2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid...

17
3 oktober 2016 Hoed u voor De Wolf! Heel Hutten bakt inclusief De P-wet in 9 bedrijven Cok Vrooman en het P-inkomen Shirley Oomens en Peter van Muijen 2 jaar participeren

Transcript of 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid...

Page 1: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

N°3 oktober 2016

Hoed u voor De Wolf! Heel Hutten bakt inclusief De P-wet in 9 bedrijven

Cok Vrooman en het P-inkomen Shirley Oomens en Peter van Muijen

2 jaar participeren

Page 2: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER| 2016 3

Essay: Cok Vrooman De kloof tussen arm en rijk in Nederland wordt steeds groter. De meegroeiende onvrede van groepen aan de onderkant los je niet op met de Participatiewet ... Hoogleraar sociale zekerheid en participatie Cok Vrooman weet hoe het misschien wel kan . . .

Wetenschap is beterschapVoor mensen die na ziekte of ondanks een beperking willen werken, is een correcte inschatting van hun arbeidskundige belastbaarheid essentieel. Onderzoekers Shirley Oomens en Peter van Muijen helpen mee om zo’n inschatting mogelijk te maken.

22 26Dakloos met een doelIn september nam het Dutch Street Cup-voetbalteam uit Maastricht deel aan een toernooi in Portugal. Een kans om kennis te maken met andere dak- en thuislozenteams uit Europa − en om weer te ervaren wat het is om een doel voor ogen te hebben.

N°3oktober 2016

30

Hebt u nog geen abonnement op UWVmagazine online? Geef u dan nu gratis op via uwv.nl/uwvmagazine.

In het online oktobernummer:Onderzoekscijfers Internationale fraudebestrijding

Begeleiding van jongeren met arbeidsvermogen Stabiliteit en continuïteit van de ICT bij UWV Stephan Sanders over de fraudeur in ons allen

OnBSS

WAT VINDT U?Reageeronline

uwv.nl/uwvmagazine

Elke maand in UWVmagazine onlineDe laatste cijfers en trends op het gebied van sociale

zekerheid en arbeidsmarkt De visie van opinion makers over actuele thema’s Spraakmakende

columns Overzicht van actuele UWV-publicaties

Ambassadeur John de Wolf Als voetballer was hij de vleesge-worden onverschrokkenheid, ver-vloekt door zijn tegenstanders, aanbeden door zijn fans. Later maakte hij furore als tv-persoon-lijkheid en theatermaker. Nu is hij boegbeeld voor de aanpak van werkloosheid onder ouderen.

17, 25, 29, 32 Willen maar niet kunnen In de participatie-maatschappij moet iedereen meedoen. Maar er zijn altijd omstandigheden denkbaar die dat onmogelijk maken. Vier mensen vertellen over hun dagelijkse strijd om zich in het leven staande te houden.

2 jaar P-wet Bij de invoering van de Participatiewet leek het allemaal zo overzichtelijk. Eén wet die drie andere ging vervangen: hoe sim-pel wil je het hebben? Maar na bijna twee jaar blijken er tussen wet en daad toch nog wel wat praktische bezwaren te staan …

Broodje inclusiefBakker, cateraar en ‘gastvrijheidsdienstverlener’ Hutten uit Noord-Brabant wil nóg inclusiever worden. Iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt is welkom. Zelfs ex-gedetineerden? ‘Ook daar vinden we een oplossing voor.’

4 14 18

Magazine voor stakeholders van UWV oktober 2016 Verschijnt drie keer per jaar Realisatie: MPG., Postbus 2215, 1180 EE

Amstelveen Hoofdredactie: Kees Diamant Redactioneel management: Fennie Pruim Mailadres redactie: [email protected] Eindredactie: Jacques Poell Vormgeving: Marc van Meurs en Yullan Oosterhof Aan dit nummer

werkten mee: Koos Breukel, Jiri Büller, Kay Coenen, Corbino.nl, Martin Dijkstra, Maurits Giesen, Gert Hage, Hollandse Hoogte/Tim Bode VI, Erik Kriek, Zoltan Koraï

(cover), Martyn F. Overweel, Kees Rijken, Hanny Roskamp, Marlies Ruijter, Lennaert Ruinen, Rufus de Vries, Cok Vrooman, Martin Waalboer, Frank van Wijck

Lithografie: Grafimedia, Amsterdam Drukwerk: Roto Smeets GrafiServices Adreswijzigingen: s.v.p. sturen naar UWV, Postbus 58285, 1040 HG Amsterdam o.v.v.

'Adreswijziging UWVmagazine'. Het is alleen toegestaan artikelen uit UWVmagazine — geheel of gedeeltelijk — over te nemen na toestemming van de redactie.

colofonUWVmagazine

Page 3: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 5

DISCUSSIEER MEE OPuwv.nl/uwvmagazine

4 | OKTOBER | 2016

In de beide Kamers kon de Participatiewet op een ruime meerderheid rekenen. Het leek ook zo overzichtelijk en simpel. Per 1 januari 2015 werden de Wajong, de Wet

werk en bijstand en de Wet sociale werkvoorziening vervangen door één – door de gemeenten uitgevoerde –

wet voor alle mensen, arbeidsgehandicapt of niet, die kunnen werken, maar daarbij een steuntje in de rug nodig

hebben. We zijn nu bijna twee jaar verder, tijd voor een tussenbalans in negen bedrijven. �

Twee jaar Participatie

wet

Hoofdartikel Participatiewet

ILLUSTRATIE ERIK KRIEK

TEKST GERT HAGE

EEN EVALUATIE IN NEGEN DELEN

Page 4: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 7

‘EEN KWETSBARE GROEP dreigt buiten de boot te vallen’, waar-

schuwde SER-voorzitter Mariëtte Hamer. ‘We moeten alles op alles zet-

ten om de achterstand in te halen.’ Het beschut werk vormt een cruciaal

onderdeel van de sociale infrastructuur voor mensen met een lichame-

lijke, verstandelijke of psychische beperking, schrijft de SER. En juist die

structuur staat onder druk omdat enerzijds de SW-bedrijven onder

druk staan door minder financiële middelen terwijl anderzijds de

beoogde realisering van een nieuwe infrastructuur door gemeenten

niet of nauwelijks van de grond komt.

Leiden maakt er wel werk vanMaar niet bij alle gemeenten is dat het geval. In Leiden bijvoorbeeld

wordt wel degelijk werk gemaakt van het inrichten van beschutte werk-

plekken. De uitvoering is in handen van het Leidse SW-bedrijf DZB.

Directeur Bas van Drooge: ‘Vooropgesteld: ik begrijp de gemeenten die

klagen dat ze al zo veel voor hun kiezen hebben gekregen dat er geen

geld meer is voor de dure beschutte werkplekken. Maar in Leiden heb-

ben we de zaak omgedraaid en naar manieren gezocht om de inkom-

sten van het SW-bedrijf te verhogen. Door een andere bedrijfsvoering

zijn we erin geslaagd beter renderend beschut werk neer te zetten, met

dank aan de gemeente, van wie wij alle medewerking hebben gekregen.

Kijk, als een gemeente alleen maar zucht en steunt over de hoge kosten,

dan is dat een ander uitgangspunt dan hier in Leiden, waar direct bij

invoering van de Participatiewet is gezegd: “Wij vinden het dermate

belangrijk dat de meest kwetsbare mensen op de arbeidsmarkt mee-

doen dat we het SW-bedrijf de ruimte gunnen die het denkt nodig te

hebben.” Het ligt, is mijn ervaring, niet aan de hoge kosten per werkplek

of aan de geringere productiviteit van onze werknemers waarom het

niet lukt. Het is de manier waarop je je als SW-bedrijf organiseert die

bepaalt of je erin slaagt voldoende renderende beschutte werkplekken

te creëren.’

Toegevoegde waardeDZB zocht het deels in het verlagen van de kosten, maar vooral werd

gezocht naar mogelijkheden om de inkomsten te verhogen. Van Drooge:

‘Zorg voor toegevoegde waarde is mijn advies. Traditioneel leggen

SW-bedrijven zich vooral toe op inpakwerk en dergelijke. Wij zijn op

zoek gegaan naar werk waarvoor ondernemers bereid zijn hogere mar-

ges te betalen, waardoor we onze omzet konden verhogen.’

Vooral bij startende ondernemers had dit succes. Van Drooge geeft het

voorbeeld van startende chocolademerken. ‘We hebben meegeholpen

met de start van die merken, onder meer door mee te denken over hoe

zij het best kunnen produceren en door te investeren in machines.

Onze medewerkers zijn nu betrokken bij diverse stadia van de produc-

tie, dus niet alleen bij het verpakken. De ondernemer betaalt ons daar-

voor een prijs die stukken hoger ligt dan wanneer wij alleen het verpak-

kingswerk zouden doen. Bovendien groeien starters flink en daar

profiteer je dan van mee. Zo komen we voor nieuwe beschutte werk-

plekken uit met de rijksbudgetten van de Participatiewet. Er is veel

meer mogelijk dan vaak wordt gedacht. Grijp die kansen dan ook, want

deze mensen willen dolgraag werken en ze kúnnen het ook.’

Deel II

Beschut werkHet gaat niet goed met de voorziening

beschut werk. Het aantal beschutte werkplekken blijft ver achter bij de gestelde

verwachtingen, aldus de Sociaal-Economische Raad (SER) in de recente

verkenning Sociale infrastructuur voor kwetsbare groepen binnen de

Participatiewet. Maar het is niet overal kommer en kwel.

‘We zijn met de Participatiewet goed op weg’

Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV

MA

RTI

N D

IJK

STR

A

6 | OKTOBER | 2016

Deel I

Volgens UWV‘Als je kijkt naar de doelstelling van de Participatiewet kunnen we vaststellen dat we een behoorlijke slag gemaakt hebben. Meer mensen met een arbeidsbeperking zijn bij reguliere werkgevers aan de slag gegaan’, zegt Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling niet ontgaan. Het zou

vooral gaan, aldus de critici, om mensen die al een baan hadden bij een

SW-bedrijf, waardoor de nettostijging van mensen met een arbeidshandi-

cap die aan het werk zijn kleiner is dan de cijfers aangeven. Paling: ‘Dat klopt

op zich wel, maar de bedoeling van de wet was meer arbeidsgehandicap-

ten te plaatsen bij reguliere werkgevers en dat is gelukt. Als UWV zien we

dat het aantal werkende Wajongers behoorlijk is gestegen. Dat is positief.’

