23 mei 2016, versie 1.0 1 - Euroforum › media › cms_page_media › 217... · minder duurzame...
Transcript of 23 mei 2016, versie 1.0 1 - Euroforum › media › cms_page_media › 217... · minder duurzame...
23 mei 2016, versie 1.0 1
23 mei 2016, versie 1.0 2
Datum 23 May 2016
Status Versie 1.0
Dit rapport is opgesteld in opdracht van het
G32-stedennetwerk. Het G32-stedennetwerk
is het netwerk van 37 (middel)grote steden in
ons land, die elkaar vinden in de stedelijke
vraagstukken waar de leden van het netwerk
voor staan.
Voor meer informatie over deze rapportage
kunt u contact opnemen met:
Patrick Aelmans
Gemeente Delft
Rogier Dieteren
Gemeente Sittard-Geleen
Opgesteld door: Driven By Values
Auteurs D. Fokkinga
Review R. van Gemert, B. Vanelslande
Vormgeving W. IJzermans
23 mei 2016, versie 1.0 3
Inhoud 1. Inleiding ............................................................................................... 4
1.1 Opdracht ..................................................................................... 4
1.2 In onderzoek betrokken warmtenetten ..................................... 5
2. Overzicht onderzochte warmtenetwerken ......................................... 6
2.1 Rol in financiering overheden ..................................................... 6
2.2 Overheden spin in het financieringsweb .................................... 7
3. Knelpunten financiering ...................................................................... 8
3.1 Indeling knelpunten .................................................................... 8
3.2 Business Case .............................................................................. 8
3.3 Financiers .................................................................................... 8
3.4 Financiering door overheid ......................................................... 9
3.5 Maatschappelijk draagvlak ....................................................... 10
3.6 Macro-Economisch ................................................................... 10
3.7 Wet- en regelgeving .................................................................. 10
4. Oplossingsrichtingen ......................................................................... 11
4.1 Indeling oplossingsrichtingen ................................................... 11
4.2 Business Case ............................................................................ 11
4.3 Financiers .................................................................................. 11
4.4 Financiering door overheid ....................................................... 12
4.5 Maatschappelijk draagvlak ....................................................... 13
4.6 Wet- en regelgeving .................................................................. 13
5. Conclusies en aanbevelingen ............................................................ 15
5.1 Conclusies .................................................................................. 15
5.2 Aanbevelingen ........................................................................... 16
6. Tot slot .............................................................................................. 17
7. Geïnterviewde personen ................................................................... 18
23 mei 2016, versie 1.0 4
1. Inleiding
1.1 Opdracht
Warmteprojecten stagneren vaak vanwege het
ontbreken van door financiers gevraagde
zekerheden met betrekking tot afname- en
productierisico’s. Door het mitigeren van deze
risico’s met behulp van een financiële oplossing
kan de stagnatie van de projecten mogelijk
worden opgeheven.
Het bestuurlijk overleg G32-Duurzaamheid heeft
in december 2014 opdracht gegeven tot het
inventariseren van knelpunten bij de realisatie
van collectieve warmtesystemen. De
inventarisatie werd uitgevoerd door de
gemeenten Delft en Sittard-Geleen als trekkers
van het warmtedossier. In de onderzoeks-
rapportage (28 mei 2015) is financiering, naast
productie, afname, imago, liability en
onbetrouwbaarheid van de projectontwikkelaar
als een van de top-6 knelpunten benoemd.
Tot de scope behoren warmteprojecten met
diverse bronnen zoals afvalcentrales,
geothermische doubletten en restwarmte van
industriële bedrijven. De ambtelijke werkgroep
heeft daarna een onderzoekvoorstel
gedefinieerd met als doel inzicht te krijgen in de
belangrijkste stagnaties en op basis daarvan
oplossingen te ontwikkelen.
Het doel van dit onderzoek is om na te gaan
welke risico’s de financiering (en ontwikkeling)
belemmeren, welke (financiële) oplossingen
nodig zijn en of er al bestaande regelingen zijn
waarop initiatiefnemers een beroep kunnen
doen.
Om beter inzicht te krijgen in de (financiële)
knelpunten zijn enkele projectleiders en -experts
geïnterviewd. Het betreft vooral initiatieven die
zich in de uitvoeringsfase bevinden en waarbij
het financieringsvraagstuk aan de orde is
(geweest).
