Willen ze om zeven uur de pont halen, dan moeten ze om zes uur opstaan. Ze stappen op hun fiets of ze zetten hun helm op en schake-len de motor van hun brommer in en rijden

In 1981 weigerde niemand ons een

gesprek, in 2010 de een na de ander

60 61

naar het IJ. Dan moeten ze vaak nog de hele stad door om op tijd op hun werk te komen.In 1981 werd de pont bevolkt door wat je toen de ruggengraat van de samenleving kon noemen. Door mannen en vrouwen die doorgaans trou-we PvdA-stemmers waren en die het dagelijks

brood met hun handen verdienden. Ze waren timmerman of instrumentenmaker, strijkster of bode bij de ABN, loodgieter of schoon-maakster, monteur of taxichauffeur. Nu zijn er nog maar weinig pontvaarders over met sympathie voor de PvdA. De grote winnaar van de jongste Kamer-verkiezingen was in Amsterdam-Noord de Partij Voor de Vrijheid van Geert Wilders. Die haalde niet minder dan 21,6 procent van de stemmen. Bijna een kwart van de stemmen die Wilders in Amsterdam scoorde, scoorde hij in Amsterdam boven het IJ.De Partij van de Arbeid wordt vrij algemeen als ‘niksig’ en ‘niet meer zo interessant’ omschre-ven. In de jaren die sinds 1981 zijn verstreken, is het de arbeiderspartij blijkbaar niet gelukt om het odium van duffe bestuurderspartij kwijt te raken. Het kan toeval zijn, maar onder onze pontvaarders blijkt de SP op een stevige aanhang te mogen rekenen. Alsof een deel van de oude hondstrouwe PvdA-aanhang zich in de

jaren tussen 1981 en 2010 tot de club van Roemer en Marijnissen heeft bekeerd. In Noord haalde de SP bij de jongste verkiezingen voor de deelraad nog 8,2 procent van de stemmen. In heel Amsterdam zakte de partij bij de Tweede Kamerverkiezingen naar 7,2 procent.

René Gude‘Veiliger dan Nederland bestaat niet’Hij steekt twee keer per dag het IJ over, meestal ach-ter op de pont. Dan neemt hij de trein naar Amersfoort en vandaar fietst hij naar Leusden waar hij directeur is van de internationale school voor wijsbegeerte. De overvaart zelf brengt hem in vakantiestemming. Een beetje wat hij het ik-ga-naar-Terschelling-ge-voel noemt. Onderweg praat hij met medepassa-giers over de zonsop- en zonsondergangen. Zie je dat? De passagiersterminal is helemaal rood! Sommige mensen die voor het eerst op de pont

staan, kijken de hele overtocht vrolijk. En kijk eens hoe mooi de skyline van het IJ is geworden! Vanaf de Silo helemaal tot aan de Oostelijke Handelskade! Hij praat ook graag met een man die doorfietst naar Schiphol. Die heeft nette kleren bij zich. Met hem praat hij over fietsen en over afstanden.Veel autochtone Amsterdammers in Noord, zegt hij, vinden het niet leuk dat hun Noord van kleur is ver-anderd. Het probleem is volgens hem dat Nederland het veiligste land ooit op de hele wereld is. Als ze hun omgeving heel erg veilig vinden, gaan mensen zich vervelen. Dan gaan ze de onveiligheid opklop-pen. Dat is het probleem. Zijn verhaal is niet sexy. De PVV roept: we willen iets niet verliezen, we willen ergens naar terug, we moe-ten opspringen. Dat is opwindend. Via de PVV kun-nen mensen hun aversie tegen anderen de vrije loop laten. Ze maken de ellende van een kleine groep, de Marokkanen, tot de oplossing van hun onbehagen.

Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010 Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010

De inmiddels beroemde VN-bijlage uit 1981

De overtocht is voor de meeste pontvaarders een feestje dat zij graag in hun eentje vieren

Page 3: Steeds minder met elkaar. De pont van kwart over zeven

En ja, we treffen onder de pontvaarders van nu ook mensen aan die op de partij van Geert Wilders hebben gestemd. Als je naar hun be-weegreden vraagt, gaat het niet zozeer over de hobby van Geert Wilders, in casu de ellende met de moslim. Het gaat veel meer over het feit dat ook Noord sterk verkleurt. En dat de voorzie-ningen voor de nieuwkomers onrechtvaardig veel beter zijn dan die voor wie al sinds men-senheugenis in dit land woont. Als je buitenlan-der bent, zo verwoorden de pontvaarders een tamelijk algemeen gedeeld gevoel, dan word je eerder aan een huis geholpen of aan de juiste zorg of aan een vriendelijk baantje.Het is niet aannemelijk dat de Wildersstemmers op de pont allemaal vreemdelingenhaters zijn, al zullen die er zeker tussen zitten. Maar veel be-langrijker lijkt de omstandigheid dat mensen als het ware een vreemdeling zijn geworden in hun eigen wereld. Ze raken de greep kwijt op hun ei-gen leven en op de wereld om hen heen. Als Wilders iets doet, dan is het wel dat hij de-ze mensen een soort houvast geeft.

Yousef Bark‘Wilders mag een ziekte krijgen van God’Hij is geboren in Casablanca, zijn naam betekent bliksem. Hij fietst altijd naar de pont en naar zijn werk, drie kwartier bij goed weer en anders een half uur langer. Het is zijn lievelingsuurtje. Als hij fietst voelt hij zich vrij. Hij wil graag weg uit Noord. Er wonen te veel al-lochtonen en de mensen zijn er een beetje asociaal. Noord lijkt soms op een getto. Waarom stoppen ze iedereen maar bij elkaar?Het liefst zou hij weg willen. Maar waarheen? Hij werkt in een loods zonder ramen. Het lijkt wel een taakstraf. Op zijn werk weet hij precies wie er op Wilders hebben gestemd. Hij weet wie de racisten zijn. Hij hoopt dat Wilders een ziekte krijgt van God.

De school waar zijn kinderen op zitten is zwart, een slechte school. Hij laat ze daar maar. Hij gaat toch weg uit Nederland. Hij stemt op Cohen. Die zal hem verdedigen, net zoals Den Uyl dat vroeger deed.

