[3e Volgreeks, 1e Deel] || 97STE BESTUURSVERGADERING VAN 24 MAART 1866
Transcript of [3e Volgreeks, 1e Deel] || 97STE BESTUURSVERGADERING VAN 24 MAART 1866
97STE BESTUURSVERGADERING VAN 24 MAART 1866Source: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, 13de Deel, [3eVolgreeks, 1e Deel] (1866), pp. 481-486Published by: KITLV, Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean StudiesStable URL: http://www.jstor.org/stable/25735859 .
Accessed: 14/05/2014 20:35
Your use of the JSTOR archive indicates your acceptance of the Terms & Conditions of Use, available at .http://www.jstor.org/page/info/about/policies/terms.jsp
.JSTOR is a not-for-profit service that helps scholars, researchers, and students discover, use, and build upon a wide range ofcontent in a trusted digital archive. We use information technology and tools to increase productivity and facilitate new formsof scholarship. For more information about JSTOR, please contact [email protected].
.
KITLV, Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies is collaborating with JSTOR todigitize, preserve and extend access to Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië.
http://www.jstor.org
This content downloaded from 194.29.185.69 on Wed, 14 May 2014 20:35:52 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions
978TB BESTUURSVERGADERING. 481
Bachiene, die aanneemt in eene volgende vergadering deswege verslag te doen.
De begrooting van uitgaven en ontvangsten voor het vol
gende Instituutsjaars wordt door den penningmeester aan het
oordeel des bestunrs onderworpen en na eenige beraadslaging
vastgesteld.
Wijders wordt besloten de huur van het lokaal voor de ver
gaderingen des Instituuts voorloopig te verlengen tot ultimo
April, in afwachting eener meer geschikte gelegenheid. Hierna wordt deze bijeenkomst gesloten.
97s BESTUURSVERGADERING
VAN 24 MAART 1866.
Tegenwoordig de heeren Jhr. J. P. Cornets de Groot van Kraaijenbnrg (Voorzitter), Prof. J. Hoffinann, A.
D. van der Gon Netscher, P. J. B. C. Robide van
der Aa, A. P. Godon en J. Millard (Secretaris).
De notnlen van het verhandelde in de vorige vergadering wor
den gelezen en goedgekenrd. Verzoeken om ontslag als lid des Instituuts zijn ingekomen
van de heeren J. W. M. Smissaert, H. D. Potter en G. %C. Bosch Reitz\
Tot nieuwe leden des Instituuts worden benoemd, de heeren:
Mr. C. J. E. graaf van Bylandt, te 'sHage, Jhr. Mr. H. A.
van der Goes, te 'sHage, Prof. H. Kern, te Leiden, Prof. J.
P. N. Land, te Amsterdam, Dr. C. P. Tiele, te Rotterdam,
Weitzel, te 'sHage, G. R. P. P. Gonggrijp, te Delft, Mr.
H. Beth, te 'sHage, Dr. J. A. van Dissel, te Samarang en
S. van Dissel, te Japara. Wordt voorgelezen een brief van den heer D. Scheltema, ge
dagteekend Haarlem 18 Maart 11., berichtende dat hij, de
overtuiging gekregen hebbende dat, hoezeer te vergeefs, het be
stuur zijne beste pogingen heeft aangewend om hem weder in
This content downloaded from 194.29.185.69 on Wed, 14 May 2014 20:35:52 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions
482 97STE BESTU URSVEliGADEItlNG.
het bezit te stellen der meermalen besprokeu kleine kaart van
de Karimon-Java-eilanden, in het verlies daarvan thans berust
en met zijne contribntie als donateur zal voortgaan.