De opdracht is uitgevoerd door bureau Driven
By Values.
Voor dat de leidingen de grond in kunnen,
moet eerst de financiering rond komen.
23 mei 2016, versie 1.0 5
1.2 In onderzoek betrokken warmtenetten
Ten behoeve van dit onderzoek zijn
vertegenwoordigers geïnterviewd van
onderstaande warmtenetten en –projecten:
1. Maastricht
2. Sittard-Geleen
3. Heerlen
4. Tilburg
5. Breda
6. Moerdijk
7. Dordrecht
8. Westland
9. Zaanstad
10. Nijmegen
11. Ede
12. Hengelo
13. Groningen
Evenals (in-)direct betrokken experts:
netbeheerder, warmtebedrijf, adviseur,
producent
23 mei 2016, versie 1.0 6
2. Overzicht onderzochte warmtenetwerken
2.1 Rol in financiering overheden Uit de interviews komt naar voren dat
overheden in de onderzochte netten een
belangrijke rol spelen bij financiering van
warmtenetten. De exacte rol van de overheid
verschilt wel van project tot project:
23 mei 2016, versie 1.0 7
2.2 Overheden spin in het financieringsweb
Toch kan de conclusie worden getrokken dat de
overheden de spin zijn in het ‘financieringsweb’
rond de onderzochte warmteprojecten.
23 mei 2016, versie 1.0 8
3. Knelpunten financiering
3.1 Indeling knelpunten Ten behoeve van het creëren van overzicht zijn
de genoemde knelpunten als volgt ingedeeld:
Business Case: in welke mate
belemmert de (kwaliteit van de)
business case de financiering?
Financiers: in welke mate belemmeren
financiers de financiering?
Financiering door overheid: in hoeverre
werkt de rol van de overheid
belemmerend?
Macro-economisch: welke macro-
economische belemmeringen zijn
genoemd?
Maatschappelijk draagvlak: in hoeverre
is het ontbreken van draagvlak
belemmerend voor de financiering?
Wet- en regelgeving: in welke mate
wordt de financiering beperkt door wet-
en regelgeving?
In de navolgende paragrafen wordt per
onderdeel een overzicht van de genoemde
knelpunten opgesomd.
3.2 Business Case De Business Case kent een lange
terugverdientijd, evenals een relatief
laag rendement.
De risico’s zijn groot o.a. geen volloop
(het tempo waarmee nieuwe woningen
gebouwd worden), volume (het volume
dat wordt afgenomen), looptijd
contracten, stabiliteit/zekerheid afname
en bron, aansluitkosten en –drempels.
Aansluiten individuele bestaande bouw
verloopt moeizaam, aanpassingskosten
(o.a. breekwerk, koken zonder gas) zijn
hoog en komen bovenop de
aansluitkosten.
Afhankelijkheid van beperkte bronnen:
leveringszekerheid (o.a. levensduur) en
continuïteit van de warmtebronnen.
Eigenaren bronnen (producenten)
verstrekken geen garanties (restwarmte
is een ‘bijproduct’).
Kosten piek- en back-up voorzieningen
zijn hoog, de impact van
energiebelasting op de business case is
groot.
De ontwikkeling van warmtenetten
gebeurt veelal kleinschalig en
fragmentarisch. Er zijn veel
gelegenheidscombinaties, iedereen
vindt zijn eigen wiel uit, het
leervermogen is beperkt.
Kennis op het gebied van
warmteprojecten is schaars en
opgedane ervaringen worden
onvoldoende gedeeld. Dit leidt tot
hoge(re) voorbereidings- en
ontwikkelkosten.
Er zijn veel partijen betrokken met
conflicterende belangen. Bijbehorende
complexiteit van de voorbereiding werkt
kostenverhogend.
Een ‘open net’ kan de
investeringsbereidheid verlagen (de uit-
of inkoppeling moet terugverdiend
worden), belang leverancier/producent
versus netbeheerder.
3.3 Financiers Bereidheid van financiers
(banken/institutionele beleggers) om in
warmteprojecten te investeren is gering
vanwege de vele onzekerheden en de
lage rendementen.
