1 Burgerrechtelijke technieken bij familiaal geweld geweld afl...beslissen wanneer de tijd rijp is...

21
Handboek Familiaal geweld 1 Burgerrechtelijke technieken bij familiaal geweld Auteur: Dieter Vanoutrive Advocaat, plaatsvervangend vrederechter. 1. Inleiding en situering Alhoewel de grens de laatste jaren steeds vager wordt, is ons recht nog steeds in hoofdzaak ingedeeld in ‘strafzaken’ en ‘burgerlijke zaken’. Bij strafzaken is er een misdrijf gepleegd en dient de dader in principe een straf te worden opgelegd (gevangenis, geldboete, werkstraf …). Bij burgerlijke zaken wordt een conflict beslecht tussen burgers zonder dat het noodzakelijk is dat het conflict zijn grondslag vindt in een straf- bare gedraging. Wanneer een strafbaar feit echter aanleiding geeft tot schade aan bur- gers, kunnen de slachtoffers, eens het misdrijf bewezen is en de dader schuldig is verklaard, schadevergoeding vorderen. Aldus hebben heel wat strafzaken ook een burgerlijk aspect. Omgekeerd is het ook mogelijk dat een strafbare gedraging enkel aanleiding geeft tot een burgerlijke proce- dure in betaling van schadevergoeding omdat de procureur des Konings om welke reden ook beslist om niet tot strafrechtelijke vervolging over te gaan. Wie in de praktijk geconfronteerd wordt met familiaal geweld zal geneigd zijn een juridische oplossing eerder te zoeken in het strafrecht. Immers, familiaal geweld zal in veel gevallen een misdrijf uitmaken: opzettelijke slagen en verwondingen; misbruik van vertrouwen en oplichting; aanranding van de eerbaarheid; vergiftiging – toediening van stoffen die de gezondheid kunnen scha- den; huisvredebreuk (woonstschennis); bedreigingen onder bevel of voorwaarde; wederrechtelijke vrijheidsberoving; diefstal (niet tussen echtgenoten of kinderen t.o.v. ouders/grootou- ders); belaging (stalking); schuldig hulpverzuim … Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 1

Transcript of 1 Burgerrechtelijke technieken bij familiaal geweld geweld afl...beslissen wanneer de tijd rijp is...

Handboek Familiaal geweld

1 Burgerrechtelijke technieken bij familiaal geweld

Auteur:Dieter VanoutriveAdvocaat, plaatsvervangend vrederechter.

1. Inleiding en situering

Alhoewel de grens de laatste jaren steeds vager wordt, is ons recht nogsteeds in hoofdzaak ingedeeld in ‘strafzaken’ en ‘burgerlijke zaken’. Bijstrafzaken is er een misdrijf gepleegd en dient de dader in principe eenstraf te worden opgelegd (gevangenis, geldboete, werkstraf …).Bij burgerlijke zaken wordt een conflict beslecht tussen burgers zonderdat het noodzakelijk is dat het conflict zijn grondslag vindt in een straf-bare gedraging.

Wanneer een strafbaar feit echter aanleiding geeft tot schade aan bur-gers, kunnen de slachtoffers, eens het misdrijf bewezen is en de daderschuldig is verklaard, schadevergoeding vorderen. Aldus hebben heel watstrafzaken ook een burgerlijk aspect. Omgekeerd is het ook mogelijk dateen strafbare gedraging enkel aanleiding geeft tot een burgerlijke proce-dure in betaling van schadevergoeding omdat de procureur des Koningsom welke reden ook beslist om niet tot strafrechtelijke vervolging over tegaan.

Wie in de praktijk geconfronteerd wordt met familiaal geweld zalgeneigd zijn een juridische oplossing eerder te zoeken in het strafrecht.Immers, familiaal geweld zal in veel gevallen een misdrijf uitmaken:– opzettelijke slagen en verwondingen;– misbruik van vertrouwen en oplichting;– aanranding van de eerbaarheid;– vergiftiging – toediening van stoffen die de gezondheid kunnen scha-

den;– huisvredebreuk (woonstschennis);– bedreigingen onder bevel of voorwaarde;– wederrechtelijke vrijheidsberoving;– diefstal (niet tussen echtgenoten of kinderen t.o.v. ouders/grootou-

ders);– belaging (stalking);– schuldig hulpverzuim …

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 1

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 27 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

Het lijkt op het eerste gezicht dan evident om strafklacht neer te leggenbij de politie, bij het parket of eventueel in handen van de onderzoeks-rechter (‘klacht met burgerlijke partijstelling’).

Nochtans zal dit in tal van situaties niet de meest aangewezen oplossingzijn, of niet voldoende, en dit om meerdere redenen.

1.1 Eerste reden

Er is het probleem van het bewijsrecht. In ons rechtstelsel en zeker envooral in het strafrecht, kan men slechts ingrijpen (en bestraffen) wan-neer de feiten bewezen zijn. Vermoedens of aanwijzingen volstaan inprincipe niet.

Op zich is dit uiteraard een goede zaak: men moet vermijden dat eenonschuldige gestraft zou worden. Het komt wel eens voor dat een per-soon beweert het slachtoffer te zijn van familiaal geweld, waar na onder-zoek aan het licht komt dat hier niets van aan is. Soms wordt bewust eenvalse klacht neergelegd, bv. om een familielid te treffen of om zichzelfbewijsmiddelen te verschaffen in bv. een echtscheidingsprocedure. Somsgebeurt dit ook onbewust, men denkt aan een dementerende bejaardedie thuis goed verzorgd wordt maar vanuit zijn of haar geestestoestand(bv. dementie) bepaalde feiten uit het verleden projecteert op de huisge-noten of die droom en werkelijkheid niet uit elkaar kan houden. Het hoeftsoms niet eens zo ver te gaan. Een door de dokter opgelegd dieet kandoor een bejaarde moeder geïnterpreteerd worden als een poging omhaar te laten verhongeren. Een bejaarde man die zijn spaarcenten zogoed heeft verborgen dat hij zelf niet meer weet waar beschuldigt zijnneef van diefstal enzovoort.

Het feit dat veroordeling zonder bewijs niet mogelijk is, heeft echter ookeen keerzijde. Dikwijls zijn de feiten wel reëel maar kunnen ze eenvoudig-weg niet bewezen worden. Familiaal geweld gebeurt dikwijls tussen tweepersonen en tussen vier muren, zonder getuigen. Bijvoorbeeld: een mandie zijn vrouw slaat zal dit zelden in het openbaar doen of onder het oogvan anderen. Het onder druk zetten van een bejaarde oom, al dan nietmet gebruik van geweld, om een schenking te doen of een testament opte maken zal ook meestal gebeuren op momenten dat niemand iets kanhoren of zien.

Het is uiteraard bijzonder frustrerend voor het slachtoffer wanneer eenreële klacht uiteindelijk geseponeerd wordt of leidt tot een vrijspraak bijgebrek aan bewijs.

