Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web...

106
JAARVERSLAG KWALITEITSZORG PER OPLEIDING VAN HET ILS: 2014-2015 MEDE INPUT VOOR DE ANALYSE BETROF: -NATIONALE STUDENTENENQUÊTE (NSE) 2015 -KENGETALLEN VOOR RENDEMENT 2014 -NOTULEN STUDENTENBERADEN -ALUMNI ONDERZOEK -DE KRD -RAPPORTAGE PROEFVISITATIE 1

Transcript of Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web...

Page 1: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

JAARVERSLAG KWALITEITSZORG PER OPLEIDING VAN HET ILS:2014-2015

MEDE INPUT VOOR DE ANALYSE BETROF:-NATIONALE STUDENTENENQUÊTE (NSE) 2015-KENGETALLEN VOOR RENDEMENT 2014-NOTULEN STUDENTENBERADEN-ALUMNI ONDERZOEK-DE KRD-RAPPORTAGE PROEFVISITATIE

AUGUSTUS 2015KWALITEITSZORG HAN-ILSNIENKE VAN DER WOUW & MYRTE LEGEMAATE

1

Page 2: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

INHOUD

1. Inleiding.........................................................................................................................................................3

1.1 Kwaliteitszorg in het instituut én in de opleiding......................................................................................4

1.2 Uitgangspunten kwaliteitszorg ILS.............................................................................................................4

2. Kwaliteitszorgactiviteiten per opleiding: doel en afspraken..........................................................................5

2 Aardrijkskunde...............................................................................................................................................6

3 Biologie........................................................................................................................................................10

4 Duits............................................................................................................................................................14

5 Economie.....................................................................................................................................................19

6 Engels..........................................................................................................................................................24

7 Frans............................................................................................................................................................29

8 Geschiedenis................................................................................................................................................35

9 Natuurkunde...............................................................................................................................................40

10 Nederlands..................................................................................................................................................44

11 Pedagogiek..................................................................................................................................................51

12 Scheikunde..................................................................................................................................................57

13 Wiskunde.....................................................................................................................................................61

Literatuur & bronnen...........................................................................................................................................66

2

Page 3: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

1. INLEIDING

Het jaarverslag kwaliteitszorg per opleiding van het ILS heeft tot doel een overzicht te schetsen van de kwaliteitszorginformatie van het betreffende studiejaar op het niveau van de opleidingen binnen ILS. Naast dit jaarverslag per opleiding wordt er eveneens jaarlijks een ILS-breed jaarverslag kwaliteitszorg geschreven. Hierin wordt een overzicht geschetst van de informatie die is verzamelend middels het uitvoeren van het operationeel plan kwaliteitszorg. Op basis van dit jaarverslag worden instituutsbreed verbeteracties geformuleerd. Beide met als doel het rondmaken van de pdca-cyclus.

INPUT VOOR HET JAARVERSLAG PER OPLEIDINGIn dit jaarverslag per opleiding is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

- De KRD ten behoeve van de visitatie voorjaar 2015.- Rapportage proefvisitatie ten behoeve van visitatie voorjaar 2015.- Notulen van studentenberaden gehouden ter duiding van de NSE 2014, mits beschikbaar.- Notulen reguliere studentenberaden, mits beschikbaar.- Analyse van de NSE 2015 incl. analyse van de open respons.- Analyse van de kengetallen voor rendement 2014.- Alumni onderzoek

ONDERDELEN JAARVERSLAG PER OPLEIDINGDe analyse van de verzamelde kwaliteitszorggegevens per opleiding, ervaren knelpunten en aandachtspunten binnen de opleiding geven een breed beeld van de stand van zaken in de opleiding. Het biedt vervolgens handvatten voor het formuleren van verbeteracties voor het komende studiejaar. Deze verbeteracties worden vastgelegd in de Teamontwikkelplannen (TOP’s).

OPBOUW DOCUMENTIn het volgende hoofdstuk wordt beschreven hoe de kwaliteitszorg in de opleiding en op het niveau van het instituut is vormgegeven aan de hand van de vijf speerpunten voor kwaliteitszorg bij ILS en wordt een overzicht geschetst van welke activiteiten door de opleiding uitgevoerd dienen te worden, waarom en welke afspraken daarover instituutsbreed zijn gemaakt. In het derde tot en met het dertiende hoofdstuk wordt per opleiding een overzicht gegeven van de kwaliteitszorggegevens en steeds afgesloten met aandachtspunten en/of aanbevelingen.

3

Page 4: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

2. KWALITEITSZORG IN HET INSTITUUT ÉN IN DE OPLEIDING

De opleidingen binnen ILS zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg van de opleiding. Tweemaal per jaar vindt er een gesprek plaats met de beleidsmedewerkers kwaliteitszorg om de stand van zaken omtrent kwaliteitszorg in de opleiding te inventariseren en af te stemmen waar vragen liggen en ondersteuning wenselijk is.

2.1 UITGANGSPUNTEN KWALITEITSZORG ILS

De uitgangspunten voor kwaliteitszorg in de opleidingen van ILS wordt besproken in het beleidsplan kwaliteitszorg ILS (Legemaate, 2013). Deze uitgangspunten vormden de afgelopen vier jaar de kapstop voor de halfjaarlijkse gesprekken over kwaliteitszorg en betreffen:

1. Eigenaarschap: Kwaliteitszorg wordt door iedere professional continu uitgevoerd. De docent in de klas is verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg rondom zijn onderwijs, bespreekt dit met collega’s (owe-team of sectie) en documenteert dit. Iedere docent is hier op aanspreekbaar door

collega’s en de leidinggevende (clustercoördinator).

2. Systematisch: Systematisch leren en verbeteren is de kern van kwaliteitszorg. Om goed onderwijs te verzorgen is het van belang dat je als docent en als opleiding continu bezig bent met wat gaat goed en waarom en wat moeten we verbeteren en waarom. Dit betekent zowel het volledig doorlopen van de cirkel.

3. Betrekken stakeholders: Onderdeel van kwaliteitszorg betreft het betrekken van alle betrokkenen bij het verbeterproces. Dit om een zo breed mogelijk beeld te krijgen van wat er goed gaat en wat er verbeterd moet worden. Binnen het ILS kunnen de volgende betrokkenen onderscheiden worden: de student, de docent, alumni, de scholen voor voortgezet onderwijs en MBO en collega lerarenopleiders in het land.

4. Communicatie: Naast het systematisch verbeteren van het onderwijs is het van belang om te communiceren naar de betrokkenen, wat er gedaan wordt met de feedback in de opleiding. Communicatie heeft een grote invloed op de tevredenheid. Naast het communiceren van evaluatieresultaten en verbeteracties, betreft dit ook het communiceren als iets even hier haalbaar is en het waarom.

5. 24/7 visitabel: Om te voorkomen dat dit enorme pieken in de werkdruk genereert, is het van belang om documenten op orde te hebben en daarmee de basiskwaliteit inzichtelijk te hebben. Om de basiskwaliteit iedere dag op orde te hebben is het van belang dit in het primaire proces te integreren. Dit maakt het mogelijk om, ongeacht door welke commissie of instantie, iedere dag

visitabel te zijn.

4

Page 5: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

2.2 KWALITEITSZORGACTIVITEITEN PER OPLEIDING: DOEL EN AFSPRAKEN

In onderstaande tabel wordt een overzicht weergegeven van de kwaliteitszorgactiviteiten die door de opleidingen van ILS uitgevoerd dienen te worden op opleidingsniveau. Per activiteit wordt weergegeven wat het doel is en welke afspraken hierover instituutsbreed zijn genomen.

Activiteit Doel AfsprakenStudentenberaad curriculumniveau

Evalueren opleiding op curriculumniveau. O.a. samenhang, niveau, actualiteit etc.

De opleiding voert dit eind semester 1 en eind semester 2 zelf uit. Opgenomen in jaarplanning. In overleg ondersteuning vanuit KZ.

Studentenberaad n.a.v. NSE

In het najaar (september/oktober) wordt er een studentenberaad georganiseerd ter duiding van de cijfers uit de NSE. Doel hiervan betreft om van studenten ‘het verhaal achter de cijfers’ te horen om zo gericht verbeteracties te kunnen formuleren als sectie.

In overleg met KZ wordt dit studentenberaad gepland, voorbereid en uitgevoerd.

OWE-evaluaties Evalueren onderwijs op owe-niveau. Dit gaat sec om de inhoudelijke kant. De docent wordt faculteitsbreed geëvalueerd in de docentenevaluatie.

Na afloop van een OWE evalueert iedere docent de OWE op de in de sectie afgesproken wijze (papier, digitaal, gesprek). De docent legt deze punten vast en communiceert deze zoals afgesproken aan collega’s.

Duiding cijfers Als sectie kijken naar wat de cijfers uit de betreffende evaluatie zeggen. Welke kwalitatieve gegevens (toelichting) dienen toegevoegd te worden aan de cijfers? Waar heeft men vragen over? Voor wie zijn die vragen: studenten, KZ of directie?

Hierover zijn instituutsbreed geen afspraken gemaakt. Wordt naar gevraagd in tweejaarlijkse gesprekken kwaliteitszorg. Duiding opnemen in sectienotulen heeft de voorkeur.

Communicatieverbeteracties

Studenten op de hoogte brengen van wat er uit de evaluatie die zij hebben ingevuld naar voren is gekomen en laten weten wat de opleiding daarmee gaat doen. Documenteren verbeteracties in studiewijzer voor collega’s die het vak het jaar er op geven, pdca zichtbaar maken en aankomend studenten boodschap geven dat er wat wordt gedaan met evaluatieresultaten.

Verbeteracties OWE opnemen in studiewijzer van betreffende OWE.

Verbeteracties n.a.v. NSE: geen afspraken ILS-breed.

Verbeteracties n.a.v. studentenberaad: geen afspraken ILS-breed.

Getracht wordt om deze verbeteracties vast te leggen in de notulen van het tweejaarlijkse kwaliteitszorggesprek met de opleidingen.

Communicatie vanuit opleiding

Studenten zo regelmatig mogelijk informeren over berichten vanuit de opleiding.

Hier zijn geen ILS-brede afspraken over.

Tabel 2: overzicht kwaliteitszorgactiviteiten in de opleidingen van ILS, doel en afspraken.

5

Page 6: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

3. AARDRIJKSKUNDE

Hieronder wordt voor de opleiding Aardrijkskunde weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

3.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- De opleiding is gestructureerd en werkt systematisch aan kwaliteitsverbetering. Een voorbeeld hiervan is de gestructureerde ELO op basis waarvan ILS-breed ook dropbox 2.0 is ontstaan.

- Bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van ‘Geografisch besef’. Door gebruikmaking van het ADDIE-model en het Geografisch Analysemodel wordt het geografisch besef gestructureerd aangeleerd.

- Ontwikkelingen in geografie en schoolvak aardrijkskunde worden actief gevolg en in programma verwerkt. Een voorbeeld hiervan is de recente vernieuwing van het vmbo-eindexamenprogramma resulteerde in een thematische aanpassing van het curriculum.

- De eindkwalificaties leren met ict zijn in het curriculum verwerkt.- Intensief contact tussen studenten en docenten. Veel aandacht voor de student. - Veldwerk als een belangrijke didactische vorm: Hoe didactisch te gebruiken, maar ook zelf doen en

ervaren. - Zoeken naar werkvormen om studenten zo optimaal mogelijk te kunnen begeleiden passend binnen de

beschikbare uren. Hieruit is de leerwerktaakdag ontstaan.

Verbeterpunten:

- Op het gebied van toetsing zijn al flinken stappen gemaakt (studiewijzers met toetscriteria en rubrics, antwoordmodellen voor alle toetsen), voornemens dit verder uit te bouwen.

- Versterking samenhang tussen opleidingsonderdelen

3.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten:

- Enthousiast en gedreven docenten- Opleiding continu bezig om aan te sluiten bij actuele ontwikkelingen door hierbij aan te sluiten met de

vakken in de opleiding- Gestructureerdheid van de opleiding

Aandachtspunten:

- Samenwerking en afstemming opleidingsonderdelen- Stageplaatsing lastig

3.3 KWALITEITSZORGGEGEVENS

1. Feedback n.a.v. studentenberaden

Geen info

6

Page 7: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

2. NSE 2015

56 studenten (45%) hebben de NSE 2015 ingevuld. De gemiddelde tevredenheid betreft 89% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee boven de streefnorm van 80%.

Hoogst scorende items NSE 2015De hoogst scorende items met een tevredenheidsscore van 100% betreffen de mate waarin je het geleerde kunt toepassen in je baan, de inhoudelijke deskundigheid van docenten en het ontbreken van lesuitval. Met 98% tevredenheid scoren de mate waarin de opleiding je probleem oplossend vermogen aanleert en de betrokkenheid van docenten bij studenten hoog.

Laagst scorende items NSE 2015Studenten zijn het minst tevreden over de mate waarin studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast (68%), de spreiding van de studielast over het studiejaar (74%), de beschikbaarheid van werkplekken (75%), het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen en beoordelingen (75%) en de voorbereiding op de stage door de opleiding (76%).

Sterk gestegen items NSE 2015Items die t.o.v. 2014 het sterkt gestegen zijn betreffen de digitale leeromgeving met een stijging van bijna 20% in 2015 naar 92%.Dit item scoort ver boven het landelijke gemiddelde. De geschiktheid van de werkplekken is gestegen met 17% naar 85%. Dit is zeer opvallend gezien de ILS-brede daling op dit item. De mogelijkheid om zelf de inhoud van de opleiding te bepalen is gestegen met 16% naar 82%. Het tijdig bekendmaken van resultaten van toetsen en beoordelingen is met 13% gestegen naar 75%. Het leren onderbouwen van conclusies, onderdeel van onderzoeksvaardigheden, is gestegen met bijna 11% naar 95%.

Sterk gedaalde items NSE 2015De mate waarin onderwijsevaluaties plaatsvinden onder studenten is gedaald met 12% naar 82%. De voorbereiding op stage door de opleiding is gedaald met 11% naar 78% en de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit het instituut is gedaald met ruim 5%. De aansluiting van de opleiding bij je vooropleiding is gedaald met bijna 11%. De mate waarin de studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast is gedaald met bijna 6% naar 68%.

Open respons NSE 201517 studenten hebben een opmerking geplaatst bij de open respons. Twee van de 14 opmerkingen betreffen een compliment aan de opleiding:

Heel veel lof voor de betrokkenheid en hulp van de docenten! Super goede opleiding die ik met veel plezier volg.

Daarnaast worden er enkele suggesties voor verbetering gegeven. Twee studenten merken op dat ze de informatievoorziening voor de eerste stage onvoldoende vonden. De overige opmerkingen hebben betrekking op ILS brede onderdelen zoals het aantal studie/werkplekken binnen het gebouw en de toekenning van studiepunten in eenheden van 7,5ec.

3. Kengetallen voor rendement 2014

De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) is ten opzichte van het voorgaande cohort gedaald met 7,9%. De uitval in de eerste 12 maanden is met eveneens 7,9% gestegen.

Survival Cohortjaar Waarden 2009 2010 2011 2012 2013Instroom 39 40 37 47 43

7

Page 8: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

SurvivalHAN 71,8% 57,5% 73,0% 66,0% 58,1% Gediplomeerd 2,6% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% Studerend 56,4% 55,0% 64,9% 59,6% 37,2% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% EldersStuderend 12,8% 2,5% 8,1% 6,4% 20,9%UitgevallenHAN 28,2% 42,5% 27,0% 34,0% 41,9%

Het diplomarendement na vijf jaar bij de opleiding Aardrijkskunde is na vijf jaar 42,9%. Dit rendement ligt hoger dan die van de cohorten ervoor. 25% van de studenten studeert na vijf jaar nog bij Aardrijkskunde, 17,9% is elders binnen de HAN gaan studeren en 14,3% is gedurende de hoofdfase uitgevallen.

Cohortjaar Hierarchie Waarden 2005 2006 2007 2008 2009AK Instroom 15 16 19 29 28

DiplomarendementHAN 40,0% 31,3% 42,1% 44,8% 42,9% Gediplomeerd 40,0% 31,3% 42,1% 44,8% 42,9% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%Studerend 26,7% 25,0% 42,1% 34,5% 25,0%EldersStuderend 6,7% 12,5% 0,0% 17,2% 17,9%UitgevallenHAN 26,7% 31,3% 15,8% 3,4% 14,3%

4. Alumni onderzoek

TopsAlumni zijn over het algemeen tevreden over het niveau van de vakinhoud en de aangereikte didactische handvatten. In de excursies zien zij de vakinhoudelijke theorie terug in de praktijk. De stages worden ook als positief ervaren.

TipsAlumni zijn kritisch op de veelheid aan reflectieverslagen die geschreven moeten worden tijdens de opleiding. Zij zien het nut van reflecteren, maar vinden dat in de opleiding teveel de nadruk ligt op geschreven reflectie. Verder noemen alumni nog verschillende verbeterpunten voor de sectie, te weten: het omgaan met onverwachte situaties, meer aandacht voor lessen in orde houden door vaardigheden training op het instituut, betere communicatie (docent-docent en docent-student), verminder leerwerktaken, HAN-sis beter bijhouden, en de invulling van terugkomdag jaar 4.

3.4 ERVAREN KNELPUNTEN

- Werkdruk (bron: KRD).- ILS-brede afspraken. De studielast die ontstaat in periodes waarin activiteiten plaatsvinden op de

stageplaats en op het instituut vraagt om betere afstemming van activiteiten op de stageplaats en de opleidingsactiviteiten. Knelpunt hierbij is dat de stageperioden ILS-breed worden uitgedacht wat niet altijd tegemoet komt aan de verbetering van de studeerbaarheid van de opleiding (bron: KRD).

3.5 OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding kenmerkt zich door een hoge mate van gestructureerdheid met een georganiseerde scholaromgeving. Het systeem voor archivering van studentproducten is de basis geweest voor het ILS-brede ontwikkelde dropbox. In de opleiding is veel aandacht voor vakinhoudelijke en – didactische curriculumonderdelen die bijdragen aan de ontwikkeling van het docentschap en de betrokkenheid van docenten is hoog.

8

Page 9: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

- Om het curriculum verder te versterken, is het wenselijk dat binnen de opleiding meer samenwerking en afstemming gaat plaatsvinden tussen de verschillende opleidingsonderdelen: bv. vakdidactiek en onderwijskunde.

- Andere verbeterpunten van de opleiding zijn: de terugkoppeling van evaluaties naar studenten, de daadwerkelijke studielast in vergelijking met het aantal studiepunten en de voorbereiding op wpl.

- Aandachtspunt blijven de rendementen:Sinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) ieder jaar gedaald. De uitval is dit jaar toegenomen met 7,9%.Het diplomarendement lager dan vorig cohort, maar hoger dan de cohorten ervoor. Het diplomarendement ligt met 42,9% nog ver beneden streefnorm van 70,2%.

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

9

Page 10: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Gestructureerdheid opleiding en informatievoorziening d.m.v. scholar

x Sterk gestegen

X

Betrokkenheid van docenten en contact tussen studenten en docenten

X X X X

Inhoudelijke en didactische invulling ten behoeve van docentschap/toepassing baan (vb. veldwerk, geografisch besef, mens en maatschappij en ICT)

X X X X

Samenwerking en afstemming opleidingsonderdelen

X X

Toetsing X X

Daadwerkelijke studielast i.v.m. studiepunten

X X (ook sterk gedaald)

X X (uitzonderlijk)

Stagevoorbereiding X (ook sterk gedaald)

X

Tijdig beoordelen/houden aan deadlines Sterk gestegen

X

Terugkoppeling evaluaties X (ook sterk gedaald)

Werkdruk X X

10

Page 11: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

4 BIOLOGIE

Hieronder wordt voor de opleiding Biologie weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

4.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- Gezamenlijk ontwikkelde visie en vakinhoudelijke leerlijnen door de sectie.- Actuele ontwikkeling worden gevolgd en gebruikt in onderwijsprogramma.- Een belangrijke plek weggelegd voor bestudering van de natuur/veldwerk. Een voorbeeld hiervan is de

samenwerking met de sectie aardrijkskunde in de minor veldwerk.- Sterk in informatievoorziening naar studenten onder andere door materiaal op scholar voor studenten en

voor collega’s op opleidingsportfolio.- Aanleg database relevante artikelen en good practices van vakdidactische werkvormen.- Grote diversiteit aan werk- en toetsvormen- De opleiding zet sterk in op samenwerking van studenten- Gezamenlijke aanpak programma waardoor veel aandacht is voor doorlopende leerlijnen en samenhang

tussen de onderwijseenheden.- Om langstuderen tegen te gaan vaste contactmomenten gepland met deze groep studenten.

Verbeterpunten:

- Spreiding van de studielast en hoeveelheid studiepunten in relatie tot werkelijke studielast. - Studentbegeleiding in het buitenland optimaliseren. Nu in voorbereiding een strakkere aansturing. Kan

verder worden uitgebouwd.- Binnen sectie weinig kennis van mbo. Bezig met oriëntatie/verdieping in dit werkveld.- Meer lijn aanbrengen in ICT, nu meer in vorm van good practices in colleges.

4.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten

- Deskundige en betrokken docenten- Ruime aandacht voor samenhang curriculum- Als ABI prima zicht op het functioneren van studenten door de korte lijnen

Aandachtspunten

- Veel top down waar de opleiding niet in past (zowel landelijk als intern/ILS-HAN)- Docenten benoemen en studenten zien de werkdruk.

4.3 KWALITEITSZORGGEGEVENS

1. Feedback n.a.v. studentenberaden

Geen input

11

Page 12: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

2. NSE 2015

49 studenten (44%) hebben de Nationale Studenten enquête 2015 ingevuld. De totale tevredenheid betreft 85% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee boven de streefnorm van de HAN (80%).

Hoogst scorende items NSE 2015De vijf hoogst scorende items hebben allemaal een tevredenheidsscore van 100%! Deze items betreffen het niveau van de opleiding, de aansluiting van de opleiding bij de werkervaring (vraag alleen voor deeltijders), de mate waarin je het geleerde kunt toepassen in je baan (vraag alleen voor deeltijders), het samenwerken met anderen en het leren argumenteren en redeneren. Deze vijf items scoren allemaal ver boven het landelijke gemiddelde.

Laagst scorende items NSE 2015Studenten zijn het minst tevreden over de mate waarin studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast (51%) en de spreiding van de studielast over het studiejaar (63%). De mogelijkheid om zelf de inhoud van je opleiding te bepalen scoort met 60% ver onder de streefnorm. Dit item is met bijna 10% gedaald in tevredenheid i.v.m. 2014. De informatie over de uitkomsten van onderwijsevaluaties en de manier waarop de opleiding op klachten en problemen scoort met 61% en 63% eveneens ver onder de streefnorm. Opvallend daarbij is de forse daling van respectievelijk 24,8% en 19% in tevredenheid t.o.v. 2014.

