214 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 juni 2007

8
JO DE GEYTER Licentiaat LO & licentiaat Sportagogiek - UGent Praktijkassistent UGent Lector Artevelde Hogeschool en Hogeschool Gent Voorzitter pedagogische commissie VJF 6° dan judo; trainer A en lid denkcel judo Bloso-VTS. mmv. Ine Van Caeckenberghe, Bert Taelman en Michiel Hoste; studenten Lichamelijke Opvoeding UGent. Interactieve kampvormen anders bekeken Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding 4/2006-2007 [ 1 judo 034 1. INLEIDING: Vele collega’s kennen ongetwijfeld de betekenis van het Japanse woordje “obi” uit het kruiswoordraadselen. Obi staat voor gordel, band. Voor de beoefenaars van vechtsporten met kledij (judogi uit de judosport; kimono of Japans katoenen pak) is de obi echter een onmisbaar deel van de uitrusting. Met de obi knoopt bijvoorbeeld een judoka zijn judovest dicht en tijdens een trainingskamp of wedstrijd kan het soms wel eens gebeuren dat de opponent beter gecontroleerd wordt met behulp van de obi. Tijdens de lessen lichamelijke opvoeding; meer specifiek tijdens de lessen interactieve kampvormen (o.a judo, karate, self-defence e.a.); kan de obi een handig didactisch hulpmid- deltje zijn. De lessen kunnen een stuk aantrekkelijker, boeiender, intenser zijn en bepaalde specifieke elementen kunnen met behulp ven de obi sterker geaccentueerd en ingeoefend worden. Kortom de obi kan voor de leraar LO heel wat meer betekenen dan een deel van een uitrusting of kruiswoordraadsel. Het gebruik van de obi tijdens de lessen interactieve kampvormen geeft ons de kans om het specifiek onderricht kwalitaitief te verbete- ren. Het matgebeuren verloopt heel wat speelser, spannender en veelzijdiger. 2. HET KNOPEN VAN DE OBI: De band wordt op een speciale traditionele manier geknoopt en dat levert voor de beginne- ling nogal eens proble- men op. De gordel wordt twee- maal rond het lichaam gedraaid en dan samen geknoopt met een platte knoop. De uiteinden moeten volgens de traditie tussen de 20 en 30 cm lang zijn. De totale lengte van de gordel gaat van 2,40 m tot 3 m. Maar voor het gebruik op school (basis) is een lengte van om en bij 2 m voldoende. Hoe wordt de gordel nu echt geknoopt? - Houd de band zo voor je buik (met dichtgeslagen vest), dat beide uiteinden links en rechts even lang zijn. - Breng de beide uiteinden naar achteren om je rug en weer terug. - Kruis de uiteinden voor je buik links over rechts, het boven- ste linkeruiteinde gaat nu onder beide windingen door. - De beide uiteinden worden weer kruiselings gelegd, maar nu rechts over links en je maakt een platte knoop. - De beide uiteinden vallen nu mooi ieder naar een kant. In Japan knoopten de judoka’s vroeger hun band zo, dat de uiteinden horizontaal stonden. Zij deden dat uit een soort bijgeloof. Wanneer de uiteinden van je band verticaal liet afhangen, zou je wel eens getroffen worden door een ongeluk. De obi heeft in het judo – en uiteraard ook in andere martial arts, karate, kendo, aikido ... – een bepaalde betekenis. Aan de gordel kan men immers de graad herkennen. Zo zijn er leerlinggraden (kyu) en meestergraden (dan).Door de Japanse grootmeester Mikonosuke Kawaishi (1899 -1969, Parijs) werden aan leerlingen verschillende kleuren gegeven; dit kende men niet oorspronkelijk in Japan. De graden zien er uit als volgt: 6°kyu: wit 5°kyu:geel in Japan wit 4°kyu: oranje 3°kyu: groen 2°kyu: blauw 1ste kyu: bruin 1ste dan: zwart 2de dan: zwart 3de dan: zwart Spelen, oefenen en trainen met obi } } in Japan bruin of bij jongeren paars

description

 

Transcript of 214 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 juni 2007

JO DE GEYTERLicentiaat LO & licentiaat Sportagogiek - UGentPraktijkassistent UGentLector Artevelde Hogeschool en Hogeschool GentVoorzitter pedagogische commissie VJF6° dan judo; trainer A en lid denkcel judo Bloso-VTS.mmv. Ine Van Caeckenberghe, Bert Taelman en Michiel Hoste; studenten Lichamelijke Opvoeding UGent.

