Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r...

28
1 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2 Fatima of Sil, een wereld van verschil Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen op de arbeidsmarkt tussen etnisch E.U. en allochtone schoolverlaters onge werkzoekenden hebben het niet altijd makkelijk om een job te vinden. Talrijke factoren spelen een rol; ben je goed opgeleid of verlaat je ongekwalificeerd de school? Sluit je opleiding aan bij de vraag van de arbeidsmarkt of maakte je een weinig toekomst- gerichte studiekeuze? Ben je flexibel en weet je van aanpakken of wil je enkel een welbepaalde job en niets anders? Al deze factoren bepalen in meer of mindere mate je succes in de zoektocht naar werk. Maar wat als zelfs je naam een wereld van verschil kan maken? >> Aan de hand van de resultaten van de 19e studie schoolverlaters 1 waar de schoolverlaters van 2002 door de VDAB 1 jaar lang werden gevolgd, gingen wij in deze arbeidsmarkttopic na hoe de aansluiting met de arbeidsmarkt van allochtone schoolverlaters 2 verloopt. Omdat onze partners, het ministerie van Onderwijs en het VIZO, in het kader van de wet op privacy geen identiteitsgegevens vrijgaven, heeft dit onderzoek enkel betrekking op de schoolverlaters die zich bij de VDAB als werkzoekende inschreven. Een onderzoek naar de participatie van allochtonen in de verschillende studieniveaus, studiegebieden en –richtingen, geeft uitsluitsel over de studiekeuze. Het belang van deze studiekeuze, zeker voor de lager geschoolden, bleek reeds uit de resultaten van de 19e studie schoolverlaters. Om te bepalen of een studieniveau, -gebied of -richting al dan niet goed presteert wordt gekeken hoeveel schoolverlaters nog werkzoekend zijn 1 jaar nadat zij de school hebben verlaten. Dit aantal wordt uitgedrukt in een percentage van het totaal; wij noemen dit het restpercentage. Dit prestatieniveau wordt bepaald aan de hand van het rest% voor alle schoolverlaters, dit betekent dat ook de schoolverlaters die rechtstreeks na het verlaten van de school een job vonden in rekening gebracht worden. Waar er vergelijkingen gemaakt worden tussen het rest% van etnisch E.U.’ers en allochtone schoolverlaters wordt het rest% gebruikt dat berekend werd op basis van de inschrijvingen bij de VDAB. Dit rest% ligt dan wel hoger maar het mag enkel beschouwd worden als vergelijkingsbasis tussen etnisch E.U.’ers en allochtonen. Dit rest% geeft aan of er tussen etnisch E.U.’ers en allochtone schoolverlaters die dezelfde opleiding volgden, niet objectief verklaarbare verschillen zijn in de doorstroming naar de arbeidsmarkt. Tot slot willen wij ook nagaan in hoeverre de kennis van de Nederlandse taal een belemmering kan zijn om bepaalde goed in de markt liggende opleidingen te volgen en dus onrechtstreeks ook invloed uitoefent op de tewerkstellingskansen van allochtonen. 1 “Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen” 19e longitudinale studie 2002 – 2003, DBDA – maart 2004. 2 Allochtonen worden gedetecteerd via een door VDAB ontwikkeld programma. J

Transcript of Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r...

Page 1: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

1

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Fatima of Sil, een wereld van verschilEen vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen op dearbeidsmarkt tussen etnisch E.U. en allochtone schoolverlaters

onge werkzoekenden hebben het niet altijd makkelijk om een job te vinden. Talrijke factoren spelen een rol; ben je goed opgeleid of verlaat je ongekwalificeerd de school? Sluit je opleiding aan bij de vraag van de arbeidsmarkt of maakte je een weinig toekomst-

gerichte studiekeuze? Ben je flexibel en weet je van aanpakken of wil je enkel een welbepaalde job en niets anders? Al deze factoren bepalen in meer of mindere mate je succes in de zoektocht naar werk.

Maar wat als zelfs je naam een wereld van verschil kan maken?

>>

Aan de hand van de resultaten van de 19e studie schoolverlaters1 waar de schoolverlaters van 2002 door de VDAB 1 jaar lang werden gevolgd, gingen wij in deze arbeidsmarkttopic na hoe de aansluiting met de arbeidsmarkt van allochtone schoolverlaters2 verloopt.Omdat onze partners, het ministerie van Onderwijs en het VIZO, in het kader van de wet op privacy geen identiteitsgegevens vrijgaven, heeft dit onderzoek enkel betrekking op de schoolverlaters die zich bij de VDAB als werkzoekende inschreven.

Een onderzoek naar de participatie van allochtonen in de verschillende studieniveaus, studiegebieden en –richtingen, geeft uitsluitsel over de studiekeuze. Het belang van deze studiekeuze, zeker voor de lager geschoolden, bleek reeds uit de resultaten van de 19e studie schoolverlaters.

Om te bepalen of een studieniveau, -gebied of -richting al dan niet goed presteert wordt gekeken hoeveel schoolverlaters nog werkzoekend zijn 1 jaar nadat zij de school hebben verlaten. Dit aantal wordt uitgedrukt in een percentage van het totaal; wij noemen dit het restpercentage.Dit prestatieniveau wordt bepaald aan de hand van het rest% voor alle schoolverlaters, dit betekent dat ook de schoolverlaters die rechtstreeks na het verlaten van de school een job vonden in rekening gebracht worden.

Waar er vergelijkingen gemaakt worden tussen het rest% van etnisch E.U.’ers en allochtone schoolverlaters wordt het rest% gebruikt dat berekend werd op basis van de inschrijvingen bij de VDAB. Dit rest% ligt dan wel hoger maar het mag enkel beschouwd worden als vergelijkingsbasis tussen etnisch E.U.’ers en allochtonen. Dit rest% geeft aan of er tussen etnisch E.U.’ers en allochtone schoolverlaters die dezelfde opleiding volgden, niet objectief verklaarbare verschillen zijn in de doorstroming naar de arbeidsmarkt.

Tot slot willen wij ook nagaan in hoeverre de kennis van de Nederlandse taal een belemmering kan zijn om bepaalde goed in de markt liggende opleidingen te volgen en dus onrechtstreeks ook invloed uitoefent op de tewerkstellingskansen van allochtonen.

1 “Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen” 19e longitudinale studie 2002 – 2003, DBDA – maart 2004.2

Allochtonen worden gedetecteerd via een door VDAB ontwikkeld programma.

J

Page 2: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

2

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

De gevolgde groepVDAB onderzocht in zijn 19e longitudinale studie over de werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt van 80.257 schoolverlaters.Van deze groep schreven er zich 55.347 in als werkzoekende bij de VDAB. Over deze groep gaat dit onderzoek.

In de volgende grafiek zien we dat de allochtonen3 iets minder dan 5% uitmaken van het aantal bij de VDAB ingeschreven schoolverlaters.

3 De groep allochtonen bestaat voor ca 90% uit Maghrebijnen en Turken.4 cfr. 19e longitudinale studie over de werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen.

ScholingsgraadAls we alle schoolverlaters indelen in laag-, midden- en hooggeschoolden4 merken we dat het aandeel van de middengeschoolden praktisch hetzelfde is als het aandeel van deze groep in het rest%. Bij de laag- en hooggeschoolden is er een grote mate van complementariteit; het aandeel laaggeschoolde schoolverlaters neigt naar het aandeel hooggeschoolden in het rest% en omgekeerd. Maar is dit bij de allochtone schoolverlaters ook zo?

