Campus HeverleeHertogstraat 1783001 Heverlee

Tel. 016 375600www.khleuven.be

LESONTWERPALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Michelle Borghers

Vakkencombinatie: Biologie - Aardrijkskunde

Stagebegeleider DLO: Mevrouw De Smet

School: Damiaaninstituut Aarschot (DIA)Onderwijsvorm: BSORichting: HoutbewerkingKlas: 4SLokaal: P2Aantal leerlingen:

Les gegeven door: Michelle Borghers

Vak: PAV

Onderwerp: VVV: Antwerpen, Brugge, Gent en Hasselt

Vakmentor: Mevrouw Van den Bosch

Datum/Data: Donderdag 26 februari 2015, Donderdag 5 maart 2015, Donderdag 12 maart 2015.Lesuur/-uren: Donderdag 5e,6e,7e lesuur (12u45-15u25)

BEGINSITUATIE & DIDACTISCHE VERANTWOORDING Verantwoord, vanuit de beginsituatie, waarom je de les op deze manier aanpakt. Je kan onder andere verwijzen naar: algemene didactische principes, vakdidactiek, ontwikkelingspsychologie, situationele beginsituatie, verwachtingen van mentoren, eigen doelstellingen,…

Beginsituatie: 4S is een kleine klas die extra motivatie nodig heeft. Ze hebben het nodig om af en toe zelf iets te kunnen vertellen. Het is een klas die goed meewerkt en die enthousiast is. Ze hebben een geringe achtergrond- kennis en hebben een laag kennisniveau.

Het gebruik van filmpjes is aangeraden in deze klas. Op deze manier kunnen ze gemotiveerd worden en gaan ze extra hun best doen om de les tot een goed einde te brengen. Het is zeker goed om een afwisseling in werkvormen te hebben.

Gebruikte didactische principes:1. Aanschouwelijkheidsprincipe: is hier zeker het belangrijkste principe, de leerstof moet aanschouwelijk zijn

voor de leerlingen om dit te verwerken.2. Motivatieprincipe: door leerlingen samen te laten werken of door ze individueel aan het werk te zetten

kunnen ze gemotiveerd worden om zich op de leerstof te storten.3. Geleidelijkheidsprincipe: de leerstof moet opgebouwd worden, nieuwe begrippen moeten stuk voor stuk

aangebracht worden.

EINDTERMEN & LEERPLANDOELENSituering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)

Functionele taalvaardigheid:

1  kunnen informatief luisteren en lezen;

3  zijn mondeling assertief: ze kunnen informatie inwinnen, samenvatten en meedelen;

4  kunnen schriftelijk informatie aanvragen en meedelen in herkenbare en concrete situaties;

6  hanteren gepaste taal en omgangsvormen;

Functionele rekenvaardigheid:

12  kunnen de schaal functioneel gebruiken;

14  kunnen een schematische voorstelling lezen en interpreteren;

Functionele informatieverwerving en –verwerking:

17  kunnen onder begeleiding relevante en voor hen toegankelijke informatie in herkenbare concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken;

18  kunnen informatie uit uiteenlopend voor hen bestemd tekstmateriaal en voor hen bestemde formulieren selecteren en gebruiken;

19  kunnen onder begeleiding gebruikmaken van informatie- en communicatietechnologie (ICT).

Organisatiebekwaamheid:

21  kunnen individuele opdrachten van beperkte omvang onder begeleiding organiseren, uitvoeren en evalueren;

23  kunnen omgaan met formele en informele afspraken, regels en procedures;

25  kunnen hulp inroepen;

26  kunnen een beroep doen op diensten of instellingen waar ze met eventuele vragen, klachten of mel- dingen terechtkunnen.

Tijd en ruimtebewustzijn:

33  Respecteren het historisch-cultureel erfgoed

34 Respecteren het leefmilieu

Situering in het leerplan:

Leerplan PAV van het katholiek onderwijs,2e graad BSO, PAV, Brussel, D/2012/7841/014

Leerplandoelstellingen:

1 Onder begeleiding en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie vinden en selecteren uit:

gesproken teksten; geschreven teksten; beeldmateriaal; ICT-bronnen; tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

2 Onder begeleiding en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie gebruiken.

concrete informatie uit gesproken teksten; concrete informatie uit geschreven teksten; concrete informatie uit beeldmateriaal; concrete informatie uit ICT-bronnen; concrete informatie uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

6 *Zich bij het lezen en luisteren blijven concentreren, ondanks het feit dat men niet alles begrijpt.

11 Onder begeleiding opdrachten van beperkte omvang en van relatief korte duur individueel realiseren via volgende stappen:

de organisatie; de uitvoering; de reflectie; de bijsturing.

