20140825 Rapportage Marktonderzoek zilte teelten in NWN

36
Haalbaarheidsstudie Zilte Teelten NWN Verbetering van de marktpositie van Zilte Teelten i.s.m duurzame visketen (NW-)Nederland kent slechts een beperkt aantal telers van zilte groenten. Dit bescheiden aantal correspondeert niet met de groei van de meest bekende zilte groente, zeekraal, die de afgelopen decennia aanzienlijk was. Deze studie toont aan dat het vergroten van het marktaandeel via de weg van de bewuste consument en samenwerking met de duurzame visketen, horeca en retail perspectiefvol is en cruciaal voor verdere ontwikkeling van de zilte teelten in (NW-)Nederland.

Transcript of 20140825 Rapportage Marktonderzoek zilte teelten in NWN

Haalbaarheidsstudie

ZilteTeeltenNWN

Verbetering van de marktpositie van Zilte

Teelten i.s.m duurzame visketen

(NW-)Nederland kent slechts een beperkt aantal telers van zilte groenten. Dit bescheiden

aantal correspondeert niet met de groei van de meest bekende zilte groente, zeekraal, die

de afgelopen decennia aanzienlijk was. Deze studie toont aan dat het vergroten van het

marktaandeel via de weg van de bewuste consument en samenwerking met de duurzame

visketen, horeca en retail perspectiefvol is en cruciaal voor verdere ontwikkeling van de

zilte teelten in (NW-)Nederland.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

1

Deze studie is een opdracht van Blueport NW aan drs Jeannette Hoek

van Hoekse Waarde, projectontwikkeling en onderzoek

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

2

Inhoud

I. HAALBAARHEIDSTUDIE ZILTE TEELTEN in NW Nederland............................................................... 4

II. Conclusies, aanbevelingen en follow up acties ............................................................................... 6

2.1. Follow-up acties....................................................................................................................... 7

III. Analyse van de zeekraalmarkt in Nederland ............................................................................... 8

3.1. Marktvolume ........................................................................................................................... 8

3.2. Groei door off season en de nieuwe consument .................................................................... 9

3.3. Organisatie van de zilte groentemarkt .................................................................................... 9

3.4. Kwaliteiten in de zeekraalmarkt ............................................................................................ 10

IV. Stimulering van de Nederlandse Zilte Teelt: argumentatie ...................................................... 12

4.1. Waarom dan toch NL Zilt product stimuleren? ..................................................................... 12

4.2. Van schijnbare zwakte naar verkoopargument .................................................................... 12

4.3. Samenwerking ....................................................................................................................... 13

V. Synergie met Marktpartijen .......................................................................................................... 14

5.1. Visserij ................................................................................................................................... 14

5.2. Vis en zilt in de supermarkt ................................................................................................... 14

5.3. Horeca ................................................................................................................................... 15

5.4. Toeleveranciers Bewuste Retail ............................................................................................ 16

VI. Kansen voor marktontwikkeling van Zilt-NL .............................................................................. 17

6.1. Conclusies t.a.v. Bio-certificering: ......................................................................................... 17

6.2. Conclusies t.a.v. een premium brand voor zilte streekproducten ........................................ 18

6.3. Een eerste blauwdruk voor samenwerking en follow-up acties ........................................... 18

6.4. Aanbevelingen/follow-up acties............................................................................................ 19

Bijlage 1. Verkennende gesprekken ...................................................................................................... 20

Bijlage 2. Bronnen ................................................................................................................................. 21

Bijlage 3. Marktkansen Zeegroenten door Biocertificering in Nederlandse Natuurvoedingswinkels .. 22

Bijlage 4. Naar een (keur)merk voor Zilte Streekproducten ................................................................. 29

Bijlage 5. Samenwerking tussen zilte telers en marktpartijen met een vergelijkbaar verhaal ............. 32

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

3

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

4

I. HAALBAARHEIDSTUDIE ZILTE TEELTEN in NW Nederland

Eind augustus 2013 werd het onderzoeksvoorstel voor een haalbaarheidstudie Zilte teelten door

Blueport NW goedgekeurd. Sindsdien is het in eerste instantie volgens plan uitgevoerd, maar

vervolgens naar bevind van zaken bijgesteld (afgestemd met de innovatiemanager Blueport NW). De

gedachte dat aansluiting bij de duurzame visketen nieuwe ingangen in de markt zou kunnen

opleveren bleek steekhoudend. Tegelijkertijd moest de schaal waarop een en ander werd bekeken al

snel opgerekt worden naar heel Nederland. Een solide marktontwikkeling voor zilte teelten in welke

regio van Nederland dan ook, kan niet los worden gezien van de grootstedelijke markten in de

Randstad en de nationale duurzame horeca markt die aan het ontstaan is. Zelfs de Goede Vissers uit

Den Oever en Holwerd staan in Amsterdam op de markt.

Wat betreft de zilte teelten kent NWN momenteel maar één producent en in de rest van Nederland

beperkt de productie zich tot enkele producenten in de provincie Zeeland. Dit bescheiden aantal

correspondeert niet met de omvang van de handel in de meest bekende zilte groente: zeekraal. De

groei van de zeekraalmarkt was de afgelopen 10 - 20 jaar aanzienlijk. Gezien het geringe

marktaandeel van de Nederlandse zilte telers kunnen we stellen dat het vergroten daarvan

perspectiefvol is en cruciaal voor verdere ontwikkeling van de zilte teelten in (NW-)Nederland.

Hoewel het onderzoek in eerste instantie betrekking heeft op de marktontwikkeling van de zilte

teelten in NW-Nederland is het vrijwel onmogelijk om de situatie in dit gebied los te zien van die van

de rest van Nederland. Vandaar dat dit onderscheid dan ook meestal niet wordt gemaakt.

Het onderzoek heeft zich beperkt tot de vers-markt en is kwalitatief van aard. Volumes zijn

gebaseerd op expert –opinions.

Jeannette Hoek

Hoekse Waarde

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

5

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

6

II. Conclusies, aanbevelingen en follow up acties

• De Nederlandse zilte teelt ligt momenteel op achterstand in de concurrentie met buitenlandse

import.

• Factoren die daaraan debet zijn: kwaliteit, prijs, gebrek aan samenwerking en positionering in de

markt.

• Professionele inkopers hebben momenteel veel te weinig informatie over de herkomst van de

zilte producten die ze kopen. (zie www.zeekraalwijzer.nl).

• Er is belangstelling in de markt voor een kwalitatief goed oorspronkelijk NL zilt product, met

name in dat segment dat werkt volgens seizoenen en dat streeft naar ‘echt voedsel’ met een

korte lijn naar de producent (regio producten).

• Het idee om zilte telers in NL te bundelen door samen te werken in een vorm van een

coöperatie, die een aantal zilte kwaliteitsproducten in de markt zet, valt bij de marktpartijen die

gepolst zijn in goede aarde.

• Het doel van die coöperatie zou moeten zijn om met een scala van zilte producten toegang te

krijgen tot de nieuwe markten die zich met name in de (rand-)stedelijke gebieden van Nederland

afspelen. De coöperatie zoekt langdurige samenwerking met marktpartijen die volgens dezelfde

principes werken en die bereid zijn vaste volumes af te nemen tegen een billijke prijs. Die prijs

mag iets – maar niet teveel – liggen boven de prijs die voor de buitenlandse import wordt

betaald.

• Zowel door de telers als sommige geïnterviewde experts wordt de ontwikkeling van een eigen

handelsmerk als cruciaal gezien. Te denken valt aan Hollands Zilt, Zilt NL, Zeekust-Nl. Bij

voorkeur in samenwerking met de bestaande streekproducten-certificeringen zoals Waddengoud

en Echt Zeeuws. Het zilte merk staat dan ook meteen voor de criteria die door SPN (…..)

ontwikkeld zijn. Daarbij kan het criterium ‘streek’ ahw worden opgeschaald naar heel NL, want

op Europese schaal is Nederland ook een streek

• Daarnaast behoudt elk bedrijf afzonderlijk gewoon de lokale verkoop, waarbij we ervan uitgaan

dat die niet concurreert met de landelijke partners. De prijs voor het product zal bijvoorbeeld

hoger zijn in de privé verkoop.

• Uit alle gesprekken komt naar voren dat de (deel)markten waarop gefocust moet worden die van

de bewuste consument en horeca zijn. Dus die deelmarkten die werken met seizoen aanbod en

slow food achtige principes.

• Dit kan zowel via kanalen van de vismarkt als via de groenten markt. Een goed voorbeeld

daarvan is de groep die zich rond Vishandel Jan van As in de Stichting Vis & Seizoen heeft

verenigd. Daarnaast blijkt ook de HANOS (overigens grotendeels eigenaar van Jan van As) een

mogelijke partner. Zij bedienen een andere markt dan de visleveranciers en er is een goede

relatie die onderling overleg mogelijk maakt.

• De ‘bewuste retail ‘ biedt eveneens interessante aanknopingspunten en samenwerking met

groothandels in die branche is zeker mogelijk zodra de kwaliteit en met name de houdbaarheid

gegarandeerd kan worden.

• Uitbreiding van het palet aan zilte groenten wordt door gesprekpartners uit de seizoen gerichte

horeca (maar ook door de supermarktpartner) belangrijk geacht. Omdat de diverse gewassen

deels in andere seizoenen worden geteeld kunnen de zilte teelten als groep dan het gehele jaar

onder de aandacht – en op de kaart - blijven.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

7

2.1. Follow-up acties

Naar aanleiding van de interviews, de verdere informatie in dit rapport en in discussie met de

innovatiemanager Blueport-NW concluderen we dat de volgende follow-up acties gewenst zijn:

• Kwaliteit-verbetering van bestaande teelten (met name zeekraal) is prioriteit nummer 1. Een

betere houdbaarheid staat daarbij voorop. Met name de invloed van de wijze van bemesting en

de post-harvest behandeling moeten worden onderzocht. Dit voortbouwend op de kennis die al

is opgebouwd in voorgaande projecten in Noord-Holland en Zeeland1. De kwaliteit issues kunnen

in samenwerking met een aantal geïnteresseerde afnemers zoals Vishandel Jan van As, bio-

groothandel Kroon, groothandel Menken van den Assem en mogelijk de dagverse vismarkten

worden uitgewerkt. Voor de financiële ondersteuning van deze actie zou mogelijk een beroep

gedaan kunnen worden op het EFMZV (Europees fonds voor Maritieme zaken en visserij,

opvolger van EVF).

