irisdejong9.files.wordpress.com file · Web viewInleidingDit onderzoek betreft de in eerste...

26
Onderzoek Discrepantie Europlus Songfestival Kevin Hoogenboezem Iris de Jong

Transcript of irisdejong9.files.wordpress.com file · Web viewInleidingDit onderzoek betreft de in eerste...

Onderzoek Discrepantie Europlus SongfestivalKevin HoogenboezemIris de Jong

Inhoud

Inleiding Deskresearch Fieldresearch: interview Conclusie Aanbevelingen Bijlage: vragenlijst

Inleiding

Dit onderzoek betreft de in eerste instantie vermoedelijke discrepantie tussen de doelstelling van de deelnemers van het Europlus Songfestival (vaak zingen, een eigen podium) en de doelstelling van de organisatie (Het verbinden van verschillende generaties en culturen door middel van zang). Dit vermoeden is gebaseerd op het feit dat deelnemers vaak niet komen naar repetities en/of optredens, of op het laatste moment afzeggen of in het geheel niet meer mee willen doen. De onderlinge verbondenheid en de verbondenheid met de organisatie zou met name de laatste tijd zijn afgenomen, dit volgens oprichter en directrice van het Europlus Songfestival Conny Groot.

De onderzoeksvraag begint dan ook met de constatering of er een discrepantie is, gezien dit berust op een vermoeden. De eerste vraag zal dan ook zijn: ‘’Is er een discrepantie tussen de doelstelling van de deelnemers en die van de organisatie?’’ Vervolgens zal naar aanleiding van de uitkomsten de eigenlijke hoofdvraag aan bod komen en beantwoord worden. Deze luidt als volgt: Hoe is de discrepantie tussen de doelstellingen van de deelnemers en de organisatie tot stand gekomen en hoe kan deze verkleind worden?

Dit onderzoek dient er dan ook voor om te kijken of dit vermoeden klopt en zo ja hoe deze zogeheten discrepantie tot stand is gekomen en wat hier eventueel aan te doen is. Hiervoor zijn de deelnemers van het Europlus Songfestival geïnterviewd aan de hand van een aantal open en gesloten vragen en hebben zij hun waardering door middel van cijfers kunnen geven.

Dit verslag geeft de uitslagen van de interviews in schrift en aantallen door middel van deze in cirkeldiagrammen weer te geven en sluit af met enkele aanbevelingen ten behoeve van de ontwikkeling van het algehele programma, zowel op taak- als betrekkingsniveau, dat Europlus Songfestival aan haar deelnemers biedt. Deze aanbevelingen en conclusie zijn gebaseerd op reacties en bevindingen van de deelnemers, aangevuld met onze eigen adviezen en ideeën.

Deskrearch

Om dit onderzoek goed te kunnen uitvoeren is er eerst deskresearch gedaan naar wat onderzoek precies is. Vervolgens is deze informatie toegepast op het onderwerp. De voornaamste bron van informatie voor dit onderzoek is de stichting Europlus Songfestival en haar deelnemers. Voor de informatie over onderzoek zijn de boeken´ Wat is onderzoek?´ van Nel Verhoeven en ‘Methoden en technieken van onderzoek’ van Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill gebruikt.

De eerste fase van het onderzoek is de ontwerpfase. De aanleiding van het onderzoek is de constatering dat mensen minder betrokken lijken te zijn bij de stichting en meer voor persoonlijk gewin te deelnemen. De doelstelling van de stichting is door een intergenerationeel en intercultureel talentonwikkelingsprogramma mensen te verbinden. Er lijkt een discrepantie ontstaan tussen de doelstelling van het Europlus Songfestival en haar deelnemers. De opdrachtgever voor dit onderzoek is de stichting Europlus Songfestival.

De tweede fase is informatie verzamelen. Er zijn verschillende onderzoek typen namelijk een kwalitatief en een kwantitatief onderzoek. Het verschil tussen de twee is dat bij een kwantitatief onderzoek cijfers en statistieken de belangrijkste bron van informatie is en bij een kwalitatief onderzoek zijn tevens persoonlijke meningen, verhalen en motieven belangrijk.