13 De eigen mening en gevoelens uiten.

19 Zich situeren, orienteren en verplaatsen door gebruik te maken van gepaste informatie.

28 *Respect opbrengen voor:

het leefmilieu; het historisch-cultureel erfgoed; verschillen en gelijkenissen in leefwijze, waarden en normen

ALGEMEEN LESDOEL

De leerlingen kunnen de geziene gebouwen herkennen op gegeven foto’s. Ze kunnen de regel van drie toepassen in een oefening en ze kunnen een luisteroefening tot een goed einde brengen.

SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)

Les 1: VVV: AntwerpenLes 2: VVV: Brugge en GentLes 3: VVV: Gent en Hasselt

BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.)

Boeken:

- Boomerang VVV

LEERMIDDELEN & MEDIA

Aanwezig in het vaklokaal:- Computer- Beamer- Bordboek met de antwoorden van de cursus

Mee te nemen door de leerkracht:- Mapje met:

o Lvb voor begeleidende lkro Ppt voor begeleidende lkr (of prezi)o Evaluatiepapier voor begeleidende lkr

Leerlingen hebben bij:- Cursus Boomerang VVV

Didactisch lesontwerp

LeerdoelenDe lln kunnen…

KRACHTIGE LEEROMGEVINGLesfasen& timing Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

Instapfase

5’

Jullie mogen jullie cursus en agenda op de bank nemen. Jullie laten jullie cursus wel nog gesloten.

WAT hebben jullie gedaan in de vakantie? Iemand weg geweest? (Naar waar?) Iemand naar Antwerpen geweest?

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 1:

30’

Wel, dat is waar we het vandaag over gaan hebben. We gaan eens inzoomen op Antwerpen.

OLG – Wat weten jullie?Om te beginnen zou ik graag eens weten wat jullie al weten van de stad Antwerpen. WELKE bezienswaardigheden kennen jullie in

Antwerpen? WAAROM is Antwerpen zo bekend? WAARVAN kennen jullie Antwerpen? WIE weet waarvan de naam Antwerpen komt?

In het buitenland is Antwerpen vooral gekend van het verhaal van Nello en Patrasche. We gaan hier nu even een filmpje van bekijken. Het filmpje is in verstaanbaar Engels gesproken, maar heeft ook ondertitels.

OLG – Nello en Patrasche WAT is er gebeurd in het verhaal?

Druon Antigoon veroverde de burcht aan de schelde.

Vreselijke tijd voor de schippers: Antigoon eiste heel veel tol van de schippers (50%)

Antigoon was steeds op zijn post, niemand ontkwam hem.

Schippers die niet de helft van hun vracht afgaven: rechter hand afgekapt.

Hand werd in de Schelde geworpen. Zou snel een einde komen aan Antigoon:

Brabo ging hem verslaan! Brabo = koning van Tongeren Brabo versloeg Antigoon en kapte zijn

rechter hand af en gooide dit in de Schelde.

https://www.youtube.com/watch?v=wPCypDiTzgk

Zie cursus VVV p31

(in eigen woorden)

We gaan nu een reportage bekijken en de tekst in de cursus lezen.

WAAROM is het schilderij “De kruisafneming” zo belangrijk in het verhaal?

WAAROM is het verhaal zo’n succes in Japan? WAAROM zou dit verhaal niet aanslaan in België?

Het verhaal van Nello en Patrasche kent heel veel gelijkenissen met de film “Hachi, a dog’s tale”.

Heeft iemand deze film gezien?

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 2:

De historiek van de straatnamen

20’

We hebben nu het verhaal van Nello en Patrasche gezien. Antwerpen staat echter ook bekend om zijn historiek van straatnamen. In Antwerpen verwijzen heel veel straatnamen naar historische figuren. We gaan deze eens bekijken.

OLG – Historiek van de straatnamen.Ik ga jullie telkens een foto laten zien en jullie moeten erachter proberen te komen welk historisch belang deze persoon heeft. Daarna moeten jullie noteren in welke eeuw hij geleefd heeft.

WAT zou het historisch belang zijn van Frans Hals?

(WAT staat er op de foto?) (WAT zou zijn beroep geweest zijn?) In welke eeuw heeft hij geleefd? (indien de eeuw fout gezegd wordt, deze nog

eens uitleggen) WIE kan er mij zeggen hoe we weten over welke

eeuw het gaat? WAT zien jullie op deze dia over Mercator? WAT zou zijn beroep zijn? IN WELKE eeuw leefde Mercator? WAT zou het historische belang van Stanley

geweest zijn? IN WELKE eeuw leefde Stanley? (tip: congo) WAT zou het historische belang van Bolivar

geweest zijn?

Zie cursus VVV p32

De twee laatste getallen weg laten en +1Bv 1935 19 +1 = 20e eeuw

IN WELKE eeuw was Bolivar actief?

Jullie mogen dit ook zo noteren in jullie cursus.

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 3:

Een fonkelend Antwerpen.

30’

WIE is er al eens met de trein naar Antwerpen geweest?