Zijn ingekomen de volgende brieven van den minister van
kolonien:
Een brief dd. 26 Januari 11. n?. 14, mededeelende, dat
zich niet in het archief van dat departement bevinden de stnkken
door het bestnnr aangevraagd, met name: het dagregister eener
reis, door den heer E. Erancis, als gouvernements-commissaris
van Menado in de jaren 1846 en 1847 gedaan naar de Sangir en Talaut-eilanden en verschillende andere deelen der Molukkos; het rapport door hem in het jaar 1828 nitgebracht over eene
nienwe regeling van het bestnur der Buitenbezittingen, en het
dagregister van den heer Erancis, als president van Sumatra's
westkust, gehouden van de verrichtingen van het civiel bestuur
in den oorlog met de Padries gedurende de jaren 1834?37.
De minister drukt de meening uit, dat aan liet verlangen des
bestuurs beter en vollediger zou kunnen worden tegemoet ge
komen, indien voor het beoogde doel de tusschenkomst van het
Indisch bestuur wierd ingeroepen , om voor rekening des Instituuts
afschriften te bekomen der aangehaalde stukken.
De vergadering besluit den minister van kolonien den dank
des bestuurs aan te bieden, met het verzoek het Indisch be
stuur te willen rnachtigen tot het doen afschrijven dier stukken, wanneer de heeren commissarissen des Instituuts in Indie zich
daartoe aanmelden.
II. Een brief dd. 8 Maart 11. n?. 393, ten geleide van een
uittreksel van een verslag, door den 4en inspecteur der cultures
op Java in het vorige jaar uitgebracht nopens den toestand van
de afdeeling Banjoewangie, tegen de openbaarmaking waarvan
bij den minister geene bedenkingen bestaan.
Wordt besloten dat stuk in de Bijdragen des Instituuts op te nemen.
Door den secretaris wordt medegedeeld, dat door hem be
houdens de goedkeuring des bestuurs, met den heer H. C.
Millies, te Utrecht, eene briefwisseling is geopend ten aanzien
der uitgave door het Instituut van een door dien hoogleeraar in de Pransche taal voltooid werk over de munten van den Oost
Indischen Archipel; evenzoo met den heer Dr. Neubronner van
der Tuuk over de uitgaaf eener Maleische chrestomathie, ge schikt voor cle inlandsche bevolking van den Indischen Archipel.
This content downloaded from 194.29.185.69 on Wed, 14 May 2014 20:35:52 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions
97^E BESTUURSVERGADEttING. 483 De vergadering verleent machtiging aan den secretaris om
deswege in verder overleg te treden en onder nadere sanctie des bestunrs omtrent de voorwaarden dier nitgave overeen te komen.
Wijders wordt met belangstelling vernomen, dat door prof. Hoffmann ter plaatsing in de Bijdragen des Instituuts zal wor den ingezonden een stnk, getiteld : // Blikken in de geschiedenis en staatkundige inrigting van Lioe-Kioe en zijne betrekkin
gen met China en Japan. Naar Chinesche en Japan s che bromen. //
De secretaris bericht, dat, dewijl herhaaldelijk klachten zijn ingebracht over het gebrnik van sommige Maleische drukletters, die, als strijdig met het gewone schritt der Inlanders, voor hen niet altijd dnidelijk of leesbaar zijn, door hem inlichtingen zijn ingewonnen omtrent de kosten eener wijziging, met het voorstel den drnkker des Instituuts op te dragen, de vereischte veran
deringen in te voeren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Wordt voorgelezen het antwoord der 3e afdeeling van het
Instituut, dd. 23 Februari ll., inhoudende, dat het aan haar
ten fine van rapport toegezonden werk van den heer Leupe : // Bij dragen tot de geschiedenis van den zeeroof in den Oost-Indischen
Archipel 1800-1802,// door de meerderheid geacht wordt, als
eenige belangrijke historische feiten betreffende, geschikt te zijn om, eenigermate verbeterd, te worden opgenomen in de Bijdragen des Instituuts, hoezeer de beslissing daarover aan het hoofdbestuur overlatende.
De vergadering draagt den secretaris op, om, naar gelang de mimte in de Bijdragen de plaatsing toelaten zal, op voor
schreven stuk bij voorkomende gelegenheid te letten.