Er is gekozen om een kwalitatief onderzoek te doen omdat er zoveel mogelijk informatie over de deelnemers van Europlus Songfestival te verkrijgen. Dit alles om te ontdekken waar de discrepantie ontstaan is wat er tegen te doen is. Binnen kwalitatief onderzoek kun je tevens kiezen tussen verschillende methodes. Er is een observatieonderzoek, interview, literatuuronderzoek, bureauresearch en gevalsstudie. We willen de beweegredenen en mening van de deelnemers horen en maken de keuze om te werken met interviews.

Bij de interviews is het belangrijks om niet alleen gesloten vragen te stellen. Tevens mogen de vragen niet suggestief zijn. Het is belangrijk om het interview te starten met een inleiding en smalltalk. Wanneer je niet de benodigde informatie krijgt of men de vraag verkeerd interpreteert is het belangrijk om door te vragen. Belangrijk is tevens om een goede houding te hebben. Een tip is om het interview op te nemen en tevens mee te schrijven. Het meeschrijven met de geïnterviewde wordt vaak beschouwd als een teken van belangstelling .

Tips en trucs: Houd de leiding over het gesprek, blijf onafhankelijk en objectief, geef geen adviezen of meningen, trek geen voorbarige conclusies en blijf jezelf.

Er is de keuze gemaakt om de vragenlijst erg divers te maken. De meeste vragen zijn open vragen, tevens zijn er gesloten vragen bijgevoegd en vragen waar men de waardering in cijfers mag aangeven. Deze combinatie moet er voor zorgen dat de informatie allround is en gebaseerd op verschillende technieken.

De derde fase is analyseren. Tijdens deze fase verwerk je alle gegevens die vergaard zijn tijdens het onderzoek. In dit geval de informatie van de diverse interviews.

De vierde fase is waarderen en evalueren. Tijdens deze fase worden de conclusies verbonden aan de resultaten van de interviews, waaruit de aanbevelingen volgen.

Fieldresearch: Interviews met de deelnemers van Europlus Songfestival

Om meer inzicht te krijgen in het onderwerp is er gekozen om in gesprek te gaan met de deelnemers van Europlus Songfestival. Om zoveel mogelijk informatie te vergaren is er zorgvuldig een vragenlijst opgesteld die afgenomen is bij een groot aantal deelnemers. Het aantal deelnemers bedraagt 20 personen, het overgrote deel van de leden van het Europlus Songfestival. De interviews zijn afgenomen in huiskamerstijl bij de deelnemers thuis, dit ter bevordering van de openheid en voor het creëren van een informele sfeer. Ook konden zij het waarderen dat we de tijd namen om naar hen toe te gaan. Daarbij toont het van interesse naar de deelnemers en hun achtergrond toe.

De eerste vraag die de mensen gesteld is was of zij het naar hun zin hebben bij het Europlus Songfestival en of zijn hier een cijfer aan wilde verbinden. Dit was puur om te pijlen wat het gevoel van de deelnemers is bij de stichting. Dit antwoord was unaniem Ja. De cijfers varieerde echter tussen 6 en 9 en was gemiddeld een 7,5.

De motivatie van de mensen was echter minder unaniem. De meeste mensen antwoorden hier dat ze erg van zingen houden. Het percentage dat hier het antwoord gaf dat ze graag met mensen van verschillende generaties en culturen wilt werken is aanzienlijk lager. Er was wel een deel van de groep die het belangrijk vond dat er bruggen geslagen werden tussen de verschillende generaties en culturen.

Het grootste deel van de deelnemers is zich bewust van de doelstelling van Europlus Songfestival. Een deel van de geïnterviewden geeft aan dat deze doelstelling belangrijk voor hen is. Echter een deel geeft ook aan dat dit niet belangrijk voor hen is en dat het intergenerationele aspect van de stichting hen totaal niet aanspreek. Toen zij auditie deden waren zij zich tevens niet bewust van dit element binnen het programma.

Het Europlus Songfestival lijkt echter wel erg belangrijk voor haar deelnemers te zijn. Zo vinden zij het een fijne besteding van hun vrijetijd. Het gemiddelde cijfer was hier 8. Mensen vinden het leuk om mee te doen en willen nog graag lang lid blijven.