Interactieve kampvormenanders bekeken

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 4

/200

6-20

07[1

judo

034

1. INLEIDING:

Vele collega’s kennen ongetwijfeld de betekenis van het Japanse woordje “obi” uit het kruiswoordraadselen. Obi staat voor gordel, band. Voor de beoefenaars van vechtsporten met kledij (judogi uit de judosport; kimono of Japans katoenen pak) is de obi echter een onmisbaar deel van de uitrusting. Met de obi knoopt bijvoorbeeld een judoka zijn judovest dicht en tijdens een trainingskamp of wedstrijd kan het soms wel eens gebeuren dat de opponent beter gecontroleerd wordt met behulp van de obi.Tijdens de lessen lichamelijke opvoeding; meer specifi ek tijdens de lessen interactieve kampvormen (o.a judo, karate, self-defence e.a.); kan de obi een handig didactisch hulpmid-deltje zijn. De lessen kunnen een stuk aantrekkelijker, boeiender, intenser zijn en bepaalde specifi eke elementen kunnen met behulp ven de obi sterker geaccentueerd en ingeoefend worden. Kortom de obi kan voor de leraar LO heel wat meer betekenen dan een deel van een uitrusting of kruiswoordraadsel. Het gebruik van de obi tijdens de lessen interactieve kampvormen geeft ons de kans om het specifi ek onderricht kwalitaitief te verbete-ren. Het matgebeuren verloopt heel wat speelser, spannender en veelzijdiger.

2. HET KNOPEN VAN DE OBI:

De band wordt op een speciale traditionele manier geknoopt en dat levert voor de beginne-ling nogal eens proble-men op.De gordel wordt twee-maal rond het lichaam gedraaid en dan samen geknoopt met een platte knoop. De uiteinden moeten volgens de traditie tussen de 20 en 30 cm lang zijn. De totale lengte van de gordel gaat van 2,40 m tot 3 m. Maar voor het gebruik op school (basis) is een lengte van om en bij 2 m voldoende.

Hoe wordt de gordel nu echt geknoopt?- Houd de band zo voor je buik (met dichtgeslagen vest), dat

beide uiteinden links en rechts even lang zijn.- Breng de beide uiteinden naar achteren om je rug en weer

terug.- Kruis de uiteinden voor je buik links over rechts, het boven-

ste linkeruiteinde gaat nu onder beide windingen door.- De beide uiteinden worden weer kruiselings gelegd, maar

nu rechts over links en je maakt een platte knoop.- De beide uiteinden vallen nu mooi ieder naar een kant.In Japan knoopten de judoka’s vroeger hun band zo, dat de uiteinden horizontaal stonden. Zij deden dat uit een soort bijgeloof. Wanneer de uiteinden van je band verticaal liet afhangen, zou je wel eens getroffen worden door een ongeluk.De obi heeft in het judo – en uiteraard ook in andere martial arts, karate, kendo, aikido ... – een bepaalde betekenis. Aan de gordel kan men immers de graad herkennen. Zo zijn er leerlinggraden (kyu) en meestergraden (dan).Door de Japanse grootmeester Mikonosuke Kawaishi (1899 -1969, Parijs) werden aan leerlingen verschillende kleuren gegeven; dit kende men niet oorspronkelijk in Japan.De graden zien er uit als volgt:6°kyu: wit5°kyu:geel in Japan wit4°kyu: oranje

3°kyu: groen2°kyu: blauw 1ste kyu: bruin

1ste dan: zwart 2de dan: zwart 3de dan: zwart

Spelen, oefenen en trainen met obi

}} in Japan bruin of bij

jongeren paars

PRAKTIJK_3.indd 1PRAKTIJK_3.indd 1 24-05-2007 17:57:0924-05-2007 17:57:09

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 4

/200

6-20

07[2

judo

035

4de dan: zwart5de dan: zwart

6de dan: zwart7de dan: zwart ceremoniaal een rood-witte geblokte gordel8de dan: zwart

9de dan: zwart 10de dan: zwart } ceremoniaal een rode gordel.

