d e e p h ö u n d elufe prjericht 1 januari 1983 gevestigd te 's- Gravenhage

erkend door de Raad van Beheer

srschijnt 6 maal per jaar nummer 6 december 1986

nhoudsopgave

MEDEDELINGEN bestuursvergadering 9 oktober 1986 2 - 3

WAARNEMINGEN bij de voortbeweging van de hond +commentariering 4 - 14 van dhr. A.H. van der Snee 19 - 22

EERSTE KEURMEESTERS EXAMEN vanuit de Deerhound Club Jean Engelen -voorzitter

23

THE SCOTTISH DEERHOUND IN THE NETHERLANDS artikel ingestuurd

naar Claymore door dhr.A.H. van der Snee

24 - 26

KEURVERSLAGEN tentoonstelling RECTIFICATIES AANKONDIGING LEEUWARDEN

27 28 28 28

WENSEN van bestuur en redactie OUD RIJMPJE 29

AAN HET EINDE VAN 1986 Jean Engelen - voorzitter 30

KONTRIBUTIE TENTOONSTELLINGS AGENDA 1987

BESTUURSSAMENSTELLING EN ADRESSEN REDACTIE SAMENSTELLING EN ADRES

31

32

MEDEDELINGEN uit de bestuursvergadering van 9 oktober 1986 te Ermelo.

Aanwezig: alle bestuursleden.

1.NOTULEN bestuursvergaderingen van 19 augus en 4 september 1986: accoord.

2. INGEKOMEN STUKKEN brief van een lid over een artikel in het cli blad wordt ter kennis van de redactie gebrac

kritiek van een lid dat het clubblad teveel tentoonstellingsaangelegenheden bevat wordt niet gedeeld. Wel roept het bestuur graag eei ieder op ook zelf artikelen te willen schrij-ven

artikel van de secretaris in het Amerikaanse blad Claymore over de deerhound in Nederland wordt geprezen vanwege de evenwichtigheid en helderheid. Gaat door naar de redactie.

3. NIEUWE LEDEN A.P.J.M.v.d.Broek Nic.Tulpstraat 64

mevr.E.J.M.Hanselaar-Dicy Wijkmeestersdreef 21

mevr.J.Labots-Mertrimes Carolinenburg 41

E.L.A.Schut Neonweg 24

den Haag

(gezinslid) Maastricht

Leeuwarden

Amersfoort

4.RELATIE MET IERDEE Vernomen is dat de lerdee via een juridische procedure van de Raad van Beheer goedkeuring wil verkrijgen de deerhoundbelangen officiee] te mogen behartigen. Het DC-bestuur wacht de uitkomst hiervan met vertrouwen af. Tevens is gebleken dat hernieuwd overleg met de. Deerhound Club op prijs wordt gesteld.

-2-

Het DC-bestuur zal zijn bereidheid hiertoe kenbaar maken. Een delegatie wordt aangewezen.

5. KONTRIBUTIE INNING De hoofdlijnen die voor toekomstige inning van de kontributieheffing en -inning gelden worden als volgt bepaald:

december voorafgaand jaar: verzending accept-giro ' s.

eventueel herhalingsverzoek omstreeks mei/ juni daarop volgend.

blijft betaling uit dan volgt in oktober opzegging wegens wanbetaling.

6.RASGR0EP WINDHONDEN Besloten wordt van de DC niemand in het dage-lijks bestuur van de rasgroep voor te dragen.

Voorts is het bestuur van mening dat de officiële kynologie zich niet met de belangen-behartiging van rasloze honden moet bezighou^ den.

de brief van de voorzitter met voorstellen om de werkwij ze van de rasgroep en de relatie met de achterban beter te structureren ont-moet instemming.

7. Twee kandidaten voor de EVENEMENTSKOMMISSIE worden gepolst.

8. Datum VOLGENDE VERGADERING: 1 december a.s.

2e PAASDAG 1987 -20 april

Tentoonstelling Leeuwarden

Komt Miss Noble keuren !1

Houdt u er nu reeds rekening

mee ??

-3-

WAARNEMINGEN BIJ DE VOORTBEWEGING VAN DE HON

In het 4e nummer 1985 beloofde dhr^Van der Si een artikel met bovenstaande tekst,van Curti. M.Brown, schrijver van Dog Loaomotion and Ga Analysis. Door allerlei omstandigheden werd dit artikel uitgesteld. Het komt nu goed uit want inmiddels is van het artikel een verta-ling versohenen in het Kerstnummer van de Hot denwereld, een vooraanstaand kynologisoh blac in Nederland. Omdat naar schatting een minde heid van de leden dat blad leest3leek het on goed -gezien de belangrijkheid - de gehele tekst over te nemen, met hier en daar tussen " '" voor de duidelijkheid, wat commentaar van dhr. Van der Snee, vooral toegespitst op windhonden en op de deerhound in het bijzon-der. Wij nemen het artikel op in 2 of meer nummert