6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 2 Afl. 5 – februari 2013

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 28 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

1.2 Tweede reden

De regel dat de feiten (voldoende) bewezen moeten zijn heeft nog eenander nadeel: een strafonderzoek vraagt tijd, soms veel tijd. In veel geval-len is echter een dringend ingrijpen noodzakelijk. Precies omwille van debewijsproblematiek biedt het strafrecht ter zake dikwijls geen uitkomst.Voor een voorlopige hechtenis zijn er bv. strenge voorwaarden.

Bepaalde burgerlijke procedures gaan in de praktijk veel sneller. Een uit-spraak in kort geding kan men normaal op vrij korte termijn bekomen.Ook de meeste vredegerechten oordelen snel, zeker in geval van hoog-dringendheid. Soms is dit zelfs wettelijk geregeld.

Dikwijls zal de dader proberen een beslissing van de burgerlijke rechterop de lange baan te schuiven door te verwijzen naar een bestaande straf-klacht. In principe moet de burgerlijke rechter inderdaad het resultaatvan het strafonderzoek afwachten alvorens te oordelen (‘le criminel tient lecivil en état’). Dat betekent dat wanneer een partij kan aantonen dat ereen strafonderzoek is ingesteld, de burgerlijke rechter de zaak niet kanbehandelen zolang niet aangetoond is dat de zaak voor de strafrechter isgebracht en door hem definitief is beoordeeld, of tot een buitenvervol-gingstelling heeft geleid (d.w.z. dat de Raadkamer heeft beslist dat eronvoldoende redenen zijn om de verdachte voor de Correctionele Recht-bank te brengen).

Er moet echter op gewezen worden dat deze regel helemaal niet abso-luut is. Vooreerst wordt de regel enkel toegepast wanneer er een klachtbij de onderzoeksrechter is neergelegd. Een gewone klacht bij de politieof zelfs bij de procureur des Konings volstaat dus niet. En zelfs al is ereffectief klacht bij de onderzoeksrechter, dan nog zijn er voldoende uit-zonderingen zoals bv. een tussenkomst van de rechter in kort geding,bepaalde procedures bij de vrederechter enzovoort.

1.3 Derde reden

Het slachtoffer is dikwijls geen vragende partij voor een bestraffing van dedader. Dit ziet men bv. wanneer er nauwe familiale banden zijn tussendader en slachtoffer (bv. een moeder die mishandeld wordt door haarzoon). Er zijn ook situaties waarin het slachtoffer zich niet eens bewust isvan de mishandeling (bv. bepaalde vormen van verwaarlozing). Verderzal de eerste prioriteit van een slachtoffer veelal zijn in de vertrouwdeomgeving te kunnen blijven en neemt men er de mis(be)handeling danmaar bij (bv. de bejaarde die bij een kind inwoont en schrik heeft in eenrusthuis te zullen belanden). Het gebeurt soms dat het slachtoffer zich indergelijke omstandigheden zelfs tegen de hulpverlening gaat keren en

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 3

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 29 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

partij kiest voor de dader, al was het maar door de feiten te minimaliserenof te ontkennen.

1.4 Vierde reden

Een andere beperking van het strafrecht is dat niet alle vormen van fami-liaal geweld strafbaar zijn ofwel dat ze enkel kunnen onderzocht wordenna een formele klacht. Diefstal tussen echtgenoten of door kinderen ofkleinkinderen is niet strafbaar. Een strafklacht kan dan enkel nuttig zijnom bewijs te vergaren in het kader van een burgerlijke procedure. Bela-ging (stalking) kan slechts tot vervolging aanleiding geven nadat hetslachtoffer een formele klacht heeft neergelegd. Dit vergt dikwijls moedvoor het slachtoffer.

Tenslotte lijkt de praktijk uit te wijzen dat de politie niet altijd kan of wilhelpen. Het komt af en toe nog voor dat de politie weigert een klacht tenoteren omdat men van oordeel is dat er geen sprake is van een misdrijf.Dit is echter ten onrechte maar meestal gaat een burger tegen dergelijkeweigering niet in. Dergelijke weigering gaat soms gepaard met de mede-deling dat het een louter ‘burgerlijke zaak’ betreft en de betrokkene zichtot de vrederechter moet wenden. Hierbij verliest de politieambtenaarsoms uit het oog dat de vrederechter niet bevoegd is. Een klassiek voor-beeld is de politieambtenaar die weigert een klacht wegens belaging(stalking) te noteren en de betrokkene de raad geeft zich tot de vrede-rechter te wenden om een straatverbod op te leggen, wat de vrederech-ter niet kan doen. Nog te vaak vinden slachtoffers geen gehoor omdat depolitie vermoedt dat de klacht te banaal is of toch door de procureur desKonings zal geseponeerd worden. In dit kader moet ook de techniek vanhet zogenaamd ‘vereenvoudigd proces-verbaal’ (VPV) worden vermeld.Dit proces-verbaal blijft op het politiekantoor en wordt dus niet overge-maakt aan het parket (al wordt wel maandelijks een ‘overzichtslijst’ door-gestuurd). De zaak wordt dan in feite niet verder onderzocht tenzij erlater nieuwe elementen opduiken.

Dat een onderzoek of tussenkomst van de politie dikwijls aan het lichtbrengt dat er toch wel degelijk sprake is van een misdrijf of dat minstensop die manier belangrijk bewijsmateriaal kan worden verzameld, wordtdaarbij wel eens uit het oog verloren.

Omgekeerd ziet men echter soms ook dat de politie gaat optreden alsbemiddelaar in een conflict dat geen misdrijf is of dit op het eerstegezicht niet lijkt te zijn. Dergelijke tussenkomst kan soms zeer efficiëntzijn maar soms tast men hier de grenzen van de wettelijkheid af, zekerwanneer er enige druk wordt uitgeoefend op een onwillige partij om eenbepaalde regeling (bv. binnen een bepaalde termijn het huis verlaten naeen echtelijke ruzie) te aanvaarden.

6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 4 Afl. 5 – februari 2013

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 30 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

Om al deze redenen is het aangewezen dat eveneens gezocht wordt naareen oplossing van het probleem binnen het burgerlijk recht, mogelijkzonder tussenkomst van politie, parket of onderzoeksrechter of minstenszonder het resultaat van deze tussenkomst af te wachten.

Deze aanpak heeft in ieder geval een aantal voordelen.

Het is ten eerste minder ‘beschuldigend’ t.a.v. de vermeende dader (zekerbij twijfelgevallen). Men loopt ook geen risico op een klacht wegens las-ter of eerroof wanneer de klacht ongegrond blijkt of niet bewezen kanworden.

Ten tweede hebben in een burgerlijke procedure de partijen in principe‘de leiding van het geding’. Dat betekent dat het aan een partij is om tebeslissen wanneer de tijd rijp is voor een volgende stap in de procedure.De rechter gaat in een burgerlijke procedure, uitzonderingen niet te nagesproken, pas (opnieuw) tussenkomen wanneer een partij dit uitdrukke-lijk vraagt. Zo kan het bv. in veel gevallen al volstaan dat een burgerlijkeprocedure ingesteld wordt om een dader tot inkeer te brengen. In datgeval kan de eisende partij dan melden aan de rechter dat men mogelijktot een regeling zal komen. De behandeling van de zaak wordt dan uit-gesteld tot op het moment dat een partij vraagt aan de rechter om dezaak opnieuw te activeren.