WAT zien we als we het station buitenkomen? (denk aan: juwelen)

We gaan het hebben over de diamant!

INDIVIDUEEL WERK + klassikale verbetering – Tekst fonkelend AntwerpenJullie gaan allemaal in stilte de tekst aandachtig lezen. Daarna doen jullie de cursus dicht en laat ik een fragment horen. Daarna gaan jullie zoeken welke woorden men in het fragment vervangen heeft (zoek de synoniemen) (eventueel 2X laten horen)

WELKE woorden hebben jullie gevonden die in het fragment anders waren?

WAT was hier het synoniem voor? Duid deze woorden aan in de tekst.

WAARUIT wordt diamant gemaakt? WIE kan mij zeggen wat er nog uit koolstof

gemaakt is?

We gaan nu eens inzoomen op de diamant.

INDIVIDUEEL WERK – Teken een diamant.We gaan eerst klassikaal de tekst even lezen.Nu mogen jullie met de instructies die jullie gekregen hebben zelf een diamant tekenen. Dit zou voor jullie geen probleem mogen zijn aangezien jullie andere ingewikkelde tekeningen kunnen tekenen bij houtbewerking!

TIP: Voor de verschillende delen kan je op de diamant naast het tekstje kijken.

Zie cursus VVV p33

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 4:

Antwerpse Ruien

We hebben al enkele belangrijke aspecten Van Antwerpen gezien, nu gaan we nog eens kijken naar de Antwerpse Ruien! Meer bepaald de onderbuik van Antwerpen!

FILMPJE – Antwerpse RuienWe gaan de fragmenten eens bekijken. Deze 2 fragmenten gaan jullie tonen wat de Antwerpse ruien juist zijn. Jullie gaan de verschillen en de gelijkenissen tussen de twee fragmenten zoeken.(eventueel 2X laten horen).

WAT hebben beide fragmenten aangehaald (3 gelijkenissen?)

WAT waren de verschillen tussen beide fragmenten?

(WAAR werd over gepraat in fragment 1?) (WAAR werd over gepraat in fragment 2?)

Wanneer we naar de Antwerpse ruien gaan kijken zien we dat een heel aantal straatnamen hiernaar verwijzen.

INDIVIDUEEL WERK + klassikale verbetering – Antwerpse ruien.Jullie gaan individueel op de kaart van Antwerpen de 4 verschillende ruien eens opzoeken: Suikerrui, Kaasrui, Jezuïetenrui en Minderbroerdersrui.

Zoals jullie zien loopt de ruienwandeling onder een aantal monumenten. Adhv deze kaart op google maps gaan jullie deze monumenten kunnen aanduiden op de kaart. Dit mogen jullie dan ook doen.

WAT is het belang van dit ondergronds erfgoed voor bezoekers?

Als laatste opdracht mogen jullie het traject van de Antwerpse ruien aanduiden op de kaart.

Zie cursus VVV p34

Slot

Indien tijd over

WAT vinden jullie zelf van Antwerpen? Zouden jullie graag in Antwerpen wonen? WAAROM zouden jullie graag in Antwerpen

wonen? WIE kende het verhaal van Nello en Patrasche? WIE kende het verhaal van Antigoon en Brabo?

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 5:

Brugge, stad

Vorige les hebben we de stad Antwerpen besproken, we weten dus dat Antwerpen heel veel verschillende facetten heeft. Antwerpen is natuurlijk niet de enige

van de romantiek: “Brugge die scone”

25’

belangrijke stad in België.

OLG – De stad van de romantiek! WAT weten jullie al van Brugge? WIE is er al in Brugge geweest? WELKE indruk liet Brugge na? WIE weet welke naam ze nog aan Brugge geven? WIE weet er waar Brugge ligt?

PROMOFILMPJE BruggeJullie hebben net een filmpje gezien dat promotie maakt voor de stad Brugge.

We weten al dat Brugge een culturele schatkamer is.

OP WELKE twee manieren hebben ze in het filmpje aangetoond dat Brugge een culturele schatkamer is?

WIE weet er wie de Vlaamse Primitieven zijn?

OP WELKE manier vinden heden en verleden elkaar blindelings terug in Brugge?

OP WELKE twee manieren hebben ze in het promofilmpje gezegd dat Brugge één groot podium is?

WIE weet er hoe het filmfestival in Brugge noemt?

WELKE regenboog aan spektakels en evenementen worden er in Brugge georganiseerd?

WANNEER valt de heilige bloedprocessie?

WELKE superieure eet-, slaap-, en danscultuur vinden we terug in Brugge?

Ppt Dia 2-3

Ppt Dia 4

Ppt Dia 5-6

Ppt Dia 7

Ppt Dia 8

Ppt Dia 9

Zie cursus VVV p35

Zie cursus VVV p35

Jan Van Eyk en Hans Memling zijn de twee bekendste Vlaamse Primitieven. De Vlaamse Primitieven is de benaming voor een groep kunstschilders uit de Nederlanden van de 15e en begin 16e eeuw. Ze waren voornamelijk werkzaam rond de boeiende steden Brugge, Gent, Leuven, Doornik en Brussel.