23 mei 2016, versie 1.0 9
De rendementseisen van private
investeerders zijn hoog (t.g.v. het
gepercipieerde risico) en de eisen t.a.v.
terugverdientijden zijn kort.
De financieringseisen zijn streng en
initiatiefnemers kunnen er
niet/nauwelijks aan voldoen.
De Business Case is in de ogen van
financiers vaak onvoldoende
gedetailleerd en concreet uitgewerkt. Er
zijn te veel (onzekere) aannames en
uitgangspunten om een beslissing te
kunnen nemen.
Financiële instellingen hebben relatief
weinig kennis van complexe
warmteprojecten en kunnen de Business
Case moeilijk beoordelen.
Financiers gebruiken externe adviseurs
en advocaten voor beoordeling van de
Business Case. Dit leidt tot rework en
hoge kosten. Financieringskosten
drukken zwaar op de business case.
De looptijd van de lening doorfinanciers
is kort: rente en aflossing drukken zwaar
op de Business Case die veelal een
langere looptijd kent (25 – 30 jaar).
Garantstellingen van betrokken partijen
ontbreken veelal, waardoor de
bereidheid van financiers ontbreekt.
Garanties zijn alleen te dragen door
(financieel) solide partijen.
Er is een voorbeeld genoemd waarin
een bank bereidt lijkt te financieren,
doch dat bankiers elkaar tegenwerken in
een project.
3.4 Financiering door overheid De rol van de overheid in
energietransitie leidt tot dilemma’s
(commercieel belang van marktpartijen
/ betaalbaarheid versus maatschappelijk
belang overheid / verduurzaming).
Overheden willen commerciële partijen
niet ‘spekken’. Er is geen sprake van
volledig vertrouwen over en weer.
Middelen van Provinciale
duurzaamheidsfondsen (o.a. verkregen
door verkoop energiebedrijven) worden
relatief weinig ingezet voor de
energietransitie / warmteprojecten.
Provinciale duurzaamheidsfondsen
kennen strenge eisen en voorwaarden,
evenals banken. De eisen en
voorwaarden zijn nauwelijks
laagdrempeliger dan die van andere
financiers. Gemeenten kunnen
eenvoudiger (door-)lenen via BNG.
De financiële positie van decentrale
overheden is veranderd:
grondexploitatie is geen verdienmotor
meer (het weerstandsvermogen mag
niet aangetast worden door een
warmteproject).
Subsidies zijn veelal gericht op innovatie
en onvoldoende gericht op opschaling
en grootschalige uitrol. Echter, het EFRO
kent een specifiek thema “Koolstofarme
Economie” met een budget gericht op
de versnelde uitrol van (warmte-)
projecten..
SDE gerelateerde warmteprojecten zijn
nu gekoppeld aan omzet / volume
waardoor de subsidie niet direct kan
worden benut. Er is behoefte aan een
koppeling met investeringen om de
opstart van projecten te verbeteren.
Warmteprojecten vallen specifiek niet
onder SDE-regeling.
23 mei 2016, versie 1.0 10
3.5 Maatschappelijk draagvlak Het maatschappelijk draagvlak voor
warmtenetten is laag.
Meerdere warmtenetten kampen met
een slecht imago, op het gebied van:
Tarief
Hoge vastrechtkosten en
aansluittarieven.
Comfort
Storingen
Duurzaamheid
Betere alternatieven
Beperkte keuzevrijheid
3.6 Macro-Economisch Door de lage gasprijs zijn alternatieve
minder duurzame oplossingen
goedkoper.
De warmtevraag van gebouwen neemt
op termijn af door energiebesparende
maatregelen. Dit leidt tot lagere
inkomsten.
3.7 Wet- en regelgeving De prioriteit van (rest- duurzame)
warmte in de energietransitie is relatief
laag.
Warmteplannen komen moeizaam van
de grond: er is breed draagvlak voor
nodig.
Wet- en regelgeving werkt niet
bevorderend voor financiers /
investeerders:
Energiebelasting
Regeldruk
Ontbreken level-playing-field
gas
Lage gas- en olieprijs
Gaswet (budget aanleg gas niet
beschikbaar voor warmte)
‘Lozen’ restwarmte door
industrie
Rol Rijk (EZ / BZK) terughoudend in
(meeste) warmteprojecten. Kennis en
mankracht ontbreekt.