Maar Paling loopt al wat langer mee en weet als geen ander dat het min-

stens zo belangrijk is dat deze mensen aan het werk blijven. ‘Als je 5.000

arbeidsgehandicapten duurzaam weet te plaatsen, maar ondertussen

6.000 mensen hun baan verliezen, haal je nooit de 125.000 extra banen die

zijn afgesproken. Het is dus zaak ons niet blind te staren op de mensen die

aan het werk zijn gegaan, maar minstens zoveel aandacht te besteden aan

de arbeidsgehandicapten die aan het werk zijn.’

Lichte dwangOm het gewenste aantal van 125.000 extra banen tot 2025 te halen, is het

ook van belang de schoolverlaters uit het praktijkonderwijs en het voortge-

zet speciaal onderwijs goed in beeld te krijgen, vervolgt Paling. ‘De Wajong-

populatie lost op termijn op, dus de stijging van het aantal banen moet

komen van deze nieuwe doelgroep van schoolverlaters. We moeten hun

competenties transparant en toegankelijk maken, zodat zij goed zichtbaar

zijn voor werkgevers. Aan dat proces valt nog wel het nodige te verbeteren.’

Paling had aanvankelijk zo zijn bedenkingen bij de Wet werken naar vermo-

gen, de voorganger van de Participatiewet. ‘In 2010 hadden we de overgang

van de oude naar de nieuwe Wajong. Dat was tegelijk ook een overgang van

– kort samengevat – “werken is slecht voor je gezondheid” naar “werken

bevordert de gezondheid”. De wet zat op zich mooi in elkaar met enerzijds

een lichte dwang om aan het werk te gaan en anderzijds een keurig vangnet

als dat niet lukte. Precies wat deze groep nodig heeft. Die wet kreeg echter

maar anderhalf jaar de kans zich te bewijzen, toen kwam er weer een

nieuwe systeemwijziging. Ik had liever gezien dat die anderhalf jaar tien jaar

was geweest. Maar nu de P-wet er eenmaal is en aan haar doelstellingen lijkt

te beantwoorden, hoop ik dat we op de ingeslagen weg doorgaan. We heb-

ben er inmiddels zo veel tijd en energie inzitten, dat ik er niet aan moet den-

ken dat een volgend kabinet besluit de zaak weer op de schop te nemen.’

Meer uniformeringDat neemt niet weg dat Paling graag een paar aanpassingen zou zien. ‘We

hebben nu mensen uit de oude Wajong en de nieuwe Wajong en we heb-

ben nog mensen met een oude SW-cao. Allemaal hebben zij hun eigen

arrangementen. Iets meer uniformering van de onderliggende wet- en regel-

geving zouden wij prettig vinden. Een andere wens – ik noemde die al eer-

der – is een transparante, landelijke kaartenbak van schoolverlaters uit het

praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. Als we die twee

zaken goed hebben geregeld, dan blijft nog de kant van het werk over. Het

besef dat het om meer gaat dan alleen individuele aanpassingen op de

werkplek begint op gang te komen. Kijk naar de doelgroep en zoek naar

mogelijkheden om het werk zo te organiseren dat er plaats voor hen is. Het

vraagt om een wezenlijke andere manier van denken over de organisatie

van je bedrijfsprocessen. Dat is ingewikkeld, maar noodzakelijk willen we

toe naar een echt inclusieve arbeidsmarkt. We zijn, kortom, met de

Participatiewet goed op weg. Het bedrijfsleven heeft prima werk afgeleverd,

en de overheid zit boven het target. Weliswaar met heel veel detacheringen,

maar toch, ze zijn aan het werk. Het is nu een kwestie van enkele aanpassin-

gen van de wet en als dat lukt heb ik er alle vertrouwen in dat het goed komt

met die 125.000 extra banen.’

Hoofdartikel Participatiewet

Page 5: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 9

‘DE HERBEOORDELING IS EEN GROTE INGREEP in het

leven van deze mensen, vandaar dat we de procedure zo

zorgvuldig mogelijk hebben ingericht. Bij de vooraankondi-

gingsbrief is voor Wajongers met arbeidsvermogen bijvoor-

beeld een reactieformulier bijgesloten waarin mensen kun-

nen aangeven of zij het eens zijn met deze voorlopige

beoordeling en of zij een nadere toelichting wensen. Zijn zij

het er niet mee eens, dan nemen we eerst contact met hen

op en volgt zo nodig een gesprek met een arbeidsdeskun-

dige en/of verzekeringsarts’, zegt Arie van Duin, die als pro-

cesmanager bij UWV verantwoordelijk is voor de herinde-

ling en activering van Wajongers.

Oud en nieuwDe totale populatie Wajongers bestaat uit zo’n 250.000 men-

sen; 180.000 vallen onder de oude Wajong, 70.000 onder de

Wajong 2010. Hoewel de laatste groep al bij de aanvraag is

beoordeeld op hun arbeidsvermogen, krijgen ook die

Wajongers die volgens UWV beschikken over arbeidsver-

mogen een vooraankondigingsbrief inclusief reactieformu-

lier. Ongeveer 80% van de Wajongers met arbeidsvermogen

heeft inmiddels gereageerd op de voorlopige beoordeling.

Wie nog niet heeft gereageerd, krijgt nog een rappelbrief.

Blijft ook daarop een reactie uit, dan ontvangen zij een

beschikking, waartegen bezwaar mogelijk is. Er is ook een

groep Wajongers met arbeidsvermogen die nog niet werkt of

al dienstverlening van UWV ontvangt. Die dienstverlening

bestaat dan uit extra ondersteuning om makkelijker werk te

vinden of te behouden. Bijvoorbeeld door deskundige

begeleiding of tijdelijk inkomen aan te bieden. Deze

Wajongers worden aansluitend begeleid naar een baan.

Van deze groep zal de uitkering per 1 januari 2018 worden

verlaagd van 75% naar maximaal 70% van het wettelijk

minimumloon.

‘Duurzaam geen arbeidsvermogen’Van de 140.000 Wajongers die een voorlopige beoordeling

hebben ontvangen, beschikken er volgens UWV 54.000

over arbeidsvermogen. Dat wil zeggen dat zij beschikken

over basale werknemersvaardigheden en ten minste vier

uur per dag kunnen werken, waarvan ten minste één aan-

eengesloten uur zonder intensieve begeleiding. Van Duin:

‘Onder de groep mensen van wie wij op basis van de bij ons

beschikbare kennis aannamen dat ze over arbeidsvermo-

gen beschikken, bleek een deel gebruik te maken van de

AWBZ-dagbesteding, een voorziening voor mensen die zorg

en een zinvolle daginvulling nodig hebben. Dat wisten we

niet. We hadden vooraf het bestand gekoppeld aan dat van

het Centrum indicatiestelling zorg, maar om redenen van

privacy mag dat niet. Aan de groep oude Wajong waarbij wij

het vermoeden hebben dat er sprake is van AWBZ-

dagbesteding sturen we eerst een vragenformulier om het

dossier te actualiseren. Blijkt het vermoeden juist dan wor-

den zij ingedeeld bij de groep “duurzaam geen arbeidsver-

mogen”. De uitkering wordt dan niet verlaagd.’

Weinig bezwaarDe komende tijd is alles erop gericht om de nog resterende

ruim 100.000 vooraankondigingen af te handelen. ’We wil-

len dat iedereen voor 1 juli 2017 de brief met het voorlopige

oordeel heeft ontvangen, zodat we nog alle tijd hebben om

de Wajongers die hebben aangegeven niet akkoord te zijn,

zorgvuldig te behandelen. Onze grootste zorg is of we ieder-

een weten te bereiken. Daarom willen wij graag van ieder-

een van wie wij denken dat deze over arbeidsvermogen

beschikt een reactie hebben. Dat is nog niet helemaal gelukt.

Van de mensen die al aan het werk zijn vinden we dat geen

probleem, maar wellicht heeft ook een deel de brief onge-

opend weggegooid of denkt: “Laat ik maar niet reageren,

want dat betekent vast dat ik akkoord ga met een verlaging

van mijn uitkering.” Maar al met al kunnen we niet anders

dan tevreden zijn met hoe de herindelingsoperatie tot nu

toe is verlopen. We liggen op schema en belangrijker nog: het

aantal mensen dat bezwaar heeft aangetekend tegen de

vooraankondiging is minder dan 1%, toch een teken dat we

kennelijk zorgvuldig te werk zijn gegaan.’ �

Deel IV

Herbeoordeling WajongMedio 2016 hadden 140.000 Wajongers een zogenaamde vooraankondigingsbrief ontvangen met een voorlopig oordeel van UWV of zij wel of geen arbeidsvermogen hebben. Vóór 1 juli 2017 moet deze operatie afgerond zijn.

‘We liggen op schema’Arie van Duin, procesmanager bij UWV

RU

FUS

DE

VR

IES

8 | OKTOBER | 2016

‘Doorpakken, want anders bloedt het dood’

Carola Schouten, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie

Deel III

Volgens de Christen-UnieZe had volmondig ingestemd met de Participatiewet.‘Want niets is erger dan het uitsluiten van mensen die hoege-naamd niets kunnen’, zegt Carola Schouten, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Maar nu, een kleine twee jaar na de invoering van de wet, bekruipt haar soms enige twijfel.

DIE TWIJFEL IS ER NIET ZOZEER OVER DE WET ZELF, als wel over de haars

inziens stroperige uitvoering. ‘De Participatiewet heeft echt wat in gang gezet. Maar

we moeten alert zijn dat we niet het momentum verliezen door onnodige bureau-

cratische rompslomp.’ Schouten illustreert dit met een voorbeeld uit de praktijk. ‘Ik

sprak met een werkgever die bereid was zeven mensen met een arbeidshandicap

aan te nemen. Hij wilde graag zelf de mensen selecteren op basis van hun cv’s en

een gesprek. Dat kon niet kreeg hij te horen. De gemeente wilde zelf de selectie

maken uit het doelgroepenregister. Na anderhalf jaar duwen en trekken gaf de

ondernemer de moed op. Doodzonde.’

