N^ 237 MAANDBLADwebstore.iisg.nl/persmuseum/MMPM01_PM-10320731_0246.pdfN^ 237 MAANDBLAD 16 Januari...

6
N^ 237 16 Januari 1918 MAANDBLAD van den Nederlandschen Journalisten-Kring Redacteur: D. HANS Laan van Nieuw Oost-Indië 156, 's-Gravenhage Dit blad verschijnt den eersten en derden Woensdag van iedere maand. INHOUD. Officiëele Mededeelingen: De Kring en de duurte- toeslag; Ledenlyst. — Binnenland: Werft leden! Het Maand- bladfonds; Het Maandblad en het Fonds; De duurtetoeslag; Tegenwerking van de Pers; Rechtbankverslagen; Het Neder- landsch Persmuseum. Rechtszaken: Smaadschrift; Pers- delicten. — Boekenschouw. — Personalia en Berichten. — Ingezonden: Opmerkingen. — Correspondentie. — Advertenties. Officiëele Mededeelingen. De Kring en de duurtetoeslag. Na de vorige opgave is nog antwoord ingekomen van: Het Huisgezin £>e Zoom Prov. Gr on. Crt. Deventer Dagblad, benevens van een ander dagblad, wier directie verzocht haar antwoord niet te publiceeren. Wij zullen dit echter wèl doen, maar de naam van de krant weglaten: zoodoende wordt hetzelfde bereikt. Ziehier de antwoorden (niet in bovenver- melde volgorde: 30. Aan het verzoek van het Kringbestuur inzake duurte- toeslag is voldaan. 31. Met 1 Januari hebben wij de salarissen onzer redac- teuren verhoogd. 32. Wij hebben aan onze gehuwde medewerkers een duurte- toeslag toegekend. Tevens zijn de salarissen verhoogd. 2,2,. Wij hebben in uw geest gehandeld. 34. Wij hebben besloten met ingang van i Januari aan •onze redacteuren een duurtetoeslag te verleenen. Zooals men ziet zijn ook deze antwoorden gunstig. Het Kringbestuur ontving voorts nog antwoord van den uitgever van De Bredanaar. Deze deelde alleen mede „dat de redactie door mij zelf en mijne familieleden wordt gevoerd". Ledenlijst. A dresverandering: J. E. Belinfante van Van Boetzelaarlaan 177 naar Colum- busstraat 260, den Haag. J. R. Beunder, thans 2e comp. ie bat. 15e reg. inf. Bussum. C. de Rot, thans Depot Wielrijders, Gouda, Oosthaven 20. Binnenland. Werft leden! Op het eind van December 1917 had de Kring 302 gewone leden. Dit is een goed cijfer. Maar vraagt men ons of het voldoende is, dan antwoorden wij ontkennend. Bijna aan alle bladen in ons land zitten nog journalisten die geen deel van den Kring uitmaken. Nooit is er iets gedaan, om hen tot den Kring te brengen. De leden- werving, een belangrijke arbeid waaraan iedere vakvereeni- gmg een deel van haar organisatorische krachten geeft, is bij ons, gehjk anderen dingen, altijd verwaarloosd. De aanmel- ding van nieuwe leden is steeds aan het toeval overgelaten. Kringbestuur glundert wanneer het, in. vergadering bijeen, weer twee of drie nieuwe leden mag aannemen - maar bedenkt het wel eens hoeveel er gewonnen konden worden, wanneer de werving werkelijk wordt aangepakt? Daartoe moet het nu eens komen. De gevoerde actie voor duurte-toeslag en salaris-verhooging heeft ons geleerd, dat de Kring hier ook voor tal van niet-leden beeft gewerkt en resultaten bereikt. Het beroemde psychologisch moment, om de leden-werving systematisch aan te pakken, is er dus nu. Het Kringbestuur zal moeten overwegen, op welke wijze de zaak het best kan worden geregeld. Maar — de leden. De leden zelf hebben ook een taak in dit opzicht. Wij willen hun die vergemakkelijken. Hieronder vindt men een samenstelling van de ledenlijst, verdeeld naar de bladen. Achter ieder blad hebben wij de namen gezet van hen die kringledenS zijn. De volgorde der bladen is naar het aantal leden, de volgorde der namen is alphabetisch. Handelsblad. — 27 — Barenbroek, Blokzijl, van Bruggen, Crayé, Dronrijp Uges, Duijntjer, Elout, Feith, van Heekeren, Hirsch, de Jong, Kalff, Landré, van Lissa, mej. van Meekren, Nierstrasz, Nuys, Polak, Rutters, Schabeek, Schotel, Schotting, Vies, Voogd, Voorbeijtel, Westermann, mej. Zuikerberg. Telegraaf. — 23 — Alkema, Bax, J. Z. v. d. Berg, v. d. Broek, Burger, Dieterle, Van Duyll, mej. Feith, Fraenkel, Fuldauer, Goedemans, Hageman, Hans, Israels, Kolthek, Levy, Luger, Person, Pinkhof, Ritman, Sand, Van der Veer. Willinge. Nieuwe Rott. Crt. — 23 — Aletrino, 'Van Blankensteijn, Bochardt, Van Bolhuys, Bottenheim, Brusse, Hankes Drielsma, Van Dril, Geijl, Van Heekeren, Hotke, Van Houten, Hijman, Jonquière, Kouwenaar, Sint-Yoost de Kruyff, Van Loon, Van Manen, Nassau Noordewier, Raken, Ruempol, Swart, Van Wijk. Nieuws van den Dag 13 — Appel, v. Wickevoort Crommelin, Easton, Meiners, Mevr. Van Oven, Peaux, Pelt, Rössing, Teunissen, De Balbian Verster, Veth, Vonk, W. J. de Voogt. Vaderland, Il — Borel, Van der Hout, Humme, Martin, Pannekoek, Van der Pek, E. Polak Daniels, G. Polak Daniels' Rademaker, Reijneke van Stuwe, Voute. Nieuwe Courant. 10 Mej. Belinfante, Bruna, Haaxman, Harlaar, Lapidoth, Lesturgeon, Van Meurs, Plemp v. Duiveland, Sturenberg, Van de Vijver. Correspondentie Bureau. — 9 — Mr. Belifante, L. V. Belifante, Van Berkum, Bolijn, Frederiks, Hulsman. N. Vas Dias, S. M! Vas Dias, S. de Vries. Rolt. Nieuwsblad. — 7 — Beunder, Van Dalen. Dekkine, Geerlink De- Ronde, Schilt, Smits. b ' Ofr. Haart. Crt. 6 Akkerman, Derks, Dobben, Van Nieuwenhuis, Sarlet, Stuffers. Persbureau Vaz Dias. — 6 — Boas, Derjeu, de Graaft, Rikmenspoel Rogge, Da Silva. Maasbode, 6 — Van de Biggelaar, Van den Broek, Hiimans Serry, Stolk, Verschuur. Haagsche Crt. — 6 — Doorman, Van der Garden, Kroes. Liisen, Spoel, Mej. Van Strien. Nieuwe Haart. Crt. — 5 — Beeremans. De Mooy, Van Oosten Van de Poll, Schiphorst. Standaard. — 5 — Bohlmeijer, Ilesseling. Van Loon, Nederbragt, Verweijck. Analytisch Verslag — 5 — Corver, Kuyper, Mendell, Van der Wielen, Zoethout. Utrechtsch Dagblad 5 — Eggink, Graadt van Roggen, Van Lessen, Rochat, Schilp. Nederlander — 4 — Van As, Langhout, Van der Munnik, De Ridder. Haarlem's Dagblad — 4 — Hoorweg, Meijerink, Peereboom, Van Tilburg. Dagblad van Z.-H — 4 — Bouten, Moresco, Thöenes, Van 't Veer, Prov. Gron. Crt. — 4 — Jlej. Buining, Van der Reis, Van de Riviere, Wolf. Centrum 4 — Galesloot, Raven, Steenhoff, Zuure. Dagblad v. Rotterdam — 3 — Blok, Smits, Weijsters. Het Volk — 3 — Luikinga, Polak, De Roode. Residentiebode — 3 — Bon, Bruysten, Smit. De Tijd 3 — Van der Broecke, Heimer, Wesseling. Verder hebben de volgende bladen of instellingen ieder 2 leden:

Transcript of N^ 237 MAANDBLADwebstore.iisg.nl/persmuseum/MMPM01_PM-10320731_0246.pdfN^ 237 MAANDBLAD 16 Januari...