Belangrijkste aspect Heilige bloedprocessie: het bloedrelikwie van Jezus wordt doorheen de hele processie meegedragen.

https://www.youtube.com/watch?v=t3NNNuXGIWYhttps://www.youtube.com/watch?v=ALRRfoy1T6c

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 6:

Erfgoedstad:

We hebben gezien dat Brugge vooral bekend is als de stad van de romantiek. Het is natuurlijk wel zo dat Brugge niet alleen daarvoor bekend is. Brugge is ook

C3 de verschillende bouwstijlen herkennen op ongeziene gebouwen.

bouwstijlen op de Brug

25’

een belangrijke erfgoedstad.

We weten dat er in Brugge heel veel gerestaureerde herenhuizen te vinden zijn. We weten dat er ook heel veel historisch belangrijke gebouwen aanwezig zijn. Al deze gebouwen zijn gebouwd in een bepaalde bouwstijl. Wij gaan deze vandaag een keertje bekijken.

OLG – Bouwstijlen WELKE kenmerken van de Romaanse bouwkunst

zie je op deze foto’s? WELKE kenmerken van de Gotische bouwkunst

zien jullie op deze foto? WELKE kenmerken van de Laatgotische

bouwkunst vind je terug op deze foto’s? WIE weet wat het verschil is tussen rondbogen en

spitsbogen? (laten tekenen op bord) WELKE kenmerken van de Renaissance zien jullie

op deze foto’s? WELKE kenmerken van de Barok vinden jullie

terug op deze foto’s?

+ individueel voorbereiden oefening foto’s+ klassikale verbetering.

Ppt Dia 10-14

Ppt Dia 15-21

Zie cursus VVV p36

Zie cursus VVV p36

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 7:

Erfgoedstad: industrieel erfgoed40’

Erfgoed zijn bijvoorbeeld de bouwstijlen, maar erfgoed kan ook meer zijn dan de bouwstijlen.

OLG – Erfgoed WAT verstaan jullie onder erfgoed? WELKE twee soorten erfgoed bestaan er? WAT zou het verschil zijn tussen roerend en

onroerend erfgoed? WAT is een voorbeeld van roerend erfgoed? WAT is een voorbeeld van onroerend erfgoed?

Lees het stukje tekst over de Transfosite (in klasgroep)

OLG – Transfosite WELKE functie had de Transfosite vroeger? WAT is de nieuwe functie van de Transfosite? WAAROM zouden ze dit doen? (WAAROM gaan ze oude gebouwen opwaarderen

Ppt Dia 27-29 Zie cursus VVV p37

Zie cursus VVV p37

door ze een nieuwe “bestemming” te geven?) WELK soort ontroerend goed is de Transfosite?

We weten dat de elektriciteitscentrale werd gebouwd in 1911 en weten dat ze buiten gebruik werd gesteld in 2001. We gaan deze periode eens uitzetten op een tijdsbalk met tijdschaal.

OLG – Tijdschaal HOEVEEL jaar zit er tussen 1911 en 2001?

Om nu te weten hoe we iets moeten tekenen op een tijdsbalk moeten we eerst de tijdschaal berekenen.

HOE gaan we een tijdschaal berekenen?

Meet jullie tijdbalk. Wanneer we een tijdschaal gaan berekenen moeten we rekening houden met de lengte van onze balk. De regel is dat onze periode op de balk kleiner moet zijn dan de volledige lengte van de balk maar groter moet zijn dan de helft van de lengte van de balk.We gaan dan onze periode delen door een geheel getal tot we een geheel getal uitkomen dat groter is dan de helft van de balk en kleiner is dan de volledige lengte van de balk.(Gemakkelijk te gebruiken gehele getallen = 10,100,1000,…)

WELK geheel getal gaat hier het gemakkelijkste werken?

(we hebben maar een periode van 90 jaar 10 gaat het beste zijn.)

WE gaan onze 90 jaar delen door 10 (ons geheel getal).

WAT is de uitkomst? WAT drukt dit getal uit? (denk aan: we werken met een tijdbalk we

hebben een bepaald aantal cm nodig die een jaar voorstellen.)

Met hoeveel jaar komt 1 cm dan overeen?

+ maken van extra oefening: We willen de

Ppt Dia 30-31

BORD

BORD

Zie cursus VVV p37

middeleeuwen (500 tot 1450) uitzetten op een dynamische tijdbalk.

OLG – Toekomst gebouwen.We zien dus dat het gebouw nieuw leven in wordt geblazen. WELKE reden was hier ook alweer voor?