Over wat men goed vind aan de organisatie en wat beter kan heeft men verschillende dingen te zeggen. Het initiatief, de betrokkenheid en de doelstelling van de stichting kan men erg waarderen. Het gehele programma met de workshops, masterclasses en optredens is men erg over te spreken. Echter zijn er ook wel elementen waar men kritiek op heeft. Zo zouden zij graag eerder op de hoogte zijn van aankomende optredens. Dit in verband met werk. Men wil ook graag dat de optredens en repetities meer plaatsvinden in het weekend en de avonduren zodat ze niet extra vrij hoeven te nemen van werk. Tevens zou men graag iets meer structuur en duidelijkheid zien bij de verschillende activiteiten en communicatie. Toch is de gemiddelde score die men aan de organisatie verbind een 7.

Op de vraag of de mening belangrijk is binnen de organisatie lopen de antwoorden erg uiteen. Echter het grootste deel geeft aan dat ze denken dat hun mening niet belangrijk is. Ze vinden dat er geen ruimte is om hun mening te geven en wanneer ze deze wel geven dat er vrij weinig mee gedaan is. Een terugkerend onderwerp hier is dat verschillende mensen erg geschrokken waren toen de eerste keer de doodskist (onderdeel van de theatervoorstelling Nu of Nooit) het podium op gereden werd. Er is toen aangegeven dat ze dit niet heel prettig vonden maar hadden het gevoel dat hier niet naar geluisterd werd.

Over de kwaliteit van het programma lijken de meeste mensen het eens te zijn. De kwaliteit van het programma is erg goed. Het gemiddelde cijfer dat hier aan verbonden werd is een 8.

Tevens lijken de deelnemers het eens te zijn over de vraag of er meer activiteiten georganiseerd moeten worden. Het antwoord hierop is unaniem Ja. Mensen willen graag meer optredens, workshops en masterclasses. Het is een talentontwikkelingsprogramma, echter op dit moment vinden er alleen optredens plaats en lijkt het element talentontwikkeling te ontbreken. Mensen vinden het tevens fijn om elkaar regelmatig te zien en zo een hechte groep te blijven. Nu zijn er momenten dat zij elkaar twee maanden niet zien omdat er dan geen optredens zijn. Men heeft tevens het gevoel dat meer repetities voor een voorstelling de voorstelling ten goede zou komen, in het kader van oefening baart kunst.

De meeste deelnemers geven aan dat zij zich verbonden en betrokken voelen bij de stichting. Over de betrokkenheid van de mededeelnemers zijn sommigen wat minder te spreken. Er lijken binnen de groep twee groepen te zijn. De groep die zich voor 100% inzet en alles geeft terwijl een ander deel van de groep zich een stuk minder lijkt in te zetten. Deze tweede groep laat het afweten bij repetities en optredens en als ze er zijn ze vaak te laat en niet geconcentreerd tijdens de werkzaamheden. Er zijn ook mensen erg tevreden over de groep. Derhalve ziet het grootste deel de verdeeldheid in de groep en vindt dit niet prettig werken.

Als men gevraagd wordt hoe er meer betrokkenheid gecreëerd kan worden komen er verschillende antwoorden. Het meest voorkomende antwoord is: Teambuilding. In het verleden is er al eerder een weekend geweest die in het teken stond van teambuilding. Echter zijn er sinds dat weekend al veel wisselingen geweest van deelnemers en zijn ze al weer meer dan een jaar verder. Om deze nieuwe samenstelling van de groep krachtiger te maken is het belangrijk om teambuilding weer onder de aandacht te brengen. Verder zijn antwoorden dat men minstens een keer per maand wil samenkomen wanneer er geen optredens zijn. Dit om elkaar niet uit het oog te verliezen en om hecht te blijven als groep.

Niemand lijkt er problemen mee te hebben dat ze al voor langere tijd verbonden zijn aan het programma (langer dan in eerste instantie gepland was). Daarnaast lijkt het grootste deel

van de groep ook actief te zijn bij andere zangorganisaties. Dit zijn voornamelijk andere koren of bands waar ze lid van zijn.

Over de sociale controle binnen de groep lopen de mening erg uiteen maar de meeste mensen zijn van mening dat dit er wel is binnen de groep. Men zegt er iets van als mededeelnemers te laat zijn of bellen elkaar op. Echter spreekt niet iedereen deze frustraties uit en lijkt er ook sprake te zijn van een roddelcultuur.

Men vind het alleen bij uiterste situaties gepermitteerd om een optreden af te zeggen. Alleen bij erge ziekte of familieomstandigheden. Echter bij ziekte zijn sommige mensen erg streng; als het niet te erg is kan men gewoon met pijnstillers het podium op. Dit is wel verrassend, gezien het feit dat er vaak toch mensen ontbreken bij een optreden.