Bij een strafklacht beslist de politie, de procureur of de onderzoeksrechterof en zo ja wanneer er welke actie ondernomen moet worden. Veel hangtdaarbij af van de ijver of de aanpak van diegene die met het onderzoek isbelast.

Toch mag men ook niet blind zijn voor de nadelen. Het burgerlijk rechtbiedt ook niet voor alle situaties een pasklare oplossing. Het is pas sindsenkele jaren dat er bij de wetgever aandacht is ontstaan voor de vraag ofbepaalde feiten die in feite strafrechtelijk van aard zijn, niet beter op eenlouter burgerlijke manier zouden worden opgelost. Heel wat wettekstenzijn nog niet aangepast aan deze, vrij recente, visie.

Bovendien moet men om stappen op burgerlijk vlak te kunnen onderne-men over ‘hoedanigheid en belang’ beschikken. Dat betekent dat niet omhet even wie het initiatief kan nemen om aan een situatie van familiaalgeweld op een louter burgerlijke manier een einde te stellen. Een misdrijfkan, tenzij het een klachtmisdrijf is, door om het even wie aan de autori-teiten gemeld worden en moet dan tot onderzoek aanleiding geven; hetinitiatief zit dus niet noodzakelijk bij het slachtoffer. In het burgerlijk rechtzal het initiatief dikwijls wel van het slachtoffer moeten uitgaan. Nu zaldit slachtoffer dit in bepaalde omstandigheden wellicht weigeren, uitangst of onwetendheid. Wat ook gebeurt, is dat het slachtoffer, na een

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 5

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 31 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

aanvankelijk akkoord om de procedure in te stellen, deze toestemmingintrekt, al dan niet onder druk van de dader. De wet gaat nu eenmaal uitvan de principiële wilsbekwaamheid van een partij en houdt geen reke-ning met mogelijke druk.

In dergelijke gevallen is het dan ook soms nodig om eerst een vorm van‘onbekwaamverklaring’ uit te lokken zodat de nodige initiatieven door eenwettelijke vertegenwoordiger kunnen genomen worden. Maar ook hierkent de wet haar grenzen, al werden en worden er initiatieven genomenom hieraan te verhelpen. Hierop wordt verder teruggekomen (zie 2.6).

2. Enkele technieken in het burgerlijk recht die aangewend kunnen worden bij familiaal geweld

2.1 De Oproeping tot minnelijke schikking

Bij deze techniek vraagt het slachtoffer van familiaal geweld aan de griffievan de rechtbank (meestal het vredegerecht) om de dader op te roepenom op een bepaalde dag en uur de problemen te komen bespreken inhet kabinet van de (vrede)rechter.

Deze techniek heeft een aantal belangrijke voordelen.– Het betreft een zeer soepele procedure. Een eenvoudige brief aan het

vredegerecht of zelfs een mondeling verzoek volstaat.– De procedure is volledig kosteloos.– De bespreking vindt plaats achter gesloten deuren. Alles is mogelijk en

bespreekbaar.– De vrederechter luistert naar de standpunten van de partijen en tracht

hen tot een overeenkomst te brengen, zonder dat hij standpuntinneemt of partij kiest.

– Wanneer de partijen een akkoord bereiken wordt dit door de vrede-rechter genoteerd in een ‘proces-verbaal van minnelijke schikking’. Ditproces-verbaal heeft de waarde van een vonnis en wanneer een partijhet akkoord niet naleeft kan het door een gerechtsdeurwaardergedwongen worden uitgevoerd.

– Sowieso brengt het de vrederechter op de hoogte van het bestaan vanhet probleem, wat eventueel nuttig kan zijn voor later.

6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 6 Afl. 5 – februari 2013

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 32 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

Uiteraard heeft deze techniek ook een aantal nadelen.– Het slachtoffer moet minstens betrokken worden bij de aanvraag; wei-

gert het slachtoffer zijn medewerking, dan kan deze techniek niet aan-gewend worden.

– Komt de tegenpartij niet opdagen dan kan de vrederechter nietsondernemen.

– Veel hangt af van de inzet van de vrederechter om de partijen tot eenakkoord te brengen.

– De tegenpartij wordt door de oproep ‘gealarmeerd’ en kan eventueelbewijsmateriaal laten verdwijnen of zich, nog voor de zaak voorkomt,nog meer tegen het slachtoffer keren.

– Sommige vrederechters weigeren mee te werken wanneer de aard vande problematiek niet strikt tot hun bevoegdheid behoort.

Deze techniek lijkt derhalve in het kader van familiaal geweld enkel aan-gewezen bij kleinere problemen of wanneer men kan vermoeden dat detegenpartij beducht is voor een rechterlijke tussenkomst en de oproepingvan het vredegerecht als ernstig zal ervaren.

Men denkt bv. aan een situatie waarbij een meerderjarig kind nog thuisverblijft en de ouder(s) lichamelijk of geestelijk mishandelt als hij gedron-ken heeft. Er kan dan mogelijk een akkoord tot stand komen dat het kindde woning tegen een bepaald tijdstip zal verlaten. Wanneer het kind zichdan niet aan de door de vrederechter genoteerde belofte houdt, kan hetkind na het verstrijken van de termijn door de gerechtsdeurwaarder uitde woning gezet worden.

2.2 De Vordering tot Uithuiszetting

Bij de vorige techniek, de oproeping tot minnelijke schikking, is eenakkoord van de partijen noodzakelijk. Dikwijls zal de tegenpartij echterniet komen opdagen of, indien hij of zij dit wel doet, het bestaan van deproblematiek t.a.v. de vrederechter met klem ontkennen.

Het probleem van familiaal geweld kan echter dikwijls opgelost wordendoordat de (vermeende) dader uit de woning gezet wordt. In dat geval iseen vordering tot uithuiszetting de aangewezen techniek.

De wet stelt wel een aantal voorwaarden.– De dader moet meerderjarig zijn; is de dader nog minderjarig, dan zal

er hulpverlening gevraagd moeten worden vanuit de Jeugdzorg;– De dader moet in het huis wonen ‘zonder recht of titel’. Dat betekent

dat hij zelf geen eigenaar of (mede-)eigenaar mag zijn van de woning,noch huurder of (mede-)huurder. Wanneer bv. het slachtoffer een deelvan de woning officieel verhuurt aan de dader, dan zal de dader nietzomaar uit het huis kunnen gezet worden;

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 7

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 33 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

– Wanneer dader en slachtoffer gehuwd zijn of wettig samenwonen gel-den er andere technieken (zie verder).

Is aan de voorwaarden voldaan, dan biedt deze techniek twee grotevoordelen:– Men hoeft het bestaan van familiaal geweld helemaal niet te bewijzen.

Het volstaat dat het slachtoffer duidelijk zijn wil te kennen geeft dat deinwonende dader de woning verlaat om deze (meestal mits het res-pecteren van een redelijke termijn) uit het huis te laten zetten;

– De vrederechter is bevoegd; de zaak kan vrij snel ingeleid worden enop korte termijn behandeld worden.