Puntjes van zorgEen tweede punt van zorg betreft de verdringing van mensen die net buiten het

doelgroepenregister vallen. Onlangs sprak Schouten enkele mensen met een ern-

stige visuele handicap. ‘Omdat ze het minimumloon konden verdienen hadden ze

geen toegang tot het register en dreigen zo tussen wal en schip te vallen. Daar moe-

ten we echt iets op vinden.’

Maar het grootste punt van kritiek betreft de overheid, die veel te weinig doet om

mensen met een arbeidshandicap aan het werk te krijgen. Schouten: ‘Het bedrijfsle-

ven heeft zich van zijn goede kant laten zien. Zonder opnieuw in de discussie over

de exacte cijfers te vervallen, moeten we echter helaas constateren dat er per saldo

bij de overheid nu eerder minder dan meer vaste banen voor arbeidsgehandicap-

ten zijn gekomen. We moeten nu echt doorpakken, anders dreigt de Participatiewet

dood te bloeden. Ik heb anderhalf jaar geleden al een pleidooi gehouden voor de

toegang tot het doelgroepenregister via de praktijkroute, dat wil zeggen via een

loonwaardemeting op de werkplek. Dat lijkt nu eindelijk te gebeuren. Verder zou ik

graag zien dat de werkgevers zelf op zoek kunnen gaan naar arbeidsgehandicapten

en niet hoeven te wachten tot een gemeente een geschikte kandidaat doorstuurt.

Voorwaarde is dat hun cv’s en de profielen zichtbaar zijn.’

Hoofdartikel Participatiewet

Page 6: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 11

SPIGT MAAKTE IN DE MAANDEN EROP een lange tocht

langs ministeries, onderwijskoepels, universiteiten en

gemeenten. De ex-wethouder van Dordrecht en Utrecht

hoorde overal dezelfde geluiden. ‘Natuurlijk vinden we een

inclusieve arbeidsmarkt van het grootste belang, maar ...’ En

dan kwamen de argumenten waarom het nu éven niet uit-

kwam om een of meer arbeidsgehandicapten aan te stellen.

De ene organisatie was net verwikkeld in een bezuinigings-

ronde, de andere had net al haar facilitaire diensten uitbe-

steed, een derde kon niet de geschikte kandidaten vinden.

‘Stuk voor stuk valide argumenten, maar niet wat ik wilde

horen’, zegt Spigt. Na de rondgang begreep hij dat het bij zijn

opdracht om voor meer banen voor arbeidsgehandicapten

te zorgen bij de overheid en in het onderwijs niet alleen ging

om volharding, tijd en inzet, maar ook om durf. ‘Het is vech-

ten voor iedere baan.’

Geen onwilLidia van der Klei weet dat als Wajonger als geen ander. Van

der Klei, die sinds anderhalf jaar voorzitter is van de

Wajonggroep FNV, kan net als Spigt de bezwaren die over-

heidsdiensten en onderwijsinstellingen aanvoeren tegen de

aanstelling van arbeidsgehandicapten inmiddels wel dro-

men. ‘Het is vaak geen onwil, eerder zijn vooroordelen of

onwetendheid de belemmerende factor’, zegt Van der Klei.

‘Ook heb ik vaak het idee dat gemeenten vooral zoeken in de

kaartenbak van de bijstand, in plaats van in die van de

Wajong. En dan zijn er nog gemeenten die best willen, maar

niet de juiste mensen kunnen vinden.’

Desondanks is de overheid erin geslaagd aan haar taakstel-

ling te voldoen. Tot nu toe werden 5.453 banen voor arbeids-

gehandicapten gecreëerd in de overheidssector, ruim 2.000

meer dan de taakstelling eiste. Maar bij deze fraaie cijfers past

een kanttekening. Bij veruit de meeste banen gaat het om

detacheringen van mensen uit de SW-bedrijven, om mensen

die dus al een baan hadden. ‘Klopt,’ zegt Spigt, ‘maar ik vind

het vooralsnog niet zo’n probleem. We zitten in een over-

gangsfase, de huidige SW-bedrijven moeten op termijn veran-

deren en nieuwe arbeidsplaatsen liggen niet voor het opra-

pen. Daarbij komt dat een aantal mensen graag vasthoudt

aan hun dienstverband bij het SW-bedrijf. Dat geeft hun een

terugvaloptie en dus meer financiële zekerheid. Maar natuur-

lijk moet het aantal “echte” banen omhoog, dat blijft het doel.

Dat lukt niet zonder aanpassingen van de wet. Bijvoorbeeld

door werkgevers te vrijwaren van het betalen van een ontslag-

vergoeding voor deze groep mensen als er een vangnet is.’

OverstagMaar er is meer nodig dan dat. Het gaat vooral om een andere

instelling, vervolgt Spigt. ‘Een inclusieve arbeidsmarkt vraagt

om een andere inrichting van de werkprocessen. Dat vraagt

tijd en een andere manier van denken. Maar de kop is eraf, ik

ken inmiddels genoeg voorbeelden bij publieke en private

partijen waar het is gelukt om een duurzame baan voor een

arbeidsgehandicapte te realiseren. Dat leg ik bij mijn werkbe-

zoeken voor aan vergelijkbare organisaties: “Kijk, zo doe je dat

dus, jullie mogen die voorbeelden kopiëren, daar staat geen

straf op.” Als ik dat maar vaak genoeg doe, gaan er steeds

meer overstag. Ik merk de laatste tijd dat er wel degelijk iets is

veranderd, er wordt meer over het onderwerp gepraat en er

wordt beter nagedacht over hoe men banen kan creëren

voor deze doelgroep. En hoe meer mensen er bij een werkge-

ver een aangepaste baan hebben, hoe makkelijker het zal

worden om de groep uit te breiden. Want ook hier geldt:

onbekend maakt onbemind.’ Lidia van der Klei valt hem bij:

‘Bedrijven moeten niet op zoek gaan naar de juiste persoon

voor een vacature, ze moeten het werk aanpassen aan de

persoon.’ Zelf heeft ze inmiddels een geschikte baan gevon-

den als administratief ondersteuner bij de gemeente Gennep.

‘Een hartstikke leuke baan’, zegt ze. En nog leuker is dat de

proefplaatsing net is omgezet in een vast contract. Spigt heeft

er weer een best practice bij.

Deel VI

Overheidsbanen en WajongersHet wilde aanvankelijk niet erg vlotten met de overheidsbanen voor arbeidsgehandicapten. Vandaar dat in maart vorig jaar staats-secretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloot tot de aanstelling van een banenambassadeur in de persoon van Hans Spigt.

‘Het is vechten voor iedere baan’

Hans Spigt, banenambassadeur

JIR

I BÜ

LLE

R

10 | OKTOBER | 2016

Deel V

Volgens de Transitie-commissieHan Noten is burgemeester van Dalfsen en voorzitter van de Transitie-commissie Sociaal Domein. Volgens hem is de transitie die de Participatiewet had moeten maken naar het centraal stellen van de mens in plaats van de institutie maar half gemaakt.

‘HET GAAT BIJ DE DRIE GROTE decentraliseringoperaties die door Rutte-II in

gang zijn gezet om het centraal stellen van de mensen in plaats van de institu-

ties’, zo vat Noten het samen. ‘Bij de Wmo en AWBZ is dat aardig gelukt, met wat

in de volksmond “het keukentafelgesprek” is gaan heten. Die geest zie je terug in

de Participatiewet, maar helaas is daar de draai maar half gemaakt. Dat ligt niet

zozeer aan de wet zelf, maar aan alles wat later rond die wet is opgetuigd, denk

aan de banenafspraak en de Quotumwet. Die brachten weer een heel circus aan

instituties in stelling. Er werd onnodig veel complexiteit aan toegevoegd, terwijl

we daar nu juist vanaf wilden. In Dalfsen hebben we, als een van de zeer weinige

gemeenten, onze SW’ers gewoon in dienst genomen bij een speciaal met dat

doel opgerichte stichting. Op die manier kunnen we snel en direct met de doel-

groep aan de slag en rommelen we ons aardig door die opgetuigde bureaucratie

heen van banenafspraken, verplichte re-integratietrajecten, enzovoort, enzo-

voort. Zouden we ons aan alle regels houden, dan zitten die mensen onnodig

lang op de bank te niksen, wat zo ongeveer het ergste is wat je ze kunt aandoen.’

Wantrouwen tegen maatwerkNoten snapt best dat de Quotumwet nodig is, dat er controle moet zijn en dat bij

voorkeur mensen in gelijke omstandigheden gelijk moeten worden behandeld:

‘Daar is onze bureaucratie zo ongeveer voor opgericht. Het heeft ons veel waar-

devols gebracht, maar tegelijkertijd belemmert diezelfde bureaucratie ons soms

goed te kijken naar het individu. Een pianist die een vinger mist, is een ander

geval dan een burgemeester met vier vingers. Maar in onze bureaucratie

bestaat een soort institutioneel wantrouwen tegen maatwerk. En laat maatwerk

nu precies zijn wat een goede uitvoering van de Participatiewet nodig heeft.

Mijn advies: eerst zorgen dat zo veel mogelijk mensen worden geplaatst en pas

dan de hele boel regelen. Geef mensen en gemeenten meer autonomie. Ja, dan

krijg je verschillen tussen mensen, maar om met een mooi Jiddisch spreek-

woord te spreken: iedereen is gekneed uit hetzelfde deeg, maar niet gebakken

in dezelfde oven.’

‘We rommelen ons aardig door de bureaucratie heen’

Han Noten, voorzitter Transitiecommissie Sociaal Domein

Hoofdartikel Participatiewet

Page 7: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 13

1-meting IN CIJFERS

BR

ON

: MIN

IST

ER

IE V

AN

SZ

W IN

FOG

RA

PH

IC: K

AY

CO

EN

EN

Bij werkgevers in de markt- en overheidssector zijn sinds 1 januari 2013 21.057 banen ingericht

voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit blijkt uit de UWV-cijfers van de 1-meting die

staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze zomer naar de

Tweede Kamer heeft gestuurd. De ambitie zoals die is vastgelegd in het sociaal akkoord was dat er eind 2015 ten minste 9.000 banen van 25,5 uur – 6.000 in de marktsector en 3.000 bij de overheid – zouden moeten zijn gerealiseerd. Die doelstelling is dus ruimschoots gehaald.