Als men de kyu-graden gemakkelijk kan herkennen aan de kleur van de gordel, is dit niet zo voor de dan-graden, daar deze gewoonlijk een zwarte gordel dragen. De dan-graad (=embleem) wordt normaal geplaatst op het onderste eind van de linkerzijde van de vest. De dames dragen (vooral in Japan) over gans de lengte van de gordel een dunne witte streep.Wie een in de judosport een hogere graad wil bekomen, legt

- Obi-roof:

- Dikke Bertha:start: alle leerlingen op handen-voe-ten-steun langs één zijde van de zaal.opdracht: wanneer de leerlingen in steun over kruipen, proberen één of twee jagers de gordel(s) los te maken. Wie de gordel kwijt is, wordt ook jager.

}tot bruine gordel op clubniveau een examen af. De zwarte gordel bereik je na competitie (shiai) en na het slagen in een federaal examen van de Vlaamse Judofederatie.

3. SPELEN, OEFENEN EN TRAINEN MET OBI:

Zonder al te veel rekening te houden met de oorsprong en etiquette omtrent de gordel, kan elke leerkracht op een vrij eenvoudige manier de spelen, oefen- en trainingsvormen toepassen in alle delen van de les L.O.Het spectrum aan spelen, oefen- en trainingsvormen met de obi is erg uitgebreid. De classifi catie hebben we opgebouwd rond:° kampspelen: in groep en per twee.° oefenen: vormgeven , techniekstudie.° trainen: conditionele aspecten.

a. Kampspelen:

start: alle leerlingen knopen hun gordel met een strik op de rug.opdracht: op signaal zoveel mogelijk gordels verzamelen. Er mag slechts met één hand gekampt worden, leerlingen mo-gen hun eigen gordel alleen beschermen door weg te draaien, te lopen. De verzamelde gordels zijn extra levens. Wie wil, mag een gordel doorgeven aan iemand zonder gordel (attitude). Wie out is voert een extra opdracht uit.Variante: steek één uiteinde in de broek, zodanig dat de gordel ongeveer 30 cm op de grond ligt.

PRAKTIJK_3.indd 2PRAKTIJK_3.indd 2 24-05-2007 17:57:1124-05-2007 17:57:11

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 4

/200

6-20

07[3

judo

036

- Obi-dans:start: de gordels worden in afzonderlijke cirkels verspreid over de mat.opdracht: de leerlingen lopen rond de verschillende gordels over de mat. Op signaal springen ze in een obi (=cirkel); de laatste krijgt een opdracht. De le-raar kan telkens één gordel wegnemen. Bij betwis-ting wordt er gekampt: beiden starten met één voet in de cirkel en proberen elkaar eruit te duwen.

- Pak obi:start: leerlingen staan in een cirkel.opdracht: één of meerdere gordels (geknoopt tot een bol-letje) worden in de cirkel rond gegooid. In het midden staan één of twee leerlingen die de rondgegooide obi trachten te

onderscheppen. Wie een fout maakt (de gordel verliest of laat vallen) neemt plaats in het midden.Variante: wie de gordel vast heeft kan getikt worden en moet dan ook in het midden staan.

- Ontwijk obi:start: alle leerlingen staan aan één zijde van de zaal, mat.opdracht: op signaal proberen ze de overkant te bereiken, terwijl twee leerlingen met aaneengeknopte gordels in tegen-

overgestelde richting lopen; de gordels omhoog en omlaag bewegend. Wie de gordel raakt verliest een leven of krijgt een opdracht.