Wijders wordt aanteekening gehouden der mededeeling van
dr. Niemann, betreffende den door den heer Leupe aangeboden Maleischen tekst met klankletters van het accoort, gesloten door den admiraal Steven van der Hagen met den kapitein en
de hoofden van Hitoe op Amboina in 1605, en later vernieuwd
door den gouverneur Frederik Houtman in 1620.
Bij het deskundig onderzoek is gebleken, dat uit een lin
guistisch oogpunt dat oude archiefstuk geenszins belangrijk en
niet alleen in siecht en verbasterd Maleisch geste! d is, maar ook
dat de daarbij gebruikte klankteekens geene bijzondere opmerking verdienen boven andere Maleische handschriften met klankteekens.
IX (XIII). 32
This content downloaded from 194.29.185.69 on Wed, 14 May 2014 20:35:52 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions
48 4 978TIE BESTUURS VERGA DERING.
Wordt besloten daarvan den heer Leupe onder dankbetuiging mededeeling te doen.
Ten aanzien van de stukken, venneld in de notulen der
Bestuursvergadering van den 21en October 1865, door den heer
Leupe ingezonden, wordt het bericht medegedeeld, dat van wege de 2e afdeeling des Instituuts een gunstig advies is ontvangen, tot plaatsing, hoezeer eenigermate verkort, van // Beschrijving der zeden van de Alfoeren in de Minahassa door den gouver neur der Molukkos, Padtbrngge," waarbij aanvankelijk gevoegd was doch later teruggenomen is neen togt van den gouverneur door het binnenland der Minahassa. v Naar aanleiding daarvan werd de aandacht gevestigd op de journalen van Padtbrugge zijner reizen naar de Soela-, Oebi- en Sangir-eilanden, bene vens den oosthoek van Celebes en het binnenste van de golf van
Tomini.
De opname dezer journalen, doch eenigermate verkort, in
eenige volgende n?* der Bijdragen, wenschelijk geacht zijnde, wordt den sekretaris opgedragen daartoe de medewerking van
den heer Leupe in te roepen.
Aan de vergadering wordt mededeeling gedaan van eene door den president en den sekretaris met den heer H. L. Smits
aangegane suppletoire overeenkomst, bepalende : 1?. dat als uitgever der Bijdragen van het Instituut zal op
treden de heer Martinus Nijhoff alhier ; 2?. dat exemplaren der Bijdragen door hem in den handel
zullen worden verkrijgbaar gesteld tegen 20 cent per vel, waarvan de helft ten voordeele des Instituuts door den drukker Smits telken jare in de maand Juli zal worden verantwoord, wordende hiervan echter uitgezonderd zoodanige deelen, die platen of kaarten bevatten, waarvoor een nadere prijs zal worden vast
gesteld: 3?. dat de heer M. Nijhoff wordt toegestaan op de omslagen
der Bijdragen aan te kondigen de werken door hem uitgegeven. Deze overeenkomst wordt door het Bestuur goedgekeurd.
De heer Bachiene draagt aan de vergadering voor zijn ge voelen over de rangschikking der leden van het Bestuur, ten
opzichte van de jaren van aftreding, waarover in vroegere bij eenkomsten eenig verschil was ontstaan.
Na eenige discussie wordt overwogen, dat in de algemeene
This content downloaded from 194.29.185.69 on Wed, 14 May 2014 20:35:52 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions
97** BESTUURSVERGADERING. 485
vergadering van 27 Mei 1865, bij de keuze van nieuwe Be stuursleden niet bepaaldelijk voor ieder lid is aangewezen ge worden de voorganger, die vervangen of de plaats in het Bestuur
welk^e aangevuld werd; dat toen de heer Veth, bij diezelfde
gelegenheid als Bestuurslid aangewezen, die benoeining niet aan
genomen en alzoo geene zitting gehad heeft, evenmin ten aan
zien van den heer Robide van der Aa, later in de Algemeene Vergadering van 26 Julij 1865 tot directeur gekozen, kon
worden bepaald het jaar zijner aftreding; dat evenwel door het bedanken der heeren Jhr. H. C. van der Wijck en Dr. T. Roorda en de nieuwe keuze van bestuursleden ter vervanging van hen, die reeds vier jaren gefungeerd hebben en niet her kiesbaar zijn, de gelegenheid bestaat, om het door de algemeene vergadering begane verzuim te herstellen door de tegenwoordige leden des Bestuurs, in het vorige jaar verkozen, te rangschikken naar het aantal stemmen door hen verkregen, derhalve:
de heeren J. Millard, A. D. van der Gon Netscher en A. P.