De meeste pontgangers die wij spreken probe-ren hun zorgen niet al te rancuneus te ver-woorden. De wereld is veranderd. Je doet er maar het beste aan om dat als een feit te accep-teren. Kijk maar naar de basisscholen in Amsterdam. Op veel daarvan hebben nieuwko-mers de overhand. Dat kun je leuk vinden. Dat kun je niet leuk vinden. Maar je moet, hoe dan ook, met het feit leren leven.Er is onder de pontvaarders zonder twijfel een zekere acceptatie van het feit dat de wereld van nu niet meer dezelfde is als die van 1981. Maar daarnaast is er onder de wat oudere jaargan-gen ook een gevoel van heimwee naar de voor-bije dagen waarin Nederland nog als ‘echt’ Nederland herkenbaar was. In 1981 was de wereld nog niet zo gefragmen-teerd als dertig jaar later. De oude pontgangers hadden in hun dagen vooral last van de angst voor Surinaamse jongens die het op hun por-temonnee voorzien hadden. Die jongens zijn inmiddels gaan horen bij een redelijk welva-rende middenklasse. Ze zorgen nauwelijks nog voor overlast. En ze zijn gaan wonen in plaat-sen als Almere en Purmerend, die door geen pont worden aangedaan.

reportage

hele groep. Alleen worden Molukkers door hun voorgangers gecorrigeerd. En hun opvoeding is strikter.Hij heeft een vaste baan. Hij is heel goed in wat hij doet. Hij wil graag in Noord blijven wonen. Uitkijken over het IJ, daar wordt hij blij van. Als zijn vriendin er is, eten ze samen op het dak. Prachtig.

We vragen de pontvaarders ook naar de over-tocht zelf. Daarop krijgen we de vrolijkste ant-woorden. Natuurlijk. Er is gedeelde ergernis over al die medereizigers die per se als eerste weer van de pont af willen. Ze dringen je opzij en als het moet lopen ze over je heen. Het is als-of iedereen de tijd die hij aan boord doorge-bracht heeft, aan de vaste wal zo snel mogelijk wil inhalen. Maar als de pont eenmaal onderweg is – nee echt, heerlijk. Vaak zoeken de vaste pontvaar-ders hun vaste plekje op de pont op. Het liefste buiten, want dan zie je de skyline van het IJ zo goed. Menigeen spreekt van een ‘meditatieve’ tijdspassering. Of ze gebruiken de vaartijd om hun nagels te lakken, mascara op te doen of hun band te plakken. Er zijn pontvaarders die lyrisch worden als het over hun pont gaat. De Egyptenaar Milad neemt altijd zijn camera mee. Zo mooi om op het IJ foto’s te maken! Zeker als ze de overtocht voor het eerst maken, ziet filosoof René Gude aan boord louter vrolijke gezichten. En Wim

weg. Als je ziet hoe haar buurt achteruit gaat, ja, dan kan ze zich goed voorstellen dat mensen PVV gaan stemmen.Zelf stemt ze PvdA.Haar man stemt VVD.Zij: ‘Ik ben niet zo van dat politieke, eigenlijk.’Hij: ‘Altijd peace en vrede en de mensen in hun waarde laten vind ik asociaal.’Ze schrikt van wat ze op straat ziet gebeuren. Ze zag een man met een karatesprong een bushokje in elkaar trappen. Dat soort mensen kom je tegen in Noord. Ze heeft het zelf meegemaakt. Geef me je tas of ik ver-moord je, riep iemand tegen haar. Nog altijd schrikt ze als iemand en onverwachte beweging maakt.Hij: ‘Ze dacht dat haar laatste uur had geslagen.’Zij: ‘Nu voel ik me wel veilig. Ik heb een mobieltje bij me.’

Voor veel pontvaarders is de overtocht een soort ritueel. De meesten volbrengen de overtocht zwijgend. Een enkeling onderhoudt zich tijdens de overtocht wel graag met de medereizigers. Ze hebben het dan over waar ze vandaan komen (‘helemaal uit Volendam’) of over hoe mooi de woonark erbij ligt waar ze in wonen. Bijna ieder-een ziet telkens dezelfde gezichten tijdens de overvaart. Maar je moet iemand al wel van school of van je werk kennen wil je er onderweg woorden mee wisselen. De overtocht mag dan een feestje zijn, het is wel een feestje dat de meesten graag in hun eentje vieren.

Voor veel mensen is dat tochtje over het

IJ het gelukkigste moment van de dag

62 63Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010 Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010

Ardito Nanlohy‘Molukkers worden wel gecorrigeerd’Hij woont in een van de hoge Koolhaasflats aan het IJplein. De langgerekte lage flats zijn volgens hem vreselijk, daar ligt veel meer rotzooi. Voor vijftig procent zijn de mensen die in een lage flat wonen Nederlands. Voor de andere vijftig procent komen ze van elders.Zelf woont hij sinds tien jaar in Noord. Er is weinig onderling contact. Zijn ouders zijn ooit ondergebracht in kamp Vught, een opvangkamp voor Molukkers. Hij denkt dat Marokkanen en Molukkers dezelfde groepscultuur hebben: als je aan één van hen komt, kom je aan de

Collee vindt het altijd leuk op de pont, magi-straal zelfs, een rustpunt met uitzicht over de stad. Het is alsof dat tochtje over het IJ voor veel mensen het gelukkigste moment van hun dag is. Daarna moeten ze vaak nog een einde-loos stuk door de stad fietsen, helemaal naar Sloterdijk of naar Zwanenburg, naar Bos en Lommer of Nieuw Sloten. Die paar minuten op de pont? Die laten ze zich niet afpakken.

Mevrouw Spitteler‘Ik heb mijn eigen kringetje. Dat vind ik groot genoeg’Ze reist naar haar werk met de IJpleinpont. Ze is in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis afdelingssecreta-resse op de afdeling neonatologie. Ze loopt naar het pontje en ze reist verder de stad in met de metro, als die rijdt tenminste. Ze houdt niet van fietsen.Even voor zessen staat ze op. Om half acht moet ze op haar werk zijn. Op de pont kijkt ze naar de zons-opgang en wordt ze wakker.Vroeger gingen ze na het werk met de hele groep nog wel eens een borrel drinken. Dat gebeurt niet meer. Niet erg. Ze heeft haar eigen kringetje, dat vindt ze groot genoeg. Ze vindt het jammer dat Noord zo aan het veran-deren is. Vroeger had je op de Meeuwenlaan een bakker met van dat verse brood. En op de Ooievaarsweg had je slager Van Vliet met een goe-de biefstuk. Allemaal weg. De hele middenstand is

Yousef Bark wil weg, maar waarheen?