- Tikkertje met obi:start: alle leerlingen hebben hun gordel in vier geplooid. opdracht: één tikker probeert de anderen met de gordel te

tikken (bv. alleen op de benen). Wie aangetikt is, wordt de nieuwe tikker.

PRAKTIJK_3.indd 3PRAKTIJK_3.indd 3 24-05-2007 17:57:1224-05-2007 17:57:12

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 4

/200

6-20

07[4

judo

037

- Obi-roof:start: de leerlingen worden in twee groepen verdeeld en krij-gen een geheim nummer.opdracht: in het midden ligt een opgerolde obi. De leraar

Wordt vervolgd.

roept een nummer; beide kampers proberen de obi – zonder aangetikt te worden – naar hun kamp te roven. Meerdere nummers tegelijk kan ook; enkel zelfde nummers kunnen elkaar uitschakelen.

- Obi- slinger:start: alle leerlingen staan in een cirkel. De leraar staat in het midden.

opdracht: de leraar slingert twee of drie aan elkaar geknoopte gordels rond. De leerlingen springen over de gordel en probe-ren om niet geraakt te worden.

- Obi vertrappelen:start: iedere leerling knoopt zijn obi rond zijn kuit, zodanig dat er onge-veer 30 cm gordel op de grond ligt.opdracht: de leerlingen proberen op elkaars gordel te trappen. Wie heeft na één minuut het meeste punten gescoord?

- In de put:start: de leerlingen staan in groepjes rond een gordel, waar-mee een cirkel werd gevormd.opdracht: ze grijpen elkaar vast bij de armen en door trek-

ken en/of duwen probeert men de andere(n) in de cirkel te krijgen. Variante: het uitvoeren van beentechnieken is toegelaten.

- Stierengevecht:start: één leerling staat geblind-doekt in het midden en heeft aan zijn gordel verschillende andere gordels hangen. opdracht: de andere leerlingen mogen één voor één proberen een gordel te stelen. Wanneer de stier (= de persoon in het mid-den) hen kan aantikken, verliezen ze.

PRAKTIJK_3.indd 4PRAKTIJK_3.indd 4 24-05-2007 17:57:1324-05-2007 17:57:13

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 4

/200

6-20

07[5

lage

r ond

erw

ijs 1

31

SHARON SLUYTSStudente LO Bewegingsrecreatie

Ritmiekeen eenvoudige dans

INLEIDING

Didactische begingsituatie: de leerlingen vinden plezier in het bewegen op muziek. Ze kunnen een eenvoudig dansje tot een goed einde brengen.

Klas: 3e leerjaar

Benodigdheden: prenten van clowns, cd-speler, cd, hand-trom

Situering in het leerplan: eindtermen - de leerlingen kunnen bewegingsvormen uitvoeren op een

opgelegd ritme.- de leerlingenkennen het belang van opwarming voor en

tot rust komen na de fysieke activiteit- de leerlingen tonen spontaniteit, expressiviteit en echt-

heid op een sociaal aanvaarde wijze

Doelen

OPWARMING

1. Daar zijn de clowns

Sfeerschepping

2. loop je los

KERN

1. De grond aanraken met

De leerlingen kennen hun linker- en hun rechterkant.

Leerinhoud

OPWARMING

1. Daar zijn de clownsDe leerkracht stelt enkele vragen over clowns zodat de leerlingen met-een in de sfeer van de les zitten. De leerkracht vertelt de leerlingen dat ze tijdens deze les mogen dansen als een clown.

2. loop je losDe kinderen kiezen een plek in de zaal en voeren de volgende opdrach-ten ter plaatse uit met begeleiding van de handtrom.

KERN

1. De grond aanraken met

De leerlingen huppelen op muziek door de zaal. Op het moment dat de muziek stopt zegt de leerkracht een lichaamsdeel. Met dit lichaamsdeel moeten de leerlingen de grond raken.