Wat direct opvalt bij de vergelijking van de 2 grafieken is het groot aandeel van de laaggeschoolden bij de allochtone schoolverlaters, 42,2% haalt hoogstens de 2e graad van het secundair onderwijs tegen 16,1% bij de etnisch E.U.’ers. Aangezien de scholing een belangrijke factor is in het vinden van werk heeft dit ook direct zijn gevolgen voor wat betreft het rest%. 1 jaar na het verlaten van de school is de helft van de nog werkzoekende allochtonen laaggeschoold tegenover 28,1% bij de etnisch E.U.’ers.

�����

����

������������ ����������

������������

����������

�����

�����

�����

�����

��������������� ����������������

������������� ��������������� �������������

����������

����������

����������

���� ����

��������������� ����������������

Page 3: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

3

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Ongeveer de helft van de allochtone schoolverlaters verlaat de school met een diploma of getuigschrift van het secundair onderwijs van de 3e of 4e graad op zak. Dit aandeel komt ongeveer overeen met dat van de etnisch E.U.’ers. 1 jaar later is het aandeel van de middengeschoolden praktisch gelijk.

Minder dan 1 op 10 allochtone schoolverlaters verlaat de school met een diploma van het hoger onderwijs op zak. 1 jaar later is hun aandeel in het totaal van de groep meer dan gehalveerd. Het verschil met de etnisch E.U.’ers is groot zowel qua participatie als qua rest%.

Kiezen is winnen of verliezenMet de resultaten van de 19e studie schoolverlaters beschikken wij over objectieve informatie over de prestaties van alle studieniveaus, -gebieden en -richtingen, en dit voor alle schoolverlaters.Als we het aandeel van zowel etnisch E.U.’ers als allochtonen over de verschillende studieniveaus bekijken stellen we vast dat allochtonen dikwijls kiezen voor studieniveaus die het minder goed doen op de arbeidsmarkt.

Het rechter gedeelte van de grafiek geeft het rest% weer van alle schoolverlaters. De scheiding tussen de groene en de rode balk geeft het gemiddelde rest% voor alle schoolverlaters aan (14,6%).

Studieniveaus met enkel een groen balkje scoren dus beter dan het gemiddelde. Is er ook een rood balkje dan scoort dit studieniveau minder goed dan het gemiddelde, hoe langer dit rode balkje hoe slechter de score van het studieniveau.In het linker gedeelte staat het aandeel van etnisch E.U.’ers en allochtonen die de school verlieten na een opleiding in het betreffend studieniveau te hebben gevolgd en die zich als werkzoekende inschreven bij de VDAB.

Bij de laaggeschoolden valt de oververtegenwoordiging van allochtonen op bij de schoolverlaters met maximaal secundair onderwijs van de eerste graad, deeltijds beroepssecundair onderwijs en beroepssecundair onderwijs van de 2e graad. Dit zijn stuk voor stuk studieniveaus die het niet zo goed doen op de arbeidsmarkt.

�����

����

�����

����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

�����

����

����

����

�����

����

�����

����

����������������

����������

����

1����

����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

A������ �����

���������������������������������

����������������������������������

��������������������������������

�����������������������������������

������������������������������

�������������������������������

������������������������������

�����������������������������

��������������������������

����������������������������������

����������������������������������

��������������������������������

�����������������������������������

������������������������������

����

������

����

������������������

Page 4: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

4

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Bij de middengeschoolden is er een sterke oververtegenwoordiging in het beroepssecundair onder-wijs van de 3e en 4e graad. In het algemeen secundair onderwijs van de 3e graad en in het technisch secundair onderwijs van de 3e graad is het aandeel van de allochtonen kleiner dan bij de etnisch E.U.’ers. Deze keuze hypothekeert in belangrijke mate de doorstroming naar het hoger onderwijs.

Dit heeft uiteraard zijn gevolgen bij de hooggeschoolden waar allochtonen in alle studieniveaus sterk ondervertegenwoordigd zijn.

Uit deze cijfers blijkt dat de studiekeuze van allochtonen hen globaal reeds een grote achterstand bezorgt t.o.v. etnisch E.U.’ers die duidelijk meer opteren voor een studiekeuze die beter in de markt ligt.

Naast dit objectief te verklaren nadeel stellen wij ook vast dat voor allochtonen met hetzelfde studieniveau als etnisch E.U.’ers de aansluiting met de arbeidsmarkt moeizamer verloopt, en dit ongeacht het studieniveau.1 jaar na het verlaten van de school zijn nog meer allochtone schoolverlaters werkzoekend in verge-lijking met etnisch E.U.’ers uit hetzelfde studieniveau. Deze verschillen zijn daarenboven soms zeer aanzienlijk.

De volgende tabel is hiervan een duidelijke illustratie*.

������ ������� ������ ������� ������ ������� ������ �������

�������� ���� ���� ���� ���� ����� ����� ����� �����

�� ���� ���� ���� ���� ����� ����� ����� �����

���� ���� ���� ����� ���� ����� ����� 52,2% �����

���� ���� ���� ���� ���� ����� ����� ����� �����

���� ���� ���� ����� ����� ����� ����� ����� �����

���� ���� ���� ���� ���� ����� ����� ����� �����

���� ���� ���� ���� ���� ����� ����� � ������

���� ���� ���� ���� ���� ����� ����� ����� �����

�������� ����� ����� ����� ����� ����� ����� ����� �����

���� ����� ����� ����� ����� ����� ����� ����� �����

���� ���� ���� ���� ���� ����� ����� ����� �����

���� ����� ����� ���� ���� ����� ���� ����� �����

���� ���� ���� ���� ���� ����� ����� ����� �����

���� ���� ����� ���� ���� ����� ����� ����� �����

��������������������������������������� �����������������������������������

* De rest% in deze tabel zijn berekend op het aantal inschrijvingen bij de VDAB en verschillen dus van deze in de 19e studie schoolverlaters waar ze berekend zijn op alle schoolverlaters.

Page 5: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

5

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Studiekeuze per scholingsniveauLAAGGESCHOOLDEN

Zowel bij de allochtone mannen als bij de vrouwen zijn er 4 studieniveaus van betekenis. Beroepssecundair onderwijs van de 2e graad (BSO2) en deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) zijn het populairst, maar vrouwen hebben het meer voor BSO2 terwijl bij de mannen het DBSO het meeste aantrekkingskracht uitoefent.

Iets minder dan 18% van de laaggeschoolde allochtonen haalt niet eens de 2e graad van het secundair onderwijs (Max. SO1) terwijl 5,7% bij de vrouwen en 8,4% bij de mannen de school verlaat na het technisch secundair onderwijs van de 2e graad (TSO2) te hebben afgemaakt.

Zowel bij de mannen als bij de vrouwen vinden wij weinig tot geen schoolverlaters terug in het kunstsecundair onderwijs van de 2e graad (KSO2), het algemeen secundair onderwijs van de 2e graad (ASO2) en de middenstandsopleidingen (MO).