Ardito Nanlohy denkt dat Molukkers en Marokkanen dezelfde groepscultuur hebben

Mevrouw Spitteler schrikt nog altijd als iemand een onverwachte beweging maakt

Page 4: Steeds minder met elkaar. De pont van kwart over zeven

Jan Mulder‘Het gaat om mijn gezinnetje’Zelf woont hij in een koophuis. Meteen aan de overkant van zijn straat staan flats waar bijna al-leen buitenlanders in wonen. Voor elk huis hangt een schotel. Daar begint de Vogelaarwijk, een achterstandswijk. De ouders van Jan Mulder wo-nen in Geuzenveld. Daar zagen ze hun buurt ver-kleuren. Nu stemmen ze PVV. Een beetje de be-krompen arbeidersmentaliteit, zegt hij licht gegeneerd.Hijzelf is teleurgesteld in de politiek. Van de idealen komt weinig terecht. Zelf stemt hij wisselend. Deze keer was het GroenLinks. Het is ook wel eens D66 of de VVD.PvdA zal hij nooit stemmen. Tegen die partij heeft hij weerzin.Het interesseert hem verder niet erg. Hij houdt zich het liefst bezig met zijn gezinnetje. Met zijn vrouw. En met hun dochter Sofie. De wereld daarbuiten kan hem minder schelen. Met de buitenlanders waren we, denkt hij, te idealistisch. We dachten dat ze zich aan zouden passen. Doen wij toch ook als we ergens anders zijn. Dat pakte anders uit.

Opmerkelijk veel van de pontvaarders die we spreken vertellen, soms met een licht gevoel van schaamte, dat ze wel buren hebben, maar dat ze die niet bij hun naam kennen. Vooral mensen uit Marokko leven in hun eigen beslo-ten wereld.

O zeker, veel pontreizigers maken in hun va-kantie verre reizen, als het even kan twee keer per jaar. Helemaal naar India, naar Nieuw-Zeeland, naar Cuba of naar Curaçao.Maar daarnaast zijn ze in toenemende mate tweeverdieners die het te druk hebben met hun eigen wereld en hun eigen inkomen om hun buren van boven of van beneden te ont-moeten.Als er één algemeen gevoel heerst onder de pontvaarders van nu, dan is het wel het gevoel dat hun wereld heel klein aan het worden is. Er zijn uitzonderingen, maar een groot aantal on-der hen heeft nauwelijks zicht op wie er nog

meer in hun straat of in hun flat wonen. Ze heb-ben aan zichzelf en aan hun gezin kopzorg ge-noeg. Daar kunnen ze de wereld om hen heen niet ook nog eens bij gebruiken.Onder de pontvaarders van nu treffen we ten-minste acht tweeverdienende stellen aan. Harrie Jonkman is er een van en Femke Karel ook, Jan Mulder en Kim van Valkenburg. Zo ook Mariska Huijbens die het leven deelt met Marco Schoenmakers. Verder mevrouw Spitteler en haar man, de huisschilder Ricardo Boerop en zijn vrouw, de filosoof René Gude en zijn vrouw Barbara. Zij hebben zo’n druk leven dat er geen tijd overblijft voor contact met de buren of voor vrijwilligerswerk. Tijd is voor deze pontvaar-ders belangrijker dan geld.

Mariska Huijbens en Marco Schoenmakers‘Marokkanen mengen niet’Ze hebben niet veel contact met hun buren. Wel veel last, vooral van Marokkanen die in djellaba rondlopen, veel lawaai maken en niet mengen.Ze staan elke dag om zes uur op. Om zeven uur fiet-sen ze samen naar de pont. Zij gaat daarna door naar Hoofddorp met de trein. Ze werkt bij TNT – vreselijk dat er zoveel mensen weg moeten. Hij werkt als ICT’er bij het Lucht- en Ruimtevaart- laboratorium in Sloten.Zijn vader was postbode in de Noordoostpolder. Hij bracht de AOW en de kinderbijslag nog persoonlijk rond bij de boeren.Na het werk sporten ze in de buurt. In de vakantie maken ze lange reizen, naar Guatemala en naar Mexico.Al hun vrienden zijn tweeverdieners met drukke levens. Die vrienden zijn het die ze aan Noord binden.

Ze zeggen het met zoveel woorden. Ze houden zich het liefst bezig met hun eigen gezinnetje, hun vrienden. Aan de wereld daaromheen ko-men ze niet toe. De een klaagt erover dat er ‘onderling weinig contact’ is. De ander betreurt het dat ze ‘de meeste mensen in haar buurt niet kent’. Een derde heeft ‘geen idee wie er allemaal om hem heen wonen’. En er staan mensen op de pont die morgen nog naar Amerika willen verhui-zen. In elk geval emigreren. Als het even kan naar een warm land. Yousef Bark zou dolgraag naar Marokko terug willen om daar een trans-portbedrijf te beginnen. Maar hoe komt hij aan het geld dat hij daarvoor nodig heeft? Bovendien heeft hij geen rijbewijs. Onder de pontvaarders zijn ouders die hun kin-deren, vanwege de verkleuring van hun wereld, een kwartier rijden van huis op school of naar de crèche doen omdat de school in de buurt te

reportage

zwart is. En al sla je ze dood, ook zij kunnen niet op de naam van hun buren komen.Het is niet zo dat de doorsnee pontvaarder een ongelukkige indruk maakt. Maar ze vinden dat het kleine voldoende is, in de beslotenheid van hun eigen wereld.

