zorg

102 2-2007 > zorg & financiering

236 palliatieve zorg in verpleeghuizen over het algemeen goed

De zorg rond het levenseinde (palliatieve zorg)in Nederlandse verpleeghuizen is over het alge-meen goed. Wel dient er meer aandacht tekomen voor de bestrijding van symptomen,evenals voor sommige minder goed observeer-bare psychosociale en spirituele aspecten. Dit isde belangrijkste conclusie van Hella Brandt dieonlangs is gepromoveerd aan het medisch cen-trum van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Brandt deed onderzoek in zestien Nederlandseverpleeghuizen. Daarbij werd bij patiënten in determinale fase (maximale levensverwachting vanzes weken) de verschillende aspecten van pallia-tieve zorg onderzocht. De meest voorkomendeoorzaak van overlijden in verpleeghuizen is eenchronische ziekte. Traditioneel is palliatieve zorg gericht op het ver-loop bij kankerpatiënten. Patiënten die aan eenandere chronische ziekte overlijden, hebbenandere behoeften. De onderzoekster concludeertdan ook dat meer aandacht hiervoor wenselijk is.

Wilsbekwaamheid

Uit het onderzoek blijkt verder dat de terminalefase van verpleeghuispatiënten moeilijk is vast te

stellen. Als deze onderkend werd, was 83 pro-cent van de patiënten binnen zeven dagen over-leden. Tot slot bleek dat medische beslissingenrond het levenseinde met een mogelijk levens-verkortend effect samenhangen met de wilsbe-kwaamheid van een patiënt. Aan het overlijdenvan bewusteloze of demente patiënten gingvaker een niet-behandelbeslissing – en dan metname het onthouden van een levensverlengendebehandeling – vooraf dan bij patiënten die bijbewustzijn en niet dement waren.

Toename

De populatie in Nederland veroudert en net alsin andere westerse landen overlijden steedsmeer mensen op hoge leeftijd. In 2005 overleedeen groot deel van de Nederlandse bevolking ineen verpleeghuis. Met het groeiende aantalouderen zal er daarom een toename van debehoefte aan palliatieve zorg in verpleeghuizenplaatsvinden. Palliatieve zorg is gericht op ver-betering van de kwaliteit van het leven van pa-tiënten die te maken hebben met een levens-bedreigende aandoening en hun naasten.Bron: VUmc, 15 januari 2007<

> jeugdzorg

237 wachtlijsten jeugdzorg vrijwel helemaal weg

De wachtlijsten in de jeugdzorg zijn het afge-lopen jaar nagenoeg weggewerkt. De jeugd-zorginstellingen leverden het afgelopen jaar aanruim zevenduizend jongeren meer jeugdzorg.

Op 1 januari 2007 moesten 290 kinderen langerdan negen weken wachten op zorg. Een jaar eer-der waren dit nog vijfduizend jongeren. Van de290 kinderen zijn de meesten inmiddels gehol-pen.

Staatssecretaris Clémence Ross (VWS) beslootvorig jaar om samen met provincies (die verant-woordelijk zijn voor jeugdzorg) een aanvalsplanop te stellen. Zij trok daarvoor honderd miljoeneuro uit. Eind april 2006 ondertekende Ross metalle provincies en grootstedelijke regio’s zoge-naamde prestatieafspraken. Deze moestenervoor zorgen dat op 31 december 2006 alle kin-deren binnen negen weken na indicatiestellingzorg zouden ontvangen.

jeugdzorg

103zorg & financiering > 2-2007

Omdat het aantal kinderen dat jeugdzorg nodighad in 2006 flink toenam, moest de jeugdzorg-sector een extra inspanning leveren. Uiteindelijkkregen het afgelopen jaar 7300 kinderen meerjeugdzorg. Dat is bijna veertig procent meer danafgesproken. ‘Een buitengewone prestatie’,aldus Ross. ‘Ik ben er enorm trots op dat al dieduizenden werkers in de jeugdzorg zich keihardhebben ingezet om de wachtlijst weg te werken.

Ook waardeer ik het dat de provincies nog extrageld hebben vrijgemaakt om de wachtlijstenweg te werken.’Om de wachtlijsten zo laag mogelijk te houdentrekt Ross vanaf dit jaar structureel veertig mil-joen euro extra uit.Bron: nieuwsbericht ministerie van VWS, 25 januari2007<

238 vnz: jeugdbeleid gemeenten faalt niet

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten(VNG) kan zich niet vinden in de conclusies vande Interventieteams. Die stellen dat het multi-cultureel jeugdbeleid op lokaal niveau faaltdoordat de gemeenten geen helder beeld heb-ben van de problematiek.

De Interventieteams werden ingesteld doorminister Verdonk om onderzoek te doen naarspanningen tussen verschillende groepen alloch-tone en autochtone jongeren. Op 10 januari jl.presenteerden de teams hun eindrapport.Belangrijkste conclusie: Nederland slaagt er nietin de multiculturele spanningen tussen de groe-pen jongeren goed te bestrijden. Dat komt voor-al doordat de aanpak van gemeenten niet werkt.De lokale overheden hebben de problemen niethelder voor ogen en de eenzijdige maatregelendie ze nemen, werken helemaal niet of somszelfs averechts, rapporteerden de Interventie-teams. De VNG ‘herkent zich absoluut niet in ditbeeld’, laat een woordvoerder weten. ‘Wij heb-ben ook al veel reacties van gemeenten gehad,waaronder grote steden, die het totaal niet eenszijn met de conclusies van het rapport.’ De VNG stelt dat veiligheid en jeugdbeleid prio-

riteiten zijn van de gemeenten. ‘Er zijn de laatstetijd bijvoorbeeld heel veel wethouders voorjeugdzaken aangesteld.’Wel erkent de vereniging dat het om een zeercomplex probleem gaat en dat het afgelopenmoet zijn met de versnippering van het jeugd-beleid. Dat jeugdbeleid moet zich voortaanvooral op gemeentelijk niveau afspelen, zomeent de VNG: dicht bij de jeugd en dicht bij deouders. Het rijk moet de gemeenten daar danwel de mogelijkheden voor geven, en daar horennatuurlijk voldoende financiële middelen bij:345 miljoen euro extra willen de lokale overhe-den. De VNG vindt dat dan gelijktijdig op nationaalniveau het discriminatieprobleem moet wordenaangepakt. Ook de Interventieteams erkennen dat de ge-meenten de problematiek niet alleen aankun-nen. Volgens hun eindrapport moet er voorministens vier jaar een Taskforce multicultureeljeugdbeleid worden ingesteld. Minister Verdonkpleitte bij het in ontvangst nemen van het rap-port voor een minister van Jeugdzaken. Ookstaatssecretaris Ross van VWS wil een ministervoor Jeugd (zie volgend bericht.)Bron: Stcrt. 2007, nr. 9<