• Essentieel is het tot stand komen van een structurele samenwerking tussen de telers van

zeekraal (en andere zilte gewassen) om deze kwaliteitsissues op te lossen, dit vooruitlopend op

de coöperatieve samenwerking en het landelijke handelsmerk.

Er is zeker behoefte aan steun voor een eerste vorm van samenwerking en vervolgens de

organisatie van een Zilte NL-coöperatie. Mogelijk kunnen MKV, de Provincie NH en de KvK hier

financiële en eventueel ook professionele ondersteuning bieden.

• Voor de midden- en lange termijn is verbreding van het palet van groot belang. Dit kan het meest

effectief gebeuren door de ontwikkeling van proefprojecten op diverse locaties in het noorden

(provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen). Dit in samenwerking met onder meer het

Waddenfonds, waar een groeiende belangstelling voor de verziltingsproblematiek bestaat.

Vanzelfsprekend alles afgestemd op resultaten die met name in eerdere projecten in het

Zeeuwse zijn geboekt.

1 Met name de EVF-projecten van de Zilte Kenniskring gedurende de jaren 2007-2013: Standaardisering Zilte

Teelten (vooral Zeekraal), waaruit de Zeekraalwijzer is voortgekomen, en Zeekraal, zout en slib, een mogelijke

win-win situatie, gericht op onkruid bestrijding. Daarnaast onder meer deelprojecten ihkv de Zeeuwse Tong die

door de WUR zijn uitgevoerd.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

8

III. Analyse van de zeekraalmarkt in Nederland

3.1. Marktvolume

Deze studie is in principe gericht op alle zilte gewassen. Bekende zilte groenten als zeekraal en

zeeaster (lamsoor) delen de laatste jaren de zilte markt met nieuwe gewassen als zeekool, zeevenkel,

zilte aardappel en andere. Echter, waar de cijfers over de van oudsher bekende zilte gewassen al

moeilijk te achterhalen zijn, is over de nieuwere nog minder bekend. Daarom wordt de zeekraal

markt als indicator/voorbeeld voor de ontwikkeling van de zilte groentemarkt gebruikt, al dan niet

gekoppeld aan de verse vismarkten

De cijfers voor deze analyse zijn gebaseerd op diverse marktonderzoeken uit de afgelopen 20 jaar.

Het gaat in alle gevallen om schattingen. Werden in 1995 de verhandelde volumes zeekraal geschat

op 78 tot 112 ton per jaar (Avacon-rapport 1995), in 2012 ging het om volumes van 600 tot 700 ton

per jaar (Zeekraalwijzer). In 2014 schatten we het totale volume op zo’n 800 ton. In figuur 1. Wordt

weergegeven wat de herkomst is van de verhandelde volumes. Daaruit valt af te leiden dat daarvan

slechts zo’n 30 ton afkomstig is uit Nederland. En maximaal de helft daarvan als Nederlandse teelt.

1 Schattingen gebaseerd op informatie handelaren (Zeekraalwijzer, 2012)

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

9

Het aandeel van de Nederlandse teelt bedroeg zo’n 10 à 15 ton per jaar. En eenzelfde of iets groter

volume werd in het wild geplukt – met name op de Zeeuwse kwelders. Maximaal 5% van de markt

wordt dus door zeekraal van Nederlandse herkomst bediend. De forse groei van de zeekraalmarkt

ging vrijwel geheel aan de Nederlandse teler voorbij.

Van andere zilte gewassen zijn de volumes moeilijker in te schatten. De handel geeft aan dat zilt

gewas nummer 2 (lamsoor of zeeaster) een veel beperkter volume kent (geschat op 30% van de

zomermarkt voor zeekraal, max 100 ton). Nieuwe zilte gewassen zoals zeekool, ijskruid, zeevenkel,

zilte rucola en meer recent de zilte aardappel moeten nog een markt veroveren.

3.2. Groei door off season en de nieuwe consument

Als het niet de Nederlandse teler is die de groei van de markt heeft bewerkstelligt, hoe is die dan wel

tot stand gekomen?

Een analyse van de marktontwikkeling levert de volgende groeifactoren:

1. De groei van de markt is in de eerste plaats afkomstig door de ontwikkeling van de off-

season handel. 20 Jaar geleden was zeekraal een product dat typisch was voor de zomer. Het

had een kort seizoen van ongeveer 3 maanden (juni, juli en augustus). De zomerzeekraal

kwam vooral uit Frankrijk (half wilde pluk in de estuaria van Normandië en Bretagne) en er

was wat wildpluk in Zeeland en op de Wadden (met name Wieringen en N-Friesland). Vanaf

eind jaren negentig verbreedde het aanbod door de import van de Mexicaanse zeekraal, die

juist in de periode september tot en met mei op de markt kwam. Later nam de import van

Israëlische zeekraal de groei van de off-season markt grotendeels voor haar rekening en

penetreerde ook in de zomermarkt.

2. Meer bekendheid en een grotere spreiding door het land zijn andere groeifactoren van de

zilte groentemarkt. De toegenomen belangstelling van de consument voor zilte teelten wordt

deels bepaald door de verkrijgbaarheid door het jaar heen. Daarnaast passen zilte groenten

goed in het smaakpatroon van de bewuste consument. Met name in de Randstad en andere

grote steden zijn er veel meer mensen die van zeekraal (en zeeaster) weten en er mee aan

de slag gaan. In veel stedelijke centra is zeekraal nu ook in de supermarkt verkrijgbaar.

3.3. Organisatie van de zilte groentemarkt

Hoe komt het nu dat die Nederlandse teelt niet gelijk op is gegaan met de groei van de Nederlandse

zeekraalmarkt?

Hieronder een aantal factoren die daartoe hebben bijgedragen:

• De wildpluk is in Nederland streng gereglementeerd omdat zij uitsluitend in kwetsbare

natuurgebieden plaatsvindt (eigenlijk alleen in Zeeland en nog iets in Wieringen). Voor

productiegroei is in Nederland dus alleen ruimte via de teelt van zeekraal.

• De zilte groenten markt wordt in Nederland beheerst door enkele Zeeuwse groothandelaren,

met name Elenbaas Zeegroenten en Adri Mossel (Bruijnooge in samenwerking met Jan Poleij)

met op de derde plaats waarschijnlijk Prins en Dingemans. Deze handelaren hebben direct of

indirect ook licenties voor de halfwildpluk in de Franse estuaria. Nederlandse telers komen

slechts mondjesmaat aan de bak bij de Nederlandse groothandelaren.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

10

• Er zijn in Nederland slechts enkele telers. Sinds Hoogland aan de Friese waddenkust ermee is

gestopt blijft in het Waddengebied alleen het Zilte Proefbedrijf op Texel over, de andere telers

bevinden zich in Zeeland. De teelt is nauwelijks geprofessionaliseerd en nog erg afhankelijk van

trial & error2.

• Op een enkele test-activiteit en de zeekraal-cress van Koppert Cress na is zeekraalteelt in

Nederland vollegrond teelt. Dat betekent dat ze beperkt is tot het zomerseizoen en moet

concurreren met de spelers die dan al in de markt zijn (Frankrijk en Israel).

• De Nederlandse seizoenteelt past niet in de continuïteitseis van supermarktketens. Die

supermarkten hechten sterk aan continuïteit en logistieke zekerheid. Daarmee heeft de

Israëlische zeekraal een sterke troef in handen t.o.v. de meeste concurrenten.

• Het Nederlandse product staat in de handel niet goed aangeschreven waar het om houdbaarheid

gaat.

• Telers zijn vooral afhankelijk van beperkte lokale afzet en kunnen qua prijs en houdbaarheid niet

opboksen tegen de buitenlandse import. Het NL product is vooral te vinden op de lokale markt.

De telers hebben geen toegang tot de grootstedelijke groeimarkten.

• De markt wordt bovendien gekenmerkt door veel neringnijd en desinformatie naar de afnemer.

Zeekraal uit Israël wordt verkocht als wild en biologisch, Franse zeekraal wordt verkocht als

Zeeuws.

3.4. Kwaliteiten in de zeekraalmarkt

Zilte teelten en met name zeekraal hebben een imago van zee en kust, wild en biologisch,

verantwoord en vol mineralen en sporenelementen. Ze passen daarom goed bij de consument die

geïnteresseerd is in voedsel-innovatie, gezond, slow food, echt voedsel, streekproduct e.d. De handel

speelt daarop in en verkoopt alle zeekraal als bio, wild, een product van (onze) kust en zee.

Echter, de ene zeekraal is de andere niet. In de handel is daarover erg weinig feitelijke kennis

aanwezig en dat leidt tot veel misverstanden. Om daaraan iets te doen heeft de Zilte Kenniskring een

Zeekraalwijzer gemaakt (www.zeekraalwijzer.nl;EVF projecten 2009 tot 2013), waarop veel over

soorten, herkomst, teeltwijzen en smaak te vinden is. De informatie hieronder over kwaliteit is

grotendeels gebaseerd op de kennis die ten behoeve van de Zeekraalwijzer verzameld is. Onder meer

door smaakproeven uit te laten voeren in het Smaakcentrum van de WUR in Bleiswijk.

Wat weten we van de herkomst, teelt en kwaliteit van de zeekraal in de Nederlandse markt?

• In het zomerseizoen (half mei tot eind augustus) is het vooral import uit Frankrijk die op de markt

te vinden is, grotendeels gereglementeerde wildpluk. De off season-markt wordt vooral bediend

door import uit Israël. De Mexicaanse import is t.o.v. de Israelische concurrentie teruggelopen. In

opkomst is de off-season import van in kassen geteelde zeekraal uit Frankrijk (Normandie,

Bretagne, Vendée) en Portugal. Sporadisch is er ook nog wat import uit andere landen.

• De Franse zeekraal is over het algemeen mooi van kwaliteit en smaakt goed. De meeste Franse

zeekraal is half wild en groeit in estuaria op brak water en zeewater (Bretagne, Normandië,

Vendée). Wel staat het snijden in Frankrijk onder druk als gevolg van de steeds strengere

regelgeving. Snijden is alleen toegestaan met een licentie. Veel Franse zeekraal wordt in

Nederland verkocht als ‘origineel Zeeuws product’.