Doelgroepparticipatiewet

3.489

Wajong9.011

Wsw-detacheringen9.987

Inleenverbanden2.291

Wsw-begeleid werk244

WIW/ID-2.939

Realisatie

21.057banen

Wsw-wachtlijsten Wsw-indicatie

-1.025

Doelstelling: 3.000 banenRealisatie: 5.4

53 banen

Doelstelling: 6.000 banen

Realisat

ie: 1

5.6

04

ban

en

OVERHEID BEDRIJFS-LEVEN

Aantal banen voor mensen met een arbeidshandicap in 2015

Wiw

: Wet

insc

hak

elin

g w

erkz

oeke

nd

en/I

D: B

eslu

it in

- en

doo

rstr

oom

ban

en

12 | OKTOBER | 2016

Deel IX

1-meting‘Er zijn 21.057 banen bijgekomen’NADAT IN HET SOCIAAL AKKOORD was afgesproken dat werkgevers

voor 2025 125.000 extra banen voor arbeidsgehandicapten dienden te

realiseren, kreeg UWV de taak toebedeeld jaarlijks een telling uit te voe-

ren waarmee het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(SZW) de voortgang van deze banenafspraak kan monitoren. Afgelopen

juli werden de resultaten bekend van de eerste formele meting, de zoge-

naamde 1-meting, met peildatum 31 december 2015. Ten opzichte van

de nulmeting van eind 2012 bleken er volgens de telling van UWV 21.057

banen bij te zijn gekomen voor arbeidsbeperkten: 15.604 in de marktsec-

tor en 5.453 bij de overheid. Arjen Michels, manager Gegevensdiensten

bij UWV: ‘Op basis van de nulmeting is door het ministerie van SZW vast-

gesteld dat de gemiddelde omvang van een “doelgroepbaan” 25,5 uur is.

Deze rekenfactor is vervolgens toegepast op de aantallen verloonde

uren die UWV telde voor de doelgroep.’ De kritiek dat het niet in alle

gevallen om extra banen zou gaan – sommige critici menen dat het

slechts om een toename van 13.500 gaat – is te herleiden tot de door

SZW gehanteerde methode van het tellen van verloonde uren. Michels:

‘We tellen geen banen, maar uren. Dus ook de extra verloonde uren van

iemand uit de doelgroep die al een baan heeft, worden meegeteld voor

de banenafspraak.’

Deel ViII

Instroom Wajong‘Het aantal zal verder zakken’IN 2014, HET LAATSTE JAAR VOOR de invoering van de

Participatiewet, stroomden 17.400 mensen de Wajong in. Nu na de

invoering van de wet alleen nog mensen van wie door UWV is vastge-

steld dat zij niet beschikken over arbeidsvermogen een een Wajong-

uitkering krijgen, is dit aantal gedaald tot 4.500 in 2015 om in 2016 naar

verwachting verder te dalen tot ongeveer 4.000. Dit aantal zal de

komende jaren nog verder zakken, zegt Ed Berendsen, senior beleidsad-

viseur bij UWV. ‘We hebben nu nog te maken met instroom uit eerdere

Wajong-regelingen. Het gaat vooral om zogenaamde herlevende uitke-

ringen ofwel uitkeringen die eerder zijn beëindigd wegens bijvoorbeeld

een sanctie of herstel, en die nu weer heropend worden. De instroom

houdt aan zolang er nog een oud Wajong-bestand is.’

De instroom onder de nieuwe Wajong 2015 was met 1.298 in 2015 min-

der dan de helft van de totale instroom, de rest betreft oude Wajong-

regelingen. Voor dit jaar verwacht Berendsen dat de instroom onder de

nieuwe Wajong nog wat zal stijgen tot ongeveer 1.900 uitkeringen. De

invoering van de nieuwe wet had uiteraard ook effect op het aantal

Wajong-aanvragen. Dat daalde van 29.000 in 2014 tot naar verwachting

13.000 in 2016. En ook dat cijfer zal de komende jaren verder dalen, ver-

wacht Berendsen.

Deel ViI

Kandidaten-verkenner‘Kandidatenverkenner banenafspraak’ heet het door UWV ontwikkelde instru-ment dat is bedoeld voor werkgevers en intermediairs die een kandidaat zoe-ken uit het doelgroepregister, waarin alle mensen staan die onder de banen-afspraak vallen.

MET DE KANDIDATENVERKENNER krijgen zij een completer inzicht in de

doelgroep op basis van criteria zoals het opleidingsniveau, de beschikbaar-

heid en de reistijd. Astrid Hendriks, programmamanager Banenafspraak bij

UWV: ‘Werkgevers kunnen met deze tool zelf kandidaten selecteren op

hoofdkenmerken. Nee, er staat niet in vermeld of de kandidaat man of

vrouw is, welke arbeidshandicap de kandidaat heeft of hoe oud hij of zij is.

We hebben uiteraard rekening te houden met de privacywetgeving.’

De Kandidatenverkenner staat inmiddels op werk.nl. Werkgevers kunnen

nu al via een WerkgeversServicepunt of via werk.nl in contact komen met

mensen uit de doelgroep banenafspraak. Hendriks: ‘De kandidatenverken-

ner is niet dé oplossing, het is een extra service aan werkgevers. De ervaring

leert dat digitaal matchen voor deze doelgroep niet voldoende is. Dus als de

werkgever op basis van de kandidatenverkenner informatie over kandida-

ten heeft aangevraagd, volgt altijd nog een persoonlijk onderhoud met

UWV of de gemeente over de geschiktheid van de kandidaten voor de

betreffende functie.’

‘Het is een extra service voor werkgevers’

Astrid Hendriks, programmamanager Banenafspraak bij UWV

Hoofdartikel Participatiewet

Page 8: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

Hoed u voor

De Wolf!

14 | OKTOBER | 2016

John de Wolf is een veelzijdig man. Als voetballer was hij de vleesgeworden onverschrokkenheid, vervloekt door zijn tegenstanders, aanbeden door zijn – vaak vrouwelijke – fans. Later maakte hij furore als dancer with the stars, presentator en theatermaker. Maar boegbeeld voor de aanpak van werkloosheid onder ouderen? Dat had niemand achter hem gezocht …

InterviewFOTOGRAFIE HOLLANDSE HOOGTE/TIM BODE VI

TEKST GERT HAGE

Hoed u voor

De Wolf!

KEIHARDE VERDEDIGER VAN 50-PLUSSERS

Page 9: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

ParticiperenIn de participatiemaatschappij moet iedereen meedoen. Maar als je dat gewoon niet kúnt, dan moet er een instantie zijn die je helpt, zoals UWV

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 17

FOTO

GR

AFI

E M

AU

RIT

S G

IES

EN

TE

KS

T M

AR

LIE

S R

UIJ

TE

R

Hanneke (52, Wajong)lijdt aan dissociatieve identiteitsstoornis (DIS). Vroeger heette dat een meervoudige persoonlijk-heidsstoornis.

‘Het is vaak druk in mijn hoofd. Verschillende persoonlijkheden strijden om op de voorgrond te treden. Soms ben ik gewoon Hanneke, maar soms neemt een van mijn andere persoonlijkheden het over. Bijvoorbeeld Lissa. Zij is een vrolijk, ongeschonden meisje van zeven jaar. Zij is vaak en heel sterk aanwezig. Mijn man accepteert Lissa, hij kent haar inmiddels goed. Het is een soort kind van ons. We vieren ook haar verjaardag. Ze zet haar schoentje voor Sinterklaas. Met Lissa is het heel gezellig en luchtig in huis. Maar er zijn ook andere persoonlijkheden die boos, depressief en zelfs suïcidaal zijn. DIS ontwikkelt zich wanneer je langdurige traumatische ervaringen uit je jeugd niet alleen kunt verwerken. Je verdeelt ze als het ware over meerdere personen om te kunnen overleven. Iedere persoonlijkheid heeft eigen herinneringen en emoties. Wat het lastige is aan DIS, is dat mensen niet aan je zien dat je ziek bent. Voor een buitenstaander ben ik een normale, intelligente vrouw. Het is moeilijk uit te leggen waarom ik niet in staat ben om te werken. Het omgaan met de persoonlijkheden in mijn hoofd is vaak uitputtend. Vaak lees je in Perspectief, het magazine dat UWV me stuurt: blijf actief, doe vrijwilligerswerk. Maar voor mij is dat onmogelijk. Werken wordt vaak gezien als dé manier om je leven vorm te geven, om voldoening en erkenning te krijgen. Maar ik heb mijn leven, zo ver als mogelijk, ook prettig ingevuld. Ik heb een man – die mij neemt zoals ik ben – en voor wie ik op mijn manier zorg. Ik heb veel vrienden. Zij betekenen veel voor mij, maar ik ook voor hen. Dat is voor mij heel waardevol.’ Lees meer van Hanneke op haar blog: https://hanrent.wordpress.com

‘Soms ben ik Hanneke, maar soms neemt een ander het over’

16 | OKTOBER | 2016

VOORAFGAAND AAN ZIJN BENOEMING TOT AMBASSADEUR ouderen-

beleid had voormalig voetbalvedette John de Wolf een gesprek met minis-

ter Asscher. Bij binnenkomst in de werkkamer van de minister viel direct

zijn oog op een groot Ajax-bord. Dat was even slikken voor de man die

Feyenoord naar eigen zeggen ‘voor eeuwig in zijn hart meedraagt’. Hij her-

pakte zich snel, want ‘wat is mooier dan dat 010 en 020 de handen ineen-

slaan om 50-plussers aan een baan te helpen?’

Niet iedereen reageerde even positief op uw benoeming. Verraste de kritiek u?‘Nee, ik ben topsporter geweest, ik weet hoe het werkt. De ene week word je

bejubeld, de andere week word je bedolven onder de kritiek. Maar ik heb

een brede rug en eerlijk gezegd gaat het meeste ook aan mij voorbij. Het

belangrijkste is dat ik het een ontzettende eer vind dat ik mijn bekende kop

mag inzetten om ouderen weer aan het werk te krijgen. We zijn begonnen

het probleem zo breed mogelijk onder de aandacht te brengen door voor

flink wat reuring te zorgen. Dat is behoorlijk goed gelukt, al zeg ik het zelf. Nu

gaan we een nieuwe fase in. Geen woorden, maar daden, dat past bij mij. Ik

ben een aanpakker. Ook al is het in principe maar voor zes uur per week, ik

zie het zeker niet als een bijbaantje. Man, ik rijd het hele land door om bij-

eenkomsten te bezoeken, pitches bij te wonen, noem maar op. Ik zit meer in

de auto dan bij mijn vrouw op de bank.’