Eerste deel

Op een tentoonstelling worden de bouw van eer hond en zijn gangwerk op het oog beoordeeld. Er worden geen metingen verricht. De zichtbar kenmerken van het gangwerk en het aandeel dat de diverse lichaamsdelen leveren tot een effj cient gangwerk, zullen in dit artikel worden behandeld. De beschrijving in de rasstandaards kunnen zich richten op de esthetische schoonheid of de doelmatige geschiktheid. De hackney-achtig beweging van de dwergpinscher en de hoog opge tilde voorbenen van het Italiaans windhondje zijn ongetwijfeld bedoeld om de hond te ver-fraaien en niet om hem functioneel te maken. Hoewel ik geen bezwaar heb tegen dit soort rasstandaards en tegen het daarin beschreven rastypische gangwerk, dat meer spreekt tot ons gevoel voor schoonheid dan dat het voor de hond een energiebesparing oplevert, zal ik mij in dit artikel uitsluitend beperken tot de doelmatigheid van het gangwerk.

-4-

>p tentoonstellingen wordt aan de exposant ge-vraagd of hij de hond wil laten draven. De 'raag, die altijd gesteld wordt is:"Hoe moeten Ie honden van de diverse rassen met hun ver-ichillende functies gebouwd zijn en hoe moeten :e draven om te laten zien dat hun beweging iunctioneel is voor het werk, dat ze moeten . loen ? " loe moet b.v. een greyhound gebouwd zijn of hoe loet hij draven om te tonen dat hij een goede [aloppeur is. De vraag is zeker niet : Hoe moet :en greyhound draven om te tonen, dat hij deze Iraf zeer lang kan volhouden ? Draven is niet :ijn primaire taak . 1 Ter illustratie de mening van een keurmeester >ver hoe je moet kunnen zien of een windhond [oed zal kunnen galopperen. Op een clubmatch ran de NVOW, o.a. rasvereniging voor de sloughi [Arabische windhond uit o.a. Marokko),waren be-stuur en exposanten hoogst verbaasd over het :euren van de Franse keurmeester Pascon. Het ras ongehoord: want hij liet de sloughi's niet Iraven bij de keuring. Hij werd daar natuur-.ijk meteen over aangesproken, waarop hij ver-klaarde geen behoefte te hebben aan het draven ran de honden. Naar zijn mening kon hij aan de bouw en bespiering van een hond zien of deze joed zou kunnen galopperen. Over het algemeen 5al hij wel gelijk hebben, maar het geldt niet roor elke individuele hond.

e kennen allemaal wel voorbeelden van honden lie in ieder geval veel beter, of slechter dra-/en dan je gezien hun bouw zou verwachten.

-5-

Wat wel goed onthouden moet worden is in ieder geval dat voor galoppeurs, dus ook voor deer-hounds, de galop de gang is die op de kritieke momenten dus het tijdstip waarop de jachtprooi gepakt moet worden, van doorslaggevend belang was (en daarom nu nog zou moeten zijn) naast de andere belangrijke zaken, zoals kracht,tempe rament en moed".

Het is altijd gemakkelijk om vragen te stellen. De moeilijkheid ligt in het vinden van het juiste antwoord. Al lezend en luisterend naar discussies tussen kynologen over hun honden, hebben we allemaal wel eens moeite gehad om het het verschil tussen waarheid en vooroordeel te zien. Een groot deel van het boek "The Dog in Action' is b.v. gewijd aan het ophemelen van een schou-derblad dat in een hoek van 45° ligt, hoewel bleek, toen een aantal liefhebbers (Gen.Dequoy, Conyers en ikzelf) de schouderligging van de hun getoonde honden ging meten, dat geen enke-le hond op vier normale benen een schouderlig-ging van 45° had (I) In feite was de gemiddelde hoek t.o.v. de ver-ticale as bij dravers bijna 30° en bij galop-peurs gemiddeld 20°. Hoewel de opvatting dat een schouderligging van 45° ideaal is, volko-men is achterhaald, wordt in sommige Amerikaan-se rasstandaards nog steeds een ligging van 45° vereist '. Dit toont misschien aan, dat wanneer iemand voldoende overredingskracht heeft, de kynologen het onmogelijke zelfs voor waar aan-nemen .

-6-

CONCLUSIE I Een hond van een ras, dat over een bijzonder goed drafvermogen dient te beschikken zal in stand, in een normale ontspannen houding, een hoeking van het schouderblad t.o.v. de wervel-kolom laten zien van circa 30° t.o.v. de ver-ticale as. Een hond van een ras, dat over een bijzonder goed galoppeervermogen moet beschikken zal een hoeking vertonen van ongeveer 20° t.o.v. de verticale as. In de loop der jaren hebben specialisten op het terrein van de voortbeweging (Hildebrand, Howell, Alexander, Gambaryan e.a.) talloze on-derzoekingen verricht met betrekking tot het gangwerk van dieren en toch wordt in kynolo-gische kringen zelden over hun bevindingen

K- $m • y-<- ^ HSTRftlOHr

l$L t~~ ƒ? / PORMTIQN BEING U/ UNSUITABLE FOR

UPHILL UORK "

wr

- 7 -

gerept , misschien omdat de verslagen van hun bevindingen meestal in moeilijk te vinden we-tenschappelijke tijdschriften worden gepubli-ceerd. De referentielijst aan het einde van dit artikel en de bevindingen van de auteur werden gebruikt om tot de weergegeven conclu-sies te komen (II).

