Post on 10-Jun-2020
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK)
Stuwen MaasInvesteringsraming, pre-verkenningsfase
projectnr. 270834
revisie 00
21 oktober 2014
auteur(s)
ir. D. de Jong
OpdrachtgeverRijkswaterstaat Zuid Nederland
Afdeling Netwerkontwikkeling en Visie
t.a.v. de heer W. van Hengel
Postbus 25
6200 MA MAASTRICHT
datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave
Concept E.P.M. Waltje E.D. Deuring
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina ii
Colofon
Contactadres:
Monitorweg 29
1322 BK Almere
Postbus 10044
1301 AA Almere Stad
Copyright © 2014 Antea Group
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van
druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de
auteurs of de opdrachtgever zoals vermeld op het voorblad.
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina iii
Inhoud Blz.
Colofon
1 Inleiding 1
1.1 Introductie 1
1.2 Aanleiding 1
1.3 Doel van de investeringsraming 1
1.4 Verrichte werkzaamheden 1
1.5 Scope van het onderzoek 2
1.6 Onderliggende documentatie 2
1.7 Leeswijzer 2
2 Gegevens bestaande stuwen 3
2.1 Stuw Borgharen 3
2.2 Stuw Linne 3
2.3 Stuw Roermond 5
2.4 Stuw Belfeld 6
2.5 Stuw Sambeek 7
2.6 Stuw Grave 8
2.7 Stuw Lith 10
3 Uitgangspunten voor vervanging stuwen 11
3.1 Algemene uitgangspunten 11
3.2 Objectspecifieke uitgangspunten voor vervanging 13
4 SSK-raming 19
4.1 Uitgangspunten kostenraming 19
4.2 Resultaten 19
Referenties
Bijlage A SSK-ramingen
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 1 van 23
1 Inleiding
1.1 Introductie
Om de bevaarbaarheid van de Maas te bevorderen, zijn in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw een
zevental stuwen in de Maas aangebracht. Naast het bevorderen van de bevaarbaarheid van de Maas,
vervullen deze stuwen ook een belangrijke rol in het peilbeheer van de rivier.
Uitgaande van een technische levensduur van 100 jaar, mag worden verwacht dat deze stuwen in de
periode tussen 2020 en 2040 vervangen moeten worden. Vanuit het programma RINK (Risico
Inventarisatie Natte Kunstwerken) zijn op basis van de RAMS systematiek onderhoudsmaatregelen
benoemd, waarmee deze stuwen tot circa 2030 operationeel gehouden kunnen worden.
Het is op dit moment niet de verwachting, dat de levensduur van deze stuwen na 2030 kan worden
verlengd, door middel van grootschalige renovatie. Belangrijke redenen hiervoor is dat een sterk
vermoeden bestaat dat de pijlers van de meeste stuwen zijn aangetast door ASR en ettrengiet en omdat
het opbouwen en strijken van het Poirée-deel van de stuwen een uiterst complex en specialistisch werk
is, waarmee de kans op falen van de stuw vrij hoog is. Daarnaast zijn de huidige schuiven onvoldoende
nauwkeurig regelbaar om goed variabel mee te kunnen stuwen.
1.2 Aanleiding
Gezien bovenstaande problematiek wordt verwacht dat de stuwen aan het einde van hun levensduur,
hetzij in de periode 2030 - 2040 volledig zullen worden vervangen. Als onderdeel van het project VONK
is de vervanging van de stuwen in de Maas als één van de pilot-projecten aangewezen, om deze
vervangingsopgave reeds in een vroegtijdig stadium vorm te geven, teneinde ruim voor 2030 financieel
en technisch gewapend te staan voor de te verwachten opgave.
Onderdelen van deze eerste verkenning is het uitvoeren van een beleidsanalyse, waarin een
inventarisatie wordt gemaakt van het beleid en belangen die spelen om de Maas op de middellange tot
lange termijn en het opstellen van een eerste investeringsraming voor de vervangingsopgave.
1.3 Doel van de investeringsraming
Op dit moment zijn in de programmering van Rijkswaterstaat de kosten voor de vervanging van de
stuwen opgenomen op basis van een generieke eenheidsprijs voor stuwen, waarbij deze eenheidsprijs is
bepaald aan de hand van een aantal referentieprojecten. Voor het concretiseren van de programmering
is een verdieping van de vervangingskosten wenselijk, waarbij onder andere rekening wordt gehouden
met plaatselijke omstandigheden en mogelijke bouwmethoden.