Didactische richtlijnen

OPWARMING

1. Daar zijn de clownsAlle kinderen zetten zich in een grote cirkel rond de leerkracht. De leerkracht toont enkele prenten van clowns en begint een gesprek met de kinderen over clowns:• Hoe ziet een clown eruit?• Hoe staat een clown?• Hoe beweegt hij?• Welke gekke dingen doet hij zoal?• Speel jij graag een clown?

2. loop je los De leerlingen verspreiden zich over de zaal zodat ze de opdrachten kunnen uitvoeren zonder een andere leerling te raken.Opdrachten:• stap ter plaatse (afwisselend

van traag naar snel en van bijna lopend naar traag) volgens trom

• loop ter plaatse (armen en schouders ontspannen) de armen zwaaien losjes mee

• loop met de knieën naar buiten gedraaid

• ga over tot huppelpas en laat je lichaam ontspannen meebewe-gen.

• Al huppelend grote zwaaibewe-gingen maken met je armen

• Wissel het stappen, lopen, hup-pelen af met stopmomenten. Bij een harde tromslag stop je onmiddellijk en blijf je stokstijf staan. Net zoals een standbeeld.

KERN

1. De grond aanraken met

A) Opstelling + instructie + demoJullie lopen willekeurig door de zaal. Op het moment dat de muziek (Girl - Anouk) stopt, roep ik een lichaams-deel. Met dit lichaamsdeel gaan de jullie de grond raken. • Linkerwijsvinger• Rechterknie• Rechterelleboog• Oor• Neus• Buik

Organisatie en Tijd

OPWARMING

1. Daar zijn de clownsTijd: 5 minutenMateriaal:* Prenten van clowns

2. loop je losTijd: 5 minutenMateriaal:* handtrom

KERN

1. De grond aanraken met

Tijd: 5 minutenMateriaal: • Cd-speler• Muziek: (Girl-Anouk)

PRAKTIJK_3.indd 5PRAKTIJK_3.indd 5 24-05-2007 17:57:1524-05-2007 17:57:15

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 4

/200

6-20

07[6

lage

r ond

erw

ijs 1

32

2. Elkaar aanraken met

De leerlingen kunnen op het ritme bewegen.

3. Oefenen rond vallen

De leerlingen worden zich bewust van hoogte.

2. Elkaar aanraken met

De leerlingen huppelen door de zaal op muziek. Op het moment dat de muziek stopt moeten ze een mede-leerling aanraken. Met een bepaald lichaamsdeel .

Progressie: leerkracht zegt zelf de lichaamsdelen

3. Oefenen rond vallen

De leerlingen bewegen zich vrij in de zaal. Ze mogen allerlei bewegingen met armen en benen maken op het ritme van de muziek. Telkens als ze een tromslag horen, vallen ze op de grond op verschillende manieren.

Progressie: zonder tromslagen. De leerlingen vallen zelf plots en verras-send voor de leerlingen die rond hen dansen.

• Rug• Enz...

De leerkracht geeft demo

B) SpelDe leerkracht start het spel door de muziek op te zetten.

C) BegeleidingTijdens het spel gaat de leerkracht mee controleren of iedereen met het juiste lichaamsdeel de grond raakt. De leerkracht doet dit op een ludieke manier.

D) EvaluatieNa een tijdje of op het einde van het liedje stopt de leerkracht het spel en doet een kleine evaluatie met de leerlingen.

2. Elkaar aanraken met

A) Opstelling + instructie + demoJullie huppelen door de zaal op muziek (l’Amour toujours - Gigi d’Agostino). Op het moment dat de muziek stopt, moet je een medeleer-ling aanraken met een lichaamsdeel dat je zelf kiest. Let wel op: zodra de muziek stopt, stop jij zelf ook. Dus je mag niet meer van plaats veranderen.

B) SpelDe leerkracht start het spel door de muziek op te zetten. Na een tijdje voert de leerkracht eventueel een progressie in.

C) BegeleidingTijdens het spel gaat de leerkracht mee controleren of iedereen elkaar raakt. De leerkracht doet dit op een ludieke manier.