Er lijkt niet veel persoonlijk contact te zijn tussen de deelnemers naast de activiteiten van Europlus Songfestival. De deelnemers spreken elkaar meestal op facebook of via whatsapp. Echter persoonlijk afspreken gebeurt vrijwel nooit. Ze zien elkaar alleen bij activiteiten van Europlus Songfestival.

Tevens zijn er vragen gesteld over de nieuwe locatie van Europlus Songfestival en over ideeën voor een nieuwe naam voor de organisatie. Mensen zijn unaniem tevreden over de de nieuwe locatie en met name over de combinatie van het kantoor met een repetitieruimte. Helaas zijn er niet veel ideeën voor een nieuwe naam.

Bij suggesties en/of opmerkingen zegt men dat het belangrijk is om in de voorstelling Nu of Nooit balans te vinden in de verdeling van de nummers. Nu voelt men dat dit niet altijd evenredig verdeeld is. Ditzelfde geldt voor optredens naast de theatervoorstelling. Men vindt dat niet iedereen evenveel hiervoor gevraagd wordt. Een tip was dat men graag zangles als onderdeel van het programma wil voor degenen die hier behoefte aan hebben.

Statistieken onderzoek discrepantie:

Tevredenheid

6789

Hoe belangrijk is de organisatie voor u?

6789

De organisatie

6789

Kwaliteit van het programma

6789

Eigen betrokkenheid bij de Europlus Songfestival

6789

Betrokkenheid van mededeelnemers

6789

Voor conclusie en aanbevelingen:

Meer talentontwikkeling Maandelijks samenkomen Lid van meerder zangorganisaties (misschien probleem) Mening wordt niet gehoord Meer structuur/duidelijkheid Teambuilding Veel mensen vinden inzet van mededeelnemers niet heel goed Balans nummers/optredens Meer repeteren

Allereerst terugkomend op de vraag ‘’Is er een discrepantie tussen de doelstelling van de deelnemers en de doelstelling van de organisatie?’’ kunnen we antwoorden met ja. De doelstelling van veel van de deelnemers is toch meestal gebaseerd op het eigenbelang en gaat uit van de eigen wensen, namelijk zingen/een eigen podium in de eerste plaats. Waar de doelstelling van de organisatie draait om het creëren van een gezamenlijk ideaal (verbinden van generaties en culturen) in de eerste plaats, met talentontwikkeling op gebied van zang als middel in de tweede plaats.

De discrepantie tussen de doelstelling van de deelnemers en die van de organisatie zou voortkomen uit het afnemen van de onderlinge verbondenheid en dus ook het begrip van het samenzijn en het ideale streven naar de verbinding van culturen en generaties neemt hierbij af. Het draait bij sommige deelnemers dan ook meer om het ideaal van de persoon zelf: zingen/een eigen podium. Dit omdat een wij-gevoel naar ons idee beter gestimuleerd zou kunnen worden. Dit zou bijdragen tot de wil om generaties en culturen bij elkaar te brengen en het belang hiervan beter te begrijpen. Onderling vertrouwen en binding speelt hierbij een grote rol.

Omdat er enige verdeeldheid lijkt te zijn in de groep en de onderlinge verbondenheid af lijkt te nemen adviseren wij om vaker een bijeenkomst of dergelijken te organiseren. Je zou ook de onderlinge betrokkenheid kunnen bevorderen door dit steeds door enkele deelnemers te laten organiseren. Dit scheelt tevens in werkzaamheden en tijd voor de organisatie zelf.Dit zou ongeveer maandelijks plaats moeten vinden.

Deze activiteiten zouden tevens gecombineerd kunnen worden met teambuilding oefeningen, als afsluiting van een middag hard werken bijvoorbeeld. Voor deze zogeheten teambuilding zou participatief theater bijvoorbeeld een uitstekende uitkomst bieden. Voor de opleiding CMV hebben wij in het verleden samengewerkt met FORMAAT. Het boek ‘’De mens in de hoofdrol’’ van Luc Opdebeeck en Ronald Matthijssen is een uitstekende handleiding voor het creëren van een beter ‘’wij-gevoel’’ tussen de deelnemers. Hoofdstuk 5 draait geheel om vertrouwensoefeningen. Zo adviseren wij oefening 14 Plank, dit is een