Hoe zijn ze bij u terechtgekomen?‘Dat moet je niet aan mij vragen, maar ik deed al iets met de doelgroep. Twee

keer per week ga ik met werkloze 50-plussers uit Maassluis, Vlaardingen en

Schiedam sporten. Dat is belangrijk. Ze leren op tijd te komen, komen weer

onder de mensen en worden lekker fit. Ik zag ze in een paar weken verande-

ren, ze kregen weer een frisse kop. Dat helpt als je gaat solliciteren. Dat ik zelf

50-plus ben zal ook wel een rol hebben gespeeld bij mijn benoeming, maar

het zal hen toch vooral om mijn bekende kop te doen zijn geweest.’

Bent u zelf ooit werkloos geweest? ‘Nee, maar ik ken mensen in mijn omgeving die het is overkomen. Een ramp

is het. Van de ene dag op de andere zit je thuis na tientallen jaren voor je

baas te hebben gewerkt. Ik snap goed dat als je dan ook nog honderd keer

tevergeefs solliciteert naar een baan, de moed je in de schoenen zakt. Ik kan

hen niet helpen aan een baan. Wat ik doe, is goed naar ze luisteren en de

problemen waar zij tegenaan lopen doorspelen aan het ministerie. Laatst

heb ik een groep van vijftien werkloze 50-plussers, die mij persoonlijk had-

den benaderd, meegenomen voor een gesprek op het ministerie. Het is

belangrijk dat zij zich gehoord en gezien voelen.’

Wat raadt u hun aan?‘Houd je ogen open en blijf niet maar dromen van die ene baan. Oriënteer je

zo breed mogelijk, volg cursussen en wees niet bang voor nieuwe dingen

die op je pad komen. Als ze vorig jaar tegen mij hadden gezegd: “John, vol-

gend jaar sta je 42 keer in een uitverkocht theater”, had ik ze hard uitgela-

Interview

‘Ik zie het zeker niet als een bijbaantje: ik zit meer

in de auto dan bij mijn vrouw op de bank’

John de Wolf (Schiedam, 1962)was van 1983 tot en met 2000 profvoetballer bij achtereen-

volgens Sparta, FC Groningen, Feyenoord, Wolverhampton

Wanderers (Engeland), Hapoel Ashkelon (Israël) en

Helmond Sport. Ook speelde hij in het Nederlands elftal.

Daarna werd hij trainer van diverse amateurclubs, tegen-

woordig van GVVV uit Veenendaal. Daarnaast is De Wolf

actief als (sport)presentator en tv-analyticus en staat hij in

het theater met voetbalanekdotes. Sinds april 2016 is hij

ambassadeur ouderenwerkloosheid.

chen. Nu sta ik er, samen met nog een paar andere oud-voetballers. In het

begin met klotsende oksels, nu heb ik er ontzettende lol in.

O ja, nog iets: blijf fit en sport. Dat geeft structuur aan je leven en je krijgt er

energie en een goed humeur van. Waarmee ik trouwens niet wil zeggen dat

50-plussers over het algemeen niet fit zijn, integendeel.’

Dat vooroordeel is hardnekkig. Hoe bestrijd je dat? ‘Door zelf het goede voorbeeld te geven. Ik ben 53, maar voel mij nog hart-

stikke jong. En ik ben niet de enige. Toen mijn vader 50 werd, vond ik hem

oud. Maar de vijftigers van nu zijn anders dan die van toen. Het gekke is dat

werkgevers die het hardste roepen dat zij geen vijftigers willen omdat die te

vaak ziek of niet flexibel genoeg zouden zijn, zelf meestal de vijftig zijn

gepasseerd. Hoe zit dat met hen? Zijn ze vaker zwak, ziek of misselijk? Nou

dan, waar hebben ze het over?

Duurder zijn de 50-plussers vaak wel, dat klopt, mensen zitten dan vaak aan

het einde van hun loonschaal. Maar daar tegenover staat dat zij meer erva-

ring en rust hebben. Laatst heb ik een aantal jongeren aan een baan gehol-

pen bij een bedrijf in Maassluis dat door hen aan te nemen de oudere werk-

nemers, van wie zij er veel hebben, wilde ontzien voor zwaarder werk en

overuren. Dat is ook mooi, want ideaal is een mix van jong en oud.’

U lijkt te genieten van uw nieuwe baan.‘Man, ik kan mijn geluk niet op. Ik maak zoveel mooie dingen mee. Ik was bij

een elevatorpitch in Hotel New York in Rotterdam. Het hotel had vijftien

50-plussers uitgenodigd die vijf minuten de tijd kregen om zich te presente-

ren. Ik mocht daarna ieder van hen een vraag stellen. Op zich is het al gewel-

dig dat het hotel voor drie vacatures graag 50-plussers wil. Dat ze dan ook

nog met een pitch de uiteindelijke selectie doen in plaats van af te gaan op

hun cv’s maakt het nog mooier. Ik roep bij dezen alle werkgevers op bij de

werving van nieuwe mensen een paar 50-plussers op gesprek uit te nodi-

gen. Dan komen ze er snel genoeg achter dat de meeste van hen nog volop

in het leven staan en dat er dus geen enkele reden is om ze op voorhand al

af te wijzen.’

InterviewInterview

FOTO

GR

AFI

E M

AU

RIT

S G

IES

EN

TE

KS

T M

AR

LIE

S R

UIJ

TE

R

Page 10: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 19

Paul: 'Ik vind het leuk om met voeding te werken, worstenbroodjes en zo ...'

Jos van Delft

KE

ES

RIJ

KE

N

18 | OKTOBER | 2016

Gastvrijheidsdienstverlener Hutten uit Noord-Brabant wil nóg inclusiever worden. Iedereen met een afstand tot de arbeids-markt is welkom. Ook ex-gedetineerden? Hr-manager Jos van Delft: ‘Ook daar vinden we een oplossing voor.’

Welkom!

K KAN GEBARENTAAL, wat is jouw superpower?’

staat met grote letters geschreven op de muur van de

huisbakkerij van Hutten in Veghel. Een deegroller die

eronder is geschilderd onderstreept deze woorden. Op

de achtergrond zijn ‘samenwerkers’ bezig versgebak-

ken broodjes uit de oven te halen. De bakkerij wordt

bemand door doven en slechthorenden. Het is slechts

één manier waarop cateringreus Hutten vorm geeft aan een inclu-

sieve organisatie. Bij Hutten werken momenteel 1.600 mensen van

wie er 90 volgens de wettelijke kaders een afstand tot de arbeids-

markt hebben. Bakkerij Hutten is van oorsprong een familiebedrijf

dat werd opgericht in 1929 en in de jaren negentig door kleinzoon

Bob Hutten is ontwikkeld tot ‘gastvrijheidsdienstverlener’.

Het bedrijf straalt plezier en enthousiasme uit. Vanaf de vrolijke

muziek die de bezoeker toeschalt op de parkeerplaats tot de kleur-

rijke ruimte die werknemers kunnen gebruiken voor ‘inspiratie’. Het

moet een feest zijn hier te werken. En op dat feest is iedereen wel-

kom want Hutten gelooft in een samenleving waarin ook kwetsbare

groepen meedraaien. Om dat geloof meer handen en voeten te

geven is sinds een aantal maanden Jos van Delft aangesteld. Zijn

start als adviseur Inclusiviteit is mede mogelijk gemaakt door onder-

steuning van Start Foundation, een onafhankelijk maatschappelijk

investeerder die investeert in inclusieve projecten. En op dat gebied

had Hutten al een naam.

Kopjes en kontjesAan het begin van 2016 had Hutten namelijk De Verspillingsfabriek

opgezet. Een plek waar van bijvoorbeeld reststromen – kopjes en

kontjes van tomaten, doorgedraaide uien en wortels – soepen en

sauzen worden gemaakt. In De Verspillingsfabriek werken mensen

uit het doelgroepregister. Start Foundation kwam met Hutten in

gesprek, op zoek naar bedrijven die wilden groeien in hun inclu-

sieve aanpak en daarbij hulp nodig hadden. Adviseur Doesje

Fransen van Start Foundation: ‘We hebben onderzocht in welke

mate werkgevers worden beïnvloed door de handicap of het belaste

verleden van een sollicitant.’ Conclusie: mensen met een fysieke of

chronische aandoening worden eerder geaccepteerd dan ex-crimi-

nelen of ex-verslaafden, die niet tot moeilijk worden geaccepteerd.

‘Deze mensen komen daardoor niet makkelijk uit de uitkeringssitua-

tie. Als dat wél lukt, levert het de maatschappij veel op. Wij denken

daarom dat bedrijven verder zouden moeten kijken dan de

Participatiewet lang is. Daar ondersteunen wij ze bij.’

Het is de opdracht van Jos van Delft om Huttens inclusiviteit van

ruim 5% ‘medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt’ te ver-

dubbelen naar 10%. Door zijn ervaring met re-integratie heeft Van

Delft een groot netwerk in de regio en een neus voor mogelijkheden.

Hij vertelt over een kokkin van 60, die nog met veel plezier in de

ketels stond te roeren, maar die aangaf dat ze het zware tilwerk in de

keuken niet meer aankon. ‘We hebben toen een Wajonger gevon-

den die dit tilwerk vier uur per dag van haar overneemt, zodat zij

kan blijven werken. Het is een kwestie van beschaving en goeie wil

om er met elkaar uit te komen.’