D) EvaluatieOp het einde van het liedje doet de leerkracht een kleine evaluatie.

3. Oefenen rond vallen

A) Opstelling + instructie + demoJullie bewegen door de zaal op muziek(zo vrolijk- Herman Van Veen). Op het moment dat je een tromslag hoort, laat je je op de grond vallen. Kom meteen weer recht en dans verder. Je kunt op verschillende manieren vallen: probeer maar:• Op handen en knieën• Met handensteun en dan op je

zitvlak• Al struikelend• Heel snel• Langzaam in elkaar zakkend• Verder rollend

Leerkracht doet demo.

B) SpelDe leerkracht start het spel door de muziek op te zetten. Na een tijdje voert de leerkracht progressie in

C) BegeleidingTijdens het spel moedigt de leer-kracht de leerlingen aan.

D) EvaluatieOp het einde van het liedje doet de leerkracht een kleine evaluatie.

2. Elkaar aanraken met

Tijd: 5 minutenMateriaal:• Cd-speler• Muziek:(l’Amour toujours - Gigi d’Agostino)

3. Oefenen rond vallen

Tijd: 5 minutenMateriaal:* Handtrom• Cd-speler• Muziek: (Zo vrolijk - Herman Van Veen)

PRAKTIJK_3.indd 6PRAKTIJK_3.indd 6 24-05-2007 17:57:1524-05-2007 17:57:15

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 4

/200

6-20

07[7

lage

r ond

erw

ijs 1

33

4. Spelen met verrassings- elementen

A) Opstelling + instructie + demoJullie gaan zo dadelijk rond de zaal dansen op de muziek (jeux d’enfants - cirque du soleil) als echte clowns en daarbij gaan jullie enkele opdrachten uitvoeren die ik jullie geef.

Leerkracht doet demo.

B) SpelDe leerkracht start het spel door de muziek op te zetten.

C) BegeleidingTijdens het spel geeft de leerkracht opdrachten.• Stap rond alsof je grote clown-

schoenen aanhebt. (gespreide benen en voeten naar

buiten)• Doe hetzelfde maar nu al wiege-

lend.• Als de muziek stopt, blijf je stokstijf

staan als een gekke clown zodra de muziek verder gaat dans je verder.

• Bij tromslag val je op de grond zoals we daarnet geoefend heb-ben. Toon je onhandigheid als je rechtkomt.

• Bij het rechtkruipen doe je gekke bewegingen (bv. door je armen zakken, over je voeten vallen,..enz..)

D) EvaluatieOp het einde van het liedje doet de leerkracht een kleine evaluatie.

5. Clownoptocht per vier

A) Opstelling + instructie + demoZo dadelijk gaan jullie per vier staan en 1 groepje van drie. Jullie gaan achter elkaar door de zaal stappen op het ritme van de muziek(naar het circus - Bassie en Adri-aan). De eerste gaat steeds gekke bewegingen maken en de rest van zijn rij gaat hem nabootsen. • Gebruik armen en benen• Ga ineens zitten• Blijf ineens onbeweeglijk staan• Wees creatief

Als jullie een andere clownengroep passeren gaan jullie deze op een gekke manier groeten.

Als ik op de trom sla, gaat de eerste van elke groep achteraan zijn groep aansluiten en wordt de tweede van elke groep leider. B) SpelDe leerkracht start het spel door de muziek op te zetten.

C) BegeleidingTijdens het spel moedigt de leer-kracht de leerlingen aan.

D) EvaluatieOp het einde van het liedje doet de leerkracht een kleine evaluatie.

4. Spelen met verrassings- elementen

De leerlingen krijgen inzicht in de ruimte die ze kunnen gebruiken om een oefening uit te voeren.

5. Clownoptocht per vier

De leerlingen kunnen door samen te werken een leuke oefening tot een goed einde brengen.

4. Spelen met verrassings- elementen

De leerlingen bewegen door de zaal als een clown op de muziek. Hierbij krijgen ze enkele opdrachten die ze moeten uitvoeren.

