2011 09-01-het idealisme-en_de_realiteitszin_van_jongeren_tgl_definitief

7
Idealisme en realiteitszin van jongeren Tijd voor grote verhalen Maarten Devos De generatie van babyboomers zag zich veertig jaar geleden hooguit geconfronteerd met zure regen en een oliecrisis. En ja, de oorlog in Vietnam. De huidige jongeren krijgen een mondiale klimaat- en energiecrisis, een financiële crisis, de gevaren van allerhande technologieën, terrorisme, hiv en wat al niet méér op hun bord. Dat maakt ze angstig en realistisch: leider van een jeugdbeweging word je omdat het goed staat op je curriculum. Generatie A staat voor geweldige uitdagingen, maar het zal nodig zijn opnieuw de grote verhalen boven te halen. Van jongeren wordt veel gezegd. Heel veel zelfs. Zowel positief als negatief. Als volwassenenwereld staren we ze immers vol belangstelling aan, zestaan in het middelpunt van de belangstelling. Jong zijn en jong blijven is een levensdoel voor veel volwassenen. Het is al lang geen uitzondering meer dat moeder en dochter in dezelfde kledinglijn gespot worden. Iedereen wil tot de jeugd blijven behoren. Zo moet dat in een economische maatschappij die voortdurend op verandering en flexibiliteit is gericht: geen plaats meer voor vertraging, voor overweging, voor reflectie of voor ouderdom. Kortom: geen plaats meer voor vergankelijkheid. We leven in een maatschappij die eeuwig jong wil blijven.Dat past in het groeidogma dat onze geest is gaan domineren. De jeugdjaren zijn symbool van die groei. Jongeren staan altijd aan het begin van de groeicurve: ze ontdekken, ze leren, ze hebben hoop, meestal weinig ballast uit het verleden en ze zijn fysiek in groeiende topvorm. Waarom deze voorafgaande opmerking? Omdat ze sterk bepaalt hoe we naar jongeren kijken. Jongeren zijn namelijk een rolmodel geworden voor de samenleving.Tegelijk hebben we almaar weer moeilijkheden hun taal te verstaan. We willen zo graag dat ze in ons referentiekader passen. We hopen dat zij onze toekomst waarmaken, liefst volgens onze overtuigingen en waarden. Maar jongeren zijn altijd anders dan we denken: ze zijn moeilijk te vatten als één doelgroep, ze verrassen ons door hun manier van denken, door hun waarden en door hun dromen. Telkens weer moeten we vaststellen dat de jeugd al even divers is als de volwassenwereld.

Transcript of 2011 09-01-het idealisme-en_de_realiteitszin_van_jongeren_tgl_definitief

Page 1: 2011 09-01-het idealisme-en_de_realiteitszin_van_jongeren_tgl_definitief

Idealisme en realiteitszin van jongeren

Tijd voor grote verhalenMaarten Devos

De generatie van babyboomers zag zich veertig jaar geleden hooguit geconfronteerd met zure regen en een oliecrisis. En ja, de oorlog in Vietnam. De huidige jongeren krijgen een mondiale klimaat- en energiecrisis, een financiële crisis, de gevaren van allerhande technologieën, terrorisme, hiv en wat al niet méér op hun bord. Dat maakt ze angstig en realistisch: leider van een jeugdbeweging word je omdat het goed staat op je curriculum. Generatie A staat voor geweldige uitdagingen, maar het zal nodig zijn opnieuw de grote verhalen boven te halen.

Van jongeren wordt veel gezegd. Heel veel zelfs. Zowel positief als negatief. Als volwassenenwereld staren we ze immers vol belangstelling aan, zestaan in het middelpunt van de belangstelling. Jong zijn en jong blijven is een levensdoel voor veel volwassenen. Het is al lang geen uitzondering meer dat moeder en dochter in dezelfde kledinglijn gespot worden. Iedereen wil tot de jeugd blijven behoren. Zo moet dat in een economische maatschappij die voortdurend op verandering en flexibiliteit is gericht: geen plaats meer voor vertraging, voor overweging, voor reflectie of voor ouderdom. Kortom: geen plaats meer voor vergankelijkheid.We leven in een maatschappij die eeuwig jong wil blijven.Dat past in het groeidogma dat onze geest is gaan domineren. De jeugdjaren zijn symbool van die groei. Jongeren staan altijd aan het begin van de groeicurve: ze ontdekken, ze leren, ze hebben hoop, meestal weinig ballast uit het verleden en ze zijn fysiek in groeiende topvorm. Waarom deze voorafgaande opmerking? Omdat ze sterk bepaalt hoe we naar jongeren kijken. Jongeren zijn namelijk een rolmodel geworden voor de samenleving.Tegelijk hebben we almaar weer moeilijkheden hun taal te verstaan. We willen zo graag dat ze in ons referentiekader passen. We hopen dat zij onze toekomst waarmaken, liefst volgens onze overtuigingen en waarden. Maar jongeren zijn altijd anders dan we denken: ze zijn moeilijk te vatten als één doelgroep, ze verrassen ons door hun manier van denken, door hun waarden en door hun dromen. Telkens weer moeten we vaststellen dat de jeugd al even divers is als de volwassenwereld. Laten we enerzijds proberen even generaliserend een aantal tendensen te schetsen, maar anderzijds ook voldoende te nuanceren. Met één pennentrek lukt het natuurlijk nooit in kaart te brengen wat jongeren bezielt. De zoektocht naar hun manier van engagement en hoop op de toekomst is een spectrum van overtuigingen.

IngebedJongerencultuur is nog altijd het product van volwassenencultuur. Onze jongeren zijn opgegroeid in de wereld zoals hij nu is. Veel waarden van onze jongeren zijn dan ook een weerspiegeling van de dominante waarden in onze samenleving. We kunnen ze bijvoorbeeld niet verwijten dat de meerderheid van hen vrij conservatief is.De jongste tien-twintig jaar heeft het conservatisme in Vlaanderen en Nederland de politiek en de daarmee samenhangende maatschappijanalyse gedomineerd. Onze jeugd is ingebed in een maatschappij waar technologie, milieuproblemen, internet en globalisering normaal zijn. Zij hebben geen referentiepunt dat hun toelaat die ontwikkelingen

Page 2: 2011 09-01-het idealisme-en_de_realiteitszin_van_jongeren_tgl_definitief

in perspectief te plaatsen. Wat vóór hun leven komt, hebben ze enkel van horen zeggen en is dus per definitie vreemd. Alleen al dat inzicht leert ons jongeren beter te begrijpen. Het is bijvoorbeeld heel logisch dat jongeren veeleer geneigd zijn zich concreet te engageren voor Music for Life dan vrijwillig in een wereldwinkel mee te helpen. Music for Life heeft een geschiedenis in hun leven, jongeren hebben dat zien beginnen en zich ontwikkelen. De wereldwinkelbeweging daarentegen is iets van minstens één generatie geleden. De band is veel kleiner als er geen persoonlijke historiek is tussen een jongere en een engagement.

‘I amwhat I share’ is volgens trendwatcher Tom Palmaerts in één zin typerend voor de huidige generatie jongeren. Dat toont hoe ingebed onze jongeren in de digitale wereld zijn. Hun identiteit heeft zich van jongsafaan naast het reële leven ook digitaal uitgebouwd. Het digitale is een wezenlijk deel van hun persoonlijkheid, of je dit nu positief of negatief vindt. De omgangsvormen die jongeren hanteren in de digitale wereld zijn louter een gevolg van de ruime verspreiding die sociale media en mobiele technologie hebben gekend de afgelopen vijftien jaar. Vergelijk het met een vorige generatie die urenlang met vriend(inn)en aan de telefoon hing,tot grote ergernis van de ouders. Wij zien bij jongeren gewoon gebeuren wat al voorbestemd lag in onze technologie en ons dominant waardenpatroon. Hoe kunnen we klagen over het gebrek aan planning bij jongeren als flexibiliteit en continue beschikbaarheid het adagium van het bedrijfsleven is geworden?De bedrijfswaarden zijn jongerenwaarden geworden en omgekeerd: het mag hard en snel gaan. Ook de technologie maakt dat nu mogelijk. Met een sms hoef je namelijk niet meer twee weken op voorhand een exacte afspraak te maken. Het kan nu ook in ‘real time’.

Zijn jongeren dan niet kritischer dan dat? Vóór hun 15 jaar meestal niet. Maar in de overgang naar jongvolwassenheid reflecteren ze toch over de vanzelfsprekendheden in hun leven. Dan zie je dat jongeren zich bijvoorbeeld ook bewust beginnen af te zetten tegen de ‘overdigitalisering’ en opnieuw lijfelijk contact gaan zoeken. Ook het ontdekken en beleven van hun eigen waarden komt dan op de voorgrond. Op dat moment speelt ookhet spel tussen generaties: zich afzetten of zich conformeren, zich kritisch opstellen of zich laten meevoeren, zich engageren in de tegenstroom of zich neerleggen bij de realiteit. Eventueel engagement zal zich dus vooral afspelen binnen de spanning realiteit-identiteit. Doordat jongeren zo specifiek ingebed zijn in onze volwassen leefwereld zal die context worden gebruikt om er hun identiteit mee samen te sprokkelen.

IdeologieDeze generatie jongeren is de tweede generatie die is opgevoed met een overweldigend besef van de problemen van deze wereld. Waar in de jaren ‘70 zure regen zowat het ergst denkbare was, zijn er nu de mondiale klimaat- en energiecrisis, de financiële crisis, de gevaren van allerhande technologieën, hiv- en kankerpandemieën. Het is een generatie die voortdurend hoort dat de welvaart en het welzijn serieus bedreigdzijn.Ik betrap er mezelf op met allerlei doemscenario’s de jongeren te waarschuwen in de klas. Met enige overdrijving zou je van een bijwijlen apocalyptisch wereldbeeld kunnen spreken. Verwondering, optimisme, wereldvrede, passie en bewogenheid zijn onderwerpen die nauwelijks nog ter sprake komen. Zelfs niet als we jongeren oproepen tot engagement. Bij dergelijke oproepen gaan we namelijk ook mee met de tijdsgeest. We hebben het dan over zelfontplooiing, zelfstandig worden, ervaring voor op je cv, en dergelijke meer. De grote idealen geven we meestal niet mee. Je wordt Chiroleidster omdat het goed is voor jezelf, niet omdat de grote Chiro-idealen van samenhorigheid, respect en solidariteit je inspireren. Dat is de realiteit.

Page 3: 2011 09-01-het idealisme-en_de_realiteitszin_van_jongeren_tgl_definitief

Gevolg is dan ook dat jongeren zich maar partieel identificeren met de bewegingen of verenigingen waarvoor ze zich engageren. Dat wil zeggen dat ze bijna ad hoc aan de slag gaan: duidelijk begrensd in de tijd en de ruimte die ze eraan geven in hun leven.

De generatie van nu is dus een postideologische generatie. En dat komt omdat ideologieën vandaag de dag helemaal niet vanzelfsprekend zijn. In de plaats daarvan komt een soort waardenverbrokkeling. Zaken die ideologisch niet samenhangen kunnen toch in één jongere samenkomen. Zo ken ik jongeren die in de klas racistische en xenofobe opmerkingen maken, maar zich wel inzetten voor de plaatselijke Chiro, waar allochtone jongeren lid van zijn. In de klas komt hun racisme vanuit hun overtuiging dat Vlaanderen vooral op zichzelf moet staan, terwijl het in de Chiro aardig lukt met allochtone kinderen, omdat ze daar vooral de groepsgeest naar voren schuiven.Als je de subculturen van jongeren bekijkt, kom je tot een zelfde besluit. Terwijl in de jaren ‘70 en ‘80 muziek, kledij en gedachtegoed samenhingen in een subcultuur,is dat nu niet meer het geval. De subculturen zijn vermarkt, ze zijn een economisch product geworden in plaats van het cultuurproduct van drie decennia geleden. Was je dertig jaar geleden een ‘straight edger’ dan wist iedereen naar welke muziek je luisterde, wat je at, welke ideeën je erop nahield. Ben je vandaag gekleed als een ‘emo’, dan zegt dat nog niet veel over je smaak van muziek of je overtuigingen. Nuance is hier wel op zijn plaats, want een aantal kleine subculturen blijven wel op authentieke wijze bestaan.

EngagementEn toch engageren jongeren zich, volgens verschillende studies, in Vlaanderen vrij veel. Ze lopen nog altijd warm voor de jeugdbeweging, de sportbeweging of hulporganisaties. Ook via Facebook en Twitter steunen ze volop allerlei initiatieven en bewegingen. Maar het is anders dan vroeger. Er is nog altijd een kleine groep jongeren die zich in één groep volop engageert en daar een langdurig engagement van maakt. Binnen religieus geïnspireerde bewegingen is dat nog een opvallend grote groep waarop je kunt rekenen. Maar de meerderheid van jongeren is helemaal niet zo gebonden. Hun engagement gaat over hun identiteit. Met welke groep wil ik worden geïdentificeerd? Met welke T-shirt wil ik worden gezien? In welke beweging zitten de mensen die ik graag heb? Door welk onderwerp ben ik emotioneel geraakt? Zelden vind je in deze groep spirituele of ideologische elementen terug die hun engagement onderbouwen. Die jongeren sprokkelen hun identiteit samen door wat ze doen en op internet delen met anderen. Het is een narratieve identiteit. Met welk verhaal kan ik mij identificeren? Hoe kan ik mijn levensverhaal schrijven en vormgeven, zodat ik geliefd ben door anderen? In welke verhalen vind ik toekomst om de realiteit te trotseren? Het is dan ook niet vreemd dat er een kloof is tussen de identiteit die ze aannemen en de daden die ze concreet verrichten. En als je hen daarop wijst, dan zijn ze verbaasd dat daar een probleem mee zou zijn. Je kunt een wereldverbeteraar zijn op internet en in je woorden, maar je hoeft daarvoor eigenlijk niets te doen. Ook omgekeerd zijn er voorbeelden te vinden van jongeren die zich met veel overtuiging inzetten, maar die daar nooit over communiceren en er dus ook niets over delen.Authenticiteit is voor jongeren niet het hebben van een samenhangende identiteit, maar het hebben van een identiteit tout court.

Over jongeren en engagement praten is dus moeilijk. Zeker omdat het ontrafelen van de motieven waarom iemand al dan niet een engagement opneemt heel moeilijk is. Wat vaststaat, is dat de harde realiteit vaak een cultuur van angst en wantrouwen veroorzaakt bij

Page 4: 2011 09-01-het idealisme-en_de_realiteitszin_van_jongeren_tgl_definitief

onze jongeren. Zo’n cultuur is absoluut niet bevorderlijk om structurele engagementen op te nemen. Jongeren kunnen en mogen te weinig dromen van een betere wereld, over een herberg waar het goed is om leven en waar er plaats is voor velen. Ook het christelijke verhaal deelt in de klappen. Het staat immers haaks op de cultuur van angst die zo diep ingebakken zit in onze jongeren. Het verhaal over verrijzenis en bevrijding, over uittocht en blijde boodschap is letterlijk utopisch voor hen, ze kunnen het geen plaats geven in hun benauwde wereldbeeld.

Generatie AVolgens schrijver Douglas Coupland is de huidige generatie jongeren niet langer generatie Y of Z, maar generatie A. Ze staan aan het begin van een nieuw tijdperk. Zij gaan een oplossing moeten vinden voor de problemen die de industrialisatie en het kapitalisme in onze begrensde wereld hebben teweeggebracht. Ze zullen het creatief met minder moeten doen en actief alternatieven moeten ontwikkelen om het welzijn en de welvaart op peil te houden. Moeilijkheid is wel dat ze hiervoor niet opgeleid zijn. Integendeel, ons onderwijs leidt op binnen het industriële paradigma. Een diploma is arbeidsmarktgericht, niet toekomstgericht. Tijd voor een revolutie in het onderwijs, waar talentontwikkelend leren en creatieve pedagogie op gelijke hoogte moeten komen met feitenkennis en vaardigheden.

Een speciale plaats is trouwens voorbehouden voor de moslimjongeren van het Afrikaanse continent. Ruim een kwart van de bevolking in Afrika is jongeren dan 25 jaar. ‘GenerationFreedom’ noemt Bruce Feiler ze in zijn gelijknamig boek. De jonge moslims worden gekenmerkt door een overvloed van keuzes in onze geglobaliseerde wereld, door een gebrek aan middelen voor hun eigen huishouden, door hun online identiteit en hun proactief handelen in maatschappelijke vraagstukken. Denk maar aan de Arabische lente, waar deze generatie toch duidelijk het (digitale) voortouw heeft genomen. Aan engagement geen gebrek in Afrika…Jongeren in Europa zullen moeten zoeken naar een manier om opnieuw te beginnen dromen van een andere wereld. Daarin zullen ze misschien de weg worden gewezen door de Arabische jongeren die we zolang verfoeid hebben.

Realiteit en identiteitWat leert ons dit samenraapsel aan indrukken? Dat engagement nog steeds bestaat, maar in gewijzigde vorm. Maar ook dat het nodig zal zijn opnieuw de grote verhalen boven te halen. Jongeren hebben behoefte aan ideologieën met een onderbouwd toekomstperspectief. Hun identiteit mag weer worden gevoed met religieuze en politieke verhalen. Dat wordt ook aangetoond door de aantrekkingskracht van fundamentalistische ideologieën onder jongeren.Hun burgerzin mag worden uitgedaagd met oefeningen in democratie en participatie. Hun engagement mag worden uitgedaagd met verhalen van hoop op een ontsnappen uit deze realiteit. Het zou mooi zijn als we erin slagen opnieuw het vogelperspectief aan te leren, hen te laten zoeken naar schoonheid en goedheid en dat te valideren. Jongeren moeten jong zijn en moeten dus alternatieven kunnen ontdekken. Dat is hun opdracht in onze maatschappij. Zij zijn het experiment van de hoop. Laten we hen daarbij helpen, uitdagen en coachen. Ons engagement zal hun voorbeeld zijn.