" In een artikel als dit kan het niet anders of er wordt veel gegeneraliseerd. Het is al winst dat er grote groepen onderscheiden wor-den, maar er is onder de groep "galoppeurs" natuurlijk veel onderscheid te maken dat voor het artikel, als dit van Brown te ver zou voeren: daarom gaan we er hier wat dieper op in, al is het soms niet meer dan een aandui-ding en zeker niet uitputtend. Houden we ons even bij de galoppeurs die we windhonden noemen. De windhonden hebben onderling soms grote ver-schillen in bouw en gangwerk. Het Italiaantje wordt in het artikel al genoemd en er wordt dan ook gezegd dat dit ras geen functioneel gangwerk heeft, maar een gangwerk dat men 1 gemaakt' heeft omdat men dat leuk of mooi vindt of vond. De greyhound wordt vaak het prototype van de windhond genoemd. Hij heeft een bouw die geheel afgestemd is op zo groot mogelijke snelheid op vlak of tamelijk vlak terrein. De deerhound , we zeggen het nog maar weer eens, joeg vaak achter het hert tegen de bergen op. Hij zal dus een andere bouw moeten om het functionele angwerk te hebben. En dat is NIET, zo snel mogelijk op een vlakte lopen, maar " : zo snel en gemakkelijk mogelijk tegen een niet te steile berg op. Daarbij is veel opwaartse kracht nodig, vandaar dat de deerhound de benen en vooral de achter-hand, van waaruit de stuwing voortkomt, goed onder het lichaam moet hebben Een deerhound mei een ver naar achteren, zeer sterk gehoekte en

-8-

hooggehakte achterhand, zal weinig uit kun-nen richten in zijn oorspronkelijk jachtter-rein. De andere windhonden zijn weer anders gebouwd. De Barzoi is 'gemaakt' voor de snelle, ja supersnelle sprint achter zelfs wolven.Bekijkt u maar eens de machtige 'motor' van zo'n hond: de achterhand met de geweldige dijen en de span-ning in de rug, die dit gangwerk karakteriseren! Dan hebben we het exotische ras, de Afghaanse windhond, die weer een heel ander gangwerk heeft en dus ook een totaal andere bouw. Deze hond moe(s)t in het zwaarst denkbare terrein, op duizenden meters hoogte, in woest gebergtet de steenbok kunnen pakken iets wat eigenlijk vol-komen onvoorstelbaar is (géén andere hond zou dit dan ook bij benadering kunnen). Hij verschilt dan ook in voorhand en borst en rug zeer van de andere , ook oosterse windhonden» de Sloughi en de Azawakh. Beide laatste roepen nog de meeste vragen op: er waren altijd van die prachtige theoriën over hoekingen en de daar-bij horende paslengte,, economisch gangwerk. Dit zijn de steilst gebouwde rassen, de Azawakh zelfs extreem steil en extreem van verhoudingen (hij is korter dan hoog) en juist deze rassen bezitten het meeste uithoudingsvermogen! Bij de Ierse wolfshond zien we weer een heel andere bouw: hij doet veel minder windhondachtig aan dan zijn neef de Deerhound. Dit zit hem vooral in de verhoudingen; een Ier is geen hoogbenige windhond en daarom ook niet erg snel. -En wellicht zijn ze in onze tijd te zwaar ? Oude plaatjes tonen vaak een heel ander type en ze mogen toch ook nooit zo zwaar zijn als een Duitse dog??? Genoeg voorlopig over de verschillen tussen de windhonden. Het is een onderwerp dat stof biedt voor dikke boeken '. ! i

-9-

DRUKPLAATPROEVEN

Een drukplaat is een apparaat, dat de kracht meet. van de druk die door het been tijdens het lopen wordt uitgeoefend. Het zou in deze con-text te ver voeren om de werking van de druk-plaat uit te leggen.

RESULTATEN VAN DE PROEVEN MET DE DRUKPLAAT

Zolang gedurende de draf een voorbeen op de grond is " vóór het schouderblad of een achterbeen" vóór het heupgewricht, veroor-zaakt dat been een vermindering van de snelheic van de hond (vertraagt) '. (III) Wanneer gedurende de draf een voorbeen achter het schouderblad is , of een achterbeen achter het heupgewricht, levert dat been een voorwaartse stuwkracht. Gedurende de galop zal een been, wanneer zich dat vóór het zwaartepunt bevindt (dit is een punt ergens in het midden van de borst) het tempo van de hond doen vertragen en wanneer het been zich achter het zwaartepunt bevindt, zal deze het tempo doen versnellen door de voorwaartse stuwkracht (IV).

