2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

13
2013-3-20 RvR Informatie voor Bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

description

informatie voor bedrijfsmentoren tijdens stage

Transcript of 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Page 1: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

2013-3-20 RvR

Informatie voor Bedrijfsmentoren

Studiejaar 2013-2014

Page 2: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

2

Inhoudsopgave

1. Inleiding 3

2. Wat is een werktuigbouwkundige? 3

3. De beroepsprofielen en competentieset 4

4. De opleiding voorafgaande aan het stagesemester 6

5. Mogelijke stageopdrachten 8

6. Stageperioden 9

7. Niveau van de stage 10

8. De stagiair(e) 10

9. De bedrijfsmentor 10

10. Begeleiding vanuit de Haagse Hogeschool, vestiging Delft 11

11. Rapportage en stageverslagen 12

12. Beoordeling door het bedrijf 12

13. Verzekeringen 13

14. Stagevergoeding 13

15. Adressen en nadere informatie 13

Page 3: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

3

1. Inleiding Dit document is bedoeld om stageverlenende organisaties en vooral de bedrijfsbegeleiders informatie te geven over de opleiding Werktuigbouwkunde van de Haagse Hogeschool / Academie voor Technology, Innovation & Society Delft, hierna te noemen de Opleiding, in het algemeen en over de stage in het bijzonder. De brochure omvat een overzicht van de kennis en vaardigheden die een student Werktuigbouwkunde in de eerste theoriefasen heeft opgedaan. Daarnaast beschrijft de bro-chure wat de opleiding van de stagegever verwacht en wat de stagegever van de opleiding mag verwachten. In alle gevallen waar de benaming ‘student’, ‘stagiair’ of ‘docent’ staat, kan ook ‘studente’, ‘stagiaire’ en ‘docente’ worden gelezen. In alle gevallen waar de benaming ‘bedrijf’ staat, kan iedere organisatievorm worden gelezen waarin bedrijfsmatig wordt gewerkt. 2. Wat is een werktuigbouwkundige? Landelijk worden of zijn er profielen of beroepscompetenties ontwikkeld voor alle verschillende (HBO) opleidingen. Voor de Hogere Beroeps Opleiding Werktuigbouwkunde, die valt onder het domein Bachelor of Engineering, is in 2006 door het Clusteroverleg Engineering het profiel van de Bachelor of Engineering opgesteld. In dit profiel wordt er vanuit gegaan dat de afgestudeerde beroepsuitoefenaar bij het oplossen van een probleem vier competenties beheerst: Inzicht krijgen in de opdracht of probleemsituatie Ontwerpen van het product, de dienst of de sturing Plannen van de uitvoering Uitvoeren van het plan van aanpak Deze worden in het profiel de generieke competenties genoemd. Zij zijn de basis voor het functioneren van de werktuigbouwkundige. Zie onderstaande figuur.

product ofdienst

inzicht krijgen(wat, voor wie?)

ontwerpen(hoe?)

plannen(hoe precies?)

uitvoeren(volgens plan)

De meest ideale situatie tijdens een stage is dat de stagiair(e) zich via de werkzaamheden alle vier de generieke competenties, tot een acceptabel niveau, eigen maakt.

Page 4: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

4

3. De beroepsprofielen en competentieset De opleiding Werktuigbouwkunde heeft In het opleidingsprofiel onderscheid gemaakt tussen zeven beroeps- of taakrollen:

Onderzoeker Ontwerper Ontwikkelaar Adviseur Projectleider Beheerder Ondernemer

Tijdens de stage zal de stagiair zich oriënteren op een van deze beroepsrollen door een of meerdere taken uit te voeren die bij deze beroepsrol horen. Om deze taken goed uit te kunnen voeren moet hij bepaalde competenties gaan beheersen. Stagiairs zullen zelden optreden in de beroepsrollen van adviseur, projectleider, beheerder en ondernemer. Dat betekent niet dat zij de competenties, die deze rollen typeren, niet in meer of mindere mate gedurende de stage (leren) beheersen. In Tabel 3.1 is per beroepsrol gegeven welke competenties in een beroepsrol nodig zijn. Ter verduidelijking: de tabel is gebaseerd op de afgestudeerde beroepsuitoefenaar.