2 Zilte Kenniskring draagt bij aan verdere professionalisering: zie Zeekraalwijzer

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

11

• Israëlische zeekraal of liever zeekraalvarianten zijn wisselend van kwaliteit en oorsprong, ze zien

er meestal beter uit dan ze smaken (gras smaak wordt nogal eens opgemerkt), hebben vaak wel

een langere shelf life – mogelijk omdat niet met een echte Salicornia soort wordt gewerkt, maar

met het meer robuuste Sarcocornia. Ze voldoen zeker niet aan het imago dat de handel eraan

geeft: wilde en daardoor feitelijk biologische teelt op verzilte grond. Israëlische zeekraal komt uit

de kassen van kruidentelers in de Negev-woestijn. De teelt heeft bovendien beslist een water-

issue (de telers gebruiken zoet of licht brak water en voegen zout toe; zie ook recente Vitens

problematiek). Israelische zeekralen zijn het hele jaar door verkrijgbaar.

• De Mexicaanse zeekraal is de subtropische soort Salicornia bigelovii. Ze groeit in een estuarium

op verzilte landbouwgrond en is in alle opzichten ‘zilte vollegronds teelt op zeewater’. Deze teelt

is biologisch gecertificeerd en wordt om de smaak gewaardeerd. Is duurder dan de Israëlische

zeekraal en heeft een wat kortere shelf life. In principe het hele jaar door verkrijgbaar, maar in

Nederland van half september tot half mei.

• Zeekraalcress uit de kas in Nederland vooral door Koppert Cress: een vrij kostbaar product vooral

gericht op de horeca en met een beperkt volume. De smaak wordt positief gewaardeerd.

• De Nederlandse geteelde zeekraal (Salicornia europea en Salicornia procumbens) wordt

gewaardeerd om de smaak, maar het seizoen is relatief kort en de houdbaarheid laat volgens

een aantal bronnen te wensen over. Veel zeekraal die als Zeeuwse wilde zeekraal wordt verkocht

en waarvan de smaak wordt geroemd is in feite Franse zeekraal.

Figuur 2. Zeekraal van verschillende herkomst, met de klok mee vanaf linksboven: Zeeland, Frankrijk, Mexico en Israël (foto Hans Elenbaas)

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

12

IV. Stimulering van de Nederlandse Zilte Teelt: argumentatie

Uit het bovenstaande blijkt dat de Nederlandse Zilte Teelt (en met name de zeekraalteelt) te kampen

heeft met een aantal issues:

• Kwaliteit. Met name de houdbaarheid3 is minder dan die van de buitenlandse. Ook al wordt in

smaakproeven de NL zeekraal net zo hoog gewaardeerd als de Franse en is de smaak van de

Israëlische zeekraal vaak ronduit abominabel (en de oorsprong discutabel), de handel prefereert

de zeekraal uit Israël vanwege de langere shelf life (naast de lagere prijs).

• Prijs: de hier geteelde zeekraal kan niet opboksen tegen de prijs van de Franse en Israëlische

zeekraal

• Kort seizoen: het zeekraalzomerseizoen is kort, aangezien zeekraal erg gevoelig is voor licht is het

zeekraalseizoen in NL korter dan in de meer zuidelijke streken. Kort seizoen werkt nadelig:

afnemers kopen dan vaak al zeekraal uit andere streken. Overigens gaat di t niet op voor

zeeaster (aster tripolium). Daarvan is het seizoen langer. Andere zilte gewassen kennen een

ander seizoen (zeekool van november – april), zilte aardappel van augustus tot mei.

• Leveringszekerheid: telers zijn klein en daarmee kwetsbaar.

• Desinformatie: buitenlandse zeekraal wordt ten onrechte als NL verkocht. Het foute verhaal:

zeekraal wordt in de markt gezet als wild en bio, maar komt uit kassen en wordt geïrrigeerd met

zoet water waaraan zout wordt toegevoegd.

Al met al een lastige positie. Is het wel de moeite waard om zilte teelten in NL te bevorderen?

4.1. Waarom dan toch NL Zilt product stimuleren?

We kunnen er niet omheen dat de lage delen van N en W-Nederland steeds zouter worden. Als

gevolg van zeespiegelstijging, inklinking en ‘slijtage’ van veenlagen op grotere diepte neemt zoute

kwel in alle kustgebieden toe. Er zijn mogelijkheden om meer zoet water vast te houden door de

aanleg van bassins of het vergroten van de ondergrondse zoetwaterlenzen4. Er zijn echter limieten

aan wat mogelijk is. Het zoet houden van oppervlakte water wordt moeilijker en daardoor duurder.

Boeren verwachten tot op heden van de waterschappen dat ze zorgen voor de beschikbaarheid van

zoet grondwater, maar dat lijkt dat op den duur lang niet overal vol te houden. Een aanzienlijk deel

van onze landbouwgrond zal op den duur in meer of mindere mate verzilten. De voorspellingen gaan

in de richting van 125.000 ha licht tot ernstig verzilte landbouwgrond in de komende 10 tot 20 jaar5.

Ontwikkeling van zilte teelten is alleen daarom al relevant.

De vraag is dus: is er in de markt belangstelling voor een eerlijk echt NL Zilt product en hoe kan dat

een behoorlijk marktaandeel verwerven.

4.2. Van schijnbare zwakte naar verkoopargument

Als we eerlijk echt NL zilt definiëren via trefwoorden als: vollegronds, seizoen, zeewater of zoute

kwel, streekproduct (waarbij we NL als streek beschouwen) en - eventueel - biologisch geteeld, sluit

3 Dit is een punt dat ook in 1995 al speelde, zie Avacon rapportage. En dat nu ook weer met nadruk wordt genoemd door

diverse handelaren o.m. bio handel Kroon. Een kwaliteit issue dus dat mogelijk vooral te maken heeft met post harvest

behandeling (wassen, koelen). 4 Project Spaarwater ism Waddenfonds: rendabel en duurzaam watergebruik in een verziltende omgeving.

5 Bron: Het zout en de pap’, InnovatieNetwerk, rapportnummer 07.2.154, juni 2007

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

13

de in Nederland geteelde vollegronds zeekraal samen met andere zilte gewassen goed aan bij het

imago van zilte groenten in de markt6. Dat maakt het tot een ‘eerlijk’ product. Een kwalificatie die

voor de huidige bewuste consument steeds belangrijker is geworden. Net als duurzaam,

transparantie in de keten, dichtbij geproduceerd (de boer in beeld), biologisch, volgens het seizoen

en innovatief. Daarbij gaat het altijd om producten met een verhaal en dat verhaal verkoopt het

product (naast prijs en kwaliteit).

4.3. Samenwerking

Maar zelfs als de NL teler erin slaagt dat goede verhaal over te brengen, staat hij alleen nog steeds

zwak. Zaken als kwaliteit, leveringszekerheid, een zo lang mogelijk seizoen, continuïteit door met

verschillende producten voor verschillende seizoenen te werken, zijn ook in een gunstig gestemde

markt van doorslaggevend belang voor succes. De oplossing hiervoor kan alleen gevonden worden in

samenwerking tussen telers en in korte ketens samenwerking tussen telers en specifieke

marktpartijen7.

Vanuit deze conclusie is onderzocht of er marktpartijen zijn te vinden die raakvlakken hebben met dit

‘eerlijke verhaal’ en op basis daarvan bereid zouden zijn tot samenwerking met een coöperatieve

groep zilte telers. Onder samenwerking wordt dan verstaan het onder bepaalde voorwaarden

afnemen van een vast volume zilte groenten van NL oorsprong tegen een redelijke prijs.

6 Op het aspect ‘in het wild geoogst na’, maar gezien de steeds strengere regelgeving in met name Frankrijk is

dat van afnemend belang. 7 Ook de Wageningse onderzoeker Van de Voort (2005) kwam tot een dergelijke conclusie. Van de Voort had de vlucht van

de Israëlisch zeekraal weliswaar niet voorzien en heeft ook de ontwikkeling van de off season markt niet begrepen. Maar hij

constateert wel dat kansen geboden worden door ‘samenwerking tussen telers onderling en verkorting van de keten’.

‘Door gezamenlijk op te trekken kunnen grotere partijen van zeegroenten worden voorzien.’ Van de Voort wijst op de

ongelijke concurrentie positie van de Nederlandse vollegrondsgroenteteelt door het knellende milieu beleid. Ook noemt hij

als nadeel voor de vollegrondsgroentetelers dat zij onvoldoende marktgericht zijn en de mogelijkheden voormechanisatie

onvoldoende benutten. Twee opmerkingen die volgens hem ook in hoge mate op de zeekraaltelers van toepassing zijn.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

14

V. Synergie met Marktpartijen

Marktpartijen waarmee samenwerking is onderzocht vanwege een voor de hand liggende synergie

zijn groothandels en toeleveranciers in de visserij-keten, idem voor de horeca en de biologische

retail. Daarnaast is gepraat met een toeleverancier zilte producten aan de reguliere supermarkt.

5.1. Visserij

Vanwege het traditionele consumptiepatroon van zeekraal in combinatie met vis was het

onderzoeken van een mogelijke samenwerking met partijen in de visserij branche voor de hand

liggend en bovendien een deel van de studie-opdracht. In de visketen zijn ontwikkelingen richting

duurzaamheid gaande die goed aansluiten bij de bovengenoemde criteria voor zilte groenten. Trends

die tot uitdrukking komen in Vis & Seizoen, de Goede Vissers, Dagverse vismarkten, Vergeten

vissoorten en (eventueel) MSC-certificering. In de visketen is bovendien een trend naar diversifiëring

van het productaanbod waarneembaar, die bijdraagt aan een open houding t.o.v. nieuwe producten.

Voor al deze ontwikkelingen geldt dat het verhaal achter de vis van doorslaggevend belang is voor de

verkoopwaarde ervan. Er is een zekere traditionele afname van zeekraal binnen de visketen.

Groothandels in vis leveren die door aan de horeca en vishandels overal in Nederland.

Het vermoeden dat aansluiting bij deze nieuwe ontwikkelingen in de visketen mogelijk is, werd

bevestigd in gesprekken met Jakob Doorn (Vishandel Jan van As en Stichting Vis&Seizoen) en Joop

Paauwen en Ida Sinke van Le Petit Pêcheur, schelpdierenbedrijf en toeleverancier van niet-vis

producten aan Jan van As en Delhaize, HANOS. Van As verhandelt nu zo’n 100 kg zeekraal in de week,

dus zo’n vijf ton per jaar. De grote overeenkomst in ‘het verhaal achter het product’ resulteerde in

een onmiddellijke bereidheid van deze bedrijven om met een coöperatie van NL zilte telers aan de

slag te gaan. Beide bedrijven zijn vooral gericht op de horeca. Een bijeenkomst van een drietal telers

uit N-Holland en Zeeland bij Le Petit Pêcheur in Yerseke, leverde een blauwdruk van zo’n mogelijke

samenwerking, maar maakte ook meteen duidelijk dat er nog wel een paar hobbels te nemen zijn

voordat zoiets daadwerkelijk van start kan gaan (zie bijlage 4).