CONCLUSIE 2

Tijdens de draf is een maximale reikwijdte van het voorbeen op het moment dat de voet de grond raakt, ongewenst.

TOELICHTING

Deze waarneming m.b.t. de reikwijdte van het voorbeen komt overeen met de metingen van de schouderligging. Theoretisch zouden schuiner geplaatste schou-ders een grotere reikwijdte mogelijk moeten

•10-

maken, maar aangezien deze grotere reikwijdte de 'vertragende' krachten vergroot, heeft dit verschijnsel zich bij de hond niet verder ont-wikkeld. Het is dan ook veelzeggend, dat bij de rassen waarbij in de galop de maximale voorwaartse stuwkracht wordt gevraagd (windhonden) de schouderligging 10 graden steiler is dan bij honden, die in hoofdzaak goede dravers moeten zijn. Op tentoonstellingen wordt bijna algemeen aan-genomen dat "hoe verder het been naar voren uitgrijpt, des te langer de paslengte is en des te doelmatiger de beweging". Het is duidelijk, dat het enige tijdsbestek, waarop een been in staat is stuwkracht te leveren, de tijd is dat de voet op de grond is en uit bovenstaande proeven zou kunnen blijken, dat de energie het nuttigst zou worden ge-bruikt, wanneer het voorbeen recht onder de schouder wordt geplaatst, óf bij de draf wan-neer het achterbeen onder het heupgewricht wordt gezet. Analyse van talloze vetraagde filmbeelden van dravende gedomesticeerde en wilde honden laat zien, dat de voorvoet ongeveer onder het oor of het oog wordt geplaatst (afhankelijk van de halslengte van de hond). Kennelijk kan de voet niet recht onder het schouderblad worden neer-gezet (het punt waar de voorwaartse afzet be-gint) omdat dit het evenwicht van de hond verstoort, waardoor hij voorover op zijn neus zou vallen. Drie factoren bepalen de optimale reikwijdte van het voorbeen gedurende de draf: 1. hoe verder de reikwijdte op het moment dat

de voet neerkomt, des te langer de pas-lengte (een positieve factor).

-11-

2. Hoe verder de reikwijdte van het voorbeen, des te groter de vetragende krachten (nega-tieve factor). 3. Bij een te korte reikwijdte zal de hond struikelen of vallen.

Na het bekijken van talloze vertraagde film-beelden van doelmatig gangwerk bij wilde en gedomesticeerde honden, heb ik het volgende vastgesteld:

CONCLUSIE 3 Honden, die gedurende een lange tijd achter-een moéten kunnen draven, plaatsen hun voor-voet ongeveer onder het oog of oor afhanke-lijk van hun halslengte (V). Hoewel dit antwoord geeft op de vraag, waar een voet moet neerkomen, geeft het niet aan wat de maximale reikwijdte van het voorbeen moet zijn op het moment dat de voet van de grond is. Aan de hand van waarnemingen bij wilde en gedomesticeerde honden (wolven, coyotes dingo's, jakhalzen, dholes en ge-domesticeerde honden met een goed drafver-mogen) op vetraagde filmbeelden heb ik het volgende vastgesteld:

CONCLUSIE 4 Gedurende een energiebesparende draf mag een voor- of achtervoet nooit hoger worden getild dan tot het hoogste punt van het mid-delvoetsgewricht in stand. In feite begrenst dit de reikwijdte van het voorbeen en het uitgrijpen van het achterbeen op het moment dat ze van de grond zijn. Het hoog wegstrek-ken van het achterbeen of het optillen van het voorbeen boven het hoogste punt van het middelvoetsgewricht in stand geeft energie verlies. In een hackney-gang wordt het been hoger geheven dan doelmatig is. Dit begrenst wel de maximale hoogte maar niet de minimale hoogte van het geheven voorbeen.

-12-

De meest efficiënte dravers buigen na het heffen van het voorbeen onmiddellijk de pols parallel aan de grond en bewegen de voet evenwijdig aan de grond voorwaarts. Een groot aantal windhonden doet dit echter niet. Zij bewegen het been voorwaarts met de pols in een hoek van 45° met de grond. De voet wordt vervolgens dicht bij de grond naar vo-ren gebracht: hij "scheert" over de grond.

ONDERZOEK NAAR DE OP- EN NEERWAARTSE BEWEGING VAN DE BOVENBELIJNING.

Gedurende de draf is er bij alle honden van alle rassen een zekere op- en neerwaartse beweging van de bovenlijn te constateren: de vraag is echter: hoeveel beweging is optimaal? Het moment dat de bovenbelijning gedurende de draf zijn hoogste punt heeft bereikt, is het moment waarop het achterste been zich afzet van de grond; de bovenbelijning is op zijn laagst wanneer een voet recht onder het schouderblad of het heupgewricht is. Bij de stap is het omgekeerde het geval.