taakrolleno

nde

rzo

eke

r

ontw

erp

er

adv

iseu

r

beh

eer

der

proj

ectle

ider

on

dern

em

er

COMPETENTIESET WERKTUIGBOUWKUNDE & HBO ALGEMEEN

nr. COMPETENTIES WERKTUIGBOUWKUNDE 1 projectmanagement uitvoeren (organiseren, plannen, uitvoeren, verslag opstellen) >2 >2 >2 >2 >2 >2

evt

. aan

pa

ssen

2 een onderzoeksopdracht uitvoeren >2 >2

3 het kunnen opstellen van productdefinitie, pva en pve voor een duurzaam product of proces >2 >2 >2 >2 >2 >2

4 het realiseren van een functioneel duurzaam product of voortbrengingsproces >2 >2

5 het realiseren van een detailontwerp voor een duurzaam product of voortbrengingsproces >2 >2

6 het realiseren van een prototype/model van een duurzaam product of voortbrengingsproces >2 >2 >2

7 het voorbereiden van een voortbrengingsproces >2 >2 >2 >2

8 het produceren van een duurzaam product >2 >2

9 het beheren of onderhouden van een product of proces >2 >2 >2

nr. ALGEMENE HBO COMPETENTIES

10 kritisch handelen (analytisch en probleemoplossend vermogen en het onderbouwen van keuzen, oordeelsvorming)

>2 >2 >2 >2 >2 >2

ver

plic

ht

11 systematisch een probleem aanpakken (creatieve, plan- en projectmatige werkhouding) >2 >2 >2 >2 >2 >2 12 samenwerken (sociaal communicatieve vaardigheden) >2 >2 >2 >2 >2 >2 13 persoonlijke en professionele ontwikkeling (nieuwsgierigheid, verdieping, het willen) >2 >2 >2 >2 >2 >2 14 zelfverantwoordelijk werken >2 >2 >2 >2 >2 >2 15 kunnen functioneren in een internationale en/of multiculturele context

Tabel 3.1 figuur 1: Overzicht benodigde opleidingscompetenties per beroepsrol

Page 5: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

5

Van een afgestudeerde HBO’er wordt verwacht dat hij de beoogde competenties op niveau 3 heeft verworven. Van stagiairs wordt verwacht dat zij de algemene HBO competenties 10 t/m 14 allen tot op niveau 2 verwerven. Dit is in tabel 3.1 met >2 aangegeven. De competenties 1 t/m 9 zijn sterk afhankelijk van de taakrol en de uit te voeren stage opdracht. De blauw aangegeven competenties zijn voor de taakrollen gebruikelijk. In het stagewerkplan geeft de stagiair aan in welke beroepsrol hij gaat presteren en hij geeft aan in welke competenties hij zich zal gaan bekwamen. De opleiding hanteert voor het niveau van een competentie een model waarin vijf complexiteitsniveaus worden onderscheiden. De complexiteit van een taak wordt in dit model bepaald door zowel de rol die de stagiair bij deze taak heeft (taakrol) als door de omgevingsfactoren die invloed op de taak hebben (context). Welk complexiteitsniveau bij welke taakrol en context hoort, is in de volgende matrix te lezen:

Taakrol

Context

geleid zelfstandig sturend simpel >1 >2 >3 lastig >2 >3 >4

complex >3 >4 >5

Tabel 3.2 complexiteitniveau van een taak

De stageopdracht moet van dat niveau zijn dat de stagiair de beoogde competentie minimaal op niveau 2 kan verwerven. Dit houdt de volgende twee mogelijkheden in: Taakrol: geleid Context: lastig Voorbeeld: Je werkt in een projectgroep aan een duidelijk gekaderde opdracht. Het is duidelijk welke stappen je achtereenvolgens moet nemen om je taak correct uit te voeren, maar je hebt zoiets nog nooit gedaan. De resultaten van het project worden in het hele bedrijf ingevoerd, dus veel mensen zullen de gevolgen van je werk ondervinden. Omdat er dus ook veel afdelingen mee te maken krijgen, praten er ook veel mensen mee over dit project. Het is lastig om iedereen op één lijn te krijgen. Taakrol: zelfstandig Context: simpel Voorbeeld: Je bent medewerker in een projectgroep. Het is een tamelijk standaard project, zoals er wel meer zijn op de afdeling. Welke methoden en technieken je gebruikt om je taken uit te voeren mag je zelf bepalen zolang je dat maar goed documenteert. Van de stagiair wordt verwacht dat hij in overleg met zijn bedrijfsbegeleider aan het begin van de stage bepaald in welke competenties hij zich gaat bekwamen, dit op een blanco competentieset invult en deze competentieset in het stagewerkplan opneemt.

Page 6: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

6

4. De opleiding voorafgaande aan het stagesemester De Hogeschool verzorgt naast andere technische opleidingen de drieeneenhalf à vierjarige opleiding Werktuigbouwkunde. Afhankelijk van de vooropleiding bestaat de opleiding achtereenvolgens uit drie of vier semesters theorie( P1& P2 of Pm/v, H1 en H2), een semester stage (Hs), een afsluitend semester theorie (H3), een semester dat wordt ingevuld met twee zelf gekozen Minoren (H4) en het afstudeersemester (Ha). De eerste semesters in onze opleiding Werktuigbouwkunde zijn breed oriënterend. Theorie wordt daarbij afgewisseld met practica. De zogenoemde propedeuse kan, afhankelijk van de vooropleiding, in één of twee semesters worden behaald. De volgende twee semesters vormen de middenfase en geven uitbreiding en verdieping van de leerstof. De verdieping van de lesstof vindt plaats rond bepaalde thema’s. Elk blok (kwartaal) heeft zijn eigen thema. Het thema wordt opgedeeld in een Kennis en Vaardigheden deel en een Competentie deel. In het Competentie deel wordt het thema in projectvorm door groepen van circa tien studenten uitgevoerd. Het in projectvorm ontwerpen van een model van traverse (bovenstuk van een hoogspanningsmast), een aandrijving voor diverse machines of een Automated Guided Vehicle (AGV) zijn hier voorbeelden van. Gedurende de middenfase volgt de student in het tweede blok van het tweede semester een Onderwijs Keuzemodule van drie studiepunten. Als de student de Keuzemodule binnen de opleiding kiest voert hij, wederom in projectvorm met een projectgroep, een Risico Analyse opdracht uit bij een bedrijf wat zich beweegt in één van de klassieke hoofdvarianten van de werktuigbouwkunde. Deze hoofdvarianten zijn: - Ontwerpen & Produceren (O&P) - Flexibele Productie Automatisering (FPA) - Energie Techniek / Duurzame Techniek (ET/DT) Het stagesemester vormt de eerste langdurige officiële kennismaking op HBO-niveau van de student met een bedrijf. Het stagesemester is bedoeld om de student de door hem verworven kennis in de praktijk te laten brengen en de relatie van de verschillende disciplines binnen een organisatie te laten ervaren. De nadruk ligt op het opdoen van ervaring. Het maakt de stage tot een waardevolle en nuttige leerperiode indien dit door het produceren van ideeën en oplossingen tot uiting komt.

Page 7: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

7

Hier volgt een overzicht van de theorievakken en practica uit de twee theoriesemesters (H1 & H2) van de middenfase voor het stagesemester (Hs): Semester H1 Blok 1 Thema: Serieproduct 02 Competentie Leerlijn - Materiaalkunde - Energieleer (incl. Practicum) - Productie Themaproduct - Studieloopbaan begeleiding Kennis en Vaardigheden leerlijn - CNC theorie en practicum - Mechanica - Ontwerpen - Internationalisering Blok 2 Thema: Installatie 02 Competentie Leerlijn - Installatie Techniek (incl. Practicum) - Pakket van Eisen en Wensen Thema (Installatie Techniek) - Studieloopbaan begeleiding Kennis en Vaardigheden leerlijn - Energieleer (inclusief Practicum) - Wiskunde - regeltechniek - Simuleren in Simulink Beide blokken worden afgesloten met een Thema-Presentatie en Thema-Product beoordeling, een Groepsevaluatie en een Blokevaluatie.