Ricardo Boerop‘Allah krijgt de wet hier’Er komen heel veel yuppen op de huizen hier af. Zelf woont hij nu veertien jaar in Noord, bijna vijf-tien. Maar een echte Noorderling kan hij zich niet noemen.Hij is huisschilder en hij fietst elke dag naar de pont. Kwart over zeven heen. Vier uur ’s middags terug. Tenzij hij ‘klussies’ heeft. Dan wordt het later. Zijn vrouw werkt bij Albert Heijn. Ze heeft net haar twaalfenhalfjarig jubileum achter de rug.Ze zien en voelen hoe Noord verandert. Het is alle-maal veel sneller geworden en minder sociaal. En het lijkt wel of ‘onze Marokkaanse medemens’ en ‘on-ze Turkse medemens’ meer rotzooi gaan trappen.Hij: ‘Ik heb SP gestemd.’Zij: ‘Ik stem niet meer. Heeft geen zin.’Hij: ‘Wilders is net als alle anderen. Eén dag Wilders kostte mij al twee jaar salaris omdat hij de AOW opgaf. De PVV is niet goed. Maar er moet wel wat gebeuren. Strenger straffen.’Zij: ‘Als ik de kans krijg, ga ik emigreren.’

Hij: ‘Moet ze alleen gaan. Mij krijg je Amsterdam niet uit.’Zij: ‘Naar een warm land.’‘Met moeders van buitenlandse kinderen,’ zegt zij, ‘raak je nooit bevriend.’Hij: ‘Turkse en Marokkaanse jongens roepen nu: hier krijgt Allah de wet.’

In 1981 stemde een kwart van Amsterdam-Noord nog op de CPN en woonden er nog geen vierdui-zend allochtonen aan de overkant van het IJ. Nu zijn dat er veertigduizend, een vertienvoudiging in nog geen dertig jaar. Ook nam het percentage mensen dat in zijn eentje een huishouden voert enorm toe. Van de 86 duizend personen die in Noord wonen, staan er niet minder dan 19 dui-zend als alleenstaand ingeschreven. Het percen-tage werklozen is in Noord ook hoger dan in ove-rig Amsterdam: 11,2 tegen 7,5.Onder de pontvaarders, uiteindelijk bijna alle-maal mensen met een meer of minder vaste baan, is werkloosheid niet het voornaamste pro-bleem. Maar zeker de buitenlanders die van de pont gebruikmaken, leven vrijwel nooit in iets wat op welstand lijkt. Yousef Bark moet sappe-len om rond te komen, zeker sinds hij minder overwerkt. Hij wil het bedrag dat hij verdient

niet noemen. Hij geneert zich voor de schamel-heid. Hij gaat altijd en overal op de fiets naartoe. Met de pont vaart hij wel graag. Die is gratis.In de wereld van nu wordt er ook opvallend veel meer dan in de wereld van vroeger ge-scheiden. De familieverbanden zijn losser ge-worden.

Hein Degenkamp en zijn dochter Fleur‘Ik was boos op haar. Zij heeft op Wilders gestemd’Ze houden kantoor in het Confectiecentrum en ze importeren stoffen en jurkjes uit Parijs en uit Italië. Ze wonen in Purmerend. Elke dag rijden ze op de scooter naar de pont over het IJ. Fleur zegt dat haar vader heel relaxed is, maar dat zij zich altijd overal tussen wil wurmen. Op de pont heeft iedereen haast. Haar vader zal nooit dringen. Die laat liever iedereen voorgaan.Na de pont is het nog eens twintig minuten naar hun werk. Degenkamp senior: ‘Fleur heeft PVV gestemd. Mijn vrouw ook. Ik was er boos om.’Fleur: ‘Ik ben het in veel eens met Geert Wilders. Ik vind het moeilijk. Ik ben niet rechts. Ik ben midden-moot. Ik ben wel voor betere zorg.’In hun wijk zijn uit twintig auto’s de airbags gestolen. Fleur: ‘Ik durfde niet meer in de auto te rijden.’

64 65Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010 Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010

De meesten vinden het kleine geluk in de

beslotenheid van hun eigen wereld

Mariska en Marco maken graag verre reizen, maar contact met de buren hebben ze nauwelijks

Wie staan er naast ze op de pont? Wie zijn hun buren? De meeste pontvaarders hebben er nauwelijks nog zicht op

Page 5: Steeds minder met elkaar. De pont van kwart over zeven

reportage

Veel pontvaarders staan onverschillig tegen-over de politiek of voelen zich erdoor in de steek gelaten. De arbeider van nu vindt zijn heil niet meer bij de arbeidersbeweging van vroeger. Er is nog maar weinig over om voor te strijden en bovendien heeft de PvdA al die bui-tenlanders te hartelijk welkom geheten. In Noord moet de PvdA het vooral van de alloch-tonen hebben die onder de vleugels van Cohen bescherming hopen te vinden. Anderen leggen de schuld voor wat er naar hun idee mis ging graag bij de PvdA neer. Materieel hebben de pontvaarders van nu het beter dan die van 1981. Bijna iedereen woont in een fatsoenlijk koop- of huurhuis. Bij de meesten staat er een auto voor de deur. In de zomermaanden gloeit de barbecue in de ach-tertuin. En toch is er veel irritatie. Over de regeltjes en de voorschriften waar de overheid ze de kop mee plat zeurt. Dat je op de ene plek wel, maar op de andere niet mag skaten. Of die keer dat Marcel van den Boogert zijn trekhaak onder de

auto vandaan haalde en er een milieuambte-naar naast hem stond die hem op de bon wilde slingeren. Het is de verzameling van zulke klei-ne ongemakken die bij sommige pontvaarders tot grote ontevredenheid leidt. En zelfs tot ex-tremere politieke opvattingen.Alle opgedane rot-ervaringen bij elkaar beves-tigen het beeld van de moderne pontvaarder als een mensensoort die niet verlangend uit-kijkt naar de verleidingen van de grote we-reld. Zo bezien is het logisch dat ze met de PvdA niet veel te maken willen hebben. Die heeft het bestaan van problemen te lang gebagatel-liseerd. En die wordt, ondanks Job Cohen, niet speciaal geassocieerd met het voor veel pont-vaarders elementaire begrip van veiligheid. Vandaaruit stemmen veel pontvaarders liever op de radicale Roemer dan op de afstandelij-ke Cohen.