Op tentoonstellingen wordt algemeen aangeno-men dat hoe minder de bovenbelijning op en neer gaat, des te efficiënter de draf is. Uit waarnemingen bij wilde honden, zoals jak-hals coyote en wolf, blijkt dat zij meer op en neer gaan in de bovenbelijning dan op tensoonstellingen als ideaal wordt beschouwd. Omdat de hond in staat is neergaande energie te benutten (als een rubber bal die op de grond stuitert en weer opkaatst) is het de vraag of een geringe beweging van de rug ook betekent dat er een gering energieverbruik is. Anderzijds wil dit, niet zeggen : hoe meer beweging hoe beter.

-13-

Omdat de opwaartse beweging van de bovenbe-lijning wordt veroorzaakt door het afzetten van het been op het moment dat een voet achter het schouderblad of heupgewricht is, betekent een grotere opwaartse beweging ook een krachtiger afzet van het been. In standaards waarin gevraagd wordt om een 'stuwende draf' wordt eigenlijk gevraagd om een sterkere golfbewging in de rug. Beperkte waarnemingen bij windhonden hebben laten zien, dat zij een sterkere op- en neerwaartse beweging hebben dan honden met een goed drafvermogen. De heersende opvatting dat een Duitse herder moet kunnen draven met een glas water op zijn rug zonder te morsen, is esthetisch bezien aantrekkelijk, maar vanuit het oog -punt van energieverbruik van twijfelachtige waarde Om de op- en neerwaartse beweging te kunnen meten moet men eigenlijk over een horizon-tale lijn achter de hond kunnen beschikken. Om metingen te kunnen verrichten van het op en neergaan filmde ik dravende honden met een horizontale witte plastic lijn achter de hond gespannen.

ONDERZOEK NAAR DE BEENLENGTE IN RELATIE TOT DE DIVERSE FUNCTIES

Uit lengtemetingen van het been onder de borst in vergelijking met de borstdiepte bij diverse gedomesticeerde en wilde hondenrassen kwam ik tot de volgende waarnemingen:

CONCLUSIE 5 Om een maximale snelheid te kunnen ontwikke len moet het been af de borst bijna 1,3 maal zo lang zijn als de borst diep is (VI)

-14-

TOELICHTING

Deze waarneming berust op metingen van de schrijver, die hij verrichtte bij tentoon-gestelde honden en aan de hand van foto's van een groot aantal Greyhounds, die wer-den gebruikt voor de rennen of de lange jacht, andere windhonden,Cheetah's en wilde honeden. Metingen bij greyhounds voor de lange jacht werden verricht aan de hand van foto's van Engelse kampioenen in "The Modern Grehound". Het is duidelijk dat er een voor snelheid optimale beenlengte bestaat. Wanneer het been te lang is, missen de spie. ren de kracht het been snel te verplaatsen, terwijl wanneer het been te kort is, de paslengte wordt verkort,waardoor de snel-heid verminderd. Natuurlijk bevestigen uitzonderingen de re-gel.De vos is heel snel, maar heeft geen lange benen. Sommige van de snelle planten-etende dieren hebben benen, die vanaf de borst gemeten langer zijn dan 1.3 maal de borstdiepte. We beperken ons hier echter tot de honden.

Tentoonstellings greyhounds, die een diepe borst moeten hebben, vertonen een gemiddelde been/borst verhouding van 1.2 tot 1.0. Saluki's, vooral de Arabische importen (metingen verricht bij 22 honden) hadden een gemiddelde verhouding die iets lager lag dan 1.3 tot 1. De cheetah die de reputatie heeft van wereld-recordhouder snelheid, heeft een verhouding van 1.3 tot 1. Wolfshonden hebben in verhouding tot hun borstdiepte veel te korte benen om snelheid te kunnen ontwikkelen. Bij wedstrijden zijn zij van alle windhonden het langzaamst.

-19-

ONDERZOEK NAAR LICHAAMSLENGTE, SOEPELHEID en SNELHEID.

Gedurende de rengalop moeten de achterbenen de voorhand van de hond opheffen en een kort lichaam verkleint de benodigde hoeveelheid energie. Een hond met een lange soepele rug kan zijn rug door samentrekken verkorten en wanneer hij dit doet op het moment dat hij met de achterbenen afzet, wordt de hoeveel heid energie die hij nodig heeft om zijn voorhand op te heffen minder. Een afwisselend verkorten en verlengen van de rug vergroot ook de paslengte. Deze methode van buigen van de rug om snelheid te krijgen heeft echter een nadeel. Het kost de hond meer energie om zijn rug te buigen, dan om een been naar voren te brengen.

CONCLUSIE 6

Voor maximale snelheid moet de hond een soepele rug hebben die 10 tot 15% langer is dan zijn hoogte vanaf de schoudertoppen en een been/borstverhouding van 1.3 tot 1. Een hond met een vierkante bouw (hoogte bij de schoudertoppen gelijk aan de lichaamslenc te) en een verhouding van been tot borst var 1.3 tot 1 is wenselijk voor uithoudingsver-mogen met iets minder dan topsnelheid. De grehound met zijn soepele, wat lange lichaam is nelier dan de Saluki, maar de Saluki met zijn kortere lichaam en even lange benen heeft een groter uithoudings-vermogen, maar is iets langzamer.