5. Clownoptocht per vier

De leerlingen maken groepjes van vier en gaan achter elkaar staan. Ze gaan zo door de zaal gaan op muziek. De eerste doet grappige bewegingen en de andere drie doen hem na. Als de rijen elkaar passeren, groeten ze elkaar op een gekke manier.

Als de leerkracht op de trom slaat, gaat de eerste achteraan aansluiten en wordt de tweede leider.

4. Spelen met verrassings- elementen

Tijd: 5 minutenMateriaal:• Handtrom• Cd-Speler• Muziek (Jeux d’Enfants - Cirque du Soleil)

5. Clownoptocht per vier

Tijd: 5 minutenMateriaal:• Cd-speler• Muziek: (Naar het circus - Bassie enAdriaan)

PRAKTIJK_3.indd 7PRAKTIJK_3.indd 7 24-05-2007 17:57:1524-05-2007 17:57:15

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 4

/200

6-20

07[8

lage

r ond

erw

ijs 1

34

6. Presentatiedans

A) Opstelling + instructie + demoIedereen gaat diagonaal de zaal oversteken op het ritme van de muziek (circus theme - cirque). Als het bijna jouw beurt is om te vertrekken, ga je een clowneske houding aannemen. • Dan wandel je schuin naar de

overkant van de zaal en volg je de muziek.

• Laat zien dat je een echte clown bent met grote schoenen.

• Zwaai en groet iedereen alsof je in een tent optreedt met heel veel mensen

• Bij een tromslag blijf je even on-beweeglijk staan als een beeld en maak je een grappige beweging: bv.:

• Met je zitvlak naar de toeschou-wers een swingende beweging maken

• Jezelf door elkaar schudden• Je plots laten vallen• Wees creatief• Vervolgens ga je verder naar de

overkant van de zaal.

B) SpelDe leerkracht start het spel door de muziek op te zetten. Na een tijdje voert de leerkracht eventueel een progressie in.

C) BegeleidingTijdens het spel moedigt de leer-kracht de leerlingen aan.

D) EvaluatieOp het einde van het liedje roept de leerkracht iedereen in een kring rond zich en doet de leerkracht een kleine evaluatie van wat ze vandaag allemaal gedaan hebben. Leerkracht vraagt of de leerlingen het leuk vonden om een clown te spelen.

SLOT

1. Stille clownsOm te eindigen doen we nog een laatste clownactie. Als een clown slaapt ,is hij heel stil. Dit gaan wij ook doen.

We gaan ons allemaal op de grond leggen met onze ogen toe. Als we slapen zijn we heel stil. Ik moet een muisje kunnen horen lopen in de zaal.

Als ik je aanraak, ga je in stilte wak-ker worden en heel stilletjes voor de deur staan.

We zijn heel stil want we willen de andere clowns niet wakker maken.

Daarna gaan de leerlingenzich in stilte omkleden.

6. Presentatiedans

De leerlingen kunnen via creativiteit zelf tot bewegingsvormen komen.

SLOT

1. Stille clownsDe leerlingen kennen het belang van het tot rust komen na fysieke inspanningen.

6. Pesentatiedans

De leerlingen worden naast elkaar verdeeld in de hoeken van de zaal. Als het bijna hun beurt is, gaan ze in een clowneske houding staan. Op muziek steken ze diagonaal de zaal over en gaan zitten aan de overkant.

Progressie: met z’n twee reageren op wat de ander doet.

SLOT

1. Stille clownsNa een drukke, intensieve les komen de leerlingen weer tot rust door ze in op de grond te laten liggen met hun ogen dicht. Als de leerkracht hen aanduidt, mogen ze in stilte voor de deur gaan staan.

6. Presentatiedans

Tijd: 10 minutenMateriaal:• Handtrom• Cd-speler• Muziek (circus theme - cirque)

SLOT

1. Stille clownsTijd: 5 minutenMateriaal:• geen

PRAKTIJK_3.indd 8PRAKTIJK_3.indd 8 24-05-2007 17:57:1524-05-2007 17:57:15