Page 8: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

8

Semester H2 Blok 1 Thema: Installatie 03 Competentie Leerlijn - Procestechniek - Onderhoud - Logistiek - Hygiënisch Ontwerpen - Studieloopbaan begeleiding Kennis en Vaardigheden leerlijn - Wiskunde - Mechanica - Automatisering Technieken (besturingen / Theorie en Practicum) - Materiaaltechnologie Blok 2 Thema: Enkelstuksproduct 2 Competentie Leerlijn - Mechatronica 1 - Machine Onderdelen - Mechatronica 2 - Studieloopbaan begeleiding Kennis en Vaardigheden leerlijn - Flexibele Productie Automatisering - Theorie - Excursie naar een groot productie bedrijf - Practicum - Mechatronica 3 - Dynamica; massatraagheid Ook deze beide blokken worden afgesloten met een Thema-Presentatie en Thema-Product beoordeling, een Groep evaluatie en een Blok evaluatie.

Page 9: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

9

5. Mogelijke stageopdrachten Stageopdrachten van voldoende niveau kunnen, afhankelijk van de afdeling binnen de bedrijfsorganisatie en de branche, zeer verschillend zijn. Zuiver onderzoek aan of ontwikkeling van een product of fabricagemethode kunnen het onderwerp zijn, maar ook installatieproblematiek, engineering of een onderzoek naar onderhoudsaspecten van een productielijn kunnen aanleiding zijn een opdracht te formuleren. Het simpele feit dat een opdracht te omvangrijk is om door één stagiair in elf weken (of misschien zelfs in tweeëntwintig weken bij een buitenland stage) met succes te kunnen worden afgerond, hoeft geen belemmering te zijn. Een volgende stagiair kan voortgaan waar de eerste is gestopt. Tevens is het mogelijk om er twee of meer stagiairs tegelijk aan te laten werken. Onder kundige begeleiding blijkt dikwijls dat u aan de stagiair(s) een intelligent, goed gemotiveerd en origineel denkend teamlid (of team) heeft die (dat) met interessante oplossingen kan komen. 6. Stageperioden Het stagesemester omvat tweeëntwintig weken en bestaat uit twee opeenvolgende perio-den van elk elf weken. Doordat het aantal voorgaande theorie - semesters per vooropleiding verschilt zijn er twee stagesemesters per studiejaar. Er zijn per studiejaar in totaal vier stageperioden. Eerste of najaarssemester: Periode 1: aanvang maandag 2 september 2013; laatste dag vrijdag 15 november 2013 Periode 2: aanvang maandag 18 november 2013; laatste dag vrijdag 7 februari 2014 Tweede of voorjaarssemester: Periode 3: aanvang maandag 10 februari 2014; laatste dag vrijdag 25 april 2014 Periode 4: aanvang maandag 28 april 2014; laatste dag vrijdag 11 juli 2014 Omdat het voor de stagiair belangrijk is dat hij/zij met meerdere bedrijfssituaties kennismaakt, verwacht de opleiding Werktuigbouwkunde dat de stagiair twee stages doorloopt. De begin- en einddata van de stages zijn afgestemd op de vaste begin- en einddata van de theoriesemesters. Indien noodzakelijk, kan in overeenstemming en na goedkeuring van deze data worden afgeweken. Dit kan echter studievertraging voor de betrokken student(e) betekenen. Voor buitenland stages wordt, na een met grondige redenen gemotiveerd schriftelijk verzoek, toestemming verleend tweeëntwintig weken stage bij hetzelfde bedrijf te doorlopen.