Page 1: N^ 237 MAANDBLADwebstore.iisg.nl/persmuseum/MMPM01_PM-10320731_0246.pdfN^ 237 MAANDBLAD 16 Januari 1918 van den Nederlandschen Journalisten-Kring Redacteur: D. HANS Laan van Nieuw

N^ 237 16 Januari 1918

MAANDBLAD van den

Nederlandschen Journalisten-Kring Redacteur: D. HANS

Laan van Nieuw Oost-Indië 156, 's-Gravenhage Dit blad verschijnt den eersten en derden

Woensdag van iedere maand.

INHOUD. Officiëele Mededeel ingen: De Kring en de duurte-toeslag; Ledenlyst. — Binnenland: Werft leden! Het Maand­bladfonds; Het Maandblad en het Fonds; De duurtetoeslag; Tegenwerking van de Pers; Rechtbankverslagen; Het Neder-landsch Persmuseum. — Rechtszaken: Smaadschrift; Pers­delicten. — Boekenschouw. — Personalia en Berichten. — Ingezonden: Opmerkingen. — Correspondentie. — Advertenties.

Officiëele Mededeelingen.

De Kring en de duurtetoeslag. Na de vorige opgave is nog an twoord ingekomen van :

Het Huisgezin £>e Zoom Prov. Gr on. Crt. Deventer Dagblad,

benevens van een ander dagblad, wier directie verzocht haar an twoord niet te publ iceeren. Wij zullen dit echter wèl doen, maar de n a a m van de k ran t wegla ten : zoodoende wordt hetzelfde bereikt . Ziehier de an twoorden (niet in bovenver­melde vo lgorde :

30. Aan het verzoek van het Kr ingbes tuur inzake duur te­toeslag is voldaan.

31 . Met 1 Januar i hebben wij de salarissen onzer redac­teuren verhoogd.

32. Wij hebben aan onze gehuwde medewerkers een duur te­toeslag toegekend. Tevens zijn de salarissen verhoogd.

2,2,. Wij hebben in uw geest gehandeld . 34. Wij hebben besloten met ingang van i Januar i aan

•onze redac teuren een duur te toes lag te ver leenen.

Zooals men ziet zijn ook deze an twoorden gunstig. H e t Kr ingbes tuur on tv ing voorts nog an twoord van den

ui tgever van De Bredanaar. Deze deelde alleen m e d e „dat de redact ie door mij zelf en mijne familieleden wordt gevoerd" .

Ledenlijst. A dresverandering: J. E. Belinfante van Van Boetzelaarlaan 177 naar Colum-

busstraat 260, den Haag . J. R. Beunder , thans 2e comp. i e bat . 15e reg. inf. Bussum. C. de Rot , thans Depot Wielrijders, Gouda , Oosthaven 20.

Binnenland.

Werft leden! Op het eind van December 1917 had de Kr ing 3 0 2 gewone

leden. Dit is een goed cijfer. Maar vraagt men ons of het vo ldoende is, dan an twoorden

wij on tkennend . Bijna aan alle b laden in ons land zitten nog journal is ten die geen deel van den Kring u i tmaken . Nooi t is er iets gedaan, om hen tot den Kr ing te brengen. D e leden­werving, een belangrijke arbeid waaraan iedere vakvereeni-gmg een deel van haar organisatorische krachten geeft, is bij ons, gehjk anderen dingen, altijd verwaarloosd. De aanmel­ding van nieuwe leden is steeds aan het toeval overgelaten. Kr ingbes tuur g lunder t wanneer het, i n . vergader ing bijeen, weer twee of drie nieuwe leden mag aannemen - maar

bedenk t het wel eens hoeveel er gewonnen konden worden, wanneer de werving werkelijk wordt aangepak t?

Daar toe moet het nu eens komen. De gevoerde actie voor duurte-toeslag en salaris-verhooging heeft ons geleerd, dat de Kr ing hier ook voor tal van niet-leden beeft gewerkt en resultaten bereikt. H e t be roemde psychologisch moment , om de leden-werving systematisch aan te pakken, is er dus nu . H e t Kr ingbes tuur zal moeten overwegen, op welke wijze de zaak het best kan worden geregeld.

Maar — de leden. De leden zelf hebben ook een taak in dit opzicht. Wij willen hun die vergemakkel i jken. H i e r o n d e r v indt men

een samenstel l ing van de ledenlijst, verdeeld naar de bladen. Ach te r ieder blad hebben wij de namen gezet van hen die kringledenS zijn. De volgorde der bladen is naar het aantal leden, de volgorde der namen is alphabetisch.

Handelsblad. — 2 7 — Barenbroek, Blokzijl, van Bruggen, Crayé, Dronrijp Uges, Duijntjer, Elout, Feith, van Heekeren, Hirsch, de Jong, Kalff, Landré, van Lissa, mej. van Meekren, Nierstrasz, Nuys, Polak, Rutters, Schabeek, Schotel, Schotting, Vies, Voogd, Voorbeijtel, Westermann, mej. Zuikerberg.

Telegraaf. — 2 3 — Alkema, Bax, J. Z. v. d. Berg, v. d. Broek, Burger, Dieterle, Van Duyll, mej. Feith, Fraenkel, Fuldauer, Goedemans, Hageman, Hans, Israels, Kolthek, Levy, Luger, Person, Pinkhof, Ritman, Sand, Van der Veer. Willinge.

Nieuwe Rott. Crt. — 2 3 — Aletrino, 'Van Blankensteijn, Bochardt, Van Bolhuys, Bottenheim, Brusse, Hankes Drielsma, Van Dril, Geijl, Van Heekeren, Hotke, Van Houten, Hijman, Jonquière, Kouwenaar, Sint-Yoost de Kruyff, Van Loon, Van Manen, Nassau Noordewier, Raken, Ruempol, Swart, Van Wijk.

Nieuws van den Dag — 13 — Appel, v. Wickevoort Crommelin, Easton, Meiners, Mevr. Van Oven, Peaux, Pelt, Rössing, Teunissen, De Balbian Verster, Veth, Vonk, W. J. de Voogt.

Vaderland, — I l — Borel, Van der Hout, Humme, Martin, Pannekoek, Van der Pek, E. Polak Daniels, G. Polak Daniels' Rademaker, Reijneke van Stuwe, Voute.

Nieuwe Courant. — 10 — Mej. Belinfante, Bruna, Haaxman, Harlaar, Lapidoth, Lesturgeon, Van Meurs, Plemp v. Duiveland, Sturenberg, Van de Vijver.

Correspondentie Bureau. — 9 — Mr. Belifante, L. V. Belifante, Van Berkum, Bolijn, Frederiks, Hulsman. N. Vas Dias, S. M ! Vas Dias, S. de Vries.

Rolt. Nieuwsblad. — 7 — Beunder, Van Dalen. Dekkine, Geerlink De- Ronde, Schilt, Smits. b'

Ofr. Haart. Crt. — 6 — Akkerman, Derks, Dobben, Van Nieuwenhuis, Sarlet, Stuffers.

Persbureau Vaz Dias. — 6 — Boas, Derjeu, de Graaft, Rikmenspoel Rogge, Da Silva.

Maasbode, — 6 — Van de Biggelaar, Van den Broek, Hiimans Serry, Stolk, Verschuur.

Haagsche Crt. — 6 — Doorman, Van der Garden, Kroes. Liisen, Spoel, Mej. Van Strien.

Nieuwe Haart. Crt. — 5 — Beeremans. De Mooy, Van Oosten Van de Poll, Schiphorst.

Standaard. — 5 — Bohlmeijer, Ilesseling. Van Loon, Nederbragt, Verweijck.

Analytisch Verslag — 5 — Corver, Kuyper, Mendell, Van der Wielen, Zoethout.

Utrechtsch Dagblad — 5 — Eggink, Graadt van Roggen, Van Lessen, Rochat, Schilp.

Nederlander — 4 — Van As, Langhout, Van der Munnik, De Ridder.

Haarlem's Dagblad — 4 — Hoorweg, Meijerink, Peereboom, Van Tilburg.

Dagblad van Z.-H — 4 — Bouten, Moresco, Thöenes, Van 't Veer, Prov. Gron. Crt. — 4 — Jle j . Buining, Van der Reis, Van de

Riviere, Wolf. Centrum — 4 — Galesloot, Raven, Steenhoff, Zuure. Dagblad v. Rotterdam — 3 — Blok, Smits, Weijsters. Het Volk — 3 — Luikinga, Polak, De Roode. Residentiebode — 3 — Bon, Bruysten, Smit. De Tijd — 3 — Van der Broecke, Heimer, Wesseling.