Sterk gestegen items NSE 2015De aansluiting van de opleiding bij je werkervaring (deeltijd) is gestegen met 20%. De betrokkenheid van docenten bij studenten is gestegen met ruim 13% naar 98% tevredenheid. Zeer tevreden zijn studenten over de verhouding tussen kleinschalig en grootschalig onderwijs met een score van 100% tevredenheid. Met 6% is gestegen wat je geleerd hebt tijdens je stage (naar 97%) en de ICT-faciliteiten (naar 87%).

Sterk gedaalde items NSE 2015De informatie over de uitkomsten van onderwijsevaluaties is met bijna 25% gedaald naar een tevredenheid van 61%. Hierbij aansluitend is de informatie over de opzet van de opleiding met ruim 21% gedaald en de manier waarop de opleiding op klachten of problemen reageert met 19% gedaald. De spreiding van de studielast is met 15,5% gedaald naar 63% tevredenheid en de mate waarin studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast is met 14,6% gedaald naar 51% tevredenheid.

Open respons NSE 2015Twintig studenten hebben een opmerking geplaatst bij de open respons, waarvan drie deeltijdstudenten en zeventien voltijdstudenten. Bij de deeltijdstudenten merken de studenten op dat er te weinig aandacht/begeleiding is voor de deeltijdstudent.Een voltijdstudent geeft aan te denken dat iedereen die nog op de opleiding zit aardig tevreden zal zijn over de opleiding. De voltijdstudenten merken allen verschillende verbeterpunten op, te weten: houden aan afspraken, meer vrije ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, studiebelasting in jaar 4, communicatie in de sectie, afstemming werkplekleren en instituut, systeem werkplekleren, begeleiding mentor en aansluiting tentamen bij leerstof.De overige opmerkingen hebben betrekking op ILS brede onderdelen zoals het aantal studie/werkplekken binnen het gebouw en de toekenning van studiepunten in eenheden van 7,5ec.

3. Kengetallen voor rendement 2014

De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) is 76% in de voltijd. Er was in 2013 één deeltijdstudent biologie, deze studeert na een jaar nog bij Biologie en zorgt dus voor een survival van 100% bij de deeltijd.

12

Page 13: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Voltijd Cohortjaar         Deeltijd Cohortjaar        Waarden 2009 2010 2011 2012 2013 Waarden 2009 2010 2011 2012 2013Instroom 41 33 35 40 33 Instroom 5 4 3 8 1

SurvivalHAN 58,5% 72,7% 65,7% 62,5% 75,8% SurvivalHAN 40,0% 75,0% 100,0% 75,0% 100,0% Gediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 2,5% 0,0% Gediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Studerend 51,2% 66,7% 51,4% 45,0% 57,6% Studerend 40,0% 75,0% 66,7% 75,0% 100,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 7,3% 6,1% 14,3% 15,0% 18,2% EldersStuderend 0,0% 0,0% 33,3% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 41,5% 27,3% 34,3% 37,5% 24,2% UitgevallenHAN 60,0% 25,0% 0,0% 25,0% 0,0%

Het diplomarendement na vijf jaar bij de opleiding in de voltijd betreft 46% en in de deeltijd 50%. Het diplomarendement in de voltijd is bij het cohort 2009 weer fors gestegen ten opzichte van het cohort 2008 (+18,0%). Ook de uitval is met 11,3% fors afgenomen.

Voltijd Cohortjaar         Deeltijd Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009 Waarden 2005 2006 2007 2008 2009Instroom 30 31 22 25 24 Instroom 0 1 7 5 2DiplomarendementHAN 40,0% 38,7%

54,5% 32,0% 50,0%

DiplomarendementHAN

100,0% 57,1%

80,0% 50,0%

Gediplomeerd 33,3% 35,5% 54,5% 32,0% 45,8% Gediplomeerd 100,0% 57,1% 80,0% 50,0%

EldersGediplomeerd 6,7% 3,2% 0,0% 0,0% 4,2% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Studerend 23,3% 22,6% 27,3% 28,0% 20,8% Studerend 0,0% 14,3% 20,0% 0,0%

EldersStuderend 13,3% 16,1% 4,5% 12,0% 12,5% EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 23,3% 22,6% 13,6% 28,0% 16,7% UitgevallenHAN 0,0% 28,6% 0,0% 0,0%

4. Alumni onderzoek

Studenten geven aan dat er in de opleiding veel aandacht is voor de toepassing in de praktijk. Ook de stages worden als prettig ervaren.Studenten geven een aantal tips aan de opleiding, te weten: er mag meer vakinhoudelijke kennis in de opleiding aan bod komen, docenten geven les over verschillende werkvormen maar gebruiken deze zelf niet en er wordt weinig gedaan met de gegeven feedback van studenten.

4.4 ERVAREN KNELPUNTEN

- Hoge werkdruk mede door verschillende rollen die collega’s hebben binnen het instituut (bron: KRD).- Concern van de student is overleven in de klas en minder vakdidactiek (bron: KRD).

4.5 OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding kenmerkt zich door de grote betrokkenheid van docenten en de praktijkgerichtheid (door onder andere actualiteit en didactische aanpakken). Tevens is er in de opleiding veel aandacht voor samenwerking van studenten, zoals ook het team in gezamenlijkheid het curriculum vormgeeft.

- De studeerbaarheid van de opleiding vraagt de aandacht. In gesprek met studenten zal blijvend gekeken moeten worden naar de knelpunten in de opleiding en naar passende oplossingen worden gezocht.

- De informatievoorziening en terugkoppeling van evaluaties vraagt de aandacht. Advies om te zoeken naar vormen voor structurele communicatie naar studenten.

- Zoeken naar andere vormen van begeleiding wanneer studenten in het buitenland zitten.- Diplomarendement nog ver onder streefnorm:

Het diplomarendement is sterk gestegen ten opzichte van het dieptepunt van afgelopen jaar, maar ligt met 46% nog ver onder de streefnorm van 70,2%.

13

Page 14: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Aandachtspunt hierbij is het verminderen van langstudeerders. Daarvoor mogelijk meer contactmomenten inbouwen voor deze doelgroep en afspraken maken met het werkveld.

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

14

Page 15: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Inhoudelijk programma en niveau van de opleiding

X X X

Praktijkgerichtheid van de opleiding door onder andere actualiteit, werkveld/natuur, database met good practices

X X X

Samenwerking tussen studenten X X

Spreiding studielast en daadwerkelijke studielast i.v.m. studiepunten

X X (ook sterk gedaald)

X (m.n. jaar 4)

X

Studentbegeleiding speciale groepen (studeren in buitenland en deeltijd)

X X

Informatievoorziening/terugkoppeling feedback en evaluaties

X (ook sterk gedaald)

X X

Betrokkenheid bij studenten en persoonlijk contact

X X X

Kennis mbo X

ICT lijn integreren in curriculum X

In sectie ruime aandacht voor samenhang curriculum

X X

Belemmerende factoren: Werkdruk en veel top-down besluitvorming

X X

15

Page 16: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

16

Page 17: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

5 DUITS

Hieronder wordt voor de opleiding Duits weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

5.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- De vakgroep gaat voor hoge beheersing van de Duitse taal. Minimale eis is C1, maar toetsen ook C1+ bij studenten.

- Proactief in bijblijven bij ontwikkelingen onder andere door uitwisseling landelijke vakvereniging en vakliteratuur.

- Druk bezig met Mbo in curriculum: vb. module mbo in jaar 2 en 3.- Vakgroep vindt het belangrijk dat studenten zich op het gemak voelen. Daarom worden informele

studentactiviteiten georganiseerd. Veel tijd in begeleiding van studenten. Verschil in aanpak tussen voltijd en deeltijd

- Internationalisering: excursies, uitwisselingen en minor met buitenlandverblijf (voltijd én deeltijd). Moedertalers (VO in Duitsland gevolgd) worden verplicht om minor in Nederland in te vullen.

- Collega’s ook buiten de HAN vakinhoudelijk actief. De inhoudelijke deskundigheid wordt zeer hoog gewaardeerd door studenten.

- Informatievoorziening met betrekking tot regels en procedures en opzet van de opleiding is sterk verbeterd

- Kennistoetsen naast dossiers en opdrachten om basisniveau bij studenten te bewerkstellingen.

Verbeterpunten:

- De sectie heeft de ambitie de ICT kwalificaties in het curriculum te verwerken. Hiermee zijn zij gestart in samenwerking met de sectie Frans.

- Meer interdisciplinaire uitwisseling: vakdidactiek, vakinhoud en onderwijskunde.

5.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten

- Hoog niveau vakinhoud en inhoudelijke deskundigheid van docenten- Actualiteit wordt verwerkt in curriculum.

Aandachtspunten

- Als vakgroep weinig zeggenschap over onderwijskunde.- Docenten benoemen en studenten zien de werkdruk.- Spreiding studielast en toetsdruk

5.3 KWALITEITSZORGGEGEVENS

1. Studentenberaden

Geen input

17

Page 18: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

18

Page 19: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

2. NSE 2015

75 studenten (46%) hebben de Nationale Studentenenquête 2015 ingevuld. De totale tevredenheid betreft 85% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee boven de streefnorm van de HAN (80%).

Hoogst scorende items NSE 2015Bij de voltijd halen drie items halen een score van 100% tevredenheid, dit betreffen het aanleren van een kritische houding, het contact met de beroepspraktijk en het ontbreken van lesuitval. Het niveau van de opleiding haalt een score van 97% tevredenheid evenals het samenwerken met anderen. Deze items scoren allen ver boven het landelijke gemiddelde.

De hoogst scorende items bij de deeltijd halen allemaal een score van 100% tevredenheid. Het betreft het ontbreken van lesuitval, de verhouding kleinschalig versus grootschalig onderwijs, het geleerde tijdens de stage, de aansluiting van de stages bij het overige onderwijs en de geschiktheid van de onderwijsruimten. Deze items scoren allemaal gelijk aan of boven de score van 2014 en het landelijk gemiddelde.

Laagst scorende items NSE 2015De spreiding van de studielast over het jaar is met 62% de laagste score. Het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen en beoordelingen scoort met 65% eveneens laag. Opvallend is dat dit item met 26% gedaald is t.o.v. 2014. De beschikbaarheid van de werkplekken is met bijna 5% gestegen maar scoort met 67% nog steeds ver onder de streefnorm. Het tijdig bekendmaken van wijzigingen in het studierooster is met bijna 20% gedaald naar 68%. De geschiktheid van de werkplekken scoort met 70% eveneens laag.

De deeltijdstudenten Duits zijn het minst tevreden over de mogelijkheid die de opleiding biedt om zelf de inhoud te betalen en de informatie over regels en procedures (beide 69%). Ook met betrekking tot methoden en technieken van praktijkgericht onderzoek (71%), informatie over de uitkomsten van onderwijsevaluaties (72%) en de wijze waarop de opleiding gebruik maakt van deze uitkomsten (74%). Positief is dat deze scores wel allemaal zijn gestegen ten opzichte van 2014.

Sterk gestegen items NSE 2015In de voltijd is de begeleiding op je stageplek voor de school waar je stage loopt met bijna 20% gestegen naar 91%. Het aanleren van methoden en technieken voor praktijkgericht onderzoek is met 11,6% gestegen naar 84%. Het contact met de beroepspraktijk is met 11,4% gestegen naar 100% tevredenheid. Met 8% is de spreiding van de studielast over het jaar gestegen in tevredenheid, met 62% scoort dit nog wel ver onder de streefnorm. Eveneens met 8% is de tevredenheid over het niveau van de opleiding gestegen naar 97%.

De grootste stijger bij de deeltijd is de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit de opleiding met 30,0%. Ook de scores met betrekking tot de mate waarin de studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast (+26,4%) en de manier waarop de opleiding op klachten en problemen reageert (+26,0%) zijn flink gestegen. Verder scoorde de informatie over de studievoortgang 21,2% hoger en het tijdig bekend maken van wijzigingen in het studierooster 19,5%. Deze scores liggen ook allemaal boven het landelijk gemiddelde.

Sterk gedaalde items NSE 2015Het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen en beoordelingen is in de voltijd met 26% gedaald naar 65%. De kwaliteit van de begeleiding is met 24,2% gedaald naar 74%. De kwaliteit van de feedback van docenten is gedaald met 21,3% naar 76%. Het tijdig bekend maken van wijzigingen in het rooster is gedaald met 19,8% en de betrokkenheid van docenten bij studenten is gedaald met 19%.

Er zijn geen grote dalers te zien ten opzichte van 2014 binnen de deeltijdopleiding. Met 6,9% is de tevredenheid met betrekking tot de begeleiding op de stageplek door het stagebedrijf/instelling het meest gedaald. Verder zijn te scores over de ICT-faciliteiten (-3,4%), de groepsgrootte bij hoorcolleges (-3,3%), de digitale leeromgeving (-2,9%) en de voorbereiding op de stage door de opleiding (-1,3%) licht gedaald. De scores liggen allemaal in de buurt van het landelijk gemiddelde.

Open respons NSE 2015Zeven studenten hebben een open opmerking geplaatst bij de NSE, zes studenten daarvan zijn voltijders. De deeltijdstudent geeft aan dat de studiebelasting in jaar 4 erg hoog is. De voltijdstudenten merken allen verschillende punten op, te weten: evenredige verdeling studiebelasting, studenten betrekken, taaltoets in jaar

19

Page 20: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

1, openstaan voor studenten. De overige opmerkingen hebben betrekking op ILS brede onderdelen, te weten: tekortkomingen aan het gebouw en de belasting die het onderzoek met zich mee brengt en de geringe voorbereiding in eerdere jaren hierop.

3. Kengetallen voor rendement 2014

De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) is 72% in de voltijd. De survival laat een lichte stijging zien t.o.v. van 2012 en is ook boven de streefnorm. Het percentage uitvallers is daardoor ook iets gedaald naar 28%. Bij de deeltijd ligt de survival met 66% iets lager dan bij de voltijd en ook iets lager dan de voorgaande cohorten.

Voltijd Cohortjaar          Deeltijd Cohortjaar        

Waarden 2009 2010 2011 2012 2013 Waarden 2009 2010 2011 2012 2013

Instroom 28 27 22 18 29 Instroom 44 35 27 34 32

SurvivalHAN 57,1% 59,3% 68,2%72,2

% 72,4% SurvivalHAN 72,7% 68,6%74,1

% 79,4% 65,6%

Gediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% Gediplomeerd 0,0% 2,9% 0,0% 0,0% 0,0%

Studerend 46,4% 55,6% 63,6% 55,6% 69,0% Studerend 72,7% 65,7% 70,4% 73,5% 62,5%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 10,7% 3,7% 4,5% 16,7% 3,4% EldersStuderend 0,0% 0,0% 3,7% 5,9% 3,1%

UitgevallenHAN 42,9% 40,7% 31,8% 27,8% 69,0% UitgevallenHAN 27,3% 31,4% 25,9% 20,6% 34,4%

Het diplomarendement na vijf jaar van de voltijdstudenten van cohort 2009 ligt op 25%, wat lager is dan de cohorten ervoor. De anderen studeren nog binnen of buiten de opleiding Duits (beide 19%) of zijn uitgevallen (37,5%). Het percentage uitvallers is opmerkelijk hoger dan eerdere cohorten. Bij de deeltijdstudenten ligt het diplomarendement hoger met 53%. Hier is het percentage uitvallers met 28% dan ook lager dan in de voltijd.

Voltijd Cohortjaar         Deeltijd Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009 Waarden 2005 2006 2007 2008 2009

Instroom 8 11 17 23 16 Instroom 9 21 24 23 32

DiplomarendementHAN 37,5% 54,5% 47,1% 30,4% 25,0%DiplomarendementHAN 55,6% 57,1%

83,3% 47,8% 53,1%

Gediplomeerd 37,5% 54,5% 47,1% 30,4% 25,0% Gediplomeerd 55,6% 57,1% 83,3% 47,8% 53,1%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Studerend 50,0% 18,2% 29,4% 39,1% 18,8% Studerend 0,0% 14,3% 0,0% 8,7% 18,8%

EldersStuderend 0,0% 9,1% 5,9% 17,4% 18,8% EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 12,5% 18,2% 17,6% 13,0% 37,5% UitgevallenHAN 44,4% 28,6% 16,7% 43,5% 28,1%

4. Alumni onderzoek

Alumni geven verschillende tops aan de opleiding, te weten: reflectie als een effectieve manier om jezelf verder te ontwikkelen, veel uitwisseling van praktijkervaringen en ideeën door interactie met medestudenten en docenten, prima vakinhoudelijke kennis, mogelijkheid tot maatwerk/differentiatie, praktijkgerichte opleiding met goede stages.

Als aandachtspunt voor de opleiding noemen de alumni de begeleiding bij studieactiviteiten zoals onderzoek, de organisatie, nabootsing van echte leersituaties, aandacht voor klassenmanagement in de opleiding, hoe werk je met een bestaande methode.

5.4 ERVAREN KNELPUNTEN

- Werkdruk en beperkte zeggenschap op ILS-brede onderdelen (bron: proefvisitatie).

20

Page 21: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

5.5 OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding kenmerkt zich door het hoge niveau van de vakinhoud en de inhoudelijke deskundigheid van de docenten. Tevens stimuleert de sectie een kritische houding en samenwerking bij studenten.

- Om het curriculum verder te versterken, is het wenselijk dat in de opleiding meer samenwerking en afstemming gaat plaatsvinden tussen de verschillende opleidingsonderdelen: bv. vakdidactiek en onderwijskunde, maar ook vakdidactiek en werkveld.

- De informatievoorziening is in de voltijd verbeterd (bron: KRD). In de deeltijd vraagt het echter nog de nodige aandacht. Kan dit op dezelfde manier als bij de voltijd worden gerealiseerd of zijn hier wellicht andere methodieken voor nodig?

- De studeerbaarheid van de opleiding vraagt de aandacht (zowel in de voltijd als in de deeltijd). In gesprek met studenten zal blijvend gekeken moeten worden naar de knelpunten in de opleiding en naar passende oplossingen worden gezocht.

- Aandachtspunt blijft het diplomarendement:Survival voor deeltijd op 66% ligt lager dan bij voltijd en ook iets gedaald t.o.v. vorige cohortenDiplomarendement in voltijd nog steeds dalende lijn (vanaf 2006) en bereikt nu dieptepunt van 25%. Bij de deeltijd iets hoger met 53,1% maar beneden streefniveau.

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

21

Page 22: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Hoog niveau van vakinhoud en inhoudelijke deskundigheid collega’s

X X (vt) X X

Betrokkenheid bij en informele activiteiten met studenten

X X (vt, gedaald)

Nog meer aandacht voor internationalisering

X X

Informatievoorziening van regels en procedures

X X (dt)

Leerlijn ICT verder in curriculum verwerken

X

Meer interdisciplinaire samenwerking en afstemming (intern maar ook vakdidactiek en werkveld)

X X

Stimuleren van kritische houding en samenwerking (interactie en uitwisseling)

X X (vt) X

Aandacht voor beroepspraktijk en stages X (mbo) X (ook gestegen)

Hoge werkdruk en beperkte zeggenschap/beslissingsbevoegdheid op bepaalde gebieden

X X

Spreiding studielast en toetsdruk X (ook gestegen)

X (vt alg, dt jr 4)

X

Begeleiding onderzoek en stage vanuit ILS

X (ook gestegen)

X

22

Page 23: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

6 ECONOMIE

Hieronder wordt voor de opleiding Economie weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

6.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- Dubbele kennisbasis: algemene economie en bedrijfseconomie.- Collega initieert een landelijk initiatief tot een boek met de basis stof voor economie met uitleg, sommen

en antwoorden. - Actualiteit in het programma: doordat er weinig actuele boeken zijn voor dit vak wordt de actualiteit

standaard in de les meegenomen om recente voorbeelden te gebruiken. - In het curriculum is ruim aandacht voor het beroep waar de toekomstige leerlingen van de studenten voor

worden opgeleid door gastcolleges, excursies en studiereizen.- Aandacht voor vakgebied mens en maatschappij door bijvoorbeeld de onderwijseenheid clusterleerkracht.- Vaste plek voor mbo in programma door verplichte mbo stage en rekendidactiek en ondernemen- Team zeer actief op verschillende gebieden in het onderwijs. - De kwaliteit van de begeleiding wordt zeer hoog gewaardeerd. Veel aandacht voor de student. Een

voorbeeld: In leerjaar 1 en 2 bepalen 2 slb-ers samen het beleid. - Informatievoorziening is sterk verbeterd. Alle studiewijzers zijn vindbaar op scholar. OWE evaluaties ook

steeds vaker in studiewijzer. - Afgelopen jaren geïnvesteerd in doelen op basis van Blooms taxonomie en lesactiviteiten en toetsen die

daarbij aansluiten (Constructive alignment).

Verbeterpunten:

- Herontwerp vakdidactische lijn- Deeltijd opleiding- Blijvend aandachtspunt: studeerbaarheid en studielast (monitoren via studentberaden)- Hoge uitval en lange studieduur. Voor langstudeers zijn al vaste contactmomenten ingepland om dit tegen

te gaan. - Toetsmatrijzen evalueren en bijstellen. In jaartaak van 2 collega’s opgenomen.- Informeren van studenten over studentberaden nog voor verbetering vatbaar.

6.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten

- Verbetergerichtheid. Studenten benoemen dat opleiding punten oppakt.- Deskundige, betrokken en bereikbare docenten

Aandachtspunten

- Studenten benoemen 2 bevoegdheden als oorzaak studielast. Docenten maken deze koppeling niet.- Onderzoek lijkt volgens uitleg docenten af te staan van professionele handelen docenten vandaag de dag.

Docenten moeten kunnen innoveren maar dat heeft niets met afstudeeronderzoek te maken.

23

Page 24: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

- Standaard gesprek integrale toets niveau 3 omdat je anders niet ‘goed’ toetst.- docenten benoemen en studenten zien de werkdruk.- Aantal punten ervaart het team als top-down. - Als opleider mis je het zien van studenten in de praktijk.

6.3 KWALITEITSZORGGEGEVENS

1. Studentenberaden

Geen input

2. NSE 2015

86 studenten (39%) hebben de Nationale Studentenenquête 2015 ingevuld. De totale tevredenheid betreft 83% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee op de streefnorm van de HAN (80%).

Hoogst scorende items NSE 2015Het hoogst scoort het ontbreken van lesuitval in de voltijdopleiding met 100%. De kwaliteit van de feedback van mijn docenten scoort in de voltijd met 98% eveneens zeer hoog (5% gestegen t.o.v. 2014). Het opdoen van vaardigheden in de beroepspraktijk scoort met 98% tevredenheid eveneens hoog net als de didactische kwaliteit van de docenten en de betrokkenheid van docenten bij de studenten.