vertrouwensoefening, bij uitstek geschikt voor teambuilding onderling. (Blz 54 ‘’De mens in de hoofdrol’’)Hierbij balanceert een persoon in het midden van twee andere personen als een plank heen en weer, naarmate het vertrouwen vordert en de oefening goed gaat, kan de afstand tussen de personen vergroot worden. Dit vergt naast vertrouwen ook moed van de deelnemers. Een andere oefening is de cirkel van vertrouwen, een variant op de plank. Deze oefening vindt plaats in groepjes van 5 tot 8, waarbij een van de deelnemers in het midden gaat staan en de groep daaromheen een cirkel vormt. De middelste deelnemer maakt zich zo stijf als een plank. De anderen houden hun handen op schouderhoogte. De persoon in het midden laat zich in een willekeurige richting vallen. Degenen die hem opvangen doen dit zo zacht mogelijk. Na het opvangen wordt degene rustig in een andere richting geduwd, zodat weer anderen hem kunnen opvangen. Verder staat dit boek vol handzame tips en is uitermate geschikt voor deze doelgroep en context.

Omdat er soms maanden tussen het weerzien en optredens zit, neemt de algehele interesse en betrokkenheid af. Men vergeet het Europlus Songfestival uiteraard niet, maar het zakt wellicht wel weg tussen alle andere prioriteiten. Andere koren/bands zijn voor de deelnemers dan ook belangrijk voor de continuïteit ten aanzien van hun gedeelde passie: zingen. Daarom is het ook van belang dat Europlus regelmatig op de zogenaamde radar van de deelnemers blijft verschijnen, dit ook door stimulering via Facebook, mailing en persoonlijke telefoontjes.

Voor het horen van de mening zou een evaluatie om de zoveel tijd (halfjaar) gewaardeerd worden, waarbij men kan laten horen wat en hoe iets beter zou kunnen. Dit geeft niet alleen het idee dat er geluisterd wordt, maar bied uiteraard ook nieuwe inzichten betreffende de organisatie en communicatie bijvoorbeeld. Dit zou steeds herhaald kunnen worden en uitgevoerd worden door stagiaires.

Wat betreft de optredens en repetities is het belangrijk dat de deelnemers hieromheen kunnen plannen en dat zij dit dan ook ruim van tevoren weten. Hierbij stellen wij voor om een Europlus online agenda in te stellen en deze met de deelnemers te delen. Zo kunnen nieuwe optredens en eventuele wijzigingen direct doorgevoerd worden en worden zij snel op de hoogte gesteld. Ook kunnen zij hierbij aangeven of zij wel/niet aanwezig kunnen zijn. Dit bijvoorbeeld via onlineafspraken.nl of de online google agenda. Dit scheelt ook in tijd, gezien de deelnemers dan niet voortdurend op de hoogte gesteld hoeven te worden via mail.

Voor gelijkheid wat betreft kleine concerten is het belangrijk om iedereen daarin een gelijke rol te geven. Maak leuke nieuwe combinaties en laat de deelnemers van tevoren samen oefenen in huiskamerstijl, dit stimuleert ook de onderlinge band en gaat groepjesvorming tegen. Maak een schema en kruis hierin aan wie er geweest zijn en wie er dus eventueel aan de beurt is voor een optreden.

Belangrijk is om meer te doen aan talentontwikkeling. Dit moet een blijvende activiteit worden en is niet alleen bedoeld voor de beginfase van het traject, aangezien de deelnemers het leuk en leerzaam vinden. Zingen is hun passie en graag zouden zij hierin verder willen komen. Masterclasses en workshops bieden dan een uitgelezen kans.

Bijlage 1: Vragenlijst: Discrepantie doelstelling Europlus Songfestival en haar deelnemersJarenlang hebben we een succesvol programma gedraaid. Echter na het laatste optreden van Nu of nooit lijkt dit niet meer van zelfsprekend. Er lijkt een discrepantie te ontstaan tussen de doelstelling van de deelnemers en de organisatie. Vandaar dat we een nieuwe weg in slaan, te beginnen met een her evaluatie waarbij we jullie hulp hard kunnen gebruiken.

Algemeen:NaamGeslachtLeeftijdWoonplaatsLid sindsReistijd

Vragen:1. Heeft u het naar uw zin bij Europlus Songfestival?