Page 10: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

10

7. Niveau van de stage De opleiding Werktuigbouwkunde keurt een stageopdracht goed als deze van het niveau is waarvoor de stagiair(e) is opgeleid. Om tot een goede analyse van zijn opdracht te komen en kennis te maken met de knel-punten die om een oplossing vragen, is het aan te bevelen dat de stagiair zich het productieproces eigen maakt door het, in de ruimste zin, te ervaren. Bijvoorbeeld door er in mee te lopen en aan mee te werken. Dit mag echter nooit de hoofdmoot van een stage vormen en slechts ondergeschikt zijn aan de oorspronkelijke stageopdracht. Stagiairs die bij de uitvoering van de werkzaamheden reden hebben te gaan twijfelen aan het niveau van de opdracht, moeten dit eerst met hun bedrijfsmentor opnemen en, indien geen bevredigende oplossing wordt gevonden, met de stagecoördinator Werktuigbouwkunde. In onderling overleg zal vervolgens worden getracht tot overeenstem-ming te komen. 8. De stagiair De stagiair behoort zich tijdens de stageperiode als een goede werknemer te gedragen. Dit houdt onder meer in, dat hij/zij alle redelijke opdrachten uitvoert en zich houdt aan de hem gegeven richtlijnen. Bovendien zijn de werk- en verlofregeling van het bedrijf volledig op hem van toepassing. 9. De bedrijfsmentor De studierichting gaat ervan uit dat de stagiair in het bedrijf een begeleider heeft waarmee hij regelmatig contact onderhoudt. Deze bedrijfsmentor introduceert de stagiair in die afdelingen waarmee hij te maken krijgt en geeft op gezette tijden feedback aan de stagiair over de uitvoering van zijn opdracht. Hij is het vaste aanspreekpunt voor de stagiair. Aangeraden wordt om aan het begin van de stage bijvoorbeeld een vast tijdstip in de week af te spreken, waarop de voortgang wordt besproken. De bedrijfsmentor heeft een beoordelingsgesprek met de stagiair aan het eind van de stage. Hiervoor stelt de studierichting een formulier ter beschikking. In het beoordelingsgesprek komt mede aan de orde of de stagiair zich correct gedragen heeft (zie hoofdstuk 8).

Page 11: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

11

10. Begeleiding vanuit de Haagse Hogeschool / Vestiging Delft De stagiair krijgt per stage een vaste begeleidende docent van de Hogeschool toegewezen; de stagecoach. De stages worden dusdanig onder de stagecoaches verdeeld dat de coaches, over het algemeen, bekend zijn met de problematiek en onderliggende theorie van de opdracht of werkzaamheden die de stagiair uitvoert. De stagiair initieert en organiseert het stagebezoek, bij voorkeur, in de vijfde tot zevende week van de stage. Hij informeert bij zowel de bedrijfsbegeleider als de stagecoach naar hun beschikbaarheid. Voorwaarde is dat de stagecoach zowel als de bedrijfsbegeleider het stagewerkplan heeft kunnen doornemen. Tijdens het bezoek verzorgt de stagiair(e) een beknopte presentatie met betrekking tot:

het stagewerkplan zijn/haar ervaringen in het bedrijf de tussentijdse stand van zaken en voortgang in relatie tot het stagewerkplan en het

werk de competentieset en competentie ontwikkelingen.

Eventuele knelpunten, zowel van de kant van het bedrijf als van de stagiair, komen eveneens tijdens het gesprek aan de orde. Het stagebezoek heeft verder tot doel het contact tussen de opleiding Werktuigbouwkunde en het stagegevende bedrijf of instelling te onderhouden en te informeren naar toekomstige mogelijkheden voor stage- en afstudeeropdrachten. Een stagebezoek is één van de weinige gelegenheden om vanuit het bedrijfsleven op- en aanmerkingen te horen over de opleiding. Daarom zal daar zeker aandacht aan worden besteed. Tenslotte biedt het de stagecoach de mogelijkheid om zijn kennis aan actuele bedrijfssituaties te toetsen. N.B.: Anders dan bij afstuderen is het uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de stagecoach zich intensief inhoudelijk met de opdracht bezighoudt. De stagecoach fungeert als verbinding tussen de stagiair en de Hogeschool. Mocht een stagiair onverhoopt niet uit de opdracht komen, dan kan hij altijd met zijn stagecoach of andere docenten van de Hogeschool in overleg treden.

Page 12: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

12

10. Rapportage en stageverslagen De stagiair moet binnen een week na aanvang van de stage een formulier ‘eerstedag gegevens’ opsturen naar de stagecoördinator. Dit mag per email verzonden worden. De stagiair maakt een stagewerkplan. Dit moet hij binnen twee weken na aanvang van de stage hebben ingeleverd. Het stagewerkplan dient op papier en voorzien van de juiste omslag, na beoordeling door de bedrijfsbegeleider, naar de stagecoördinator worden opgestuurd Dit stagewerkplan maakt tijdens het bezoek mede onderwerp uit van het gesprek en bevat: - een korte beschrijving van het bedrijf en de afdeling waarvoor de opdracht uitgevoerd

wordt; - de opdracht; - de methode van aanpak en de planning van de stage; - een globale opzet van het eindverslag; - eventuele speciale afspraken over afwijkingen in tijdsplanning, verslaggeving enz.; - de ingevulde competentieset met daarin aangegeven in welke competenties de

stagiair(e) zich zal gaan bekwamen. Aan het eind van een stageopdracht van elf weken volgt een eindverslag, waarin duidelijk nogmaals de opdracht, de methode van aanpak, de uitwerking daarvan en de conclusies en aanbevelingen beschreven en verantwoord worden. Bovendien dient de stagiair door middel van een evaluatie aan te geven in hoeverre de verwachtte competentie ontwikkeling is gerealiseerd. Betreft het een (buitenland) stageopdracht die twee perioden beslaat, dan is de stagiair verplicht een tussenverslag te maken. Eerder genoemde tussen - en eindverslagen zijn minimumeisen; indien het bedrijf vaker rapportage wenst, dient de stagiair zich daaraan aan te passen. De verslaglegging vindt plaats volgens vaste richtlijnen, onderwezen in de lessen Rapportage. Indien het bedrijf dit wenst, kan daarvan, in overleg met stagiair en stagecoach, afgeweken worden. Alle verslagen dienen door de bedrijfsmentor te worden goedgekeurd en getekend. 11. Beoordeling door het bedrijf De bedrijfsmentor wordt verzocht om aan het einde van de stage een beoordelingsgesprek met de stagiair te houden (zie hoofdstuk 8). De Hogeschool verstrekt hiervoor een formulier, maar de beoordeling kan uiteraard ook worden geregistreerd middels in het bedrijf gebruikte formulieren.

Page 13: 2013-2014 Informatie Bedrijfsmentoren Stage W

Informatie voor bedrijfsmentoren Studiejaar 2013-2014

Haagse Hogeschool Opleiding Werktuigbouwkunde Academie voor Technology, Innovation & Society

13

12. Verzekeringen De stagiair dient zich zelf, eventueel via zijn ouders of verzorgers, bij een ziektekostenverzekaar te verzekeren. De Hogeschool heeft voor de studenten een collectieve ongevallen - en aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. De letterlijke tekst van de polis is op aanvraag bij de stagecoördinator te verkrijgen. 13. Stagevergoeding De stagiair mag voor zijn werkzaamheden enige vergoeding verwachten. Voor de hoogte hiervan zijn geen vaste richtlijnen te geven. Studenten worden aangeraden hier bij het solliciteren naar te informeren en, indien gewenst, afspraken over te maken. 14. Adressen en nadere informatie Stagecoördinator Werktuigbouwkunde De heer Ing. R.N. van Rest Telefoonnummer : (015) 260 62 56 Kamer : 1.069 e-mail : : [email protected] Stageadministratie Mevrouw M. Minasian Telefoonnummer : (015) 260 63 75 Kamer : 1.113 E-mail : [email protected] Algemene gegevens De Haagse Hogeschool, Academie voor Technology, Innovation & Society Delft Gebouwnummer 40 Rotterdamseweg 137 2628 AL Delft algemeen telefoonnummer : 015 - 2606200 algemeen faxnummer : 015 – 2606201 website : www.haagsehogeschool.nl.