Verder hebben de volgende bladen of instellingen ieder 2 leden:

Page 2: N^ 237 MAANDBLADwebstore.iisg.nl/persmuseum/MMPM01_PM-10320731_0246.pdfN^ 237 MAANDBLAD 16 Januari 1918 van den Nederlandschen Journalisten-Kring Redacteur: D. HANS Laan van Nieuw

10 M A A N D B L A D

Utrechtsch Nieuwsblad, (Van Amstel, Kernkamp), Zutphensche Cou­rant, (Biemond, Hoog), Leidsche Courant, (Sijtsma, Westerbaan), Leeuwarder Courant, (Mingelen, Van Schaik), Ned. Telegraaf-Agentschap, (Nova, Schlick), Nieuwe Arnhemsche Crt. (Pyttersen, Vergouwe), Arnhemsche Crt. (Bothenius Brouwer, Stenfert Kroese),, Middelburgsche Crt. (Deibel, Schraver), Utrechtsche Crt. (Hol, Vinkesteijn), Delftsche Crt. (Mej. Van den Ende, Kerremans), Prov. Geld. Crt. (Smit, Vieweg), Prov. Overijselsche Crt. (Van Hees, Mees),

Terwijl de volgende ieder 1 lid in den Kring hebben: Goesche Crt. (Adema), Gooische Post, (Aleven), Gazette de Hollande (Van Beresteijn), Rotterd. Crt. (Stufkens),Kamper Courant (Hanswijk Pennink), Soldaten-Courant (Manassen), Apeldoornsch Dagblad (Van der Pol), Limburger Koerier, (Van Term), Schiedamsehe Crt. (Blommendal), Nieuwsbl. V. h. Noorden (Boersma), Holland Express (Canter), Goudsche Crt. (Croiset v. Uchelen), Nieuwe Schiedamsehe Crt (Dresch), Het Leven (Tervooren), Exportblad (Mej. v. d. Wijk) Graafschapsbode (Themans), De Kunst (Wolf), Ons Noorden (Timmer), Nieuwe Amsterdammer (Wiessing), De Zoom (Verhnden), Nieuwe Zeeuwsche Crt. (Vienings), Nieuwe Haagsche Courant (Vink), Nieuwe Tilburgsche Crt. (Weterings), De Voorhoede (Kellenaers), Onze Courant (Kaller), Dordtsche Crt. (Hoek), Amers-foortsch Dagbladi^sxi Schaardenburg), Deventer Dagbl. (Holsboer), Vooruit (Levy), Avondpost (Frederics), Builenlandsche Post (Gerritsen)

Delftsch Dagblad (Harms Tiepen) Tubantia (Kramer), Stichtsche Crt. (Lauwers), Groningsck Dagblad (Wijnbergen).

Vervolgens komen er op de ledenlijst 11 namen voor van collega s die hetzij in Indië of hier te lande, aan de Indische pers werken: Ebbers, Goddard, Van Haastert, Lievegoed, Mulder, Van der Pol, Schaap, Stokvis, Tersteeg, Veersema, de Vries, en 3 van hier te lande wonenden, die aan een buitenlandsch blad arbeiden: IN eter, Prell, Wenzelburger. -

Eindelijk vinden wij nog 2 6 namen zonder nadere aanduiding van blad of tijdschrift: Ablaing, Altona, Van Balen, B. Blok, FokkoBos , Brederode, Buurman, Coucke, Faust, Mevr. t rederiks , Van Geuns, Mevr. Hein, Dr. de Jong, Mr. Krabbe, Mr. Mesntz, A Moresco, M. v. Raalte, Van Riemsdijk, Rinse, De Rot, Sipman, J H D Smits, Mr. Tersteeg, Vierhout, Gos de Voogt, Wessel.

Waarom hebben wij deze lijst gegeven? Wel, nu kan ieder­een zijn eigen blad gemakkelijk nagaan en zien wie er geen lid van den Kring zijn. En nog eens, dat zijn er vermoedelijk nog heel wat. Het is de plicht van de leden, om hen tot den .Kring te brengen. In verscheidene gevallen zal een korte aanmoediging misschien voldoende zijn. Tevens zijn er m ons land nog een aantal bladen die in den Kring in 't geheel met ver­tegenwoordigd zijn. Het bestuur zal moeten nagaan, hoe het de redacteuren van die bladen in den Kring kan leiden. In ieder geval dient deze zaak nu eens een beetje te worden aangepakt. Werft leden/

Het Maandblad-fonds. In het vorige jaar zijn voor het Maandblad-fonds binnen­

gekomen 72 bijdragen. Die waren echter lang met alle van leden individueel afkomstig. Er zitten bijdragen onder van organisaties en bovendien hebben enkelen tweemaal wat geschonken.

Als men rekent dat de Kring ongeveer 300 gewone leden heeft, komt men tot de conclusie, dat hoogstens 1/5 van dte

leden in 1917 het orgaan met een bijdrage heeft gesteund. Dat is veel te weinig. Het is daarom, dat wij nogmaals een beroep doen op onze

collega's voor het fonds. En wij hebben daarvoor nu nog een speciale reden. Sinds wij onze vorige opwekkmg_ schre­ven, heeft ons de boodschap van den drukker bereikt, dal de 'prijs van het orgaan moet worden verhoogd. Knngkas en fonds zullen dus méér moeten betalen. Daarom doen wij nogmaals een beroep op de collega's. In den laatsten tijd hebben ons herhaaldelijk uitingen van waardeering bereikt voor de actie, door het Kringbestuur inzake den duurtetoeslag gevoerd en de daarmee bereikte resultaten. Welnu, laat men die waardeering nu eens realiseeren in een gift voor het orgaan. Wij wachten af. Reeds hebben ons eemge bijdragen oAoezeggingen bereikt van leden, die ook ten vongen jare een gift schonken. Wij zullen nu eens zien, of wij verder komen dan in 1917.

* * *

Ziehier de eerste bijdragen voor 1918: 1. Mr. L. J. P. v. D. f 10.— 2. G. G. v. A. „ 2.— 3. X. „ o. 10

Het Maandblad en het Fonds. Met hoeveel voldoening ook ik constateer de belangstelling

voor ons Maandblad zooals die blijkt uit de bijdragen, welke nog steeds voor het Maandblad-fonds inkomen, toch moet ik een opmerking maken tegen hetgeen de redacteur in het jongste Maandblad-nummer hierover schrijft.

Zijn opwekking tot verderen steun heeft natuurlijk mijn instemming, maar bezwaar heb ik tegen zijn verlangen het fonds zoo sterk te maken, „dat het eventueel alle kosten kan betalen". Dat acht ik in strijd met de bedoeling van het fonds en bovendien niet in het belang van ons Maandblad. Het Maandblad moet zijn het orgaan van den Kring en niet voortbestaan bij de gratie van een groep leden. Toen het Maandblad slachtoffer dreigde te worden van de noodig ge­bleken bezuiniging op de Kringfinanciën, is het fonds tot stand gekomen, echter bedoeld als een tijdelijke maatregel. Tevens wilde men door zijn bijdrage blijk geven iets over te hebben voor een goed Maandblad. Sedert dien is er meer erkenning gekomen voor het Maandblad als vereenigingsorgaan. Het fonds heeft nu nog alleen reden van bestaan, zoolang de Kringfinanciën, door een andere contributieregeling niet versterkt zijn. In dit opzicht ligt er nog altijd de bekende Haagsche motie, van 16 December 1916.

Er is nog.iets. Het Maandblad moet zijn het orgaan van den Kring, schreef ik; dat beteekent, dat de Kring zeggen­schap heeft over het Maandblad, zij 't dan, dat de leiding is opgedragen aan den redacteur. Zij, die bijdragen aan het fonds, hebben geenerlei zeggenschap over den inhoud van het Maandblad. Terecht. Ook ik zou dat niet verlangen. Maar die vrijwillige offers bewijzen nog niet, dat men volkomen instemt met het Maandblad, zooals dit er tegenwoordig uit­ziet. Met volle erkenning der verdiensten van collega Hans als redacteur, zou ik althans het een en ander anders . . . en in mijn oogen beter wenschen in ons Maandblad. Waarop ik nu niet nader inga.

Over het Maandblad kan slechts de Kring beslissen en daarom acht ik het zuiverder verhouding, dat het orgaan ook uitsluitend bestaat door den Kring. Dat het Maandblad naar inhoud en omvang verschijnt zooals vele leden het verlangen, alleen dank zij een fonds van vrijwillige bijdragen, is een noodtoestand, welke niet langer mag duren dan noodig is. Dat zoovelen er eenig offer voor over hadden, legt op den Kring de zedelijke verplichting uit eigen financiën, al dan niet versterkt, het Maandblad aan deugdelijke eischen te doen beantwoorden.