������

�����������������������

�������������������� ����������������������� ������������������

��������������������� �������������������������� ����������������������

�����

����

���������

�����

���� ����

V������

�����

����

�����

����

�����������������������

�������������������� ����������������������� ������������������

��������������������� �������������������������� ����������������������

����

�����

���� ����

������

�����

�����

���������

�����

1��������

V������

�����

�����

�����

�����

��������

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ����

�����������������������

���������������������

��������������������������

����������������������

��������������������

�����������������������

������������������

����������������������

��������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

������

�� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ����

�����������������������

���������������������

��������������������������

����������������������

��������������������

�����������������������

������������������

����������������������

����������������������

����������

���

��

���

��

���

��

���

�����

�����

���

�����

���

��

������������

����������������������

����������

��

��

���

��

���

��

���

���

���

��

�����

���

��

������������

������

�����������������������

�������������������� ����������������������� ������������������

��������������������� �������������������������� ����������������������

�����

����

���������

�����

���� ����

V������

�����

����

�����

����

�����������������������

�������������������� ����������������������� ������������������

��������������������� �������������������������� ����������������������

����

�����

���� ����

������

�����

�����

���������

�����

1��������

V������

�����

�����

�����

�����

��������

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ����

�����������������������

���������������������

��������������������������

����������������������

��������������������

�����������������������

������������������

����������������������

��������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

������

�� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ����

�����������������������

���������������������

��������������������������

����������������������

��������������������

�����������������������

������������������

����������������������

����������������������

����������

���

��

���

��

���

��

���

�����

�����

���

�����

���

��

������������

����������������������

����������

��

��

���

��

���

��

���

���

���

��

�����

���

��

������������

ALLOCHTOON

ETNISCH E.U.

Page 6: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

6

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Behalve in het KSO2, waar er geen allochtone schoolverlaters zijn bij de mannen, is het rest% overal hoger bij de allochtonen dan bij de etnisch E.U.’ers. Weerhouden wij de 4 studieniveaus van enige omvang dan zijn de verschillen het grootst in BSO2 en DBSO, en laat dat nu net de studieniveaus zijn waar het grootste deel van de mannelijke allochtone schoolverlaters (bijna 7 op 10) zich in bevindt.De afstand is het kleinst ( in % punten) bij de middenstandsopleidingen maar het gaat hier slechts over een klein aantal allochtone schoolverlaters.Uit deze cijfers blijkt ook dat allochtone mannelijke schoolverlaters die laaggeschoold zijn in geen enkel studieniveau echt aan de bak komen, enkel wanneer zij er in slagen een middenstandsopleiding te volgen hebben zij goede vooruitzichten op tewerkstelling.

Bekijken we dezelfde grafiek bij de etnisch E.U.’ers dan valt al onmiddellijk de veel evenwichtiger spreiding op. De groep met max. SO1 is een stuk kleiner maar vooral de uitwisseling tussen DBSO en MO is opvallend. Betekent dit dat allochtonen geen interesse hebben in het volgen van een middenstandsopleiding of komen zij niet aan de bak omwille van hun etnische afkomst? Het TSO2 is iets beter vertegenwoordigd bij de etnisch E.U.’ers maar de grootste groep is ook hier terug te vinden in het BSO2.Het ASO2 heeft een aandeel dat vergelijkbaar is met dat van de allochtone schoolverlaters.

NA 1 JAAR

������

�����������������������

�������������������� ����������������������� ������������������

��������������������� �������������������������� ����������������������

�����

����

���������

�����

���� ����

V������

�����

����

�����

����

�����������������������

�������������������� ����������������������� ������������������

��������������������� �������������������������� ����������������������

����

�����

���� ����

������

�����

�����

���������

�����

1��������

V������

�����

�����

�����

�����

��������

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ����

�����������������������

���������������������

��������������������������

����������������������

��������������������

�����������������������

������������������

����������������������

��������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

������

�� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ����

�����������������������

���������������������

��������������������������

����������������������

��������������������

�����������������������

������������������

����������������������

����������������������

����������

���

��

���

��

���

��

���

�����

�����

���

�����

���

��

������������

����������������������

����������

��

��

���

��

���

��

���

���

���

��

�����

���

��

������������

������

�����������������������

�������������������� ����������������������� ������������������

��������������������� �������������������������� ����������������������

�����

����

���������

�����

���� ����

V������

�����

����

�����

����

�����������������������

�������������������� ����������������������� ������������������

��������������������� �������������������������� ����������������������

����

�����

���� ����

������

�����

�����

���������

�����

1��������

V������

�����

�����

�����

�����

��������

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ����

�����������������������

���������������������

��������������������������

����������������������

��������������������

�����������������������

������������������

����������������������

��������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

������

�� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ����

�����������������������

���������������������

��������������������������

����������������������

��������������������

�����������������������

������������������

����������������������

����������������������

����������

���

��

���

��

���

��

���

�����

�����

���

�����

���

��

������������

����������������������

����������

��

��

���

��

���

��

���

���

���

��

�����

���

��

������������

Page 7: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

7

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Bij de vrouwen oogt de situatie zo mogelijk nog dramatischer. In alle studieniveaus ligt het rest% op 50% of ver daarboven. Zelfs de middenstandsopleidingen kunnen hier geen soelaas meer brengen. Als we er rekening mee houden dat een aantal laaggeschoolde allochtone meisjes uit traditionele milieus zich na het inschrijven als werkzoekende toch besluit van niet beroepsactief te worden, wat het rest% kunstmatig verlaagt, mogen we er vanuit gaan dat diegenen uit deze groep schoolverlaters die wel op zoek zijn naar een job voor een haast onmogelijke opdracht staan.

Studiekeuze per studieniveau

Binnen de groep van laaggeschoolden pikken wij er de twee studieniveaus uit waar allochtonen het meest voorkomen. Meer gedetailleerde gegevens kunnen indien gewenst geraadpleegd worden op de VDAB-website.

BSO2

Enkel de studiegebieden met minstens 20 schoolverlaters worden besproken.16,1% van de allochtone mannelijke schoolverlaters die zich bij de VDAB als werkzoekende inschreven, volgde een opleiding uit het BSO2. Het BSO2 is het slechtst scorende studieniveau maar binnen dit niveau kan men natuurlijk ook nog kiezen voor opleidingen die minder of meer arbeidsmarktgericht zijn.

Net zoals in de 19e studie schoolverlaters gaan we ook hier voor de laaggeschoolden niet gedetailleer-der dan het studiegebied, wat een verzameling is van een aantal nauw verwante studierichtingen.De studiegebieden staan gerangschikt volgens het rest% in de 19e studie schoolverlaters, dus rekening houdend met alle schoolverlaters, ook deze die rechtstreeks vanaf de school een job vonden.Het aandeel mannelijke etnisch E.U.’ers die kiezen voor de 3 best presterende studiegebiedenis duidelijk hoger dan dat van de allochtonen. Het studiegebied “Mechanica-Elektriciteit” op 4 kan duidelijk op veel bijval rekenen bij de allochtonen, bijna de helft van hen vinden wij in dit studiegebied terug.

Bij de slechter scorende richtingen valt vooral het grote aandeel allochtone mannen op dat kiest voor “Handel”.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

�����

�����

����

�����

����

������������

���������������������������

����

����

�����������������������

�������

������������

������

����������������������

A������ �����

������

Page 8: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

8

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

1 op 10 vrouwelijke allochtone schoolverlaters die zich als werkzoekende inschreven bij de VDAB volgde een opleiding uit het DBSO. Bij de etnisch E.U.’ers is dit slechts 2,4%.

Bij de vrouwen is de balans in de studiekeuze tussen allochtonen en etnisch E.U.’ers iets meer in even-wicht, zij het dat de beide groepen niet direct kiezen voor de best presterende studiegebieden.

Net als bij de mannen kiezen allochtone vrouwen meer voor “Handel” terwijl de etnisch E.U.’ers dan weer meer voor “Personenzorg” kiezen dat iets slechter presteert.

Opvallend is nog steeds het groot aandeel van allochtone vrouwen dat kiest voor het studiegebied “Kleding”. De kans om aan het werk te zijn 1 jaar na het verlaten van de school bedraagt slechts 1 op 2 na het volgen van een opleiding uit dit studiegebied.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

�����

�����

����

����

�����

����

�����

����

�����

�����

����

����

�����

����

������������

�����������������

������������������

�����������������

����������������������

������

������������

�������

�������

A������ �����

�������

BSO2

Page 9: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

9

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

DBSO

17,4% van de mannelijke allochtone schoolverlaters verlaat de school na het volgen van een opleiding uit het DBSO (Etnisch E.U. = 3,8%).Aangezien het DBSO niet goed scoort op de arbeidsmarkt hypothekeert deze keuze reeds in belangrijke mate de instroom op de arbeidsmarkt.Allochtone mannen kiezen iets meer voor richtingen die minder goed presteren dan etnisch E.U.’ers. In de 3 slechts presterende studiegebieden is het aandeel van de allochtone mannen telkens groter dan dat van de etnisch E.U.’ers.

Het aandeel vrouwelijke allochtonen dat de school verlaat na een opleiding uit het DBSO bedraagt 9,9% (Etnisch E.U. = 2,1%). Dit betekent dat relatief gezien bijna 5 maal meer allochtone vrouwen dan etnisch E.U.’ers met een DBSO-opleiding de school verlaten.

Ook in dit niveau valt op dat het aandeel van de etnisch E.U.’ers in de 3 best presterende studiege-bieden telkens het aandeel van de allochtonen overtreft.

Bij de vrouwen zorgt vooral het studiegebied “Kleding” voor het verschil ten nadele van de allochtone schoolverlaters. 1 op 8 allochtone vrouwen uit het DBSO verlaat nog steeds de school na het volgen van een opleiding “Kleding”, dat een barslechte score haalt.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

26,0%

�����

�����

�����

����

����

� ����

�����

�����

����

�����

����

����

����

����

����

�����

����

�����

����

�����

����

����

����������������

����������

������� �����

�����������������������

����

Hout

����������������������

���������

��������������

���������

���������

�����������

�������������������������

������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

�����

�����

�����

����

�����

����

�����

�����

�����

����

������������

����������

A������ �����

�����������������������

��������������

���������

������������

���������������

��������������������

�������

Page 10: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

10

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

MIDDENGESCHOOLDEN

Allochtonen die toch het secundair onderwijs van de 3e graad willen afmaken richten zich hoofdzakelijk naar het beroepsonderwijs. Het aandeel van BSO3 & 4 is 6 op 10 bij de mannen terwijl bij de vrouwen 2 op 3 beroepssecundair onderwijs van de 3e of 4e graad volgde.

TSO3 is goed voor 28% bij de mannen terwijl de vrouwen hier met 21,9% minder goed vertegenwoor-digd zijn. Dit is echter een normaal beeld aangezien het TSO3 zich traditioneel meer richt tot mannen dan tot vrouwen.

Het ASO3 is zowel bij de mannen als bij de vrouwen goed voor ongeveer 10% van het aantal schoolver-laters bij de middengeschoolden. Het aandeel allochtonen dat kunstonderwijs van de 3e graad volgde is miniem.

Bij de etnisch E.U.’ers zien we nog steeds een overwicht van het BSO3 & 4 bij de vrouwen maar het aandeel bedraagt hier toch al minder dan 50%. Bij de mannen is TSO3 zelfs belangrijker dan het BSO3 & 4.Etnisch E.U.’ers mikken dus hoger wanneer ze besloten hebben een opleiding te volgen die leidt naar een beroep waar hoofdzakelijk handenarbeid verricht wordt.

Zowel bij mannen als bij vrouwen is het aandeel van de schoolverlaters met ASO3 een stuk groter.

������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

��������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

��������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

ALLOCHTOON

ETNISCH E.U.

Page 11: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

11

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

NA 1 JAAR

Ook bij de middengeschoolden stellen wij vast dat bij de mannelijke allochtone schoolverlaters het rest% voor ieder studieniveau hoger ligt dan bij de etnisch E.U.’ers in hetzelfde niveau.

Als we KSO3, waar er amper mannelijke allochtone schoolverlaters zijn, even buiten beschouwing laten, dan merken we dat de “gap” tussen allochtonen en etnisch E.U.’ers bij de middengeschoolde mannen het kleinst is in het ASO3. De kloof tussen mannelijke allochtonen en etnisch E.U.’ers in het BSO3 & 4 en in het TSO3 is zeer groot.

Bij de vrouwen zijn de verschillen zo mogelijk nog groter te noemen. Niet enkel in het BSO3 & 4 en het TSO3 maar ook in het ASO3 is het verschil in rest% tussen vrouwelijke allochtone schoolverlaters en hun etnisch E.U.-collega’s zeer groot.

Ook hier is de aanwezigheid van allochtonen in het kunstonderwijs te gering om er conclusies aan te verbinden.

������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

��������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

��������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

��������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

������

�����

�����

�����

����

�������

�����

�����

�����

����

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

��������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� ��� ��� ��� ��� ��� ���

����������������������

�������������������������

�����������������������

������������������

������������

����������

���������������������� ������������������������� ����������������������� ������������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

����������������������

����������

��

���

���

�����

�����

�����

���

������������

Page 12: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

12

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Studiekeuze per studieniveauBSO 3 & 4

Van alle mannelijke allochtone schoolverlaters volgde 25,9% een opleiding uit het BSO3 of BSO4. Dit is duidelijk meer dan bij de etnisch E.U.’ers waar het aandeel 18,5% bedraagt.

Voor de vergelijking van de studiekeuze tussen allochtonen en etnisch E.U.’ers werden telkens de 20 populairste richtingen voor de beide groepen genomen. Deze werden samengevoegd wat resul-teerde in 26 studierichtingen.Naast een aantal kleine verschillen valt vooral op dat het aandeel allochtone mannen dat van de etnisch E.U.’ers sterk overstijgt in de richtingen “Kantooradministratie en gegevensbeheer” en vooral in het “Naamloos leerjaar” dat 1 op 4 van alle allochtone mannen uit het BSO3 & 4 telt. Deze keuze wordt in-gegeven door de intentie om toch nog hoger onderwijs aan te vatten, wat er dan blijkbaar niet uitkomt, ofwel volgt men dit aanvullend leerjaar om zijn intrede op de arbeidsmarkt met een jaar uit te stellen, hierin al dan niet geadviseerd door de school.

In de 26 weerhouden studierichtingen vinden wij 86,1% van de allochtone schoolverlaters terug tegenover 68,4% van de etnisch E.U.’ers. Dit is meteen een illustratie van de meer gediversifieerde keuze van etnisch E.U. schoolverlaters.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

1����

1����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

1����

����

����

����

����

������������

����������

A������ �����

���������� ����������������������� ����

���������������

����������� ������������� ����

����������������� ����

���������������������������

���������������������������� ����

���������������������������������������

����������������������������������� ����

������ �� �����������������

���������������������� ����

A����������������������

����������������������������������

����������� ������������� ����

������������������������������

��������������

������������������������

����������������

����������������������

�������������

��������������������

����

�������������������������������������� �� ��

������������������� ��������������������������

���������������

�������

����������������������������

������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

1����

1����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

1����

����

����

����

����

������������

����������

A������ �����

���������� ����������������������� ����

���������������

����������� ������������� ����

����������������� ����

���������������������������

���������������������������� ����

���������������������������������������

����������������������������������� ����

������ �� �����������������

���������������������� ����

A����������������������

����������������������������������

����������� ������������� ����

������������������������������

��������������

������������������������

����������������

����������������������

�������������

��������������������

����

�������������������������������������� �� ��

������������������� ��������������������������

���������������

�������

����������������������������

������

Page 13: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

13

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Van alle vrouwelijke allochtone schoolverlaters die zich bij de VDAB als werkzoekende inschreven, volgde 36,8% een opleiding uit het BSO3 of BSO4. Dit is veel meer dan bij de etnisch E.U.’ers waar dit aandeel op 19,5% ligt.

Voor de vergelijking van de studiekeuze tussen de 2 groepen werden net als bij de mannen de lijsten met telkens de 20 populairste studierichtingen samengevoegd. Dit leverde in totaal 27 studierichtingen op.Het aandeel van de etnisch E.U.’ers in deze selectie bedraagt 57,1% van het totaal aantal maar bij de allochtonen loopt dit op tot 74,4%. Ook hier een bewijs dat allochtonen minder gediversifieerde keuzes maken dan etnisch E.U.’ers, wat voor een stuk ook te maken heeft met hun veel kleiner aantal.

Opvallende verschillen zijn er in de richtingen “Thuis- en bejaardenzorg” en “Kinderzorg” die goed scoren en waar het aandeel van de etnisch E.U.’ers telkens veel groter is dan dit van de allochtonen.In de richtingen “Kantooradministratie en gegevensbeheer” en vooral “Kleding” die allebei minder goed tot ronduit slecht presteren, is het aandeel van de allochtone vrouwen dan weer veel groter dan dat van hun etnisch E.U.-collega’s.

����

����

����

����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

������������

����������

����������������������������

������������������������������

����������������������������

��������������������������

�����������������

�����

���������������

����������������������������������������

������������������������������

�����������������������������������

���������������

����������������������������������

������������������������������������������

����������������������������

��������������������������

�������������������������

����������������������

�������������������������������������������

����������

�������������������������������

��������

������������������������������

���������������

�������

�������������������������������

������������������

������������������������������

A������ �����

�������

BSO 3 & 4

Page 14: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

14

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

TSO 3

1 op 5 mannelijke E.U. schoolverlaters die zich bij de VDAB als werkzoekende inschrijven volgde een opleiding uit het TSO3. Bij de allochtone mannen bedraagt dit aandeel nog niet eens 1 op 8 (12%).

De samenvoeging van de 20 populairste studierichtingen bij zowel mannelijke allochtonen als etnisch E.U.’ers levert 26 studierichtingen op in het TSO3.Deze selectie is goed voor 77,2% van de etnisch E.U.’ers en 94,1% van de allochtone mannelijke school-verlaters uit het TSO3.

Een veel groter aandeel allochtonen vinden wij terug in de richtingen “Elektromechanica” en “Handel”. In de richtingen “Houttechnieken”, “Elektronica”, “Sociale en technische wetenschappen”, “Licha-melijke opvoeding en sport” en “Informatica” zijn allochtonen quasi afwezig.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

��������

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����������������

��������������� �� ��������������

��������������

��������������������������

����������������������������������

���������������������������������

����������������

������

�����������������

�������������������������������������������������������

�����

��������������

��������������

�����������

�������������������������

����������������������

������������������������

��������

�������������

�����������������������������������

����������������������

��������������������������������

������

���������������������������

��������������������

��������������������

�����������

A������ �����

������

Page 15: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

15

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Van alle etnisch E.U. vrouwelijke schoolverlaters die zich als werkzoekende bij de VDAB inschreven volgde 14,4% een opleiding uit het TSO3. Dit aandeel ligt slechts licht boven het aandeel van de alloch-tonen waarvan er 12,1% een opleiding volgde uit het TSO3.

De samenvoeging van de 20 populairste richtingen bij de beide groepen leidt tot 22 verschillende stu-dierichtingen. Deze 22 richtingen zijn goed voor 91,3% van alle etnisch E.U. schoolverlaters en 93,6% van alle allochtone schoolverlaters uit het TSO3. Er is dus niet veel verschil in verscheidenheid van de keuzes maar uiteraard zijn er wel verschillen in het aandeel dat binnen een groep kiest voor een wel-bepaalde studierichting.

Er is een groot overwicht van etnisch E.U.’ers in de studierichtingen “Bijzondere jeugdzorg”, “Sociale en technische wetenschappen” en “Schoonheidsverzorging”.Allochtonen kiezen veel meer dan etnisch E.U.’ers voor de richtingen “Secretariaat-talen” en “Handel”, 2 richtingen die het in dit studieniveau niet zo heel goed doen.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

��������

����

����

����

����

��������

�����

����

����

����

����

1����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

������������

����������

����������������������������

����������������

�����������������������������������

���������������

�����������������������

���������������������������������

��������������������

������������������������

������

�����

�������������������������������

������������������������

�����������������������������������

����������������������

��������

��������������������

���������������������������

���������������������

����������

��������������������������

������

�����������

������� �����

�������

TSO 3

Page 16: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

16

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

HOOGGESCHOOLDEN

Zoals reeds eerder vermeld ligt het aandeel allochtonen dat de school verlaat en zich inschrijft bij de VDAB na een opleiding uit het hoger onderwijs te hebben gevolgd iets beneden 9%. Bij de etnisch E.U.’ers is dit 39,6%.Bijna 7 op 10 van de allochtone vrouwen die de school verlaten na het hoger onderwijs hebben een opleiding uit het HO1C genoten. Bij hun mannelijke collega’s is dit 54,1%.18% van de allochtone mannen komen op de arbeidsmarkt na het volgen van een opleiding uit het HO2C tegen slechts 4,7% van de vrouwen.Iets meer dan 1 op 4 van zowel allochtone mannen als vrouwen zet zijn eerste stappen op de arbeids-markt met een universitair diploma.

Bij de etnisch E.U.’ers kiezen vrouwen in verhouding meer voor HO1C terwijl de mannen dan weer tal-rijker vertegenwoordigd zijn in het HO2C.Het aandeel van de mannen en vrouwen dat de school verlaat met een universitair diploma schommelt ook hier tussen 25% en 30%.

Uitgezonderd het verschil in HO2C bij de vrouwen is er weinig verschil in de keuze van een studieniveau bij hooggeschoolde allochtonen of etnisch E.U.’ers.

������

������������������������ ����������������������� ����������������������

������������������������ ����������������������� ����������������������

�����

�����

�����

V������

�����

����

�����

������

�����

�����

�����

V������

�����1����

�����

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� �� ��� ��� ��� ��� ���

������������������������

�����������������������

���������������������� ����������������������

��������������������������������������������

����

�����

�����

�����

�����

�����

�� �� ��� ��� ��� ��� ���

������������������������

�����������������������

����������������������

����������������������

����������������������

����������

��

��

��

�����

�����

�����

������������

����������������������

����������

��

��

�����

�����

�����

������������

������

������������������������ ����������������������� ����������������������

������������������������ ����������������������� ����������������������

�����

�����

�����

V������

�����

����

�����

������

�����

�����

�����

V������

�����1����

�����

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� �� ��� ��� ��� ��� ���

������������������������

�����������������������

���������������������� ����������������������

��������������������������������������������

����

�����

�����

�����

�����

�����

�� �� ��� ��� ��� ��� ���

������������������������

�����������������������

����������������������

����������������������

����������������������

����������

��

��

��

�����

�����

�����

������������

����������������������

����������

��

��

�����

�����

�����

������������

ALLOCHTOON

ETNISCH E.U.

Page 17: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

17

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

NA 1 JAAR

Ook bij de hooggeschoolden halen de mannelijke allochtone schoolverlaters slechtere scores dan et-nisch E.U.’ers binnen hetzelfde studieniveau maar de kloof is al veel minder groot. Vooral bij de univer-sitairen is de kloof klein en ook in de andere niveaus is ze minder uitgesproken dan bij de laag- en de middengeschoolden.

Deze cijfers moeten met de nodige omzichtigheid gehanteerd worden omwille van het klein aantal al-lochtonen dat de school verlaat met een diploma van het hoger onderwijs op zak.

Bij de vrouwen is het verschil in HO2C klein maar het gaat slechts over 6 schoolverlaters in dit niveau. Interessanter zijn de verschillen in het HO1C waar na 1 jaar nog dubbel zoveel allochtone vrouwen werk-zoekend zijn dan etnisch E.U.’ers en in het universitair onderwijs waar het relatieve verschil nog groter is.

������

������������������������ ����������������������� ����������������������

������������������������ ����������������������� ����������������������

�����

�����

�����

V������

�����

����

�����

������

�����

�����

�����

V������

�����1����

�����

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� �� ��� ��� ��� ��� ���

������������������������

�����������������������

���������������������� ����������������������

��������������������������������������������

����

�����

�����

�����

�����

�����

�� �� ��� ��� ��� ��� ���

������������������������

�����������������������

����������������������

����������������������

����������������������

����������

��

��

��

�����

�����

�����

������������

����������������������

����������

��

��

�����

�����

�����

������������

������

������������������������ ����������������������� ����������������������

������������������������ ����������������������� ����������������������

�����

�����

�����

V������

�����

����

�����

������

�����

�����

�����

V������

�����1����

�����

�������������������������������������������

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�� �� ��� ��� ��� ��� ���

������������������������

�����������������������

���������������������� ����������������������

��������������������������������������������

����

�����

�����

�����

�����

�����

�� �� ��� ��� ��� ��� ���

������������������������

�����������������������

����������������������

����������������������

����������������������

����������

��

��

��

�����

�����

�����

������������

����������������������

����������

��

��

�����

�����

�����

������������

Page 18: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

18

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Studiekeuze per studieniveauHO1C

Van alle mannelijke etnisch E.U. schoolverlaters die zich bij de VDAB als werkzoekenden inschreven volgde 16,7% een opleiding uit het HO1C. Dit aandeel overstijgt in ruime mate dit van de allochtone mannen dat slechts 4,3% bedraagt.

De 20 populairste studierichtingen bij de beide groepen samengevoegd, levert een lijst op met 24 ver-schillende studierichtingen. Deze lijst heeft betrekking op 77,9% van de etnisch E.U.’ers en 95% van de mannelijke allochtone schoolverlaters.

Alle opties binnen “Bedrijfsbeheer” zijn erg in trek bij allochtone mannen. Geen enkele mannelijke schoolverlater van allochtone afkomst liet zich inschrijven met een diploma van onderwijzer.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

��������

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

1,5%

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

�����

����

����

����

����

�����

����

����

����

������������

�����������������������������������������������

�����������������������������������������

�����������������������������������������

������������������������������������������������

������������������������������������������������������

���������������������������������������������

����������������������������������������������������������

����������������������������������������������

�������������������������������

���������������������

��������������������������������������������������������

���������������������������������

���������������������������������������������

�������������������������������������

��������������������������

��������������������������������

�����������������������������

�������������������������������������

�����������������������������������������

����������������������

�����������������������������������������������

�����������������������������������������������

�������������������������������������������

�������������������

A������ �����

������

Page 19: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

19

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

29% van alle vrouwelijke etnisch E.U. schoolverlaters volgde een opleiding uit het HO1C, Dit stu-dieniveau is dan ook het populairste en daarenboven ook het best presterende studieniveau voor alle vrouwelijke schoolverlaters. Bij de allochtone vrouwen daalt het aandeel HO1C in verhouding tot alle vrouwelijke allochtone schoolverlaters tot 6,8%. Deze verschillen wegen uiteraard sterk door bij de slaagkansen van de ganse groep allochtone vrouwen.

Een samenvoeging van de 20 populairste richtingen bij etnisch E.U.’ers en allochtonen levert 24 ver-schillende studierichtingen op. Net als bij de mannen zijn ook bij de allochtone vrouwen alle opties binnen de opleiding “Bedrijfsbe-heer” populair. “Lager onderwijs” is dan weer niet aantrekkelijk voor allochtone vrouwen terwijl de “lerarenopleiding Groep 1” (regent) dan weer wel op enige allochtone interesse kan rekenen.

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

� ����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

� ����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����������������

����������������������� � ����� ������� �������������

������������������������������������������������

������������������������������������������������

������������������ � ����� ������ ���������

�����������������������������������������

������������������������������������������������

�������������������������������������������������������

�������� ���������������� ��������� ��������� � ����� �

����� �� ��������������� �������� �����������������������

����������������������������������������������

������������

�������������������������������������������������������

�������������� � ����� ��������������

��������������

���������� �����������

��������������������������������

������� ���� � ����� ���������������� ����������

�����������������������������

�����������������������������������������

������������������ � ����� ��������������������

�������� ���������������� ����������������

����������

�����������������������������������������������

�������������������

������� �����

Vrouwen

HO1C

Page 20: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

20

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

HO2C

Van alle mannelijke etnisch E.U. schoolverlaters die zich bij de VDAB als werkzoekende inschreven, volgde 6,6% een opleiding uit het HO2C. Bij de allochtonen bedraagt dit aandeel amper 1,4% of 20 schoolverlaters.Gezien dit geringe absolute aantal wordt de vergelijking in studiekeuze tussen allochtonen en etnisch E.U.’ers zuiver indicatief vermeld.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

��������

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

�����

�����

�����

����

�����

����

�����������������

����������

���������������������������������������

���������������������

���������

�����������������������������������������

��������������������

��������������������������������

����������������

����������������������������������������

��������� � ����� ���������

���������������������������

����������������������������������������������������������

������������������������

�������������������

�����������

��������������������������������������

�����������������������������

�������������������������������������

�������������������������������������������������������

���������������������������������

�����������������������������������

A������ �����

Mannen

Page 21: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

21

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Aangezien geen richtingen met minder dan 20 schoolverlaters in aanmerking werden genomen telt de samenvoeging van de meest populaire richtingen van allochtone vrouwen en hun etnisch E.U. collega’s slechts 15 richtingen.

De grafiek die het verschil in studiekeuze in het HO2C weergeeft tussen allochtonen en etnisch E.U.’ers heeft net als bij de mannen slechts indicatieve waarde. Slechts 6 allochtone vrouwen schreven zich in als werkzoekende bij de VDAB na het verlaten van de school.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

��������

����

����

����

����

����

����

����

����

����

��������

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

�����

����

����

����

�����

�����

�����

�����

������������

����������

���������������������������

��������������������

���������������������

��������������

������������������������������

�������������������������

���������������������������������

����������������������������������������������������

����������������

���������

�������������������

����������������������������������

������������������

�������������������������������������������������������

�������������������������������������

������� �����

�������

HO2C

Page 22: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

22

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

UNIV

2,2% van alle allochtone mannelijke schoolverlaters die zich bij de VDAB als werkzoekende inschreven volgden een universitaire opleiding. Het aandeel van de etnisch E.U. schoolverlaters bedraagt 9,2%.

Aangezien de groep van allochtone mannelijke schoolverlaters met een universitair diploma in absolute cijfers te klein is (31) kan een vergelijking van de studiekeuze enkel indicatief zijn.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

1����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

������������

����������

A������ �����

������

��������������������������������������

�������

�������������������������������������������������������

�����������

������������������������������

�����������������������������������

����������������

������������������������������������

����������

��������������������������������

��������������������������

���������������������������

���������

�������������������������

�����������������������

���������������

������������

�����������������������������

�����������

��������

������������

����������������������������������

�������������������������

����������������������

Page 23: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

23

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

2,6% van alle vrouwelijke allochtone schoolverlaters schreef zich in als werkzoekende bij de VDAB na het volgen van een universitaire opleiding. Bij de vrouwelijke etnisch E.U.’ers is het aandeel universi-tairen 12,6%.

Aangezien het aandeel van 2,6% allochtonen staat voor slechts 34 schoolverlaters kunnen we op basis van bovenstaande grafiek dan ook bezwaarlijk een oordeel vellen over het verschil in studiekeuze tus-sen allochtonen en etnisch E.U.’ers.

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����������������

����������

A������ �����

Vrouwen

�������

����������������������������������������

����������������

��������������������������

�������������������������������

���������������������������������������

��������������

����������

������������������������������

���������

������������������������������������

���������������

�����������������������

����������������������

�����������

������������

����������

�����������������������������

��������

�������������������������

���������������������������������

�����������

�������������������������

UNIV

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

����

�����

����

����

����

����

����

����

����

����

����������������

����������

A������ �����

Vrouwen

�������

����������������������������������������

����������������

��������������������������

�������������������������������

���������������������������������������

��������������

����������

������������������������������

���������

������������������������������������

���������������

�����������������������

����������������������

�����������

������������

����������

�����������������������������

��������

�������������������������

���������������������������������

�����������

�������������������������

Page 24: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

24

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Wiens woord men spreekt...Men kan zich de vraag stellen in hoeverre de kennis van het Nederlands een impact heeft op de studiekeuze en dus ook onrechtstreeks de kansen van jonge allochtone schoolverlaters op de arbeidsmarkt mee bepaalt.

De VDAB codeert de talenkennis van werkzoekenden op 4 deelaspecten, namelijk “schrijven”, “spreken”, “lezen” en “begrijpen”. Elk van deze deelaspecten krijgt een codering die het niveau van beheersing van het bewuste deelaspect aangeeft.

0 = geen kennis1 = zeer zwakke kennis2 = zwakke kennis3 = matige, bijna goede kennis4 = goede kennis5 = zeer goede kennis

We splitsen de studieniveaus op in 4 groepen die ieder hun eigen niveau van taalvaardigheid vereisen:

Groep 1: Max. SO1, MO, DBSO, ASO2, BSO2, TSO2 en KSO2Groep 2: BSO3 & 4, TSO3 en KSO3Groep 3: ASO3 en HO1CGroep 4: HO2C en UNIV

Om te beoordelen welk niveau van Nederlandse taalkennis vereist is om een bepaald opleidingsniveau aan te kunnen, focussen we op het deelaspect “schrijven”.Alle andere deelaspecten van de taalkennis scoren praktisch steeds hoger zodat we kunnen spreken van een vrij strenge norm.

Koppeling scholingsniveau en vereiste kennis van de Nederlandse taal:

Groep 1: minimum 0, 1 of 2Groep 2: minimum 3Groep 3: minimum 4Groep 4: minimum 5

We gaan er dus van uit dat voor een opleidingsniveau uit groep 1 een score voor “schrijven” van het Nederlands van 0, 1 of 2 volstaat.Voor een opleiding uit groep 2 is minimum een score van 3 vereist.Om een opleiding uit groep 3 aan te kunnen, dient men over een score van minimum 4 te beschikken.Het hoogste opleidingsniveau vereist een zeer goede kennis van “schrijven” of dus een score 5.

Deze theorie toegepast op het bestand van allochtone schoolverlaters levert bovenstaand resultaat op.

Aan de hand van de kleuren in de tabel kan men makkelijk nagaan welke schoolverlaters qua kennis van de Nederlandse taal de school verlaten op hun niveau.

�������� � � �

���������������������������������������������������� ����� ����� ����� �����

������������������������������ ���� ����� �����

�������������������� ����� �����

�������������������V �����

�����������������������������

Page 25: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

25

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Op dezelfde wijze kan men nagaan of er een taalbarrière bestaat die allochtonen, afgezien van in-tellectuele capaciteiten, verhindert om een hoger opleidingsniveau aan te kunnen.

Blijkt dat voor 12,6% van de allochtone schoolverlaters uit Groep 1 de kennis van de Nederlandse taal volstaat om minimum een opleiding van Groep 2 te kunnen volgen.57,5% van deze groep kan zelfs een opleiding uit groep 3 aan, terwijl de kennis van de Nederlandse taal voor 18,1% volstaat om een opleiding uit Groep 4 te kunnen volgen.

Op dezelfde wijze kan men nagaan hoeveel schoolverlaters uit de andere groepen louter op basis van hun kennis van de Nederlandse taal een opleiding uit een hogere groep aankunnen.De op het eerste gezicht contradictorische cijfers voor Groep 4 zijn te wijten aan het feit dat het hier over een zeer kleine groep gaat die dikwijls hun universitaire studies in een andere taal hebben gevolgd.Een onvoldoende kennis van het Nederlands is voor deze groep uiteraard een nadelige factor bij het vinden van een job.

Page 26: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

26

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Kort samengevat• Van de 55.347 werkzoekende schoolverlaters die zich in 2002 als werkzoekende inschreven bij de VDAB zijn er 4,9% of 2.703 van allochtone afkomst.

• De scholingsgraad van allochtone schoolverlaters wijkt in belangrijke mate af van deze van de etnisch E.U.’ers. 42,4% van de allochtone schoolverlaters die zich bij de VDAB inschrijven is laaggeschoold tegenover 16,1% bij de etnisch E.U.’ers. 1 jaar later is de helft van de laaggeschoolde allochtonen nog steeds op zoek naar een job tegenover 34,6% bij de etnisch E.U.’ers. Deze vaststelling legt reeds een belangrijke hypotheek op de verdere slaagkansen van de allochtone schoolverlaters op zoek naar een eerste job.

• Allochtone laaggeschoolde schoolverlaters kiezen veel meer voor voltijds of deeltijds beroeps- onderwijs terwijl etnisch E.U.’ers naast beroepsonderwijs meer kiezen voor middenstandsoplei- dingen en technisch onderwijs.

• Bij de middengeschoolden is het aandeel van de allochtone schoolverlaters iets groter dan bij de etnisch E.U.’ers. 1 jaar na het verlaten van de school is dit verschil echter weggewerkt. Ook bij de middengeschoolden is de keuze voor het beroepsonderwijs massaal. In vergelijking met de etnisch E.U.’ers vooral ten nadele van het technisch onderwijs, terwijl het aandeel allochtonen dat ASO volgt ook kleiner is. Door deze massale keuze voor het beroepsonderwijs sluiten vele allochtonen voor zichzelf de deur naar het hoger onderwijs, in theorie kan men wel na een 3e jaar van de derde graad beroepsonderwijs doorstromen naar het hoger onderwijs maar uit de praktijk blijkt dit weinig of niet te gebeuren.