Het doel van deze investeringsraming is dan ook om tot een onderbouwde prijs voor de vervangings-
kosten van de zeven stuwen te komen.
1.4 Verrichte werkzaamheden
Voor het opstellen van de investeringsraming zijn de volgende werkzaamheden verricht:
Inventarisatie huidige stuwen en opbouw van de constructies;
Bepalen uitgangspunten voor vervanging;
Opstellen generieke SSK-raming;
Bepalen hoeveelheden en specifieke uitgangspunten per stuw;
Opstellen SSK-raming per stuw.
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 2 van 23
1.5 Scope van het onderzoek
De scope van het onderzoek beperkt zich tot de 7 stuwen in de Maas, te weten:
Stuw Borgharen Stuw Sambeek;
Stuw Linne Stuw Grave;
Stuw Roermond Stuw Lith.
Stuw Belfeld
De investeringsraming beperkt zich tot het bepalen van de vervangingskosten voor deze stuwen.
Aangrenzende of naastgelegen sluiskolken worden in deze raming niet in beschouwing genomen.
Naastgelegen vistrappen en bovengelegen bruggen worden wel in de raming meegenomen, aangezien
deze onderdelen wel een aan de stuw gerelateerde functie vervullen.
De investeringsraming betreft een raming in de pré-verkenningsfase en is slechts een raming op
hoofdlijnen, waarbij hoeveelheden en kosten zeer grof zijn bepaald.
1.6 Onderliggende documentatie
Voor het bepalen van de kosten en hoeveelheden is gebruik gemaakt van beschikbare gegevens uit
Oranjewoud (2009), DHV (2010), gegevens uit NIS (RWS, 2012) en diverse inspectierapportages en
tekeningen van de betreffende stuwen. De raming is opgesteld op basis van de SSK-systematiek als
beschreven in CROW (2010), gebruikmakend van het rekenmodel, versie 3.05 (CROW, 2013).
1.7 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 is een overzicht gegeven van de zeven stuwen, waarin de hoofdmaatvoering en de
opbouw en werking van elke stuw wordt besproken. In hoofdstuk 3 zijn de uitgangspunten voor de
vervanging van de stuwen gegeven, welke de basis vormen voor de in de SSK-raming opgenomen
hoeveelheden. In hoofdstuk 4 zijn de uitgangspunten en resultaten van de kostenraming beschreven.
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 3 van 23
2 Gegevens bestaande stuwen
In onderstaande paragrafen is een korte beschrijving van de stuwen gegeven. De alhier opgenomen
gegevens zijn grotendeels ontleend aan Oranjewoud (2009).
2.1 Stuw Borgharen
Algemene gegevens
Topcode stuw : 61F-004-01
Type stuw : Klep/schuif
Bouwjaar : 1928
Geplande vervangingsperiode : 2025 - 2030
Lengte stuw (uit DISK) : 112,5 m1
Aantal kleppen : 1 st
Lengte klep : 30 m1
Aantal schuiven : 3 st
Lengte schuiven : 69 m1
Hoogte schuiven1
: 5,5?? m1
Totale lengte stuwopening : 99 m1
Constructie / bouwwijze
De stuw te Borgharen is een Rijksmonument en
maakt deel uit van het Sluis/stuwcomplex
Borgharen, waarbij de meest oostelijke pijler
constructief is verbonden met de naastgelegen
sluiskolk. De stuw bestaat uit vier openingen
opgelegd over vijf pijlers. Eén opening, de
grootste, wordt geregeld met een schuif, de
andere drie openingen worden geregeld
middels kleppen. Een Poirée-deel, als
aanwezige bij de andere Maasstuwen (met
uitzondering van Stuw Lith) ontbreekt.
Over de stuw heen is een stalen vakwerkbrug
met een lengte van 125 meter gelegen. Deze
brug is niet openbaar toegankelijk, maar is
bedoeld voor de mobiele kraan die de schuiven kan trekken.
Aan de westzijde van de stuw is een vistrap gelegen met een lengte van circa 400 meter. Aan de
oostzijde van de stuw is naast een sluiskolk ook een 400 meter lange stromingsvoorziening aanwezig.