Welk cijfer (van 1-10) zou u hier aan verbinden?2. Wat is uw motivatie om mee te doen?3. Kunt u een cijfer (van 1-10) geven hoe belangrijk Europlus Songfestival voor u is?4. Bent u zich bewust van de doelstelling van Europlus Songfestival?

Zoja, hoe belangrijk is deze voor u?5. Wat vindt u goed aan de organisatie en wat kan beter?

Welk cijfer (van 1-10) zou u de organisatie geven?6. Hoe belangrijk is uw mening binnen de organisatie?7. Bent u tevreden over de kwaliteit van het programma aanbod?

Welk cijfer (van 1-10) zou u de kwaliteit van het aanbod geven?8. Zou u meer activiteiten willen zoals workshops en optredens?9. Voelt u zich verbonden en betrokken bij het Europlus Songfestival?

Welk cijfer (van 1 – 10) zou u uw betrokkenheid geven?10. Hoe betrokken zijn uw mededeelnemers?

Welk cijfer (van 1 – 10) zou u de betrokkenheid geven?11. Hoe denkt u dat er meer betrokkenheid gecreëerd kan worden? 12. Hoe vind u het om voor een langere tijd verbonden te zijn aan een programma?13. Bent u ook lid van andere zangorganisaties?14. Is er sociale controle binnen de groep? Bijvoorbeeld bij afwezigheid?15. In welk geval vind u het gepermitteerd om af te zeggen?16. Heeft u ook naast de activiteiten van Europlus songfestival contact met de andere

deelnemers?17. Is de nieuwe locatie van Europlus Songfestival een vooruitgang?18. Wilt u nog lang lid blijven van Europlus Songfestival?19. Heeft u een leuke suggestie voor een nieuwe naam?

20. Overige opmerkingen en suggesties? Bijlage 2 Checklist vragenlijst www.onderzoekdoen.noordhoff.nl auteurs: Julsing en fisscher

Eisen aan de vragen

1 overzichtelijk2 compleet3 neutraal4 niet te lang5 duidelijke keuzes6 duidelijk taalgebruik

Check bij een aantal mensen uit de doelgroep of de vragen goed zijn.

Ontwerp de antwoordcategorieën.

Antwoordmogelijkheden

1 enkelvoudig2 meervoudig3 half open4 schaal5 dichotoom antwoord6 rangschikken7 beeldvragen8 open

Eisen aan gesloten vraagsoorten

1 logische volgorde2 uitputtend3 meetbaar4 geen overlap5 herkenbaar

Volgorde vragenlijst

• Begin met screeningvragen: valt iemand wel in de doelgroep?• Begin met een leuke, motiverende, gemakkelijk te beantwoorden vraag. Met name bij straatenquêtes moet je de aandacht trekken.• Stel in het begin niet te moeilijke vragen, men moet er nog inkomen. Stel ook geen vragen die men liever niet wil beantwoorden. De vertrouwensband moet nog opgebouwd worden.• Stel in het middenstuk de moeilijke vragen.• Stel aan het einde de vertrouwelijke vragen, bijvoorbeeld de demografische vragen. Liefst geen moeilijke vragen aan het einde, want de aandacht verslapt weer wat.• Plaats onderwerpen op een logische wijze bij elkaar.

• Zorg voor een goede overgang tussen de onderwerpen. Sluit elk onderwerp af met een korte samenvatting.• Vraag eerst naar spontane en dan naar geholpen zaken (zoals naamsbekendheid, kennisaspecten, tevredenheid op deelaspecten, enzovoort). Ga van algemeen naar specifiek.

Bijlage 3 http://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/97032-onderzoek-doen-afbakening-van-het-onderzoek.html (01-02-2013)

DoelstellingDe doelstelling staat centraal tijdens het uitvoeren van een onderzoek. De vraag die steeds herhaalt wordt is namelijk: 'waarom doen we dit onderzoek?'. Het antwoord op deze vraag is vaak een doel.

Naast de vraag waarom dit onderzoek wordt uitgevoerd zijn er meerdere vragen die u kunt stellen namelijk:

Wat is men in de toekomst van plan met betrekking tot het onderwerp van het onderzoek

Wat zijn randvoorwaarden voor het onderzoek? Wat is men van plan met de resultaten van het onderzoek Wie zijn er betrokken bij het onderzoek Voor wie is het onderzoek?

De doelstelling is op te splitsen in twee soorten namelijk: doelstelling voor de organisatie en doelstelling van het onderzoek zelf.