Mevrouw Looy‘Mijn man wilde niet meer getrouwd zijn’Als ze wind mee heeft, fietst ze in twaalf minuten naar de pont, met wind tegen doet ze er twintig mi-nuten over. Ook zij staat graag op haar vaste plek-je in het overdekte tussenstuk. Ze werkt in een kinderdagverblijf bij de Dapper-markt. Met een vast contract voor 24 uur. Ja na-tuurlijk, wegsturen kunnen ze je altijd.Ze vertelt dat haar man niet meer getrouwd wilde zijn. Na negentien jaar huwelijk. Jammer. Kun je wel moeilijk gaan doen, maar daar wordt zo’n man ook niet gelukkig van. Nu woont ze alleen met haar hond.Vroeger, zegt ze, had ze meer het gevoel van een dorp. Nu kent ze in haar buurt lang niet iedereen meer. Je loopt langs een huis, het staat leeg, een half jaar later staat het weer leeg.Van de PVV moet ze niks hebben. Dat zijn racisten. Ze kan niet begrijpen waarom mensen op zo’n par-tij stemmen. Willen ze soms een soort Hitler? Het is nog levensgevaarlijk ook.

66 67Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010 Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010

‘We leven in een rare wereld waar ik

steeds minder van begrijp’

De mensen doen net alsof vroeger alles beter was. Er is angst. Maar die angst komt uit henzelf. En van de televisie. Als je vaak genoeg naar een program-ma als ‘Opsporing verzocht’ kijkt, krijg je vanzelf een onveilig gevoel.

Mevrouw Spitteler is een van de pontvaarders die het kunnen billijken als goedwillende men-sen op de PVV stemmen. Die mensen, zegt ze, willen hun normale buurt terug. En ze hopen dat Wilders daar iets aan kan doen.Er zijn ook pontvaarders die Wilders een ziek-te toedenken of hem het IJ in wensen. Of die niet snappen hoe iemand zo oliedom kon zijn om op hem te stemmen. Volgens hen is het ondenkbaar dat er ook maar iets goeds uit zijn handen komt. Zien zijn kiezers nou echt niet dat het met Wilders in de regering verkeerd af moet lopen? Mevrouw Jansma denkt dat het door de recessie komt en door de vele allochtonen die er in Nederland rond-lopen. Hoe kan een land zijn toekomst an-ders aan een man als Wilders toevertrou-wen? Als hij één ding bewezen heeft, dan toch dat hij totaal ongeschikt is voor het landsbestuur. Kitty IJzelenberg‘Het trappenhuis stinkt naar poep, pies en drank’Anderhalf jaar geleden besloot ze dat ze wilde schei-den. Haar man wilde toen dat ze meteen vertrok. Nu voelt ze een grote barst in haar leven. Ze werkt bij de Albert Heijn in Nieuw Sloten, aan de andere kant van de stad. Toen ze in Noord kwam wonen, dacht ze dat ze van God en iedereen verlaten was. Maar toen ze voor het eerst naar de pont fietste en zag hoe dichtbij de stad was, was ze dolgelukkig. Op de pont zegt ze tegen zichzelf: kijk eens om je heen! Al dat water. Die schepen. De mist!Ze heeft inmiddels omgang met een andere man. Hij is koster in Haarlem, zijzelf is christelijk gereformeerd.

In haar flat kent ze de meeste andere bewoners niet. Als ze van haar werk aan de andere kant van de stad thuiskomt, doet ze niet veel meer. Ze is nog steeds snel moe. Haar drie zoons die al volwassen zijn, ziet ze af en toe. In haar flat wonen wat buiten-landers en wat oudere mensen. Ze is niet bang, ook al ruikt het op de trappen vaak naar pies, poep en drank. Ze begrijpt wel iets van de PVV-stemmers. Ze hoort dat buitenlanders worden voorgetrokken. Soms heeft ze het gevoel dat ze langzaam verdwijnt. Ze zou heel graag bij een Albert Heijn in de buurt gaan werken. Dan zou ze minder alleen zijn.

Je bent vóór Wilders. Of je bent tégen hem. Maar je kan ook vóór hem zijn en toch niet op hem gestemd hebben. Dan snap je dat anderen er anders over dachten. En dan begrijp je iets van hun beweegredenen. In 1981 had je nog geen PVV, toen had je alleen Janmaat, een outcast. Nu kan menige pontvaarder, ook als die zelf niet op Wilders heeft gestemd, zich voorstellen dat an-deren wél PVV stemden. De huisschilder Ricardo Boerop hoorde op de pont mensen zeggen dat ze op de PVV gingen stemmen omdat ze het hele-maal zat zijn met de buitenlanders. Hij vindt dat een legitieme redenering. Femke Karel kwam er-achter dat haar buurman op Wilders gestemd had. ‘Dan kijk je toch met heel andere ogen naar zo iemand.’ Hein Degenkamp hoorde dat zijn ei-gen dochter en zijn eigen vrouw op Wilders ge-stemd hadden. Woedend was hij daarover. En Jan Mulder merkte dat zijn ouders, die vroeger van de PvdA waren, nu op Wilders gestemd hebben. Hij vertelt het met een lichte gene.

Harrie Jonkman‘Ik kon het tij niet keren’Hij en zijn vrouw bewonen een woonark tegen het Twiske aan. Ook hij noemt de overtocht ‘medita-tief ’. En ook hij heeft een vaste plek op de pont. Om kwart over zes neemt hij de pont terug. Hij werkt bij het Verwey-Jonker Instituut. Daar doet hij onder-zoek naar de jeugd. Hij ziet wel dat mensen minder geneigd zijn om din-gen met elkaar op te lossen. Ze trekken zich liever te-rug achter hun grote televisieschermen. Ze voelen zich geen deel meer van een grote geheel. Er komt wantrouwen, ook door de grote sociaal-economi-sche verschillen.Op een gegeven moment hebben ze hun kind van de school een paar straten verderop gehaald en in Landsmeer op een andere school gedaan. Daarna zijn er nog meer ouders vertrokken. De school waar ze eerst op zat, verruwde. Er werd gevoch-ten. Hij zat in de ouderraad, maar hij kon het tij niet keren.