2.2 Stuw Linne
Algemene gegevens
Topcode stuw : 58D-353-01
Type stuw : Stoney/Poirée
Bouwjaar : 1921
Geplande vervangingsperiode : 2035 - 2040
Lengte stuw (uit DISK) : 124 m1
1. Van stuw Borgharen zijn geen tekeningen beschikbaar. De hoogte schuiven is dan ook een zeer grove aanname op basis van
foto's
Figuur 2.1: Overzichtsfoto stuw Borgharen
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 4 van 23
Lengte Stoney-deel : 66 m1
Aantal schuiven Stoney-deel : 3 st
Hoogte schuiven Stoney-deel : 3,95 m1
Lengte Poirée-deel : 60 m1
Aantal schuiven Poirée-deel : 15 st
Hoogte schuiven Poirée-deel : 4,95 m1
Totale lengte stuwopening : 111 m1
Constructie / bouwwijze
De stuw te Linne maakt deel uit van het Stuwcomplex Linne en bestaat uit een stuw en een fietsbrug.
Aan de zuidzijde van de stuw is een waterkrachtcentrale gelegen, welke door derden wordt beheerd.
Ten zuiden van de waterkrachtcentrale is een 230 meter lange vistrap aanwezig.
De stuw bestaat uit een Poirée-deel en een Stoney-deel. Het Stoney-deel heeft vier betonnen pijlers met
hiertussen drie openingen van 17 meter breed, met stalen schuiven (boven- en onderschuif). Bovenop
de pijlers van het Stoney-deel is een stalen vakwerkbrug met een lengte van circa 70 meter gelegen,
waarop zich de bewegingswerken van de schuiven bevinden. De schuiven van het Stoney-deel worden
centraal bediend vanuit sluiscomplex Heel. Het Poirée-deel bestaat uit veertien jukken, waartussen zich
vijftien schuiven bevinden. Deze schuiven worden getrokken en geplaatst met behulp van een
lorrieconstructie met portaalkraan. De schuiven worden opgeslagen in een aan de noordzijde gelegen
loods.
Hoofdfunctie van de stuw is peilhandhaving en regulering ten behoeve van de scheepvaart, alsmede
afvoer van water, ijs en sediment. De stuw heeft dan ook geen hoogwaterkerende functie. In
tegenstelling tot de andere stuwen, wordt stuw Linne nooit opengesteld voor scheepvaartverkeer.
Figuur 2.2: Vooraanzicht stuw Linne
Figuur 2.3: Overzichtsfoto stuw Linne
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 5 van 23
2.3 Stuw Roermond
Algemene gegevens
Topcode stuw : 58D-354-01
Type stuw : Stoney/Poirée
Bouwjaar : 1921
Geplande vervangingsperiode : 2030 - 2035
Lengte stuw (uit DISK) : 122,2 m1
Lengte Stoney-deel : 44 m1
Aantal schuiven Stoney-deel : 3 st
Hoogte schuiven Stoney-deel2
: 4,1 m1
Lengte Poirée-deel : 68 m1
Aantal schuiven Poirée-deel : 17 st
Hoogte schuiven Poirée-deel : 5,95 m1
Totale lengte stuwopening : 102 m1
Constructie / bouwwijze
De stuw te Roermond is een Rijksmonument en maakt deel uit van het Sluis-/stuwcomplex Roermond.
Aan de westzijde van de stuw is een 350 meter lange vistrap gelegen. Over deze vistrap heen is een
betonnen brug gelegen, met een (uit Google Earth gemeten) lengte en breedte van circa 33 bij 3 meter.
De sluis aan de westzijde van de stuw valt buiten de scope van deze studie.
De stuw bestaat uit een Poirée-deel en een Stoney-deel. Het Stoney-deel heeft drie betonnen pijlers
met hiertussen twee openingen van 17 meter breed, met stalen schuiven (boven- en onderschuif).
Bovenop de pijlers van het Stoney-deel is een stalen vakwerkbrug met een lengte van circa 50 meter
gelegen, waarop zich de bewegingswerken van de schuiven bevinden. De schuiven van het Stoney-deel
worden centraal bediend vanuit sluiscomplex Heel. Het Poirée-deel bestaat uit veertien jukken,
waartussen zich vijftien schuiven bevinden. Deze schuiven worden getrokken en geplaatst met behulp
van een lorrieconstructie met portaalkraan. De schuiven worden opgeslagen in een aan de oostzijde
gelegen loods.
Hoofdfunctie van de stuw is peilhandhaving en regulering ten behoeve van de scheepvaart, alsmede
afvoer van water, ijs en sediment. De stuw heeft dan ook geen hoogwaterkerende functie. Bij
hoogwater kan het Poirée-deel geheel worden verwijderd en wordt de stuw opengesteld voor
scheepvaartverkeer.