Dit is voor mij wel de voornaamste beteekems van het Maandblad-fonds.

v. M. * * *

Wij hebben niet als onze vaststaande meening vermeld, dat het Eonds de kosten van het orgaan geheel zou moeten dragen. Het was een opmerking die wij zoo terloops maar eens maak­ten, meer niet, een soort oratorische aansporing tot steun, en wij schreven uitdrukkelijk dat wij „zoover nog niet zijn". Overigens make collega v. M. zich niet ongerust, dat de redac­teur in de binnenkomende bijdragen even zooveel blijken van volkomen sympathie met den geheelen inhoud van het Maandblad zou zien en deswege een hooge borst zou gaan opzetten. Wij zijn ons van onze tekortkomingen minstens evenzeer bewust als collega V. M. zich dat is van — de onze.

Redactie.

De duurte-toeslag. Een Amsterdamseh journalist schrijft ons : „Het daghet in het Oosten" Nadat de journalisten, m

het' bijzonder zeker wel de verslaggevers der groote Amster-damsche bladen, ettelijke vergaderingen hebben verslagen, waarin slechts gesproken werd over duurte-toeslagen of salaris-acties, nadat zij verder een ontelbaar aantal moties met me­mories van toelichting, welke ook al de op salaris-verbetering betrekking hadden, hebben „uitgetrokken" - wordt nu ein­delijk eens, voor de journalisten zelve gezorgd.

Tot dusver hadden zij wel hun medewerking verleend, dat de aandacht eens gevestigd werd op de slechte financieele omstandigheden, waarin alle categorieën ambtenaren of werk­lieden verkeeren, maar wat hun eigen levensstandaard aan­gaat in deze oorlogjaren, deze werd, bescheiden als zij immers zijn, in het openbaar onbesproken gelaten. Het pu­bliek had daarmee trouwens niet te maken. Kleine berichtjes in het Maandblad hebben reeds verteld van de belangrijke

Page 3: N^ 237 MAANDBLADwebstore.iisg.nl/persmuseum/MMPM01_PM-10320731_0246.pdfN^ 237 MAANDBLAD 16 Januari 1918 van den Nederlandschen Journalisten-Kring Redacteur: D. HANS Laan van Nieuw

M A A N D B L A D 9

salaris-verhoogingen, welke thans hier en daar bereikt zijn. Wij kunnen daaraan nog toevoegen, dat het, inderdaad schitterende voorbeeld, dat de ffande/sb/ad-directie gegeven heeft (vele verslaggevers aan dat blad zijn f 600.— a f 700.— vooruit gegaan) nog gevolgd is door de Nieuwe Rotterdammer, die de leden der Amsterdamsen e directie op Kerstmis ver-rasste met een salaris-verhoooging van' f 400.— minimum. Een ander Amsterdamsch blad verleende de leden van de redactie een duurtetoeslag, een bedrag in eens, hetgeen ook te waardeeren is, al is salaris-ver hooging voor de journalisten de eenige ware verbetering, 't Is te hopen, dat alle directies nu het voorbeeld van het Handelsblad zullen volgen! Salaris-verhooging is zeker dringend noodzakelijk. Waarom zouden de journalisten wel voortdurend over lotsverbetering voor atideren moeten schrijven, terwijl zij zelve toch ook recht hebben op een goede financieele positie ?- Hoe kunnen zij anders nog frisch en opgewekt schrijven? Zij, die „geeste­lijken" arbeid verrichten, mogen wel in de eerste plaats geen financieele zorgen hebben. Daarover zal wel geen verschil van meening bestaan.

Intusschen het „daghet in het Oosten". Er komt verbete­ring in den toestand, al is deze nog lang niet bij alle bladen in voldoende mate ingetreden.

Of dit te danken is aan het Kringbestuur, aan het optreden der betrokkenen zelve, of dat de directies uit zich zelve tot salaris-verbeteringen overgegaan zijn, is moelijk te beoordeelen. Zeker past hier een woord van hulde aan het Kringbestuur, in het bijzonder aan de stuwende krachten, welke daarin zitting hebben. Het Kringbestuur heeft in elk geval de zaak aan het rollen gebracht, en met succes in vele opzichten!

Tegenwerking van de Pers. Zaterdagmorgen 29 December j.1. heeft zich aan het station

te Venlo een incident met een journalist voorgedaan, dat zeker in ons vakblad niet onvermeld mag blijven. Het was ter gelegenheid van de aankomst van het eerste transport Britsche krijgsgevangenen, officieren en onderofficieren uit Duitschland die hier te lande volgens de onder de auspiciën van de Nederlandsche Regeering tusschen Engeland en Duitschland aangegane overeenkomst geïnterneerd zullen worden. Met de collega's Landré en Hotke was ik bij de aankomst op het perron tegenwoordig, ten einde van het­geen geschiedde verslag te geven. Een klein • half uur na de aankomst kwam collega Landré naar Hotke en mij toe-loopen — wij waren toen in de visitatiezaal van het station en stonden met eenige Engelschen in gesprek — en deelde ons mede dat de infanteriekapitein Lucardie terwijl hij, Landré, op het perron zijn verslag zat te schrijven, de copy ondanks zijn protest in beslag had genomen. Collega Hotke en ik borgen onze aanteekeningen weg; wel begrijpende dat ons ook iets dergelijks zou kunnen gebeuren, terwijl momenteel noch verzet noch protest iets baten zouden.

Wij besloten toen naar het telegraaf kantoor te gaan en aldaar te gaan schrijven en telegrafeeren, doch plotseling viel het mij in, dat gezien het optreden van genoemden kapitein jegens Landré, het best mogelijk zou kunnen zijn dat onze mede-deelingen door den censuur zouden worden opgehouden, zoo­dat moeite en kosten tevergeefs zouden zijn. Op grond van deze overwegingen oordeelden wij het raadzaam, naar Eind­hoven te sporen en aldaar onze copy — hoewel eenige uren later — te verseinen.

Dit wat de toedracht der feiten aangaat. Is het niet ergerlijk, dat een persvertegenwoordiger nog

heden ten dage op bovengeschetste wijze behandeld wordt? En bovendien: wat kan de reden van het optreden van

kapitein Lucardie zijn? Waarom mag van een gebeurtenis die toch het publiek moet interesseeren geen verslag gegeven worden? Het is toch geen onder-onsje, waarbij journalisten als vreemde eenden in de bijt geweerd moeten worden! Of begrijpt kapitein Lucardie niet, dat heusch wel het Nederlandsche volk ingelicht mag worden over de uitvoering van een maat­regel, welke door de Nederlandsche Regeering op zoo sym­pathieke wijze is bevorderd?

Wij spreken natuurlijk niet over de mentaliteit en gedach-tengang van des kapitein's brein die misschien door zijn op­treden meende de publicatie van het verslag der gebeurte­nissen te Venlo kunnen onderdrukken.

Heeft inderdaad de bedoeling voorgezeten te verhinderen dat een en ander omtrent de aankomst van de Engelschen aan het eerste station hier te lande werd gemeld, dan des te erger voor kapitein Lucardie of voor dengene die in hoogste instantie voor diens handelwijze verantwoordelijk is!

In elk geval, de collega's en zij die belangstellen in de journalistiek kunnen uit dit geval weer eens leeren, hoe auto­riteiten of zich noemende autoriteiten soms op kleinzielige wijze de pers kunnen tegenwerken.

PAUL DERJEU. * *

* Het is ons bekend, dat het Dagelijksch Bestuur van den

Kring bij de bevoegde autoriteit tegen het voorgevallene te Venlo krachtig heeft geprotesteerd. — Redactie.

Rechtbank-verslagen. Een der dingen, waarover niemand_ tevreden is, maar die

uit een soort sleur blijven voorbestaan, is het bezigen van de voorletters bij rechts verslagen.

Herhaalde malen werd de een of andere redactie verzocht een rectificatie van een rechtsverslag te geven, omdat de ver­zoeker het ongeluk had dezelfde initialen te dragen als de delinquent en toch liever niet voor den laatste aangezien wenschte te worden.

Maar nog meerdere malen ontving men een verzoek, om dit of dat verslag niet te plaatsen, omdat de betrokkene meerdere publiciteit van zijn zaak ongewenscht achtte, terwijl het zelfs is voorgekomen, dat den verslaggever namens den beklaagde of zijn verdediger verzocht werd een verkeerde voorletter te schrijven. Aan dit laatste verzoek kan m. i. niet worden voldaan, maar het verzoek om het verslag eenvoudig weg te laten is ook moeilijk voor inwilliging vatbaar. Niet alleen, dat hierin een onbillijkheid schuilt tegenover anderen, maar ook wanneer men dezen weg consequent volgde, zouden er ten slotte weinig rechtsverslagen in de couranten terecht komen.