5.2. Vis en zilt in de supermarkt

Een verkennend gesprek over de kansen van NL zilt in samenwerking met de visketen in de

supermarkt werd gevoerd met duurzame seafood ondernemer Bart van Olphen (Fish Tales8,

voorheen Fishes). Albert Heijn is een supermarktketen met duurzaamheidspretenties en Van Olphen

adviseert Albert Heyn over inkoop van vis- en aanverwanten. Toeleverancier van Wakame en

zeekraal voor Albert Heijn loopt via Menken van den Assem.

AH doet 24 ton zeekraal per jaar, waarvan 10 ton in de zomer. Van Olphen bevestigt in eerste

instantie vooral dat voor de supermarkt continuïteit belangrijker is dan seizoen: ‘als je de

zomermarkt wil hebben, moet je ook de off season markt in handen houden’.

Interessant voor de toekomst is de vraag of een supermarkt als AH belangstelling zou hebben voor

een NL-zilt product en bereid zou zijn er iets meer voor te betalen?

• In principe wel maar alleen als ook de off-season markt is gegarandeerd.

8 Fish Tales produceert zowel boeken als producten voor de duurzame vismarkt, Fish Tales Foundation

ondersteunt ontwikkelingsprojecten in de visserij)

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

15

• Het bouwen van een Merk is cruciaal. Het bouwen aan een merk is het belangrijkste wapen voor

een coöperatie van NL zilte groenten telers om positie te veroveren. Van daaruit zijn er ook

export mogelijkheden.

• Continuïteit en diversiteit. Naast continuïteit is een groter palet belangrijk zodat er een schap

met zilte groenten kan ontstaan. Diversiteit is ook van belang voor risico spreiding. Van Olphen

noemt als voorbeeld de zilte rucola (die hij op Texel proefde) en waarvoor volgens hem de klant

graag bereid zou zijn iets meer te betalen.

• MSC Certificering zou een kans kunnen zijn: zij gaan de scope al verbreden naar zeewier. Gezien

het feit dat er veel verwarring is over de herkomst van zeekraal, waarbij in de zomer aantasting

van natuurgebieden en off-season het verzilten van zoetwater in de Negev-kassen een rol speelt,

zou je hieraan kunnen denken om onderscheid tussen duurzaam en niet-duurzaam te kunnen

maken.

In een later gesprek met Menken en Van den Assem, onder meer toeleverancier van Albert Heijn,

wordt het beeld van de reguliere supermarkt verder genuanceerd. Menken verhandelt gemiddeld

700 à 800 kg zeekraal per week, zo’n 40 ton per jaar. De mindsetting van de supermarkten is aan het

veranderen. Ook zij willen het liefst groenten van Nederlandse bodem. Supermarkt ketens en de

speciale retail groeien langzamerhand naar elkaar toe. Binnen dat beeld is het zeer wel denkbaar dat

een supermarkt een apart vak voor groenten van het seizoen gaat creëren. Daarin zouden de NL zilte

groenten heel goed een plaats kunnen krijgen. Menken signaleert wel dat de houdbaarheid van de

NL zilte groenten te wensen over laat. Die bleek naar hun ervaring niet langer dan zes dagen. De

post-harvest9 behandeling is naar hun idee een belangrijke oorzaak hiervoor. Als dat kan worden

opgelost is ook een stap voor stap opbouw van een NL zilt product onder een eigen label in

samenwerking met supermarkt ketens een reële mogelijkheid.

5.3. Horeca

Ook in de horeca zijn er ontwikkelingen richting echt eten en duurzaamheid. Zo is er De Stichting Ik

kOOK Bewust, een onafhankelijk platform voor het bevorderen van het gebruik van eerlijke,

seizoensgebonden, gezonde en natuurlijke voeding in de horeca. Het is een initiatief van

restaurateur en smaakprofessor Peter Klosse waar een groeiend aantal chefs zich bij aansluit. Peter

Klosse ziet mogelijkheden om via de Bewuste Horeca het NL zilte product te promoten.

Horeca groothandel HANOS heeft het duurzaamheidsconcept opgepakt en levert een deel van het

assortiment helemaal onder het label Ik kOOK Bewust. HANOS geeft aan zeker geïnteresseerd te zijn

in de ontwikkeling van een NL zilt product en daaraan ook – onder voorwaarden - te willen bijdragen.

De argumenten daarvoor liggen vooral in innovatie en duurzaamheid:

• STREEK – betekent voor HANOS: meer duurzaamheid en wordt vertaald in een straal van een -tig

aantal kilometers (niet een vast aantal). BIO leeft nu meer dan ooit, maar is in de horeca nog niet

zo actueel als in de retail.

• HANOS koopt bewust volgens verschillende lijnen in:

o Deels gangbaar, waarbij kwaliteit en prijs bepalend zijn

o Deels klant specifieke wensen

o Maar: HANOS creëert ook vraag

9 Met name het wassen van de zeekraal zonder voldoende nadrogen is een waarschijnlijke oorzaak.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

16

• HANOS is in voor nieuwe dingen en kan werken met een coöperatief verband van telers. Zolang

die maar herkenbaar zijn aan bijvoorbeeld een eigen codenummer (ivm tracebility).

• HANOS zou igv assortiment zilt concept met een x-aantal artikelen willen gaan. Daarbij is het

belangrijk om precies te weten wanneer gedurende het jaar de verschillende producten op de

markt komen.

• HANOS’logistiek is zeer fijnmazig.

• De creatie van een merk wordt als van secundair belang gezien (dit is logisch, een merk versterkt

de producent, niet de groothandel).

• HANOS wil dan wel een zekere exclusiviteit10

, meedenken en kleinschalig opstarten.

Samenwerken als partners en samen groeien.

• Hoeveelheden nu: zeekraal 50 – 100kg in de week, minder dan 5 ton per jaar. Lamsoren minder.

Zeekool enkele pakjes.

5.4. Toeleveranciers Bewuste Retail

Bewuste Retail speelt in op bio en streek. Dat zijn zowel de winkels die uitsluitend biologisch

gecertificeerd verkopen als die waar het begrip duurzaam iets breder wordt vertaald: transparantie

van de keten, streekproductie e.d. Onder de Bewuste Retail vallen bijvoorbeeld alle natuurwinkels en

ook de nieuwe supermarkten Marqt en Landmarkt. Sommige betrekken de zilte groenten via hun

visleverancier. Andere via de biogroothandels, die deels weer beleverd worden door de biologische

verse groentehandel Kroon (nu onderdeel van Vroegop Windig dat onlangs de biologische

groothandel Natudis heeft overgenomen).

Christian Janssen, categoriemanager agf AGF Kroon (biologische tak van Vroegop-Windig) doet zo’n

125 – 250 kg per week, dus ruim 10 ton per jaar. Lamsoren/zeeaster kleine omzet, de aanvoer

daarvan is niet continue.

• Kroon koopt vooral in via Adri Bruynooge. In de winter kiest men voor de zeekraal uit Israël

vanwege de continuïteit en de houdbaarheid, in de zomer is de keuze qua herkomst groter.

• Kroon koopt geen NL zeekraal vanwege de kwaliteit. Laatste keer ingekocht via AB. Die was (ook

weer) slap en met smet.

• Als de kwaliteit beter is willen alle afnemers van Kroon het Nederlands product. De Vroegop-

Kroon consument is lichtgroen tot donkergroen. Het is typisch een zelf kokende consument.

• Janssen adviseert klein te beginnen en dan stap voor stap opbouwen. Een eigen NL Zilt Brand is

wel verstandig maar eerst moet de kwaliteit op orde zijn.

• Uitbreiding van het palet is interessant en dan gelijk met een goed verhaal en recepten voor de

consument: zilte rucola, zeevenkel. Hij is nog niet overtuigd van de zilte aardappel, sommige

nieuwe aardappelrassen hebben naar zijn idee meer smaak (o.m. de Carolus).

10

Exclusiviteit moet goed gedefinieerd worden: het gaat vooral over prijs. De telers zouden het product niet elders

goedkoper mogen aanbieden.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

17

VI. Kansen voor marktontwikkeling van Zilt-NL

Er blijken dus wel degelijk marktpartijen die geïnteresseerd zijn in een gegarandeerde samenwerking

met NL Zilte telers en bereid een eerlijk NL Zilt product voor een (iets hogere) prijs af te nemen. De

voornaamste punten die naar voren komen zijn:

• Kwaliteit: in alle opmerkingen hierover gaat het niet om smaak of stok (verhouting) maar om

houdbaarheid

• Het goede verhaal: dit moet controleerbaar zijn.

• Een eigen zilt NL brand wordt als een sterk wapen in de markt gezien. Daaraan moet stap voor

stap worden gebouwd. We gaan nog na welke argumenten daarbij van doorslaggevend belang

zullen zijn: bio of streek of beide. Zie hiervoor de bijlagen over bio-certificering en certificering

streekproduct.

• Een groter palet: dit kan tegemoet komen aan de behoefte van de handel om het hele jaar zilte

groenten in het zilte schap te hebben. Voor een deel van de retail is het heel acceptabel om niet

altijd zeekraal in het schap te hebben, maar wel telkens een andere zilte groente

• Samenwerking tussen telers wordt door de partijen die geïnterviewd zijn als zeer positief

beschouwd. Het geeft meer leveringszekerheid. Wel moet vanwege de transparantie via een

codering op de verpakking de feitelijke teler van een product altijd te achterhalen zijn.

• NL telers staan alleen zwak, maar samenwerking in een coöperatief verband kan hun positie

enorm versterken. Noodzaak tot begeleiding en ondernemerschap.

Vanwege de noodzaak om het verhaal achter het product zo controleerbaar mogelijk te maken

onderzoeken we wat het zou kunnen betekenen als het potentiële samenwerkingsverband zou

werken met een biologisch certificaat en hetzelfde voor een certificering als streekproduct. Beide

uitvoerig beschreven in twee bijlagen (Bijlage 3: Bio-certificering door Kees Boender van Your Well en

Bijlage 4: Streekproductendoor Rene de Bruin van Streekwijzer Nederland i.s.m. Marc van

Rijsselberghe van Zilt Proefbedrijf en Waddengoud).

6.1. Conclusies t.a.v. Bio-certificering:

De conclusie van dit deel onderzoek luidt dat NL-Zeegroenten en natuurvoedingswinkels prima op

elkaar aansluiten en dat de natuurvoedingsbranche een uitstekende partner lijkt om NL-Zeegroenten

op de kaart te zetten.