Het meest tevreden zijn de deeltijdstudenten over het ontbreken van lesuitval in de opleiding (100%). De inhoudelijke deskundigheid van docenten scoort met 97% eveneens zeer hoog (13% gestegen t.o.v. 2014). Verder scoren ook de verhouding kleinschalig versus grootschalig onderwijs (97%), de groepsgrootte bij hoorcolleges (97%) en het geleerde tijdens de stage (96%) hoog. Op de score van 100% na zijn de scores ook allemaal gestegen ten opzichte van 2014.

Laagst scorende items NSE 2015Binnen de voltijdopleiding zijn studenten het minst tevreden over de spreiding van de studielast over het jaar (67%), de mate waarin studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast (69%), de haalbaarheid van deadlines (71%) en de mogelijkheid om zonder studievertraging de gewenste studie onderdelen te volgen (76%). Eén item heeft niet direct met de studeerbaarheid en studielast te maken, dat betreft de beschikbaarheid van werkplekken (73%). In lijn met de daling ILS-breed scoort dit item onder de streefnorm en is het gedaald in tevredenheid t.o.v. 2014.

De laagste scores binnen de deeltijd hebben bijna allemaal betrekking op de studielast. Over de spreiding van de studielast over het studiejaar zijn de studenten het minst tevreden met 67%. Daarbij aansluitend scoort ook de mate waarin de studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast (69%) niet hoog, evenals de haalbaarheid van deadlines (71%) en de mogelijkheid om zonder vertraging de gewenste studie-onderdelen te volgen (76%). Verder zijn de studenten ook niet erg tevreden over de beschikbaarheid van werkplekken (73%).

Sterk gestegen items NSE 2015

Voltijdstudenten zijn met bijna 13% meer tevreden over de aandacht voor praktijkgericht onderzoek in de opleiding. De tevredenheid is van 83% in 2014 gestegen naar 96% in 2015. Ook het leren schriftelijk te rapporteren over praktijkgericht onderzoek is met 10% gestegen naar 93% in 2015. De kwaliteit van de toetsing van vaardigheden is met ruim 9% gestegen naar 91%. De aansluiting van de inhoud van de opleiding bij het beeld dat je vooraf had van de opleiding is met 7,6% gestegen naar 93% dit geldt eveneens voor de mate waarin je opleiding stimulerend is.

De grootste stijging binnen de deeltijd is te zien bij de praktijkgerichtheid van de opleiding (+12,8%). Ook over het schriftelijk rapporteren over praktijkgericht onderzoek (+10,3%), de kwaliteit van toetsing op vaardigheden (+9,4%), de aansluiting van de inhoud bij het beeld dat je van de opleiding had (+7,6%) en de mate waarin de inhoud van je opleiding stimulerend is (+7,3%) zijn de studenten meer tevreden dan in 2014. De scores liggen

24

Page 25: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

allemaal op het landelijk gemiddelde.

Sterk gedaalde items NSE 2015

Binnen de voltijd is de geschiktheid van de onderwijsruimten gedaald met 15% naar 81% en de tevredenheid over de mediatheek is met 10% gedaald naar 78%. De tevredenheid over de digitale leeromgeving is met 15% gedaald naar 81%. De kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit de opleiding is met 13,1% gedaald naar 77%. Hoewel diverse onderzoekgerelateerde vaardigheden fors zijn tevreden vormt het aanleren van een kritische houding een uitzondering. Dit item is met 11,1% gedaald.

De grootste daling in de deeltijd is te zien bij de manier waarop de opleiding op klachten en problemen reageert en de digitale leeromgeving (beide -21,2%). Ook wat betreft de duidelijkheid van criteria waarop beoordeeld wordt (-15,0%), het kritisch beoordelen van praktijkgericht onderzoek (-12,3%) en de geschiktheid van werkplekken (-11,1%) zijn de scores gedaald. Deze scores liggen ook allemaal onder het landelijk gemiddelde.

Open respons NSE 201527 studenten hebben een opmerking bij de open respons geplaatst, waarvan negen voltijd en 18 deeltijd studenten. De voltijdstudenten merken verschillende punten op, te weten: hoge studiebelasting, onervaren jonge docenten, weinig ruimte tot eigen ontwikkeling, aansluiting lessen bij stagepraktijk en ontbreken van antwoorden bij methode. De overige opmerkingen hebben betrekking op ILS brede onderdelen, te weten: de toekenning van studiepunten in eenheden van 7,5ec, de planning van tentamenweken en de communicatie van bureau-extern. Zes deeltijdstudenten geven aan de studielast van de opleiding te hoog te vinden. Drie studenten geven aan dat er onvoldoende tijd is voor individuele begeleiding. Een van de studenten geeft als tip het flipping de classroom concept. Twee studenten geven aan dat er meer variatie mag zijn in de werkvormen. Tevens geven twee deeltijdstudenten aan dat er wel erg veel theorie aan bod komt.

3. Kengetallen voor rendement 2014

De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) in de voltijd van cohort 2013 ligt met 68% onder de streefnorm. Daarvan is 22% gediplomeerd aan de kopopleiding en 46% nog studerend bij Economie. Er zijn geen studenten geswitcht van opleiding, de overige 32% is uitgevallen bij de HAN. Deze cijfers liggen ongeveer gelijk aan die van de vorige cohorten. Bij de deeltijd is de survival 62,5%, waarbij de andere 37,5% is uitgevallen.

Voltijd Cohortjaar         Deeltijd  Cohortjaar        

Waarden 2009 2010 2011 2012 2013 Waarden 2009 2010 2011 2012 2013

Instroom 33 44 44 50 37 Instroom 20 39 37 30 40

SurvivalHAN 72,7% 72,7% 77,3% 66,0% 67,6% SurvivalHAN 60,0% 74,4% 56,8% 80,0% 62,5%

Gediplomeerd 27,3% 22,7% 20,5% 22,0% 21,6% Gediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 5,0%

Studerend 42,4% 43,2% 45,5% 32,0% 45,9% Studerend 60,0% 71,8% 54,1% 73,3% 55,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 3,0% 6,8% 11,4% 12,0% 0,0% EldersStuderend 0,0% 2,6% 2,7% 6,7% 2,5%

UitgevallenHAN 27,3% 27,3% 22,7% 34,0% 32,4% UitgevallenHAN 40,0% 25,6% 43,2% 20,0% 37,5%

Cohortjaar           Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009 Waarden 2005 2006 2007 2008 2009

Instroom 31 29 20 28 23 Instroom 19 12 13 16 13

DiplomarendementHAN 54,8% 69,0% 65,0% 35,7% 69,6% DiplomarendementHAN 36,8%25,0

% 53,8% 31,3% 30,8%

Gediplomeerd 45,2% 62,1% 50,0% 28,6% 69,6% Gediplomeerd 36,8%25,0

% 53,8% 31,3% 30,8%

EldersGediplomeerd 9,7% 6,9% 15,0% 7,1% 0,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Studerend 22,6% 17,2% 5,0% 35,7% 26,1% Studerend 15,8% 41,7 30,8% 31,3% 30,8%

25

Page 26: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

%

EldersStuderend 12,9% 3,4% 15,0% 17,9% 4,3% EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 9,7% 10,3% 15,0% 10,7% 0,0% UitgevallenHAN 47,4%33,3

% 15,4% 37,5% 38,5%

Het diplomarendement na vijf jaar van de voltijdstudenten van cohort 2009 ligt op 69,6%, dit percentage ligt iets onder de streefnorm van 70,2%. Na een laag rendement van cohort 2008 is dit percentage zelfs iets boven het niveau van de cohorten ervoor. Die 69,6% is ook allemaal afgestudeerd bij Economie. Van de groep nog studerenden (26,1%) is ook maar een klein deel van opleiding geswicht binnen de HAN (4,3%). Tot slot valt het op dat van de 23 studenten er geen één is uitgevallen. Bij de deeltijdstudenten is een ander beeld te zien, hier ligt het diplomarendement op 30,8%. Ook 30,8% is nog aan het studeren bij de opleiding en de overige 38,5% is uitgevallen bij de HAN.

4. Alumni onderzoek

Alumni geven aan dat de opleiding erg praktijkgericht is mede door de stages. Verder geven zij aan de begeleiding en contact als prettig te hebben ervaren en de ruimte voor reflectie en feedback. De inhoud van de opleiding wordt als een top gezien.

Als aandachtspunten noemen de alumni het betrekken van nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs, gebrek aan concrete didactische tools en werkvormen, de toepassing van de didactiek/meer oefenen, leren plannen van je werkzaamheden, de grote aandacht voor het onderzoek niet in verhouding met de rest. volgens de alumni.

6.4 ERVAREN KNELPUNTEN

- Werkdruk en beperkte zeggenschap op ILS-brede onderdelen (bron: proefvisitatie).

6.5 OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding kenmerkt zich door de hoge niveau van de vakinhoud door de dubbele kennisbasis en de grote betrokkenheid bij studenten en aandacht voor de individuele student.

- Ondanks de kritische kanttekeningen van studenten en docenten bij het afstudeeronderzoek (bron: proefvisitatie), is de tevredenheid van studenten over de begeleiding bij en voorbereiding op onderzoek doen sterk gestegen.

- Ondanks de eerdere verbetering in de informatievoorziening blijft dit aandachtspunt voor de opleiding (bron: NSE 2015). Belangrijke vraag is hoe de opleiding dit structureel en duurzaam gaat oppakken.

- De studeerbaarheid van de opleiding vraagt de aandacht (zowel in de voltijd als in de deeltijd). In gesprek met studenten zal blijvend gekeken moeten worden naar de knelpunten in de opleiding en naar passende oplossingen worden gezocht.

- Rendementen deeltijd vragen aandacht:Survival ongeveer gelijk aan vorige cohorten en beneden streefnorm zowel bij voltijd (67,6%) als deeltijd(62,5%).Diplomarendement bij voltijd sterk gestegen tov vorig cohort en nu bijna op streefnorm (69,6%). Bij deeltijd net als voorgaande jaren beneden streefnorm (30,8%).

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

26

Page 27: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Inhoudelijke sterke opleiding met dubbele kennisbasis en inhoudelijke deskundige docenten

X X X X

Begeleiding bij en voorbereiding op onderzoek

X (gestegen)

Aandacht voor mens en maatschappij en mbo

X

Nieuwe ontwikkelingen in curriculum X X

Grote betrokkenheid bij studenten en aandacht voor individuele student

X X X(dt, minder tijd)

X

Informatievoorziening via onder andere ELO

X X (gedaald)

Studeerbaarheid en studielast X X X X

Gerichtheid op beroepspraktijk (ook voor de beroepspraktijk van toekomstige leerling) en ervaren door stages

X X X

Toepassing en oefening van vakdidactiek op instituut

X(dt) X

Werkdruk en beperkte ruimte door top-down beleid

X X (vb. OZ)

27

Page 28: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

7 ENGELS

Hieronder wordt voor de opleiding Engels weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

7.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- Actief in samenwerking werkveld. Voorbeelden:Sinds 2008 samenwerking/project ROC Nijmegen, Task Based LearningVakdidactische leerwerktaken ontwikkeld samen met werkveld tbv werkplekleren

- Onderzoekslijn ondergebracht in vakdidactisch vak ‘research skills’.- Lijnverantwoordelijken aangesteld die samenhang binnen de leerlijn bewaken en afstemmen met andere

leerlijnen.- Bezig met implementeren eindkwalificaties leren en lesgeven met ict: vak TELL and teaching. Ook concept

flipping the classroom verkend.- Gevorderd stadium implementeren afstudeerrichting vmbo/mbo. Voorbeelden: lesmethode stepping

stones, TEFL 7 lesgeven op ROC, Keuzemodulen in leerjaar 4.- Internationalisering structureel onderdeel van het curriculum. Voorbeelden: buitenlandse gastdocenten,

Oxford lj2, minor Engels Talig land lj3, uitwisselingsproject, cultuuronderwijs, keuzemodule ITP- Diversiteit aan werkvormen zoals werkbladen, interactieve quizen, hoor- en werkcolleges- Deeltijd samenwerking met MVT voor didactiek, owk en onderzoek- Informatievoorziening via scholar, mail en nieuwsbrieven

Verbeterpunten:

- Invulling Language support voor vocubulaire. In leerjaar 1 is hier al een invulling voor. In leerjaar 2 blijkt ook behoefte te zijn. De vraag is hoe dit in leerjaar 2 in te bedden.

- Inzichtelijk maken van de leerlijnen voor studenten- ICT en afstudeerrichtingen verankeren in het onderwijs: bv. Binnen TEFL leerlijn concretiseren opdrachten

en keuzemodules eindfase.- Studielast hoofdfase: balans tussen de verschillende vakken.- Inleveren schriftelijk werk stroomlijnen m.b.v. dropbox 2.0- Studenten nog meer betrekken bij community Engels: al afspraken met schouwburg Nijmegen. Plan voor

onlineplatform (facebook). Wordt een expert betrokken om mogelijkheden verder te verkennen.

7.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten

- Opbouw in onderzoeksleerlijn- Aandacht voor (v)mbo in het curriculum beamen 1e en 2e jaars n.a.v. kritische noot alumnus. - Kwaliteit en benaderbaarheid docenten

Aandachtspunten

- Studeerbaarheid- Rendement

28

Page 29: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

- Veranderingen duren lang mede door de kloof tussen management en werkvloer.- Onderzoek ‘moet’ vanuit de HAN. Top-down besloten.- docenten benoemen en studenten zien de werkdruk.

7.3 KWALITEITSZORGGEGEVENS

1. Studentenberaad voltijd naar aanleiding van NSE 2014 (16-12-2014)

Studenten zijn tevreden over de inhoud van het programma en de deskundigheid van docenten:- De eisen en doelen voor vakken en leertaken zijn duidelijker- Docenten bieden luisterend oor- Goede taken/initiatieven in opleiding worden gewaardeerd: research-skills, roc-taak en Oxford-taak

Gebouw: Draaideur veroorzaakt opstopping in de ochtend, hinder van plantenbakken in mediatheek- Tops: kerstboom, studiecentrum & biologische winkel

Toetsen en inhoudelijk afstemmen:- Vocabulaire: Toets meer dan 50 items om representativiteit te verhogen. Language support vocabulary

wordt verschillend ingevuld door docenten. Liefst inhoudelijk geplande lessen.- Grammar jaar 1: gaat te snel en te weinig ondersteuning- OWK: leerdoelen te weinig in les aan bod, onderwijskunde op stageschool divers en onduidelijk.- Verwarring over de vakken TEFL 5,6, 7 (in mindere mate, wordt het ROC project genoemd) en pedgram

speelt in klas 2B: we kunnen ze niet meer uit elkaar houden. Suggestie: Grammar 5 verschuiven naar periode 4 – dan ook betere aansluiting op LKTSuggestie: TEFL 6 verplaatsen naar periode 1 (leertaak inleveren in periode 2?) Suggestie: een les van Cultural Aspects besteden aan het voorbereiden van de Oxford opdrachten; een ander boek lezen (niet: Brideshead Revisited) of bijvoorbeeld een collectie gedichten met Oxford als thema.Suggestie: een ander boek voor HIELSuggestie: hoorcollege = hoorcollege, geen interactie want dan is het lastig onze aandacht erbij te houden.

Informatievoorziening: Studiewijzers en readers ontbreken soms: zet scholar allemaal consequent in!

Studentenberaad wordt als positief ervaren

Studielast jaar 2: Studenten ervaren de studielast in periode 2 als hoog: veel opdrachten plus onderbreking van Oxford (heel positief!) waardoor de druk toeneemt. Betere balans tussen periode 1 en 2.

Herindeling klas 2: Het zou leuk zijn om met een gezamenlijke activiteit te starten zodat we elkaar beter leren kennen. Nu was er een apart soort spanning tussen 2A en 2B in Oxford.

Communicatie:- Communicatie kan beter: indeling OWK, indeling WPL, tussen de HAN en de stagescholen- Het zou goed zijn als het gebruik van Engels door studenten gestimuleerd werd. - HAN4Me werkt vaak niet.- Docenten niet altijd aanwezig, inzage niet altijd mogelijk- Studenten geven aan dat mailcontact met docenten niet altijd goed loopt en dat er behoefte is aan echt

contact: inloopuur/spreekuur o.i.d.

Tegenvallende aanwezigheid:

29

Page 30: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

- Studenten werken veelal voor de docenten en zijn niet gericht op hun eigen ontwikkeling of groei als docent in opleiding;

- er zijn veel studenten waar iets mee is;- aanwezigheid is in sommige klassen en bij sommige vakken erg laag;- meer controle (van huiswerk) en aanwezigheidsplicht;- is het erg als studenten die niet serieus met hun studie omgaan er niet zijn en het dan niet halen?

2. NSE 2015142 studenten (30%) hebben de Nationale Studentenenquête 2015 ingevuld. De totale betreft 83% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee boven de streefnorm van de HAN (80%).

Hoogst scorende items NSE 2015Voltijdstudenten zijn het meest tevreden over de inhoudelijke kwaliteit van het studiemateriaal (97%), de inhoudelijke deskundigheid van docenten en de kennis van de beroepspraktijk van docenten (beide 97%), het ontbreken van lesuitval (97%) en het samenwerken met anderen (95%). De twee items over de docenten scoren beide 5% hoger dan het landelijke gemiddelde.

Deeltijdstudenten zijn het meest tevreden over de verhouding kleinschalig versus grootschalig onderwijs, het geleerde tijdens de stage en het ontbreken van lesuitval (allen 100%). Verder zijn de scores wat betreft de geschiktheid van de onderwijsruimten en de bibliotheek/mediatheek (beide 97%) ook hoog.

Laagst scorende items NSE 2015Het minst tevreden zijn voltijdstudenten over de mate waarin studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast (57%), de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit het instituut (64%), de voorbereiding op stage door het instituut (64%), de mogelijkheid die de opleiding je biedt om zelf de inhoud te bepalen (66%) en de manier waarop je opleiding reageert op klachten en problemen (69%). Opvallend is dat deze items ook allen landelijk laag scoren.

Het minst tevreden zijn deeltijdstudenten over de mogelijkheid die de opleiding biedt om zelf de inhoud te bepalen (59%), de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit het instituut (60%) en de informatie over de opzet van de opleiding (61%). Ook wat betreft de mate waarin de opleiding initiatief neemt in ondersteuning/begeleiding (62%) en de informatie over regels en procedures (64%) zijn de scores niet hoog. Deze laatste twee zijn, in tegenstelling tot de drie voorgaande, wel gestegen ten opzichte van 2014. Alle genoemde scores liggen onder het landelijk gemiddelde.

Sterk gestegen items NSE 2015Items die t.o.v. 2014 het sterkt gestegen zijn binnen de voltijd betreffen de informatie over uitkomsten van onderwijsevaluaties (+19,6% gestegen naar 77%), het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen en beoordelingen (+18,6% gestegen naar 76%), de digitale leeromgeving met een stijging van bijna 13% in 2015 naar 85% en het tijdig bekend maken van studieroosters (+13% gestegen naar 81%).

Items die t.o.v. 2014 het sterkt gestegen zijn binnen de deeltijd betreffen de mogelijkheid tot begeleiding (+22,2%),de praktijkgerichtheid van de opleiding (+18,6%), de begeleiding op de stageplek door het stagebedrijf/instelling (+14,4%), de wijze waarop de opleiding gebruik maakt van uitkomsten van onderwijsevaluaties (+11,9%) en het tijdig bekend maken van studieroosters (+11,8%). Deze scores waren in 2014 bijna allemaal flink gedaald, maar liggen nu allemaal boven het landelijk gemiddelde.

Sterk gedaalde items NSE 2015De mate waarin de studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast is in de voltijd gedaald met bijna 11% naar 57%. De tevredenheid over de groepsgrootte bij hoorcolleges en bij werkgroepen is beide met ruim 9% gedaald. De in de opleiding gehanteerde werkvormen en de praktijkgerichtheid van de opleiding is beide gedaald ruim 8%, met 89% en 88% scoort dit nog wel ruim boven de streefnorm.

De scores die binnen de deeltijd het meest zijn gedaald, hebben betrekking op analytisch denken (-13,0%) en de voorbereiding op de stage door de opleiding (-12,3%). Ook wat betreft de kwaliteit van feedback (-8,7) en de betrokkenheid (-7,6%) van docenten en het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen/beoordelingen (-8,3%) zijn de studenten minder tevreden.

30

Page 31: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Open respons NSE 201541 studenten hebben een opmerking gemaakt bij de open respons, waarvan 30 voltijdstudenten en 11 deeltijdstudenten. Acht voltijdstudenten zijn ontevreden over de voorbereiding en informatievoorziening op stage, de begeleiding op stage en/of de communicatie tussen de stage en het instituut. Zes voltijdstudenten zijn ontevreden over de communicatie en informatie voorziening. Twee voltijdstudenten zijn kritisch naar het lerend vermogen van docenten en de mate waarin gezocht wordt naar passende leermogelijkheden. De overige opmerkingen hebben betrekking op ILS brede onderdelen, te weten: de toekenning van studiepunten in eenheden van 7,5ec, de hoeveelheid testen, de kantinekosten, de beschikbare werk/studieplekken, het ontbreken van kapstokken en kluisjes en de communicatie van bureau-extern. Twee deeltijdstudenten maken nadrukkelijk een compliment naar de opleiding door aan te geven dat ze erg tevreden zijn over het niveau van de opleiding en het harde werk die de docenten verzetten. Een aandachtspunt welke door 2 deeltijdstudenten genoemd wordt, is het houden aan de deadlines en tijdig reageren op mails. Ook geven 2 deeltijdstudenten aan dat er te veel en grootte opdrachten moeten worden gemaakt als je wpl2 en 3 in één jaar. Verder zijn er verschillende aandachtspunten die genoemd worden in de open respons m.b.t. de deeltijd, te weten: het beperkt aantal stageplaatsen, de contactmomenten met de studieloopbaanbegeleider, verbeteren van de digitale leeromgeving en verbeteren communicatie tussen docenten en bureau extern.

3. Kengetallen voor rendement 2014De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) bij de voltijd in cohort 2013 ligt op 64%, hiervan studeert 51% nog bij Engels en 13% elders binnen de HAN. 36% is uitgevallen in het eerste jaar. Deze cijfers liggen grotendeels gelijk aan die van cohort 2012. Bij de deeltijd is de survival met 68% iets hoger. Hier zijn geen switchers binnen de HAN, wel is 32% uitgevallen.