Van den anderen kant kan echter niet ontkend worden, dat in zaken als deze groote belangen op het spel staan. Nog niet lang geleden stond voor het Hof te 's Gravenhage een koopman terecht, die deels te goeder trouw in onvoorzich­tigheid zich aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt en dan ook, hetzij voorwaardelijk, veroordeeld werd: De man meende, wanneer de voorletters en de beginletter van zijn naam in de courant werden vermeld, zijn zaak aanzienlijk werd geschaad en vroeg den verslaggever dringend, indien het'verslag niet weggelaten kon worden, althans andere letters te bezigen.

Nu gaat het m. i. toch niet aan dergelijke beslissingen, waarbij zooveel op het spel staat, eenvoudig over te laten aan den eer­sten den besten rechtbank-verslaggever, die men daardoor ook een veel te groote verantwoordelijkheid op de schouders legt.

Er is, dunkt mij, maar- één weg, die ons uit al die moei­lijkheden helpt en dat is eenvoudig de initialen- weg te laten en b.v. te schrijven: „Lieden stond terecht een 26-jarige kan­toorbediende, ter zake dat enz." men krijgt dan geen last van personen, die meenen voor den beklaagde te worden aange­zien, terwijl de beklaagde zelf zoo weinig mogelijk voor het voetlicht komt.

Ik heb de zaak hier eens ter sprake gebracht omdat ik meen, dat deze kwestie alleen kan worden opgelost door een uniforme regeling, welke alleen van den Kring kan uitgaan.

Misschien zijn er collega's die tegen de door mij bepleitte oplossing bezwaren hebben, wellicht is het dan gewenscht deze in het Maandblad eens te bespreken, opdat wij de schijn ontgaan een ongewenschte toestand, alleen uit een soort sleur te handhaven.

Mochten er echter geen bezwaren zijn, dan hoop ik, dat op een der eerstvolgende vergaderingen van den Kring besloten wordt met het initialen-systeem zoo spoedig mogelijk te breken.

J. HULSMAN.

Het Nederlandsch Pers-Museum. Aan een artikel over het Persmuseum in het Weekblad

De Nieuwe Eeuw is het volgende ontleend:

„Met eenige plechtigheid en in tegenwoordigheid van ver­schillende autoriteiten is het Nederlandsche Persmuseum te Amsterdam geopend. Men heeft er reeds een lang relaas van in de dagbladen gevonden, zoodat we de voor-geschiedenis en liet doel als bekend mogen veronderstellen. Wij waren bij de opening tegenwoordig, hebben de keuze-tentoonstelling uil de meer dan 5000 dossiers (let wel, elk dossier bestaat weer uit zoovele couranten) met de grootste aandacht be­schouwd en wenschen nu naar aanleiding juist hiervan te

Page 4: N^ 237 MAANDBLADwebstore.iisg.nl/persmuseum/MMPM01_PM-10320731_0246.pdfN^ 237 MAANDBLAD 16 Januari 1918 van den Nederlandschen Journalisten-Kring Redacteur: D. HANS Laan van Nieuw

•10 M A A N D B L A D

wijzen op het groote belang van dit museum voor onze Katholieke pers en onze Katholieke actie. Wat leert ons dit reeds bijeengebracht begin van hetgeen later eens een grootsch museum moge worden? Dat voor de kennis der geschiedenis, voor het'begrijpen in het wezen eener zekere tijdsperiode en doorgronden der geestesinrichting de courant of weekblad een "belangrijk middel is niet alleen wegens den inhoud zeil maar ook wegens de verschijning. Zoo zien we nauwe wissel­werking tusschen het herstel der kerkelijke hiërarchie en het ontstaan van katholieke bladen. Zoo zien wij den terugslag •van revolutionaire woelingen elders in het verschijnen van menig revolutionaire en anti-revolutionaire courant, waaronder we allicht „De Totkamst', katholiek weekblad uit '48, kunnen rekenen. Zoo zien we den opbloei van de katholieke pers toen de knellende banden van het dagbladzegel waren afge­vallen, en ook zoo vele couranten van andere richting ver­rezen 'a.a. Het Nieuws van den Dag. Het inteekenbiljet begon aldus: Koning Willem III, Zijne Ministers en de Staten Gene­raal hebben door de afschaffing van het zegel op de dag­bladen een groote weldaad aan ons volk willen bewijzen. Zij hebben de deuren en halfgesloten vensters wijd open gezet, opdat hét licht der gedachten vrij, vroolijk, en tot m de verste hoeken zou binnen stroomen; niet alleen opdat zij die lezen, goedkooper, meer en beter zouden lezen, maar ook voora'l, opdat duizenden en duizenden tot heden van hun dagblad verstoken, door middel der pers dagelijks in aanra­king zouden komen met den grooten stroom der gebeurte­nissen en gedachten." Voor de Katholieke gedachte is de afschaffing Van het dagbladzegel niet zonder beteekems ge­weest. Zoo ware er, ter completeering van de mooie studie die de heer Van Vuuren enkele jaren terug over de Room-sche pers in het eeuwboek voor Katholiek Nederland schreef, een belangrijke studie over onze Katholieke Pers en Nederland te geven. Maar vooraleer daartoe zal kunnen over­gegaan worden, zal eerst de verzameling Roomsche bladen en publicaties in het Persmuseum moeten worden uitgebreid en aangevuld. Zoo vonden we o.a. geen enkel nummer uit de eerste jaren van de (huidige) Maasbode, wel van een naam­genoot en van De Tijd en Het Centrum. Geen nummer van het eerste kath. weekblad van algemeenen aard De Stemmen 'onzer Eeuw, geen van het jongste katholieke weekblad van hetzelfde, zij 't natuurlijk gewijzigd karakter De Nieuwe Eeuw, geen nummer van Van onzen Tijd. De belangrijkste katho­lieke dossiers zijn die van Tijd en Centrum. De heer D. Kouwenaar schreef daar over in het Maandblad: „Zoo'n dos­sier bevat in de eerste plaats (zoo mogelijk) de eerste en de laatste nummers, benevens de feestnummers. Een zeer fraaie verzameling feestnummers vindt men bijv. in het dossier van De TijdP Ware hier geen taak voor de Katholieke Journa-listenvereeniging? Kon zij niet zelfstandig of in vereeniging met het bestuur van het Nederlandsen Persmuseum een ver­zameling aanleggen betreffende alles wat onze katholieke pers betreft, om dit in bruikleen aan het Nederlandsen Persmuseum af te staan?"

Rechtszaken.

Smaadschrift. Voor de vierde Kamer der Amsterdamsehe rechtbank stond

27 December terecht de heer J. G. F. Landré, redacteur­verslaggever aan het Algemeen Handelsblad.

De'dagvaarding legt hem ten laste,

„dat hij te Amsterdam in de maand Mei 1917 opzettelijk heeft aangerand de eer en den goeden naam van den heer mr. A. blob, burgemeester der gemeente Haarlemmermeer, alwaar geen commis­saris van politie was, door tenlastelegging der in het pa te noemen opstel vermelde bepaalde feiten, met het kennelijk deel om daaraan ruchtbaarheid te geven, zulks door daarloe il) het te Amsterdam verschijnende dagblad Algemeen Handelsblad, waarvan hij redacteur was en wel in het Ochtendblad, tweede blad van 12 Mei 191, te doen opnemen een opstel met opschrift „Distributie-moeilijkheden , hetwelk bevatte de navolgende zinnen ter zake van toestanden, die in voornoemde gemeente zouden voorkomen:

„Ook ten aanzien van de handhaving van maximumprijzen blijkt niet alles in den haak. De maximumprijs van turf in Hoofddorp bedraagt ƒ 11, wat niet wegneemt, dat een schipper de turi verkoopt voor / 13.50. Te Vijfhhrizen, waar de maximumprijs ƒ 10.50 bedraagt werd de turf verkocht voor ƒ 15. De gemeenteveld wachter en een rijksveldwachter maakten proces verbaal op, maar het verbaal werd op verzoek van den burgemeester ingetrokken, althans dat van den gemeenteveldwachter, — de rijksveldwachter weigerde. . , Intusschen schijnen er ook met andere'artikelen dan brandstoffen onregelma­tigheden voor te komen. Men verzekert, dat verschillende boeren in

de Meer hun vee voederen met baktarwe. Een der gemeente-veld­wachters slaagde er in deze overtreding te constateeren bij een land­bouwer aan den Aalsmeerderweg. Hij maakte proces verbaal op en leverde dit in bij den burgemeester — doch informatie ten parkette van den Officier van Justitie te Haarlem leerde, dat het proces-verbaal nooit dit parket had bereikt, terwijl toch de burgemeester door achter­houding van een proces-verbaal zijn bevoegdheid te buiten gaat, daar art 21 W. v. S. voorschrijft: (volgt artikel). Aan deze verplichting doet niets af het feit. dat de burgemeester van Haarlemmermeer sommige overtreders administratief straft door hen uit te sluiten, tijdelijk of duurzaam van den verkoop van regeenngswaren. En, afgescheiden van het onwettige, is het niet doorzenden van processen-verbaal schadelijk, omdat politiebeambten den lust er door verbez.cn om overtredingen op te sporen".

zijnde voorbedoeld Tweede Blad te Amsterdam en elders in Nederland in tal van exemplaren verspreid.