Figuur 2.4: Vooraanzicht stuw Roermond
2. Geschat vanaf tekening
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 6 van 23
Figuur 2.5: Overzichtsfoto stuw Roermond
2.4 Stuw Belfeld
Algemene gegevens
Topcode stuw : 58E-350-04
Type stuw : Stoney/Poirée
Bouwjaar : 1924
Geplande vervangingsperiode : 2030 - 2035
Lengte stuw (uit DISK) : 141 m1
Lengte Stoney-deel : 44 m1
Aantal schuiven Stoney-deel : 2 st
Hoogte schuiven Stoney-deel : 5,65 m1
Lengte Poirée-deel : 63 m1
Aantal schuiven Poirée-deel : 13 st
Hoogte schuiven Poirée-deel : 6,55 m1
Totale lengte stuwopening : 97 m1
Constructie / bouwwijze
De stuw te Belfeld maakt deel uit van het Sluis-/stuwcomplex Belfeld. Aan de westzijde van de stuw is
een 250 meter lange vistrap gelegen. Over deze vistrap heen is een betonnen brug gelegen, met een (uit
Google Earth gemeten) lengte en breedte van circa 11 bij 3 meter. De sluis aan de westzijde van de stuw
valt buiten de scope van deze studie.
De stuw bestaat uit een Poirée-deel en een Stoney-deel. Het Stoney-deel heeft drie betonnen pijlers
met hiertussen twee openingen van 17 meter breed, met stalen schuiven (boven- en onderschuif).
Bovenop de pijlers van het Stoney-deel is een stalen vakwerkbrug met een lengte van circa 50 meter
gelegen, waarop zich de bewegingswerken van de schuiven bevinden. De schuiven van het Stoney-deel
worden centraal bediend vanuit sluiscomplex Heel. Het Poirée-deel bestaat uit twaalf jukken,
waartussen zich dertien schuiven bevinden. Deze schuiven worden getrokken en geplaatst met behulp
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 7 van 23
van een lorrieconstructie met portaalkraan. De schuiven worden opgeslagen in een aan de oostzijde
gelegen loods.
Hoofdfunctie van de stuw is peilhandhaving en regulering ten behoeve van de scheepvaart, alsmede
afvoer van water, ijs en sediment. De stuw heeft dan ook geen hoogwaterkerende functie. Bij
hoogwater kan het Poirée-deel geheel worden verwijderd en wordt de stuw opengesteld voor
scheepvaartverkeer.
Figuur 2.6: Vooraanzicht stuw Belfeld
Figuur 2.7: Overzichtsfoto stuw Belfeld
2.5 Stuw Sambeek
Algemene gegevens
Topcode stuw : 46D-350-04
Type stuw : Stoney/Poirée
Bouwjaar : 1925
Geplande vervangingsperiode : 2030 - 2035
Lengte stuw (uit DISK) : 140,2 m1
Lengte Stoney-deel : 44 m1
Aantal schuiven Stoney-deel : 2 st
Hoogte schuiven Stoney-deel : 5,40 m1
Lengte Poirée-deel : 63 m1
Aantal schuiven Poirée-deel : 13 st
Hoogte schuiven Poirée-deel : 6,30 m1
Totale lengte stuwopening : 97 m1
Constructie / bouwwijze
De stuw te Sambeek maakt deel uit van het Sluis-/stuwcomplex Sambeek. Aan de zuidwestzijde van de
stuw is een 250 meter lange vistrap gelegen. Over deze vistrap heen is een betonnen brug gelegen, met
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 8 van 23
een (uit Google Earth gemeten) lengte en breedte van circa 12 bij 3 meter. De sluis aan de westzijde van
de stuw valt buiten de scope van deze studie.
De stuw bestaat uit een Poirée-deel en een Stoney-deel. Het Stoney-deel heeft drie betonnen pijlers
met hiertussen twee openingen van 17 meter breed, met stalen schuiven (boven- en onderschuif).
Bovenop de pijlers van het Stoney-deel is een stalen vakwerkbrug met een lengte van circa 50 meter
gelegen, waarop zich de bewegingswerken van de schuiven bevinden. De schuiven van het Stoney-deel
worden centraal bediend vanuit sluiscomplex Heel. Het Poirée-deel bestaat uit twaalf jukken,
waartussen zich dertien schuiven bevinden. Deze schuiven worden getrokken en geplaatst met behulp
van een lorrieconstructie met portaalkraan. De schuiven worden opgeslagen in een aan de oostzijde
gelegen loods.