Natuurvoedingswinkels

• gaan voor lokaal en duurzaam

• zijn landelijk verspreid

• en efficiënt georganiseerd

• passen qua volume ook goed bij het aanbod

• bieden mogelijkheden in België

• Daarnaast kan ook de (biologische) horeca een goede partij zijn om mee samen te werken

Voorwaarden daarbij zijn:

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

18

• gegarandeerde kwaliteit

• bio-certificering

• exclusiviteit

• acceptabele prijsstelling consument (max. 1,5 x de reguliere prijs) en marge winkelier en

groothandel

• budget voor promotie

• continu en voldoende aanbod

Keurmerken, hoe verschillend daar momenteel ook over gedacht moge worden, zijn voor het

onderscheidend vermogen van NL-zeekraal (streekkeurmerk) en natuurvoedingswinkels (EKO/bio-

keurmerk) noodzakelijk.

De stelling die ter ondersteuning van dit alles wordt geponeerd: Er is maar een groep consumenten

die lokaal en duurzaam momenteel echt belangrijk vindt en daar ook voor wil betalen: de

consument in de natuurvoedingswinkel.

6.2. Conclusies t.a.v. een premium brand voor zilte streekproducten

In zijn overwegingen t.a.v. het creëren van een speciaal merk voor zilte streekproducten komt René

de Bruin tot de conclusie dat de beste weg zou zijn het ontwikkelen van een (landelijk) handelsmerk

voor zilte streekproducten, aansluitend bij de door SPN en regionale keurmerken ontwikkelde

criteria.

Producenten uit Zeeland kunnen hierbij het Zeker Zeeuws keurmerk gebruiken, producenten uit het

Waddengebied het Waddengoud keurmerk. Nieuwe producenten kunnen aanhaken bij een van de

regionale keurmerken, of kiezen voor het landelijk keurmerk Erkend Streekproduct.

Hierbij wordt aandacht besteed aan de volgende bouwstenen van een premium brand voor zilte

groenten:

• Gemeenschappelijke kwaliteitscriteria

• Merkvoering en afzetorganisatie

• Kwaliteitsborging / controle

Deze optie heeft een aantal duidelijke voordelen:

• Het voegt duidelijk iets toe t.o.v. de bestaande regionale keurmerken

• Het biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van een eigenstandige afzetorganisatie, of

aansluiting bij een bestaand handelshuis met ervaring in de afzet van zilte groenten

• Op regionaal niveau kan aansluiting gezocht worden bij promotie en afzetondersteuning van

Waddengoud of Zeker Zeeuws, de herkomst van de producten kan ook in landelijke

afzetkanalen worden gecommuniceerd.

6.3. Een eerste blauwdruk voor samenwerking en follow-up acties

Naar aanleiding van een overleg in Yerseke tussen vissector en NH en Zeeuwse telers werd een

aantal voorwaarden geformuleerd voor het bewerkstelligen van een onderlinge samenwerking

tussen de telers:

• Wederzijds respect en vertrouwen en een gedeelde lange termijn doelstelling tussen de telers

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

19

• Idem met de afnemer(s)

• Heldere afspraken over uitgangspunten en doelen, waarbij klein wordt begonnen, maar met een

groot doel voor ogen (zie lange termijn doelstelling)

• Uitvoerbare afspraken over kwaliteit (zie ook www.zeekraalwijzer.nl), volumes, prijzen en

promotie tussen de coöperatieve telers onderling en als coöperatie met de afnemer(s)

• De ontwikkeling door en voor de telers van een gemeenschappelijk en controleerbaar label, bijv

Hollands Zilt of Zilt NL

6.4. Aanbevelingen/follow-up acties

Naar aanleiding van de interviews, de verdere informatie in dit rapport en in discussie met de

innovatiemanager Blueport-NW concluderen we dat de volgende follow-up acties gewenst zijn:

• Kwaliteit-verbetering van bestaande teelten (met name zeekraal) is prioriteit nummer 1. Een

betere houdbaarheid staat daarbij voorop. Met name de invloed van wijze van bemesting en de

post-harvest behandeling moeten worden onderzocht. Dit voortbouwend op de kennis die al is

opgebouwd door voorgaande projecten in Noord-Holland en Zeeland. De kwaliteit issues kunnen

in samenwerking met Vishandel Jan van As, bio-groothandel Kroon en mogelijk de dagverse

vismarkten worden uitgewerkt. Voor de financiële ondersteuning van deze actie zou mogelijk

een beroep gedaan kunnen worden op het EFMZV (Europees fonds voor Maritieme zaken en

visserij (opvolger van EVF.

• Essentieel is het tot stand komen van een structurele samenwerking tussen de telers van

zeekraal (en andere zilte gewassen) om deze kwaliteitsissues op te lossen, dit vooruitlopend op

de coöperatieve samenwerking en het landelijke handelsmerk.

Er is zeker behoefte aan steun voor een eerste vorm van samenwerking en vervolgens de

organisatie van een Zilte NL-coöperatie. Mogelijk kunnen MKV, de Provincie NH en de KvK hier

financiële en eventueel ook professionele ondersteuning bieden.

• Voor de midden- en lange termijn is verbreding van het palet van groot belang. Dit kan het meest

effectief gebeuren door de ontwikkeling van proefprojecten op diverse locaties in het noorden

(provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen). Dit in samenwerking met onder meer het

Waddenfonds, waar een groeiende belangstelling voor de verziltingsproblematiek bestaat.

Vanzelfsprekend alles afgestemd op resultaten die met name in eerdere projecten in het

Zeeuwse zijn geboekt.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

20

Bijlage 1. Verkennende gesprekken zijn gevoerd met:

Esmeralda Loos-Dekker en Gert-Jan Sneekes, zeeverse Vismarkt Den Oever

Jakob Doorn, visexpert Jan van As, een van de drijvende krachten achter Vis&Seizoen

Le Petit Pecheur, gesproken met Ida Sinke en Joop Paauwe

Bart van Olphen, voorheen Fishes, nu Fish Tales, tevens leverancier van zeekraal en zeewier en

adviseur van Albert Heyn bij ontwikkeling van duurzame visconcepten

Pim Visser, directeur Visafslag Den Helder en Blueport NW

Bart Dekker, zeekraalsnijder van het eerste uur in Wieringen

HANOS met Marcel Coulier (hoofd inkoop dagvers) en Henk Verwoert (inkoper AGF)

Peter Klosse, Eigenaar Hotel Gastronomique De Echoput, Oprichter Academie voor Gastronomie,

Lector Gastronomie bij Stenden University en Hogeschool Zuyd Maastricht en De Stichting

ikkOOKbewust is een initiatief van Peter Klosse bedoeld om het gebruik van seizoensgebonden,

gezonde en natuurlijke producten in de horeca en de zorg te bevorderen.

Kas-telers: Timo ter Voort, Jan Marien Zuidema, Marco Minnes 24 maart 2014

Chris Jansen, biologische groente handel KROON (onderdeel van Vroegop-Windig)

Ton Menken en Sonja den Ouden-Dekker van Menken van den Assem

Mogelijke samenwerkingspartners:

Jean Pierre van Wesemaele

Michiel Quaak

Hubrecht Janse

Marc van Rijsselberghe

Bijdragen van:

Kees Boenders (bijlage biologische certificering) en

Marc van Rijsselberghe en René de Bruin (bijlage streekproducten en branding)

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

21

Bijlage 2. Bronnen

Naast de interviews en overige bijdragen zijn de volgende bronnen voor deze studie gebruikt :

Avacon. (1995). Marktonderzoek zeegroenten zee-aster en zeekraal, Avacon, Groningen, 1995.

Groningen: Avacon.

Hans Steenbergen (hoofdredacteur), M. d. (sd). 10 Vistrends. Food Inspiration Magazine.

Ir. J. G. de Kempenaer, T. B. (2007). Het zout en de pap, Een verkenning bij marktexperts naar

langetermijn mogelijkheden voor zilte landbouw. Utrecht: InnovatieNetwerk.

Jeannette Hoek, J. v. (2003). Salicornia as a fresh vegetable. Amsterdam: OceanDesertEnterprises,

ODE Amsterdam.

M.P.J. Van der Voort. (2005). Marktperspectieven van Zilte Groente, herkomst en afzet van Zeekraal

en Zeeaster . Alterra WUR, Alterra, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Lelystad.

Wageningen: WUR.

The Food Agency, W. (2013, september 9). Opgehaald van

www.foodforfood/foodmonitor/artikel/nederlanders voorkeur aan lokaal:

http//www.foodforfood/foodmonitor/artikel/nederlanders voorkeur aan lokaal

Verhoeven, L., & Accountants, G. G. (september 2008). Commerciële analyse van het concept 'Zilte

ProefTuin'. Thema Duurzaam Ondernemen. Utrecht: InnovatieNetwerk.

Zilte Kenniskring. De Zeekraalwijzer. www.zeekraalwijzer.nl

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

22

Bijlage 3. Marktkansen voor Zeegroenten door Biocertificering in de

Nederlandse Natuurvoedingswinkels

Deelstudie in het kader van de opdracht van Blueport NW aan Hoekse Waarde voor een

Haalbaarheidstudie Zilte Teelten in NW-Nederland

1. Onderzoeksopdracht

Onderzoek, uitgaande van een versnipperd en beperkt aanbod, waarin een intentie bestaat om te

komen tot een samenwerking tussen de aanbiedende partijen, wat de marktmogelijkheden zijn voor

zeegroenten uit Noord-Holland (NL-zeegroenten) in de natuurvoedingswinkels in Nederland en de rol

die keurmerken daar bij kunnen spelen.

Onderzoeker Kees Boender van Your Well heeft jarenlange ervaring in de natuurvoedingsbranche,

o.a. als inkoper bij Natudis, en diverse producenten in de natuurvoedingsbranche. Hij is momenteel

actief in de handel en het vermarkten van zeewier en aanverwante producten op de Nederlandse en

Belgische markt.

2 Definiëring

2.1 Natuurvoedingswinkels

Volgens het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) zijn er ruim 400 winkels in natuurvoeding en

reform. Daarnaast zijn zo'n 40 ambulante handelaren ingeschreven in deze branche.Bijna de helft

van de ondernemingen met winkel werkt zonder personeel in loondienst. Dit zijn bedrijven waarin

uitsluitend de eigenaar en eventueel gezinsleden werkzaam zijn. In 46% van de ondernemingen zijn 2

tot 10 personen werkzaam.