De burgemeester van Haarlemmermeer, mr. Slob, liet zich door mr. J. G. Schürmann civiele partij stellen en vroeg ƒ 1 schadevergoeding voor de beleedigde partij, aanplakking van het vonnis in het openbaar op kosten van den beklaagde, . met dien verstande, dat de kosten daarvan de som van ƒ 150 met te boven gaan, en veroordeel ing van beklaagde 111 de kosten der civiele partij.

Beklaagde erkent het bewuste artikel te hebben geschreven, hij ontkent de bedoeling te hebben gehad de eer en den goeden naam van den burgemeester aan te randen.

Burgemeester mr. Slob acht zich in zijn eer en goeden naam door het artikel aangetast, m het bijzonder door de zinnen, welke in de dagvaarding zijn overgenomen. Het heele stuk heeft op getuige den indruk gemaakt, dat er iets anders achter zit, Hij is 10 jaren burgemeester van Haar­lemmermeer. Sedert 1914 is daar één man, die hem onop­houdelijk dwars gezeten heeft, n.1. een zekere heer Vincent. (

Getuige tracht aan te toonen, (gelijk wij m De Telegraaf, waaraan dit verslag ontleend is, lezen), dat de heer Vincent de publicatie heeft bevorderd.

Toen getuige hoorde, dat het Handelsblad een artikel had, dat zich tegen de distributieregeling in Haarlemmermeer en speciaal tegen getuige richtte, heeft hij zich zeer gegriefd geacht, vooral omdat de verslaggever van het Handelsblad zich niet tot hem had gewend om inlichtingen. Getuige heeft toen aan het Handelsblad een schrijven gezonden, doch hij kreeg bericht terug, dat het blad geen aanleiding vond om op het bericht terug te komen. Een ingezonden stuk wilde getuige niet schrijven, daar hij van oordeel is, dat een bur­gemeester zich met in ingezonden stukken behoort te ver­dedigen. Zoo kon getuige zich niet verdedigen tegen de onware beschuldigingen in het artikel. Terecht heeft de burgemeester van Rotterdam dan ook eens gezegd, dat een burgemeester een van de meest hulpelooze personen is. Toch zou spr. nog geen klacht bij de justiiie hebben ingediend, indien hij niet ontzettend veel last van hel bewuste artikel had gehad. Maar getuige heeft zooveel nadeel er van ondervonden, dat hij de zaak wel bij de justitie moest brengen ter berechting. Het Handelsblad, waarin het artikel voorkwam, is gezonden aan den minister van Binnenlandsche Zaken, aan den minister van Justitie en aan den officier van justitie te Haarlem. Getuige is verschillende malen ter verantwoording geroepen. Het artikel heeft 111 Den Haag zoo'n indruk gemaakt, dat de minister van Justitie via den procureur-generaal en den officier van justitie zijn aandacht vestigde op hetgeen in het artikel stond, omtrent het niet doorzenden van de processen-verbaal. En voorts werd getuige namens den minister van Binnenlandsche Zaken medegedeeld, dat, als het feit waar bevonden mocht worden, dit bij een eveutueele benoeming in aanmerking zou worden genomen. Getuige merkt voorts op, dat beklaagde tal van getuigen a decharge heeft gedagvaard, die echter allen wel eens wat met den burgemeester hebben gehad. Getuige ves­tigt er verder de aandacht op, dat de verhouding tusschen rijks- en geineente-politie niet altijd even goed is. Hij treedt in een uitvoerig betoog teneinde de onjuistheid van het artikel aan te toonen.

Getuige merkt nogmaals op, dat de heer Vincent achter deze heele zaak zit.

Gehoord worden verschillende getuigen a décharge, bijna allen rijks- of gemeenteveldwachters. Een van hen kan echter verklaren, dat de burgemeester een der veldwachters ooit heeft bevolen een proces-verbaal weer in te trekken.

Gehoord wordt getuige Vincent. Hij zegt, dat hij de in­lichtingen welke hij schriftelijk aan het Handelsblad gaf, van verschillende politiemannen kreeg; van wie(n) weet hij echter niet zoo precies meer.

De officier van justitie, mr. Luyken Glashorst acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Het Han.

Page 5: N^ 237 MAANDBLADwebstore.iisg.nl/persmuseum/MMPM01_PM-10320731_0246.pdfN^ 237 MAANDBLAD 16 Januari 1918 van den Nederlandschen Journalisten-Kring Redacteur: D. HANS Laan van Nieuw

M A A N D B L A D 9

delsblad heeft zich laten leiden door een ingezonden art ikel van i emand , die er pra t op gaat v i jandschap te hebben met den burgemees te r . Spr. vestigt er de aandach t op , dat de redac teur van dat blad, toen hij inl icht ingen ging inwinnen , den burgemees ter , den hoofdpersoon in deze kwestie, voorbij­ging. De wijze waarop deze redac teur gemeend heeft zijn redact ioneelen plicht te vervullen, kan dan ook, volgens spr., niet door den beugel . Spr. meende dan ook, dat beklaagde zich er n i m m e r op zal kunnen beroepen, dat hij het a lgemeen belang heeft willen dienen. Spr. vorderde / 2 5 . — boete, subs. 10 dagen hechtenis .

Als verdediger t rad op mr. J . de Vrieze, die ui tvoerig betoogde, dat het ' opzet om te beleedigen niet vas ts tond, hetgeen, volgens pi. ook duidelijk bleek uit de woordkeus en den stijl, waarin het artikel is vervat . De brief, dien bur­gemeester Slob aan het Handelsblad schreef, naar aanle id ing van het bewuste art ikel , was in zulk een vorm gegoten, dat een te rugkomen op dat art ikel al zeer moeilijk voor het blad werd gemaak t . PI . begrijpt echter niet , waarom de burge­meester geen ingezonden stuk meende te mogen schrijven, indien hij van oordeel was, dat de feiten verkeerd waren voorgesteld. PI. gaat da 1 het gebeurde na. Toen het Han­delsblad de schriftelijke inl ichtingen van den heer Vincen t had on tvangen , is beklaagde naar H a a r l e m m e r m e e r gegaan en heeft de zaak daar verder onderzocht . Hij is toen niet bij den heer Vincent geweest, wel bij verschil lende andere personen . Bekl. mocht redelijkerwijze veronders te l len, dat de inl icht ingen, die hij van die verschi l lende ménschen kreeg juist waren en men mag hem dan ook geen verwijt er van maken , dat hij schreef, zooals hij heeft gedaan . E lke couran t moet, volgens pleiter, het recht hebben om te schrijven, zoo­als het Handelsblad deed. Ande r s toch wordt de geheele persvrijheid aan banden gelegd. De pers moet het recht heb­ben en houden , verkeerde dingen te cons ta teeren . Ook al moge blijken, dat niet alle feiten zich zoo hebben toegedragen als in het artikel staat, dan nog kan het zeer goed zijn, dat bij het schrijven van dit ar t ikel , bij beklaagde het a lgemeen belang heeft gep redommeerd en dan moet beklaagde dus vrij uit gaan. Spr. vroeg dan ook vrijspraak voor zijn cliënt.

Mr. Schü rmann l icht te daa rna den civielen eisch van bur­gemeester mr. Slob nader toe .

De ui tspraak werd vervolgens bepaald op D o n d e r d a g 10 Januar i a.s.

• * * * De R e c h t b a n k heeft den heer L a n d r é wegens smaadschrif t

aangedaan aan een amb tenaa r , veroordeeld tot f 0.50 boete of één dag hechten is . H e t . 0 . M. had f 25 boete of tien dagen hechten is geëischt .