We hebben eens gekeken naar het verleden, heden en de toekomst van de Transfosite. We weten echter nog niet waar deze zich bevindt. Dit gaan we nu eens bekijken.

Individuele opdracht + klassikale verbetering – situering Transfosite.Jullie gaan ieder voor zich en in potlood opdrachtje d en e eens proberen in te vullen. Jullie gaan met behulp van de twee kaartjes de vragen invullen.

WELKE waterloop stroomt er in de buurt van de Transfosite?

WELKE belangrijke snelweg ligt in de buurt van de Transfosite?

Tussen welke twee grote steden loopt deze snelweg?

WANNEER we op google maps verder gaan kijken, tot welke stad loopt de E17 dan nog?

IN WELKE provincies liggen Kortrijk en Doornik? (bekijk hiervoor het kaartje op de powerpoint) HOE vertaal je Rijsel in het Frans? IN WELK Frans departement ligt Rijsel? WAT wordt er bedoeld met een Euregio? Over welke regio strekt de Euregio Kortrijk-

Doornik-Rijsel zich uit?

Ppt Dia 32

Ppt Dia 33-35

1. begindatum = 500 en einddatum = 1450

2. 1450 jaar – 500 jaar = 950 jaar3. 950 : 10 = 95 (= te groot getal) ==>

950 : 100 = 9,54. Keuze = 950 : 100 = 9,5 cm5. Zet die 9,5 cm uit op de dynamische

tijdbalk.

Zie cursus VVV p37

Zie cursus VVV p38

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 8:

Overstap Brugge naar Gent

We hebben in het begin van de les al gezien dat er twee grote voetbalploegen gevestigd zijn in Brugge.

WELKE twee ploegen zijn dit?

10’Deze twee ploegen spelen in de buitenstad van Brugge.

HOE heet het stadion? WIE weet er vanwaar de naam Jan Breydel komt?

WAT zijn de Brugse Metten?

WIE weet hoe de Brugse Metten jaarlijks herdacht worden door de Bruggelingen?

WELKE prijs kan er gewonnen worden bij deze wedstrijd?

Dit is niet de enige grote jaarlijkse wedstrijd voor de Brugse fans. Er is er nog een belangrijke.Deze wedstrijd wordt “de slag om Vlaanderen genoemd”.

WELKE tegenstander wordt er bedoeld?

Jan BreydelstadionDeze naam komt van:Jan Breydel was een Brugse slager en verzetsstrijder die meevocht tijdens de Brugse Metten.

De Brugse Metten zijn een nachtelijke verrassingsaanval in 1302 op een aantal Franse soldaten. Deze verrassingsaanval werd uitgevoerd door de Bruggelingen zelf. Dit hebben ze gedaan omdat een Franse landvoogd (ambassadeur) Brugge had bezet. Jan Breydel was één van de commandanten in de strijd tegen de Franse bezetting.

De Brugse Metten worden nog jaarlijks herdacht door een voetbalwedstrijd tussen Club Brugge en een grote nationale of internationale ploeg. De prijs die dan binnengehaald kan worden is een goedendag.

http://www.gva.be/cnt/dmf20150222_01542149/club-brugge-verliest-slag-om-vlaanderen

GentLesfase 9:

Waarom Gent?

10’

We weten dat de wedstrijd Gent – Brugge een belangrijke wedstrijd is. We gaan daarom eens inzoomen op Gent.

Kijkopdracht filmpje (7’) - Beste eigenschappen Gent.We gaan het filmpje over Gent eens bekijken, we gaan een heel aantal goede eigenschappen van Gent zien. Jullie gaan deze opschrijven.

WELKE eigenschappen worden er in het filmpje aan Gent toegekend?

Bordboek Zie cursus VVV p39

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 10:

Op zoek naar het Lam Gods

15’

We weten uit de les over Brugge dat de Vlaamse Primitieven zich ook in Gent bevonden. We gaan eens kijken naar het bekendste schilderij van één van deze Vlaamse Primitieven, Jan van Eyck.

OLG – Het Lam GodsJullie hebben allemaal de tekst gelezen over het Lam Gods. We gaan nu het schilderij eens in detail bekijken.

Kijk eerst naar de bovenste panelen.

WELKE figuren herken je op de twee buitenste panelen?

(WIE wordt er altijd naakt afgebeeld?)

We gaan eens naar de rest van de panelen kijken.

WELKE andere figuren vinden jullie terug op de panelen?

WELKE dieren zie je allemaal op het schilderij? (KIJK naar de titel.) WELK dier zie je afgebeeld boven het altaar? WAAROM krijgt het schilderij de naam “Het Lam

Gods”? WAT zie je aan het lam? (Denk aan je communie)

We weten dat het paneel van de Rechtvaardige Rechters ontbreekt.

WELK paneel is het paneel van de Rechtvaardige Rechters?

Bordboek Zie cursus VVV p40

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 11:

Feesten op zijn Gents.