23 mei 2016, versie 1.0 11
4. Oplossingsrichtingen
4.1 Indeling oplossingsrichtingen Ten behoeve van het creëren van overzicht zijn
de genoemde oplossingsrichtingen als volgt
ingedeeld:
Business Case: welke
oplossingsrichtingen zijn genoemd om
de (robuustheid van de) business case te
verbeteren?
Financiers: in welke mate kunnen
financiers helpen?
Financiering door overheid: in hoeverre
kan de overheid de financiering
vereenvoudigen?
Maatschappelijk draagvlak: in hoeverre
kan maatschappelijk draagvlak
verbeterd worden en bijdragen?
Wet- en regelgeving: in welke mate
wordt de financiering vereenvoudigd
door aangepaste wet- en regelgeving?
In de navolgende paragrafen wordt per
onderdeel een overzicht van de genoemde
oplossingsrichtingen opgesomd.
4.2 Business Case Afdekken volloop- en volumerisico’s
door o.a. langdurige contracten met
afnemers, zekerstellen afname door
voorloopprojecten.
Delen mobiele piek- en back up
voorzieningen over meerdere projecten
werkt kostenverlagend (nu wordt
investering individueel gedragen per
project, zonder schaalvoordeel).
Gezamenlijk ontwikkelen van technische
oplossingen zoals warmtebuffers en
seizoensopslag werkt kostenverlagend.
In rendementsberekening rekening
houden met eindwaarde / waarde
assets na afschrijving.
Projecten bundelen (delen kosten,
management, kennis en ervaring),
minder gelegenheidscombinaties werkt
kostenverlagend en vergroot
leervermogen.
Aandacht voor bundeling, harmonisatie
projecten en initiatieven en
gezamenlijke lobby naar belangrijke
stakeholders, waaronder het Rijk.
Projecten bundelen in relatie tot rol
netbeheerder, voorsorteren op
(toekomstige) rol netbeheerder en
leverancier. Toewerken naar
grootschaligere netten met meerdere
bronnen (zoals elektriciteit en gas).
Warmte inpassen in grootschalige
renovatietrajecten.
Activa via leaseconstructie ter
beschikking stellen aan warmtebedrijf.
Geothermie/aardwarmte inzetten t.b.v.
leveringszekerheid (dit vergt wel hoge
voorinvesteringen/-risico’s terwijl de
korte termijn vraag onzeker is. Er is een
groot afname volume nodig).
4.3 Financiers Het Rijk als intermediair tussen
pensioenfondsen, verzekeraars, fonds
en warmteprojecten. Organiseren
voorlichtings- en consultatieronde in
samenwerking met provincies bij
banken, pensioenfondsen, verzekeraars,
energiefondsen zodat alle partijen op
hetzelfde kennisniveau komen en vanuit
eenzelfde perceptie / feitenmateriaal
aan oplossingen kan worden gewerkt.
Ontwikkelen template voor een
financieringsaanvraag in samenwerking
met bovengenoemde partijen.
23 mei 2016, versie 1.0 12
Standaardiseren due-diligence traject
ter verlaging van de kosten en verhoging
van de kans op financiering.
Inventariseren van eisen die
bovengenoemde partijen stellen aan de
financiering van warmteprojecten
(rekening houdend o.a. met verschil in
kapitaalkracht van de provincies).
In kaart brengen
herfinancieringsmogelijkheden
gedurende de levensduur van een
warmtenet en delen van kennis en
ervaring onder initiatiefnemers.
Bundel projecten en initiatieven t.b.v. de
internationale kapitaalmarkt die
geïnteresseerd is vanaf € 50 mln. (t.b.v.
herfinanciering tijdens exploitatiefase).
Onderzoek de mogelijkheden van
crowd-funding en private / institutionele
beleggers.
Onderzoek de rol van de netbeheerders
(o.a. Alliander, Enexis, Stedin).
Netbeheerders hebben een rol in de
energietransitie (uitfaseren van gas),
accepteren lange terugverdientijden en
afschrijvingstermijnen. Bepaal een
geaccepteerd transsporttarief o.b.v.
investeringsomvang, rendement,
eindwaarde en gemiddeld aantal te
transporteren volume.