AmbassadeursfunctieVan Delft denkt dat het bij het halen van die 10% cruciaal is dat er

breder wordt gekeken dan naar Wajongers alleen. ‘In principe is het

vervullen van die 5% inclusiviteit met Wajongers een vrij makkelijke

opdracht want er is veel subsidie.’ Wat Van Delft betreft zijn ook

mensen met een strafblad welkom bij Hutten. Maar er is nog nie-

mand aangesteld met een detentieverleden. Van Delft: ‘We zoeken

nog naar de juiste vorm. Er zitten nadelen aan. Stel dat we een pro-

ductielijn opzetten. Kunnen we dan daarmee bijvoorbeeld een pro-

ject cateren voor een evenement als de Eurotop? Om zo’n project te

krijgen moet je via antecedentenonderzoek aantonen, dat de werk-

ReportageFOTOGRAFIE MARTIN WAALBOER

TEKST HANNY ROSKAMP

HUTTEN DENKT INCLUSIEF

KE

ES

RIJ

KE

N

Page 11: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 21

fotoreportage

Vjerana (links op de foto naast haar opleider Sophie): 'Vroeger was ik kok in Kroatië, nu werk ik vijf jaar hier, en ik vind het super.'

Christel: 'Het leukst is inpakken en stickeren.'

20 | OKTOBER | 2016

� nemers een “schoon” verleden hebben. Dat is voor ons een overwe-

ging. Maar misschien vinden we daar een oplossing voor, bijvoor-

beeld via In-Made, daar lopen supergave projecten met diensten en

producten van penitentiaire productiebedrijven.’

Ook voor asielzoekers en statushouders moeten we als samenle-

ving meer verantwoordelijkheid nemen, meent Van Delft. En ook

dat moet vorm krijgen bij Hutten. ‘We hebben een vrij grote ruimte in

De Verspillingsfabriek over. Daar willen we projecten opzetten waar

we bijvoorbeeld werkervaringsplaatsen koppelen aan een opleiding

taal- en basisvaardigheden voor houders van een vluchtelingensta-

tus. Als we mensen alleen maar op hun economische waarde selec-

teren, dan komen we er niet.’

Naast het aansturen van het eigen inclusieve beleid gelooft Van

Delft ook in de ambassadeursfunctie die Hutten kan hebben, juist

omdat het bedrijf bij zo veel andere bedrijven over de vloer komt.

‘Meestal gaat het met werknemers met een afstand tot de arbeids-

markt op de werkplek erg goed. Omdat we representatieve taken

vervullen, in kantines bijvoorbeeld, zien andere bedrijven waar wij

voor staan. Dat kan betekenen dat je de opdrachtgever inspireert om

meer aan inclusiviteit te doen. Zeker als je uitlegt wat wel werkt en

wat niet. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een collega met een leerach-

terstand, die erg charmant en representatief is. Zij is in haar element

met koffie serveren en de bedrijven waar ze komt zijn blij met haar.

Dat opent hun ogen voor de mogelijkheden. Je kunt alle kennis voor

jezelf houden, maar wij willen ook een voorbeeld zijn en anderen

inspireren.’ �

UWV helpt Hutten Hutten doet al jaren zaken met het WerkgeversServicepunt Noordoost-Brabant, een samenwerkingsverband van UWV, gemeenten en SW-bedrijven. Het WerkgeversServicepunt helpt graag mee om de inclusiviteit bij Hutten te verdubbelen naar 10%. Jeroen van der Harst van UWV: ‘Zo kan Hutten uit ons kandidatenbestand van de hele regio putten bij de invulling van vacatures. Hutten staat ook open voor jobcarving, het aanpassen van de functie aan de mogelijkheden van de kandidaat. Zo wordt de kans op een match groter.’ UWV ontwikkelt momenteel de tool ‘Kandidatenverkenner banenafspraak’ voor werkgevers en intermediairs die een kandidaat uit de doelgroep banenafspraak zoeken. Deze tool toont geanonimiseerde profielen van kandidaten die voldoen aan het zoekprofiel. Hutten heeft al kennisgemaakt met de kandidatenverkenner in een regionale testomgeving. Van der Harst: ‘De eerste reacties zijn positief. Zowel bij Jos van Delft als het WerkgeversServicepunt Noordoost-Brabant.’

‘Als we mensen alleen maar op hun economische waarde selecteren, komen we er niet’

Jos van Delft, hr-manager bij Hutten

René en garde

Marcel: 'Net als bij banket is variatie in het soort collega's erg belangrijk.'

Bas past de juiste hoeveelheid meel af

Page 12: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

Wetenschap is beterschap

22 | OKTOBER | 2016

Wetenschap is beterschap

DubbelinterviewFOTOGRAFIE KOOS BREUKEL

TEKST FRANK VAN WIJCK

Wat is de scope van uw onderzoek?‘Het lectoraat gaat kennis in het arbeidsdeskun-

dig domein ontwikkelen. Dat betreft in principe

het hele domein van re-integratie van mensen

die momenteel buiten het arbeidsproces staan,

van werkhervatting van zieke werknemers tot

claimbeoordeling. Doel is kennis te ontwikkelen

om voor mensen de mogelijkheden te vergroten

om via betaald werk te participeren in de samen-

leving, dus ook mensen met arbeidsbeperkingen.

Er bestaat een grote kennisbehoefte hoe mensen

met een arbeidsbeperking succesvol en duur-

zaam aan het werk kunnen komen of blijven.

Het thema arbeidsparticipatie is actueel, zeker nu

de sociale partners afspraken hebben gemaakt

over het gegeven dat meer mensen – ook mensen

met een beperking – in reguliere banen aan het

werk moeten. Het feit dat Instituut Gak dit lecto-

raat mede mogelijk heeft gemaakt, onderstreept

het belang dat hieraan wordt gehecht. Het lecto-

raat is in eerste instantie ingesteld voor een peri-

ode van vijf jaar. Mijn werk begint met het opstel-

len van een onderzoeksprogramma op basis van

wat we vanuit eerdere onderzoeken al weten en

wat niet, en gesprekken met het veld.’

Hoe helpt uw werk de participatiesamenleving vooruit?‘Het gaat erom zo veel mogelijk mensen naar

regulier betaald werk te leiden. We hebben het

hierbij over zieke mensen en over mensen die

onder de Participatiewet vallen. Bij die laatste

gaat het om meer dan een – lichamelijke of gees-

telijke – ziekte alleen: er spelen vaak ook andere

belemmeringen mee. Voor deze mensen kunnen

mooie beleidsdoelstellingen worden geformu-

leerd, maar er zijn concrete handvatten nodig om

die te realiseren. Je ziet bijvoorbeeld bij jongeren

die onder de Wajong vallen, dat het wel lukt om

ze in een werkomgeving in te passen, maar dat ze

na verloop van tijd toch weer uitvallen. Blijkbaar

wordt dus nog onvoldoende gekeken naar hoe

passend dat werk is. Op dit gebied is meer kennis

nodig dan nu beschikbaar is. En hetzelfde geldt

voor kennis over de vraag wat werkgevers bereid

maakt om de mensen met een arbeidsbeperking

in dienst te nemen.’

Wat kan UWV van uw werk leren?‘De arbeidsdeskundigen staan voor de uitdaging

om hun kennis en expertise rondom passend

werk meer voor het voetlicht te brengen. Ze wor-

den op dit moment vaak pas ingevlogen als

iemand al langdurig uit het arbeidsproces is. Ze

zouden eigenlijk veel eerder in het werkhervat-

tingsproces een rol moeten kunnen spelen. Dit

lectoraat wil zich hard maken voor de arbeids-

deskundigen en hun prachtige vak. Ik zie heel

mooie kansen voor arbeidsdeskundigen. Zeker

nu werk zo verandert: aan de onderkant van de

arbeidsmarkt verdwijnen banen en flexibilisering

en robotisering spelen een steeds grotere rol.

Werk wordt dus complexer en daarmee moeten

arbeidsdeskundigen in hun beoordelingen reke-

ning houden. Die toenemende complexiteit van

werk heeft immers consequenties voor de con-

clusies die arbeidsdeskundigen trekken over

iemands arbeidsvermogen. Zij móeten dus op de

hoogte zijn en blijven van de actuele kennis op dit

gebied en dit lectoraat gaat een rol spelen om hen

die te bieden. Vandaar dat we met dit lectoraat

graag met UWV, waar veel arbeidsdeskundigen

werkzaam zijn, willen samenwerken en kennis

willen delen.’

Voor mensen die na ziekte willen terugkeren in het arbeidsproces, of voor wie ondanks een beperking een geschikte werkomgeving wordt gezocht, is een correcte inschatting van hun arbeidskundige belastbaarheid essentieel. Shirley Oomens en Peter van Muijen doen allebei, langs verschillende lijnen, onderzoek dat die inschatting beter mogelijk moet maken.

Shirley Oomens, sinds 1 mei 2016 bijzonder lector arbeidsdeskundigheid aan de Hogeschool van Arnhem Nijmegen

Page 13: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 25UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 25

‘Ik doe niet wat ik zou willen doen’

ParticiperenIn de participatiemaatschappij moet iedereen meedoen. Maar als je dat gewoon niet kúnt, dan moet er een instantie zijn die je helpt, zoals UWV

FOTO

GR

AFI

E M

AU

RIT

S G

IES

EN

TE

KS

T M

AR

LIE

S R

UIJ

TE

R

Marije Hopman (43, Wajong) was 9 toen artsen ontdekten dat zij een deel van haar hersenbalk mist.Ze redt zich prima in het leven, maar accepteren dat ze niet alles kan, is niet gemakkelijk.

‘Ik heb verschillende banen gehad. Maar als er veel dingen tegelijk gebeuren, raak ik gestrest. Doordat ik een deel mis van de hersenbalk (de hoofdverbinding tussen de hersenhelften, red.), kan ik maar één ding tegelijk. Ik ben iets langzamer dan anderen, heb geen ruimtelijk inzicht en grapjes begrijp ik soms niet. Ik vind het leuk om met mensen om te gaan, maar echte vriend-schap is moeilijk. Zo is het in mijn leven: ik red me goed, maar ik loop geregeld tegen mijn beperkingen aan. Dat vind ik moeilijk. Ik kom pas sinds kort toe aan de acceptatie van mijn beperking, omdat ik er nu meer van afweet. Hobby’s heb ik gelukkig genoeg. Ik maak video’s, ik help als vrijwilliger mensen die niet goed met de computer kunnen omgaan, ik fiets graag op mijn racefiets, wandel, bezoek musea. Het is allemaal leuk, maar ik doe niet wat ik zou willen doen. Als ik mijn beperking niet had, zou ik een muziekinstrument willen spelen. Gitaar of saxofoon. En misschien zou ik naar de universiteit gaan. Sociologie studeren. Maar goed, er zijn genoeg mensen die geen beperking hebben en die ook niet naar de universiteit kunnen. Ik zou het ook wel heel fijn vinden om weer te werken.’