15’

We hebben al wat cultuur gezien, kunst is echter niet de enige cultuur waar Gent bekend om is. We gaan eens kijken naar “feesten op zijn Gents”.

OLG – De Gentse Feesten WAARVAN is Gent bekend? WAT zijn de Gentse feesten? WANNEER vallen de Gentse feesten dit jaar? WELKE verschillende soorten festivals zijn er op

Bordboek

Internet

Zie cursus VVV p41

www.gentsefeesten.be brochure gentse feesten

de Gentse feesten? WELK soort festival is dit? WAT is er nog meer te beleven op de Gentse

feesten?

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 12:

Sagen en legenden

30’

Heel wat steden dragen sagen en legenden mee. Sagen en legendes zijn verhalen over een bepaald gebied. Ook in Gent spelen er zich verschillende sagen en legenden af.

Klassikaal lezen sage en legende – De Mammelokker, Geeraard de DuivelWe gaan de twee verhalen eens lezen. Daarna gaan we de vragen eens proberen in te vullen.

OP WELK moment speelt de Mammelokker zich af?

OP WELKE plaats speelt de Mammelokker zich af? WAAROVER gaat dit verhaal? WIE speelt de hoofdrol in het verhaal? WAT is het doel van het verhaal? WAT is nog een ander bijzonder kenmerk van de

Mammelokker? OP WELK moment speelt het verhaal van

Geeraard de Duivel zich af? OP WELKE plaats speelt het verhaal zich af? WAAROVER gaat dit verhaal? WIE speelt de hoofdrol in het verhaal? WAT is het doel van het verhaal? WAT is een ander bijzonder kenmerk van het

verhaal van Geeraard de Duivel?

Om te weten of het nu om een sage of een legende gaat moeten we eerst weten wat die twee zijn. We moeten dus de verschillen tussen beide eerst zoeken. Hiervoor gaan we een tekst lezen.

WAT zijn sagen? WAT zijn legenden? WAT is het grote verschil tussen beide? WAT voor verhaal is de Mammelokker? WAT voor verhaal is het verhaal van Geeraard de

Duivel?

Bordboek Zie cursus VVV p42-43

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 13:

Gentenaars zijn stroppen-dragers.

20’

Als we het over de verschillende verhalen over steden hebben kunnen we het ook hebben over de spotnamen die we aan steden geven. Deze hangen namelijk onlosmakelijk samen.

Klassikaal lezen – SpotnamenWe gaan het tekstje eens lezen dat bij de spotnamen hoort. We gaan hierbij aansluitend de opdrachten eens invullen.

HOE komen dorpen, gemeenten en steden aan hun spotnaam?

HOE wordt een spotnaam gekozen? HOE komen de Gentenaars aan hun spotnaam?

Luisteropdracht – SpotnamenJullie nemen allemaal een potlood in de hand. We gaan een fragment horen over spotnamen. Jullie gaan in de eerste kolom de stad opschrijven en in de laatste kolom de spotnaam die ze gekregen hebben.

WELKE steden zijn allemaal aan bod gekomen? WAT is de officiële naam van deze steden? IN WELKE provincie liggen deze steden? WAT is de spotnaam van deze steden?

Bordboek Zie cursus VVV p44-45

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 14:

Hasselt:Jenever, van jong tot belegen

20’

We hebben al een heel aantal steden gezien in de VVV bundel. Eén van de bekendste steden vinden we terug in Limburg. Hasselt staat bekend om een heel aantal dingen.

OLG – Hasselt WAARVAN kennen jullie Hasselt? (Denk aan: drank, eten,…) WAARVAN is Hasselt over de hele wereld bekend? (Denk aan: Racen)

Het eerste streekproduct waar we het over gaan hebben is de typische Hasseltse jenever.

FILMPJE – Nationaal jenevermuseumWe gaan het promofilmpje van het nationaal jenevermuseum eens bekijken.

We zien dat vertalers heel veel hebben vertaald van

Bordboek Zie cursus VVV p23-24

het Arabisch naar het Latijn. Heel veel woorden bleven echter onaangeraakt. Zo ook heel veel woorden die wij nu nog steeds in het Nederlands gebruiken.

WELKE woorden hebben een Arabische oorsprong?

In het filmpje werd er verteld dat ossen en varkens een heel belangrijke rol spelen voor de natuurlijke kringloop die ontstaat bij het stoken van jenever. Ossen en varkens eten namelijk draf en produceren mest. Op deze manier bevruchten ze de landbouwgrond. De landbouwgrond levert op haar beurt graan om jenever te stoken.

Vul de verschillende stappen van de kringloop in bij de juiste foto in de cursus.

OLG – Het borrelmannekeIn de Hasseltse binnenstad vinden we het borrelmanneke terug. Dit in een bronzen beeldfontein die werd geplaatst als herinnering aan de rijke jenevertraditie.

