2009 el-kerk2009-2

2
Nieuwsbrief EL 2009/2 Sedert de bijeenkomsten tijdens de laatste Goede Week besef ik hoe de Vlaamse Kerk haar ziel is verloren. Ik zit rond te kijken en zie in het kerkgebouw veelal gewoontekatholieken – hoe oprecht de zondagse bedoelingen ook mogen zijn. Ik vind weinig begeesterde predikanten die visie hebben over het koninkrijk Gods. En als ze die visie al hebben durven ze die dan nog vaak niet uitspreken voor een publiek dat daar niet wil mee geconfronteerd worden. Enkel het lichaam van de Kerk is nog vol luister aanwezig: de gebouwen, de trouwe kaarsenbranders, de structuur van kerkfabrieken en parochieraden, de vormselcatechese en noem maar op. Toch veroudert het lichaam ook zienderogen. Ik daag jullie uit om volgend rekensommetje te maken: tel de jongste leden van het parochieteam, het koor, de vormselcatechisten en de kerkvrijwilligers op en deel door vier. Wedden dat we een getal rond de 50 uitkomen? Misschien niet opzienbarend (al gaat het om de jongste leden!), maar wel een schrijnende realiteit als je het mij vraagt. Ik wil niet cynisch zijn: het is niet overal zo. Oef! Maar toch. Dit zijn geen nieuwe vaststellingen. Al jaren worden bomen gekapt om deze feiten verder uit te spitten en te verklaren. De reden dat ik het hier aanbreng is omdat het me confronteert met een aantal existentiële vragen: ‘Wat moet ik er nog mee?’ en vooral ‘Hoe kan ik binnen of buiten de Kerk gemeenschap vormen met christenen wetende dat het woord christen zoveel verschillende, soms radicaal andere, ladingen dekt?’ Voor mij zijn dit heel moeilijke vragen waar ik zo geen raad mee weet. Het doet me denken aan het visioen van Jesaja (Jes 24): 1 De HEER verwoest de aarde en slaat haar kaal, hij ontwricht haar en verstrooit haar bewoners . 2 Priester en volk treft hetzelfde lot, meester en slaaf, meesteres en slavin, verkoper en koper, wie te leen krijgt en wie te leen geeft, schuldenaar en schuldeiser. 3 De aarde wordt geheel verwoest en volkomen leeggeplunderd want de HEER heeft aldus gesproken. Het gevoel van ontwrichting dat Jesaja hier brengt is heel kenmerkend voor onze tijd. Velen voelen dat er iets niet goed loopt, dat hier en daar de essentie verloren gaat en dat dringend actie ondernomen moet worden. En de verstrooiing; die is volop aan de gang: nieuwe evangelische bewegingen in alle continenten, nieuwe katholieke bewegingen, bewegingen van gefrustreerde christenen die hun lidkaarten weggegooid hebben en niet te vergeten de vele experimenten in menige parochie of federatie. We moeten eerlijk zijn: er bestaat nog weinig consensus over dat koninkrijk van God, over die utopie die ons voedt als christenen. En dat is heel bitter om dat te beseffen. We kunnen er enkel nog de vage term ‘liefde’ op plakken, wat iedereen alweer heel verschillend interpreteert. Hoe kan het dat mensen die zichzelf christen noemen zowel oorlog kunnen voeren en vrede kunnen verlangen, zowel homofoob als gelijklievend kunnen zijn? Nochtans: in Jezus tijd en de eerste eeuwen daarna was het waarschijnlijk wel heel duidelijk wat met dat koninkrijk werd bedoeld. En toch geloof ik dat er toekomstperspectief is voor onze minderheidskerk. Die ligt in onze gezamenlijke zoektocht naar de essentie van Jezus’ boodschap, zonder die te moeten doceren met theologische traktaten. Nee het moet een eerlijke zoektocht zijn waar mensen kritische vragen durven stellen bij de christelijke traditie en waar die vragen nieuwe vragen mogen

Transcript of 2009 el-kerk2009-2

Page 1: 2009 el-kerk2009-2

Nieuwsbrief EL 2009/2

Sedert de bijeenkomsten tijdens de laatste Goede Week besef ik hoe de Vlaamse Kerk haar ziel is verloren. Ik zit rond te kijken en zie in het kerkgebouw veelal gewoontekatholieken – hoe oprecht de zondagse bedoelingen ook mogen zijn. Ik vind weinig begeesterde predikanten die visie hebben over het koninkrijk Gods. En als ze die visie al hebben durven ze die dan nog vaak niet uitspreken voor een publiek dat daar niet wil mee geconfronteerd worden.Enkel het lichaam van de Kerk is nog vol luister aanwezig: de gebouwen, de trouwe kaarsenbranders, de structuur van kerkfabrieken en parochieraden, de vormselcatechese en noem maar op. Toch veroudert het lichaam ook zienderogen. Ik daag jullie uit om volgend rekensommetje te maken: tel de jongste leden van het parochieteam, het koor, de vormselcatechisten en de kerkvrijwilligers op en deel door vier. Wedden dat we een getal rond de 50 uitkomen? Misschien niet opzienbarend (al gaat het om de jongste leden!), maar wel een schrijnende realiteit als je het mij vraagt. Ik wil niet cynisch zijn: het is niet overal zo. Oef! Maar toch.

Dit zijn geen nieuwe vaststellingen. Al jaren worden bomen gekapt om deze feiten verder uit te spitten en te verklaren. De reden dat ik het hier aanbreng is omdat het me confronteert met een aantal existentiële vragen: ‘Wat moet ik er nog mee?’ en vooral ‘Hoe kan ik binnen of buiten de Kerk gemeenschap vormen met christenen wetende dat het woord christen zoveel verschillende, soms radicaal andere, ladingen dekt?’ Voor mij zijn dit heel moeilijke vragen waar ik zo geen raad mee weet. Het doet me denken aan het visioen van Jesaja (Jes 24): 1 De HEER verwoest de aarde en slaat haar kaal, hij ontwricht haar en verstrooit haar bewoners. 2 Priester en volk treft hetzelfde lot, meester en slaaf, meesteres en slavin, verkoper en koper, wie te leen krijgt en wie te leen geeft, schuldenaar en schuldeiser. 3 De aarde wordt geheel verwoest en volkomen leeggeplunderd want de HEER heeft aldus gesproken.

Het gevoel van ontwrichting dat Jesaja hier brengt is heel kenmerkend voor onze tijd. Velen voelen dat er iets niet goed loopt, dat hier en daar de essentie verloren gaat en dat dringend actie ondernomen moet worden. En de verstrooiing; die is volop aan de gang: nieuwe evangelische bewegingen in alle continenten, nieuwe katholieke bewegingen, bewegingen van gefrustreerde christenen die hun lidkaarten weggegooid hebben en niet te vergeten de vele experimenten in menige parochie of federatie. We moeten eerlijk zijn: er bestaat nog weinig consensus over dat koninkrijk van God, over die utopie die ons voedt als christenen. En dat is heel bitter om dat te beseffen. We kunnen er enkel nog de vage term ‘liefde’ op plakken, wat iedereen alweer heel verschillend interpreteert. Hoe kan het dat mensen die zichzelf christen noemen zowel oorlog kunnen voeren en vrede kunnen verlangen, zowel homofoob als gelijklievend kunnen zijn? Nochtans: in Jezus tijd en de eerste eeuwen daarna was het waarschijnlijk wel heel duidelijk wat met dat koninkrijk werd bedoeld.

En toch geloof ik dat er toekomstperspectief is voor onze minderheidskerk. Die ligt in onze gezamenlijke zoektocht naar de essentie van Jezus’ boodschap, zonder die te moeten doceren met theologische traktaten. Nee het moet een eerlijke zoektocht zijn waar mensen kritische vragen durven stellen bij de christelijke traditie en waar die vragen nieuwe vragen mogen

Page 2: 2009 el-kerk2009-2

oproepen. Maar vooral ook een zoektocht waar verhalen terug levend aanwezig mogen zijn omdat ze de werkelijkheid beter kunnen bevatten dan theologische waarheden.

Ik pleit dus heel graag voor leerhuizen, leesgroepen, volwassencatechese, cursussen, dialooggroepen, gezinsgroepen of andere initiatieven in die aard: kleinschalig en eerlijk. De tijd van de grote (nationale) bewegingen is voorbij. De gemeenschap van de toekomst haalt zijn identiteit uit de debatten aan de basis over wat recht en slecht is. Alleen debat en gesprek kan het woord christen weer zuiver krijgen en behoeden van welke fundamentalistische invulling dan ook.

De theologie is een wetenschap die zoals elke wetenschap verder bouwt op voor waar genomen premissen. Zo is er door de eeuwen heen meer en meer geklungel ontstaan om al die waarheden met elkaar te verzoenen. De theologie is zo’n puinhoop van goedbedoelde stellingen dat ze lustig meebouwt aan de verstrooiing en ontwrichting. ‘Als zij het al niet meer weten?’ Veel theologen doen trouwens oneer aan het mystieke aspect van de zoektocht naar die/dat Ene. Er is geen waarheid om te bevatten in letters en constructies. Er is enkel het levende Woord, dat Woord dat ziel en lichaam krijgt door groepen van mensen. Het ‘woord dat vlees wordt’ biedt voor mij een voorzichtig perspectief om mijn eigen vragen te exploreren.

En of deze groepen binnen of buiten de Kerk moeten staan is geen relevante vraag voor mij. Het gaat om de mensen binnen die groepen: zijn ze bereid om te leren en te zoeken naar dat koninkrijk Gods? De omstandigheden waarin dit gebeurt zijn voor mij niet belangrijk. Zelfs de religieuze achtergrond van de mensen niet.