2007 - nr. 1

9

description

2 3 MATTHEÜS 5:14 KOLOSSENZEN 3:12-14 MARJA BRAK IZB Joh. van Oldenbarneveltlaan 10 2818 HB Amersfoort Tel. 033 4611949 E-mail: [email protected] Internet: www.izb.nl Postbank rek.nr. 980980 De tekst van Mattheüs wordt vaak gelezen in het kader van missionair werk en is vooral bekend vanwege de beelden zout en licht. Maar hoe zit het met dat derde beeld – de stad op een berg? Transmissie VOORJAAR 2007 Transmissie VOORJAAR 2007 THEO PLEIZIER

Transcript of 2007 - nr. 1

Page 1: 2007 - nr. 1
Page 2: 2007 - nr. 1

De stad komt nogal onverwachts ter spra-ke. Wat verstopt tussen licht en kandelaar.Een stad op een berg wel te verstaan. Nietzoals de dorpjes in Galilea verscholen lig-gen in een dal. Het gaat in elk geval omde zichtbaarheid van de gemeenschap vanJezus’ volgelingen. Maar zichtbaarheid isniet het enige. Dat wordt met het beeldvan de kandelaar voldoende duidelijkgemaakt. De nieuwe gemeenschap van hetKoninkrijk is geen geheim genootschap.

ZZiicchhttbbaarree ggeessttaalltteeDe stad is een samenleving in het klein.Mensen wonen er dicht op elkaar. Stedenzijn centra van kennis en innovatie.Trends bewegen van de stad naar hetdorp. In steden gaat het ook het eerstefout tussen mensen: criminaliteit, armoede, uitbuiting en machtsmisbruik. ´Jullie zijn een stad’, zegt Jezus. Een nieu-we samenleving. Christenen zijn geroepenom met elkaar te laten zien waar het inhet Koninkrijk om gaat. Om het eigen-tijds te zeggen: ‘Laat zien dat het werkt.Of het waar is zien we daarna wel.’ Hetbeeld van de stad is enerzijds dynamisch,vol beweging. Maar aan de andere kant isde stad als het moet afgeschermd. De stadis geen burcht, maar bestaat ook nietalleen uit marktplein. De stad heeft ietsvan allebei.

AAlltteerrnnaattiieevvee ccuullttuuuurrDe christelijke gemeente, zo zegt JohnStott het, is een counter-culture. Niet eenanti-cultuur, maar wel een andere, eenalternatieve cultuur. Zo vertegenwoordigtde gemeente van Christus op aarde eenalternatieve samenleving. Hoe? Daarovergaan veel van de brieven in het NieuweTestament. Neem bijvoorbeeld wat Paulusschrijft aan de gemeente in Kolosse. ‘Doedan aan, als uitverkorenen van God, heili-gen en geliefden, innige gevoelens vanontferming, vriendelijkheid, ootmoed,zachtmoedigheid, geduld. Verdraag elkaaren vergeef de een de ander, als iemand

tegen iemand anders een klacht heeft;zoals ook Christus u vergeven heeft, zomoet ook u doen’ (Kol. 3: 12-13, HSV). Paulus wijst op de sociale kant van hetchristelijk geloof. Het is geen theorie,geen serie waarheden. Het evangelie heefteen zichtbare, ervaarbare kant. Die zicht-bare kant zit niet in hoe christenen zichkleden, op welke partij ze stemmen of watze wel of niet mogen op de zondag. Hetevangelie wordt zichtbaar en tastbaar inrelaties: hoe gaan ze met elkaar om? Zoworden de contouren van het komendeRijk zichtbaar.

NNiieett iinn jjee eeeennttjjeeDoet aan, zegt de apostel, de mantel vanvriendelijkheid, nederigheid en zacht-moedigheid. Je kunt niet alleen in eenhoekje vriendelijk gaan zitten zijn.Vriendelijkheid komt tot uiting inonderling contact. Je kunt niet ootmoedigzitten zijn op je eentje. En verdraagzaamzijn is eenvoudig als er niemand in debuurt is. Vergeving wordt een leeg begrip,wanneer er niemand is aan wie we ver-geving kunnen of willen schenken. Jekunt ontzettend geduldig zijn, als erniemand is die het op de proef stelt. De gemeente is ‘stad Gods’. Geen ver-borgen civitas, maar een zichtbare

gemeenschap. Het Koninkrijk is komenden in de gemeente van Christus maaktGods Geest het al zichtbaar. De hemel opaarde? Nee, daar is in de kerkgeschiedenisal genoeg mee geëxperimenteerd, met vande christelijke gemeente een heilige groepte maken, afgescheiden, onbesmet van dewereld. Die maakbaarheid moeten we nietwillen nastreven. Maar het Koninkrijkkrijgt wel gestalte. In mensen die metelkaar het evangelie uitleven.

GGooeeddee aalltteerrnnaattiieevveennDe aantrekkelijkheid van de gemeente ligtmeer in het bieden van goede alterna-tieven in de cultuur, dan in het zo dichtmogelijk aansluiten bij die cultuur. Tussensteden is verkeer. Uitwisseling. Reizigersdoen steden aan, verblijven er een poosje.Om even rond te kijken. Om even te gastte zijn. Om vriendelijke mensen te ont-moeten, de kracht van vergeving te erva-ren, om te zien hoe het werkt als niet elle-bogen tellen maar nederigheid praktijk is.U bent een stad op een berg. Zodat ande-ren uw goede werken zien en uw Vader inde hemel groot maken (Matth. 5:16).

DRS. T.T.J. PLEIZIER IS PREDIKANT IN

LANGERAK (ZH) EN WAS DAARVOOR

TIJDELIJK WERKZAAM OP DE AFDELING

TOERUSTING VAN DE IZB

3Transmissie VOORJAAR 2007

Als eindredacteur van een blad ben je afhankelijk vanwat je door de gevraagde schrijvers toegeschoven krijgt.Soms ben je wat teleurgesteld. Een andere keer echtverrast. Verrast was ik dit keer door het artikel over devraag of gereformeerde zending wel nodig is (het gaat ertoch maar om of Christus verkondigd wordt, zo denkenwe vaak). En hoe geef je het gereformeerde dan gestalte inde zending? Door de Heidelberger Catechismus in hetSpaans te vertalen en die vervolgens te exporteren naarLatijns Amerika? Marleen Anthonissen, die voor de GZBin Centraal-Azië werkt, boort dieper. Zij is er in depraktijk van het werk daar achtergekomen ‘dat de gere-formeerde richting diepgang en eenheid is geschonken’.En ze houdt ons meteen ook de spiegel voor: weten wewel wat we in huis hebben?

Wat we ook in huis hebben, is de Oriëntatiecursuschristelijk geloof. Ondanks de hoge vlucht van de Alpha-cursus en de introductie van Emmaüs, heeft dezecursus nog steeds een plaats in het missionaire aanbodvan veel gemeenten. Het is altijd moeilijk om in hetevangelisatiewerk de oogst te meten, maar het is bekenddat er mensen door deze cursus tot geloof gekomen zijn.Een belangrijk middel dus. De cursus is ontwikkeld door ds. René van Loon en nu door hem aan een revisieonderworpen. Hij schrijft in dit nummer over hoe in de gemeente met deze cursus gewerkt kan worden.

Tot slot nog meer goed nieuws: Transmissie gaat in plaatsvan twee keer per jaar nu drie keer per jaar verschijnen.Om u nog beter te kunnen bemoedigen en toerusten vooruw werk in zending en evangelisatie!

MARJA BRAK

2

VERGADEROPENING

Transmissie VOORJAAR 2007

VAN DE REDACTIE INHOUDSOPGAVE

Voorkeuren Stad op een berg

1. Als Kolossenzen 3 een soort regeerakkoord is voor uw gemeente als zichtbaresamenleving (‘stad’), waar zou dan de komende vier jaar in uw gemeenteextra (geestelijke) aandacht naar toe moeten? Wat betekent dat voor uweigen relaties in de gemeente?

2. Stelling: Als christenen niet kunnen laten zien dat het evangelie ‘werkt’, danheeft getuige zijn geen enkele zin. Bent u het hiermee eens? Waarom wel /niet?

3. Is zichtbaar voor anderen hoe u in uw gemeente met elkaar omgaat? Geefeens wat voorbeelden. Wat kunt u persoonlijk doen om die zichtbaarheid tevergroten? Neem uzelf voor dit de komende week te doen!

VERWERKING

KADERBLAD VOOR KERKENRADEN,ZENDINGS- EN EVANGELISATIE-COMMISSIES

Uitgave:Gereformeerde Zendings-bond (GZB)Postbus 283972 PP DriebergenTel. 0343 512444E-mail: [email protected]: www.gzb.orgPostbank rek.nr. 28016

IZBJoh. van Oldenbarneveltlaan 102818 HB AmersfoortTel. 033 4611949E-mail: [email protected]: www.izb.nlPostbank rek.nr. 980980

Redactie:Mw. M.E. Brak (eindred.)Ds. W. DekkerDs. S.J. van der Vlies

Van de redactieVoorkeuren 2

VergaderopeningenEen stad op een berg 3Welke weg wijst de Geest? 4

Preekschets“... en als Ik van de aarde verhoogd ben,zal Ik allen tot Mij trekken.” 5

ZendingGereformeerde zending — is dat nodig? 7Het mijnwerkersorkest 9

Gastcolumn“This thing is working” 11

BezinningGroeien bij de bron 12

EvangelisatieHeruitgave Oriëntatiecursus christelijk geloof 14

MateriaalMissionair is mogelijk 16

Foto’s: Marcel Minnée (pag. 1), GZB (pag. 7, 8, 9, 10), Rufo Petri (pag. 12, 16), Dick te Raa (pag. 13)Layout en opmaak: Hans van Eck Grafische Vormgeving, BoskoopDruk: De Bunschoter bv, BunschotenAdreswijzigingen: Wijzigingen in adres of aantal bladen dienen aan het IZB-bureau te worden doorgegeven.

THEO PLEIZIER

MATTHEÜS 5:14KOLOSSENZEN 3:12-14

De tekst van Mattheüs wordt vaak gelezen in het kader van missionairwerk en is vooral bekend vanwege de beelden zout en licht. Maar hoe zithet met dat derde beeld – de stad op een berg?

Page 3: 2007 - nr. 1

SSiittuueerriinnggDeze preekschets is bedoeld voor één vande zondagen tussen Pasen en Pinksteren.Deze periode nodigt uit tot nadenkenover het merkwaardige woord ‘verhogen’bij Johannes. Dood, opstanding enHemelvaart van Jezus worden doorJohannes in één opgaande bewegingneergezet. Zo kunnen we nog één keerterugzien naar Pasen en tegelijk al ietsproeven van de betekenis van Jezus’koningschap voor altijd. De tekst is ookbij uitstek geschikt, wanneer we specialeaandacht willen schenken aan de roepingvan de gemeente in de missio van God.

LLiittuurrggiisscchhee aaaannwwiijjzziinnggeennDe lezing uit Psalm 22 is gekozen van-wege de verbinding in deze psalm tussenhet lijden en de daarop volgende verho-ging. Jezus heeft deze psalm zich geheeleigen gemaakt, waardoor Hij wist, datzijn lijden niet vergeefs zou zijn. Desmalle trechter van de eenzaamheid opGolgotha loopt uit op een wereldwijdegemeenschap met de verhoogde Heer inhet middelpunt.

UUiittlleeggDe tekst staat in de wijdere context vanJezus’ intocht in Jeruzalem (Joh. 12:12-19). Oeroude Messiaanse verwachtingenzijn gewekt aangaande een opvolger opde troon van David in Jeruzalem. DeFarizeeën maken zich ongerust en zeg-gen: de gehele wereld loopt Hem na (vs.19). Hun uitspraak wordt in de volgen-de passage meteen bevestigd. Griekenwillen Jezus zien. Ongetwijfeld gaat hethier om proselieten, maar ze zullen hiermet opzet Grieken worden genoemd,omdat Johannes hen wil neerzetten alsrepresentanten van de niet-joodsewereld, de andere schapen, niet van dezestal (Joh. 10:16). Philippus en Andreas,discipelen met Griekse namen, bemidde-len. Maar dan lijkt het alsof de perikoopwordt afgebroken, we horen niets meer

over de Grieken, maar er volgt een uit-voerige toespraak van Jezus over zijnkruisiging. Men kan veronderstellen, dater hier in de tekstoverlevering iets is mis-gegaan, zoals Bultmann doet, maar tege-lijk oppert hij de mogelijkheid de restvan de perikoop te lezen als een indirectantwoord. Ik denk, dat dit laatste devoorkeur verdient. Het gebeurt bijJohannes vaker, dat een klein of grootgebeuren uitgangspunt is voor uitvoerigebeschouwingen van Jezus. Wanneer mende beschouwingen hier leest als indirectantwoord, dan hoeven de Grieken nietuit het beeld te verdwijnen, maar komenze in vers 32 bijvoorbeeld uitdrukkelijkterug. Nu hebben zij geen toegang totde aardse Jezus. Hij gaat op hun verzoekHem te mogen ontmoeten niet in. Hetzou slechts misverstanden geven. Maarop een geheel andere wijze zal straks eenontmoeting tot stand komen, wanneerHij van de aarde verhoogd zal zijn.

Het werkwoord hupso-oo komt in hetevangelie naar Johannes viermaal voor.(3:18; 8:28;12:32;12:34). Telkens wordt

het bewust dubbelzinnig gebruikt. Hetbetekent de verhoging aan het kruis entegelijk de verhoging in de hemel. Hetgaat in deze verhoging om het letterlijkegebeuren van het opgeheven worden aanhet kruis en de ten hemel opneming.Maar in beide letterlijke verhogingengaat het om een heilsgebeuren. Datblijkt het meest duidelijk in Johannes3:14, waar de vergelijking gemaaktwordt met Mozes, die in de woestijn deslang verhoogde, zodat het volk dat doorde slangen dodelijk gebeten was, kongenezen. Het kruisgebeuren heeft heils-betekenis. Daarom is het vanuit deoptiek van Jezus wel vernedering, maarvanuit de optiek van de gelovigen ver-hoging. Door naar Hem op te zien ont-vangen zij redding. Het kruisgebeuren isook de eerste trede van de verhoging, diein de hemelse heerlijkheid zal eindigen.Daarom is het kruisgebeuren ook vanuitde optiek van Jezus zelf verhoging.Hupso-oo is een van de woorden bijJohannes waarmee de overgang van Jezusuit deze wereld naar de wereld van zijnVader wordt aangeduid. Andere woor-

5Transmissie VOORJAAR 2007

PREEKSCHETS

Na verloop van tijd keert Paulus terugvia Efeze en neemt zich voor door tereizen naar Jeruzalem. Hij ‘moet’ daarweer naar terug. Hij is ‘gebonden’ doorde Geest (20:22). Hij kan er niet onder-uit. Er is iets waarom God hem die kantop stuurt. Hij weet niet wat hem tewachten staat, behalve dan dat deHeilige Geest van stad tot stad betuigtdat gevangenschap en vervolging zijndeel zijn (20:23). Opmerkelijk is ditgetuigenis van de Geest. Hij is de weg-wijzer die de route aangeeft. Ook als heteen kant op gaat die niet aantrekkelijk isen toch gevolgd moet worden.

TTeeggeennsspprraaaakk eenn eemmoottiieeNaar mate Paulus dichter bij Jeruzalemkomt, gaan de gemeenten waar hij langs komt voelen dat er iets ernstigsophanden is. In Tyrus zeggen ze hemdoor de Geest (!) dat hij niet moetopgaan naar Jeruzalem (21:4). InCaesarea verschijnt uit de omgeving vanJeruzalem een profeet, Agabus, die eenstukje drama opvoert en door de HeiligeGeest (!) Paulus dringend waarschuwt. Dat maakt de zaak wel erg ingewikkeld.Enerzijds is het de Geest die Paulus eenheilige dwang oplegt en anderzijds is hetdezelfde Geest die gemeenteleden er toeaanzet Paulus te waarschuwen. Het liefsthouden ze hem tegen. Ze menen hemdit advies te moeten geven, omdat deGeest hen dat ingeeft.Of is het hun eigen geest die gevoels-matig reageert? Is het de bewogenheidvan het hart? De angst of de zorg diezich om een ander bekommert? Het islastig om dat uit elkaar te houden.Duidelijk is wel dat het in die begin-

periode van de zendingsgeschiedenis erniet altijd even zakelijk en rationeel aantoe gaat. Er komt in de gemeenten enbij de mensen die Paulus ontmoet heelveel emotie om de hoek kijken. Zeknielen met elkaar op het strand, zevallen elkaar om de hals, ze huilentranen van verdriet om het afscheid.Misschien is het u ook wel eens op-gevallen hoe zendingsmensen elkaarbegroeten. Ze omhelzen en kussenelkaar. Het gaat anders dan wij dat overhet algemeen doen. Zendingswerk geefteen verbondenheid zoals je die ook ingezinnen en families tegenkomt.Misschien is het wel het besef van on-zekerheid en afhankelijkheid die je meermens laat zijn. Je legt je leven in Godshand en je laat Hem sturen.

MMaaaarr wwaatt zzééggtt ddee GGeeeesstt??Wat je nu in Handelingen 21 zietgebeuren, is dat mensen elkaar vrij latenen elkaar niet in de weg gaan zitten van-wege het spreken van de Geest. Paulusvráágt daar ook om met zoveel woorden:Mensen, laat me nu toch gaan, maak hetniet moeilijker dan het al is ...Het is de kunst elkaar vrij te laten, zon-

der elkaar los te laten. Het is juist in datproces dat het getuigenis van de Geestzich voltrekt. Hij oefent ons erin geduldte hebben en het vertrouwen te hebbendat God met ieder van ons verschillendewegen gaat. Wij zijn ‘ingevingen door de Geest’ nietgewend. Maar al te vaak is hier in deloop van de tijd misbruik van gemaakt.Dat mensen elkaar onder druk zettenmet waarheden die hen werden ingege-ven. Maar misschien hebben we met hetbadwater ook het kind weggegooid. Defijngevoeligheid voor waar het in eenbeslissend moment op aankomt, deprofetie die ‘ziet’ wat er gebeuren gaat –dat alles getuigt van een sterke betrok-kenheid op de voortgang van GodsKoninkrijk. Het zijn niet de opzien-barende dingen die de Geest doet, zoalsgenezingen en wonderen, die ons eenweg wijzen. Het komt meer aan op deantenne en de ontvankelijkheid voor designalen die de Geest uitzendt.We zitten daar vandaag nog steeds omverlegen. Want de route van de kerk ligtniet vast. Het plan van de toekomsthebben wij niet op papier. We mogenons laten verrassen. Ook als het een kantop gaat die we niet gedacht of gehoopthadden.

DRS. D.PH.C. LOOIJEN IS PREDIKANT-

DIRECTEUR VAN DE IZB

4 Transmissie VOORJAAR 2007

VERGADEROPENING

Welke weg wijst de Geest? D.PH.C. LOOIJEN

De verhaallijn gaat terug tot Handelingen 16. Paulus en zijn zendingsteamworden door de Heilige Geest verhinderd het woord in Azië te spreken. Zemaken de oversteek naar Europa. Filippi is de eerste plaats op de route diehen dieper het Romeinse rijk binnenleidt. Daarna volgen Thessalonika,Berea, Athene, Korinthe.

1. Herkent u de onzekerheid die er kan zijn als het gaat om de vraag: Welkekant moeten we op met de kerk en met de mensen om ons heen? Welkesignalen zou u aan elkaar willen doorgeven?

2. Hoe kunnen wij ons meer oefenen in het loslaten en vasthouden vanelkaar op het moment dat er verschillende keuzes gemaakt moetenworden? Is dat winst of verlies?

VERWERKING

HANDELINGEN 21:1-14

“… en als Ik van de aarde verhoogd ben,

zal Ik allen tot Mij trekken.”

W. DEKKER

PSALM 22:23-32JOHANNES 12:20-36(KERN: JOH. 12:32)

Page 4: 2007 - nr. 1

Eigenlijk is er niets specifiek gerefor-meerds aan. Bestaat gereformeerde zen-ding wel? In mijn studententijd heb ik medie vraag regelmatig gesteld. Veel bevinde-lijk gereformeerde medestudenten warenonzeker over hun geloof en daarom nieterg te porren voor evangelisatie.Noodgedwongen deed mijn verenigingdat samen met de evangelische studenten-beweging. De leden daarvan kondengemakkelijk praten over het geloof enwaren enthousiast. Daar kon onze clubnog wat van leren! Soms ervoer ik mijneigen richting ook als matige reclame: dediensten zijn zo traditioneel en de ge-middelde kerkganger is niet erg opbuitenstaanders gericht. Wat heb ik vaakgewenst dat er een evangelische(r) winddoor onze kerk zou waaien...Zo dacht ik er nog steeds over toen mijnman en ik werden uitgezonden naarKazachstan. Hoewel we door middel vande Gereformeerde Zendingsbond werdenuitgezonden, had ik geen idee wat mijngereformeerde bijdrage zou kunnen zijn indit land. Er zijn nog zoveel onbereiktemensen, dacht ik, daar moet ik mijnenergie maar in steken. Geen moeizamediscussies over bijvoorbeeld de belijdenis-geschriften. Maar na twee jaar Kazachstandenk ik, dat de gereformeerde traditiejuist enorm kan bijdragen aan vruchtbarezending. Vanwaar die ommezwaai?

WWiittttee vveellddeenn......De Centraal-Aziatische republieken vande voormalige Sovjet-Unie kwamen na deval van het communisme in een politiek,

economisch en religieus vacuüm terecht.Buiten de Orthodoxen en de Baptistenwaren er geen kerken en het niet-Russische deel van de bevolking kende hetEvangelie nog niet. Westerse zendelingenkwamen dus massaal de regio binnen,voornamelijk Amerikanen uit evangelischekring. Hun doel: kerken planten. InKazachstan (16 miljoen inwoners, 50%Kazachen) leek dit succesvol. Vanaf beginjaren ’90 raakten veel Kazachen geïnteres-seerd in het geloof en 25.000 van henhebben er op enig moment ‘ja’ tegengezegd.Na 15 jaar schommelt het aantal meele-venden echter nog steeds rond de 10.000.Er komen mensen bij, maar er vallen erook af. Vaak wordt de snelgroeiende eco-nomie van het land genoemd als oorzaakvan de stagnerende kerkgroei; mensenzouden meer geïnteresseerd zijn in hunmateriële dan geestelijke welzijn. Er spelenechter ook andere dingen: kerken worste-len met allerlei problemen (tot scheuring

aan toe!), menig gelovige zit persoonlijkmoeilijk, en de boodschap zoals deze hiergebracht wordt, is mijns inziens eenzijdigen oppervlakkig. Hier komt de gerefor-meerde traditie in beeld. Als we ingesprekken met lokale gelovigen aange-ven, hoe het bij ons toegaat, is dat regel-matig een eye-opener voor hen. Ik wil eenpaar opvallende punten noemen onder dekopjes eenheid en diepgang.

EEeennhheeiidd- in leer en leven: een Amerikaan verteldeons: ‘Van gereformeerden heb ik geleerddat geloven niet alleen te maken heeft metje geestelijk leven, maar met elke minuutvan de dag.’ Calvijn zei al dat je alles terere van God doet. Dat zie je hier maarmondjesmaat: gelovigen veranderen voor-al inwendig, veel minder in hun omgangmet geld, relaties en werk. Er is gebrekaan christelijk onderricht op dit vlak.- in de dienst: bij veel lokale gemeentenstaat de aanbidding letterlijk los van de

Gereformeerde zending– is dat nodig? MARLEEN ANTHONISSEN

Wat houdt het bekende zendings-bevel uit Mattheüs 28, dat de kerknog altijd motiveert mensen uit testuren, in? Kort gezegd: je verteltanderen het Evangelie en leert hunmet God te leven. Dan hoop je, datdie anderen je taak overnemen enzelf vissers van mensen worden.

den zijn anabainoo, poreuomai enhupagoo, respectievelijk meestal vertaald met ‘opvaren’ en ‘heengaan’.

Pantas helkusoo pros emauton: ‘Ik zal allentot Mij trekken’. Jezus zegt hier dat Hijna zijn verhoging al de zijnen uit hetmachtsgebied van de overste van dezewereld zal bevrijden en tot zich trekken,dat wil zeggen: in zijn gemeenschap bren-gen. Die gemeenschap heeft betrekkingop de gemeente, de kerk en op de hemel-se heerlijkheid. Vergelijk Johannes 10: 16,waar het gaat over de andere schapen, dievan deze stal niet zijn, maar die Jezus ookzal trekken en het zal dan één kudde enéén herder worden. De Grieken hier inJohannes 12 kunnen gezien worden alsvoorbeelden van de schapen, die van dezestal niet zijn. Nu worden ze afgewezenvanwege het misverstand van een aardskoningschap, zo kort na de intocht inJeruzalem. Maar als hemelkoning zal Hijhen en zo vele anderen tot zich trekken.Ook hier blijkt weer hoezeer Jezus en deVader één zijn en hun werk één is. Wantin Johannes 12:32 staat van Jezus: ‘Ik zalze tot Mij trekken’, terwijl in Johannes6:44 staat: ‘Niemand kan tot Mij komentenzij de Vader, die Mij gezonden heeft,hem trekke (helkusei).

AAaannwwiijjzziinnggeenn vvoooorr ddee pprreeddiikkiinnggPrediking over deze tekst kan uiteraardop verschillende manieren. Men zou detekst tamelijk los van de context kunnenbehandelen, omdat de tekst zelf een dui-delijke boodschap bevat. Op de zonda-gen tussen Pasen en Pinksteren komt opverschillende manieren de gemeente inhet vizier, met haar opdracht tot getuigezijn, met de belofte van de blijvendetegenwoordigheid van Christus. Zo kandeze tekst ook dienen om daar nog eensbij stil te staan. Wij zijn gemeente dank-zij de verhoogde Heer. Hij doet ook heteigenlijke werk. Wereldwijd is Hij nogbezig een gemeente te roepen. Maarjuist vanwege dit thema, dat zich, langswelke weg dan ook, toch vrij snel aan-dient, lijkt het mij goed een preek overdeze tekst op te zetten vanuit de wijderecontext: de vraag van de Grieken die

Jezus willen zien. De Grieken zijn devertegenwoordigers van de wereld voorwie het heil van God in Jezus Christusook bestemd is, maar hen wordt voor-gehouden, dat ze daar nu nog geenregelrechte toegang toe hebben. Het antwoord op hun vraag om Jezus tezien luidt: ‘Indien de graankorrel niet inde aarde valt en sterft, blijft zij op zich-zelf; maar indien zij sterft, brengt zij veelvrucht voort’ (vs. 24). In dit antwoordzit iets heel dubbels. Aan de ene kanthaalt Jezus hiermee de brug op tussenHem en de Grieken. Zij willen graagJezus zien in zijn Messiaanse heerlijk-heid. Hun vraag is de reactie immers opzijn intocht in Jeruzalem. Maar dit lijktniet mogelijk te zijn. De graankorrelgaat niet groeien en bloeien op de troonvan David, maar valt in de aarde ensterft. Dit evangelie moet wel voor dejoden een ergernis en voor de Griekeneen dwaasheid zijn.En toch wordt in ditantwoord ook een nieuwe brug uit-gelegd. De graankorrel zal immersvrucht voortbrengen. In die vrucht zijnde Grieken begrepen. Zij kunnen nu totHem niet komen, maar Hij zal opnieuwtot hen komen. De graankorrel draagtvrucht, dat is hetzelfde als: Ik zal ze allentot Mij trekken.Nog steeds worden vragen gesteld doorbuitenstaanders. Zij willen kennismakenmet het christelijke geloof. In derdewereldlanden zijn het er dagelijkshonderden en duizenden. In ons landgroeit ook de belangstelling weer omkennis te maken met het christelijkegeloof. Hoe zullen wij zendingsgemeentezijn? De drempel steeds lager maken ommaar zoveel mogelijk mensen op de eenof andere manier erbij te houden of tehalen? Zullen we teleurgesteld zijn wan-neer aanvankelijk nieuwsgierigen tochweer afhaken? Beide houdingen zijn nietin overeenstemming met de tekst.Mensen worden niet getrokken doorons, maar door de levende Heer zelf.Wij hoeven geen leden te werven vooreen club, die een heel bijzondere stichterin ere houdt. Verre van dat. Onzeroeping is het evangelie eerlijk uit teleggen en er gestalte aan te geven.

Misschien zit in dit laatste de bottle-neck. Jezus volgen betekent voor eenieder van ons de weg van de graankorrelgaan. Weten wij nog wat dit is? ’Geloofis getrokken worden op het hout.Geloof is aanvaarden, dat de dwarsbalkgesteld wordt op de hoge recht opgaan-de stam van het ik’. ( K. H. Miskotte,Verzameld Werk 3, p. 505)‘Die Erniedrigung gehört ihm ebensowesentlich an wie die Erhöhung.Wer ihnalso nur in seiner hoheit lieben könnte,dessen Blick ist verwirrt; er kenntChristus nicht, liebt ihn also auch nicht;er miszbraucht ihn.’ (Kierkegaard)Zouden niet nog heel andere mensennaar onze boodschap gaan vragen,wanneer wij gestalte gaven aan wat ditinhoudt? En zouden niet misschiengeheel andere mensen zich ook van onsafkeren? De preek kan uitlopen op debede, dat de verhoogde Heer zijngemeente vandaag vernieuwing zalschenken. Wanneer Hij ons tot zichtrekken kan, kan Hij ons ook steedsweer vernieuwen. Die vernieuwing zaldan in ieder geval daaruit bestaan, datwij geen verhoging zoeken buiten hetkruis om. De missionaire gemeente weetvan de radicale crisis over de oudewereld, de cultuur, het eigen ik, hetchristendom. Ze nodigt dan ook nietmensen tot een of andere vorm van aan-trekkelijk christendom, maar tot degekruisigde Christus, tot de macht vanzijn weerloze liefde. Haar getuigenis isvooral, dat zij zelf vrolijk Christus hetkruis na draagt.

MMooggeelliijjkkee lliieeddeerreennPsalm 22; 87; gezang 308; 362; 421;484. Hiernaast de in het Liedboekgenoemde gezangen bij deze tekst.

GGeerraaaaddpplleeeeggddee lliitteerraattuuuurrThWNT, s.v. pros en s.v. hupso-ooJ. Koopmans, Kleine PostilleK. H. Miskotte, Verzameld Werk 3Rudolf Bultmann, Das Evangelium desJohannes

DS. W. DEKKER IS STUDIESECRETARIS

VAN DE IZB

6 7Transmissie VOORJAAR 2007 Transmissie VOORJAAR 2007

PREEKSCHETS ZENDING

Vertaalteam in Centraal-Azië

Page 5: 2007 - nr. 1

De wielen van de Fokker 50 roffelenover een besneeuwde, hobbeligelandingsbaan. We zijn in Ust-Kameno-gorsk. Deze industriestad in het noord-oosten van Kazachstan haalde hetGuinness Book of Records toen in 1990de giftigste gifwolk ter wereld vrijkwam.Nu nog liggen rondom de stad inafgedankte mijnen tonnen nucleair afval opgeslagen. Vijftien jaar geleden werd noordoostKazachstan tot ecologische catastrofe-zone uitgeroepen

1. Er blijken zowaar

mensen te wonen. Gewone, vrolijkemensen, die ons naar een protestantsekerk in het centrum van de stadbrengen. De kerk is te klein. Driediensten op zondagmorgen moeten de toeloop van 850 mensen opvangen.Deze gemeente heeft zeven jaar geledeneen dochtergemeente gesticht in eenmijnstadje, Ridder, 150 km verderopvlak bij de grens met Rusland. Dezedochtergemeente is het einddoel vanonze reis. Een gepensioneerde koloneluit het Sovjetleger rijdt ons er naartoe.Een lange weg dwars door de woestetaiga naar het einde van de wereld.

KKoouuddee ssppooookkssttaaddWe passeren het bord Ridder. De wegslingert zich nog een half uur langs ver-vallen mijnen naar het centrum. We ziengeen mens op straat. Ruïnes van huizenen fabrieken langs de weg. Doelloosbeton, verroest ijzer en verveloos hout.Verlaten flats kijken ons troosteloos aanin het grijze middaglicht. Babette, mijnvrouw, en ik kijken elkaar aan: waar zijnwe in verzeild geraakt? Een spookstadwaar 40.000 mensen zouden moetenwonen. Bij een eenzaam flatgebouwworden we afgeleverd. Daar woont hetdomineesgezin, waar we een week zullenlogeren. Het is er aangenaam warm. Eenstalen deur valt achter ons dicht. Onzemissie kan beginnen. Ik zal op uitnodi-ging van de gemeente de komende weekvijf avonden les geven over ‘Communi-catie en gemeente’. Vijfentwintig van dezeventig gemeenteleden zullen deel-nemen. Babette is voor ondersteuningen gezelligheid meegegaan.

EEeenn wwaarrmm bbaaddDe volgende morgen steken we een be-vroren, uitgestorven straat over naar de

kerk, die zich op de tweede verdiepingvan een slooppand bevindt. Daar wachtons een warm bad. Niet qua temperatuur:die is net zo laag als buiten, want de ver-warming doet het niet. Maar vrolijke ge-zichten begroeten ons. Men laat ons trotsde verdieping zien die ze met elkaar ver-bouwd hebben en die nu een kantoor,een bibliotheek, leslokalen en een heusekerkzaal bevat mét een podium en 100oude theaterstoelen. De kerkdienst is eenfeest van spontaniteit en creativiteit. Inalles klinkt geestelijke blijdschap door. Erwordt enthousiast muziekgemaakt en ge-zongen. Mensen schudden elkaar de hand.Bij de voorbede bidden alle gemeente-leden hardop door elkaar. Er is een koorvan gemeenteleden. En ik ben gevraagdte preken. Zeventig mensen luisteren aan-dachtig, weggedoken in hun jassen alsvogels in hun veren. Na de dienst komenwe nauwelijks weg bij deze humoristi-sche, enthousiaste gemeenteleden.

EEeenn kkoouuddee ddoouucchheeNa dit warme bad wacht ons een koudedouche. De dominee en zijn vrouwluisteren met een je-moest-es-weten-blik

preek: er wordt eerst een half uur gezon-gen, het hardst door het muziekteam. Eenouder gemeentelid maakt zich daar zorgenom: ‘Het is toch geen popconcert?’ Zewas verbaasd dat er in onze gemeentenlijn in de liturgie zit en dat liederen in deregel bij de preek worden uitgezocht.Daarnaast sprak de simpele muzikaleondersteuning haar aan; die sluit beter aanbij de moslimachtergrond van Kazachen.Voor hen is God heilig. Het respect voorHem moet ook in de muziek naar vorenkomen.

DDiieeppggaanngg- in God: het draait hier in liederen vaak

om ‘ik’ (eindeloos herhaald). God isechter niet alleen uit op een persoonlijkerelatie met ons maar ook op onze levens-heiliging. Dat verandert de manier waar-op je kijkt naar Hem en de wereld om jeheen. Hij is méér dan je vriend. Hij isheilig en ontzagwekkend, en doetdingen die wij niet kunnen bevatten. Hijis het middelpunt, niet wij – wij zijnvoor Hém geschapen.

- in zondebesef en lijden: regelmatig zie jeeen zwart-wit denken op dit punt: Godis goed, al het slechte doet de duivel. Eris weinig aandacht voor eigen zonde ende gebrokenheid van deze wereld.Iemand van Membercare zei vorig jaar:‘Veel zendelingen verlaten vroegtijdig hetveld omdat ze geen theologie van hetlijden hebben. Overkomt hun iets ergs,

dan kunnen ze dat niet rijmen metGods plan voor hun leven.’ Hun lokalediscipelen hebben volop te maken metgebrokenheid. Blij zijn en meer biddenbiedt dan geen uitkomst. Juist dielijdensleer kan troosten en ontgooche-ling voorkomen!

- in preken: niet zelden is de verkondigingkort en gericht op (r)evangelisatie/-zending of modelmatige geloofsgroei(van discipel tot leider). Het syste-matisch doorpreken van bijbelboekenzou meer recht doen aan de breedte endiepte van Gods Woord.

- in de sacramenten: juist in deze zichtbaretekenen van het verbond zie je wie Godis en wie jij zelf bent. Dat geldt voor dedoop (nadruk op Gods trouw of onzekeuze?), maar ook voor het avondmaal.Het hier de banken doorgaande brood-mandje is niet hetzelfde als samen geno-

digd zijn aan Gods tafel. Het wordt zomeer een in het voorbijgaan ‘denkenaan’, niet een moment om Zijn verzoe-ning werkelijk te ervaren.

- in de traditie: een lokale vriendin meteen belangrijke taak in haar gemeentezei: ‘Wat is essentieel om aan de jeugd teleren? We hebben geen traditie om opterug te vallen!’ Dit speelt bij meerkerken. Lerend van de kerkgeschiedeniszou men de consequenties van bepaaldekeuzes beter kunnen overzien en zofundamentele fouten vermijden. Eencatechismus, aangepast aan de lokalereligieuze en historische achtergrond,zou een goed houvast zijn voor meniggelovige. En hoe rijk zijn veel geloofs-aspecten verwoord in het avondmaals-formulier! Jonge gemeenten kunnendaarmee worden geholpen bij het ver-stevigen van hun geloof.

TTeenn ssllootttteeIk besef dat mijn betoog onvolledig is enverre van objectief. Toch hoop ik datduidelijk is geworden, dat er naast dezendingsopvattingen van andere rich-tingen plaats is voor een gereformeerdgeluid. Dat laatste is in Kazachstan en veelandere landen een zeldzaam verschijnsel.Graag wil ik mijn dankbaarheid uit-spreken aan God, die onze gereformeerderichting zoveel genade en rust heeftgeschonken dat we diepgang en eenheidhebben gevonden. Dat we daarvan mogenuitdelen!

DRS. M. ANTHONISSEN-VANDER LOUW IS ZENDINGS-

WERKER VOOR DE GZB IN CENTRAAL-AZIË

98 9Transmissie VOORJAAR 2007 Transmissie VOORJAAR 2007

ZENDINGZENDING

Op mijn reizen om les te geven op verschillen plaatsen in en rondKazachstan kom ik soms in af-gelegen streken en troostelozesteden. Daar vind je gemeenten met zwakke leiders en veel pro-blemen. Je kunt er allerlei vragenbij stellen, maar het Koninkrijk van God komt er, ook daar.

PIETER VERSLOOT

Het mijnwerkers-orkest

1. Hoe kijkt u tegen uw gereformeerde achtergrond aan? Bent u er blij ofjuist verlegen mee (binnen het evangelisatiewerk)? Waarom?

2. Kun je als kerk bepaalde vormen aan de kant zetten zonder dat de inhoudvervlakt? Welke vormen zou u daarom zeker willen behouden?

3. Welke waarde heeft kerkliteratuur (kerkvaders, formulieren, belijdenissen)voor u? Vindt u deze bronnen een steun voor (jong)gelovigen of moetiedereen zelf worstelend zijn geloofsweg vinden?

VERWERKING

Almatystad (Kazachstan)

De kerk in Ridder is gevestigd in een slooppand

1Ingvar Svanberg, 1999: The Kazak Nation, Contemporary Kazaks, Cultural and Social Perspectives, Ingvar Svanberg (ed.), Richmond, p. 15.

Page 6: 2007 - nr. 1

11

naar ons enthousiasme over de dienst.Dan komt het verhaal van hun kant.Door hun dagelijkse werk in degemeente zien zij wat wij niet zien.Verschillende gemeenteleden hebbeningewikkelde conflicten met elkaar. Veelmensen hebben psychische, sociale engezondheidsproblemen. De stad bestaatvoor de helft uit voormalige gevangenen,die in de mijnen tewerkgesteld werdendoor de Sovjets. De stad is qua drank-gebruik en criminaliteit koploper inKazachstan. Het valt niet mee om ruwemijnwerkers leiders te laten zijn in dekerk. Eén man wordt binnenkort hetlidmaatschap ontzegd. Hij sloeg eengemeentelid, drinkt en slaat zijn vrouw.Er zijn veel jongeren tot de leeftijd van18 jaar. Na hun 18e trekken ze weg uitde stad, op zoek naar een betere toe-komst. Begrijpelijk, maar ontmoedi-gend. De dominee en zijn vrouw doenme denken aan ouders die veelbeteke-nend knikken als je zegt dat ze zulke

leuke, welopgevoede, kinderenhebben. Zij weten hoe lastigdie kinderen thuis kunnen zijn.

DDee kkeerrkk aallss ggeezziinnWe hebben een week om hetwarme bad en de koudedouche te mengen. Tijdens delessen blijkt, dat God inderdaadin Ridder het dwaze en zwakke derwereld heeft uitverkoren. Vele gemeente-leden zijn ten minste typisch te noemen.Leven en werken onder én boven degrond heeft hen onedel gemaakt. Eenratjetoe aan mensen, voor wie ik de stoferg eenvoudig moet maken. Vrouwen opleeftijd vliegen elkaar in de haren.Wonderlijke types vullen mijn pauzemet hun verhalen. Menselijkerwijsgesproken niet de meest geschiktemensen om een gemeente mee tebouwen. We krijgen meer begrip voor het verhaalvan de predikant en zijn vrouw. Zij

hebben zich al zeven jaargewijd aan deze mensen.Tegelijk zien wij ongezondepatronen in hun maniervan leiding geven. Ze gedra-gen zich als de vader enmoeder van de gemeente.

Zeer autoritair dwingen ze mensen totgesprekken en gedragsverandering.Beiden hebben ze een academischeopleiding en christelijk studentenwerkgedaan in de stad. Dit leidt tot hogeverwachtingen van gemeenteleden. Zevertrouwen ons toe dat ze zelf uit pro-bleemgezinnen komen. Ze hebben vierkinderen, die ze graag een christelijkeopvoeding geven en ze geven leiding aaneen gemeente, terwijl ze zelf geen voor-beelden hebben gehad. Door hunpionierspositie krijgen ze weinig steunen correctie van anderen. Ze zijnlichamelijk en geestelijk moe van hetgemeentewerk. Een jong stel datprobeert te vaderen en moederen overjonge onvolwassen gelovigen en datzwaar tilt aan dingen die alleen dewerkelijke Vader van dat gezin kandragen en genezen.

vervolg op pagina 16

10 11Transmissie VOORJAAR 200710

ZENDING

Pastor Franco uit Italië was onze gastprediker en hijhad een even eenvoudige als aanstekelijke boodschap:het evangelie is betrouwbaar en heeft een heilzameuitwerking op mensen van vandaag. Hij vertelde hoehij er zelf door was veranderd van een egocentrische,ongelovige man in een zorgzame gelovige met interesse in anderen.

Pastor Franco zei in zijn preek dat de uitwerking van hetevangelie hem zelf ook verbaasde: ‘This thing is working’.Blijkbaar.

GGeelluukkzzooeekkeerrIk heb dezelfde ervaring. Bijvoorbeeld als ik kijk naar hetleven van mijn Deense vriend Jakob. Hij kwam hier twee jaargelden aan als een ongelovige gelukzoeker, dwalend over dewereld, verlangend naar iets wat ‘ertoe deed’. Via een huis-

genoot kwam hij bij ons op de bijbelkring. Van een typischeEuropeaan voor wie God en de Bijbel echo’s van het verledenzijn, transformeerde hij in een Godzoeker, vragensteller en uit-eindelijk een gelovige. Vroeger werkte hij om in het weekendte kunnen feesten, maar nu heeft hij een hulporganisatie op-gericht voor de allerarmste kinderen in Egypte en Nigeria. Alsik naar Jacob kijk, zeg ik het pastor Franco na: ‘This thing isworking’

NNiieeuuww lleevveennOf als ik kijk naar een moslimvriendin met wie we al zes jaaroptrekken. Ze wilde een bijbel en is naar de film ‘The passionof the Christ’geweest en vergeleek de inhoud van de film methet bijbelverhaal. Toen ze door een moeilijke periode heenging, hebben we haar aangeraden het in gebed bij God tebrengen. Voor iemand die nog nooit verder was gekomen danhet voorgeschreven rituele gebed was dat een grote stap. Maartoen ze op een heel concrete manier zag dat God haar gebedverhoorde, veranderde ze. This thing is working. En neemSameh, een Egyptische vriend. Hij is leraar geweest van OmarAbdelrahman, de geestelijke die toestemming gaf voor demoord op president Sadat en nu in de VS gevangen zit van-wege de eerste bomaanslag op het WTC gebouw in New Yorkin 1993. Sameh heeft nu een nieuwe naam en is een volgelingvan Christus. Al die mensen laten zien dat het evangelie werkten mensen een vreugde geeft die met niets te vergelijken is.

OOnnggeellooooff eenn ggeellooooffHet is voor mij nog altijd een mysterie waarom de een wel kangeloven en de ander niet. Waarom zelfs mensen die God erserieus om vragen blijkbaar onvoldoende van Hem ervaren omde geloofsstap te maken. Ik laat die vragen maar staan en ver-trouw God in Zijn goedheid en rechtvaardigheid. Als Hijbereid is om aan een kruis te sterven voor ons, dan kan ikHem ook vertrouwen. Ik heb zelf in de aftrond gekeken vaneen leven zonder God. En ik ben nu op een punt aanbelandwaarop ik met meer zekerheid, meer ervaring en meer over-tuiging zeg: geen beter leven dan een leven met Jezus Christus.God laat zich kennen. Jezus leeft en de Geest werkt. Ik geloof:This thing is working!

GERT-JAN SEGERS WOONT IN CAÏRO EN WERKT NAMENS DE GZB BIJ

EEN CHRISTELIJK STUDIE- EN TOERUSTINGSCENTRUM

“This thing is working”

Transmissie VOORJAAR 2007

GERT-JAN SEGERS

GASTCOLUMN

Gemeenteleden zingen enthousiast

Fotocollage van gemeenteleden

Page 7: 2007 - nr. 1

12 13Transmissie VOORJAAR 2007 Transmissie VOORJAAR 2007 13

Groeien bij de bronwerd als een middel om tot een nood-zakelijke correctie te komen in heel hetbezig zijn van kerkenraad en gemeente.Alles draait in deze cursus om een cen-trale stelling: van geloofsopbouw naargemeenteopbouw. Het is de reactie opeen veel te zakelijke opvatting vangemeenteopbouw. Geestelijke verschra-ling kan met geen enkel gemeenteop-bouw programma worden opgelost. Danspant men het paard achter de wagen.Juist de geestelijke verschraling moetworden aangepakt. Dan pas zal er sprakekunnen zijn van - natuurlijk óók - orga-nisatorische gemeenteopbouw.Zoals gezegd staat er in dit nieuwe boekóók een cursus (hoofdstuk 9, verreweghet langste hoofdstuk, 50 blz.). Decursus gaat over het omgaan met ver-schillen, de thematiek van eenheid inverscheidenheid. Het zou mij een goedezaak lijken wanneer deze cursus ookbreed opgepakt zou worden.

ZZeennddiinngg eenn eeeennhheeiiddWellicht wordt de urgentie mindergevoeld dan bij de cursus in het vorigeboek. Mijn ervaring is, dat in veelgrotere gemeenten met verschillenderichtingen en stromingen de verketteringwel voorbij is, maar wat ervoor in deplaats gekomen is, is niet de belevingvan samen het lichaam van Christus tezijn in veelkleurigheid, maar veeleervrijblijvendheid. In gemeenten met vanoudsher verschillende modaliteiten isintussen alles keurig geregeld, zodatieder aan zijn trekken kan komen. In dePKN is ook alles keurig geregeld, zodatniemand iets opgelegd krijgt wat hij nietwil. Op het plaatselijk vlak behoren nuallerlei heel verschillende gemeenten totde ene PKN, maar ze hebben vaak nietde geringste behoefte samen te vergade-ren, laat staan iets samen te doen. Ergeris dat het bewustzijn ontbreekt, dat wijdoor God met een en dezelfde roepinggeroepen zijn, namelijk om in deNederlandse samenleving zijn Naamhoog te houden en uit te dragen. Mijnstelling is, dat de missionaire roepingvan vandaag alle christenen morgen nog

bijeen zou moeten brengen voor eenspoedberaad: hoe kunnen wij onzeonderlinge verschillen leren zien als ver-scheidenheid van gaven om vruchtbaarte zijn in Gods zending in Nederland?Wanneer dit gezamenlijke verlangengedeeld wordt, begint het pas. Danbegint een leerproces en oefenproces. Decursus van Noorloos kan in dit proceswellicht behulpzaam zijn, in ieder gevaldienen als bron van inspiratie.Het verslag dat Noorloos geeft van hoezijn cursus in Hattem heeft gewerkt, isheel eerlijk, maar laat tegelijk zien dathet nog niet meevalt. Naar mijn meningkomt dat omdat de urgentie niet ge-voeld wordt. Men denkt daar en bijnaoveral, dat het voorlopig wel goed iswanneer je elkaar niet dwarszit eneventueel af en toe bij elkaar komt omeen paar zakelijke afspraken te maken.Men beseft totaal niet dat in de gemeen-te van Christus een heel ander criteriumgeldt, namelijk dat je verlangt om metelkaar het brood te bereken, de wijn tedrinken en zo te ervaren, dat je tot hetene lichaam van Christus behoort. Menbeseft nog minder, dat we elkaardringend zullen zoeken om ons af tevragen hoe God ieders gaven en inzich-ten kan gebruiken om in deze tijd zen-dingsgemeente te zijn in Nederland.

GGrreennzzeenn vvaann ddee ggeemmeeeenntteeHet bovenstaande roept altijd de vraagnaar de grenzen op. Er worden tochstandpunten in de kerk, concreet onzePKN, uitgedragen waar we het helemaalniet mee eens zijn? Het viel me op inhet boek van Noorloos dat hij zelf uit-gesproken confessioneel denkt, maartegelijk heel veel ruimte voelt om andereauteurs uit de volle breedte van de(wereld) kerk te citeren en ook praktischzo mogelijk alle gemeenteleden erbij wilhouden. De grens ligt voor hem daarwaar je niet meer aanspreekbaar bent ophet evangelie van Jezus Christus. Zolang dat wel het geval is, zullen we in dekerk elkaar niet afschrijven of voor hetgemak negeren, maar eindeloos metelkaar in gesprek blijven, in het vertrou-

wen dat er dan altijd iets gebeurt en datwe uiteindelijk aan elkaar zullen groeien.Soms dacht ik, al lezend: Noorloos isnaïef. Zo gemakkelijk gaat het allemaalniet. Er zijn veel meer problemen, zowelwanneer het gaat om het gemeente zijnals wanneer het gaat over de weerbarstig-heid van de onkerkelijkheid. Anderzijds,er zijn genoeg boeken, die de onder-havige kwesties thematiseren en proble-matiseren. Dit is een ander boek. Dit iseen boek dat wel ziet hoe ingewikkeldhet allemaal is, maar dat dwars daartegenin blijft geloven, dat het anders kanwanneer we leven en groeien bij debron. Dat moeten we onszelf dan voor-lopig ook maar weer eens voorhouden.Behalve de cursus, waar ik op wees bevathet boek nog 14 hoofdstukken, die elkafzonderlijk gelezen kunnen worden.Vaak zijn er gespreksvragen aan toege-voegd. Geschikt om te dienen als bezin-ning voor kerkenraden. Aanbevolen!

DS. W. DEKKER IS STUDIESECRETARIS

VAN DE IZB

N.a.v. M. Noorloos, Groeien bij de bron –Kansen voor het christelijke en kerkelijkeleven, Kampen 2005, 240 blz., € 15,50, zie ook: www.izb.nl/boekhandel

12

BEZINNING

W. DEKKER

Ds. Noorloos was onder andere predi-kant in de Samen op Weg gemeente inLelystad (1977-1991), waar de enormekerkverlating hem intens bezig hield.Hij deed er uitvoerig praktisch onder-zoek naar, hetgeen toen resulteerde in‘Op de rand maar toch niet los’, eenpublicatie, die indertijd ook is benut inIZB-kring. Van 1991 tot aan zijn emeri-taat in 2003 was ds. Noorloos werkzaamals gemeenteopbouwer voor de Samenop Weg-kerken in de provincieGelderland. Daar kon hij zijn praktijk-ervaring ten nutte maken voor veelandere gemeenten, die ook moestenproberen nieuwe wegen te vinden in eentijd van kerkafbraak. De neerslag vanwat hij daarbij ontdekte, is te vinden inhet boek dat in 1999 verscheen ensindsdien vijf drukken beleefde ‘Levenuit de bron - Via geloofsopbouw naargemeenteopbouw’. Het hart van ditboek wordt gevormd door een cursus,die door veel kerkenraden en groepengemeenteleden is gevolgd. Het boek dat nu verschenen is, ‘Groeienbij de bron’, is bedoeld als een vervolg-boek. Ook in dit boek vinden we weereen cursus, deze keer gericht op hetconstructief omgaan met verschillen engeschillen binnen de gemeente. Maarbehalve deze cursus bevat dit boek heelveel ander materiaal, dat bedoeld is omde gemeente te bemoedigen om teblijven bij de bron, Jezus Christus envan daaruit hoopvol in deze tijd bezig te

zijn met haar roeping. Dr. B. Plaisierschrijft een woord vooraf in het boek,waaruit blijkt dat hij in deze publicatieeen welkome ondersteuning ziet van hetvisiedocument van de Protestantse Kerkin Nederland, ‘Leren leven van deverwondering’.

BBrruuiikkbbaaaarrhheeiiddMet het oog op de lezers van dit bladheb ik vooral gekeken naar de bruik-baarheid van dit nieuwe boek in depraktijk. ‘Leven uit de bron’ is vooralgebruikt als cursusboek, omdat de cur-sus die daarin stond door velen ervaren

Er is een nieuw boek verschenen,dat kan helpen om de gemeenschapvan de gemeente op te bouwen inhet geloof, waardoor de gemeenteook weer aan haar zendingsroepingkan beantwoorden. Het boek isgeschreven door ds. MariusNoorloos, die al eerder boeken over gemeenteopbouw het lichtdeed zien.

Ds. Marius Noorloos

Groeien we uit elkaar?

Page 8: 2007 - nr. 1

14 15Transmissie VOORJAAR 2007 Transmissie VOORJAAR 2007

Als je kijkt naar de impact op mensen-levens, is de impact van bijvoorbeeld deAlpha-cursus veel groter dan die van deOriëntatiecursus. Als het mogelijk ismensen meteen warm te maken vooreen Alpha-cursus, kan dat meer doen inhun leven. Door de opzet van deOriëntatiecursus is daarentegen dedrempel om mee te gaan doen weer watlager. De verschillende cursussen zijndan ook verschillende instrumenten dienaast elkaar gebruikt kunnen worden.

UUiittwweerrkkiinnggWelke uitwerking heeft deOriëntatiecursus? In de afgelopen jarenis gebleken dat veel deelnemers na decursus verder wilden in een vervolg-traject. Her en der in het land zijn hier-door heel wat mensen tot geloof geko-men. Anderen bedankten vriendelijk naafloop van de cursus: voor hen was hetdoel van een eerste kennismakingbereikt. Soms bleek de cursus na verloopvan tijd wel weer aanknopingspunten tebieden voor een verder contact.

WWaatt iiss eerrvvoooorr nnooddiigg??Als een gemeente een Oriëntatiecursuswil organiseren, wat is daarvoor dannodig? Een kleine opsomming:• een team van zo’n 4-6 personen, dat de

voorbereidingen op zich neemt, en ditdoet in afhankelijkheid van God, bid-dend om Zijn leiding;

• een cursusleider, die de inhoud van decursus kan overbrengen, bijvoorbeeldiemand uit het onderwijs, uit de voor-lichting, of een predikant of kerkelijkwerker;

• een ruimte, liefst niet in het kerk-gebouw, maar in een wat neutraleresetting, bijvoorbeeld een buurthuis,school of zaaltje van een horeca-gelegenheid;

• goede publiciteit, bijvoorbeeld doorpersoonlijk contact te zoeken met eenjournalist van een huis-aan-huis-bladen deze te vragen om er een artikel aante wijden;

• ondersteuning door middel van gebeden betrokkenheid vanuit de kerkenraaden gemeente

• een bescheiden budget, aangezien aande deelnemers zelf ook een prijs kan

worden gevraagd, dit verhoogt name-lijk de uitstraling van de cursus ( ‘Watgratis is kan niks wezen, dan willen zeje indoctrineren’).

HHeerrzziieennee uuiittggaavveeDit jaar publiceert de IZB een herzieneuitgave van de Oriëntatiecursus. Dezeherziening was nodig, omdat er in deafgelopen jaren veel is gebeurd, zoals eenkerkfusie en de publicatie van een nieu-we bijbelvertaling. Ook wordt de vorm-geving vernieuwd. Inhoudelijk veranderter niet heel veel. Wel is, mede doorreacties van deelnemers, een paragraafopgenomen over christendom en islam. ‘Oriëntatie’ is eigenlijk een prachtigwoord. Kerken werden in het verleden‘georiënteerd’, dat wil zeggen: gebouwdnaar het oosten, naar de oriënt. Immers:daar komt de zon op. Dat mag onsgebed zijn, ook voor de herziene uitgavevan deze cursus: dat daardoor voor velende Zon opgaat, Jezus Christus.

DRS. C.M. VAN LOON IS PREDIKANT VAN DE

HERVORMDE WIJKGEMEENTE SCHOLLEVAAR,

CAPELLE AAN DEN IJSSEL EN AUTEUR VAN DE

ORIËNTATIECURUS CHRISTELIJK GELOOFDe vraag is alleen: hoe vinden we hen?En hoe kunnen we hen helpen om dieinteresse ook handen en voeten te gevenin een concreet zoekproces? DeOriëntatiecursus christelijk geloof is éénvan de middelen die een gemeente kangebruiken om de brug te slaan. Doordeze cursus hebben al heel wat gemeen-ten contact gekregen met mensen die totdan toe buiten hun blikveld lagen. Deopzet van de cursus is eenvoudig: in vierof vijf avonden worden de hoofdlijnenvan het christelijk geloof uiteengezet.Wie vervolgens meer wil weten, kanmeedoen aan een vervolgcursus. Daarbijkan bijvoorbeeld Emmaüs-materiaalworden gebruikt. Ook de Alpha-cursuskan als vervolg dienen. De inhoud vanhet christelijk geloof wordt daarin verderuitgewerkt, en komt ter sprake in eenlangere serie avonden.

EErrvvaarriinnggeenn De Oriëntatiecursus is door de IZB,samen met de studentenbeweging IFES-

Nederland, voor het eerst uitgegeven in1994. Sindsdien zijn zes herdrukkenverschenen. Her en der in het land zijncursusgroepen gevormd. De ervaringleert dat de meeste deelnemers via ande-ren komen: via vrienden, collega’s offamilie. Een ander deel van de deel-nemers reageert op berichten in deplaatselijke huis-aan-huis-kranten. Ookeen aankondiging in bijvoorbeeld eenkerstdienst kan van groot belang zijn. De Oriëntatiecursus blijkt heel geschiktvoor mensen die geen enkele achtergrondhebben wat betreft geloof en kerk. Het isbijzonder om mee te maken, dat mensendie echt aan het begin staan, zich zobelangstellend verdiepen in wat geloof is.Het gebeurt nogal eens, dat stellen mee-doen, waarvan de één wel een kerkelijkeachtergrond heeft en de ander niet. Inzo’n relatie kan de cursus helpen om opdit vlak nader tot elkaar te komen. De cursus is in verschillende plaatsengegeven in het kader van een Volks-universiteit of een andere buurthuis-

achtige instelling. Ook is er soms eenlink met een christelijke school, dierand- of buitenkerkelijke ouders doormiddel van deze cursus wil helpen ommeer te begrijpen van het christelijkgeloof dat op school wordt onderwezen.

VVeerrggeelliijjkkiinngg mmeett aannddeerree ccuurrssuusssseennSinds de Oriëntatiecursus voor het eerstwerd gepubliceerd, zijn er allerlei anderecursussen op de markt gekomen. DeAlpha-cursus is de meest bekende, maarer is bijvoorbeeld ook de cursus ‘Debijbel in grote lijn’. Wat is kenmerkendvoor de Oriëntatiecursus? Te denken valtaan de volgende karakteristieken:• kort: de cursus is geschreven voor vier

avonden, in de praktijk blijkt eenvijfde avond wel nodig om de heleinhoud te behandelen. Mensen gevenzich meestal eerder op voor een kortecursus dan voor een langere, dus ditaspect is drempelverlagend. In eenvervolgtraject kan altijd nog van allesworden uitgediept.

• informatief: deze cursus wil vooral eenindruk geven van wat het christelijkgeloof inhoudt. Er wordt niet vanuitgegaan dat deelnemers willen gaangeloven, wel dat ze belangstellinghebben in wat christenen geloven. Inde praktijk blijkt dat de meeste deel-nemers zelf ook zoekend zijn, maar dathoeft niet. Iemand kan ook deelnemenom zijn vriend beter te begrijpen, ofomdat zijn of haar kind op een christe-lijke school zit.

• vrijblijvend: de Oriëntatiecursus is vrij-blijvend van opzet. Vooraf samen eten(zoals bij de Alpha-cursus) kan natuur-lijk wel, maar is op zichzelf geenonderdeel van de cursus. Tijdens deavonden wordt er in principe nietgebeden, tenzij deze vraag vanuit degroep komt, en de cursusleider duide-lijk aangeeft dat ieder vrij is om mee tebidden of te luisteren.

EVANGELISATIE

Ze zijn er zéker, mensen die geen band met een kerk hebben, maar serieusgeïnteresseerd zijn in het christelijk geloof. Vanuit diverse onderzoekjesis mijn inschatting, dat het gaat om 10% van de niet-kerkelijke Neder-landers. Dat lijkt niet veel, maar bijvoorbeeld in een dorp van 5.000inwoners, van wie de helft kerkelijk is, gaat het dan om 250 mensen!

Heruitgave Oriëntatiecursus christelijk geloofRENÉ VAN LOON

Deelnemers aan de Oriëntatiecursus

Page 9: 2007 - nr. 1

16 Transmissie VOORJAAR 2007

Missionair is mogelijk Een praktische handreiking voor missionair gemeente zijn

Meer dan ooit zijn kerkelijke gemeenten zich vandaag de dag bewust van hunmissionaire opdracht. Ze willen niet meer alleen gemeente zijn voor zichzelf, metals hoogste doel dat ze het met elkaar goed hebben. Ze willen wat ze hebben,delen met anderen – met de wijk waarin de kerk staat, met het dorp waarin wewonen of met de stad waar we gemeente zijn. Veel kerkenraden en missionairecommissies worstelen echter met het handen en voeten geven aan deze opdracht. Om deze gemeenten te helpen, schreven drie ervaren missionaire werkerseen praktische handreiking voor het opzetten van missionair werk. Zij willen hier-mee mensen helpen om, vanuit de eigen gemeente, missionair werk op te zettenen / of uit te bouwen. Het boek begint met een heldere visie op missionair werk. Daarbij wordt onder-scheid gemaakt tussen de geografische focus (present zijn in de wijkop het dorp) en de netwerkfocus (je richten op de mensen om je heen).Na de visie komt het aan op doelmatig beleid. De auteurs reiken hiervoor hand-

vatten aan en werken deze uit naar tal van activiteiten en werkvormen.Daarnaast besteden ze aandacht aan zogenaamde randvoorwaarden:vrijwilligersbeleid, toerusting, visieoverdracht, publiciteit. Een zeer praktisch boekvoor kerkenraden en evangelisatiecommissies! Auteurs: Jurjen de Groot (zendingswerker in Kenia en daarvoor missionair werkerin Zoetermeer), Niels de Jong (missionair werker in Gouda) en Arjan Markus (mis-sionair predikant in Utrecht).

HET BOEK IS TE BESTELLEN BIJ DE IZB-BOEKHANDEL,

TEL. 033-4613225 OF E-MAIL: [email protected] PRIJS: CA. € 12,90

vervolg van pagina 10 ‘Het mijnwerkersorkest’

ZENDING

DDee kkeerrkk aallss oorrkkeessttHet warme bad en de koude douchevormen naar mijn idee samen derealiteit van het gemeentezijn. PhilipYancey illustreert deze realiteit helder inzijn boek ‘Church, why bother?’ met eenwaargebeurd verhaal: Een muziekleraresop een school in een Amerikaanse stadwilde haar leerlingen de NegendeSymfonie van Beethoven uit latenvoeren op een concert voor de buurt.Bestuursleden van de school waren daarfel op tegen. Ze vonden de Negende temoeilijk voor de leerlingen: Waaromzouden we deze kinderen laten proberenwat het Chicago Symfonie Orkestnauwelijks lukt? De muziekleraresantwoordde: ‘Omdat voor veel mensenin deze buurt het concert van onze

kinderen de enige mogelijkheid is omooit de Negende van Beethoven tehoren. Ik geef toe: Het zal niet perfectzijn, maar dit is de enige manier waaropzij ooit zijn boodschap zullen horen.’ Gods symfonie klinkt vals in Ridder,maar hij wordt met verve gespeeld. En

waarschijnlijk is dit de enige manierwaarop mensen in een spookstad deboodschap van Christus kunnen horen.

DS. P. VERSLOOT WERKT NAMENS DE GZB BIJ

ALFA – OMEGA MINISTRIES ALS DOCENT

BIJBELSE VAKKEN VANUIT ALMATY,

KAZACHSTAN, IN ACHT STEDEN.

MATERIAAL

1. Wat zou u vanuit dit artikel zeggen over de discussie in Nederland of pre-dikanten wel of niet een academische opleiding moeten hebben?

2. Het predikantenechtpaar in Ridder lijdt aan het zogenaamdeMessiascomplex: Ze denken dat het heil van de gemeente van henafhangt. Herkent u zich als predikant, kerkenraadslid of lid vanzendings/evangelisatiecommissie daarin en hoe gaat u daarmee om?

VERWERKING

Het boek verschijnt in mei 2007. Boekencentrum, IZB en het LandelijkDienstencentrum van de PKN wijden ersamen een studiedag aan op zaterdag 9 juni2007 in de Jacobikerk te Utrecht (foto). Zie voor meer informatie: www.izb.nl