24 | OKTOBER | 2016

Interview

‘Ik hoop dat verzekeringsartsen hier

iets aan hebben’

Wat is de scope van uw onderzoek?‘Ik promoveer op 23 november aan de Vrije Universiteit

op onderzoek dat onder andere heeft geleid tot een

model om vermoeidheid en werkvermogen te voorspel-

len bij mensen die behandeld zijn voor kanker en die

een arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvragen. Het

aantal mensen met kanker is toegenomen, maar omdat

de behandelmogelijkheden sterk zijn verbeterd, overle-

ven steeds meer mensen de ziekte. De meerderheid

weet binnen twee jaar na ziekmelding het werk te her-

vatten, maar UWV ontvangt toch ieder jaar meer dan

4.200 nieuwe aanvragen voor een arbeidsongeschikt-

heidsuitkering vanwege de diagnose kanker. Bij een WIA-

aanvraag beoordeelt de verzekeringsarts de belastbaar-

heid van de werknemer, en moet hij een uitspraak doen

over de duurzaamheid van eventuele beperkingen. In

de praktijk is de beoordeling van de belastbaarheid van

iemand die voor kanker is behandeld niet altijd eenvou-

dig omdat klachten als vermoeidheid of problemen met

aandacht en/of concentratie soms moeilijk te objective-

ren zijn.’

Hoe helpt uw werk de participatiesamenleving vooruit?‘Een goede inschatting van de omvang van klachten die

na behandeling voor kanker kunnen blijven bestaan –

zeker moeilijk objectiveerbare klachten als vermoeid-

heid of problemen met aandacht en/of concentratie –

kan de werknemer relevante praktische ondersteuning

bieden. Werk is belangrijk voor mensen, het is vaak een

kapstok voor terugkeer naar het normale leven dat

iemand had voordat de ziekte zich openbaarde.

Bovendien kan werk een rol spelen om eventueel blij-

vende restklachten wat meer naar de achtergrond te ver-

dringen. Er moet sprake zijn van een balans: de rest-

klachten mogen niet dusdanig ernstig zijn dat ze

succesvolle deelname aan het arbeidsproces verhinde-

ren. Het is soms moeilijk voor de verzekeringsarts om

hierin een goede afweging te maken. Een onjuiste keuze

kan tot gevolg hebben dat iemand óf buiten het arbeids-

proces blijft terwijl terugkeer juist goed zou zijn, óf juist te

vroeg terugkeert in het arbeidsproces, met mogelijk

schadelijke gevolgen.’

Wat kan UWV van uw werk leren?‘Aan het Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde

vindt meer onderzoek plaats naar de mogelijkheden

van terugkeer naar arbeid na ziekte. Resultaat van derge-

lijk onderzoek moet ook een weg vinden naar de prak-

tijk, maar ervaring leert dat dit soms wat achterblijft.

Misschien een beetje inherent aan wetenschappelijk

onderzoek, maar de vertaalslag van onderzoek naar

praktijk is wel essentieel. Zelf heb ik op basis van de

resultaten van mijn onderzoek een prognostisch instru-

ment voor werkvermogen ontwikkeld, dat de verzeke-

ringsarts ondersteuning kan bieden bij de beoordeling

van iemands belastbaarheid en/of het plannen van een

heronderzoek. Natuurlijk blijft de verzekeringsarts ook

bij het gebruik van dit instrument verantwoordelijk voor

zijn eigen afwegingen. Binnenkort gaan we in de praktijk

kijken of dit instrument bruikbaar is. Ik hoop dat de ver-

zekeringsartsen er wat aan hebben.’

Peter van Muijen, verzekeringsarts UWV, junior onderzoeker Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde aan de afdeling sociale geneeskunde VUmc

Page 14: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 27

DISCUSSIEER MEE OPuwv.nl/uwvmagazine

26 | OKTOBER | 2016

Naar een participatie-

inkomen

Essay

BEELD MARTYN F. OVERWEEL

TEKST COK VROOMAN

¹ V. Veldheer, J.-J. Jonker, L. van Noije en C. Vrooman (red.) (2012). Een beroep op de burger; minder verzorgingsstaat, meer eigen verantwoordelijkheid? Sociaal en Cultureel Rapport 2012. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

IN DE JAREN NEGENTIG van de vorige eeuw

werd ‘werk boven inkomen’ een leidend begin-

sel in het socialezekerheidsbeleid, en recenter

is dit verruimd tot ‘maatschappelijk meedoen’.

Die omslagen komen ook in de Participatiewet

van 2015 tot uiting. De regeling richt zich niet uit-

sluitend op een hogere arbeidsdeelname van

kwetsbare groepen, die deels in de plaats treedt

van hun inkomensbescherming. Het gaat ook om hun maat-

schappelijke integratie (sociale insluiting), om meer betrokken-

heid van de burgers bij de uitvoering (cliëntparticipatie), en om

disciplinering: mensen moeten het ‘juiste’ gedrag vertonen als

voorwaarde voor uitkering of hulp (een tegenprestatie leveren,

eisen aan taalbeheersing en uiterlijk). Bovendien doet de rege-

ling een appel op burgers en werkgevers om zelf meer verant-

woordelijkheid te nemen voor de zekerheid van werk en inko-

men – een beleidsvisie die we ook waarnemen in andere

sectoren, zoals de zorg en het hoger onderwijs.1 Het kan lastig

zijn deze veelheid aan doelen, voorwaarden, instrumenten en

verantwoordelijkheden simultaan te realiseren.

Y Y YAls we de Participatiewet in de geschiedenis van de sociale

bescherming plaatsen, ging de invoering ervan gepaard met

een laatste knikje in een neergaande beweging die zich al

vanaf 1990 voordoet. Dat blijkt uit een institutionele analyse

van 35 jaar veranderingen in de dekking, de voorwaarden, de

uitkeringshoogte en de duurbepalingen van de bijstandsrege-

ling en de sociale verzekeringen. Sinds 1980 werden de rechten

van bijstandsontvangers en arbeidsongeschikten al vermin-

derd, maar dat werd aanvankelijk gecompenseerd door de toe-

nemende bescherming van oudere werklozen, vutters en

weduwnaars. Dit laatste werd na 1990 weer geleidelijk afge-

bouwd; en ook bij andere regelingen (arbeidsongeschiktheid,

bijstand, ambtenarenregelingen) werden de socialezekerheids-

rechten van niet-gepensioneerden vanaf de jaren negentig

gestaag ingeperkt. Volgens een kwantitatieve maatstaf was de

collectief geboden inkomenszekerheid voor deze groep in

2015 per saldo 34% lager dan in 1980. Bij de 65-plussers namen

de rechten in deze periode echter nog toe. Dat kwam in de eer-

ste plaats door het groeiend aandeel mensen met een aanvul-

lend pensioen, dat gemiddeld steeds hoger werd. Verder steeg

het sociaal minimum voor ouderen: sinds 2008 ligt de AOW-

uitkering plus toeslagen – na correctie voor inflatie – boven het

peil van 1980, terwijl bijstandontvangers in 2015 nog steeds

onder dat niveau verkeren. Ten slotte zorgde de stijgende

levensduur ervoor dat mensen langer baat hadden bij de

hogere AOW en aanvullende pensioenen. Bij de niet-gepensio-

neerden daalde niet alleen de inkomenszekerheid; ook de

werkzekerheid nam na 1980 af. De wettelijke bescherming van

werkenden (ontslagregels en -vergoedingen, het aantal malen

dat een tijdelijk contract mag worden verlengd, en dergelijke)

daalde licht, terwijl het aandeel onzekere tijdelijke werkne-

mers, uitzendkrachten en zelfstandigen sterk groeide.

De sociale ongelijkheid tussen arm en rijk in Nederland wordt steeds groter. En de navenant groeiende onvrede van groepen aan de onderkant los je niet op met de Participatiewet …

Page 15: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 29 UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 29

‘Eenzaamheidvreet aan je’

ParticiperenIn de participatiemaatschappij moet iedereen meedoen. Maar als je dat gewoon niet kúnt, dan moet er een instantie zijn die je helpt, zoals UWV

FOTO

GR

AFI

E M

AU

RIT

S G

IES

EN

TE

KS

T M

AR

LIE

S R

UIJ

TE

R

Ziekte, tegenslag, eenzaamheid. De levenswandel van Dré Ouderits (59, WIA) is geen vrolijk verhaal. De geboren Belg woont al tien jaar in Nederland, maar kent er – buiten zijn artsen – niemand.

‘Met mijn gezondheid heb ik weinig geluk gehad. Ik heb een misvorming aan mijn rug, artrose en diabetes. Toen mijn ex-vrouw mij vijftien jaar geleden verliet – ze kon niet omgaan met mijn diabetes – ben ik in Nederland terechtgekomen. Ik kreeg werk als brandwacht in de petrochemie. Helaas raakte ik die baan kwijt en begon ik schulden op te bouwen. Tot op de dag van vandaag zit ik in de schuldsanering. Ik krijg € 60 leefgeld in de week. Leven van zo’n minimumbedrag is niet makkelijk. Het beperkt me enorm. Ik ben eenzaam hier in Nederland, waar ik al tien jaar woon. Ik ken er – buiten mijn artsen – eigenlijk niemand. Door mijn geldproblemen kan ik geen lid worden van een kaartclub of iets dergelijks. Dat kost toch altijd geld, al is het maar je eigen biertje dat je moet betalen. Eenzaamheid vreet aan je. Ik ben wel actief op social media, waar ik wat vrienden heb, maar dat is niet hetzelfde als echte vrienden. Lichtpuntjes? Ze zijn moeilijk te vinden. Sinds kort is er wel iets waar ik plezier uit haal. Ik verzamel oude planten en laat die in mijn huis weer tot leven komen. Als ze aanslaan zet ik ze in bakken op mijn balkon. Ze vallen nogal op, want op de balkons in mijn buurt staat alleen maar troep. Ik woon in een verpauperde wijk waar mensen elkaar nauwelijks gedag zeggen. Laatst zei een buurvrouw tegen mij: “Toch wel gezellig die bloemetjes.” Ik was verrast dat iemand überhaupt iets tegen me zei. Volgend jaar is een deel van mijn schuld afgelost. Dan heb ik weer iets meer te besteden. Wat ik dan ga doen? Misschien terug naar België. Ik heb met mijn familie geen contact meer, maar ik denk dat ik me er toch iets meer thuis zal voelen.’