Maar ook hier mag men de nadelen niet onderschatten:– De zaak moet worden ingeleid d.m.v. een dagvaarding. Een tussen-

komst van een gerechtsdeurwaarder is dus noodzakelijk en dit brengtuiteraard kosten met zich mee. Gezien het formalisme dat aan de pro-cedure verbonden is, is ook de tussenkomst van een advocaat meestalwenselijk;

– Het initiatief moet uitgaan van het slachtoffer (problematiek van ‘hoe-danigheid en belang’).

– De verwerende partij kan ‘procedurevertragende’ handelingen stellen.Dikwijls zal de verwerende partij uitstel vragen om schriftelijk stand-punt in te nemen. In het kader van de rechten van de verdediging zalde vrederechter dit meestal toestaan;

– De vrederechter kan een ‘redelijke termijn’ toestaan om de woning teverlaten;

– De verweerder kan een tegenvordering instellen (bv. onderhoudsgeldvorderen). Weliswaar mag een tegenvordering de behandeling van dehoofdvordering niet vertragen, maar dit is eerder theorie;

– De tegenpartij kan hoger beroep instellen tegen het vonnis van de vre-derechter. Dit kan omzeild worden door aan de vrederechter uitdruk-kelijk te vragen het vonnis ‘uitvoerbaar bij voorraad’ te verklaren. Datbetekent dat het vonnis toch moet uitgevoerd worden, ondanks hogerberoep. Het komt er op neer dat, zelfs als de tegenpartij hoger beroepaantekent, hij toch de woning moet verlaten binnen de termijn die devrederechter bepaald heeft en dit in afwachting van een beslissing vande rechter in beroep;

– Deze techniek kan niet aangewend worden voor gehuwden en wette-lijk samenwonenden; hiervoor bestaat een andere techniek.

– Deze techniek kan ook door de dader van het familiaal geweld wordenaangewend wanneer het slachtoffer zonder recht of titel in de woningverblijft, dit om het slachtoffer bijkomend onder druk te zetten.

6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 8 Afl. 5 – februari 2013

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 34 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

2.3 De collocatie

Collocatie houdt in dat iemand gedurende een bepaalde termijngedwongen opgenomen wordt in een psychiatrische instelling.

De wettelijke voorwaarden zijn bijzonder streng. De persoon die gecollo-queerd wordt moet geestesziek zijn. Voor veel vrederechters is alcoho-lisme geen geestesziekte. Ook gewone stoornissen die het gevolg zijnvan hoge leeftijd (geheugenstoornissen, waanideeën, paranoïde trekken)zijn in principe niet voldoende. Bovendien moet de persoon die gecollo-queerd moet worden zijn eigen veiligheid of gezondheid of die van ande-ren in gevaar brengen, wat niet altijd eenvoudig te bewijzen is. De wetbepaalt ten slotte nog dat dit een ‘ultiem’ middel is; er mag geengeschiktere behandeling mogelijk zijn.

Ook de (normale) procedure is eerder log. De vrederechter is bevoegd,maar bij het verzoekschrift moet al een omstandig geneeskundig verslaggevoegd worden. In de praktijk is het dikwijls moeilijk om dergelijkgeneeskundig verslag te bekomen.

Daarom is de spoedprocedure van collocatie, die normaal de uitzonde-ring zou moeten zijn, de regel geworden. In dat geval laat de procureurdes Konings, op basis van een verslag van een arts die desnoods doorhem aangewezen wordt, de zieke opnemen in een psychiatrische instel-ling. De Vrederechter moet de opname dan binnen een welbepaalde ter-mijn bevestigen. Hierbij bepaalt de vrederechter dan dat de betrokkene‘in observatie gesteld’ wordt.

In ieder geval is deze beslissing tot ‘inobservatiestelling’ van de vrederech-ter maar geldig voor maximum 40 dagen. Deze termijn kan wel verlengdworden.

Voordeel van de procedure is dat een snelle actie mogelijk is, maar menzal wel de procureur des Konings (eventueel via de politie) moeten kun-nen overtuigen van de ernst van de situatie. Bovendien moet er daneffectief sprake zijn van geestesziekte en is de duurtijd van de opnamemeestal beperkt. Immers: op het ogenblik dat de vrederechter de per-soon bezoekt is deze dikwijls gekalmeerd en ziet de vrederechter de ver-dere noodzaak van het verblijf in de instelling niet in.

Collocatie kan echter in bepaalde gevallen een, minstens tijdelijke, oplos-sing zijn. Het zorgt voor een afkoelingsperiode en als het klikt tussen degecolloqueerde en zijn begeleiders in de instelling kan dit leiden tot eenerkenning van het probleem of tot een passende behandeling die hetrisico op nieuwe incidenten vermindert.

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 9

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 35 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

2.4 Specifiek voor gehuwden en wettig samenwonenden: dringende en voorlopige maatregelen bij de vrederechter

Wanneer een gehuwde ‘grovelijk zijn plichten verzuimt’ of een wanneer deverstandhouding tussen echtgenoten of wettelijk samenwonenden ‘gron-dig verstoord’ is kan men aan de vrederechter vragen om dringende envoorlopige maatregelen te nemen m.b.t. de persoon en de goederen vande echtgenoten/wettelijk samenwonenden en hun kinderen. De vrede-rechter kan dan bv. beslissen dat de partijen afzonderlijk moeten gaanwonen en één partij machtigen om de andere partij uit de woning telaten zetten.

Belangrijk is dat, ondanks de andersluidende terminologie, de vrederech-ter niet moet onderzoeken of de zaak dringend is. Het volstaat dat hijvaststelt dat de verstandhouding verstoord is. Familiaal geweld is hetvoorbeeld bij uitstek.

De vrederechter hoeft ook geen uitspraak te doen over schuld ofonschuld. Hij kan wel melding maken van wat de partijen verklaren (bv.de man bekent dat hij een overspelige relatie heeft) wat van belang kanzijn voor de beoordeling van de schuldvraag bij echtscheiding.

De bedoeling van deze procedure is een ‘adempauze’ in te lassen zodatde partijen kunnen nadenken over het lot van hun huwelijk of wettelijkesamenwoonst.

Voor bepaalde vrederechters betekent dit dat zij zich onbevoegd verkla-ren als de aanvrager duidelijk zegt dat de breuk definitief is en een toe-komstige verzoening uitgesloten is.

Voordeel van deze procedure is dat de vrederechter zich niet hoeft tehouden aan wat de partijen vorderen; hij kan de maatregelen opleggendie hij nuttig acht.

De opgelegde maatregelen zijn in principe wel beperkt in de tijd.– Voor gehuwden voorziet de wet echter geen maximumtermijn. De

vrederechter bepaalt deze dus zelf waarbij hij rekening moet houdenmet de realiteit dat hij de feitelijke scheiding niet mag ‘organiseren’.De wet bepaalt nu eenmaal dat echtgenoten moeten samenwonen enals de rechter hen toelaat om afzonderlijk te wonen moet dit tijdelijkzijn. Sommige vrederechters leggen de termijn van hun maatregelenvast op zes maanden, andere drie maanden, sommigen voor één jaar… Bepaalde andere vrederechters zeggen zelfs dat de maatregelen dieopgelegd worden gelden “tot andersluidende gerechtelijke beslis-

6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 10 Afl. 5 – februari 2013

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 36 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

sing”. In zo’n geval kunnen de opgelegde maatregelen dus in de prak-tijk jaren uitwerking hebben …

– Voor wettelijk samenwonenden is er wel een wettelijke maximumter-mijn voorzien, nl. tot de officiële beëindiging van het samenlevings-contract. Bepaalde maatregelen kunnen nog gevorderd worden totdrie maanden na de beëindiging.