Godon, aftredende in het jaar 1869; de heeren Jhr. Mr. W. T. Gevers Deynoot, J. Hoflmann en
P. J. B. C. Robide van der Aa, aftredende in het jaar 1867; de heeren P. J. Bachiene en E. Francis, aftredende in 1868; en wijders door de volgende lijst van candidaten voor de
opengevallen plaatsen, als:
ter vervanging van den heer Cornets de Groot van Kraaijenburg: de heeren Dr. P. Bleeker, G. H. Uhlenbeck, J. M. Obreen,
aftredende in 1870.
ter vervanging van den heer Mr. W. Wintgens: de heeren G. H. Uhlenbeck, J. M. Obreen, Mr. J. E. Banck,
aftredende in 1870.
ter vervanging van den heer H. C. van der Wijck: de heeren J. M. Obreen, Mr. J. E. Banck, A. W. Egter
van Wissekerke, aftredende in 1870; ter vervanging van den heer Dr. T. Roorda, de heeren Dr. G. K. Niemann, J. J. Meinsma, Mr. P. A.
S. van Limburg Brouwer, aftredende in 1868.
Wordt besloten dienovereenkomstig aan de aanstaande alge meene vergadering een voorstel te onderwerpen.
Vervolgens wordt de rekening en verantwoording van den
Penningmeester, onderzocht door de heeren Bachiene en van der
Aa, ter nadere goedkeuring van de bedoelde algemeene verga
dering gearresteerd, zoomede kennis genomen van het aan haar
This content downloaded from 194.29.185.69 on Wed, 14 May 2014 20:35:52 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions
486 988TB BESTUURSVERGADERING.
in te dienen, door den sekretaris ontworpen, algemeen verslag van den staat en de werkzaamheden van het afgeloopen Insti
tuutsjaar. Daaraa wordt de bijeenkomst gesloten.
98ste BESTUURSVERGADERING
van 23 april 1866.
Tegenwoordig de heeren Erancis, die in den aanvang het presidium waarneemt, Prof. Hoffmann, Dr. Niemann, Jhr. Gevers Deynoot, Egter van Wissekerke, Obreen, Dr. Bleeker, Robide van der Aa en Godon, terwijl de
laatste, bij afwezigheid van den heer Millard, zich met
het secretariaat belast.
Keuze van een voorzitter voor het Instituut. Met meerderheid
van stemmen wordt die betrekking aan den heer Bleeker opge
dragen, die evenwel verklaart om verschillende redenen niet in
staat te zijn die functie te aanvaarden. Bij eene herstemming
erlangt de heer Gevers Deynoot de meeste stemmen, die zich
deze keuze laat welgevallen en het voorzitterschap aanvaardt.
Keuze van een onder-voorzitter. De heer Bleeker wordt met
meerderheid van stemmen tot deze betrekking gekozen, die ver
klaart haar te aanvaarden.
De heer Robide van der Aa geeft zijn wensch te kennen, in
het huishoudelijk reglement nog een artikel op te nemen, be
treffende den aankoop van boeken en handschriften voor de
bibliotheek. In verband met de kwestie der ineensmelting van de ?de en
3de afdeeling geeft de heer Robide van der Aa in overweging de afdeelingen op te heffen en in plaats daarvan in den winter
vier bijeenkomsten te houden, bestemd voor voordrachten en
This content downloaded from 194.29.185.69 on Wed, 14 May 2014 20:35:52 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions