In deze nieuwsbrief wordt aandacht besteed aan enkele fiscale en civiele onderwerpen die recent in de publiciteit zijn

geweest en die mogelijk ook voor u of uw BV van belang zijn. Waar relevant, is op hoofdlijnen aangegeven welke

maatregelen genomen kunnen worden om uw fiscale positie of die van uw BV te optimaliseren.

Mocht u vragen hebben over de inhoud van deze nieuwsbrief, dan kunt u contact opnemen met uw adviseur bij

Loyens & Loeff.

Pensioen in eigen beheerIn het kader van het herstel van de overheidsfinanciën en de verhoging van de arbeidsparticipatie heeft de wetgever

besloten om de pensioenleeftijd te verhogen en de (jaarlijkse) pensioenopbouw te versoberen. Gevolg hiervan is dat de

pensioenrichtleeftijd (dat is de leeftijd waarbij een maximaal pensioen kan worden opgebouwd) per 1 januari 2014 wordt

verhoogd naar 67 jaar. Gelijktijdig met de verhoging van de pensioenrichtleeftijd worden de gehanteerde percentages

ten behoeve van de opbouw van een fiscaal gefaciliteerd pensioen verlaagd (naar 1,90% voor eindloonregelingen en

naar 2,15% voor middelloonregelingen). Een verdere verhoging van de pensioenrichtleeftijd wordt gekoppeld aan de

levensverwachting en wordt voor het eerst beoordeeld per 1 januari 2015.

De verhoging van de pensioenrichtleeftijd en de versobering van de (jaarlijkse) pensioenopbouw per 1 januari 2014

hebben tot gevolg dat de overeenkomst die ten grondslag ligt aan het in eigen beheer gehouden pensioen van de

directeur-grootaandeelhouder, in nagenoeg alle gevallen moet worden aangepast. Indien een aanpassing van deze

pensioenovereenkomst achterwege blijft, wordt namelijk vanaf 1 januari 2014 niet langer voldaan aan de wettelijke

vereisten ten aanzien van het pensioen in eigen beheer. Gevolg hiervan zou zijn dat alle tot op heden opgebouwde

pensioenaanspraken tot het belastbare loon van de directeur-grootaandeelhouder zouden moeten worden gerekend.

Daarenboven is het raadzaam, met het oog op de hierna te noemen voornemens van het kabinet, nu reeds te

anticiperen op een verdere versobering van het pensioen in eigen beheer en in het licht daarvan zoveel mogelijk de

pensioenregeling te optimaliseren. Graag zijn wij u behulpzaam bij het aanpassen van uw pensioenregeling.

Vanwege de aanhoudende economische crisis wenst het kabinet de pensioenopbouw verder te versoberen. In het

regeerakkoord van 29 oktober 2012 is opgenomen dat de percentages voor de pensioenopbouw verder zullen worden

27 mei 2013

DGA Nieuwsbrief

2

verlaagd (naar 1,5% voor eindloonregelingen en naar 1,75% voor middelloonregelingen). Daarnaast is het voornemen

uitgesproken om de pensioenopbouw slechts fiscaal te faciliteren tot een pensioengevend loon van Euro 100.000 per

jaar. Ter uitvoering van deze voornemens heeft het kabinet op 15 april 2013 een wetsvoorstel ingediend. Beoogd wordt

dat deze verdere versobering per 1 januari 2015 in werking treedt.

Publicatieplicht stichtingenHet kabinet bereidt een publicatieplicht voor stichtingen voor. Deze publicatieplicht zou ertoe moeten leiden dat de

financiële positie van stichtingen inzichtelijker wordt, waardoor ‘misbruik’ van stichtingen wordt bemoeilijkt. Volgens het

thans voorliggende concept wetsvoorstel dienen stichtingen hun balans en staat van baten en lasten acht dagen na het

opmaken ervan bij het Handelsregister te deponeren.

Daarbij moeten stichtingen vermelden hoeveel giften zij hebben ontvangen. Hierbij hoeft niet te worden vermeld van wie

deze giften zijn ontvangen. Alle bestuurders dienen de balans en staat van baten en lasten te ondertekenen.

De publicatieplicht geldt niet voor pensioenfondsen en evenmin voor stichtingen die reeds op grond van het

jaarrekeningenrecht verplicht zijn hun financiële gegevens te publiceren. Verenigingen en buitenlandse rechtspersonen

vallen eveneens buiten de voorgestelde publicatieplicht. Het ministerie van Veiligheid en Justitie bereidt op dit moment

het wetsvoorstel voor, waarin rekening wordt gehouden met de vele kritiek die op het concept wetsvoorstel is geuit. Naar

verwachting zal de publicatieplicht voor stichtingen op zijn vroegst per 1 juli 2014 worden ingevoerd.

Centraal aandeelhoudersregisterEind 2012 heeft de minister van Veiligheid en Justitie aangekondigd dat er een centraal aandeelhoudersregister komt

voor aandelen op naam in besloten vennootschappen en niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen. Een

aandeelhouder van een besloten vennootschap of een niet-beursgenoteerde naamloze vennootschap is op dit moment

alleen in het Handelsregister geregistreerd indien hij enig aandeelhouder is.

De minister beschouwt de betrouwbaarheid van rechtspersonen als een belangrijk onderdeel van de integriteit en

veiligheid van het handelsverkeer en zijn van mening dat het anoniem blijven van aandeelhouders kan leiden tot

misbruik, belastingontduiking en witwassen. Het centraal aandeelhoudersregister zou de mogelijkheid moeten bieden

vast te stellen wie de aandeelhouders van een vennootschap zijn en welke aandelen (in welke rechtspersonen)

bepaalde personen hebben. Het centraal aandeelhoudersregister wordt niet publiek toegankelijk, maar zal wel

toegankelijk zijn voor instanties zoals de Belastingdienst, het Openbaar Ministerie, de politie en het notariaat. Ook de

aandeelhouder heeft inzage in het register met betrekking tot informatie die over hem is opgenomen. Op dit moment

is nog niet bepaald welke instantie het centraal aandeelhoudersregister gaat beheren. De Koninklijke Notariële

Beroepsorganisatie meent dat zij de meest geschikte instantie hiervoor is, omdat zij vanaf 2014 de registratie van

notariële akten gaat overnemen van de Belastingdienst.

Update bedrijfsopvolgingsfaciliteit SuccessiewetOp 13 juli 2012 heeft Rechtbank Breda een uitspraak gedaan waarin zij heeft geoordeeld dat de

bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet 1956 zoals die gold in 2007 (75 procent vrijstelling bij vererving/schenking

van ondernemingsvermogen) in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Volgens de rechtbank werd de belanghebbende,

wiens verkrijging geen ondernemingsvermogen vormde, gediscrimineerd ten opzichte van een verkrijger die

ondernemingsvermogen zou hebben verkregen. Deze uitspraak werkt door naar de bedrijfsopvolgingsfaciliteit zoals

deze thans geldt (100 procent vrijstelling over Euro 1.006.000 en 83 procent vrijstelling over het meerdere bij vererving/

www.loyensloeff.com

Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden Loyens & Loeff N.V. en alle andere entiteiten, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam ‘Loyens & Loeff’, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.

Disclaimer

schenking van ondernemingsvermogen). Op 18 april 2013 heeft Hof Den Bosch in het door de Belastingdienst

ingestelde hoger beroep tegen deze uitspraak geoordeeld dat het onderscheid tussen ondernemingsvermogen en niet-

ondernemingsvermogen voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten uit de Successiewet 1956 geen verboden discriminatie

vormt.

Na publicatie van bovengenoemde rechtbankuitspraak heeft de Belastingdienst een groot aantal bezwaarschriften

ontvangen die zijn gericht tegen aanslagen erf- of schenkbelasting. Bij besluit van 23 oktober 2012 heeft de

staatssecretaris van Financiën besloten om de bezwaarschriften (onder voorwaarden) aan te wijzen als een

‘massaal bezwaar’. Dit houdt in dat deze bezwaarschriften worden aangehouden in afwachting van de uitkomst

van een aantal proefprocedures, welke uitkomst duidelijkheid moet geven over het antwoord op de vraag of de

bedrijfsopvolgingsfaciliteit in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Deze proefprocedures hebben reeds bij een aantal

rechtbanken tot uitspraken geleid waarbij in vrijval alle gevallen de Belastingdienst in het gelijk is gesteld. Alleen

Rechtbank Breda heeft ook in een andere procedure een belastingplichtige in het gelijk gesteld.

Tegen de rechtbankuitspraken is sprongcassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Naar verwachting zal de Hoge Raad nog

voor het einde van 2013 arrest wijzen en derhalve antwoord geven op de vraag of de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in strijd

is met het gelijkheidsbeginsel.

Update crisismaatregelen 2013/2014 en gevolgen sociaal akkoordOp 1 maart 2013 heeft het kabinet een aantal maatregelen aangekondigd die noodzakelijk zijn om in 2014 de 3%

begrotingsnorm te halen. Onderdeel van dit bezuinigingspakket is onder andere de eenmalige verlenging van de

eenmalige 16% crisisheffing (16% werkgeversheffing voor hoge lonen) voor het jaar 2014. Naast deze maatregel is

tegelijkertijd – ter stimulering van de economie – de herinvoering van de willekeurige afschrijving met ingang van 2013

aangekondigd.

Echter, in het kader van het sluiten van het akkoord met de sociale partners (‘sociaal akkoord’) op 11 april 2013 heeft

het kabinet bericht af te zien van deze op 1 maart aangekondigde maatregelen. Hierbij is wel opgemerkt dat het kabinet

alsnog aanvullende maatregelen kan voorstellen indien lopende het jaar blijkt dat dit nodig is voor het herstel van

de overheidsfinanciën. Mocht over een nieuw pakket crisismaatregelen meer duidelijkheid komen dan brengen wij u

daarvan uiteraard op de hoogte.