28 | OKTOBER | 2016

Deze veranderingen hebben in onze samenleving vermoedelijk

sporen nagelaten. De SCP-studie Verschil in Nederland leert dat

de huidige bevolking op grond van de hulpbronnen waarover zij

beschikt in zes groepen uiteenvalt.2 Het is plausibel dat twee

groepen die zich aan de onderkant aftekenen, mede het product

zijn van de afnemende zekerheid van werk en inkomen. Het

‘precariaat’ beschikt niet alleen over weinig economisch kapi-

taal (laagopgeleid, geen werk, weinig inkomen en vermogen),

maar blijft ook achter in termen van sociale netwerken, cultu-

rele hulpbronnen en ‘persoonskapitaal’ (fysieke en mentale

gezondheid, aantrekkelijkheid). De ‘onzekere werkenden’ heb-

ben een marginale arbeidsmarktpositie (tijdelijke contracten,

werkloosheid) en hebben weinig zelfvertrouwen. Bij een derde

groep, de ‘comfortabel gepensioneerden’, komt eerder de groei-

ende inkomensbescherming van ouderen tot uiting.

Opmerkelijk is het verband van de structurele gelaagdheid van

de bevolking met de maatschappelijke onvrede: de zes bevol-

kingsgroepen in de SCP-studie verschillen in hun opvattingen

over de gewenste sociale bescherming, Europese eenwording,

de elite, de integratie van migranten en de mate waarin zij zich

politiek verweesd voelen. Het ongenoegen is het grootst bij

autochtone Nederlanders die behoren tot het precariaat en de

onzekere werkenden, maar komt ook vaak voor bij de comforta-

bel gepensioneerden en de grote ‘werkende middengroep’

(onder wie veel werkende paren met kinderen). Bij de ‘geves-

tigde bovenlaag’ en de ‘jongere kansrijken’ is het maatschappe-

lijk ongenoegen laag.

Y Y YWaarschijnlijk heeft de toegenomen onzekerheid van werk en

inkomen bij de niet-gepensioneerden en de groeiende bescher-

ming van ouderen bijgedragen aan de huidige sociale opdeling.

Ook heeft ze vermoedelijk de maatschappelijke onvrede

gevoed bij mensen met weinig hulpbronnen, en bij hen die een

toekomstige achteruitgang vrezen.

Voor deze bredere problemen van segmentatie en onvrede

biedt de Participatiewet geen oplossing, en zulke maatschappe-

lijke tegenstellingen verdwijnen ook niet als vanzelf. Bij ongewij-

zigd beleid voorziet een gezamenlijke CPB/SCP-studie meer

werkloosheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt, meer

loonongelijkheid, meer precair werk en meer armoede.3 Om

daar iets aan te doen is het wenselijk na te denken over andere

maatschappelijke spelregels. Voor zo’n nieuwe vorm van institu-

tionalisering is het wenselijk inkomen, arbeid en maatschappe-

lijke deelname in samenhang te beschouwen. De geringe

(arbeids)participatie van sommige groepen wordt immers niet

automatisch opgelost als we de uitkeringen verhogen of een

basisinkomen invoeren. De grote groep ‘werkende armen’ geeft

aan dat een beleid gericht op meer arbeidsdeelname inko-

menstekorten niet altijd voorkomt. En het is allerminst zeker dat

burgers en werkgevers gehoor geven aan de oproep tot meer

eigen verantwoordelijkheid, en dat maatschappelijk meedoen

via informele arrangementen de lacunes van een terugtre-

dende verzorgingsstaat zal vullen.

Y Y YHet ‘participatie-inkomen’, zoals onder meer bepleit door de

econoom Atkinson, kan een manier zijn om tot een meer inte-

grale benadering te komen.4 Die voorziening zou complemen-

tair zijn aan de bestaande sociale verzekeringen en aanvullende

pensioenen, en de afhankelijkheid van middelgetoetste uitke-

ringen kunnen verminderen. Het recht op het participatie-inko-

men hangt niet af van premiebetaling of een bepaald arbeids-

verleden, maar valt ook niet toe aan iedere burger of ingezetene.

Men komt ervoor in aanmerking als men werkt, nuttig vrijwilli-

gerswerk verricht, voor anderen zorgt of studeert; en zo wordt

een koppeling gelegd tussen inkomen, arbeid en maatschappe-

lijke deelname. De invoering van een participatie-inkomen vergt

discussie over welke activiteiten een collectief belang dienen,

en de vormen van wederkerigheid die daarbij passen. De pre-

cieze invulling ervan hangt dan ook af van politieke voorkeuren.

Zo’n regeling lijkt echter meer toegesneden op een effectieve

aanpak van de huidige opdeling en onvrede dan het institutio-

nele pad dat we de afgelopen 35 jaar hebben bewandeld.

² C. Vrooman, M. Gijsberts en J. Boelhouwer (red.) (2014). Verschil in Nederland; Sociaal en Cultureel Rapport 2014. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

³ M. de Graaf-Zijl, E. Josten, S. Boeters, E. Eggink, J. Bolhaar, I. Ooms, A. den Ouden en I. Woittiez (2015). De onderkant van de arbeidsmarkt in 2025. Den Haag: Centraal Planbureau en Sociaal en Cultureel Planbureau.

4 A.B. Atkinson (2015). Inequality: What can be done? Cambridge (Mass.)/London: Harvard University Press (p. 218-223).

‘Voor problemen als segregatie en onvrede biedt de Participatiewet geen oplossing’

Essay

Cok Vrooman is bijzonder

hoogleraar sociale zekerheid en participatie aan de

Universiteit Utrecht. Dit essay is op persoonlijke

titel geschreven en deels gebaseerd op zijn oratie

Meedoen in onzekerheid van 30 maart jongstleden.

De volledige tekst daarvan is beschikbaar via

www.scp.nl/english.

Voor een ingekorte Nederlandstalige versie,

zie TPEdigitaal, jg. 10, nr. 3.

CO

RB

INO

.NL

Page 16: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 3130 | OKTOBER | 2016

Dakloos maar niet doelloosStichting Life Goals helpt de allerkwets-baarste mensen in ons land via sport weer mee te doen. Door Life Goals opgeleide maatschappelijke sportcoaches sporten met mensen die – om welke reden dan ook – vastgelopen zijn in het leven, zoals daken thuislozen, vluchtelingen, verslaafden, zwerfjongeren, tienermoeders of ex-gedetineerden. Sport kan dan het vonkje zijn, de inspiratie om het leven weer op te pakken. Een recent voetbaltoernooi in Portugal is daarvan een mooi voorbeeld. Samen met andere dak- en thuislozen-teams uit Europa nam een Maastrichts voetbalteam (deels op de foto) bestaande uit spelers afkomstig van het Leger des Heils deel aan een vijfdaags evenement waarin voetbal en ontmoeting centraal stonden. Er waren verschillende culturele en recreatieve activiteiten en workshops te volgen over persoonlijke ontwikkeling. Zowel binnen als buiten de lijnen scoorde het team voortreffelijk! Zo ontvingen de Maastrichtenaren de witte kaart – die alleen bij uitzonderlijk sportief gedrag gegeven wordt – omdat zij aan het tot dan toe puntloze Portugal in hun onderlinge duel de overwinning lieten.

FOTO

GR

AFI

E L

EN

NA

ER

T R

UIN

EN

Page 17: 2 jaar participeren - UWVuwvmagazine.uwv.nl/sites/default/files/downloads/pdf/uwv...Fred Paling, lid van de Raad van Bestuur van UWV. NATUURLIJK IS DE KRITIEK OP DE CIJFERS Paling

32 | OKTOBER | 2016

‘Mijn gezin is mijn redding’

ParticiperenIn de participatiemaatschappij moet iedereen meedoen. Maar als je dat gewoon niet kúnt, dan moet er een instantie zijn die je helpt, zoals UWV

José Espinola y Vazquez (44, WAO-uitkering) botste tijdens een voetbalwedstrijd in 2001 met zijn hoofd tegen een medespeler aan. Het leverde hem een verbrijzeld voorhoofd, een operatie en drie metalen plaatjes in zijn hoofd op.

‘Vier dagen na de operatie mocht ik naar huis. We hadden net een huis gekocht, een zoon gekregen en ik had ander werk. Het duurde even voor ik doorhad dat er wat aan de hand was. Mijn lichaam hield vol, maar ik liep op mijn tenen. Toen brandde ik volledig af. Ik kon nog maar één ding tegelijk, te veel prikkels waren belastend. Ik werkte in de buitendienst en was altijd onderweg naar klanten. Dat lukte niet meer. Omdat de klachten onzichtbaar waren, werd het

gelabeld als posttraumatische stressstoornis. Pas jaren later werd duidelijk dat ik hersenletsel had opgelopen. Niets is voor mij nog

vanzelfsprekend. Gewoon de dag doorkomen is al ingewikkeld. Hoe

accepteer je dat je niet normaal naar een verjaardagsfeestje kunt of naar de

schoolvoorstellingen van je kinderen? Ik ben ambitieus, wil graag aan de slag. Mijn ouders kwamen uit Spanje om hier te komen werken, die drive zit ook in

mij. Zo veel mensen denken dat als je echt wilt, je het ook kan. Ook de politiek

denkt dat. Het gaat in deze maatschappij constant om meedoen, maar als je niet mee kunt doen, is dat heel pijnlijk. Laat staan dat je daarop ook nog eens bekritiseerd wordt. Soms is het geen kwestie van niet willen, maar van niet kunnen. Mijn gezin is mijn redding. Als het van mij niet meer hoeft, kijk ik naar mijn kinderen. Hun kan ik gedoseerd aandacht geven. Ik heb mijn vrouw, familie, vrienden. Maar toch: ik ben mezelf niet meer, ik ben slechts een afspiegeling van wie ik was.’

UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2016 32FOTO

GR

AFI

E M

AU

RIT

S G

IES

EN

TE

KS

T M

AR

LIE

S R

UIJ

TE

R