Aantal winkels Bron: Locatus

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

aantal winkels 475 485 480 460 460 460 420 410

Bron: Hoofbedrijfschap Detailhandel

Van deze groep zijn de reformwinkels van oudsher niet echt gericht op versproducten, maar meer op

onbewerkte voedingsproducten, voedingssupplementen en verzorgingsproducten. Volgens mijn

gegevens zijn er ca 230 echte natuurvoedingswinkels (waar vers een belangrijk omzetaandeel heeft).

Overigens merken we wel dat steeds meer reformwinkels vers gaan verkopen. Ook boerderijwinkels

profileren zich steeds meer met biologisch vers. Biologische markten zijn eveneens interessante

verkoopplaatsen voor zeegroenten. Gezien de bijzondere aard van deze categorieën winkels laten we

ze in dit onderzoek buiten beschouwing.

Groothandels voor de (biologische) horeca vormen eveneens een interessante doelgroep. Naast de -

nog kleine- markt voor biologische horeca, speelt de reguliere horeca ook steeds meer in op lokaal

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

23

en biologisch. De horeca is vooral belangrijk voor de Ambassadeursfunctie die zij kan hebben m.b.t.

zeegroenten. Gespecialiseerde biogroothandels zoals Ecoville, BD-Totaal en Udea leveren aan

biologische restaurants, maar ook de reguliere horeca groothandels als Sligro, Hanos en de Kweker

zullen geïnteresseerd zijn in lokale en biologisch gecertificeerde zeekraal. Gezien het specifieke

karakter van de horeca en haar mogelijkheden zou een apart onderzoek hier voor nuttig zijn.

2.2 Nederland

Ook in België zijn er veel natuurvoedingswinkels. Aantallen liggen hoger dan in Nederland, echter de

winkels in België zijn vaak kleiner. Groothandels Natudis en Udea leveren daar ook en het valt te

verwachten dat ook deze groep in België, misschien nog wel meer dan in Nederland, interesse heeft

in zeegroenten. Dit zal in de mogelijkheden zeker mee moeten worden genomen.

2.3 Zeegroenten

Zeekraal is in natuurvoedingsland geen onbekende, de andere zeegroenten wel, maar gezien het feit

dat in de natuurvoedingswinkels ook vaak mensen komen voor bijzondere en culinaire producten is

het zeker interessant om dit ook mee te nemen in het onderzoek. Binnen dit kader zou je ook nog

zeewier mee kunnen nemen: veel mensen denken dat zeekraal een soort zeewier is. Zeewier mag

zich verheugen in een toenemende belangstelling, iets waar ook zeegroenten van profiteren

2.4 Keurmerken

Binnen de natuurvoedingsbranche is bio certificering cruciaal. Natuurvoedingsgroothandels willen

eigenlijk alleen nog maar bio gecertificeerde producten opnemen. Niet-bio producten worden als

dusdanig in de winkel ook aangegeven. Steeds meer gaat echter lokale productie belangrijk worden,

lokaal wordt daarmee belangrijker dan bio. Inspelen op de niet-traditionele klant (bijvb. coeliakie

patiënten met glutenvrije producten) neemt eveneens toe. Hier prevaleert glutenvrij boven bio.

Naast het bio-keurmerk zijn o.a. veganistische, bio-dynamische en glutenvrije keurmerken van belang

voor de natuurwinkels.

Toch komt er steeds meer kritiek op “biologisch”, recent onder andere van Henry Miller en Richard

Cornett op Project Syndicate, een prestigieus project waarin door knappe koppen wordt nagedacht

over de toekomst in een volhoudbare wereld.

Miller en Cornett noemen 'duurzaam' en 'biologisch' vage begrippen die vooral bedoeld zijn om het

publiek een mooie belofte voor te houden. Ze schrijven: "Net als menig vaag, feel good concept

duurzaam, is "duurzaam' nauwelijks meer dan mooie woorden. Zo wordt bijvoorbeeld duurzaamheid

in landbouw meestal verbonden met biologische landbouw. De voorstanders zetten het neer als een

'duurzame' manier om de snel groeiende wereldbevolking te voeden. Maar wat betekent

'duurzaamheid' echt en wat is de relatie met biologische productiewijzen?"

Miller en Cornett maken korte metten met biologische landbouw en zeggen dat gangbare landbouw

veel ecologischer is geworden en de mensheid kan voeden, maar dan wel echt en niet met louter

hoop zoals de voorstanders van biologisch landbouw eigenlijk doen. We kunnen niet zonder science-

based research en ouderwetse science en slimmigheid, stellen ze.

(Bron: Foodlog 16-6-2014).

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

24

3 Marktsituatie

3.1. Omzet

De Nederlandse biologische sector heeft een jaaromzet van 2 miljard euro (de export meegerekend).

Ruim 1500 gecertificeerde biologische boeren en tuinders en ruim 1700 verwerkende bedrijven zijn

momenteel in de sector actief. De sector verschaft werk aan ca. 100.000 mensen.

De totale consumentenbestedingen aan biologische voeding zijn in 2012 voor het eerst boven de 1

miljard euro uitgekomen. Dit blijkt uit een inventarisatie van ketenorganisatie Bionext in opdracht

van het ministerie van Economische Zaken.

De meeste biologische voedingsmiddelen worden gekocht in de reguliere supermarkten, de

biologische speciaalzaken en de 'out of home' sector. Volgens de Monitor Duurzaam Voedsel 2012,

die in juni is verschenen, waren deze verkoopkanalen samen goed voor 934 miljoen euro. Uit de

inventarisatie van Bionext blijkt dat in de 'overige verkoopkanalen', waaronder boerenmarkten,

boerderijwinkels en reguliere speciaalzaken, voor nog eens 70,1 miljoen euro aan biologische

voedingsmiddelen is gekocht. Hiermee komen de totale consumentenbestedingen boven de 1

miljard euro uit. Ongeveer de helft daarvan is voor rekening van de supermarkten.

In 2012 zijn de consumentenbestedingen aan biologische voeding in de belangrijkste verkoopkanalen

met 14,3% gestegen. Dit blijkt uit de Monitor Duurzaam Voedsel van het ministerie van Economische

Zaken, waar de Bio-Monitor deel van uitmaakt (BRON: Bionext).

3.2. Winkels en groothandels

De markt voor natuurvoedingswinkels is Nederland is relatief overzichtelijk:

Totaal per 1 juni 2014 ca. 230 natuurvoedingswinkels, waarvan onder een formule naam:

Marqt 9

Estafette 17

Natuurwinkel 25

Ekoplaza 57

Marqt is een jonge, moderne formule, met een breed assortiment en groot vloeroppervlak, vooral

gevestigd in de grote steden; Estafette is onderdeel van Estafette- Odin B.V. een coöperatieve

groothandel in o.a. groente en fruit; Natuurwinkel is de franchise formule van groothandel Natudis

(sinds kort onderdeel van de AGF groothandel Vroegop-Windig) en wordt vooral beleverd door vers

groothandel Kroon. Ekoplaza wordt geleverd door de van oorsprong vers groothandel, maar

tegenwoordig totaal leverancier Udea.

De Zaaister is een onafhankelijke vers groothandel die in het noordoosten van het land veel

(natuurvoeding)winkels bevoorraad en ook een eigen voedingslabel hanteert: Puur Noord Nederland

(www.puurnoordnederland.NH). de Nieuwe Band is een kleinere coöperatieve groothandel in het

Noorden van het land zonder vers aanbod.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

25

Navraag bij een aantal natuurvoedingwinkels leert dat er van de zeegroenten vooral zeekraal wordt

verkocht, gemiddeld zo’n 1 a 2 kg per week, meestal afkomstig uit Israël.

3.3 De consument

De veronderstelling dat een natuurvoedingswinkel vooral bezocht wordt door “geiten-wollen

sokken” en andere alternatievelingen is niet meer van deze tijd. De natuurvoedingsbranche is de

laatste jaren sterk geprofessionaliseerd en heeft daardoor ook een breder publiek gekregen.

Consumenten die zich richten op kwaliteit, bijzondere producten, natuurlijke gezondheid en

verzorging (fytotherapie, homeopathie), speciale diëten (gluten-, lactose vrij, afvallen e.d.) en

uiteraard duurzaamheid: je komt ze allemaal in de natuurvoedingswinkel tegen.

4. Analyse

4.1 NL-Zeegroenten

Sterkte-Zwakte analyse

Sterk:

Lokaal verbouwd

Lokaal keurmerk

Duurzaam verbouwd (op zilte grond)

Zeekraal wordt steeds bekender

Gezonde smaakmaker

Lekker

Betere kwaliteit dan buitenlandse

Organisatie Zilte kenniskring

Zwak:

Prijsstelling

Gering aanbod

Onbekendheid overige zeegroenten

Kleine aanbieders

Seizoen product

Houdbaarheid

Weinig promotie

Kansen:

Belangstelling voor lokale producten

Kansen in zowel horeca, natuurvoeding-, vis-, AGF als supermarktbranche

Overzichtelijke structuur Nederlandse markt

Belangstelling voor nieuwe groenten

Belangstelling voor koken

Kansen in België (en Duitsland?)

Toenemende verzilting

Bedreigingen:

Economische ontwikkelingen

Concurrentie speciaal kanaal en supermarkten

Concentratie in de handel

Macht supermarkten

Concurrentie (prijs) buitenland (Mexico, Israël, Frankrijk, Portugal) en “Imitatie”.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

26

Conclusie:

NL-zeegroenten hebben veel marktmogelijkheden en kunnen in veel distributiekanalen interessant

zijn. Zeekraal kan daarbij in alle kanalen afgezet worden, de overige zeegroenten vooral in het

speciaal kanaal en horeca. Voorwaarde daarbij is dat de USP’s van NL-zeegroenten goed worden

gecommuniceerd: Gezond, natuurlijk, duurzaam en ….lekker! NL-zeekraal zal door de relatief hoge

prijs wel gevoelig zijn voor goedkope buitenlandse concurrentie en imitatie.