De R e c h t b a n k wees ook de civiele vorder ing toe , met dien vers tande da t de schadevergoeding aan de beleedigde partij werd bepaa ld op f 0.50. Voorts werd de aanp lakk ing van het vonnis bevolen in één exemplaar aan het gemeentehuis te H a a r l e m m e r m e e r . De kosten die de som van f 150 niet te boven mogen gaan zijn voor reken ing van beklaagde . Verder werd de bek laagde veroordeeld in de kosten van het geding , aan de zijde der civiele partij begroot op niets .

Persdelicten. Naar de Telegraaf ve rneemt , heeft de burgemees ter van

Marken een aank lach t ingediend bij den officier van justit ie tegen het dagb lad De Standaard, wegens een daarin voor­k o m e n d en voor hem z.i. beleedigend verslag over de laatste raadsvergader ing en de ontploffing, die tijdens de zitting in de raadzaal plaats had . De burgemeester acht zich hierdoor

' in zijn eer en goeden n a a m aangetas t .

— De Nieuwe School, het bekende onderwijs-tijdschrift o n d e r redact ie van T h . J. Thijssen en P . J. Bol, houdt op te verschi jnen. De redact ie geeft als reden van haar heengaan op, dat ze haar taak als afgedaan beschouwt, en dat ook de lust verdwenen i s : ze stelt „niet meer zoo razend veel belang in de paedagogische kwesties. Er zijn meer stoffelijke zaken, die ons interessanter voorkomen . Daar is in de eerste plaats de salariskwestie. Zoolang we van ons te kort niet af zijn, zoolang heb ik maling aan een paar malle boekjes meer of minde r . "

— De redact ie van het Nieuwsblad voor den Boekhandel doet in een reeks art ikelen het volgende voors te l :

„Da t in de Berner Convent ie worde neergelegd eene bepal ing, k rach tens welke bij het u i tbreken van een oorlog alle be-

- — '

s taande en gedurende den oorlog on t s taande auteursrechten , toebehoorend aan onderdanen der oor logvoerende landen , automat isch overgaan op den di recteur van het In te rna t io­naal bureau te Bern, onverdach t neut ra le , mede door den aard zijner functie, welke tevens goede behar t ig ing van alle belangen waarborgt , en dat deze van zijn opt reden geduren­de den oorlog, dat reglementair te omschri jven is, eerst na afloop van dezen aan be langhebbenden rekenschap geeft".

Met een dergelijke regeling zouden, meent de redact ie , de belangen van allen gediend en zou de Convent ie gewaar­bo rgd zijn.

Boekenschouw. Training for the Newspaper trade

by Dan. C. Seitz. Een echt Amerikaansch boek; in den goeden zin van het woord. Want bij Amerikaansche opvattingen over journalistiek denkt

men zoo li'cht aan sensatie en nog eens sensatie; aan "yellow journal­ism" enz. enz.

Dit boek brengt een beteren, zelfs een zeer lezenswaardigen inhoud, niet een overvloed van belangwekkende meeningen, opvattingen en gedachten, wonderlijk knap gecomprimeerd in een lGO-tal bladzijden.

Amerikaansch noemde ik dit boek omdat in de beschouwingen journalistiek en „business'' steeds samengaan, wat de titel trouwens reeds uitwijst. Het kr&atenbedrijf wordt er in behandeld en de schrijver Dan. C. Seitz is //business manager" van de New York World. Het werkje is in Sept. 1916 uitgegeven in Lippincott's Training Series.

Natuurlijk past lang niet alles aan onze Nederlandsche verhoudin­gen, doch hier en daar vond ik toch 't een en ander, dat zoo al geen slaafsche navolging, dan toch aandacht verdient, misschien om er ook voor onze bladen proiijt uit te halen. Dat geldt niet alleen voor de redacte, maar ook voor directie en administratie. In al zijn bondigheid is hel boek zeer veelzijdig.

Practisch en gemakkelijk overzichtelijk is al dadelijk het schema van de indeeling eener gropte New Yorksche courant, wat betreft de redactie, den technischen dienst (zetterij enz.) en de zakenafdeelingen, administratie-, exploitatie-, advertentieafdeeling, expeditie enz. Uit het eerste hoofdstuk „Training and opportunity" neem ik het vol­gende citaat, het aan mijn collega's overlatend die uitspraak te toetsen aan onze opvattingen.

//Good writing has gone out of fashion in our mile-a-minute age. There is no place in journalism to-day for the leisurely, reflective writer, carefully, cultivating style. Speed governs. The newspaper is made up to the minute. So far as reflection is permitted it is allowed mainly for ideas, not expression. Even the few feeble weeklies, designed for.general circulation, foil to maintain the old-time care for literary excellence. The less said about magazine English the better !''

Neen, behagelijk gevoel ik mij bij dit citaat toch niet en gelukkig maar, dat hier te lande die snelheid niet zoo noodlottig is opgevoerd.

In een tweede hoofdstuk over //the Trade" wordt veel gezegd, dat voor den dagbladexploitant de moeite waard is. Zoo vindt men er het //program" waarmede Jozeph Pulitzer de World introduceerde nadat hij eigenaar van dat blad was geworden. Dat was in 1883, maar het principe waarvan zijn prospectus getuigt heeft nog gelding.

„Performance is better than promise", zei Pulitzer. Exuberant assurances are cheap. „I make none." Hij verwees het publiek een­voudig naar zijn World, „that will serve and battle for the people with earnest sincerity."

Er ligt in dat hoofdstuk over het kranteniecinjj/ deze tendenz, dat 't groote geheim voor welslagen is het publiek te pakken en dat is alleen mogelijk als men het publiek kent. Massa-psychologie! Een fijnen neus. 'Ziedaar wat de krantenman noodig heeft.

Nog een //aardig" citaat. //Money is earned, not //made" in the newspaper trade". The business cannot be //run" by boards and councils. It trust succeed by innate energy on the part of man on the spot". Hierbij sluit aan de volgende uitspraak: //Few newspapers ever began ascaléulating getters of money and few could survive if this was their sole intent, that money comes is the result, not the primary purpose, of good newspaper making"'.

Hieruit blijkt tevens al, dat de schrijver als den man vSa de krant niet beschouwt den eigenaar, als zoodanig, noch iemand, die er finan-cieele belangen bij heeft, maar den man, die als journalist de ver­antwoordelijkheid draagt.

„Without 'an editor all is vain!» zoo begint hij dan ook het vol­gende hoofdstuk, dat over de(n) redacteur(s) handelt.

De,/ editor* heeft noodig //Imagination!" Niet //inventiveness, but the possession of a mental mirror that enables him to see what is (,in" things ahead of others, so to grasp and compass them, as to reflect his vision until it interests and informs the multitude !*

Hoeveel ik ook nog zou willen aanhalen, ik moet er rekening mede houden niet al te uitvoerig te worden. Daarom zal ik van den //reporter" waartoe ook een Stanley gerekend wordt, niet meer zeggen, dan dat hij ook volgens dezen schrijver „the nose for news" moet hebben, en „must think ahead of his pen." Wat er in het hoofd­stuk over „the reader" geschreven wordt, over den „honger" van het Amerikaansche publiek naar nieuws, is voor ons om jaloersch op te worden, al is in de oorlogsjaren de belangstelling voor de krant hier zeer toegenomen.

Even gaat de schrijver dan moraliseeren, als besefte hij wat de aandeelcn van de Amerikaansche sensatie-journalistiek zijn. Wat publiceert een blad ooit, dat erger is dan hetgeen het publiek doet, vraagt hij en verwijst dan naar dieven, moordenaars enz. enz. Het blad', verklaart hij dan, naiëf-onschuldig, geeft slechts een feitenrelaas, goed of kwaad, en is nooit de bedrijver of de medeplichtige ! Direct

I

Page 6: N^ 237 MAANDBLADwebstore.iisg.nl/persmuseum/MMPM01_PM-10320731_0246.pdfN^ 237 MAANDBLAD 16 Januari 1918 van den Nederlandschen Journalisten-Kring Redacteur: D. HANS Laan van Nieuw

12 M A A N D B L A D

misschien niet, maar indirect. Door het slechte voorbeeld, dat on­willekeurig zwakke naturen tot navolging wekt.

Zoo worden ook de head-lines, het gebruik van roode inkt en het opnemen van afbeeldingen verdedigd; om den eenvoudiger. lezers -die de meerderheid vormen - het begrijpen gemakkelijker te maken !