"Over de verhouding hoogte/lengte heb ik al eerder wat gezegd. De meningen zijn er nog altijd verdeeld ovei bijv. een Saluki moet volgens sommigen vier-kant zijn, in de praktijk zie je dat ze meestal langer zijn dan hoog; de Afghaan is ongeveer vierkant (de prima reu is kort);

-20-

De Sloughi behoort quadratisch te zijn en de Azawakh behoort hoger dan lang te zijn, dus de kortste / hoogste van de windhonden.

ONDERZOEK NAAR LICHAAMS- en BEENLENGTE BIJ DRAVERS

TOELICHTING

De draf is een gang, waarbij de rug strak blijft en één achtervoet en de diagonale voorvoet gelijktijdig op de grond zijn. Aangezien het lichaam van de hond op het moment, dat de voeten op de grond zijn altijd gedragen wordt door een voorbeen en een achterbeen, is een lange rug bij de draf nau-welijks een nadeel. Anderzijds zal bij een kort lichaam /gedurende de draf, de achtervoet die naar voren komt in de problemen komen met de voorvoet,tenzij de hond dit probeert te ontwijken. Hij kan dit doen op 3 manieren: De hond kan gaan scheeflopen, wat een grote fout is op tentoonstellingen. Een tweede oplossing is dat de hond zijn voorvoet optilt voordat deze ver naar achte-ren is gestrekt. Drukplaatproeven laten zien dat dit bijzonder ongewenst is, maar aange-zien de meeste keumeesters dit niet weten, is het een oplossing. Het gangwerk ziet er voor het oog aantrekkelijk uit. De derde en beste oplossing om te vermijden dat voor- en achtervoet elkaar in de draf hinderen, is dat het voorbeen goed naar achteren wordt weggestrekt,terwijl het ach-terbeen iets minder ver naar voren wordt geplaatst. Alles wat de hond echter doet om in de draf het nadeel van een kort lichaam te overwin-nen is een noodoplossing. Mag een kort lichaam dan bij een galop het voordeel van uithoudingsvermogen bieden, bij de draf is

-21-

dit niet het geval. Dat men bij tentoonstellingshonden liever een korte rug ziet, vindt, waarschijnlijk zijn oorzaak in het feit, dat een korte hond er in stand voor het oog aantrekkelijker uit-ziet. Als regel geldt: een wat lang lichaam voor draf of galop met soepele rugbeweging en een kort lichaam voor de uithoudingsgalop.

wordt vervolgd.

Pittah, volledig en gezond hondevoer. Bereid uit natuurzuivere grondstoffen die uw hond energie en kracht geven. Dit voordelige droogvoer in brokvorm is verkrijgbaar bij elke dierenspeciaalzaak.

Pittah, een produkt van Koopmans Diervoeding Leeuwarden Tel.: 058-948494*

Geef energie, geef kracht, geef Piltah!

Volledig hondevoer

- 2 2 -

EERSTE KEURMEESTERSEXAMEN

vanuit de DEERHOUND CLUB

Een beetje onwennig,maar des des te nieuwsgieriger togen een kleine 15 mensen,met in totaal 5 reuen en 5 teven zaterdag 8 november j.1. naar naar het Dorsphuis in Kerk-Avezaat.

Vanaf 10.00 uur tot tegen 16.00 uur,onderbro-ken door een gemeenschappelijke lunch,werden de honden intensief en kritisch "'gekeurd" door een 6-tal aspirant-keurmeesters. Vanzelf-sprekend was de examencommissie, bestaande uit de heren Van der Molen ; Greveltr Beeftink en van Klee, hun hierin voorgegaan. Een goed samenspel tussen de commissie, de ex-posanten en de organisatie stond garant voor een plezierig, voortkabbelend schouwspel,waar-in steeds spanning voelbaar bleef. Deze nam duidelijk toe toen elk der kandidaten via hun keuring om beurten de kelder in mochten voor het mondeling examengedeelte. Een enkeling een beetje wit om de neus. Hoewel elke aspirant-keurmeester een stukje spanning mee naar huis nam bij zijn of haar vertrek, bleven de exposanten er tenslotte toch mee zitten want ook de examencommissie lichtte geen enkel tipje van de sluier op wie van de 4 dames en 2 heren geslaagd was. Naar verwachting zal na de decembervergadering van de Raad van Beheer, de uitslag bekend worden. Wat het resultaat ook moge zijn,de Deerhound Club heeft dit eerste keürmeestersexamen ook een beetje als een eigen examen beschouwd en is daarvoor dankzij de inspanning van alle betrokkenen glansrijk geslaagd. Dank aan de Raad van Beheer voor het in ons gestelde vertrouwen.