WAT zie je allemaal aan het borrelmanneke? WAT zie je aan zijn voeten? WAAROM zouden deze erbij staan?

InternetZie Wikipediapagina

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

C3 de regel van drie toepassen.

Lesfase 15:

Hasseltse speculaas

30’

Een ander streekproduct van Hasselt is de Hasseltse speculaas.

OLG – Recept Hasseltse speculaas.We zien een recept staan voor Hasseltse speculaas. Het grote probleem is echter dat we niet weten hoeveel speculaas we kunnen bakken met het recept. We gaan het recept eens lezen en dan berekenen hoeveel koeken we kunnen bakken met het recept.

HOEVEEL gram deeg heb je nodig voor 1 koekje? (Kijk naar de voorlaatste stap laten markeren) HOEVEEL gram deeg hebben we in totaal? (12 kg laten omzetten naar gram laten

markeren)

Bordboek Zie cursus VVV p24-25

HOE kunnen we berekenen hoeveel koekjes we kunnen maken?

(1 koekje = 60 gram, we hebben 12 000 gram, dus 12 000/60)

De volgende opdracht is dat we gaan berekenen hoeveel we van elk ingrediënt nodig hebben om voor onze klas koeken te maken. We gaan ervan uit dat elke leerling 5 koeken krijgt.

HOEVEEL koeken gaan we in totaal bakken? (HOEVEEL lln zijn er?) OP WELKE manier gaan we kunnen bereken

hoeveel gram we van elk ingrediënt nodig hebben?

(Regel van 3) HOEVEEL donkere kandijsuiker hebben we nodig

voor 200 koekjes? HOE gaan we berekenen hoeveel we er nu nodig

hebben? (200/50 = 4 Alles delen door 4 OF regel van 3) HOEVEEL donkere kandijsuiker hebben we nodig? HOEVEEL boter hebben we nodig? HOEVEEL alkali hebben we nodig? HOEVEEL maagzout hebben we nodig? HOEVEEL bloem hebben we nodig? HOEVEEL kaneel hebben we nodig? HOEVEEL speculaaskruiden hebben we nodig? HOEVEEL eieren hebben we nodig? HOEVEEL melk hebben we nodig?

We gaan dit nu eens doen als we koekjes moeten bakken voor de hele school. Volgens de site zijn jullie ongeveer met 1400. We gaan nu het recept nog eens omrekenen maar dan voor 1400 leerlingen.

HOEVEEL donkere kandijsuiker hebben we nodig voor 200 koekjes?

HOE gaan we berekenen hoeveel we er nu nodig hebben?

(1400/200 = 7 Alles maal 7 OF regel van 3) HOEVEEL donkere kandijsuiker hebben we nodig? HOEVEEL boter hebben we nodig? HOEVEEL alkali hebben we nodig? HOEVEEL maagzout hebben we nodig? HOEVEEL bloem hebben we nodig?

Steeds de omzetting terug laten maken naar gram + hoeveelheden laten aanduiden in de cursus.

Steeds regel van 3 laten toepassen, tenzij ze er zelf opkomen dat 50 ¼ deel van 200 is.

HOEVEEL kaneel hebben we nodig? HOEVEEL speculaaskruiden hebben we nodig? HOEVEEL eieren hebben we nodig? HOEVEEL melk hebben we nodig?

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 16:

Pukkelpop

15’

Hasselt staat ook bekend om zijn festival. Pukkelpop. Nu we gaan eens inzoomen op Pukkelpop.

OLG – PukkelpopEerst en vooral gaan we een eens een antwoord zoeken op de 5 W-vragen.

WAARVOOR staan de 5 W’s?

Zoek in de tekst de juiste antwoorden. Gebruik 5 verschillende kleuren om ze aan te duiden.

WAT is Pukkelpop? WAAR is Pukkelpop? WANNEER is Pukkelpop? WAAROM is er Pukkelpop?

WAT zijn jullie favoriete artiesten? WIE zijn jullie favorieten die al op Pukkelpop

hebben gedraaid/gespeeld? WAAR vinden we nog informatie omtrent

Pukkelpop? OP WELKE manier kunnen we het meest recente

nieuws van Pukkelpop als eerste vernemen? HOE kan je je inschrijven voor deze nieuwsbrief? HOE kan je je uitschrijven voor deze nieuwsbrief?

Bordboek Zie cursus VVV p26

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 17:

Woonplaats, een plaats om te wonen.

10’

Natuurlijk is cultuur niet het enige dat er terug te vinden is in Hasselt. Er wonen ook verschrikkelijk veel mensen.

Klassikale opdracht – Opdracht 29Bekijk de eerste foto. Zoek dan op de luchtfoto waar deze foto getrokken is.(Tip: let op de kleur van het dak)

Een belangrijk aspect van het wonen is de ruimtelijke ordening. Hier gaan we nu de teksten eens over lezen.