Hoofdfunctie van de stuw is peilhandhaving en regulering ten behoeve van de scheepvaart, alsmede
afvoer van water, ijs en sediment. De stuw heeft dan ook geen hoogwaterkerende functie. Bij
hoogwater kan het Poirée-deel geheel worden verwijderd en wordt de stuw opengesteld voor
scheepvaartverkeer.
Figuur 2.8: Vooraanzicht stuw Sambeek
Figuur 2.9: Overzichtsfoto stuw Sambeek
2.6 Stuw Grave
Algemene gegevens
Topcode stuw : 45F-001-02
Type stuw : Omgekeerd Poirée
Bouwjaar : 1926
Geplande vervangingsperiode : 2030 - 2035
Lengte stuw (uit DISK) : 110 m1
Aantal schuiven : 20 st
Hoogte schuiven : 5,30 m1
Totale lengte stuwopening : 110 m1
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 9 van 23
Constructie / bouwwijze
Stuw Grave is een omgekeerde Poirée-stuw, welke met behulp van scharnieren aan de onderzijde van
de brug Grave is bevestigd. De schuiven worden ondersteund door jukken, die onderwater tegen een
aanslag rusten (zie Figuur 2.10). De jukken worden met behulp van tweetal kraanwagens neergelaten en
opgetrekken, waarna de schuiven met behulp van een kabelmechanisme kunnen worden bewogen.
Figuur 2.10: Aanslag van een juk Figuur 2.11: Aanzicht op schuiven en kettingen
De stuw is verdeeld over twee doorvaart-/doorstroomopeningen en bestaat in totaal uit twintig jukken
en schuiven.
Aan de westzijde van de schuif bevindt zich een vistrap met een lengte van 250 meter. Over deze vistrap
is een brug gelegen met een lengte en breedte van 12,3 bij 4,2 meter. De sluis aan de oostzijde van de
stuw valt buiten de scope van deze studie.
Hoofdfunctie van de stuw is peilhandhaving en regulering ten behoeve van de scheepvaart, alsmede
afvoer van water, ijs en sediment. De stuw heeft dan ook geen hoogwaterkerende functie. Bij
hoogwater kan het Poirée-deel geheel worden verwijderd en wordt de stuw opengesteld voor
scheepvaartverkeer. Bij zeer geringe afvoer worden er leknaalden tussen de jakken geplaatst, teneinde
het lekverlies zoveel mogelijk te beperken.
Figuur 2.12: Vooraanzicht stuw Grave
Figuur 2.13: Overzichtsfoto stuw Grave
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 10 van 23
2.7 Stuw Lith
Algemene gegevens
Topcode stuw : 45B-351-02
Type stuw : Schuif
Bouwjaar : 1936
Geplande vervangingsperiode : 2035 - 2040
Lengte stuw (uit DISK) : 140 m1
Aantal schuiven : 3 st
Hoogte schuiven : 7,5 m1
Totale lengte stuwopening : 114 m1
Constructie / bouwwijze
De stuw te Lith maakt deel uit van de Prinses Maximasluizen en bestaat uit een stuw en een loopbrug,
een waterkrachtcentrale en een vistrap. Aan de noodzijde van de stuw is een waterkrachtcentrale
gelegen, welke door derden wordt beheerd. Ten noorden van de waterkrachtcentrale is een 200 meter
lange vistrap aanwezig.
De stuw bestaat uit vier betonnen pijlers met daartussen drie openingen van 38 meter breed, met stalen
hefschuiven. Bovenop de pijlers is een stalen loopbrug met een lengte van circa 180 meter gelegen. De
bewegingswerken van de hefschuiven bevinden zich in de pijlers zelf. In de schuiven zijn kleppen
aanwezig, waarmee de waterafvoer kan worden gereguleerd. Dit proces is geheel geautomatiseerd.
Hoofdfunctie van de stuw is peilhandhaving en regulering ten behoeve van de scheepvaart, alsmede
afvoer van water, ijs en sediment. De stuw heeft dan ook geen hoogwaterkerende functie. Bij
hoogwater kan de stuw worden opengesteld voor scheepvaartverkeer.