Onder de pontvaarders van nu treffen we geen afkeer van de moslim in het algemeen aan, maar wel verbazing over het feit dat de bevol-kingsgroepen in Noord zo geweldig langs el-kaar heen leven. Voor veel pontgangers is de fragmentatie van hun wereld de belangrijkste reden om zich in hun eigen kringetje terug te trekken. Een van de pont-gangers zegt het met zoveel woorden. Marcel van de Boogert: ‘We leven,’ zegt hij, ‘in een rare wereld waar ik steeds minder van begrijp.’Filosoof René Gude mag Nederland het veiligste land ooit noemen, ondertussen vertellen veel pontvaarders over opgedane slechte ervaringen

Vaak zoeken de vaste pontvaarders hun vaste plekje op de pont op. Het liefste buiten

Harrie Jonkman haalde zijn dochter van de buurtschool, omdat die verruwde

Page 6: Steeds minder met elkaar. De pont van kwart over zeven

en over hoe ze te maken kregen met agressie en bedreigingen. Behalve het verhaal van haar zoon die ze op kroketten uitstuurde en die voor de snackbar van zijn wisselgeld beroofd werd, vertelt mevrouw Jansma ook nog dat ze ooit door drie vrouwen op de Dam in elkaar is gesla-gen. Mevrouw Bax vertelt hoe de junk die boven haar woonde uiteindelijk met vijfduizend gul-den handgeld het huis uitgezet is, nadat hij door de rechter was vrijgesproken. En mevrouw Spitteler getuigt hoe ze nog steeds schrikt van een onverwachte beweging sinds ze van een straatrover te horen kreeg: geef me je tas of ik vermoord je. Er staan getuigenissen tegenover van mensen die het in Amsterdam-Noord juist reusachtig naar de zin hebben. De een geniet elke dag weer van de nabijheid van het Vliegenbos. En een ander vindt het prachtig om zo dicht bij de oever van het IJ te wonen.Hoe dan ook: grosso modo is het gevoel van veiligheid onder de moderne pontvaarders niet overdreven groot. Al met al noteren we net zo veel klachten daarover als juichtonen omtrent het tegendeel.

Mevrouw Jo Bax‘We hebben AOW en een klein pensioentje’Ze woont eigenlijk in Bos en Lommer, maar ze ver-blijft meestal op haar tuinpark in Noord. Haar man heeft een hoop losse baantjes gehad. Daardoor heeft hij alleen AOW. En een klein pensioentje van nog geen honderd euro. Zij is nog wel een hondstrouwe PvdA-stemmer. De SDAP, zegt ze, heeft veel voor de arbeiders gedaan.Haar kinderen hebben doorgeleerd. De een, zegt ze, is agent zonder pistool, de ander heeft een goede baan op Schiphol, en haar dochter werkt bij de Europese Centrale Bank in Duitsland.

In het algemeen zijn de kinderen van de oude-re pontvaarders beter terechtgekomen dan hun ouders. Ze leiden een vrijer leven. Maar soms loopt het mis.De dochter van Mariska Huijbens viel in de han-den van een loverboy. Ze kwam in een gesloten inrichting. Nu woont ze op zichzelf, dicht bij haar moeder. En de zoon van Gerard Kouwenoord kocht een huis in Amsterdam-West, en toen ver-brak zijn vriendin de relatie. Het net aangeschaf-te huis staat weer te koop. Gerard Kouwenoord woont sinds de dood van zijn vrouw alleen. Zo ook de Iraniër Siavash Aramboo en Marcel van den Boogert, Kitty IJzelenberg en mevrouw Looy. Ardito Nanlohy woont ook alleen. Hij heeft wel een vriendin. Yousef Bark brengt de zomer in zijn eentje door. Zijn vrouw en kinderen wonen in die periode in Marokko.

Wim Collee leeft samen met een nieuwe part-ner die hij via internet leerde kennen, net als Mariska Huijbens en Marco Schoenmakers die ook allebei eerder getrouwd waren. Het kies-voor-jezelf-principe heeft sommige pontgangers tot acties aangezet met soms gro-te gevolgen. Kitty IJzelenberg, die haar man ver-liet na eenendertig jaar huwelijk, voelt de pijn daarover nog elke dag.

Gerard KouwenoordIedereen in de buurt is rijkVergeleken met vroeger is iedereen in zijn buurt rijk. Waar hij woont helpen de buren elkaar wel. Dat merkte hij toen zijn vrouw overleed. Hij stemde zelf GroenLinks. Zijn zoon werkt in de be-veiliging. Die begrijpt Wilders wel. Hij stemde hele-maal niet. Vroeger was het geen vraag. Je stemde links. Punt uit. De arbeider moest vooruit.Hij werkt al tweeëndertig jaar bij een grafisch be-drijf in Sloterdijk, veertig minuten met de fiets. Vorig jaar kwamen ze allemaal in de deeltijd WW. Vier mensen moesten worden ontslagen. Hij weet dat zijn baan onzeker is, maar daar maakt hij zich niet druk om. Als het moet, gaat hij parken schoon-vegen. ‘Ik werk sinds mijn zestiende. Zo ben ik opge-voed. Je gaat niet op andermans zak teren.’Sinds de dood van zijn vrouw leest hij veel, hij sport en hij twittert. Ook bezoekt hij met zijn zoon concer-ten van hardrockbands.Hij kan niet begrijpen dat mensen op de PVV stem-men. Wilders moeten ze in zijn kraag grijpen en het IJ in gooien.Alleen zijn Marokkaanse collega snapt waarom mensen Wilders stemmen. Die schaamt zich voor de jongens in Slotervaart.

Het pontje dat naar het oude NDSM-terrein vaart, doet er vrij lang over. Met de andere twee ponten ben je in een mum van tijd aan de Buiksloterweg of aan het IJplein. Veel pont-vaarders hebben enorme haast om van hun

pont af te komen. Het komt geregeld voor dat mensen al tegen de klep oplopen terwijl die nog pas halverwege is neergedaald.

Santos Bercerra de Cubaan‘Ik wil een vrouw. Maar hoe pak ik dat aan?’Hij is geboren op Cuba, woont nu acht jaar in Nederland. Op Cuba heeft hij een zoon en een zus-ter. Fred, de man bij wie hij in Noord woont, is ver-liefd op haar. Als hij aan de overkant is, is hij met-een bij zijn werk. Hij maakt treinen van de ICE schoon, al zijn collega’s zijn net als hij buitenlan-der. Het is hard werken, veel tillen. Hij ziet het als een sport.Hij houdt van Nederland. Rustig land. Goede econo-mie. Lage criminaliteit. Zijn huisgenoot gaat deze maand voor de tweede keer naar Cuba. Als het hem dan weer bevalt, wil hij met zijn zuster trouwen. In Nederland is het enige probleem dat je je buren niet kent. Op Cuba staat de achterdeur altijd open.Bercerra zou hier graag een vrouw willen leren ken-nen. Maar hoe pak je dat aan? Hij is zo verlegen.