Doelstelling voor de organisatie

Wat wil de organisatie uiteindelijk bereiken? Vaak is het onderzoek naar de doelstelling voor de organisatie een bijdrage voor de realisatie van deze doelstelling. Dit soort onderzoek zorgt er bijna nooit zelf voor dat de doelstelling gerealiseerd kan worden maar geeft wel een stap in een bepaalde richting door informatie en advies aan te dragen. De organisatiedoelstelling wordt SMART geformuleerd.

Doelstelling voor het onderzoek zelf

Deze doelstelling moet realiseerbaar zijn en gaat over het onderzoek zelf. Hier staat het doel wat het onderzoek bereikt na de uitvoering.

Centrale vraag en probleemstelling

Als de doelstelling bekent is kan er een centrale vraag worden opgesteld, de hoofdvraag van het onderzoek. Deze vraag wordt in het onderzoek beantwoord en kan worden onderverdeeld in verschillende deelvragen. De probleemstelling is breder dan de centrale vraag en duidt de te onderzoeken situatie aan. Het heeft een afbakende functie wat betreft het onderzoeksterrein. Een probleemstelling bevat de volgende elementen:De grenzen van het onderzoeksgebiedDe onderzoekspopulatie

Eisen aan een centrale vraag zijn:

De vraag moet breed genoeg zijn De vraag moet goed ingeperkt zijn De vraag is als vraag geformuleerd

Termen moeten helder zijn De vraag moet door een onderzoek te beantwoorden zijn Geen 'hoe', 'waarom' of 'waardoor' vragen

Soorten centrale vragen

Er zijn verschillende centrale vragen, die worden onderscheden door het soort onderzoek namelijk centrale vragen voor een beschrijvend onderzoek, een exploratief onderzoek of een toetsend of evaluerend onderzoek.

Afbakening

Bij de afbakening zijn er enkele mogelijkheden om een onderzoek af te bakenen namelijk door te kijken naar:

invalshoek plaats sector tijd soort functie

Deelvragen en onderzoeksvragen

Deelvragen zijn onderdeel van de centrale vraag en dienen allemaal een deel van de centrale vraag te beantwoorden of te behandelen. Alle deelvragen samen geven antwoord op de hoofdvraag. Onderzoeksvragen zijn specifieke deelvragen die rechtstreeks in een analyseschema kunnen worden gebruikt. Dit is een schema waar je kijkt welke verbanden je gaat toetsen met behulp van wat voor statistische technieken.

Proces van afbakening

Het proces van afbakening is dus:1 Doelstelling, 2 Probleemstelling, 3 Centrale vraag, 4 Deelvragen, 5 Onderzoeksvragen.

Conceptueel model

Om deelvragen te maken van de centrale vraag kan een conceptueel model van pas komen. Hierbij worden eerst vragen gesteld om meer over het onderwerp te weten te komen, vervolgens kunnen er interviews worden afgenomen en als laatste wordt de basis in een verklarend model onderbouwd. Een conceptueel onderzoeksmodel is vaak een grafische weergave van de variabelen en hun onderlinge verbanden.

Variabelen

Een onafhankelijke variabele is een oorzaak die vooraf gaat aan een afhankelijke variabele. Een causaal verband is er wanneer het verband aan drie voorwaarde voldoet namelijk:

De onafhankelijke variabele gaat altijd vooraf aan de afhankelijke Er is een statistisch verband tussen beide variabelen

Er is geen derde variabele die het verband verklaart

De theorie van beredeneerde actie van Fishbein en AjzenDe theorie om het menselijke gedrag te verklaren is de theorie van Fisbein en Ajzen. De motivator van gedrag is volgens hun de eigen attitude (houding) van mensen ten aanzien van dat gedrag de sociale norm en de eigen-effectiviteit.

Attitude

De attitude is opgebouwd uit cognitieve overtuigingen en affectieve evaluaties.

Sociale norm

De sociale norm wordt gevormd door de perceptie die een persoon heeft van de mate waarin de sociale omgeving gedrag goed of afkeurt.

Eigen-effectiviteit

Dit is de inschatting die de persoon maakt van de mate waarin hij in staat is het gedrag uit te voeren.

Als alle drie de bovengenoemde punten positief zijn is de intentie om dit gedrag uit te voeren groot, door een hindernis kan deze intentie worden verbroken