Men moet er in ieder geval rekening mee houden dat alle bevolen maat-regelen voorlopig zijn (bv. een verdeling van bepaalde goederen).

Een ander teer punt is dat een beslissing van de vrederechter waarbij departijen toegelaten wordt om afzonderlijk te wonen op zich geen bewijsis dat de partijen vanaf dan ook effectief afzonderlijk gaan wonen zijn.

Dit heeft zijn belang wanneer de partijen later ook officieel uit de echtgaan scheiden in het kader van de “echtscheiding op grond van onher-stelbare ontwrichting”. De huidige wet bepaalt immers dat de rechtereen echtscheiding moet uitspreken wanneer beide partijen het vragen ener bewezen wordt dat zij al zes maanden afzonderlijk wonen of, wanneerslechts één partij het vraagt, als bewezen wordt dat de partijen al één jaarafzonderlijk wonen.

Welnu, aangezien de vrederechter de partijen enkel toelaat om afzonder-lijk te wonen, en de partijen, in onderling akkoord, kunnen overeenko-men om toch samen te blijven wonen, bewijst het vonnis van deVrederechter normaal niet de datum van de feitelijke scheiding. Menmoet dus ook officieel zijn adres laten veranderen.Dit geeft in de praktijk dikwijls problemen wanneer de vrederechterbepaalt dat de echtgenoten elk om beurt een week in de gezinswoningmogen wonen (om te vermijden dat de kinderen iedere week vanwoning zouden moeten veranderen). Meestal blijven beide partijen danop het adres van de gezinswoning gedomicilieerd en begint de termijnom vlot uit de echt te kunnen scheiden niet eens te lopen …

Voordeel van de procedure “dringende en voorlopige maatregelen bij devrederechter” is wel dat alles zeer snel verloopt (in theorie volgt de uit-spraak binnen de 15 dagen na de indiening van het verzoek), en efficiënten goedkoop is. Een advocaat is ook niet strikt noodzakelijk.

Binnen deze procedure is er een merkwaardigheid i.v.m. de vraag wievan de partijen in de gezinswoning mag blijven en wie deze moet verla-ten. De wet bepaalt dat indien een echtgenoot zich tegenover de anderschuldig heeft gemaakt aan een bepaald strafrechtelijk beteugelde feiten(bv. slagen en verwondingen) of indien er ernstige aanwijzingen voordergelijke gedraging zijn, het (vermeende) slachtoffer in principe het

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 11

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 37 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

genot toegewezen krijgt van de echtelijke verblijfplaats indien het (ver-meende) slachtoffer daarom vraagt.

Dit artikel werd in de wet ingevoerd als reactie op het feit dat het slacht-offer van huiselijk geweld dikwijls de woning ontvlucht en een aantalrechters dan de neiging hadden de feitelijke situatie te bevestigen en degezinswoning voorlopig aan de dader toe te wijzen …

Opmerkelijk is dat ‘ernstige aanwijzingen’ van geweld volstaan. Men moetdeze feiten dus niet bewijzen, ernstige vermoedens volstaan. Men hoeftdus ook niet te wachten op het resultaat van een strafonderzoek. Meestalvolstaat de verklaring van het slachtoffer in een proces-verbaal van depolitie in combinatie met een medisch attest.

Dat dit wel eens aanleiding geeft tot misbruiken ligt voor de hand.Gekend is het vonnis, bevestigd in hoger beroep, dat een landbouwerverplichtte om zijn hoeve met zes varkensstallen voor 3000 varkens en40ha grond (eigendom van de echtgenoten langs een vennootschap) teverlaten wegens aanwijzingen van eenmalig ernstig partnergeweld.Alleen de klacht lag voor en een indrukwekkende reeks foto’s van hetgezicht van de vrouw. Geruime tijd nadien bleek dat de vrouw allesgeënsceneerd had …

Volledigheidshalve moet erop gewezen worden dat deze procedure uit-gesloten is voor feitelijk samenwonenden. Zij zullen gebruik moetenmaken van de andere technieken die besproken worden, bv. de oproe-ping minnelijke schikking, de uithuiszetting of, bij hoogdringendheid een“gewone” procedure in kort geding, voor de Voorzitter van de Recht-bank van Eerste Aanleg.

2.5 De verzegeling

Wanneer er sprake is van een ernstig belang m.b.t. het gemeenschappe-lijk vermogen van de echtgenoten, een nalatenschap of een onverdeeld-heid, kan men aan de vrederechter vragen om een goed te verzegelen.Dit gebeurt binnen de 24 uur, ev. met tussenkomst van de politie als menweigert de deuren te openen.

Op het eerste gezicht lijkt deze techniek niet geschikt in het kader vaneen situatie van familiaal geweld. De ervaring leert echter dat bepaaldepartijen wel eens oneigenlijk gebruik maken van deze techniek om eensituatie te deblokkeren of een schokeffect teweeg te brengen.Immers, als een woning (bv. de gezinswoning) verzegeld wordt, is dezeminstens tijdelijk voor geen van beide partijen meer toegankelijk.

6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 12 Afl. 5 – februari 2013

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 38 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

Het is wel zo dat bepaalde vrederechters, wanneer zij de indruk krijgendat men van de verzegeling gebruikmaakt louter om de tegenpartij tetreffen, zij slechts één kamer in de woning of enkele kasten verzegelen,die dan tijdelijk ontoegankelijk worden. De betrokkene kan dan wel in dewoning blijven.

2.6 Toevoeging van een wettelijke vertegenwoordiger

2.6.1 Situering

De vorige technieken hadden als nadeel dat het slachtoffer het initiatiefmoest willen nemen en dit ook niet voor de dader verborgen kon hou-den. Dit blijkt in de praktijk dikwijls hét probleem bij uitstek te zijn ingeval van familiaal geweld.

In veel gevallen is het slachtoffer lichamelijk of geestelijk niet in staat omdeze beslissing te nemen of wenst hij zich de facto te verschuilen achtereen derde die voor hem deze beslissingen neemt.

Het burgerlijk wetboek voorziet ter zake een aantal mogelijkheden. Geenenkele is sluitend maar in de praktijk, en mits enige ‘soepele’ interpretatievan het wet, kan het dikwijls een oplossing betekenen.

Men dient goed voor ogen te houden dat de wet enerzijds techniekenvoorziet voor personen die niet meer in staat zijn om hun goederen engelden te beheren en anderzijds om beslissingen m.b.t. hun persoon tenemen.

Er is dus geen oplossing voor personen die strikt genomen nog volledigwilsbekwaam zijn en lichamelijk en geestelijk nog in staat zijn zelf hunzaken te beredderen en beslissingen te nemen. In de praktijk zijnbepaalde vrederechters echter soepel, zeker als de vrederechter op dehoogte is gebracht van de achtergrond van de zaak.