Theoriëu die met onze Europeesche of misschien beter nog tiol-landsche opvattingen niet zoo maar aanvaard kunnen worden. Doch 't is waar, het Amerikaansche publiek is nu eenmaal anders zelfs met dit gevolg, Seitz zegt het zelf, dat het „beste" blad de kleinste oplaag heeft. .. „

Aan de „Industrial Side" van het kranteiibedrijl wordt een at-zonderlijk hoofdstuk gewijd en daarin zullen de directeuren t een en ander vinden, dat lezenswaardig is. Alweer stelt de schrijver hier, met waardeering van alle „business" de beteekems van het journalistieke inzicht voor op. „As the newspaper begins with the editor „editional or reportorial, experience is an invaluable equipment for business office management. En over de oplaag, ue „Circulation,, lezen we dat, ook volgens de meening van een man als Pulitzer, voor een ruime verspreiding het allereerst moet gezorgd worden; de advertenties komen daarna, 't Is de lezer die den adverteerder voedt Voor die ruime verspreiding geldt weer een andere regel ! Ün het eerste te zijn, met het meeste nieuws!

Tenslotte vermeld ik nog dat het boek besluit met een reeks regels voor de „Country papers ' , waarin nog menige opmerking voorkomt niet alleen voor onze provinciale pers, maar ook voor de grootere bladen van eenig belang. , , . . . ., ,

Enkele illustraties geven interesante kijkjes in cle Amerikaansche dagblad cuisine. y A N M E U R g

in mijn bespreking van The Street of Ink van H Siroonis (Maand­blad No 235) zijn eenige hinderlijke druktouten blijven staan, door­dat ik 'de drukproef niet geheel ter inzage kon krijgen Ik schreef „The Street of Ink", zoo noemt de schr. die nog actiei werkzaam s de Londensche Fleetstreet. Verder had ik 't over de indeeling en

niet over de verdeeling der Engelsche kranten, en over de samen­smelting van Kviusmaandblad en directeuren-orgaan. In den laatsten regel van het Engelsche citaat, onderaan, leze men: probably.

Personalia en Berichten.

Binnenland: — In den H a a g is, 30 ja ren oud, overleden mevr . mr

M. H . L o h r — O b r e e n , die vóór haar huwelijk eenigen tijd ve rbonden is geweest aan Het Vaderland.

Ingezonden.

Opmerkingen. Veroorloof mij in het Maandblad, 't welk zich vrijwel uitsluitend

wijdt aan de journalisten-belangen, ook eens een journalistiek onder­werp kort onder de aandacht te brengen.

De journalisten concentreeren vrijwel al hunne gaven hun ken­nis, hun kracht op de materieele zijde van het vak. AU. hand-a beiders beschouwen zij (niets is gehee waar en ook dit met schreef Multatuli) als hun ideaal zoo weinig mogelijk, zoo kort mogeUjk, „Schablonenmaszig" te werken en zoo hoog mogelijk safaris te ontvangen. Ten bewijze beroep ik mi] op dit Maand-blad en op de dagbladen. Het Maandblad strijdt voor afschaffing van nacht-arbeid, hoogere salarissen e.d. Ik keur dat op zich zei rdet af maar in verband met het geheel wel. De groote pers levert steeds meer fabriekswerk. (Correspondentiebureau-berichten, over­schrijven of resumeeren van .vooraf gevraagde redevoeringen), t Voornaamste journalisten-werk bestaat in het nauwkeurig gever, van de namen van aanwezige autoriteiten (Del Campo gen. Camp) en zijn licht opsteken bij ambtenaren, welke zoo onvoorwaarde­lijk worden geloofd, dat ieder particulier initiatief in de verdruk­te n£ geraakt In verband hiermee staat nauw (al is zulks meer Wrf- redac t ie -werk) het niet plaatsen, of ambtelijk wederlegd plaatsen van de meening van het publiek. Men vergelijke eens de groote buitenlandsche (vooral Engelsche) bladen met de onze. Leuk is in dit verband het geval (een uit vele dat een inzender in de Daily News plaats krijgt om voor te stellen de oorlog door een aantal officieren te laten uitboksen en onze groote pers dit voorstel ernstig behandelt. Worden er hier niet veel serieuzer stukken geweigerd?

Nu kom ik tot een tweetal gevallen, de laatste week persoon­lijk ondervonden, welke naar mijn meening duidelijk illustreeren, hoe machinaal onze pers (men blijve denken aan Multatuli) werkt. Vooraf zij nog gezegd, dat ik in dezen getramd ben. De Vis­scherij-Courant is - het past geheel in he bovengeschetste kader — geen serieuse courant. Wat uit dien koker komt is ballast voor de prullemand. Menschen die een dierbare verwant door den dood verloren, voelen het best de smart van het scheiden. En dus zie ik zoo bijzonder scherp deze fouten van onze pers.

Het eerste geval dan is het volgende: Buitenlandsche zaken gedraagt zich ongelooflijk nonchalant

tegenover onze visscherij-menschen die door den oorlog in gedrang komen. De Visscherij-Courant protesteert daartegen herhaaldelijk o.a. onlangs door het schrijven van een hoofdartikel en een inge­zonden stuk van de Firma J. J. v. d. Zwan. De Visscherij-Courant verzocht de groote bladen melding te maken van hare meening. Alleen De Maasbode en de De Tijd deden zulks. Het ingezonden stuk van de Firma v. d. Zwan werd slechts opgenomen door Het Vaderland, o.a. niet door N. R. Ct. en Telegraaf. Maar wat ge­beurt? Het Ministerie verzocht, toen het nadien wel iets berichtte, de Firma v. d. Zwan de pers melding te doen van het feit dat

Buitenlandsche zaken toch iets (te laat en onder pressie van het schrijven) van zich liet hooren. Bedoelde Firma bracht het. pers­bureau Vas Dias op de hoogte en gewillig namen nu . . . de journa­listen, wel een bericht op.

Wat licht onze pers de lezers toch volkomen in. Het tweede geval: De pers vermeldt een mededeeling van Dr. D. Knuttel van het

Rijkslandbouwproefstation te Maastricht. Een bericht 't welk kant nog wal raakt. De Visscherij-Courant geeft een ander bericht (een tegenspraak van een rijkslandbouw-leeraar welke mij in 't gelijk stelt komt nadien) en verzoekt de pers dit te vermelden. Er is een drievoudig economisch belang aan verbonden. Geen enkel blad maakt er melding van. De heeren journalisten mogen de schouders ophalen als 't hun de moeite waard is. De meeste doen dat wellicht nog niet eens. De Visscherij-Courant bespottelijk. Maar de feiten spreken en veel meer dan de twee genoemde. Let wel: ik beklaag mij niet. De Visscherij-Courant gaat heel best in elk opzicht. Deze oefent wel invloed uit waar zij dat wenscht, heeft zich kunnen opwerken tot een anderdaagsch blad en zal zoodra 'een geschikte kracht is gevonden en het papier goedkooper geworden een dagblad worden. Ook hier, les gens que vous tuez, se portent assez bien.

Maar ik zie in het Maandblad en in de praktijk, dat de meer­derheid de journalistiek tot een vak maakt waar hoofdzakelijk confectie wordt verkocht, straks krijgen alle bladen gelijke ko­lommen-breedte en 't zetsel van de fabriek.

Juist na de eerste mislukte algemeene werkstaking. Doch voor dien heb ik gewaarschuwd. Waarom niet ? Zegt niet de psalmist: De steen door de bouwlieden versmaad

is geworden tot een hoeksteen? s B. J. GELDER.

Correspondentie.

Denkt aan het Maandblad-fonds en zendt een bijdrage. Do it now.

De R e d a c t e u r wordt a a n h o u d e n d bestookt met verzoeken om toezending van n u m m e r s , met k lachten en adresver­ander ingen en-zoo-voorts. Hi j kan van zulke d ingen geen not i t ie n e m e n : zij hooren bij den secretaris .

Advertentiën.

De Heer en Mevrouw JAC. C. MEIJERINK-LEEMAN geven kennis van de geboorte van hun zoontje

ANTON DANIËL

HAARLEM, 13 Januari 1918 Frans Halsstraat 9

JONGE MAN, vlot stylist, van wien reeds meerdere schetsen werden geplaatst, wenscht zich te verbinden aan de redactie van een dagblad of periodiek. Br. onder nr. 23 aan J. H. DONNER, Boekhandel, Rotterdam.

Aan een dagblad te Amsterdam wordt gevraagd een

Nachtredacteur. Bekendheid met journalistiek en

talenkennis vereischt. Brieven franco Redacteur Maandblad, letter A.

Wie van de Haagsche collega's kan mij helpen aan een woning? Mijn tegenwoordig huis wordt verkocht en ik moet er uit. Wanneer de één of andere collega toevallig iets voor mij weet, houd ik mij dringend aanbevolen. „mKIO

U. HANS.