Jean Engelen,voorzitter

-23-

THE SCOTTISH DEERHOUND IN THE NETHERLANDS ..

In this country there were only a few specime of this noble sighthound breed before World War II. It was not until 1955 that in the postwar period another litter was bred. In the 70's we got some new breeders. During all the time up till 1983 there had not been a special club for this breed, it was more or less 'looked after' by Ierdee, the Dutch breed club for Irish Wolfhounds. The lst of January 1983 the Deerhound Club was established.

The estimated number of Deerhounds in our country is about 120, about as many as the number of our members.

The first meeting of importance took place in 1983 with 60 Deerhounds, the largest numbe ever seen together on the European Continent. Our members are not very show-minded. At CC shows we get about 6 hounds,at speciali ties about 30.

The pedigrees are almost 100% based on strain from the UK and there are seldom imports from other countries.

We have only one kennel that has been . breeding on large scale: the well known kenne of the Funny Hill,owner Mr.Vunderink. The number of breeders in Holland is only 5. Though small in number, we may say that the average quality of the breed in Holland is of very high level. We have 9 judges of the breed ,tbut not any of them specialist/owner/breeder. The Ccfiniittee of the Deerhound Club is very hard trying to promote the idea that the bree deserves far more attention and study. We organize days for study, shows and other meetings, also outdoor meetings, and we have a bimonthly magazine.

-24

The well known judge General DeQuay stated in 1976 that the breed in Holland was very much according to Standard although it was a fact that many hounds were cowhocked. In this respect we have since seen improvement.

Most important stud dog in the breed in Holland has been Bryan van Mirable Spectatu (1973-1983) .

Some names from the past: In the beginning of this century Mrs.Van der Leeuw had some deerhounds. From 1910-1920 Baron Rengers imported some hounds from mrs.Amstrongs Abbotsford Kennels. His kennel was called Montrose and was of very high Standard. In those years Mr. Van Delden had his Gracia Kennel, based on Ruritania imports. Some people occasionally imported deerhounds from the famous Ardkinglas Kennel of Miss Noble.

The base of present day breeding was laid by Mr. Van Grieken who bred from imports from England. In 1974 we had about 35 hounds.

Mr.Horst, one of the members of the present Committee has been the owner of deerhounds from the 50's on. For a number of years he was the only person who showed a deerhound in Holland.

To my mind, this breed has too long been considered as very closely related to the Wolfhound: both breeds came from overseas, the slender ones were deerhounds and the heavier ones _ wolfhounds :I

These last years, having a special breed club, the utmost is being done in the inte-rest of the breed , though breeding takes place on too small a scale and the few breeders do not cooperate enough, they are too individualistic.

-25-

Nevertheless, we still have hope for the future: there are some people who really care about the breed and its quality.

Staying successful will only be achieved with cooperative attitude of the breeders, all the fanciers of the breed. All together in the interest of the breed, and everyone with his own responsibilities.

To maintain a noble breed of high Standard you need noble people who share club acti-vities, who do not know everything better than anyone elsef but who have the right open mind and willingness to study and learn together in order to obtain more knowlegde of the breed, the right type etc.ete.

Best wishes for all Deerhounds and their people all round the world.

From the Dutch Deerhound Club A.H. Van der Snee,Secretary.

Bovenstaand artikel werd ingezonden naar het Amerikaanse tijdschrift CLAYMORE.

-26-

KEURVERSLAGEN TENTOONSTELLING UTRECHT 25 oktober 1986 - keurmeester J.Brixhe.

reuen open klas 1U CAC CACIB Duke Devlinof of the Dirty Mind. 18 maanden, voltandig en correct gebit,Goed type, goed hoofd correct lichaam en hoekin-gen. Borst kon iets breder, goed gangwerk, ellebogen iets naar buiten gedraaid, eigenaar:Ria Koers.

reuen jeugdklas 2. goed Quintus Quintessens of the Funny Hill. Reu 1 jaar, voltandig en correct gebit iets te veel witte kleur, correct hoofd, goede borst orst, hoekingen konden beter zijn, onstabiel gangwerk. eigenaar:R. Sluyk

1 zeer goed Pant vom Welzenberg Reu bijna 9 maanden, voltandig en correct gebit, mooi hoofd, goed lichaam in hoekingen, haar kon wat harder zijn, voeten konden wat meer krachtiger zijn, correct gangwerk, wat onstabiel in de voorhand. eigenaar: Carmen Rank.

teven open klas res CAC , res CACIB 1U teef 20 maanden, voltandig en correct gebit, goed type, goed hoofd, goede ruglijn en hoekingen, borstvorm kan beter zijn, goede konditie, mooie gang. eigenaar : M.J.Lotter Homan-Kijm.

-27-

Kamp.klas 1 U CAC, CACIB, BOB Jerk Jennifer of the Funny Hill 3 jarige teef, voltandig en correct gebit. mooi hoofd, goed lichaam,borst en hoekingen, correct haar en goede konditie, goede gang, kon wat meer kracht in de voorvoeten hebben. eigenaar: E.C.Fernhout.