Ontwikkel arrangementen voor
netbeheerders en provincies (een
Provincie verstrekt mogelijk liever een
garantstelling aan een netbeheerder
dan aan privaat).
De Nederlandse Investering Autoriteit
(NIA) is bezig om met partijen een
energiefonds op te richten. De NIA is
voornemens een derde van de
investering te dragen, liefst groter dan
€50 mln. mogelijk in samenwerking met
Nederlands Investeringsinstelling (NII)
die tot doel heeft om Nederlandse
investeringsprojecten geschikter te
maken voor institutionele beleggers.
Maak de behoefte kenbaar richting deze
instellingen: o.a. lange
terugbetaaltermijn, achtergestelde
leningen, marktconforme rentes zonder
risico-opslag, kostendekkend.
4.4 Financiering door overheid Grote en actieve (financiële)
betrokkenheid Rijk (EZ, BZK) in
warmteprojecten.
Strakkere coördinatie van het Rijk op
acties n.a.v. de Warmtevisie (bijv.
fonds). De opvolging kan niet getrokken
worden door lagere overheden en/of
netbeheerders.
Pro-actievere rol overheid, minder
risicomijdend in warmteprojecten die
energietransitie bevorderen.
Er is een eenduidig beeld nodig op de
noodzakelijke financiële bijdrage van de
overheden in projecten (o.a. wel of niet
afdekken onrendabele top
hoofdinfrastructuur en hoe deze te
financieren).
Aardgasbaten inzetten voor warmte
(Gaswet).
Middelen provinciale fondsen (veelal
ontvangen door verkoop regionale
energiebedrijven) adequater inzetten
voor warmteprojecten t.b.v.
energietransitie.
Herinvesteren gerealiseerde
rendementen in nieuwe
warmteprojecten.
Ter beschikking stellen langlopende
achtergestelde leningen.
(Meewerken aan) verlagen kosten van
geldleningen.
23 mei 2016, versie 1.0 13
Verzekeren risico’s (bijv. uitval bron),
gezamenlijk oprichten van een
garantiefonds om restrisico’s af te
dekken die nu door niemand gedragen
worden. Overheid als achtervang voor
financiers, voor afdekken laatste risico’s
(zie ook voorgaande punt).
Boringen geothermie verzekerd via
Rijksgarantieregeling, soortgelijke
oplossing voor wegvallen warmtebron.
Garantstelling gemeente voor risico’s
aanloopfase (o.a. met
voorloopprojecten, aansluiten eigen
gebouwen in de buurt van warmtenet).
In Frankrijk exploitatieverzekering
aardwarmte en garantiefonds Rijk.
Gedeeltelijke garantstelling Provincie op
vollooprisico.
(Financiële) ondersteuning overheid bij
verlagen aansluitdrempels bestaande
bouw.
Subsidies koppelen aan
investeringsomvang i.p.v. aan omzet en
volume zodat financiële middelen
vroeger in project benut kunnen
worden.
Ondernemerschap, innovatiedrang,
commitment, volharding, bestuurlijke
drive, samenwerken schouder aan
schouder.
Oprichten investeringsbank voor
infrastructuur projecten.
Gezamenlijk optrekken richting Juncker-
fonds (Europees Fonds Strategische
Investeringen): oplossing ontwikkelen
voor hoge voorloopkosten,
exploitatieverliezen beginjaren, te lage
rendementen, mogelijk ook garanties.
Meebetalen aan proces- en
voorbereidingskosten / onderzoeken
door gemeente, provincie en/of Rijk.
Delen kennis en ervaring m.b.t. voor
warmteprojecten relevante
subsidieregelingen (o.a. European
Energy Efficiency Fund, Europees Fonds
voor Strategische Investeringen,
Europees Fonds voor Regionale
Ontwikkeling, ELENA)
Uitwerken rollen met bijbehorende
financiële oplossingen van gemeente,
provincie, Rijk op staatsteun getoetst
(nu dienen projecten zelf een staatsteun
toets te organiseren).
4.5 Maatschappelijk draagvlak Transitie van elektriciteit en gas naar
elektriciteit en warmte/gas afstemmen
met andere initiatieven in het licht van
de energietransitie.
Stimuleren ‘omdenken’ stimuleren van
“recht op gas, naar recht op warmte”
Verlagen aansluitdrempel bestaande
bouw met hulp van de overheden.