Voltijd Cohortjaar         Deeltijd  Cohortjaar        

Waarden 2009 2010 2011 2012 2013 Waarden 2009 2010 2011 2012 2013

Instroom 142 137 124 120 134 Instroom 46 34 42 42 31

SurvivalHAN 54,2% 46,0% 50,0% 64,2% 64,2% SurvivalHAN 82,6%70,6

% 71,4% 95,2% 67,7%

Gediplomeerd 0,0% 0,7% 0,8% 0,8% 0,0% Gediplomeerd 6,5% 0,0% 4,8% 2,4% 3,2%

Studerend 40,8% 32,1% 30,6% 48,3% 50,7% Studerend 76,1% 70,6% 66,7% 92,9% 64,%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 13,4% 13,1% 18,5% 15,0% 13,4% EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 45,8% 54,0% 50,0% 35,8% 35,8% UitgevallenHAN 17,4% 29,4% 28,6% 4,8% 32,3%

Het diplomarendement na vijf jaar bij de opleiding is voor de voltijd 27%. Ruim 20% studeert nog bij de opleiding en ruim 23% elders. Het aandeel uitvallers is 26%. Bij de deeltijd ligt het diplomarendement met 68% een stuk hoger. Er zijn hier geen studenten geswitcht naar een ander opleiding binnen de HAN, 8% studeert nog en bijna 24% is uitgevallen.

Voltijd  Cohortjaar         Deeltijd  Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009 Waarden 2005 2006 2007 2008 2009

Instroom 56 68 59 57 77 Instroom 15 9 17 22 38

DiplomarendementHAN 44,6%27,9

% 35,6% 28,1% 29,9% DiplomarendementHAN 60,0%66,7

% 82,4% 63,6% 68,4%

Gediplomeerd 44,6%25,0

% 35,6% 26,3% 27,3% Gediplomeerd 60,0%66,7

% 82,4% 63,6% 68,4%

EldersGediplomeerd 0,0% 2,9% 0,0% 1,8% 2,6% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Studerend 7,1%17,6

% 20,3% 22,8% 20,8% Studerend 0,0% 0,0% 0,0% 13,6% 7,9%

EldersStuderend 12,5%16,2

% 20,3% 24,6% 23,4% EldersStuderend 6,7% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 35,7%38,2

% 23,7% 24,6% 26,0% UitgevallenHAN 33,3%33,3

% 17,6% 22,7% 23,7%

31

Page 32: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

4. Alumni onderzoek

Alumni geven veel positieve feedback naar de opleiding. Met name de vakinhoudelijke deskundigheid en invulling van de vaklessen wordt als zeer waardevol gezien. Verder worden verschillende zaken genoemd, te weten: stage, onderzoeksbegeleiding, aandacht voor reflectie, samenwerking door peerteaching, feedback door docenten, enthousiaste docenten, tto, activerende werkvormen.

Verder geven de alumni ook nog een aantal tips om de opleiding te verbeteren, te weten: duidelijkheid omtrent onderzoek, meer aandacht voor andere taken dan lesgeven, aandacht voor timemanagement voor docentschap, communicatie en informatievoorziening, begeleiding, tijdig nakijken en meer aandacht voor het mbo.

7.4 ERVAREN KNELPUNTEN

- Als vakgroep kunnen we studenten niet verplichten om in jaar 3 de minor in Engels talig land te volgen- Grote groepen studenten waardoor (met name in lj1) studenten uit beeld kunnen raken- ILS-brede procedures waar geen invloed op is en die gedurende het studiejaar veranderen

7.5 OVERIGE OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding kenmerkt zich door een sterk inhoudelijk curriculum en de inhoudelijke deskundigheid van de docenten waarbinnen samenwerking tussen studenten wordt gestimuleerd en er structureel ruimte is voor internationalisering. De inhoudelijke afstemming tussen leerlijnen kan verder worden versterkt door de rol van de lijnverantwoordelijkheden.

- De verschillende geraadpleegde bronnen leveren een tegenstrijdig beeld als het gaat om de informatievoorziening en het gebruik van scholar binnen de opleiding. In gesprek met studenten onderzoeken waar de concrete verbeterpunten liggen.

- Goede stappen gezet op gebied van ICT en afstudeerrichtingen. Nu zaak op beide lijnen te verankeren in het onderwijs

- De studeerbaarheid van de opleiding vraagt de aandacht (zowel in de voltijd als in de deeltijd). In gesprek met studenten zal blijvend gekeken moeten worden naar de knelpunten in de opleiding en naar passende oplossingen worden gezocht.

- Diplomarendement voltijd ver beneden streefnorm De studenten die binnen vijf jaar niet diplomeren zijn of nog studerend bij de opleiding(20,8%), studeren elders binnen de han(23,4%) of zijn uitgevallen (26%) .

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

32

Page 33: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Actieve samenwerking binnen deeltijdopleidingen mvt en met werkveld

X X

Afstudeerrichtingen/aandacht voor mbo X X X X

Onderzoek(slijn in curriculum) X X X

ICT-lijn verder in onderwijs verankeren X

Structureel aandacht voor internationlisering in curriculum

X X

Verschillende werkvormen X X

Informatievoorziening en elo X X X (dt gestegen)

X X

Lijnverantwoordelijken voor afstemming X X

Studielast en verhouding studiepunten en werkelijke studielast

X X X (vt gedaald)

X

Inhoudelijk programma en inhoudelijke deskundigheid docenten

X X X(vt) X(dt) X X

Aandacht en stimulering van samenwerking

X(vt) X

33

Page 34: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

8 FRANS

Hieronder wordt voor de opleiding Frans weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

8.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- Kennis van de cultuur die aangeboden wordt, is veel omvangrijker dan in de kennisbasis aangegeven is.- Landelijke vastgestelde terminologie in curriculum opgenomen- Leerlijn onderzoek terug te vinden in diverse owe’s- Samenwerking moderne vreemde talen voor vakdidactiek (met name met Duits). Bij deeltijd ook samen

onderwijs.- Goede voorbereiding voor LKT (bijna 100% slagingspercentage in 2014-2015): opfrislessen grammatica en

cultuurkunde ingelast voorafgaand.- Internationalisering is een essentieel onderdeel van het curriculum: veel aandacht aan de vorming van een

intercultureel bewuste student.- Doeltaal=voertaal. Met studenten wordt (zoveel mogelijk) in het Frans gecommuniceerd- Professionalisering gehad op gebied van toetsing en ruime expertise in het team op dit gebied- Begeleiding op maat realiseerbaar door kleine vakgroep

Verbeterpunten:

- Taalvaardigheid van studenten versterken door inspiratie werkwijze zoals in Leuven wordt gehanteerd.- Eindkwalificaties ICT in curriculum implementeren. Vanaf maart 2015 al gestart met

teamprofessionalisering. In de owe omschrijving een globale beschrijving van ICT-leerlijn opnemen?- Samenwerking lerarenopleiding Leuven versterken- Vormgeven aan afstudeerrichtingen op basis van de vraag in het onderwijsveld (nu vooral havo/vwo)- Informatievoorziening. Sinds maart 2015 gestart met pilot systematische communicatie via mail, scholar en

de nieuwsbrief. Ook bezig gebruiksvriendelijker inrichten van de elo. - Sinds 2014-2015 extra kritisch op aanwezigheid beoordelingscriteria in alle studiewijzers

8.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten- Opbouw in onderzoekslijn bewust genoemd- Actualiteit wordt verwerkt in curriculum- bevlogenheid en verdieping komt in werkveld samen door diversiteit aanbod werkvormen in de opleiding,

dat zie je in praktijk terug. En door de kracht dat we in het werkveld ook opgeleide mensen hebben om te begeleiden.

Aandachtspunten- Docenten benoemen en studenten zien de werkdruk- Kwaliteit docenten verschillend- Één docent structureel te laat met nakijken- Kies je voor beide afstudeerrichtingen, ook als dit voor werkveld minder relevant is?- Onderwijskundige toetsing, er wordt afgekeken- Vakdidactische opdrachten uitvoeren in het werkveld voor verbetering vatbaar. Mag vaak niet.

34

Page 35: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

8.3 KWALITEITSZORGGEGEVENS

1. Studentberaad n.a.v. NSE 2014 (12-11-2014)Studenten geven aan dat ze de opleiding leuk vinden, opbouw van de opleiding goed is, maar hebben wel serieuze opmerkingen over enkele thema’s. Die worden hierna weergegeven. De beleving over de opleiding van de ouderejaars is anders dan van de 2e jaars.

Professionaliteit docenten: Nakijkperiode wordt door een docent niet gehaald; Taalvaardigheid van docenten is soms mager; Studenten voelen zich soms niet serieus genomen, in de manier waarop ze worden benaderd.

Communicatie: Bij de start van een OWE is niet altijd duidelijk welke eindresultaten verwacht worden; Info over stage komt laat; Studenten willen vooruit denken en info hebben; Mails aan docenten worden niet altijd beantwoord; Hoge prestatiedruk voor studenten leidt tot studievertraging of afvallen.

Stages: Organisatie is goed; Studenten merken op dat de communicatie tussen de HAN en de stageschool onder de maat is; Eisen voor de studenten zijn onduidelijk.

Organisatie: Planningen van lessen toetsen worden te laat gecommuniceerd en/of tussentijds aangepast; De propedeuse-uitreiking vrijdagsmiddags om 16 uur is een lastig moment voor ouders; Verdeling van de studiepunten is ook als aandachtspunt genoemd, graag eerder verzilveren.

2. NSE 201534 studenten (41%) hebben de Nationale Studentenenquête 2015 ingevuld. De totale tevredenheid betreft 80% (neutrale + positieve respons) en is daarmee gelijk aan de streefnorm van 80% die binnen de HAN gehanteerd wordt.

Hoogst scorende items NSE 2015De vijf hoogst scorende item binnen de voltijd hebben allen een score van 100% tevredenheid. Het betreffen de in de opleiding gehanteerde werkvormen, de praktijkgerichtheid van de opleiding, het contact met de beroepspraktijk, wat je hebt geleerd tijdens de stage en het samenwerken met anderen.

De vijf hoogst scorende items binnen de deeltijd hebben allemaal een score van 100% tevredenheid. Het betreffen de mate waarin het geleerde is toe te passen in je baan , de kwaliteit van de toetsing op vaardigheden, het volgen van de geprogrammeerde onderwijsactiviteiten, het ontbreken van lesuitval en de groepsgrootte bij werkgroepen. Alle items liggen boven het landelijk gemiddelde, waarbij de eerste twee items er ruim boven liggen.

Laagst scorende items NSE 2015De spreiding van de studielast over het studiejaar scoort in de voltijdopleiding met 50% zeer laag. De score is gelijk gebleven t.o.v. 2014. De mate waarin de opleiding initiatief neemt tot begeleiding/ondersteuning scoort met 54% eveneens laag en is t.o.v. 2014 gedaald met bijna 6%. De voorbereiding op stage scoort met 57% laag evenals het tijdig bekend maken van toetsen en beoordelingen en studieroosters (58% en 63%).

De vijf laatst scorende items binnen de deeltijd scoren allemaal lager dan 50% tevredenheid en ze zijn allemaal flink gedaald ten opzichte van 2014. Het laagst scoren het schriftelijk rapporteren over praktijkgericht onderzoek en de methoden en technieken daarvan (beide 38%). Ook de scores met betrekking tot de samenhang tussen de verschillende onderdelen van de opleiding, de mogelijkheid om zelf de inhoud te bepalen en het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen/beoordelingen zijn met 44% laag.

Sterk gestegen items NSE 2015Diverse items laten binnen de voltijdopleiding een forse stijging in tevredenheid zien t.o.v. 2014. Het meest is het aanleren van analytisch denken gestegen met 38,3%! De duidelijkheid van criteria waarop beoordeeld wordt is met 36,7% eveneens fors gestegen. De beschikbaarheid van werkplekken is gestegen met 32,5%. Dit is opvallend gezien de ILS-brede tendens die dalende is op dit thema. Met 79% ligt het echter nog net onder de

35

Page 36: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

streefnorm. Informatie over regels en procedures is met 30% gestegen en het aanleren van argumenteren en redeneren is met 29,2% gestegen.

De grootste stijgers in de deeltijd zijn te zien op het gebied van de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit de opleiding en de voorbereiding op de stage door de opleiding (beide +30%). Ook zijn de studenten meer tevreden over de kwaliteit van de toetsing op vaardigheden (+28,6% naar 100%), de informatie over de opzet van de opleiding (+27,4%) en de groepsgrootte bij hoorcolleges (+27,3% naar 100%).

Sterk gedaalde items NSE 2015De tevredenheid over de groepsgrootte bij hoorcolleges is in de voltijdopleiding met 25% gedaald. De begeleiding op de stageplek voor de school is gedaald met 17,4% naar 83%. De aansluiting van de stage bij het onderwijs is gedaald met 13%. De tevredenheid over de inhoudelijke deskundigheid van docenten is gedaald met 6%. De mate waarin de opleiding initiatief neemt in ondersteuning/begeleiding is met bijna 6% gedaald naar 54%.

De grootste dalers binnen de deeltijd zijn de samenhang tussen de verschillende onderdelen van de opleiding (-48,9% naar 44%) en de aansluiting bij de werkervaring, deze daalt van 100% naar 56%. Overige dalers zijn het kritisch beoordelen van praktijkgericht onderzoek (-38,9%), analytisch denken (-37,5%) en de bereikbaarheid van docenten buiten contacturen (-37,3%). Al deze scores waren vorig jaar nog erg hoog en zijn nu gedaald tot (ruim) onder het landelijk gemiddelde.

Open respons NSE 201517 studenten hebben opmerkingen bij de open respons geplaatst, waarvan 10 voltijd- en 2 deeltijdstudenten. De voltijdstudenten merken verschillende punten op, te weten: in eerdere leerjaren mogelijkheid bieden om zelf leeractiviteiten te ontwerpen, meer frans in de opleiding (praten, opdrachten, buitenland), streven naar hoger niveau frans, aansluiting bij stage en planning en informatievoorziening van tentamens. Tevens geven drie voltijdstudenten aan dat de organisatorische kwaliteit van de opleiding te wensen overlaat en dat de communicatie en informatievoorziening beter kan. Één voltijdstudent is kritisch over de algemene en vakdidactische kwaliteiten van de docent vakdidactiek. De overige opmerkingen hebben betrekking op de tekortkomingen aan het gebouw, te weten: de prijzen in kantine, de temperatuur in het gebouw en de beschikbaarheid van computers. Twee deeltijdstudenten geven aan dat er te weinig duidelijkheid en geen overzicht is over de gehele opleiding. Verder worden verschillende verbeterpunten genoemd binnen de deeltijd, te weten: verbeteren kennis over onderzoek doen om gerichter hulp te bieden, Nederlands leren voor buitenlanders niet wenselijk, meer aandacht besteden aan praktijk (methoden en technieken), veel overlap in opleiding, onderwijskunde geen kennistoets instellen en meer richtten op praktijk, deeltijdlessen ook eerder op de dag beginnen zodat deze niet tot ’s avonds laat duren.

2. Kengetallen voor rendement 2014De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) ligt in de voltijd op 59%, waarvan 53% binnen de opleiding Frans en de overige 6% elders binnen de HAN. Ruim 41% is binnen 12 maanden uitgevallen. Bij de deeltijdstudenten (n=9) is twee derde nog aan het studeren na 12 maanden en een derde is uitgevallen.

Voltijd  Cohortjaar         Deeltijd  Cohortjaar        

Waarden 2009 2010 2011 2012 2013 Waarden 2009 2010 2011 2012 2013

Instroom 20 18 18 15 17 Instroom 18 17 16 19 9

SurvivalHAN 55,0% 66,7% 77,8% 53,3% 58,8% SurvivalHAN 94,4% 94,1% 68,8% 68,4% 66,7%

Gediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% Gediplomeerd 5,6% 5,9% 6,3% 0,0% 0,0%

Studerend 45,0% 61,1% 61,1% 46,7% 52,9% Studerend 83,3% 88,2% 62,5% 68,4% 66,7%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 10,0% 5,6% 16,7% 6,7% 5,9% EldersStuderend 5,6% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 45,0% 33,3% 22,2% 46,7% 41,2% UitgevallenHAN 5,6% 5,9% 31,3% 31,6% 33,3%

36

Page 37: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Het diplomarendement na vijf jaar bij de opleiding is voor de voltijd 27%, dit percentage ligt een stuk lager dan bij de vorige cohorten. Verder studeert 36% nog bij Frans en 18% elders binnen de HAN. Met 18% is het percentage uitvallers wel lager dan de cohorten ervoor. Ook bij de deeltijd is het diplomarendement bij Frans met 29% flink lager dan de cohorten ervoor. Verder is 6% afgestudeerd bij een andere opleiding, 29% studeert nog en 35% is uitgevallen.

  Cohortjaar           Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009 Waarden 2005 2006 2007 2008 2009

Instroom 10 27 17 12 11 Instroom 7 4 6 7 17

DiplomarendementHAN 70,0% 44,4% 47,1% 41,7% 27,3% DiplomarendementHAN 42,9% 100,0% 50,0% 71,4% 35,3%

Gediplomeerd 70,0% 44,4% 47,1% 41,7% 27,3% Gediplomeerd 42,9% 100,0% 50,0% 71,4% 29,4%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 5,9%

Studerend 0,0% 7,4% 29,4% 8,3% 36,4% Studerend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 29,4%

EldersStuderend 10,0% 18,5% 0,0% 16,7% 18,2% EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 20,0% 29,6% 23,5% 33,3% 18,2% UitgevallenHAN 57,1% 0,0% 50,0% 28,6% 35,3%

4. Alumni onderzoek

Alumni noemen als sterk punt van de opleiding de vakinhoudelijke en didactische leerlijn. Ook geven zij aan de stages prettig te hebben gevonden en geleerd te hebben kritisch naar zichzelf te kijken.

Als verbeterpunten voor de opleiding noemen alumni de aandacht voor pedagogiek in de opleiding en de stagebegeleiding vanuit het ILS.

7.4 ERVAREN KNELPUNTEN

- Persoonlijke begeleiding/gesprekken met deeltijders lastig. Zij zijn uitsluitend op donderdagmiddag en –avond aanwezig en willen dan ook graag SLB-gesprekken. De tijd is dan krap.

7.5 OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding kenmerkt zich door de expertise op toetsingsgebied en de aandacht voor samenwerking (binnen de deeltijd in curriculumonderdelen en ook stimulering van samenwerking tussen studenten). Ook de vakinhoud en –didactiek wordt over het algemeen als sterk punt gezien, afgezien van de onvrede over een enkele docent.

- Aandachtspunt voor de opleiding is het zoeken naar hoe de afstudeerrichtingen op een bij de vraag van het werkveld passende manier in het curriculum te verwerken.

- Het afstemmen van het onderwijs op elkaar en het zorgdragen voor de samenhang in de opleiding vormt ook een aandachtspunt.

- De informatievoorziening naar studenten vormt een verbeterpunt. Ten aanzien van de informatievoorziening is in het voorjaar van 2015 een pilot uitgevoerd. Door de pilot te evalueren, kunnen vervolgacties worden vastgesteld.

- Aandachtspunt blijven de rendementen:Zowel de survival als het diplomarendement bij voltijd en deeltijd (ver) beneden streefniveau. Het diplomarendement na vijf jaar bij de opleiding is voor de voltijd 27% en bij de deeltijd 29%. Zowel in de voltijd als in de deeltijd is er sprake van een aanzienlijk percentage langstudeerders. Als opleiding interessant om te zoeken naar werkwijzen om langstuderen tegen te gaan.

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

37

Page 38: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Vakinhoud en didactiek met naast kennisbasis extra aandacht voor cultuur

X X(- dt) X

Afstemmen van het onderwijs op elkaar/samenhang in opleiding

X X(dt) X(dt)

Aandacht voor pedagogiek/onderwijspraktijk

X (gedaald)

X X

Samenwerking (MVT bij deeltijd en tussen studenten)

X X (vt)

Doeltaal=voertaal X X(vt)

Expertise(ontwikkeling) toetsing (o.a. toetscriteria)

X X (vt gestegen)

Initiatief tot begeleiding en bereikbaarheid van docenten

X X X (ook gedaald)

Afstudeerrichtingen X X

Beroepsgerichtheid en werkvormen X(vt)

Tijdig informeren en resultaten bekend en informatievoorziening algemeen

X X X

Mate waarin je de inhoud kan bepalen X(dt) X(vt)

Werkdruk/bureaucratie en top/down beslissingen

X X

Deskundigheid en professionaliteit docenten verschilt

X X

38

Page 39: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

39

Page 40: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

9 GESCHIEDENIS

Hieronder wordt voor de opleiding Geschiedenis weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

9.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- Naast kennisbasis extra aandacht voor westerse geschiedenis en Nederlandse geschiedenis- Vakinhoudelijke curriculum concentrisch opgebouwd. Steeds minder nadruk op kennis, en meer op de

historische vaardigheden.- Naast standaarddidactiek uit kennisbasis bij vakdidactiek ook aandacht voor activerende didactiek,

samenwerkend leren/actief historisch denken, ict-didactiek en excursie- en museumdidactiek.- Binnen gehele curriculum aandacht voor verschillende onderwijscontexten. Voorbeelden:

Eerstejaarsstage keuze voor vmbo of havo/vwo, binnen vakdidactiek aandacht voor ontwerpen voor verschillende schoolniveaus, methoden vergelijken van verschillende niveaus, visiestukken waarin studenten hun voorkeur onderbouwen.

- Actualiteit centraal aangezien geschiedenis vooral nut heeft als het gekoppeld kan worden aan het heden. Met name bij vakken: Westen en de Wereld en Buiten-Europese geschiedenis.

- Internationalisering. Excursies en studiereizen om horizon te verbreden en aandacht voor excursie/museumdidactiek (geschiedenis buiten de school).

- In samenwerking met werkveld databank met vakdidactische leerwerktaken ontwikkeld, die studenten tijdens de stage kunnen gebruiken om zich didactisch verder te ontwikkelen.

- Verandering van de onderwijseenheid tov vorig jaar worden in de studiewijzer beschreven- Team organiseert jaarlijks een nascholingsconferentie- Extra slb-groepen voor vertragers in de hoofd- en eindfase- Coördinatoren aangesteld voor elke fase voor communicatie en organisatie (mailings, nieuwsbrieven etc)- Brede toepassing van extra paar ogen beleid: toetsontwerp en beoordeling (ook bij leertaken)

Verbeterpunten:

- Mens & Maatschappij en burgerschap. Hoe sluiten we aan bij de ontwikkelingen en vraag van het werkveld (vo/mbo)? Welke inhoudelijke/didactische aanpassingen zijn nodig? Ook in het kader van de afstudeerrichtingen. Mogelijkheden verkennen voor vaste stageplaats op opleidingsschool voor het team.