RECTIFICATIES:

In clubblad 5 was niet elk onderschrift bij de foto's van de clubdag correct. De belang-rijkste misser staat op pag. 17 en 18 waar Lochinvar ten onrechte wordt genoemd als afstammeling van the Funny Hill.

Volgens door ons ontvangen kopie afschrift werd het CAC en het res.CAC bij de sloughi KK reuen wel vergeven.

Dank aan degenen die ons attent hebben ge-maakt op de onjuistheden, zodat wij een en ander nu kunnen corrigeren.

AANKONDIGING AANKONDIGING

Op de 2e PAASDAG in 1987, dat is 20 april, komt Miss NOBLE in Leeuwarden keuren. Houdt u die dag vrij om er ook bij te zijn ?

-28-

HET BESTUUR EN REDACTIE WENST

U EN UW DEERHOUNDS EEN GEZOND EN

VOORSPOEDIG 1987.

Uit: Scotch Deer Hounds and their Masters (George Cupples) een oud rijmpje:

With the eye of sloe And ear not low With horse's breast And deep in chest And broad in loin And strong in groin And nape set far behind the head ,-These were the dogs that Fingal bred.

SCOTTISH DEERHOUNDS

"OFF THE DIRTY MIND" .,.>>,

af en toe pups

KOERT HESSELING Belienberkdijk 27 5712 SE Someren-Eind Tel. 04953-486

• 2 9 -

AAN HET EINDE VAN 19 86

Het 4& verenigingsjaar zit er bijna op als U ons blad in de bus krijgt. Een korte terugblik over 1986 leidt tot de constatering dat het een jaar van revisie is geweest. Revisie omdat de bestuurlijke problemen van 1985 oplossingen vroegen voor de personele bezetting van het bestuur ; de samenstelling van de redaotie en evenementencommissie ; het drukken/verzenden van het clubblad e.d. Achterom kijkend kan met voldoening worden vastgesteld, dat deze revisie zonder noe-menswaardige schade voor de vereniging is verlopen. Het rustige vaarwater waarop wij begin 1986 hoopten,, is bereikt. Dit blijkt o.a. uit de activiteiten van de vereniging. Een clubdag, 2 wandelingen, een algemene ledenvergadering en een keurmeestersexamen. Het ledenaantal bedraagt momenteel 110. In het komende verenigingsjaar bereikt de Deerhound Club haar eerste lustrumjaar. Laat ik de hoop uitspreken dat wij er in dat jaar in zullen slagen de verbroedering van geesten -die zovelen wensen- tot stand te

brengen. In elk geval wens ik u prettige feestdagen en een voorspoedig 1987.

Voorzitter Jean Engelen

-30-

KONTRIBUTIE Lid ƒ 30,- per jaar met clubblad gezinslid ƒ 7.50 per jaar zonder clubblad éénmalige entree ƒ 10,—

Postgiro 178.48.48 RABO 103.150.404 p/a Laarhoekseweg 5 8107 AP Broekland

Betaling van de kontributie via accept-giro kaart, welke door de penningmester wordt toegezonden.

Aanmelding lidmaatschap bij de penningmeester schriftelijk of telefonisch. Hij zendt het aanmeldingsformulier toe.

Opzegging lidmaatschap: schriftelijk vóór 1 november van het lopende jaar bij de penningmeester.

TENTOONSTELLINGS

6/7/8 februari

22 februari

29 maart

2.0. april

15/16/17 mei

6/7/8 juni

19/20/21 juni

29/30 augustus

AGENDA 1987

Eindhoven

Zuid Laren

Leiden

Leeuwarden

Roozendaal

Arnhem

Oss

Rotterdam

secretariaatsadressen van tentoonstelling gevende verenigingen, komen in het volgend nummer.

Denkt u aan TWEEDE PAASDAG 20 april in Leeuwarden ?

-31-

d e e p h o u n d elub

BESTUUR voorzitter

vice voorzitter / secretaris

penningmeester / ledenadministratie

notuliste

pupbemiddeling / stamboekredactie

drs. J.J.H.Engelen Couwenhoven 90-09 3703 GB Zeist tel: 03404 - 52434

A.H. van der Snee Julianalaan 12 6717 JK EDE tel: 08380 - 33509

A.M.Hagemeij er Laarhoekseweg 5 8107 AP Broekland tel: 05703 - 1729

mevr.D.E.Boidin-Heyr Dijkstraat 161 3906 DD Veenendaal tel: 08385 - 16211

A.J.Horst Faunaweg 14 3852 AZ Ermelo tel: 03417 - 53453

REDACTIE

redactieadres

S.A.Braakman-Maehiel drs. J.J.H.Engelen Stougjesdijk 252 3261 KW Oud Beyerlan tel: 01860 - 15364

EVENEMENTEN-COMMISSIE

A.H. v.an der Snee

-32-