4.2 De consument

De consument (M/V) laat zich natuurlijk niet echt indelen, maar voor wat betreft NL-zeegroenten

moeten we op zoek naar de consument die gaat voor:

# lekker en bijzonder eten,

# gezondheid,

# natuurlijk en duurzaam eten en/of,

# “culinair” eten bereiden

Deze consument zal NL-zeegroenten vooral bij de specialist zoeken, t.w. natuurvoeding-, vis- en AGF-

winkel. Voor zeekraal kan hij ook bij de supermarkt terecht. Voor zeekraal zal eerder “gericht”

gezocht worden dan voor de overige zeegroenten. Deze zullen veeleer “impulsief” in de winkel

gekocht worden

Op de langere termijn zal ook de “reguliere” consument zeekraal vanwege de vele bijzondere

eigenschappen op gaan nemen in het eetpatroon, en zal zeekraal niet meer weg te denken zijn uit de

gemiddelde keuken.

4.3 Natuurvoedingswinkels

Sterkte-Zwakte analyse:

Sterk:

Klanten op zoek naar duurzaam, gezond, bijzonder en/of lokaal

Willen zich onderscheiden

Zoeken kwaliteit

Adviesfunctie (?)

Geen prijs-kopers

Groeiende branche

Steeds meer, beter en efficiënter georganiseerd

Garantie voor biologisch

Zwak:

Relatief kleine winkels en kleinschalig

Kansen:

Toenemende belangstelling voor bio- en lokale producten.

Bedreigingen:

Supermarkten steeds meer in bio en lokaal

Concurrentie van andersoortige aanbieders: landwinkels, streekboxen, webwinkels e.d.

Economische ontwikkeling

Toenemende kritiek op bio-certificering en –werkwijze.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

27

Conclusie:

Natuurvoedingsconsument wil: lekkere, gezonde, biologische en liefst lokale producten en is bereid

om daar voor te betalen. De winkels willen zich met dit soort producten, mits gecertificeerd,

onderscheiden en de groothandels bieden de mogelijkheden voor efficiënte distributie en promotie.

Gemiddelde verkoop zeekraal nu is 1 a 2 kg per week

4.4 Overige kanalen

A/ Horeca

De betere horeca is zeker geïnteresseerd in NL-zeegroenten. Volumes daar verkocht zijn echter sterk

wisselend, afhankelijk van seizoen, kaart e.d.. Het prijsaspect is hier niet zo belangrijk. Horeca kan

een goede “ambassadeur” zijn voor NL-zeegroenten, maar is gezien de veelheid aan (zelfbedienings)

groothandels op dit vlak wat minder efficiënt te bedienen.

B/ Viswinkels

Zeker geïnteresseerd in de verkoop van zeekraal, al is de consument die daar koopt wat minder

bewust van de herkomst der producten, en zal deze veel meer op de prijs letten. Overige

zeegroenten zijn vooral voor de betere viswinkels interessant. Viswinkels zijn meer en meer aan het

“diversificeren” met een steeds groter wordend randassortiment.

C/ AGF-winkels

Ook groenteboeren zullen zich graag onderscheiden met NL-zeegroenten. Deze groep winkels wordt

echter wel steeds kleiner en de vraag is of zij ook voor voldoende volume in de toekomst kunnen

blijven zorgen.

D/ Supermarkten

Supermarkten zijn zeker geïnteresseerd in lokale en duurzame producten, echter de volumes

zeekraal die in eerste instantie aangeboden worden zullen absoluut niet toereikend zijn voor de

vraag. De vraag is tevens of de supermarkt consument bereid is om een meerprijs te betalen voor NL-

zeegroenten

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

28

5. Eindconclusie

Kijkend naar de uitgangspunten en analyses kunnen we stellen dat NL-Zeegroenten en

natuurvoedingswinkels prima op elkaar aansluiten en dat de natuurvoedingsbranche bij uitstek de

partner lijkt om NL-Zeegroenten op de kaart te zetten.

Natuurvoedingswinkels

# gaan voor lokaal en duurzaam

# zijn landelijk verspreid

# en efficiënt georganiseerd

# passen qua volume ook goed bij het aanbod

# bieden mogelijkheden in België

Daarnaast kan ook de (biologische) horeca een goede partij zijn om mee samen te werken.

Voorwaarden daarbij:

# gegarandeerde kwaliteit

# bio-certificering

# exclusiviteit

# acceptabele prijsstelling consument (max. 1,5 x de reguliere prijs) en marge winkelier en

groothandel

# budget voor promotie

# continu en voldoende aanbod

Keurmerken, hoe verschillend daar momenteel ook over gedacht moge worden, zijn voor het

onderscheidend vermogen van NL-zeekraal (streekkeurmerk) en natuurvoedingswinkels (EKO/bio-

keurmerk) noodzakelijk.

De stelling die ter ondersteuning van dit alles wordt geponeerd: Er is maar een groep consumenten

die lokaal en duurzaam momenteel echt belangrijk vindt en daar ook voor wil betalen: de

consument in de natuurvoedingswinkel.

Tinte, juni 2014

Your Well

The Seaweed company

Drs. Kees Boender

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

29

Bijlage 4. Naar een (keur)merk voor Zilte Streekproducten

De markt voor Zilte groenten in Nederland is groeiende. Traditioneel worden zilte groenten (vnl.

zeeaster en zeekraal) vooral in het wil gesneden op schorren in Zeeland en kwelders langs de

Waddenkust. De laatste jaren is er een aantal bedrijven ontstaan waar de teelt van zilte groenten

professioneel ter hand wordt genomen. Naast de traditionele lokale afzet in de wildsnij-gebieden

neemt de vraag in horeca en supermarktketens toe. In deze kanalen wil men het product jaarrond

kunnen aanbieden, wat betekent dat er relatief veel wordt geïmporteerd uit landen met een ander

groeiseizoen, zoals Frankrijk, Israël en Mexico. De vraag is nu welke mogelijkheden er zijn om de

marktpositie van in Nederland geteelde zilte groenten te versterken.

Alles wijst erop dat de paar Nederlandse telers die er zijn hun kracht moeten zoeken in: seizoen,

streek, volle grond - slowfood-achtige kenmerken. Bovendien lijkt het een goed idee als ze onder één

noemer gaan samenwerken en een duidelijk brand gaan opbouwen. Hierbij wordt gedacht aan een

brand als Zeekust.nl

In deze notitie worden de mogelijkheden verkend op welke manier een dergelijke samenwerking of

krachtenbundeling plaats kan vinden. Hierbij wordt gekeken naar reeds bestaande (streek)merken en

certificeringen voor seizoen- en streekproducten.

Hierbij wordt aandacht besteed aan de volgende bouwstenen van een premium brand voor zilte

groenten:

• Gemeenschappelijke kwaliteitscriteria

• Merkvoering en afzetorganisatie

• Kwaliteitsborging / controle

A. SPN en het Erkend Streekproduct

De landelijke stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN) is in 1999 opgericht door 6 regionale

streekproductenorganisaties. SPN zet zich in voor de ontwikkeling en versterking van duurzame

streekgebonden voedselproductie in Nederland. SPN ondersteunt aangesloten regionale organisaties

en producenten(groepen), beheert het landelijk keurmerk ‘erkend streekproduct’ en voert projecten

uit die bijdragen aan het vergroten van de bekendheid en marktkansen voor streekproducten.

Het landelijk keurmerk ‘erkend streekproduct’ staat voor 1. regionale herkomst van grondstoffen, 2.

be- en verwerking in de streek en 3. maatschappelijk verantwoord (duurzaam) produceren (MVO).

SPN werkt nauw samen met een aantal regionale organisaties, die een eigen regionale keurmerk /

promotiemerk beheren en toekennen aan producten uit de streek. Deze organisaties hanteren

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

30

dezelfde criteria als SPN voor het ‘erkend streekproduct’. SPN ondersteunt en adviseert deze

organisaties bij de ontwikkeling en implementatie van het regionale keurmerk. Door middel van

audits ziet SPN er op toe dat de gemaakte afspraken worden nageleefd.

Voorbeelden van regionale keurmerken zijn:

Deze streekmerken hun waarde op het gebied van promotie, netwerk en ketenvorming en

(begeleiding van) productontwikkeling bewezen, zij het in uiteenlopende mate. De streekmerken

bieden enerzijds een waarborg aan consumenten en afnemers over herkomst en verantwoorde

productiewijze en anderzijds een uitstekend platform om gezamenlijke promotie van producten en

diensten vanuit een regio benadering te organiseren (regiomarketing). De streekmerken hebben het

karakter van een keurmerk, hetgeen wil zeggen dat de producenten (individueel of in collectief

verband) primair zelf verantwoordelijk zijn voor productie en afzet van hun producten. Het

streekmerk is hieraan ondersteunend. Het streekmerk is dus geen afzetorganisatie.

Bij 2 van deze regionale keurmerken (Waddengoud en Zeker Zeeuws) zijn reeds producenten van

zilte groenten aangesloten. Voor deze producten zijn productiereglementen opgesteld waarin de

basisvoorwaarden voor deelname aan het keurmerk zijn beschreven (op basis van de algemeen

geldende SPN criteria).

Tussentijdse conclusies:

• Het feit dat er reeds producenten van zilte groenten aangesloten zijn bij regionale – aan SPN

verbonden – keurmerken biedt aanknopingspunten voor de ontwikkeling van landelijke

kwaliteitscriteria voor zilte groenten en een gezamenlijke positionering als premium product.

• De regionale merken hebben vooral zeggingskracht en uitstraling in de eigen streek, resp.

voor de promotie van een breed assortimenten van streekproducten en diensten uit die

streek.

• De regionale keurmerken zijn minder geschikt als een landelijk kwaliteitsmerk (brand) voor

zilte groenten.

B. Naar een premium brand voor zilte streekproducten

Gezien het bovenstaande zijn er 2 reële opties om te komen tot een premium brand voor zilte

streekproducten:

1. Het ontwikkelen van een nieuw streek-keurmerk, zoals bijvoorbeeld ‘Zeekust’, voortbouwend

op de criteria van SPN.

Door aansluiting te zoeken bij SPN kan gebruik worden gemaakt van de expertise bij de ontwikkeling

van streekmerken, het opstellen van kwaliteitscriteria en de borging ervan.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

31

Deze optie heeft een aantal duidelijke nadelen:

• er ontstaat overlap met reeds bestaande streekmerken (Waddengoud, Zeker Zeeuws),

hetgeen het voor producenten en consumenten niet duidelijker maakt

• een nieuws streekmerk voegt primair niet veel toe aan de bestaande streekmerken,

productie en afzet blijven primair de verantwoordelijkheid van de producenten en hun

keten-partners

2. Het ontwikkelen van een (landelijk) handelsmerk voor zilte streekproducten, aansluitend bij

de door SPN en regionale keurmerken ontwikkelde criteria.