- Studenten meer ruimte geven om keuzes te maken (met name in de hoofdfase en de vrije ruimte van de eindfase).

- Spreiding van de studielast. Al aanpassing in curriculum doorgevoerd. Lijken effect te hebben.- Meer overleg tussen slb-docenten en zo gezamenlijk de inhouden van de slb-uren vormgeven als vakgroep- Heldere en structurele informatievoorziening rondom stage door afstemming met spders, meer

kennisdeling en meer gedeelde verantwoordelijkheid (vb. samen ontwikkelen en beoordelen van leertaken)

- Zoeken naar optimaal beoordelingsformulier: voldoende info, zo min mogelijk werkdruk.- Afstemmen inhoud van de owe en de wijze van toetsing verbeteren

40

Page 41: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

9.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten

- Docenten wisselend in kwaliteit- Eerstejaars beaamt aandacht vmbo n.a.v. kritische noot vierdejaars- Pilot met werkveld voor vakinhoudelijke leertaak- Internationalisering: studiereizen en excursies- Veranderingen n.a.v. studentevaluaties in studiewijzer

Aandachtspunten

- Stageplaatsing lastig- Aandacht Mens & Maatschappij en burgerschap- Spreiding studielast- Houden aan deadlines en nakijktermijnen en communicatie hierover

9.3 KWALITEITSZORGGEGEVENS

1. Studentenberaad n.a.v. NSE 2014 (12-11-2014)

Geschiedenisstudenten jaar 2 en 3 in gesprek met directie MT/ILS. Toetsing + nakijktermijn + afspraken nakomen: Vaak duurt het te lang dat resultaten terug komen,

m.n. van leertaken. Dit is vooral het geval bij herkansingen. Er wordt niet tijdig gecommuniceerd over redenen van vertraging. Dit hangt sterk af welke docent. Er zijn ook docenten die keurig de nakijktermijn halen.

Idee is dat er grote leertaken zijn. Tegengeluid (jaar 2): er wordt al veel gedaan aan toetsing in colleges, vb: presentaties

Letten op spreiding van tentamens/leertaken: vaak zijn inlevermomenten leertaken tegelijkertijd en tegelijk met nakijkwerkzaamheden tentamens. Studenten: dit kan haast niet anders dan piekwerkzaamheden docenten opleveren; aard van de na te kijken documenten speelt ook mee, veel schrijfwerk studenten dus ook veel nakijkwerk docenten.

Stages: de voorbereiding op de stage komt te laat volgens studenten; de werkdruk neemt bij stages in leerjaar 2 enorm toe; er zijn grote verschillen tussen stagescholen/de begeleiding wordt teveel als subjectief ervaren; eerder voorbereiding specifieke gedragsproblemen; systematiek stageplek krijgen en stagelopen niet optimaal volgens studenten.

Ondersteuning en SLB: Veel vragen en opmerkingen gaan naar SLB’ers vraag is echter wat hier dan mee gedaan wordt?; wisseling SLB’ers niet wenselijk, docentinzet boven studentperspectief?; jaar 1 geen info over minoren terwijl inschrijving ITP wel al loopt; SLB’ers niet altijd op de hoogte en geven verkeerde adviezen; SLB-uren vallen regelmatig uit; niet bekend welke beraden er eigenlijk zijn

Aanwezigheidsplicht: Ervaren hier geen invloed op te hebben. Suggestie: evaluatie binnen vakgroep.

2. NSE 2015136 studenten (37%) hebben de Nationale Studentenenquête 2015 ingevuld. De totale tevredenheid betreft 83% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee boven de streefnorm van 80% die binnen de HAN gehanteerd wordt.

Hoogst scorende items NSE 2015Studenten geschiedenis zijn het meest tevreden over het ontbreken van lesuitval (99%), het samenwerken met anderen (97%), de inhoudelijke deskundigheid van docenten (96%), de kennis van docenten van de beroepspraktijk (96%) en de mate waarin studenten de geplande onderwijsactiviteiten hebben gevolgd (94%).

41

Page 42: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Laagst scorende items NSE 2015Het laagst in tevredenheid scoort de tijdigheid van het bekend maken van resultaten van toetsen en beoordelingen (45%), de beschikbaarheid van werkplekken (54%), de geschiktheid van werkplekken (61%), de spreiding van de studielast over het jaar (64%) en de tevredenheid over de mediatheek (69%).

Sterk gestegen items NSE 2015Met 26,5% is de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit de opleiding fors gestegen tot 82% evenals de voorbereiding op de stage door de opleiding (+26%, gestegen naar 80%). De informatie over uitkomsten van onderwijsevaluaties is gestegen met 22% en de wijze waarop de opleiding gebruik maakt van uitkomsten van onderwijsevaluaties is met ruim 20% gestegen naar 81%.

Sterk gedaalde items NSE 2015Met 22,5% is de beschikbaarheid van werkplekken gedaald naar 54%. De geschiktheid van onderwijsruimten is gedaald met 10,6% naar 77% en de geschiktheid van werkplekken is met 8% gedaald naar 61%. De tevredenheid over de mediatheek is gedaald met bijna 9% naar 69%. Opmerkelijk is het vijfde item dat het sterkt gedaald is, dit is slechts met 0,9% gedaald en betreft de groepsgrootte bij werkgroepen. Met 90% scoort dit nog steeds ruim boven de streefnorm.

Open respons NSE 201535 studenten hebben opmerkingen geplaatst bij de open respons, allen voltijd. Zes studenten geven als feedback het houden aan de nakijktermijn en feedbackafspraken. Een student geeft aan dat niet gereageerd wordt op mails en dergelijke. Vier studenten zijn kritisch op de studiebegeleiding en contact met enkele docenten. Verder stellen drie studenten voor de digitale leeromgeving te verbeteren. Twee vierdejaarsstudenten geven aan dat jaar 1 t/m 3 heel ordelijk en goed georganiseerd was, jaar 4 echter niet. Twee tweedejaarsstudenten pleiten voor het afschaffen van de aanwezigheidsplicht. Tot slot merken de eerstejaarsstudenten nog een verscheidenheid aan punten op, te weten: stoppen met cyb in leerjaar 1, meer betekenis geven aan werkcolleges, betere scholing van docenten op het gebied van ict, minder engelse handboeken en toetsen beter aan laten sluiten bij tentamens. De overige opmerkingen hebben betrekking op de faciliteiten in het I/O-gebouw. Tien studenten geven aan ontevreden te zijn over de kantine, de temperatuur en de werk/studieplekken in het gebouw.

3. Kengetallen voor rendement 2014

De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) ligt bij voltijd op 58%, wat een lichte stijging betekent t.o.v. het vorige cohort. 11% studeert na 12 maanden elders binnen de HAN en 42% is uitgevallen. Bij de deeltijd waren er 2 studenten in cohort 2013, waarvan er één nog studeert en de ander is uitgevallen.

Voltijd Cohortjaar         Deeltijd Cohortjaar        Waarden 2009 2010 2011 2012 2013 Waarden 2009 2010 2011 2012 2013Instroom 114 143 145 114 125 Instroom 10 20 17 8 2

SurvivalHAN 61,4% 56,6% 66,9% 56,1% 57,6% SurvivalHAN 70,0% 85,0% 64,7% 62,5% 50,0% Gediplomeerd 1,8% 0,0% 0,0% 1,8% 0,8% Gediplomeerd 0,0% 10,0% 11,8% 0,0% 0,0%

Studerend 50,0% 41,3% 60,0% 45,6% 45,6% Studerend 70,0% 75,0% 52,9% 62,5% 50,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 9,6% 15,4% 6,9% 8,8% 11,2% EldersStuderend 0,0% 0,0% 33,3% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 38,6% 43,4% 33,1% 43,9% 42,4% UitgevallenHAN 30,0% 15,0% 35,3% 37,5% 50,0%

Het diplomarendement na vijf jaar ligt bij Geschiedenis op 34% bij de voltijd. Hiermee heeft cohort 2009 de laagste score van de laatste vier cohorten. Het lage rendement heeft vooral te maken met een toename van de groep die nog studeert (34% tegenover 20-26% in de voorgaande cohorten). Het percentage uitvallers ligt met 16% ongeveer gelijk met die van de voorgaande cohorten. Bij de deeltijd (n=7) ligt het diplomarendement op 43%. Verder is 14% nog studerend en ook 43% uitgevallen.

42

Page 43: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

4. Alumni onderzoek

Als sterke punten van de opleiding noemen alumni veelvuldig de vakinhoudelijke kwaliteit van docenten en het vakdidactische programma. Verder worden verschillende punten genoemd, te weten: pedagogiek sterk afhankelijk van docent, praktijkgerichtheid van de opleiding, stages, orde houden, onderwijskunde erg nuttig, enthousiasme van docenten.

De alumni zien verschillende verbetermogelijkheden voor de opleiding, te weten: de vakinhoudelijke aspecten, didactiek te veel vanuit handboek, te weinig voorbereid op vmbo, mis voorbereiding op vinden van een baan, mentoraat, gebrek aan structuur en duidelijkheid, te weinig aandacht voor onderzoeksvaardigheden en het schrijven van handelingsplannen.

9.4 ERVAREN KNELPUNTEN

- Studenten lezen structureel de studiewijzers en nieuwsbrieven niet- Bereikbaarheid buiten contacturen en houden aan deadlines voor verbetering vatbaar. Door werkdruk en

veel contacttijd. Collega’s spreken elkaar hier wel op aan.

9.5 OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN EN/OF AANMERKINGEN

- De opleiding kenmerkt zich door een sterk inhoudelijk en didactisch curriculum en de inhoudelijke deskundigheid van de docenten waarbij aandacht is voor verschillende onderwijscontexten.

- De studeerbaarheid van de opleiding blijft een aandachtspunt. In gesprek met studenten zal blijvend gekeken moeten worden naar de knelpunten in de opleiding en naar passende oplossingen worden gezocht.

- De invulling van de SLB-bijeenkomsten worden in de toekomst als vakgroep opgepakt.- De vakgroep staat voor de taak het vakgebied Mens & Maatschappij(vmbo) en Burgerschap(mbo) onder

de aandacht te brengen bij studenten en een plek te geven in het curriculum (i.c.m. de afstudeerrichtingen).

- De werkdruk van docenten wordt als oorzaak voor het niet halen van de nakijktermijn en het laat of niet beantwoorden van e-mails. Onder collega’s afspraak om elkaar hier op aan te spreken.

- Rendementen beneden streefniveau: Het propedeuserendement is 58%. Na één jaar valt ongeveer 42% uit. Het diplomarendement na vijf jaar is 34%. Hiermee heeft cohort 2009 de laagste score van de laatste vier cohorten. Het lage rendement heeft vooral te maken met een toename van de groep die nog studeert (34% tegenover 20-26% in de voorgaande cohorten). Als vakgroep al SLB-groepen opgezet om langstudeerders te ondersteunen. Zijn er ook mogelijkheden om als vakgroep langstudeerders te voorkomen?

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

Voltijd Cohortjaar         Deeltijd Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009 Waarden 2005 2006 2007 2008 2009Instroom 46 57 58 49 70 Instroom 12 11 9 6 7DiplomarendementHAN 37,0% 49,1%

55,2% 38,8% 35,7%

DiplomarendementHAN 41,7% 54,5% 44,4%

33,3% 42,9%

Gediplomeerd 32,6% 43,9% 50,0% 36,7% 34,3% Gediplomeerd 33,3% 54,5% 44,4% 33,3% 42,9%

EldersGediplomeerd 4,3% 5,3% 5,2% 2,0% 1,4% EldersGediplomeerd 8,3% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Studerend 21,7% 24,6% 25,9% 20,4% 34,3% Studerend 25,0% 18,2% 11,1% 16,7% 14,3%

EldersStuderend 21,7% 8,8% 8,6% 22,4% 14,3% EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 19,6% 17,5% 10,3% 18,4% 15,7% UitgevallenHAN 33,3% 27,3% 44,4% 50,0% 42,9%

43

Page 44: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Inhoudelijke en didactische kwaliteit van docenten en opleiding

X X X

Aandacht voor verschillende onderwijscontexten

X X

Aandacht voor internationalisering: studiereizen en excursies

X X

Veranderingen n.a.v. studentenevaluaties in studiewijzer

X X

Aandacht voor mens en maatschappij en burgerschap (vmbo/mbo)

X X X X (lj1 verbeterd)

Spreiding studielast en totale studielast X X X X (mn jr 1 en jr 4)

Invulling SLB-bijeenkomsten en informatievoorziening

X X

Informatie over wpl X X X(gestegen)

Houden aan deadlines en nakijktermijnen en communicatie hierover

X X X X

Aanwezigheidsplicht X X

Extra SLB-groep en aandacht voor vertragers

X X

-

44

Page 45: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

10 NATUURKUNDE

Hieronder wordt voor de opleiding Natuurkunde weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

10.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- Sterke samenwerking natuurkunde en scheikunde. Groot deel van studenten gaat onderwijs NaSk verzorgen en heeft kennis van beide vakken nodig. Voorbeeld: Gezamenlijke propedeuse natuurkunde en scheikunde, gezamenlijke onderdelen curriculum zoals stage en onderwijskunde.

- Vakdidactische onderwijseenheden op basis van thema’s waarbij de nadruk ligt op theoretische onderbouwing zodat koppeling tussen theorie en praktijk zichtbaar wordt.

- Vak(didactische) niveau van de opleiding is hoog- Persoonlijke contact met docenten. Informeel en direct door kleinschaligheid van de opleiding- Grondig onderzoek naar rendementsproblematiek. De (eerste) uitkomsten zijn aangepakt door

aanpassingen in curriculum/werkwijzen. Bv. Periode 1 tijd voor studievaardigheden, extra ondersteuning bij niet halen tentamen periode 1, inrichting van werkgroepen.

- Studiereizen worden volledig georganiseerd door studenten. Docenten gaan mee als deelnemer, niet als begeleider.

- Alle toetsen ontworpen volgens RTTI-model

Verbeterpunten:

- Spreiding van de studielast- Excursies om kennis te maken met actuele toepassingen van natuurkunde en scheikunde uitbreiden. In

toenemende mate organiseren met de studievereniging van de lerarenopleidingen van het cluster exact.- Studenten zijn minder tevreden over de informatie omtrent regels en procedures. Door aanstelling tweede

SLB-er in jaar 1 mogelijk verbeterd. Ook behoefte aan verder onderzoek naar wat studenten missen in informatievoorziening.

- Zoeken naar manier om beoordelingscriteria voor producten als practica te expliciteren zonder de opdracht helemaal ‘dicht te timmeren’

10.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten

- Motiverende, betrokken, bevlogen en deskundige docenten- Actualiteit wordt verwerkt in curriculum. Contextgerichtheid onderwijs fijn.- Toetsen volgens RTTI

Verbeterpunten

- Bij onderwijskunde uitleg van het boek, geen verbreding of verdieping.- Kwaliteit SPD’s wisselt. Verschil in mate van ingelezen.- Beoordelingscriteria practica en leertaken niet altijd duidelijk

45

Page 46: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

10.3 KWALITEITSZORGGEGEVENS

1. Studentenberaden

Geen input

2. NSE 201512 studenten (33%) hebben de Nationale Studentenenquête 2015 ingevuld. De totale tevredenheid betreft 68% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee beneden de streefnorm van 80% die binnen de HAN gehanteerd wordt.

Hoogst scorende items NSE 2015 De vijf hoogste kengetallen scoren allemaal 100% tevredenheid. Ze hebben onder meer betrekking op vaardigheden (argumenteren/redeneren en communicatieve vaardigheden). Ook zijn alle respondenten tevreden over de praktijkgerichtheid van de opleiding, de geringe lesuitval en de begeleiding op de stageplek bij het stagebedrijf/instelling .

Laagst scorende items NSE 2015Het laagst in tevredenheid scoort de het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen/beoordelingen en de mate waarin de studiepinten overeenkomen met daadwerkelijke studielijst (beide 18%). Ook wat betreft informatie over de uitkomsten van onderwijsevaluaties (20%) en de wijze waarop de opleiding gebruik maakt van die uitkomsten (29%) zijn niet veel studenten tevreden. Met 27% is ook de tevredenheid over de beschikbaarheid van werkplekken laag. Opvallend is vooral de grote daling van deze percentages ten opzichte van de jaren ervoor.

Sterk gestegen items NSE 2015De grootste stijger is de tevredenheid over argumenteren/redeneren (+33,3%). Ook wat betreft de kwaliteit van de begeleiding (+20,2) en de toetsing op vaardigheden (+8,5%) is de tevredenheid toegenomen, evenals over de praktijkgerichtheid van de opleiding (+13,3%) en de didactische kwaliteit van de docenten (+11,7%)

Sterk gedaalde items NSE 2015De studenten natuurkunde zijn vooral minder tevreden over het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen/beoordelingen (-68,5%), wijzigingen in studieroosters (-54,2%) en de roosters zelf (-50,3%). Ook wat betreft de beschikbaarheid van werkplekken (-66,1%) en de wijze waarop de opleiding gebruik maakt van de uitkomsten van onderwijsevaluaties (-44,2%) zijn ze duidelijk minder tevreden. Al deze items scoren flink lager dan in 2014 en ook flink lager dan het landelijk gemiddelde.

Open respons NSE 2015Zeven studenten hebben een opmerking geplaatst in de open respons. Twee studenten maken een compliment naar de opleiding door aan te geven dat het een goede opleiding is en docent vakdidactisch erg goed zijn. Twee studenten geven aan dat het nakijken en beoordelen van toetsen transpanter moet zijn, het is niet altijd duidelijk hoe een beoordeling tot stand komt. Daarnaast worden door de studenten verschillende verbeterpunten genoemd, te weten: het onderzoek zou beter weg kunnen worden gelaten en worden ingevuld door leservaring opdoen, bureaucratie van het instituut zorgt voor angst om negatieve feedback te geven, sommige docenten mogen meer betrokkenheid tonen bij de studenten, informatievoorziening. De overige opmerkingen hebben te maken met de beschikbare en geschiktheid van de werkplekken in het i/o-gebouw.

3. Kengetallen voor rendement 2014De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) is bij de opleiding Natuurkunde 55%. Daarvan zit 35% nog bij natuurkunde en 20% bij een andere opleiding binnen de HAN. De overige 45% is uitgevallen. Er waren in 2013 geen deeltijdinstromers bij Natuurkunde.

Cohortjaar Waarden 2009 2010 2011 2012 2013

46

Page 47: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Instroom 9 6 10 13 20SurvivalHAN 33,3% 83,3% 90,0% 53,8% 55,0% Gediplomeerd 11,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% Studerend 22,2% 83,3% 70,0% 30,8% 35,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% EldersStuderend 0,0% 0,0% 20,0% 23,1% 20,0%UitgevallenHAN 66,7% 16,7% 10,0% 46,2% 45,0%

Het diplomarendement na vijf jaar ligt bij Natuurkunde op 33,3% bij de voltijd. Dit betreft een sterke verbetering ten opzichte van 2008. Van de drie studenten heeft één student zijn of haar diploma gehaald. De andere twee studenten zijn uitgevallen na de propedeuse. De deeltijdstudenten (n=5) zijn na vijf jaar allemaal afgestudeerd.

Voltijd Cohortjaar         Deeltijd 

Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009 Waarden 2005 2006 2007 2008 2009

Instroom 6 7 5 9 3 Instroom 3 1 5 7 5DiplomarendementHAN 33,3%

42,9%

60,0% 33,3%

33,3%

DiplomarendementHAN 33,3%

100,0%

40,0%

57,1%

100,0%

Gediplomeerd 33,3%42,9

%40,0

% 11,1%33,3

% Gediplomeerd 33,3%100,0

%40,0

%57,1

%100,0

%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0%20,0

% 22,2% 0,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Studerend 50,0%14,3

%20,0

% 44,4% 0,0% Studerend 0,0% 0,0%20,0

% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 16,7%28,6

% 0,0% 11,1% 0,0% EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 0,0%14,3

%20,0

% 11,1%66,7

% UitgevallenHAN 66,7% 0,0%40,0

%42,9

% 0,0%

4. Alumni onderzoek

De belangrijkste kwaliteit van de opleiding is volgens alumni de vakdidactiek waarin je ook met behulp van intervisie en reflectie jezelf verder ontwikkelde.Als tip geen een alumni om meer pedagogische kennis in het curriculum te verwerken welke hij nu heeft opgedaan in de minor SEN.

10.4 ERVAREN KNELPUNTEN

- Kleine sectie

10.5 OVERIGE OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding bestaat uit een kleine sectie en kenmerkt zich door een vakinhoudelijk en –didactisch hoog niveau en hoge betrokkenheid en persoonlijk contact met docenten.

- Er zijn stappen gemaakt op het gebied van toetsing door gebruikmaking van het RTTI-model. Dit kan verder worden uitgebouwd.

- De informatievoorziening en het inzichtelijk maken van beoordelingscriteria bij bijvoorbeeld practica vormen een belangrijk aandachtspunt. Door aanstelling tweede SLB-er in jaar 1 mogelijk verbeterd. Ook behoefte aan verder onderzoek naar wat studenten missen in informatievoorziening.

- De studeerbaarheid van de opleiding blijft een aandachtspunt. In gesprek met studenten zal blijvend gekeken moeten worden naar de knelpunten in de opleiding en naar passende oplossingen worden gezocht.

- Rendementen beneden streefniveau:

47

Page 48: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Het propedeuserendement is 55%. Na één jaar valt ongeveer 45% uit. Het diplomarendement na vijf jaar is 33,3%. Dit betreft een sterke verbetering ten opzichte van 2008, maar is nog fors beneden streefniveau.

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

48

Page 49: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Vakdidactische en inhoudelijk hoog niveau van opleiding en docenten

X X(gestegen)

X X X

Persoonlijk contact, begeleiding en betrokkenheid docenten

X X(gestegen)

X

Toetsen volgens RTTI X X X X

Werkelijke studielast en spreiding studielast

X X

Informatievoorziening algemene procedures en regels

X X

Beoordelingsmogelijkheden en criteria (voobeeld practica)

X X X

Praktijkgerichtheid X X

Toepassing, verbreding en verdieping pedagogiek/owk

X X

Tijdig bekend maken van resultaten van toetsen

X(ook sterk gedaald)

Informatie en gebruik van evaluaties X(ook sterk gedaald)

Aandacht voor vaardigheden (analyseren, redeneren, communiceren)

X(ook sterk gestegen)

49

Page 50: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

11. NEDERLANDS

Hieronder wordt voor de opleiding Nederlands weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

11.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- Keuze in programma: eerst eigen kennis en vaardigheden ontwikkelen alvorens studenten zich op vakdidactiek richten. Daarom vanaf jaar 2 aandacht voor specifieke vakdidactiek

- Van meer aanbodgestuurd naar meer vraaggestuurd. Voorbeeld: opleidingsdagen leerjaar 4 (mede) ingevuld op basis van leervragen van studenten. Vrije ruimte ingevuld met activiteiten in overleg met studenten.