• Door de omvang van de laag- en middengeschoolden rest er nog slechts een aandeel van 8,8% allochtone schoolverlaters die de school verlaat na het volgen van een opleiding in het hoger onderwijs. Vergeleken met de 39,6% etnisch E.U.’ers die op de arbeidsmarkt komen met een diploma uit het hoger onderwijs tonen deze cijfers aan dat allochtonen tot op de dag van vandaag een grote achterstand hebben in te halen. Deze hooggeschoolden doen het lang niet slecht op de arbeidsmarkt, 1 jaar na het verlaten van de school is hun aandeel in het totaal van allochtone schoolverlaters gehalveerd.

• Allochtonen kiezen niet enkel in meerderheid voor studieniveaus die het niet zo goed doen op de arbeidsmarkt, ook binnen de meeste studieniveaus kiezen zij nog eens voor studiegebieden of -richtingen die minder arbeidsmarktgericht zijn. Deze dubbel ongunstige keuze versterkt nog eens de afstand tot de arbeidsmarkt.

• De studiekeuze van allochtonen vertoont ook minder diversiteit. Zij is nog dikwijls traditioneel, men kiest voor wat men kent en men is niet snel geneigd te kiezen voor nieuwe opties. De talrijke vrouwelijke allochtone schoolverlaters die nog voor “Kleding” en “Confectie” kiezen zijn hiervan een treffend voorbeeld.

• Het feit dat een grote groep allochtonen laaggeschoold op de arbeidsmarkt komt en dat het aandeel hooggeschoolden klein is in vergelijking met de etnisch E.U.’ers vormt een objectieve verklaring waarom allochtone schoolverlaters minder goed doorstromen naar de arbeidsmarkt.

• Maar wat als allochtonen dezelfde keuze maken als etnisch E.U.’ers? Men kan amper een studiegebied of –richting vinden waar allochtone schoolverlaters met dezelfde studiekeuze als etnisch E.U.’ers beter doorstromen naar de arbeidsmarkt. Deze verschillen in rest% zijn daarenboven dikwijls zeer aanzienlijk en niet direct objectief te verklaren. Bij de laag- en middengeschoolden zijn de verschillen in rest% tussen allochtonen en etnisch E.U.’ers het grootst, en dit zowel bij de mannen als bij de vrouwen. Enkel bij de hooggeschoolden zijn de verschillen in rest% tussen allochtonen en etnisch E.U.’ers gevoelig kleiner met uitzondering van de allochtone vrouwen met een universitaire opleiding.

Page 27: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

27

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

• In de zoektocht naar redenen voor het slechter presteren van allochtone schoolverlaters werd ook even gefocust op de kennis van de Nederlandse taal. Is de kennis van de Nederlandse taal, of het gebrek er aan, een reden waarom allochtonen geen hogere kwalificatie halen en slechter doorstromen naar de arbeidsmarkt? Uit dit onderzoek blijkt dit alvast niet, wel integendeel, wanneer we enkel afgaan op de kennis van het Nederlands dan is deze kennis bij veel allochtone schoolverlaters voldoende om zonder problemen een hogere kwalificatie te halen als diegene waarmee ze op de arbeidsmarkt komen.

Conclusies• De aansluiting naar de arbeidsmarkt verloopt een stuk moeilijker voor allochtone schoolverlaters dan voor etnisch E.U.’ers. Een aantal objectieve oorzaken liggen aan de basis van deze verschillen maar er zijn ook een aantal vaststellingen die op het eerste gezicht niet te verklaren zijn vanuit de gegevens waarover de VDAB beschikt.

• We stellen vast dat allochtonen massaal kiezen voor studieniveaus en ook studierichtingen die minder arbeidsmarktgericht zijn. De keuze na het lager onderwijs is een echt scharniermoment. De ouders, die dikwijls de echte keuze maken, hebben doorgaans weinig voeling met de toestand op de arbeidsmarkt. Zij laten zich dan ook vooral adviseren door de school of het CLB en volgen dit advies ook meestal op. Deze “adviseurs” moeten zich zeer goed bewust zijn van de belangrijke rol die zij spelen in de toekomst van allochtonen. Maar ook de keuze van allochtone jongeren zelf wordt nog te dikwijls beïnvloed door de aanwezigheid van vrienden en kennissen in bepaalde opleidingen die meestal tot het beroepssecundair onderwijs behoren. Zij kiezen hierbij ook vrij traditioneel en voor een beperkt aantal opleidingen. Deze keuze betekent ook dat de deur naar het hoger onderwijs in de meeste gevallen onherroepelijk dicht gaat.

• Naast deze objectief aantoonbare redenen waarom allochtone schoolverlaters het globaal niet zo goed doen op de arbeidsmarkt zijn er ook andere vaststellingen die niet zo direct vanuit de cijfergegevens waarover de VDAB beschikt kunnen verklaard worden. In praktisch alle studiegebieden of –richtingen waar allochtonen concurreren met etnisch E.U.’ers die dezelfde opleiding volgden, stromen de allochtonen veel minder goed door naar de arbeidsmarkt. Toch kan men hier opmerken dat de verschillen verkleinen naarmate het onderwijsniveau stijgt. Allochtonen hebben er dus alle belang bij om wat hun studies betreft zo hoog mogelijk te mikken. Meer sollicitatietraining voor allochtone schoolverlaters en een verdere sensibilisering van werkgevers kunnen allicht een deel van de achterstand helpen goedmaken maar deze maatregelen alleen zullen niet volstaan om de verschillen volledig weg te werken.

• Wanneer het over de tewerkstellingskansen van allochtonen gaat heeft men het nogal eens over de ontoereikende kennis van het Nederlands. In de onderzochte groep van allochtone schoolverlaters bleek dit alvast geen probleem te vormen. De meeste allochtonen blijken over een meer dan voldoende kennis van het Nederlands te beschikken om, afgezien van hun andere capaciteiten, flink wat hoger te kunnen mikken in het onderwijs. Uiteraard kan de kennis van het Nederlands voor deze groep dan ook geen beletsel zijn om een job te vinden.

• Een mentaliteitswijziging bij de aanbieders van werk, die meer gericht is op gelijke kansen voor iedereen, is absoluut vereist om het verschil tussen allochtonen en etnisch E.U.’ers weg te werken5. Tot zolang blijft er tussen Fatima en Sil een wereld van verschil.

5 Dit probleem werd reeds in de arbeidsmarkttopic "Werkzoekende allochtonen in Vlaanderen" van november 1999 besproken i.v.m. de selectie op KISS-cv's van allochtonen.

Page 28: Een vergelijkend onderzoek naar de slaagkansen … e. n. 3e r ASO3 eree. n. 3e r SO3 Ten e. n. 3e r TSO3 une. n. 3e r SO3 bWW cZZd ee em. re 146 4 ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer

28

ArbeidsmarktTopic • JUNI 2004 nummer 2

Info:

VDAB - Databeheer en -analyseKeizerslaan 11 - 1000 BrusselTel. 02 506 15 88 - Fax 02 506 15 [email protected] - vdab.be/trends

Lay-out: dienst communicatie VDAB - JUNI 2004