Genuanceerder inzicht geven in rol
warmtenetten in energietransitie en
effect op duurzaamheid.
Werken aan imago warmtenetten:
benchmarken welke netten het goed
doen, welke minder goed (kennis delen
en positieve ervaringen stimuleren).
Stimuleren en bijdragen aan objectieve
en transparantie communicatie over
warmtenetten.
4.6 Wet- en regelgeving Aanpassen belastingwetgeving indien
onverhoopt langdurige back-up nodig is
(i.g.v. wegvallen duurzame bron).
Betrekken vastgoedontwikkelaars en
woningbouwcorporaties, geen
nieuwbouw/renovaties op gas (zoals in
Denemarken).
23 mei 2016, versie 1.0 14
Warmtenetten (op lange termijn)
behandelen als gas- en
elektriciteitsnetten: gesocialiseerd
aansluittarief hanteren.
Stimuleren innovatiemogelijkheden
gericht op vergroten inkomsten en
opschaling, naast kostenreductie.
Stimuleren initiatieven op basis van
investering / bijdrage per ton CO2
emissiereductie..
Verhogen kosten gas of verbieden gas in
bepaalde situaties.
Nieuwe warmteaansluitingen gaan op
lange termijn ten koste van
gasaansluitingen (geleidelijk wordt de
gasaansluiting duurder).
Vergelijk en organiseer transitie naar
warmte als die van olie naar gas en
maak gebruik van leerervaringen.
Pak warmtetransitie grootschaliger en
daadkrachtiger aan.
Werk op provinciaal niveau met
gemeenten én Rijk aan ontwikkeling van
een energievisie, warmtevisie en aan
warmteplannen.
23 mei 2016, versie 1.0 15
5. Conclusies en aanbevelingen
5.1 Conclusies Slechts een klein percentage van de
onderzochte projecten heeft
daadwerkelijk financial close bereikt.
(G)een enkel warmtenet is direct
gefinancierd door banken,
pensioenfondsen, investeerders en/of
institutionele beleggers.
Gemeenten zijn veelal facilitator en in
meerdere gevallen aandeelhouder van
het warmte-infrabedrijf en soms ook
van het warmteleveringsbedrijf.
De markt voor warmtenetten is niet
aantrekkelijk voor financiers en
investeerders. Zonder krachtig
stimuleringsbeleid van de overheid
komen warmtenetten niet of nauwelijks
tot stand.
Financiering is thans alleen mogelijk met
hulp van gemeente, provincie, Rijk én
robuuste private partners.
Financiering veelal door combinaties
gemeente, provincie, Rijk,
netbeheerder, waterbedrijf en/of
energie-exploitant.
Rendement Business Cases is laag en de
terugverdientijden zijn te lang voor
commerciële partijen en financiers.
In Business Case projecten wordt veelal
geen rekening gehouden met de (rest-)
waarde van een warmtenet na
afschrijving.
Bijhorende risico’s (volloop, volume
afname en bron) zijn groot in relatie tot
verwachte rendementen.
De belangen van private en publieke
partijen zijn deels conflicterend
(duurzaamheid, betaalbaarheid,
winstgevendheid)
Betrokken partijen zijn onvoldoende in
staat om relevante risico’s volledig te
alloceren en/of te mitigeren. De
restrisico’s worden door niemand
gedragen.
De financieringsbereidheid is laag
zonder mitigatie risico’s en
garantstellingen.
Business cases zijn niet robuust genoeg
om de financieringskosten te dragen
(o.a. due diligence).
De eisen en wensen van provinciale
energiefondsen zijn moeilijk in te vullen
(gevraagde zekerheden,
financieringskosten, rendement, risico-
bereidheid).
Zekerheden en garantstellingen zijn
nodig voor het afdekken van restrisico’s
die commerciële partijen en financiers
niet nemen.
Er is nu een grote rol weggelegd voor
(decentrale) overheden in de
ontwikkeling van warmtenetten
(bijdrage ontwikkelkosten, verstrekken
subsidies, eventuele garanties en
inbreng vermogen).
Financieringsproblemen worden per
project opgepakt, gefragmenteerd. Er is
sprake van gebrekkige deling van kennis
en ervaring.