- Hoog niveau vakinhoud en vakdidactiek- Aandacht voor internationalisering in het curriculum. Per september 2015 verplicht bij OWE “taal

over grenzen”. Ook worden studenten gestimuleerd om deel te nemen aan diverse activiteiten met een internationaal karakter.

- Afstudeerrichtingen komen terug in elk vakdidactisch onderdeel van het curriculum: in toenemende mate aandacht voor Nederlands in de beroepsgericht en in de algemeen vormende context.

- Grote diversiteit aan toetsvormen. Elke toets voor afname en beoordeling aan collega’s voorgelegd. In studiewijzer beoordelingscriteria en normering geëxpliciteerd.

Verbeterpunten:

- Vanaf 2015-2016 leren en lesgeven als ICT toevoegen aan vakdidactisch programma. Jaar 1 nu al kennismaking ICT-vaardigheden, jaar 2 gebruik van enkele toepassingen, jaar 3 van plan om verdiepingscursus aan te bieden.

- Studielast en haalbaarheid van deadlines. Wordt zowel in voltijd als de deeltijd al op ingespeeld dor verschuivingen in het programma. Bij deeltijd wordt daarin gezocht naar meer flexibiliteit.

- Het initiëren van ILS-breed taalbeleid met als doel het verbeteren van de taalvaardigheid van studenten HAN ILS.

- Het versterken van de leerlijn schrijfvaardigheid- Toetsdruk (voor studenten en docenten) verminderen door aantal toetsen per owe naar beneden

te brengen en toetsvormen verkennen die minder arbeidsintensief zijn dan bijvoorbeeld dossiers.

11.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten

- Opbouw in onderzoeksleerlijn- Aandacht voor (v)mbo in het curriculum beamen 1e en 2e jaars n.a.v. kritische noot alumnus- Kwaliteit en benaderbaarheid van docenten

Aandachtspunten

- Docenten benoemen en studenten zien de werkdruk

50

Page 51: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

- Onderzoek ‘moet’ vanuit de HAN. Top-down besloten. - Samenwerken met het oog op meeliften. Individuele aanspreekbaarheid niet altijd voldoende in

beeld. - Kwaliteit toetsing verschilt per docent. - Kennistoets OWK- Spreiding studielast en studeerbaarheid- Veranderingen duren lang. Kloof management en werkvloer

11.3 KWALITEITSZORGGEGEVENS

1. Studentberaden

Studentenberaad n.a.v. NSE 2014 met 2e jaars, 3e jaars en 4e jaars studenten (14-11-2014)

Stages: kwaliteit en begeleiding school en spd-afhankelijk, 1e jaar is heftig en niet snel nee durven zeggen, 3e jaars vinden dat docenten ILS goede ondersteuning bieden.

Theorie en praktijk: er zou meer aandacht mogen zijn voor praktijk in de klas. Ook meer aandacht en inspiratie voor docentschap in jaar 1 en 2 wenselijk.

DPF: de voorlichting mag duidelijker.

Informatievoorziening: eerder en betere informatievoorziening. Lijkt een belangrijke rol weggelegd voor slb’er.

Studielast: Onderzoek starten in leerjaar 3 goede ervaring. Studenten geven aan dat de studielast goed is als voorbereiding op docentschap.

Studentenberaad tweedejaars (18-12-2014)

Informatievoorziening: Versterken van de rol van slb’er. Die zou tijdig van algemene info moeten voorzien zoals minoren, en

vrije ruimte. Nu alleen op aanvraag student. Ook geven studenten aan dat er duidelijkheid moet zijn over de nakijktermijn en dat hier beter over

gecommuniceerd dient te worden.

Aanwezigheidsplicht: Er heerst onduidelijkheid over de regels en procedures. Graag een uitgangspunt nemen en dit in alle studiewijzers opnemen.

Communicatie klas en een docent verliep stroef. In een gesprek uitgesproken.

Studielast: periode 2 tentamenweek hoge werkdruk.

Wat gaat er goed? Scholar is ontzettend verbeterd. Het is nu overzichtelijk waar de studenten wat kunnen vinden. De sfeer is erg prettig op de studie. Alles is erg laagdrempelig. Er is een goede communicatie binnen het docententeam. De invoering van de studiewijzer is heel fijn. Voor studenten is dit een handig overzicht. De afwisseling van toetsing wordt als prettig ervaren (denk aan presentaties, dossiers, tentamens)

Studentenberaad voltijdopleiding jaar 2,3,4 (januari 2015)

Jaar 1 Studeerbaarheid: hoge studielast in periode 2 wordt aangepakt door vakken naar periode 1 te

verschuiven Aandacht voor afstudeerrichtingen Informatievoorziening: m.b.t. stage verbeteren

51

Page 52: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Jaar 2 Studielast: zwaar programma. Ook door herkansingen (lj1 en 2). Worden verschuivingen en

aanpassingen in programma gedaan Meer aandacht voor afstudeerrichtingen Informatievoorziening: vrije ruimte, minoren en werkplekleren

Jaar 3 Studielast:

Werkplekleren 2b wordt lintstage om piek in studielast op te vangenZelf invullen vrije ruimte wordt als belastend ervaren. Daarom aantal studiepunten vrije ruimte teruggebracht

Meer aandacht voor aansluiting theorie en praktijk en aandacht voor vmbo/mbo In praktijk veel contact met docenten van de instituutsdag

Jaar 4 Studielast: Verlichting programma door visiestuk in andere vorm in het DPF Meer aandacht voor afstudeerrichtingen

Studentenberaad Deeltijd Nederlands tweede jaar (09-04-15)

Communicatie en informatievoorziening dpf voor verbetering vatbaar Eenvoudiger maken om documenten op scholar te vinden Wens: verdere flexibilisering/maatwerk voor deadlines Nakijktermijn wordt soms overschreden Onderzoek gaat over vorm niet over inhoud Bevoegde docent-studenten alleen beoordelen op vakinhoud en didactiek bij wpl Idee: digitale nieuwsbrief voor vakgroep Onvrede kwaliteit didactiek en lesinhoud van individuele docent Tip: Jaar starten met een startbijeenkomst Meer standvastigheid in SLB’er Meer initiatief in persoonlijke begeleiding door SLB’er wenselijk Onderwijskunde bij wpl3 meer structuur bieden in plaats van alleen input studenten Boeken op boekenlijst die niet of nauwelijks gebruikt worden Meer begeleiding bij onderzoek is wenselijk

2. NSE 201599 studenten (38%) hebben de Nationale Studentenenquête 2015 ingevuld. De totale tevredenheid betreft 81% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee onder de streefnorm van 80% die binnen de HAN gehanteerd wordt.

Hoogst scorende items NSE 2015Het aanleren van communicatieve vaardigheden scoort met 100% tevredenheid als hoogste item onder de voltijdstudenten evenals het samenwerken met anderen in de opleiding. Studenten geven aan de geprogrammeerde onderwijsactiviteiten naar eigen zegge allemaal te volgen. Studenten zijn zeer tevreden over het ontbreken van lesuitval en over de groepsgrootte bij werkgroepen.

Het meest tevreden zijn de deeltijdstudenten over het ontbreken van lesuitval (100%). Verder zijn er hoge scores met betrekking tot de groepsgrootte bij werkgroepen (98%), het geleerde tijdens de stage (97%), het volgen van de geprogrammeerde onderwijsactiviteiten (96%) en de verhouding kleinschalig versus grootschalig onderwijs (96%). Deze scores liggen allemaal ongeveer gelijk aan die van 2014.

Laagst scorende items NSE 2015Het laagst in tevredenheid scoort binnen de voltijdopleiding de spreiding van de studielast over het jaar (45%), de mate waarin studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast (45%), de beschikbaarheid van werkplekken (48%), de geschiktheid van de onderwijsruimten (55%) en de geschiktheid van de werkplekken

52

Page 53: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

(55%). Dit is in lijn met de daling ILS-breed scoort dit item onder de streefnorm en is het gedaald in tevredenheid t.o.v. 2014.

Het laagst in tevredenheid scoren binnen de deeltijdopleiding de voorbereiding op de stage door de opleiding (55%) en de spreiding van de studielast over het studiejaar (60%). Ook de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit de opleiding (62%), de manier waarop de opleiding op klachten en problemen reageert (63%) en de mogelijkheid om zonder vertraging de gewenste studie-onderdelen te volgen (64) scoren laag. Deze scores zitten allemaal onder het landelijk gemiddelde.

Sterk gestegen items NSE 2015Met bijna 27% is de informatie over de opzet van de voltijdopleiding gestegen naar 74%. Desondanks ligt dit nog steeds onder de streefnorm. De informatie over de uitkomsten van onderwijsevaluaties is met 25% gestegen naar 73%. De tevredenheid over de groepsgrootte bij werkgroepen is gestegen met 25% naar 100%. De manier waarop de opleiding reageert op klachten en problemen is met 19% gestegen naar 73%. De aansluiting van de opleiding bij de vooropleiding is met 16,4% gestegen naar 91% en ligt daarmee ruim boven de streefnorm.

De grootste stijging is te zien bij de wijze waarop de deeltijdopleiding gebruik maakt van uitkomsten van onderwijsevaluatie (+22,9%). Andere stijgers zijn het tijdig bekend maken van de studieroosters (+13,8%) en de wijzigingen daarin (+15,2%), de informatie over de uitkomsten van onderwijsevaluaties (+13,7%) en de geschiktheid van de onderwijsruimten (+13,1%). De scores liggen nu allemaal boven het landelijk gemiddelde.

Sterk gedaalde items NSE 2015Met bijna 26% is de geschiktheid van de onderwijsruimten binnen de voltijd aanzienlijk gedaald naar 55%. Dit geldt eveneens voor de geschiktheid van de werkplekken meteen daling van 19,4% gedaald naar 55%. De beschikbaarheid van werkplekken is met 14,9% gedaald naar 48%.De begeleiding op de stageplaats door de school waar je stage loop is met bijna 17% gedaald. De mate waarin studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast is met 15,8% gedaald naar 45%.

De grootste daling bij de deeltijd is te zien bij de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit de opleiding (-17,6%). Andere dalers zijn het aanleren van een kritische houding (-12,1%), de bereikbaarheid van docenten buiten contacturen (-11,4%), de aansluiting van de inhoud bij het beeld dat je van de opleiding had (-10,6%) en de kennis van de docenten over de beroepspraktijk (-9,6%). Vier van de vijf scores zitten nu ook onder het landelijk gemiddelde.

Open respons NSE 201542 studenten hebben opmerkingen geplaatst bij de open respons, waarvan 14 voltijd- en 28 deeltijdstudenten. De voltijdstudenten merken op dat de studielast erg hoog is (4x), de colleges niet altijd optimaal worden benut (3x), de onderlinge communicatie tussen docenten te wensen overlaat (1x), te veel wordt getoetst(1x), te veel nadruk wordt gelegd op leertaken (1x), de vrije ruimte in jaar 3 op andere wijze moet worden ingevuld(1x), de begeleiding van zorgleerlingen beter kan (1x), de communicatie met stage beter kan(2x). Verder zijn twee studenten kritisch op de bekwaamheid van sommige docenten. De overige opmerkingen hebben betrekking op ILS brede onderdelen, te weten: tekortkomingen aan het gebouw (5x) en de toekenning van studiepunten op basis van owe’s (1x).Negen deeltijdstudenten hebben aanmerkingen op de organisatie en informatievoorziening binnen de opleiding. Drie studenten merken op dat docenten zich niet aan deadlines houden. Verder missen deeltijdstudenten vaak een praktische insteek in de opleiding. Zo vinden vier studenten dat de docenten weinig praktijkervaring hebben en meer gericht zijn op de theorie en drie studenten dat er te weinig aandacht is voor het mbo. Overige opmerkingen zijn verschillend van aard, te weten: slecht schoongemaakte kantine (2x), te weinig begeleiding bij studieproblemen (2x), te weinig maatwerk (1x), begeleiding bij onderzoek (2x), praktijkbegeleiding en communicatie tussen stage en ILS(1x), hoge studielast sommige vakken (1x), onvoorbereide docenten (1x), te weinig contacturen (1x), hoge studielast door planning tentamens en hertentamens(1x), gebrekkige stagevoorlichting(1x) en mogelijkheid tot versnellen(1x).

3. Kengetallen voor rendement 2014De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) is 57% bij de voltijd. Dit percentage ligt iets lager dan de vorige cohorten. Van die 57% is 46% bij Nederlands gebleven en 11,% naar een

53

Page 54: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

andere opleiding binnen de HAN geswitcht. De overige 43% studeert niet meer bij de HAN. Van de deeltijdstudenten studeert 82,5% na een jaar nog, waarvan 1,3% bij een andere opleiding. Dit percentage ligt iets hoger dan de voorgaande cohorten. Hier is het percentage uitvallers 17,5%.

Voltijd  Cohortjaar         Deeltijd  Cohortjaar        

Waarden 2009 2010 2011 2012 2013 Waarden 2009 2010 2011 2012 2013

Instroom 46 36 35 29 35 Instroom 45 50 72 68 80

SurvivalHAN 52,2% 61,1% 60,0% 58,6% 57,1% SurvivalHAN 86,7% 84,0% 80,6% 73,5% 82,5%

Gediplomeerd 2,2% 0,0% 2,9% 0,0% 0,0% Gediplomeerd 2,2% 6,0% 9,7% 0,0% 0,0%

Studerend 39,1% 50,0% 42,9% 51,7% 45,7% Studerend 82,2% 78,0% 70,8% 73,5% 81,3% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 10,9% 11,1% 14,3% 6,9% 11,4% EldersStuderend 2,2% 0,0% 0,0% 0,0% 1,3%

UitgevallenHAN 47,8% 38,9% 40,0% 41,4% 42,9% UitgevallenHAN 13,3% 16,0% 19,4% 26,5% 17,5%

Het diplomarendement na vijf jaar van de voltijdstudenten van cohort 2009 ligt op 42%. Verder is 17% nog aan het studeren bij Nederlands en 21% elders binnen de HAN. 17% is uitgevallen. Het percentage studenten dat is geswitcht naar een andere opleiding en daar nog studeert of al is afgestudeerd is met 25% vrij hoog in vergelijking met vorige cohorten. Bij de deeltijd ligt het diplomarendement met 67% een stuk hoger. Hier studeert 18% nog en 13% is uitgevallen. Opvallend weinig deeltijdstudenten zijn elders binnen de HAN gaan studeren of al gediplomeerd, in totaal 2,6% (tegenover 25% bij de voltijd).

Voltijd  Cohortjaar         Deeltijd Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009 Waarden 2005 2006 2007 2008 2009

Instroom 34 19 32 26 24 Instroom 19 21 24 32 39DiplomarendementHAN 23,5% 52,6%

37,5% 50,0%

45,8% DiplomarendementHAN 63,2% 66,7%

62,5% 71,9% 66,7%

Gediplomeerd 23,5% 47,4%37,5

% 42,3%41,7

% Gediplomeerd 63,2% 66,7%62,5

% 71,9% 66,7%

EldersGediplomeerd 0,0% 5,3% 0,0% 7,7% 4,2% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Studerend 38,2% 15,8%34,4

% 26,9%16,7

% Studerend 10,5% 14,3% 8,3% 9,4% 17,9%

EldersStuderend 11,8% 5,3% 9,4% 11,5%20,8

% EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 6,3% 2,6%

UitgevallenHAN 26,5% 26,3%18,8

% 11,5%16,7

% UitgevallenHAN 26,3% 19,0%29,2

% 12,5% 12,8%

4. Alumni onderzoek

Alumni zijn erg tevreden over de vakinhoud van de opleiding. Verder worden verschillende positieve aspecten van de opleiding benoemd, te weten: de koppeling met de praktijk, de openheid van docenten, het intensieve contact, bekwaamheid van docenten, structuur, werkvormen, stages, maatwerk en de keuzemodule communicatie met adolescenten.Als feedback noemen alumni met name de aansluiting bij de dagelijkse onderwijspraktijk die niet optimaal is. Verder geven zij diverse tips, te weten: de spreiding van studielast, ondersteuning bij opdrachten, gebrek aan duidelijkheid en structuur, kwaliteit van docent, informatievoorziening, diploma-uitreiking, geen aandacht voor timemanagement/solliciteren, te weinig aandacht voor vmbo-t/mbo en zorgleerlingen en het mentoraat.

11.4 ERVAREN KNELPUNTEN

- Actueel houden onderwijsaanbod vormt een grote uitdaging door de grote werkdruk. Zouden graag meer tijd besteden aan het anticiperen op nieuwe ontwikkelingen en professionalisering op het vakgebied.

54

Page 55: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

- Weinig expertise/ervaringsdeskundigheid vanuit het beroepsonderwijs, zowel van vmbo als mbo context. Zoeken naar eerstegraads collega met specifieke werkervaring. Tot nu toe niet gevonden.

11.5 OVERIGE OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding kenmerkt zich door het vakinhoudelijke en –didactische niveau en het contact en de begeleiding van docenten.

- De opleiding is bezig met het implementeren van de afstudeerrichtingen, wat ook tot uiting komt in de analyse van de proefvisitatie. Belangrijk om dit voort te zetten en verder uit te bouwen.

- Bij de deeltijd is er onvrede over de begeleiding en informatievoorziening en de mate waarin er sprake is van individuele leerroutes. Door deeltijd flex zal het laatste punt worden opgepakt.

- De studeerbaarheid van de opleiding is een aandachtspunt. In gesprek met studenten zal blijvend gekeken moeten worden naar de knelpunten in de opleiding en naar passende oplossingen worden gezocht. Ook wil de vakgroep de toetsdruk reduceren door het aantal toetsen te verminderen en te kijken naar andere vormen van toetsing.

- Aandachtspunt rendementen in de voltijd:De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) is 57% bij de voltijd. Dit percentage ligt iets lager dan de vorige cohorten. Het diplomarendement na vijf jaar van de voltijdstudenten van cohort 2009 ligt op 42%. Het percentage studenten dat is geswitcht naar een andere opleiding en daar nog studeert of al is afgestudeerd is met 25% vrij hoog in vergelijking met vorige cohorten.

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

55

Page 56: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Begeleiding en informatievoorziening bij deeltijd

X X(ook gedaald)

X

Flexibilisering en maatwerk bij deeltijd X X(-) X

Niveau vakinhoud en didactiek opleiding en docenten

X X X X X

Afstudeerrichtingen implementeren (mee bezig)

X X X(vmbo/mbo)

X

Contact en begeleiding docenten X X X

Studeerbaarheid en spreiding studielast X X X X X X

Toetsdruk X X

Meer aandacht voor praktijk in de klas en docentschap

X (mn jr 1 + 2)

X

Evaluatie info gecommuniceerd en gebruikt

X(gestegen)

56

Page 57: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

12 PEDAGOGIEK

Hieronder wordt voor de opleiding Pedagogiek weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

12.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- Kort en intensief programma van één jaar. Houden studielast nauwlettend in de gaten en passen waar nodig programma aan.

- Bij vakdidactiek veel aandacht voor de specifieke context van het beroepsonderwijs aangezien het merendeel van de studenten stageloopt in het mbo.

- Gastdocenten geven les over onderwijsvernieuwingen (vb. Niekée, passend onderwijs) en sectie probeert voorbeeldmatig te zijn met het inzetten van ICT ter ondersteuning van het leerproces. Tevens veel aandacht voor activerend leren. Wordt bij studenten teruggezien door de praktijk.

- Onderscheid tussen lagere en hogere orde leren. Waarbij lagere orde leren voor een groot deel de voorbereiding op de colleges is en in de colleges hogere orde leren kan plaatsvinden.

- Studenten worden uitgedaagd. Bijvoorbeeld door een good practice te delen in de eigen leerwerkgroep door middel van een zelfgemaakt filmpje of pecha kucha en door deelname aan de simulatieschool.

- Studenten worden frequent geïnformeerd door de coördinator van de opleiding over nieuws en informatie. Daarnaast zijn alle voor de opleiding relevante documenten op de digitale leeromgeving te vinden.

- Studenten kunnen wekelijks oefenvragen maken over de stof die voor die week op de planning stond (formatieve toetsing)

- Toetsen worden na afloop geanalyseerd en op basis daarvan doorontwikkeld voor het jaar erna.

Verbeterpunten:

- Verder uitbouwen van curriculum om gepersonaliseerd leren (en toetsen) mogelijk te maken middels een optimale blend tussen contactonderwijs en onderwijs online. De leeromgeving zou ook gedeeld moeten worden met de alumni en er zou een discussieforum moeten zijn.

- De samenwerking met het werkveld versterken middels het starten van een curriculumgroep vanaf studiejaar 2015-2016.

- Verdere professionalisering op het gebied van het mbo.- Verbeteren afstemming beoordeling integrale toetsing: hoe gaan we om met ontvankelijkheidseisen,

hoe uitgebreid geven we feedback aan studenten etc. Dit is op te vangen middels intervisie bij de start van het nakijken.

- Zoeken naar balans tussen transparante toetscriteria en het niet dicht timmeren van de opdracht en het beoordelingsformulier.

12.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten

- Verbetergerichtheid. Studenten benoemen dat opleidingen punten oppakken en bijstellen.

57

Page 58: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

- Studenten en alumni vullen elkaar op alle punten aan en geven bij alles aan dat het opgepakt is of wordt. Team benoemt zelf dat ze veel slagkracht hebben en laat zien pro-actief zaken aan te pakken.