Producenten uit Zeeland kunnen hierbij het Zeker Zeeuws keurmerk gebruiken, producenten uit het

Waddengebied het Waddengoud keurmerk. Nieuwe producenten kunnen aanhaken bij een van de

regionale keurmerken, of kiezen voor het landelijk keurmerk Erkend Streekproduct.

Deze optie heeft een aantal duidelijke voordelen:

• Het voegt duidelijk iets toe t.o.v. de bestaande regionale keurmerken

• Het biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van een eigenstandige afzetorganisatie, of

aansluiting bij een bestaand handelshuis met ervaring in de afzet van zilte groenten

• Op regionaal niveau kan aansluiting gezocht worden bij promotie en afzetondersteuning van

Waddengoud of Zeker Zeeuws, de herkomst van de producten kan ook in landelijke

afzetkanalen worden gecommuniceerd.

C. Hoe verder?

SPN kan als landelijke organisatie een rol spelen in de ontwikkeling van de premium brand voor zilte

streekproducten, waarbij een deel van de uitvoering zou kunnen liggen bij de regionale

keurmerkorganisaties. Het gaat hierbij onder meer om het nader onderzoeken van het draagvlak,

opstellen van gezamenlijke kwaliteitscriteria, ontwikkeling merk-organisatie (eigendom en beheer),

afspraken maken met handelsorganisaties etc. Op termijn zal de organisatie zich moeten

verzelfstandigen waarbij SPN i.s.m. de regionale keurmerkorganisaties een toezichthoudende rol

krijgt.

René de Bruin

Streekeigen Producten Nederland

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

32

Bijlage 5. Samenwerking tussen zilte telers en marktpartijen met een

vergelijkbaar verhaal

Naar aanleiding van de marktverkenning Zilte Teelten in NW Nederland door Jeannette Hoek

(verleend door Blueport NW) werd een bijeenkomst georganiseerd op 16 april in Yerseke bij Le Petit

Pêcheur om een mogelijke samenwerking tussen NL Zilte Telers met de vissector te onderzoeken.

Deelnemers Ida Sinke en Joop Paauwe (Le Petit Pêcheur), Maarten Janse (vader en vervanger van

Hubrecht, Marc van Rijsselberghe en Robin Konijn (Zilt Proefbedrijf Texel), Michiel Quaak, Jeannette

Hoek (JCH, OceanDesertFood/Hoekse Waarde).

Deze bijeenkomst resulteerde in een verzoek aan JCH om een concept voor een mogelijke

samenwerking te formuleren. Bij deze een stuk dat A. als basis kan dienen voor samenwerking en B.

een achterliggend verhaal vertelt.

A. Samenwerking

Uitgangspunten :

• De Nederlandse zilte teelt kan alleen van de grond komen als er een markt voor de producten

ontstaat. Telers kunnen in hun eentje onvoldoende opboksen tegen de bestaande marktpartijen.

• USP’s van de Nederlandse telers zijn ‘van dichtbij’ en ‘van het seizoen’. Daarnaast zouden ook

‘kwaliteit’ en ‘volle grond’ en ‘zout of brak water’ als basis-criteria kunnen gelden.

• Door de krachten van de NL telers te bundelen in een vorm van coöperatie en als zodanig

afspraken te maken met daarvoor geschikte marktpartijen kan mogelijk een doorbraak voor het

NL Zilte product worden gecreëerd.

• Het gaat dan met name om marktpartijen die volgens vergelijkbare principes werken en bereid

zijn afspraken te maken over volumes en prijs.

• Een telers ‘coöperatie’ betekent grotere leveringszekerheid, een langer seizoen en een grotere

variatie aan producten.

Korte termijn: n.a.v. de bijeenkomst 16/04 een concept samenwerkingsovereenkomst het

oprichten van de hier beoogde samenwerking

Lange termijn doelstelling:

Doel van de telers-samenwerking: het creëren van een gegarandeerde markt voor echt Nederlands

Zilt product, om zodoende de ontwikkeling van zilte teelten in NL te bevorderen. Het streven is in

eerste instantie het veroveren van een niche om van daaruit verder te bouwen, met als uiteindelijk

doel een zo breed mogelijk pakket en een zo groot mogelijke markt.

Marktpartijen:

In eerste instantie lijkt een synergie mogelijk met de visketeni, en wel bij bedrijven die werken

volgens de principes van Vis en Seizoen: Jan van As, Fa Tel, en de groothandels Hanos en Delhaize.

Partner uit de vissector:

Le Petit Pêcheur levert aan deze bedrijven schelpdieren en aanverwante non-fish producten en heeft

een uitstekende infrastructuur ter beschikking – inclusief transport door heel Nederland, koeling en

een verpakkingslijn. Het uitbouwen van aanverwante non-fish producten sluit aan bij een trend die

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

33

met name naar de horeca toe steeds sterker wordt, maar ook in de grotere en betere vishandels

zichtbaar is.

Praktisch gesproken is Le Petit Pêcheur bereid klein te beginnen en van daaruit uit te bouwen. Er is

een vaste prijs voor zeekraal genoemd van 6 Euro. Volumes zijn nog niet vastgesteld.

Zilte teeltpartijen:

In deze beginfase een groep van drie telers

• Zilt Proefbedrijf/Zilte Teelten BV Texel?,

• De Heerlijkheid Wolphaartsdijk

• Michiel Quaak

Producten zijn: zeekraal, zeeaster/lamsoor, zeekool, ijskruid, zilte aardappel, ...

Noodzakelijke voorwaarden:

• Wederzijds respect en vertrouwen en een gedeelde lange termijn doelstelling tussen de telers

• Idem met de afnemer(s)

• Heldere afspraken over uitgangspunten en doelen, waarbij klein wordt begonnen, maar met een

groot doel voor ogen (zie lange termijn doelstelling)

• Uitvoerbare afspraken over kwaliteit (zie ook www.zeekraalwijzer.nl), volumes, prijzen en

promotie tussen de coöperatieve telers onderling en als coöperatie met de afnemer(s)

• De ontwikkeling door en voor de telers van een gemeenschappelijk en controleerbaar label, bijv

Hollands Zilt of Zilt NL

Vervolgstappen:

1. Overeenstemming over uitgangspunten tussen de drie telers

2. Samenwerking vast leggen in een conceptsamenwerkingsovereenkomst met het 1e jaar als een

soort proefjaar: alles zo eenvoudig mogelijk.

3. Ondertussen kijken naar bestaande organisatievormen voor het vervolg.

4. Met Le Petit Pêcheur producten, volumes en prijzen 1e jaar vaststellen

5. Uitzoeken wat te doen om gecertificeerd label te creëren.

6. Mogelijkheden onderzoeken om subsidie voor de ontwikkeling van zo’n

coöperatie/gecertificeerd label te krijgen.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

34

B. Het verhaal erachter

Nederland wordt steeds zouter.

Als gevolg van zeespiegelstijging, inklinking en ‘slijtage’ van veenlagen op grotere diepte neemt zoute

kwel in alle kustgebieden toe. Het zoet houden van oppervlakte water wordt moeilijker en daardoor

duurder. Een aanzienlijk deel van onze landbouwgrond zal op den duur in meer of mindere mate

verzilten. Ontwikkeling van zilte teelten is daarom relevantii.

De zilte teelt in Nederland blijft achter bij de ontwikkeling van de markt voor zilte groenten. Dit is

goed te zien aan de hand van de (geschatte) verhandelde volumes zeekraal in de afgelopen 2

decennia. Werden in 1995 de verhandelde volumes geschat op 78 tot 112 ton per jaar (Avacon-

rapport 1995), in 2012 ging het om volumes van 600 tot 700 ton per jaar (Zeekraalwijzer). Een

aanzienlijke groei die geheel aan de Nederlandse teler voorbij ging. Het aandeel van de Nederlandse

teelt bedroeg zo’n 10 à 15 ton per jaar. En eenzelfde of iets groter volume werd in het wild geplukt –

met name op de Zeeuwse kwelders. De groei in de Nederlandse zeekraalmarkt is helemaal ten

goede gekomen aan buitenlandse telers (Israël, Frankrijk, Portugal, Mexico) en enkele grote

Nederlandse handelaren, die de markt beheersen.

Van andere zilte gewassen zijn de volumes moeilijker in te schatten. We weten dat zilt gewas

nummer 2 (lamsoor of zeeaster) een veel beperkter handelsvolume kent. Nieuwe zilte gewassen zijn

in opkomst, met name zeekool, ijskruid, zeevenkel en meer recent de zilte aardappel doen hun

eerste stappen in de markt. Deze nieuwe gewassen worden in Nederland en België ontwikkeld.

De belangstelling van de consument voor zilte teelten lijkt groeiende – met name onder

consumenten/chef koks die geïnteresseerd zijn in voedsel innovatie, gezond, streekproduct e.d.

Daarbij telt het verhaal achter het product in toenemende mate mee.

De handel speelt daarop en past de waarheid voor de goede zaak regelmatig naar believen aaniii.

Nederlandse zilte teelten zouden daarom veel baat kunnen hebben bij een gecontroleerd zilt label

met een goed en eerlijk verhaal.

i In andere sectoren – met name de groente sector – zijn waarschijnlijk ook partners te vinden die volgens

dezelfde principes willen werken.

ii Willen we de zilte gebieden blijven benutten, dan tekenen zich de volgende gebruiksrichtingen af:

A. Kleinschalig in samenhang met natuurontwikkeling en landschap. Teelt van diverse zout tolerante gewassen in

verschillende gradaties van zout (van zeewater tot licht brak). Veel variatie, de groenteteelt is arbeidsintensief maar

kan gepaard gaan met extensieve teelt van biomassa. Landschap met riet, zout tolerante boomsoorten, waterpartijen,

zilte teelten, vee en toeristische activiteiten.

B. Grootschalig: ontwikkeling van zout tolerante vormen van stapelgewassen die momenteel al worden geteeld

(voorbeeld: de zilte aardappel, rogge, bieten). Volledig gemechaniseerde uniforme teelt. Vraagt om gelijkmatige,

relatief geringe verzilting. Landschap vergelijkbaar met N-Groningen.

C. Bodemloze teelt: de zoute grond wordt uitsluitend benut als oppervlak voor teelten op kunstmatige bodems – veelal

in kassen. Industrieel landschap. Combinaties met aquacultuur denkbaar.

iii Bekende voorbeelden: Franse zeekraal wordt verkocht als echt Zeeuws. Israëlische zeekraal komt op de markt als in het

wild geplukt dus ‘bio’, maar wordt in werkelijkheid meestal in de kas gekweekt op zoet water waaraan zout is toegevoegd.

20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten

35