In de huidige stand van de wetgeving is de procedure m.b.t. iemand dieook wat zijn persoon betreft niet de juiste beslissingen kan nemen (dusniet alleen wat zijn de goederen en gelden aangaat) zeer log. In de prak-tijk lost men dit op door gebruik te maken van de technieken bedoeldvoor personen die enkel hun goederen niet kunnen beheren. De wetge-ver heeft wel initiatief genomen om dit in de toekomst beter te regelen(zie verder).

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 13

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 39 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

2.6.2 Soorten gerechtelijke vertegenwoordiging

Momenteel voorziet de wet nog steeds volgende mogelijkheden:– De verlengde minderjarigheid– De onbekwaamverklaring– De toevoeging van een voorlopig bewindvoerder.

Bij verlengde minderjarigheid wordt een persoon door de wet als minder-jarig beschouwd en blijven zijn ouders (of desnoods een voogd) zorgdragen voor zijn persoon en goederen. Het moet wel gaan om personendie van bij hun geboorte of sinds hun vroege kindertijd geestelijk gehan-dicapt zijn.

Onbekwaamverklaring is, volgens de letterlijke tekst van de wet, mogelijkvoor “meerderjarigen die zich in een aanhoudende staat van onnozelheid ofkrankzinnigheid bevinden”.

Over dergelijke personen wordt dan ook een voogd aangesteld die beslistover persoon en goederen.

Van zodra de onbekwaamverklaring uitgesproken wordt zijn alle hande-lingen gesteld door de onbekwaamverklaarde nietig. Handelingen vanvoordien kunnen vernietigd worden als de oorzaak van de onbekwaam-verklaring kennelijk bestond op het moment van die handeling.

Onbekwaamverklaring is een techniek die in onbruik is geraakt omdat deprocedure ontzettend log is en veel tijd in beslag neemt. Bovendien ishier de rechtbank van eerste aanleg en niet de vrederechter bevoegd.Deze procedure is dus minder aangewezen wanneer er sprake is vanfamiliaal geweld, omdat in zo’n geval snel gehandeld moet worden.

Het voorlopig bewind is een veel “populairder” techniek. De procedure isveel soepeler maar strikt genomen betreft het enkel beheer van goederenen gelden en kan de bewindvoerder geen beslissingen nemen m.b.t. depersoon.

Toch kan het bij gevallen van familiaal geweld een oplossing biedenomdat de wet voorziet dat de bewindvoerder de beschikbare middelenmoet aanwenden voor ‘lotsverzachting’. Dit is een erg ruim begrip.Bovendien moet de bewindvoerder in zijn jaarlijks verslag aan de vrede-rechter melding maken van ‘de materiële levensvoorwaarden en de leefsi-tuatie van de beschermde persoon alsmede de wijze waarop de voorlopigebewindvoerder daarop heeft ingespeeld’. Dit is een wettelijke ‘kapstok’ voorveel bewindvoerders om de facto ook beslissingen m.b.t. de persoon vanhun beschermeling te nemen.

6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 14 Afl. 5 – februari 2013

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 40 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

Strikt wettelijk gezien kan er maar een voorlopig bewindvoerder aange-steld worden wanneer de betrokkene aan wilsdeficiëntie lijdt. Het crite-rium “ouderdom” speelt daarbij geen rol. Ook bv. een inwonend(meerderjarig) kind kan, wanneer het slachtoffer is van familiaal geweld,een voorlopig bewindvoerder krijgen, als er maar een zekere vorm vanwilsdeficiëntie is.

De praktijk leert hierbij dat de meeste vrederechters geneigd zijn dezebepaling zeer soepel te interpreteren. Ter illustratie een citaat uit eenvonnis van een Gentse vrederechter:

“Uit de debatten blijkt dat de betrokkene goed bij geest is maar lijdt aankortademigheid; dat zij bij haar zoon en zijn vrouw inwoonde en er fysischen mentaal geweld heeft ondergaan, dat de zoon de volmacht die hij jarengeleden kreeg schijnt misbruikt te hebben; dat betrokkene niet wenst terug tekeren naar haar zoon en hem niet meer aanziet als haar vertrouwensper-soon. De toevoeging van een voorlopig bewindvoerder is noodzakelijk.”

Het zal duidelijk zijn dat hier helemaal niet aan de voorwaarden van dewet voldaan was. De vrederechter bevestigt immers letterlijk dat debetrokkene nog gezond van geest is. Het louter feit van ‘kortademig’ tezijn is uiteraard geen reden om een bewindvoerder aan te stellen. Het isduidelijk dat de vrederechter in dit geval een voorlopig bewindvoerderheeft aangesteld die ervoor moest zorgen dat de betrokkene onttrokkenbleef aan de invloed van haar zoon en schoondochter die haar geruimetijd mishandeld hadden.

In deze zaak heeft de bewindvoerder dan ook voor de betrokkene, diezich op dat ogenblik in crisisopvang bevond:– een geschikt woonzorgcentrum gezocht;– de bezittingen van de betrokkene opgeëist bij de zoon en de schoon-

dochter;– de passende procedures ingesteld om voor de betrokkene schadever-

goeding te vorderen.

Het betreft dus een typisch voorbeeld van hoe van de techniek van hetvoorlopig bewind werd gebruikgemaakt om een manifest geval van fami-liaal geweld te doen ophouden.

De procedure tot aanstelling van een voorlopig bewindvoerder is, zoalsgezegd, eerder soepel. Het enige probleem is dat ook hier een medischattest noodzakelijk is.

De ervaring leert me dat veel (huis)artsen weigerachtig zijn om een der-gelijk attest af te leveren. Zij laten zich liever niet in met ‘familiekwesties’en beroepen zich soms op hun beroepsgeheim. Dit is echter ten

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 15

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 41 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

onrechte aangezien de arts wettelijk verplicht is om een dergelijk attest afte leveren wanneer hem dat gevraagd wordt. Het gaat immers om eenbij wet voorziene uitzondering op het beroepsgeheim van de arts.Artikel 458 van het Strafwetboek, dat het beroepsgeheim van de artsregelt, bepaalt immers dat het een arts verboden is geheimen bekend temaken, tenzij de wet hem verplicht omdat te doen. De arts heeft hier dusgeen ‘mogelijkheid’ om in bepaalde gevallen geheimen bekend temaken. Het is het een of het ander: ofwel moet hij spreken, ofwel moet hijzwijgen. Welnu, de wet op het voorlopig bewind is een wet die een artsverplicht om te ‘spreken’ en het bij wet vereiste attest af te leveren wan-neer hem dat gevraagd wordt.

De arts moet het attest bovendien afleveren aan de persoon die het hemvraagt met het oog op de aanstelling van de bewindvoerder. Bepaaldeartsen verkiezen een attest af te geven onder gesloten omslag, enkel teopenen door de vrederechter. Dat kan uiteraard niet. De persoon die hetvoornemen heeft om een voorlopig bewindvoerder aan te vragen moetimmers kunnen inschatten of zijn aanvraag een redelijke kans op slagenheeft. Dat kan pas wanneer hij kennis kan nemen van de inhoud van hetattest. Om te vermijden dat het attest misbruikt zou worden kan de artsuiteraard vermelden dat het attest enkel afgeleverd wordt met het oogop de aanvraag van een voorlopig bewindvoerder.