Bordboek Zie cursus VVV p27 - 28

Individuele opdracht + klassikale verbetering– Opdracht 30: soorten bebouwing.Jullie gaan onder elke foto schrijven over welke soort bebouwing het hier gaat.

WAT hebben jullie onder de foto’s geschreven? WAT zou er bedoeld worden met een lintdorp? (naar welke soort bebouwing verwijst dit?) WAT betekend een kangoeroewoning? (WAT is er typisch aan een kangoeroe?) WAT kan een kangoeroe in zijn buidel dragen? (De kangoeroe geeft onderdak aan…) WAT wordt er bedoeld met een arbeiderswijk? (Vooral te vinden rond oude industrie) WAT is een stadsring? WELKE bekende stansring kennen jullie? WAT is een begijnhof? (Denk aan het begijnhof in Aarschot: uitzicht,…)

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Lesfase 18:

Racen op zolder? Op Zolder!

Wie weet er wat we allemaal terug vinden in de gemeente “Zolder”?

We gaan het als afsluiter hebben over het circuit in Zolder. Hier worden jaarlijks veel wedstrijden gereden met zowel moto als auto. Verder organiseren ze ook cursussen voor gewone mensen. Ook fietsers en skeelers komen hier aan hun trekken.

Promotiefilmpje circuit van Zolder + oefeningen. WELKE bochten werden vernoemd naar

personen? (Kijk goed op de foto) WELKE nationaliteit hebben/hadden deze

mannen?

Klassikale Oefening – Tijd van één ronde berekenen.Markeer in de opgave de verschillende getallen die we nodig hebben voor deze oefening.

HOEVEEL km/h gaat een fiets gemiddeld rijden? HOEVEEL is dit voor skeelers? HOEVEEL km/h kan een moto gemiddeld? HOEVEEL is dit voor een auto? HOELANG is her circuit?

Bordboek Zie cursus VVV p29 - 30

HOEVEEL kilometer is dit? HOEVEEL minuten zitten er in een uur?

De tijd van 1 ronde gaan we berekenen door 60 minuten te delen door het aantal km/h en dan te vermenigvuldigen met het aantal kilometers.

HOE LANG doet een fiets over één ronde? (60:28,5 x 4,3) HOEVEEL keer is de fiets de start gepasseerd als

hij 27 minuten heeft gereden? HOE LANG doen de skeelers over één ronde? HOEVEEL doortochten zijn er door start na 27

minuten? HOE LANG doet de moto over één ronde? HOEVEEL doortochten heeft hij gedaan? HOE LANG doet de auto over één ronde? HOEVEEL doortochten heeft hij gedaan?

Elk jaar is er een wielerhappening Gent-Wevelgem. Deze wordt gereden over een afstand van 228 km.

HOE LANG doet de wielrenner erover? (228 km aan 28,5 km/h) HOEVEEL km legt de wielrenner per uur af? HOEVEEL km is er in totaal? HOE kunnen we berekenen hoeveel uur hij er dan

op moet rijden?

Jaarlijks wordt op het circuit X-Days georganiseerd voor moto’s over een afstand van 500 km.

HOE LANG duur de X-Dayrit voor de motorijder? HOE gaan we dit berekenen? HOEVEEL km/h rijdt de moto? HOEVEEL km is het in het totaal? HOE kunnen we berekenen hoe lang hij er dan

over doet?

Jaarlijks wordt er in Zolder de “24 uren van Zolder” gereden. Tijdens deze 24 uren moet een team zo veel mogelijk rondes rijden. Een Dode Viper Competion Coupé reed 783 (laten markeren) het circuit in 24 uur.

HOE LANG is het circuit van Zolder in km?

BORD

HOE LANG is dan één ronde? HOE berekenen we de afstand die het team in

totaal aflegde?

Tijdens deze wedstrijd werd er met een Porsche 996 GT3 gereden. Dit team deed over elke ronde 2’15” (laten markeren).

HOEVEEL minuten zitten er in een uur? HOEVEEL uren zitten er in 24 uur? HOEVEEL minuten zitten er dan in 24 uur? HOEVEEL seconden zitten er in een minuut? HOEVEEL seconden zitten er in 24 uur?

HOEVEEL seconden zitten er in 2 minuten? HOEVEEL seconden zitten er in 2’15”? HOE kunnen we berekenen hoeveel rondes ze

rijden als we weten dat 1 ronde 135 seconden duurt?

C3 de geziene gebouwen op een foto herkennen.

Slotfase

“Header-foto’s”

We hebben de afgelopen 3 lessen 4 steden besproken. We gaan deze nog eens snel herhalen aan de hand van de foto’s die er steeds op de eerste pagina stonden. Schrijf telkens erbij over welk gebouw het gaat want dit is leerstof.

Opmerkingen i.v.m. bijlagen: Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek. Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit). Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.

BORDSCHEMALes 1

Les 2