Het punt is niet alleen dat Nederland verkleurt. Het gaat er ook om dat het voor veel pontvaar-ders onmogelijk lijkt om contact met buiten-landers op te bouwen. De uitzondering is mevrouw Joan Jansma, wier zwager een Marok-kaan is die om zeven uur van huis gaat en om tien uur ’s avonds terugkeert. Hij doet haar aan haar hardwerkende vader denken die met een duwboot op IJmuiden voer. Veel van de buitenlanders leven zelf ook, vaak noodgedwongen, in hun eigen wereld. Ze zien er geen belang in om daarbuiten te kijken. Milad de Egyptenaar zegt dat hij alleen maar mensen ontmoet die zelf niet in Nederland zijn geboren. Santos Bercerra de Cubaan heeft weliswaar een Nederlandse vriend bij wie hij inwoont, maar ook hij ontmoet als ICE-treinenschoonmaker

reportage

alleen buitenlanders. Al zijn collega’s zijn Turken of Marokkanen. En Siavash Aramboo de Iraniër wil morgen nog verhuizen naar Amerika, omdat in Nederland niemand op het idee komt om ook eens een stap opzij te doen. Nederlanders zijn volgens hem wegkijkers.

Marcel van den Boogert‘Ik ben echt een flatmens’Op zijn grote balkon – ‘ik ben echt een flatmens’ – kweekt hij munt en tomaten en komkommer. Hij eet graag uit eigen tuin. Hij heeft geen idee wie er allemaal om hem heen wonen. Zijn buren kent hij niet. Ja, zegt hij, het iso-lement is wel groot hier. Zijn onderburen zou hij zo voorbijlopen. Het zijn buitenlanders, dat weet hij wel. Alleen de buurvrouw op de hoek kent hij. Hij werkt in Sloterdijk. Als de pont aanlegt, moet hij nog vijftig minuten fietsen. Hij stemde de laatste keer Trots op Nederland, vanwege de files.

Het liefste zou hij in een warm land wonen. Als hij thuiskomt, is hij opgebrand. Dan kijkt hij geen jour-naal, expres niet. Hij ziet dat er steeds meer buitenlanders rond hem komen wonen. Die mengen niet. Dat kunnen wij wel willen. Maar het gebeurt niet.

We zochten ook enkele pontreizigers op die in het verhaal uit 1981 voorkomen. Ans Jonker bijvoorbeeld, die nog altijd tegen Tuindorp Oostzaan aanwoont, in een mooi groot huis met een weelderige tuin. In het vori-ge pontverhaal sprak ze over de bank waar ze toen werkte, de ING, als over ‘mijn veiligheid’. In die dagen stemde ze op het CDA. Negenentwintig jaar later werkt ze nog steeds bij dezelfde bank. Als administratief mede-werkster. En nog steeds met plezier.

Ze vindt dat de wereld om haar heen erg onzeker geworden is. Zekerheid, geborgenheid en veilig-heid, daar gaat het om. En dat is er onvoldoende. Ze vindt het terecht dat Wilders en de PVV nu meer invloed krijgen. Ze hebben de verkiezingen gewonnen. En ze ziet dat de oude bewoners van Tuindorp Oostzaan naar Almere verhuisd zijn. Nu wonen er alleen nog wat zij noemt ‘mensen van de onderkant’. Ze heeft ook een tijd in de Bijlmer gewoond, in Gaasperdam. Ze fietste graag door het park. Tot er op een ochtend een man uit de bosjes sprong die haar beroofde. Tas van het lichaam gerukt, al haar papieren zaten er in. En haar geld. Ze heeft zich, zegt ze, daarna twee jaar lang onveilig gevoeld. Ze keek altijd achterom of er iemand voorbij kwam. Als ze ie-mand eng vond, liet ze hem voorgaan.

Wim ColleeLeven van veertig euro in de maandZijn huwelijk klapte. Zijn ex vond een nieuwe part-ner op internet. Die vond het samenwonen met vier kinderen na vier maanden te veel worden.Hij kreeg zelf ook een nieuwe vriendin, een vrouw met twee volwassen kinderen. Ze werkt bij de basis-school op het IJplein.Zelf werkt hij als magazijnmeester in Zwanenburg. Gaat hij elke dag op de fiets naar toe, want hij zit in de schuldsanering. Te veel geleend, onder andere bij de DSB.Hij zoekt altijd werk via uitzendbureaus. Stemt SP. Zijn ouders waren PvdA-stemmers.Hij heeft het erg druk met zijn eigen leven, dat de laatste jaren op zijn kop heeft gestaan. Tot oktober. Dan zijn de schulden afbetaald. En dan hoeft hij niet langer van veertig euro in de maand te leven.

Linda Kolijn woont nu in Voorschoten en haar zus Jannie nog altijd in Edam. In 1981 vertelde Linda dat het haar droom was om door Afrika te reizen, van noord naar zuid. Een paar jaar la-ter boekte ze haar reis, zonder dat haar ouders het wisten. Ze bleef een half jaar weg. Later leerde ze haar man kennen die bij Shell werkt. Ze verhuisden naar Thailand waar ze zes jaar gewoond hebben. Een huis aan het strand tus-sen de palmbomen, twee huishoudelijke hul-pen, een tuinman en een chauffeur. Nu wonen ze in een rustige beschermde buurt zonder bui-tenlanders. Ze mist het reizen. Ze mist Thailand. Met haar man en haar kinderen gaat ze zo vaak als ze kan terug.Ze vermoedt dat de meeste mensen hier niet we-ten hoe goed ze het eigenlijk hebben als je dat vergelijkt met de landen waar ze geweest is. Ze merkt het aan haar eigen kinderen. Je denkt dat je ze kort houdt, maar ze hebben alles. Computer, internet, veertig kanalen op de televisie.