De vele misverstanden die hieromtrent bij artsen bestaan worden gevoeddoor een advies van de Nationale Raad van de Orde van Geneesherenvan 19 mei 1992. Dit advies stelt immers dat de arts een attest ‘kan’ afle-veren, maar enkel onder gesloten omslag ter attentie van de vrederech-ter, wat echter juridisch foutief is. Het betreft slechts een ‘advies’ dat dusniet bindend is en ook niet bindend kan zijn nu de Orde van Geneeshe-ren wettelijk geen bevoegdheid heeft om normen op te leggen.

Het is dus duidelijk dat de arts een attest moet afleveren en de arts dieweigert zou zelfs tot schadevergoeding veroordeeld kunnen wordenwanneer door zijn weigering de procedure vertraging oploopt en debetrokkene hierdoor schade lijdt (bv. de bejaarde die ‘gepluimd’ wordtdoor inwonende kinderen die de spaargelden van de betrokkene inpal-men).

Het is zeer belangrijk dat de vrederechter, wanneer hij gevat wordt voorde aanstelling van een voorlopig bewindvoerder, zoveel mogelijk infor-matie krijgt over de feitelijke toestand. Immers, theoretisch moet bij voor-keur een naast familielid als bewindvoerder worden aangesteld. Menmoet uiteraard vermijden dat precies de dader van het familiaal geweldbewindvoerder zou worden. Als de problematiek ernstig is, dringt menbest bij de vrederechter aan om een neutraal, professioneel bewindvoer-der aan te stellen. De goed ingelichte vrederechter zal dan ook iemand

6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 16 Afl. 5 – februari 2013

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 42 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

kiezen die voldoende geëngageerd is om zich in te zetten om aan de toe-stand van familiaal geweld een einde te stellen. Slechts enkele vrederech-ters hebben de gewoonte om een bewindvoerder aan te stellen volgenseen strikte beurtrol. De meeste vrederechter kiezen die bewindvoerderdie volgens hen meest geschikt is om de opdracht tot een goed einde tebrengen.

Een merkwaardigheid in ons recht, maar in de praktijk enorm belangrijken waardevol, is dat de taak van de vrederechter, eens een bewindvoer-der is aangesteld, niet beëindigd is.

De taak van een rechter is normaal eerder beperkt. Hij moet zich bv. hou-den aan het probleem dat hem voorgelegd wordt; hij mag enkel gebruik-maken van de informatie en stukken die de partijen hem verschaffen; hijkan ook nooit op zijn beslissing terugkomen; hij mag zich niet moeienmet de uitvoering van zijn beslissing en hij neemt enkel initiatief op vor-dering van een partij.

In het kader van een voorlopig bewind blijft de vrederechter het dossiervoortdurend opvolgen, hij kan bijsturen, aanpassen, informatie inwin-nen, de uitvoering van zijn vonnis controleren en desgevallend een totaalnieuwe beslissing nemen naargelang de omstandigheden …

De vrederechter kan daarbij volledig vrij handelen en is door geen enkele(wettelijke) richtlijn gebonden. Hij heeft een enorme beoordelingsvrij-heid, en hij kan (of moet soms) zelf initiatief nemen.

In de praktijk is er, zeker in moeilijke dossiers, geregeld overleg tussenbewindvoerder en vrederechter, dikwijls op informele wijze. Men kanzich bij deze manier van werken vragen stellen, maar in de praktijk blijkthet meestal te werken en komt het de ‘lotsverzachting’ van de betrokkenezeker ten goede.

Hoewel de ervaringen positief zijn houdt deze enorme vrijheid ook geva-ren in. Sowieso zal de invulling van de taak van de vrederechter hier veelafhangen van persoon tot persoon.

Een andere belangrijke figuur in het kader van het voorlopig bewind is devertrouwenspersoon. De vrederechter kan immers, naast de bewindvoer-der, een vertrouwenspersoon aanstellen die een oogje in het zeil houdt.Deze persoon vormt dan een brug tussen de beschermeling en debewindvoerder en kan ook als ‘klokkenluider’ fungeren, zowel naar debewindvoerder toe als naar de vrederechter (wanneer bv. de bewind-voerder zijn opdracht niet naar behoren zou uitvoeren). Net als debewindvoerder kan de vertrouwenspersoon te allen tijde vervangen wor-den wanneer deze niet naar behoren functioneert.

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 17

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 43 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

Een groot voordeel van het voorlopig bewind, dat nu echter doorrecente wetgevende initiatieven op de helling dreigt te komen staan, isdat een persoon die onder voorlopig bewind staat niet meer rechtsgeldigverbintenissen kan aangaan. De bewindvoerder kan steeds de nietigheidopwerpen. Dit is belangrijk in het kader van de context van een situatievan familiaal geweld, bv. wanneer een huisgenoot de betrokkene onderdwang zet om een schenking te doen of een ander contract te sluiten.Ook een testament kan, na aanstelling van de bewindvoerder, niet meerrechtsgeldig gemaakt worden zonder toestemming van de vrederechter.

2.6.3 Een nieuwe wet op komst

Op 19 juli 2012 werd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers aange-nomen en overgezonden naar de Senaat het wetsontwerp tot hervor-ming van de regelingen “inzake onbekwaamheid en tot instelling van eennieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid”.

Dit wetsontwerp maakt komaf met alle stelsels van wettelijke vertegen-woordiging van meerderjarigen hierboven opgesomd (verlengde min-derjarigheid, onbekwaamheid, voorlopig bewind …) en zorgt voor een‘eenheidsstatuut’. Een nieuw artikel 488/1 van het burgerlijk wetboekbepaalt dat “de meerderjarige die wegens zijn gezondheidstoestand, geheelof gedeeltelijk, zij het tijdelijk, niet in staat is zonder bijstand of anderebeschermingsmaatregel zijn belangen van vermogensrechtelijke of niet-ver-mogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen, onder beschermingkan worden geplaatst indien en voor zover de bescherming van zijn belan-gen dit vereist”. De wet maakt een beschermingsmaatregel mogelijkvanaf de volle leeftijd van 17 jaar en stelt de beschermingsmaatregel ookopen voor verkwisters.

De afschuwelijke omschrijving van art. 489 van het Burgerlijk Wetboek“de meerderjarige die zich in een aanhoudende staat van onnozelheid ofkrankzinnigheid bevindt” wordt gelukkig achterwege gelaten.

De nieuwe (toekomstige) wet geeft aan de vrederechter de mogelijkheideen beschermingsstatuut ‘op maat’ te creëren voor de persoon die daarbehoefte aan heeft. De vrederechter kan bepalen dat iemand louter bij-stand nodig heeft (de betrokkene kan dan de handeling zelf stellen, maarniet zelfstandig) dan wel een vertegenwoordiger aanduiden (de betrok-kene kan dan noch zelf, noch zelfstandig een handeling stellen). Zeerbelangrijk is dat de vrederechter iemand kan aanstellen zowel metbetrekking tot de persoon als met betrekking tot de goederen en gelden.