- Het onderwijs sluit aan bij de beroepspraktijk.- Betrokken, deskundige en bereikbare docenten.- Enthousiasme over onderzoek vanuit verlegenheidssituatie om de eigen lespraktijk te versterken

door docenten, studenten én alumni overtuigend beschreven. - Enthousiast team.- Wekelijkse oefenvragen

Verbeterpunten

- Kennistoets OWK- Eenduidigheid in beoordelen integrale toetsing- Stageplaatsing lastig

12.3 KENGETALLEN: NSE, RENDEMENT

1. Studentenberaad (09-02-15)

Toets GKBo Toets GKB voldoet niet aan de eisen voor een goede toets (zoals aangeleerd bij VAD)o Tijdsduur voor de toets (te veel tijd voor beide toetsen)o Studenten hebben verschillen ervaren in moeilijkheidsgraad van de toets o Voorzieningen dyslexiestudenten niet goed verzorgd door Tentamenbureauo Toetsing gkb erg kort op toetsing dpfo Clustering van de thema’s (variatie periode 1 & 2).o Tijdens de toets werd door 2 surveillanten hardop overlegd (afleiding voor studenten)o Herkansing & inzage niet op meer op stage dagen plannen maar alleen op HAN-dagen.o Overzicht leerdoelen was heel fijn o Oefenvragen op de wiki als prettig ervaren

Toetsing & beoordeling: VADo Objectiviteit VAD. Gehanteerde beoordelingsformulier bevat niet voldoende meetbare

beoordelingscriteria. o Instructie in de studiewijzers komt niet overeen met instructie tijdens lessen en het

beoordelingsformulier. o Hoeveelheid lessen behorend bij VAD 3 stond niet in verhouding tot de leertaak (weinig lessen i.v.t.

leertaak).o Combinatie van dpf, kennistoets en leertaak in korte periode geeft veel werkdruk bij studenten.o Voorstel om VAD 3 (kans 1) in te leveren als je met je LIO bent begonnen (begin februari)o Tijd om leertaak goed af te ronden is te kort (te weinig tijd om een goed verslag te schrijven). Kans 1

naar februari (om te werken aan VAD3). werkdruk spreideno Voorstel om in de eerste weken de leertaak observatie in te leveren, daarna VAD 1,2 &3. o Vad 3: grote verschillen tussen instructie & uiteindelijke beoordeling. Studiewijzer niet leidend voor

verslag. Alle beoordelingspunten eerst bekijken om leertaak goed uit te kunnen voeren. o VAD vooral gericht op VO en minder op MBO. o Bij VAD teveel gericht op bedrijfseconomieo VAD leertaken goed bruikbaar in stagepraktijk.o Volgorde leertaak 1 & 2 als prettig / nuttig ervaren.o Vad leertaken sluiten goed aan op hetgeen je mee bezig bent

Toetsing & beoordeling: DPF

58

Page 59: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

o Behoefte aan meer eenduidigheid in hoe om te gaan met ontvankelijkheidscriteria (kwantificeren / meetbaar maken).

o Studenten vragen zich af of je dpf ook wordt beoordeeld op werkhouding (relatie tussen gedrag in werkgroep en resultaten dpf).

o Suggestie gewekt dat er overleg is m.b.t. cijfers. o Word je beoordeeld in de mate waarin je competent bent of de manier waarop je het kunt

beschrijven. o meetbaarheid van het beoordelingsformulier (wanneer 3 punten wanneer 5). o Behoefte aan meer feedback /verantwoording van de beoordeling.o Studenten kunnen zich vinden in het voorstel om ontvankelijkheidscriteria om te zetten in

beoordelingscriteria (aanpassen op inhoud / ontvankelijkheidscriteria).o Verschillende interpretaties / uitleg gegeven m.b.t. kans 1 / kans 2. o Alleen bericht ontvangen als je het niet hebt gehaald wordt als onprettig ervaren. Voorstel is om

iedere student te berichten over behalen van dpf. o Bij reparaties op ontvankelijkheidscriteria alle studenten gelijktijdig maileno Graag meer uitgebreide feedback ontvangen per competentie

Wiki/Scholaro wiki is prima pagina. Het zou de voorkeur om alle informatie/vakken overzichtelijk op 1 pagina te

hebben.o Behoefte aan handleiding / leeswijzer m.b.t. de verschillende pagina’s (wiki/scholar/alluris).o Lastig om steeds te moeten switchen tussen Wiki en Scholaro Voorstel om per vak, per bijeenkomst mappen te maken op Scholar. o Informatie behorend bij de bijeenkomsten wordt snel geplaatsto Diagnostische toets bij de verschillende thema’s als erg prettig ervareno Wiki is overzichtelijk.

Themao M.b.t. de keuze voor thema’s in periode 3 was het onvoldoende duidelijk voor studenten dat deze

keuze samenhing met de leertaak PN.o Op basis van de namen van bepaalde thema’s zijn indrukken gewekt over de inhoud die niet

overeenkomen met de praktijk.o Moeilijk om thema’s te kiezen op basis van paar steekwoorden. o Veel verschillende docenten als minder prettig ervaren. o Behoefte aan meer algemene theorie / meer praktijkvoorbeelden. o Studenten vinden het jammer dat ze nu geen informatie krijgen over ander thema’s. Voorstel is om

elkaar op de hoogte te brengen via bv. expertwerkvormen of presenteren als onderdeel van de leertaak.

o Thema sluit goed aan op hetgeen waar je mee bezig bent op stage

LWGo Periode 1 & 2 te veel contacttijd en in periode 3 te weinig (deze mening werd niet algemeen gedeeld).

BEo BE hanteert haar eigen regels niet consequent (Inschrijving februari 2014 nu nog geen stageplaats).

Meer werken volgens principe wie het eerst komt wie het eerst maalt. o “Brave studenten” zijn de dupe o Geen reactie op mailtjes.

Algemeeno Lessen die uitvallen kunnen niet ingehaald worden. Behoefte aan “vragenuurtje” / of mogelijkheid om

de les in te halen. Alternatief m.b.t. lessen die niet doorgaan. o Meer duidelijkheid omtrent rooster (wie / wat / waar) o Verhouding docentgestuurd vs. zelfstandig (in sommige lessen behoeften aan meer docentgestuurd).

59

Page 60: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

o Docenten geven studenten soms te veel ruimte om vragen te stellen en als docenten houden we studenten “lui”.

o Wanneer er vanwege reisafstand geen mogelijkheid is voor de ipd om op lesbezoek te komen brengt dat in verhouding veel extra inspanning / tijd voor de student met zich mee. Gevoel dat je dan als student meer werk hebt.

o Scheikundigen kunnen wellicht aansluiten bij ander groep vakdidactiek (nu relatief weinig contactmomenten).

o Opsplitsing in twee lokalen tijdens videolessen lwg, dit leidde tot meer interactie.o Alle docenten zijn bereikbaar o Competente docenten o Opleiding is doordacht (er wordt niet zo maar wat in elkaar geknutseld)o Leerwerkgroepen worden als erg prettig ervareno Fijn om zaken bespreekbaar kunnen makeno Docenten zijn betrokken en geven op prettige manier feedbacko Fijn dat de beoordelingen snel werden teruggekoppeld o Docenten bieden mogelijkheid om na beoordeling in gesprek te gaan / uitleg te vragen.o Tijdens themabijeenkomsten steeds in wisselende groepen zitten wordt als prettig ervaren.o Mix economen / pedagogen / overig in lwg wordt als prettig ervareno Transparantie waarmee wordt gewerkt (zichtbaar maken acties van docenten). o Studenten worden serieus genomeno Afwisseling powerpoint / prezio Afwisseling werkvormeno Goede organisatie van leuke opleiding

2. NSE 201519 studenten (38%) hebben de Nationale Studentenenquête 2014 ingevuld. De totale tevredenheid betreft 92% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee ruim boven de streefnorm van 80% die binnen de HAN gehanteerd wordt.

Hoogst scorende items NSE 2015De studenten zijn 100% tevreden over de mate waarin docenten inspirerend zijn en over de informatie over de studievoortgang. Ook over het tijdig bekendmaken van resultaten van toetsen/beoordeling, studieroosters en wijzigingen in het studierooster zijn alle respondenten tevreden.

Laagst scorende items NSE 2015Het laagst in tevredenheid scoren de items met betrekking tot het contact met de beroepspraktijk en de methoden en technieken van praktijkgericht onderzoek (beide 74%) en de begeleiding op je stageplek door het bedrijf/de instelling (75%). Deze zijn allen gedaald ten opzichte van 2014 en nu ook een stuk onder het landelijk gemiddelde. Verder scoren de mate waarin de opleiding initiatief neemt in ondersteuning/begeleiding en de spreiding van de studielast over het studiejaar beide 81%. Deze zijn wel allebei gestegen ten opzichte van 2014.

Sterk gestegen items NSE 2015De grootste stijgers zijn te vinden op het gebied van onderwijsevaluaties en studielast. Respondenten zijn veel meer tevreden over de wijze waarop de opleiding gebruik maakt van uitkomsten van onderwijsevaluaties (+52,1%), de informatie over die uitkomsten (+42,8%) en de onderwijsevaluaties in het algemeen (+38,5%). Ook is de tevredenheid toegenomen over de mogelijkheid om zonder vertraging de gewenste studie-onderdelen te volgen (+34,9%) en over de spreiding van de studielast over het studiejaar (+34,2%). Al deze scores waren in 2014 erg laag en zijn nu gestegen tot boven het landelijk gemiddelde.

Sterk gedaalde items NSE 2015De studenten pedagogiek zijn minder tevreden over aspecten met betrekking tot de inhoud van de opleiding, namelijk de aansluiting van de opleiding bij de vooropleiding (-15,8%) en de mate waarin de inhoud van de opleiding stimulerend is (-10,5%). Verder zijn ze minder tevreden over het analytisch denken (-10,2%), het opdoen van vaardigheden voor de beroepspraktijk (-10,2%) en het contact met de beroepspraktijk (-9,6%). Op dit laatste item na zitten de scores nog wel boven of op het landelijk gemiddelde

60

Page 61: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Open respons NSE 2015Vier studenten hebben een open opmerking geplaatst bij de NSE 2015. De studenten geven aan het een pittig traject te vinden om in 1 jaar af te ronden (1x); dat de zaken rondom stage beter geregeld moeten worden (2x) zoals de communicatie tussen de student, de opleiding, bureau extern en de stageplek. Tot slot geeft een student aan de voorkeur te hebben voor een andere instituutsdag in verband met vergaderingen op de stageplek.

3. Kengetallen voor rendement 2014De survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) is 74% in de voltijd. Hiermee wordt voldaan aan de streefnorm, maar het percentage is wel lager dan de drie cohorten ervoor. Van die 74% is 66% na een jaar gediplomeerd (kopopleiding) en slechts is 6% nog studerend bij Pedagogiek. 3% studeert elders binnen de HAN en 26% is uitgevallen. Dit percentage uitvallers is hoger dan de vorige cohorten. Van de deeltijdstudenten (n=5) is de survival 60%, tegenover 100% in de jaren ervoor. Er zijn er twee gediplomeerd, één studeert er nog en de overige twee zijn uitgevallen.

VoltijdCohortjaar          Deeltijd Cohortjaar        

Waarden 2009 2010 2011 2012 2013 Waarden 2009 2010 2011 2012 2013

Instroom 21 18 24 39 35 Instroom 5 5 2 2 5

SurvivalHAN 61,9% 94,4% 87,5% 87,2% 74,3% SurvivalHAN 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 60,0%

Gediplomeerd 52,4% 61,1% 66,7% 64,1% 65,7% Gediplomeerd 40,0% 60,0% 50,0% 0,0% 40,0%

Studerend 9,5% 33,3% 20,8% 23,1% 5,7% Studerend 60,0% 40,0% 50,0% 100,0% 20,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 2,9% EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 38,1% 5,6% 12,5% 12,8% 25,7% UitgevallenHAN 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 40,0%

Het diplomarendement na vijf jaar bij de opleiding Pedagogiek is 92% in de voltijd. Samen met de 8% die elders gediplomeerd is komt het diplomarendement van de HAN daarmee op 100%, net als de voorgaande cohorten. Bij de deeltijd (n=5) is het rendement ook 100%, deze zijn ook allemaal bij Pedagogiek gebleven. Hier valt op dat zowel bij voltijd als deeltijd de afgelopen cohorten geen uitvallers meer zijn geweest.

Voltijd Cohortjaar         Deeltijd

Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009 Waarden 2005 2006 2007 2008 2009

Instroom 2 11 9 17 13 Instroom 8 3 4 5 5DiplomarendementHAN 100,0%

100,0%

100,0%

100,0%

100,0%

DiplomarendementHAN 75,0%

100,0%

100,0%

75,0%

100,0%

Gediplomeerd 100,0% 90,9% 88,9%100,0

% 92,3% Gediplomeerd 75,0%100,0

% 66,7%75,0

%100,0

%

EldersGediplomeerd 0,0% 9,1% 11,1% 0,0% 7,7% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 33,3% 0,0% 0,0%

Studerend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% Studerend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% EldersStuderend 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% UitgevallenHAN 25,0% 0,0% 0,0%25,0

% 0,0%

4. Alumni onderzoek

Alumni zijn met name tevreden over de didactiek in de opleiding en de theoretisch onderbouwde lessen. Verder zijn ze tevreden met de aandacht voor samenwerking en intervisie vanuit verschillende vakgebieden. Daarnaast noemen zij als goede aspecten: de deskundigheid van docenten, de bruikbare en prikkelende info en de stage.

61

Page 62: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Er worden vier verschillende verbeterpunten genoemd door de alumni, te weten: studie verlengen met een jaar, te grote nadruk op samenwerken, de haalbaarheid van opdrachten en te weinig aandacht voor onderzoeksvaardigheden.

12.4 ERVAREN KNELPUNTEN

12.5 OVERIGE OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding kenmerkt zich door zijn verbetergerichtheid waarin betrokken, enthousiaste en inspirerende docenten invulling geven aan een didactisch sterke en pittige opleiding.

- De informatievoorziening en transparantie binnen de opleiding is hoog. Dit onderschrijven collega’s en studenten.

- De studielast is in het vizier van de opleiding en wordt nauwlettend in de gaten gehouden en waar nodig worden curriculum aanpassingen gedaan.

- Er blijkt een verschil te zijn in stagebegeleiding bij een te grote reisafstand voor docenten. Studenten ervaren dit als onprettig en het gaat vaak gepaard met extra werk. Als team is het interessant hier eens kritisch naar te kijken.

- Rendementen van de opleiding boven streefniveau!

62

Page 63: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Pittig traject met behoorlijke studielast X X X(gestegen)

X X X

Verbetergerichtheid (bv. gebruik en terugkoppeling evaluaties)

X X(gestegen)

X

Inhoudelijk/didactisch sterke opleiding X X X

Informatievoorziening en ELO X X X

Toetsing: wekelijkse oefenvragen, analyseren toetsen

X X X

MBO X X

Gericht op beroepspraktijk X X

Eenduidigheid in beoordelen dpf X X X

Inspirerende, betrokken, enthousiaste docenten

X X X

Begeleiding stage (m.n. bij grote reisafstand)

X X

63

Page 64: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

13 SCHEIKUNDE

Hieronder wordt voor de opleiding Scheikunde weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

13.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- Sterke samenwerking natuurkunde en scheikunde. Groot deel van studenten gaat onderwijs NaSk verzorgen en heeft kennis van beide vakken nodig. Voorbeeld: Gezamenlijke propedeuse natuurkunde en scheikunde, gezamenlijke onderdelen curriculum zoals stage en onderwijskunde.

- Vakdidactische onderwijseenheden op basis van thema’s waarbij de nadruk ligt op theoretische onderbouwing zodat koppeling tussen theorie en praktijk zichtbaar wordt.

- Vak(didactische) niveau van de opleiding is hoog.- Persoonlijke contact met docenten. Informeel en direct door kleinschaligheid van de opleiding- Door de kleinschaligheid is het mogelijkheid om persoonlijke aanpassingen te doen, bijvoorbeeld in de

planning. Je helpt elkaar ook sneller, sociale controle is ook aanwezig (bron: studentenberaad n.a.v. NSE najaar 2013).

- Grondig onderzoek naar rendementsproblematiek. De (eerste) uitkomsten zijn aangepakt door aanpassingen in curriculum/werkwijzen. Bv. Periode 1 tijd voor studievaardigheden, extra ondersteuning bij niet halen tentamen periode 1, inrichting van werkgroepen.

- Studiereizen worden volledig georganiseerd door studenten. Docenten gaan mee als deelnemer, niet als begeleider.

Verbeterpunten:

- Verder verdiepen in RTTI-model met als doel een gezamenlijke vorm van een toetsmatrijs te ontwikkelen, zodat de moeilijkheidsgraad van toetsen vergelijkbaar is

- Tijdig bekend maken van toetsresultaten van o.a. practicumdossiers door dit proces te digitaliseren en te gaan werken met gestandaardiseerde beoordelingsformats

- Spreiding van de studielast- Excursies om kennis te maken met actuele toepassingen van natuurkunde en scheikunde uitbreiden. In

toenemende mate organiseren met de studievereniging van de lerarenopleidingen van het cluster exact.- Studenten zijn minder tevreden over de informatie omtrent regels en procedures. Door aanstelling tweede

slb-er in jaar 1 mogelijk verbeterd. Ook behoefte aan verder onderzoek naar wat studenten missen in informatievoorziening.

- Zoeken naar manier om beoordelingscriteria voor producten als practica te expliciteren zonder de opdracht helemaal ‘dicht te timmeren’

13.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten- Motiverende, bevlogen, deskundige en betrokken docenten.- Actualiteit wordt verwerkt in curriculum. Contextgerichtheid onderwijs fijn.

Aandachtspunten- Bij onderwijskunde uitleg van het boek, geen verbreding of verdieping.

64

Page 65: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

13.3 KENGETALLEN KWALITEITSZORG

1. Studentenberaden

Geen input

2. NSE 201510 studenten (34%) hebben de Nationale Studentenenquête 2015 ingevuld. De totale tevredenheid betreft 82% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee boven de streefnorm van 80% die binnen de HAN gehanteerd wordt.

Hoogst scorende items NSE 2015De vijf hoogste kengetallen scoren allemaal 100% tevredenheid. Ze hebben betrekking op de aansluiting van de inhoud van de opleiding bij actuele ontwikkelingen, de gehanteerde werkvormen en de mate waarin je het geleerde kunt toepassen in je baan. Ook wat betreft het onderbouwen van conclusies en communicatieve vaardigheden zijn alle respondenten tevreden.

Laagst scorende items NSE 2015Het laagst in tevredenheid scoort de informatie over de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit de opleiding (38%). Met 44% scoren ook de mate waarin docenten inspirerend zijn, het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen/beoordelingen en de mate waarin de studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast. Slechts de helft van de respondenten is tevreden over de voorbereiding op de stage door de opleiding. Al deze items zijn flink gedaald ten opzichte van 2014 en flink lager dan het landelijk gemiddelde.

Sterk gestegen items NSE 2015De grootste stijgers zijn te vinden op het gebied van ICT-faciliteiten (+42,9%) en de digitale leeromgeving (+37,5%), wat goed kan samenhangen met de overgang naar het nieuwe I/O-gebouw. Ook zijn studenten meer tevreden wat betreft het tijdig bekend maken van wijzigingen in het studierooster (+41,3%), de aansluiting bij de vooropleiding (+35%) en het onderbouwen van conclusies (+33,3%). Al deze items scoorden in 2014 een stuk lager dan de jaren daarvoor en komen nu weer op dat oude niveau terug (of zelfs nog hoger).

Sterk gedaalde items NSE 2015De studenten scheikunde zijn vooral minder tevreden over de docenten: de kwaliteit van de feedback en de mate waarin ze inspirerend zijn daalden beide met 44,4%. In tegenstelling tot de gestegen tevredenheid van het tijdig bekend maken van wijzigingen in studieroosters is de tevredenheid over het tijdig bekend maken van de resultaten van toetsen/beoordelingen met 33,3% gedaald. Ook over de mate waarin de studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast (-30,6%) en de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit de opleiding (-29,2%) is de tevredenheid erg gedaald. Al deze items scoren flink lager dan in 2014 en ook flink lager dan het landelijk gemiddelde.

Open responsTwee eerstejaarsstudenten hebben een opmerking geplaatst bij de open respons. Een student geeft een algemene opmerking over de hoeveelheid in te vullen enquêtes. Een student geeft aan dat er aan het begin van de studie meer informatie gegeven moet worden en er beter contact moet zijn tussen stage en het instituut.

3. Kengetallen voor rendement 2014Met 42% ligt de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) lager dan voorgaande jaren. Daarvan is 17% ook nog geswitcht naar een andere opleiding, waardoor 17% nog bij Scheikunde studeert. Het percentage uitvallers is met 58% ook hoger dan voorgaande jaren.

  Cohortjaar        

Waarden 2009 2010 2011 2012 2013Instroom 9 18 15 21 12

SurvivalHAN 77,8% 72,2% 66,7% 66,7% 41,7% Gediplomeerd 11,1% 16,7% 6,7% 9,5% 8,3%

Studerend 33,3% 33,3% 53,3% 33,3% 16,7%

65

Page 66: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 33,3% 22,2% 6,7% 23,8% 16,7%

UitgevallenHAN 22,2% 27,8% 33,3% 33,3% 58,3%

Het diplomarendement na vijf jaar bij de opleiding Scheikunde (voltijd) ligt in cohort 2009 op 29%. Daarnaast is 14% elders binnen de HAN afgestudeerd. Door de kleine aantallen wisselen de cijfers erg tussen de verschillende cohorten. Bij de deeltijd was er nog één student en die is afgestudeerd.

  Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009Instroom 14 12 3 11 7

DiplomarendementHAN 42,9% 75,0% 66,7% 18,2% 42,9%

Gediplomeerd 28,6% 50,0% 66,7% 18,2% 28,6%

EldersGediplomeerd 14,3% 25,0% 0,0% 0,0% 14,3%

Studerend 21,4% 0,0% 0,0% 18,2% 14,3%

EldersStuderend 7,1% 16,7% 33,3% 18,2% 28,6%

UitgevallenHAN 28,6% 8,3% 0,0% 45,5% 14,3%

4. Alumni onderzoek

Geen input

13.4 ERVAREN KNELPUNTEN

13.5 OVERIGE OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding bestaat uit een kleine sectie en kenmerkt zich door een vakinhoudelijk en –didactisch hoog niveau en hoge betrokkenheid en persoonlijk contact met studenten.

- Er zijn stappen gemaakt op het gebied van toetsing door gebruikmaking van het RTTI-model. Dit kan verder worden uitgebouwd.

- De informatievoorziening en het inzichtelijk maken van beoordelingscriteria bij bijvoorbeeld practica vormen een belangrijk aandachtspunt. Door aanstelling tweede SLB-er in jaar 1 mogelijk verbeterd. Ook behoefte aan verder onderzoek naar wat studenten missen in informatievoorziening.

- De studeerbaarheid van de opleiding blijft een aandachtspunt. In gesprek met studenten zal blijvend gekeken moeten worden naar de knelpunten in de opleiding en naar passende oplossingen worden gezocht.

- Systematisch werken in de opleiding niet zichtbaar- Rendementen beneden streefniveau!

Het propedeuserendement is 42%. Na één jaar valt ongeveer 58% uit. Het diplomarendement na vijf jaar is 29%. Door de kleine aantallen wisselen de cijfers erg tussen de verschillende cohorten. Uitval hoog en niveau ligt ook hoog. Waarom doen we de goede dingen? Waaruit blijkt dat?