68 69Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010 Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010

De dochter van Mariska Huijbens viel

in de handen van een loverboy

Santos Bercerra ontmoet alleen buitenlanders

Menigeen beschrijft de overvaart als een meditatieve tijdspassering

Page 7: Steeds minder met elkaar. De pont van kwart over zeven

Femke Karel‘Alle mannen hier zijn bezig met dingetjes’Zoals veel pontgangers heeft ook zij haar vaste plek op de pont. Links voor. Koptelefoontje op. Muziekje aan. Ze is docent op een mavo in Amstelveen. Ze geeft biologie, natuur- en scheikunde en aardrijks-kunde. Onderweg naar de pont rijdt ze over een lang saai recht stuk. Aan de overkant wordt het feest. Vaak komt de zon op als zij langs de Amstel naar haar werk fietst.Ze woont samen met haar vriendin die Spaans is en als kok werkt. Samen met die vriendin gaat ze later die dag op vakantie naar Spanje. Ze hebben een ko-nijn en een hondje met een gebroken pootje.Ze is dolblij dat ze naar Noord verhuisd is. Ze woont aan de rand van het Vliegenbos, vernoemd naar een roemruchte wethouder.Toevallig kwam ze erachter dat haar buurman op Wilders heeft gestemd. Ze was geschokt. Opeens kre-gen zulke mensen voor haar een gezicht. Het is wel dezelfde buurman die zegt dat ze naar de Marokkaan moet als er iets aan haar busje kapot is. De mensen in haar omgeving vinden het moeilijk als de dingen veranderen. Vroeger was alles beter, vinden ze. Er komen ook in haar buurt steeds meer koopwoningen. Daar woont de oude garde in die voor een groot deel PVV stemt.Nee hoor, waar zij woont kijkt niemand ervan op dat ze met haar vriendin samenwoont. Alle mannen in haar omgeving zijn de hele dag met

dingetjes bezig. Met een fiets, met een bootje, met iets. Ook passen ze op haar konijn en geven ze haar planten water. Noord, zegt ze, is leuk. Noord is rust. En Noord is groen.

Linda’s zus Jannie woont nog altijd in Edam sa-men met haar vriendin met wie ze gelukkig is. Ook zij heeft veel gereisd. Dit jaar wordt ze vijf-tig. Dat gaat ze vieren in Chili op het Paaseiland. Oké, er is twee keer bij haar ingebroken. Daar wil ze niet over zeuren. Ze weet niet wie het wa-ren. Dus ook niet of het echt wel allochtone jongens waren.Aan het vrijwilligerswerk waar in 1981 al haar tijd aan opging, komt ze nu niet meer toe. Jannie vaart zelf niet meer met de pont over het IJ. Haar vriendin wel. Jannie: ‘Ik zet mijn Liesbeth elke ochtend af bij de pont over het IJ.’

Kim van Valkenburg‘De crèche hier is te zwart’Ook zij leerde haar man kennen via internet. Hij is een bedrijf begonnen voor het kweken van biologi-sche vis. En ook zij brengen hun dochtertje Bibi naar een crèche in Landsmeer. Een kwartier rijden. De crèche in de buurt is te zwart.Waar ze wonen is iedereen erg op zichzelf. Ze wonen tussen de jonge gezinnen, bijna allemaal twee-verdieners.Soms denkt ze: wil ik niet te veel?

Rob Wijtenburg verruilde Noord – ‘Wat is die buurt verpauperd’ – voor Almere. Hij woont naast de weduwe van André Hazes en vlak bij de artiest Ali B. ‘Aan het water, heerlijk.’ Als voor-malig lts’er heeft hij zich opgewerkt tot mana-ger van veertig medewerkers in de metaalindu-strie. Hij heeft niet alleen kansen gekregen, zegt hij, maar ze ook benut. ‘Dat is bij de jeugd van nu wel anders, die vat alles veel te makkelijk op.’ Rob Wijtenburg stemt VVD al neigt hij naar de PVV: ‘Ik heb niets tegen die buitenlanders, maar ze moeten zich wel aanpassen.’

De slotsomNa alle gesprekken met pontgangers is het dui-delijk dat een aantal van hen zeer zeker gepro-fiteerd heeft van de materiële voorspoed in de afgelopen decennia. Maar ondanks die wel-vaart is er ook gemis. Ans Jonker verwoordde het mooi. Ze noemde het ontbreken van ‘zeker-heid, geborgenheid en veiligheid’ de oorzaak van het onbehagen. Het gaat vaak om kleine dingen. Schilder Jan Westerink die tijdens zijn werk nog maar zel-den een kopje koffie aangeboden krijgt, me-vrouw Bax die zich erover verwondert dat de Turken en Marokkanen bij haar op het tuin-complex net doen of de andere bewoners niet bestaan. De Iraniër Sivash Aramboo die tegen-woordig vaak wordt afgesnauwd: ‘In een win-kel denken ze meteen dat ik iets jat.’We leven steeds minder met elkaar, is een con-clusie die op het Nederland van nu zeker van toepassing is. Misschien is dat ook de reden dat minstens vijf van onze gesprekspartners hun man of vrouw via internet vonden? En wie weet ligt daar ook de kiem voor de vele schei-dingen, die nu zoveel makkelijker tot stand ko-men dan toen.De kinderen van nu hoeven niet meer te strijden voor een zesendertigurige werkweek of voor een bijstandsuitkering. De dertigers en veertigers van nu krijgen kansen waar hun ouders alleen van droomden. Ze zien nog maar weinig heil in politiek engagement. De overheid staat voor on-toegankelijkheid en bureaucratie. Die moet je buiten de deur zien te houden.De vader van Jan Mulder was vuilnisman, zelf klom hij op. Hij deed de lts, de mts, volgde cur-sussen en heeft nu een prima baan in de ICT. Jan Mulder is een optimist. Dat zijn koophuis dicht bij een achterstandswijk staat, vindt hij geen probleem. ‘In zo’n wijk wordt geld gesto-ken. Ze klagen over hangjeugd. Maar als mijn dochter van twee straks twaalf is, zal ook dat wel opgelost zijn.’ n

Met dank aan Sophie Derkzen

reportage

70 Vrij Nederland 4 SEPTEMBER 2010

De buurman van Femke Karel stemt PVV, maar stuurt haar wel naar een Marokkaanse automonteur