De warmtevisie werkt mee maar biedt
onvoldoende fundament om
warmteprojecten goed van de grond te
krijgen. Zonder deze visie zouden
diverse initiatieven echter zijn
stopgezet.
23 mei 2016, versie 1.0 16
5.2 Aanbevelingen Start het proces door aan financiers en
institutionele beleggers de vraag te
stellen wat de overheid moet doen om
de markt voor warmtenetten attractief
te maken.
Organiseer een dialoog m.b.t. de
financieringsvraagstukken tussen de
overheden (het Rijk, provincie,
gemeenten), netbeheerders
(netbeheerders accepteren lager
rendement en langere terugverdientijd),
financiers, institutionele beleggers,
pensioenfondsen en internationale
fondsen.
Bundel projecten t.b.v. de dialoog over
de financieringsvraagstukken: spreiding
risico’s, delen kosten, werken aan
integrale oplossingen, organiseren
leervermogen, nemen regie, overheid
als facilitator/intermediair, versnellen
lopende initiatieven (bijv. NIA, EFSI).
Stel de overheden de vraag in hoeverre
de mogelijkheden reiken om aan de
eisen en wensen van de beoogd
financiers (voorgenoemde partijen) te
voldoen.
Onderzoek parallel en op korte termijn
de mogelijkheden van het (versnellen)
van de oprichting van een nationaal
waarborg / garantiefonds in overleg met
het Rijk en financiers.
Organiseer en regisseer (lobby-)
initiatieven richting Rijk en financiers.
Organiseer de dialoog en stel vast in
hoeverre belanghebbenden tot elkaar
zijn te brengen. Stel daarna een
beleidskader op dat potentiële
financiers voor de komende 30 jaar
houvast geeft.
Ontwikkel de benodigde zekerheden in
samenspraak met financiers en Rijk (o.a.
energiebelasting, zekerstellen afname,
verlagen aansluitdrempel, verminderen
regeldruk, level-playing-field) in
exploitatie- en ook in aanloopfase.
De warmtevisie werkt mee. Echter
partijen hebben behoefte aan
krachtigere regierol/prikkels van het Rijk
t.b.v. versnellen van de energietransitie,
opvolgen acties warmtevisie, invulling
randvoorwaarden (o.a. aanpassen wet-
en regelgeving), definiëren integrale
oplossingen (gebied én gebouw) en
opschaling.
Werk wijzigingen in wet- en regelgeving
uit in samenspraak met betrokken
(markt-)partijen (eventuele
aansluitplicht warmtenet in
samenspraak met projectontwikkelaars
en woningbouw corporaties).
Stimuleer innovaties gericht op
opschaling én kostenreductie
(warmtebuffers, seizoensopslag,
mobiele piek en back up, …), rekening
houdend met ‘warmtenet van de
toekomst’.
23 mei 2016, versie 1.0 17
6. Tot slot
Het gebrekkige warmtenet: Het ideale warmtenet
Voor producenten:
Slecht imago, kosten wegen niet op tegen baten
Contractuele valstrik, geen mogelijkheid om activiteiten stop te zetten of te verhuizen
Voor afnemers:
Dure, oneerlijke kosten waarmee
men verplicht wordt opgezadeld
Voor de overheid:
Een dure, vervuilende, hinderlijke
energievoorziening in de regio
Voor exploitanten:
(Privaat) lage rendementen,
te hoge inkoopkosten, te lage
afzetprijzen, geen groei -
mogelijkheden
(Overheid) een verlieslatende
activiteit waarbij geen
maatschappelijke baten
worden gegenereerd
Voor de financiers:
Onzekerheid over rendement op geïnvesteerd vermogen
Bij falen geen manier om investering te recupereren
Voor producenten:
Een bijdrage aan een verbeterd imago
Een goed alternatief voor vernietigen van ‘overtollige warmte’, een extra waarde-driver
Voor afnemers:
Een schone en veilige manier op
het gebouw te verwarmen
Voor de overheid:
Een betaalbare en schone
energievoorziening in de regio
Voor exploitanten:
(Privaat) een goed rendement
met groeipotentie
(Overheid) een manier om in
één klap maatschappelijke
baten te realiseren Voor de financiers:
Een risico-arme investering om een gedegen rendement
te realiseren
23 mei 2016, versie 1.0 18
7. Geïnterviewde personen