Deze vertegenwoordigers worden nu ‘bewindvoerder over de persoon’ of‘bewindvoerder over de goederen’ genoemd.

6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 18 Afl. 5 – februari 2013

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 44 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

De vrederechter moet echter, voor zowel de beslissingen over de persoonals de beslissingen over de goederen, aangeven voor welke handelingende persoon onbekwaam is. De toekomstige wet geeft een limitatieve lijst,zowel wat beslissingen omtrent de persoon als beslissingen omtrent degoederen aangaat.

Voor de zaken die de vrederechter niet opsomt, blijft de beschermde per-soon handelingsbekwaam. Hierop zijn er wel enkele uitzonderingen wan-neer de betrokkene aan nog te bepalen ziektes lijdt.

De vrederechter moet in de mate van het mogelijke kiezen voor bijstand,en slechts als dit niet volstaat voor vertegenwoordiging.

De voorgenomen wetswijziging lijkt een stap in de goede richting, in diezin dat er een ‘eenheidsstatuut’ komt en de vrederechter een opdracht‘op maat’ kan geven, aangepast aan de persoon die bescherming nodigheeft.

In het kader van de problematiek van familiaal geweld zal de nieuwe wetzeker zijn voordeel bieden voor zover de bewindvoerder ook beslissingenomtrent de persoon zal kunnen nemen, al dan niet met machtiging vande vrederechter.

Toch kunnen bij de nieuwe wet ook vraagtekens gesteld worden. Zo kanmen zich afvragen of de vrederechter, op basis van soms eerder beperkte(of eenzijdige) informatie in bepaalde ingewikkelde zaken wel in staat zalzijn om meteen een juiste en efficiënte opdracht ‘op maat’ uit te werkendie ook in de praktijk werkzaam is. Nu voorziet de wet weliswaar dat devrederechter ten allen tijde de maatregel kan aanpassen of herzien, maarwellicht zal men dan dikwijls achter de feiten aanhollen. Men zal hierbijniet vergeten dat het ziektebeeld van de te beschermen persoon dikwijlsop korte tijd fel kan evolueren.

Ook voor derden zal het niet altijd eenvoudig zijn om te weten waarvooreen bewindvoerder wel of niet bevoegd is in een bepaalde zaken, enwelke beslissingen de beschermde persoon nog zelf kan nemen.

Ander nadeel is dat de vrederechter sowieso om de twee jaar de maatre-gelen zal moeten evalueren, zelfs al stellen er zich in feite geen proble-men. Dit zal de werklast voor de vredegerechten uiteraard gevoeligverhogen.

Bijzonder spijtig is ten slotte dat, volgens de huidige tekst van de toe-komstige wet, niet alle handelingen die de betrokkene zelf nog stelt zon-der de vereiste bijstand of vertegenwoordiging van zijn bewindvoerderper definitie nietig zullen zijn. Dit zou slechts het geval zijn bij benade-

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 19

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 45 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

ling, te beoordelen door de rechter. Deze moet hierbij rekening houdenmet de rechten van derden te goeder trouw, het vermogen van debeschermde persoon en het nut of de nutteloosheid van de uitgaven. Hetvalt te verwachten dat deze bepaling, indien zij daadwerkelijk wet wordt,tot een hoog aantal betwistingen aanleiding zal geven.

2.7 Een bijzonderheid: een burgerlijke procedure op initiatief van de procureur des Konings

In het Belgisch Staatsblad van 1 oktober 2012 werd de wet van 15 mei2012 gepubliceerd betreffende het tijdelijk huisverbod in geval van hui-selijk geweld.1 Deze wet is in werking getreden op de eerste dag van dederde maand na publicatie, dus op 1 januari 2013.

Deze wet is merkwaardig omdat het initiatief voor een burgerlijke proce-dure uitgaat van de procureur des Konings en dat het volstaat dat er fei-ten of omstandigheden zijn waaruit blijkt dat het verblijf van een(meerderjarig) persoon in een woning ernstig en onmiddellijk gevaaroplevert voor de veiligheid van een medebewoner.

In dergelijk geval kan de procureur des Konings ten aanzien van de ver-melde persoon een ‘huisverbod’ bevelen. De bedoelde persoon moet danonmiddellijk het huis verlaten en mag de woning niet meer betreden. Hijmag ook geen contact meer opnemen met zijn huisgenoten.

Dit verbod geldt voor maximaal tien dagen en kan eventueel door deprocureur des Konings vervroegd worden opgeheven.

De procureur des Konings is echter verplicht om ten laatste de eerste dagwaarop de griffie open is volgend op de dag van het bevel tot huisver-bod, het bevel mee te delen aan de vrederechter van het kanton waar dewoning gelegen is. Ook de opgestelde processen-verbaal worden mee-gedeeld.

De vrederechter moet binnen de 24 uur een zittingsdatum bepalen en dezitting moet doorgaan vóór de termijn van verbod bepaald door de pro-cureur des Konings vervalt. De vrederechter kan vervolgens het huisver-bod opheffen of, gemotiveerd, verlengen met ten hoogste drie maandenvanaf de datum van het vonnis. Te allen tijde kan de vrederechter echterdeze maatregelen intrekken of aanpassen.

1 Zie hierover ook Karel Berteloot & Wim D’haese, “De nieuwe wet tijdelijk huisverbod in geval vanhuiselijk geweld: van papier naar praktijk”, in dit handboek onder 1. Geïntegreerde aanpak – Beleiden regelgeving.

6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 20 Afl. 5 – februari 2013

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 46 Monday, February 25, 2013 3:40 PM

Handboek Familiaal geweld

Deze fonkelnieuwe procedure heeft als voordeel dat het initiatief nietdoor het slachtoffer genomen moet worden, maar ambtshalve door deprocureur des Konings. De termijn is normaal lang genoeg om het slacht-offer toe te laten meer definitieve maatregelen te nemen.

3. Besluit

Het burgerlijk recht bevat heel wat technieken die aangewend kunnenworden om situaties van familiaal geweld te beëindigen (al zijn ze daarniet altijd voor bedoeld) zonder of met slechts beperkte tussenkomst vanpolitie, parket of onderzoeksrechter. Deze technieken bieden als voordeeldat er meestal relatief snel gehandeld kan worden, dat er gecorrigeerdkan worden waar nodig en zonder dat de feiten ook effectief bewezenmoeten worden of er een schuldige moet worden aangeduid.

Dat de meeste technieken ook hun beperkingen of nadelen hebben, isniet te vermijden.

Het is aan de slachtoffers en de personen die hen bijstaan om, geval pergeval, te oordelen of het wenselijk is, eventueel in combinatie met eenstrafklacht, een of meer van de vermelde technieken aan te wenden omtot een oplossing te komen.

Of men effectief tot een passende oplossing komt, zal echter ook veelafhangen van de ingesteldheid van alle betrokkenen, zowel de partijenzelf (dader en slachtoffer), zij die hen bijstaan als zij die uiteindelijk eenrechterlijk oordeel zullen moeten vellen.

Afl. 5 – februari 2013 6. Ouderenmis(be)handeling – Concrete aanpak – 1 / 21

06_Ouderenmisbehandeling.fm Page 47 Monday, February 25, 2013 3:40 PM