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

66

Page 67: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad NSE Alumni ProefvisitatieItems Sterke

puntenVerbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Vak(didactisch) hoog niveau van opleiding en docenten

X X

Persoonlijk contact en betrokkenheid van docenten

X X

Toetsing: RTTI, beoordelingsformats, toetsvormen

X X

Studielast en verhouding studielast en studiepunten

X X(ook gedaald)

X

Actualiteit in programma X X

Aanleren van onderbouwen van conclusies

X(ook gestegen)

Inspirerende docenten X(ook gedaald)

Informatie voor stage en begeleiding vanuit instituut

X(ook gedaald)

X

Tijdig bekend maken van resultaten X(ook gedaald)

67

Page 68: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

14 WISKUNDE

Hieronder wordt voor de opleiding Wiskunde weergegeven wat de sterke- en verbeterpunten zijn op basis van het KRD, de kengetallen zoals de NSE en rendementscijfers en tot slot overige opmerkingen en/of aandachtspunten.

14.1 STERKE- EN VERBETERPUNTEN O.B.V. KRD

Sterke punten:

- Zeer divers scala aan werk- en toetsvormen: apps maken, kennisclips maken, ruimte figuren maken, artikel schrijven met kans op publicatie in landelijk tijdschrift, tekeninstrument van hout of ijzer maken.

- Persoonlijk contact met studenten en beschikbaarheid voor studenten (mede door kleinschaligheid van de opleiding).

- Relevante communicatie tussen opleiding en student wordt bijgehouden in een dossier per student, om zodoende een warme overdracht tussen slb’ers te realiseren in de voltijd.

- Hoog niveau van opleiding (vakinhoud en vakdidactiek) en deskundigheid van de docenten- Landelijk profileren met de prominente rol van vakdidactiek in het curriculum- Landelijke een zeer actieve en initiërende rol in overleggen en netwerken (voorbeeld voorzitter van de

Samenwerkingsgroep Lerarenopleiding Wiskunde (SLW).- Ruim aandacht voor begeleiding bij afstudeeronderzoek door invoering onderzoekswerkplaats.- Relaties tussen vakcursussen, wiskundedidactiek, onderwijskunde en onderwijspraktijk worden bij elk type

cursus/begeleiding geëxpliciteerd door in gesprek te gaan met de studenten.- Bij iedere toets minimaal twee docenten betrokken. Studenten ontvangen een samenvatting en

voorbeelden van toetsen voorafgaand aan tentamen.- Studenten nemen deel aan landelijke examens vmbo-t en vwo-b om beheersing vereiste kennis van de

actuele schoolwiskunde aan te tonen.

Verbeterpunten:

- In beperkte mate aandacht voor internationalisering- Nog meer maatwerk voor deeltijdstudenten door de te ontwikkelen blended learning omgeving- Enkele van de vijf pijlers van ICT in curriculum versterken. Bij ICT geletterdheid door Geogebra in te zetten

bij het ontwerpen van lessen en bij vakdidactisch gebruik van ict door flipping the classroom/kennisclips te ontwikkelen.

- Door verandering vakinhoudelijk studiemateriaal genoodzaakt om leerlijn analyse te herontwerpen in de propedeuse en hoofdfase. Onderwerp verzamelingenleer toevoegen aan curriculum (na check kennisbasis)

- Informatievoorziening vanuit de opleiding. Zijn al stappen gezet op basis van studentenberaad bijvoorbeeld door informatievoorziening op scholar. Verder stappen: Per periode studentoverleg plannen om organisatorische zaken te bespreken en in de nieuwsbrief regelmatig herhalen waar relevante info te vinden is. Terugkoppeling van vervolgacties naar aanleiding van studentoverleg in nieuwsbrief opnemen.

- Instaptoets voor vakinhoud om beginniveau studenten vast te stellen en remediërend programma aan te bieden

14.2 ANALYSE PROEFVISITATIE

Sterke punten

- Deskundige en betrokken docenten

68

Page 69: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

- Als ABI prima zicht op het functioneren van studenten (korte lijnen)

Aandachtspunten

- Uitval deeltijd- Je hebt wel eigenaarschap maar loopt ook tegen veel grenzen aan.- Student geeft aan zich niet in stevig aangezette vakdidactische lijn te herkennen.- Docenten benoemen en studenten zien de werkdruk. Vb. Werkdruk merk je doordat er wel eens een

verslag te laat wordt nagekeken. Is vaak bij goede docenten. Ik kan het van hen hebben. Doet geen afbreuk aan kwaliteit.

14.3 KWALITEITSZORGACTIVITEITEN

1. Studentenberaad deeltijd n.a.v. NSE 2014 (17-11-2014)

Inhoudelijke component

Lessen vakdidactiek mogen activerender en inspirerender Niveau en inhoud toetsen sluit niet aan bij lessen. Ook ontbreekt goed oefenmateriaal. Inhoud van het tentamen ook sterk afhankelijk van de docent. Er zou meer afstemming en

samenwerking moeten plaatsvinden tussen collega’s. Te hoog niveau van vakinhoud Geen samenhang/onduidelijkheid owe’s en vakken

Planning, roosters en informatievoorziening

Fouten in jaarplanning Op korte termijn aanpassingen in roosters Onduidelijkheid over inhoud en eisen zelfstudieopdrachten/leertaken. Bij welk vak hoort het thuis?

Ook onduidelijkheid over criteria DT vraagt om meer maatwerk en flexibilisering Info in de nieuwsbrief is veelal reactie op vraag studenten in plaats van vooraf informerend.

Nieuwsbrief ook moeilijk leesbaar/onoverzichtelijk Scholar niet goed bijgehouden

Communicatie en begeleiding

Opleidingscoordinator/slb’er erg behulpzaam, maar moet te veel studenten bedienen

Algemeen: Ook goede aspecten van opleiding met bekwame docenten

2. NSE 201598 studenten (44%) hebben de Nationale Studentenenquête 2015 ingevuld. De totale tevredenheid betreft 85% (neutrale + positieve respons) en ligt daarmee boven de streefnorm van de HAN (80%).

Hoogst scorende items NSE 2015Er zijn maar liefst acht kengetallen met 100% tevredenheid bij wiskunde voltijd. Het gaat onder meer om de stellingen m.b.t. de inhoudelijke deskundigheid van docenten en het ontbreken van lesuitval. Wat betreft informatie over de studievoortgang is de tevredenheid na een stijging van 17,2% t.o.v. 2014 nu ook 100%, een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde van 91%. Ook de groepsgrootte bij werkgroepen en hoorcolleges en de verhouding kleinschalig versus grootschalig onderwijs scoort 100% tevredenheid, net als de vorige twee jaren.

69

Page 70: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

Alle deeltijdstudenten zijn tevreden over het geringe aantal lessen dat uitvalt. Ook wat betreft de inhoudelijke deskundigheid en betrokkenheid van docenten (beide 96%) en probleemoplossend vermogen (98%) en analytische denken (96%) zijn bijna alle respondenten tevreden. Deze scores zijn allemaal hoger of gelijk aan 2014 en het landelijk gemiddelde.

Laagst scorende items NSE 2015Het laagst in tevredenheid binnen de voltijdopleiding scoort de informatie over de uitkomsten van onderwijsevaluatie (59%), de mate waarin studiepunten overeenkomen met de daadwerkelijke studielast (70%), de beschikbaarheid van deadlines (74%) en de aansluiting van je opleiding bij je vooropleiding (76%). Deze vier items zijn ook allemaal gedaald t.o.v. 2014. Met betrekking tot de mogelijkheid die je opleiding je biedt om zelf de inhoud te bepalen is de tevredenheid gestegen naar 75%. Deze vijf items scoren ook allemaal lager dan het landelijk gemiddelde en lager dan of gelijk aan 2014.

De deeltijdstudenten zijn het minst tevreden over de stagebegeleiding- en voorbereiding. Over de kwaliteit van de stagebegeleiding vanuit de opleiding (47%) en de mate waarin de opleiding initiatief neemt in ondersteuning/begeleiding (49%) is minder dan de helft van de studenten tevreden. Ook items met betrekking tot de voorbereiding op de stage door de opleiding (53%), de informatie over de opzet van de opleiding (65%) en de mogelijheid die de opleiding biedt om zelf de inhoud te bepalen (66%) scoren niet hoog.

Sterk gestegen items NSE 2015Grote stijgers binnen de voltijd zijn de tevredenheid over de informatie over de opzet van de opleiding (+19,7 naar 89%), de verworven vaardigheden in praktijkgericht onderzoek binnen je opleiding (+19,6 naar 85%) en de informatie over de studievoortgang (+17,2 naar 100%). Al deze items waren in 2014 gedaald en zijn nu hoger dan in 2013. Ook zijn ze hoger of net iets lager dan het landelijk gemiddelde.

Grote stijgers binnen de deeltijd zijn te vinden op het gebied van de informatie over regels en procedures (+26,7%) en de wijze waarop de opleiding gebruik maakt van uitkomsten van onderwijsevaluaties (+20,4%). Ook het kritisch beoordelen van praktijkgericht onderzoek (23,2%) en het schriftelijk rapporteren daarover (+17,0%) scoren hoger, net als het tijdig bekendmaken van de studieroosters (+16,8%). Al deze items waren in 2014 gedaald en zijn nu gelijk aan of hoger dan in 2013.

Sterk gedaalde items NSE 2015De tevredenheid over informatie over de uitkomsten van onderwijsevaluaties is in de voltijd met 18,3% gedaald naar 59%. De mate waarin de studiepunten overeenkomen met daadwerkelijke studielast (-13,0 naar 70%) en de inhoudelijke kwaliteit van het studiemateriaal (-11,8 naar 85%) zijn ook flink gedaald. Dit geldt eveneens voor de geschiktheid van de onderwijsruimten (-11,6 naar 88%) en de kwaliteit van toetsing op vaardigheden (-11,1% naar 89%). Deze laatste twee items scoorden in 2014 nog beide 100% tevredenheid.

Het meest gedaald in de deeltijd is de tevredenheid over de voorbereiding op de stage door de opleiding (-18,0%) en de aansluiting van de stages bij het overige onderwijs (-15,2%). Over de groepsgrootte bij hoorcolleges en de mate waarin de opleiding initiatief neemt in ondersteuning/begeleiding zijn de respondenten ruim 11% minder tevreden dan in 2014. Het item over de begeleiding op de stageplek door het stagebedrijf/instelling is met 9,1% gedaald. Opvallend is dat deze items in 2014 allemaal licht zijn gestegen, en nu flink zijn gedaald.

Open respons NSE 201531 studenten hebben een opmerking geplaatst bij de open, waarvan 11 voltijd- en 20 deeltijdstudenten. Van de voltijdopleiding geven drie vierdejaarsstudenten aan dat de studiebelasting in het laatste jaar te hoog is. Twee voltijdstudenten merken op dat er te weinig aandacht is voor het lesgeven in het vmbo. Verder merken de voltijdstudenten verschillende punten op, te weten: meer aandacht voor concrete didactische vaardigheden, meer diepgang in de wiskunde, meer eigen inbreng van studenten met betrekking tot stagescholen, de begeleiders vanuit de stage beter opleiden voor betere begeleiding, toelatingstoets bij start opleiding om te testen of een student voldoende basiskennis heeft. Verder worden nog twee opmerkingen gemaakt die betrekking hebben op facilitaire zaken binnen ILS, te weten: het aanpassen van de rokersruimte en het houden van acties in kantine voor meer animo.Vijf deeltijdstudenten vinden de tentamens te moeilijk in vergelijking met de vakinhoud in college. Drie deeltijdstudenten hebben kritiek op de voorbereiding en begeleiding tijdens stage. Overige opmerkingen zijn:

70

Page 71: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

de clustering van owe’s in het kader van studiepunten (1x), te theoretische opleiding/te weinig praktijkgericht (2x), bureau extern(1x), docenten te weinig voorbeeldfunctie door o.a. werkvormen (1x), eenduidig toetsen (1x), openingstijden en voorraad restaurant (3x), vrijstellingenprocedure (2x), informatievoorziening ELO (2x), planning tentamens en hertentamens(1x), geen prettige werkplek (2x), stagelopen met baan lastig (1x), hoge werkdruk door vele verslagen (1x), afwisseling in rooster(1x), tijdscompensatie toetsen voor ouderen (1x).

3. Kengetallen voor rendement 2014Met 72,7% ligt de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de opleiding) van voltijdstudenten Wiskunde in cohort 2013 hoger dan de jaren ervoor en ook voor het eerst boven de streefnorm. Van die 72,7% is 7% elders gaan studeren. Het percentage uitvallers ligt op 27%, wat ook lager is dan voorgaande cohorten. Bij de deeltijdstudenten is de survival iets gedaald naar 66,7%. De andere 33,3% vormen de uitvallers.

Voltijd  Cohortjaar         Deeltijd  Cohortjaar        

Waarden 2009 2010 2011 2012 2013 Waarden 2009 2010 2011 2012 2013

Instroom 34 34 34 37 44 Instroom 12 28 21 44 33

SurvivalHAN 64,7% 67,6% 70,6% 64,9% 72,7% SurvivalHAN 83,3% 71,4% 66,7% 72,7% 66,7%

Gediplomeerd 0,0% 2,9% 0,0% 0,0% 0,0% Gediplomeerd 0,0% 0,0% 4,8% 0,0% 0,0%

Studerend 55,9% 47,1% 58,8% 51,4% 65,9% Studerend 83,3% 71,4% 57,1% 72,7% 66,7% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

EldersStuderend 8,8% 17,6% 11,8% 13,5% 6,8% EldersStuderend 0,0% 0,0% 4,8% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 35,3% 32,4% 29,4% 35,1% 27,3% UitgevallenHAN 16,7% 28,6% 33,3% 27,3% 33,3%

Met 46% is het diplomarendement na vijf jaar van cohort 2009 bij de voltijd flink gestegen ten opzichte van de twee cohorten ervoor. Deze studenten zijn ook allemaal afgestudeerd bij Wiskunde. Verder is 23% nog aan het studeren bij Wiskunde en 14% elders binnen de HAN. Het percentage uitvallers bedraagt 18%. Bij de deeltijd ligt het diplomarendement op 60%. Hier zijn geen switchers, 10% studeert nog bij Wiskunde en de overige 30% is uitgevallen.

  Cohortjaar           Cohortjaar        

Waarden 2005 2006 2007 2008 2009 Waarden 2005 2006 2007 2008 2009

Instroom 15 12 17 15 22 Instroom 8 7 4 9 10DiplomarendementHAN 13,3%

50,0% 35,3% 26,7% 45,5%

DiplomarendementHAN 62,5%

42,9% 25,0% 66,7% 60,0%

Gediplomeerd 13,3% 41,7% 23,5% 20,0% 45,5% Gediplomeerd 62,5% 42,9% 25,0% 66,7% 60,0%

EldersGediplomeerd 0,0% 8,3% 11,8% 6,7% 0,0% EldersGediplomeerd 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Studerend 20,0% 16,7% 35,3% 26,7% 22,7% Studerend 0,0% 14,3% 50,0% 11,1% 10,0%

EldersStuderend 26,7% 0,0% 11,8% 26,7% 13,6% EldersStuderend 12,5% 14,3% 0,0% 0,0% 0,0%

UitgevallenHAN 40,0% 33,3% 17,6% 20,0% 18,2% UitgevallenHAN 25,0% 28,6% 25,0% 22,2% 30,0%

4. Alumni onderzoek

Sterke punten van de opleiding zijn volgens alumni de begeleiding en betrokkenheid bij studenten, de samenwerking met het scholenveld en de daarbij behorende stage, vakdidactiek. Ook noemen zij: de vakinhoud, pedagogiek en mogelijkheid tot vrijstellingen als positieve punten.

Als verbeterpunten noemen de alumni verschillende aspecten, te weten: de toepassing van wiskunde in de klas, de informatievoorziening bij start van de studie, de hoeveelheid onnodig papierwerk, meer aandacht voor rekenen, meer aandacht voor pedagogiek en oefenen van bv. Klassenmanagement en duidelijkheid en hulp bij portfolio.

71

Page 72: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

14.4 ERVAREN KNELPUNTEN

- Gebrek aan vaste onderwijskundigen die verbonden zijn aan de sectie.

14.5 OVERIGE OPMERKINGEN EN/OF AANBEVELINGEN

- De opleiding kenmerkt zich door een sterk inhoudelijk en didactisch curriculum, de inhoudelijke deskundigheid van de docenten en het persoonlijk contact en de bereikbaarheid van docenten.

- De studeerbaarheid van de opleiding blijft een aandachtspunt. In gesprek met studenten zal blijvend gekeken moeten worden naar de knelpunten in de opleiding en naar passende oplossingen worden gezocht.

- Over de mate waarin relaties tussen vakken en leerinhouden worden geëxpliciteerd geven de bronnen verschillende antwoorden. Advies om dit nader te onderzoeken en op basis daarvan passende oplossingen zoeken. Bv. niet alleen mondeling toelichten, maar ook schriftelijk?

- De informatievoorziening en terugkoppeling van evaluaties vraagt de aandacht. Advies om te zoeken naar vormen voor structurele communicatie naar studenten.

- Aandacht voor deeltijd vereist op gebied van begeleiding en flexibilisering.- Diplomarendement beneden streefniveau

Met 46% is het diplomarendement na vijf jaar van cohort 2009 bij de voltijd flink gestegen ten opzichte van de twee cohorten ervoor. Deze studenten zijn ook allemaal afgestudeerd bij Wiskunde. Verder is 23% nog aan het studeren bij Wiskunde en 14% elders binnen de HAN. Het percentage uitvallers bedraagt 18%. Bij de deeltijd ligt het diplomarendement op 60%. Hier zijn geen switchers, 10% studeert nog bij Wiskunde en de overige 30% is uitgevallen

In onderstaande tabel worden de meest genoemde sterke- en verbeterpunten van de opleiding schematisch weergegeven. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt welke bron(nen) hieraan ten grondslag liggen.

72

Page 73: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

KRD Studenten-beraad DT

NSE Alumni Proefvisitatie

Items Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Open respons

Sterke punten

Verbeterpunten

Sterke punten

Verbeterpunten

Persoonlijk contact en bereikbaarheid docenten

X X X

SLB-begeleiding: studentdossiers en info over studievoortgang

X X(ook gestegen)

X

Hoog niveau van vak(diactiek) en deskundige docenten

X X X (te hoog)

X X X

Relaties tussen vakken en leerinhouden worden aan studenten geëxpliciteerd

X X X

Blended leren voor dt/flexibilisering X X X(dt)

Informatievoorziening en elo (waaronder ook terugkoppeling evaluaties)

X X X (Vt+dt) ook gedaald

Niveau en inhoud toetsen aansluiten bij les

X X(dt) X

Onduidelijkheid criteria leertaken X X

(stage)begeleiding vanuit opleiding X(dt) ook gedaald

X(dt)

Studielast (ook ivm studiepunten) X (vt) X(dt+vt)

Gericht op lesgeven in het vmbo en oefenen toepassing in de klassenpraktijk

X(-) X X

73

Page 74: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

LITERATUUR & BRONNEN

Legemaate, M. (2013). Kwaliteitszorg in de opleidingen van ILS. Beleidsplan kwaliteitszorg ILS. Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Instituut voor Leraar en School.

Legemaate, M. (2014). Analyse ILS-breed resultaten Nationale Studentenenquête 2014. Augustus 2014. Nijmegen: ILS. Dit document is op te vragen bij de onderzoeker.

NQA (2013). Handleiding opleidingsvisitaties hoger onderwijs 2014 beperkte opleidingsbeoordeling van de Netherlands Quality Agency. Utrecht: NQA.

74

Page 75: Normal.dot - maken.wikiwijs.nlmaken.wikiwijs.nl/userfiles/ab49b9079517f44370eb5c...  · Web viewSinds 2011 is de survival (aantal studenten dat na 12 maanden nog studeert bij de

BIJLAGE I TOELICHTING RENDEMENTSCIJFERS

DEFINITIES M.B.T. INSTROOMDe data voor rendement worden aan de hand van een tweetal wijze aangeleverd. Dit heeft te maken de enerzijds de data die aangeleverd moeten worden voor visitatie en de prestatieafspraken met OC&W (basis voor financiering) en anderzijds met het feitelijke aantal studenten dat bij de opleiding start.

HAN-instromers:HAN-instromers zijn studenten die voor de eerste keer bij de HAN gaan studeren, voor de HAN-switchers (studenten die eerst een andere opleiding binnen de HAN hebben geprobeerd) en voor de totale instroom aan studenten in de propedeuse. In de prestatieafspraken met OC&W wordt gekeken naar de HAN-instroom.

Totale instroom:Vanuit dit uitgangspunt wordt gekeken naar alle studenten die feitelijk bij een opleiding starten, dus ook studenten die eerder een andere HBO-opleiding binnen de HAN zijn gestart of hebben afgemaakt. Voor de kwaliteit van je onderwijs wil je immers sturen op je totale studentenpopulatie. De groep studenten die eerder een andere HAN-opleiding is gestart of heeft afgemaakt kan immers het immers beter doen in de opleiding omdat ze bewuster voor de studie hebben gekozen. Dit uitgangspunt is te vergelijken met de voormalige bis-tabellen.

DEFINITIES RONDOM RENDEMENT

Survival na 1 jaarInstroom Definitie

Survival HAN Aantal studenten van cohort x dat na een jaar nog studeert aan de HAN.

Alle studenten binnen de HAN

Gediplomeerd Aantal studenten van cohort x dat na een jaar is afgestudeerd.

Survival binnen eigen instituut

Studerend Aantal studenten van cohort x dat na een jaar nog studeert.

Elders Gediplomeerd Aantal studenten van cohort x dat na een jaar is afgestudeerd elders binnen de HAN.

Studenten gestopt bij jouw opleiding, naar opleiding elders in de HAN

Elders Studerend Aantal studenten van cohort x dat na een jaar elders binnen de HAN studeert.

Uitgevallen HAN Aantal studenten van cohort x dat na een jaar is gestopt met studeren.

Gestopt met studeren bij de HAN

Diplomarendement na vijf jaarInstroom

Rendement HAN Aantal studenten van cohort x dat na vijf jaar is afgestudeerd binnen de HAN.

Alle studenten binnen de HAN met diploma binnen vijf jaar

Gediplomeerd Aantal studenten dat binnen vijf jaar is afgestudeerd bij jouw opleiding.

Opleidingsrendement na vijf jaar

Elders Gediplomeerd Aantal studenten dat na vijf jaar elders binnen de HAN is afgestudeerd.

Studenten gestopt bij jouw opleiding, naar opleiding elders in de HAN

Studerend Aantal studenten van cohort x dat na vijf jaar nog bij jouw opleiding studeert.

Langstudeerders

Elders Studerend Aantal studenten van cohort x dat na vijf jaar nog binnen de HAN studeert.

Langstudeerders elders in HAN

Uitgevallen HAN Aantal studenten van cohort x dat is gestopt met de opleiding.

Gestopt met studeren bij de HAN

75