Figuur 2.14: Overzichtsfoto stuw Lith
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 11 van 23
3 Uitgangspunten voor vervanging stuwen
3.1 Algemene uitgangspunten
Ten aanzien van het vervangen van de zeven stuwen in de Maas worden de volgende uitgangspunten
voor het ontwerp van de nieuwe stuwen gehanteerd.
Algemeen
De zeven nieuwe stuwen zijn aan elkaar gelijk in vorm en functie;
De totale breedte van de stuwopening is gelijk aan de bestaande breedte van de stuwopening;
De totale breedte van de stuw bedraagt de breedte van de stuwopening plus de breedte van de vier
pijlers;
De stuwen bestaan uit vier pijlers met daarin drie hefschuiven. Het Poirée-deel van de stuwen komt
hiermee te vervallen. Dit in verband met de complexiteit van het plaatsen, de hoge faalkans van dit
systeem en de lastige onderhoudbaarheid;
De stuwen zijn doorvaarbaar voor schepen van CEMT-klasse VIb. De vrije doorvaarthoogte ten
opzichte van het maatgevende stuwpeil bedraagt dan ook ten minste 9,1 meter. Gemakshalve
wordt een doorvaarthoogte van 10,0 meter aangehouden;
De nieuwe stuw wordt op een afstand van circa 200 meter van de bestaande stuw geplaatst.
Afhankelijk van de situatie kan dit stroomopwaarts of stroomafwaarts zijn;
De stuwen worden in de bestaande watergang, in de stroming gebouwd. Er wordt geen bypass
aangelegd;
Vervanging van aangrenzende/naastgelegen sluizen en waterkrachtcentrales maken geen deel uit
van de vervangingsopgave van de stuwen;
Hefschuiven
De hefschuiven hebben elk een breedte van 1/3 van de totale breedte van de stuwopening
(afgerond op hele meters). De schuif is aan weerszijden 1 meter breder dan de stuwopening,
teneinde in de schuifopening te passen;
De hefschuiven hebben een hoogte gelijk aan de huidige hoogte van de stuwschuiven, afgerond op
halve meters;3
De hefschuiven zijn uitgevoerd in staal en volledig geconserveerd;
De hefschuiven kunnen in elke positie worden vastgehouden, teneinde variabel stuwen mogelijk te
maken;
Pijlers
De pijlers zijn in vorm vrijwel gelijk aan de huidige pijlers. Het ontwerp van de bestaande pijler van
stuw Belfeld wordt hierbij als 'onderlegger' gebruikt (zie Figuur 3.1);
De breedte van de pijler bedraagt 4,0 meter;
De lengte van de pijler bedraagt 20,0 meter;
Het onderste, brede deel van de pijler heeft een oppervlak van circa 70 m2
en heeft een hoogte
gelijk aan de hoogte van de schuif + 1,0 m (dus 1,0 meter hoger dan het maatgevende stuwpeil);
Het bovenste deel van de pijler heeft een oppervlak van circa 12 m2
en heeft een dusdanige hoogte
dat de stuw bij het maatgevende stuwpeil doorvaarbaar is voor CEMT VIb schepen, bij een geheven
schuif. Dit bedraagt dus de eerder genoemde vrije hoogte voor een CEMT VIb schip van 10,0 meter,
+ de hoogte van de schuif + 2,0 meter extra (ten behoeve van het herbergen van de aandrijving in
3. Opgemerkt dient te worden dat de hoogtes van de schuiven zijn bepaald aan de hand van tekeningen, welke niet altijd even
duidelijk zijn. Eventuele maatafwijkingen zijn dan ook mogelijk.
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 12 van 23
de bovenzijde van de pijler) - 1,0 meter (verhoogd deel van het onderste deel van de pijler). De
hoogte van het bovenste deel bedraagt dus de hoogte van de schuif + 11,0 meter;
De pijlers zijn volledig uitgevoerd in beton;
Voor het bouwen van de pijlers wordt een tijdelijke damwandconstructie geplaatst, zodat in het
droge kan worden gebouwd;
Figuur 3.1: Bovenaanzicht pijler Belfeld met maatvoering
Fundering pijlers / drempel
De fundering van de pijlers wordt gevormd door een betonnen drempel van 20 meter breed;
De drempelconstructie wordt gecreëerd door aan weerszijden van de stuw over de volle breedte
damwanden aan te brengen, waarbij met behulp van onderwaterbeton de drempelvloer wordt
gemaakt;
De damwanden van de drempel fungeren tevens als kwelscherm;
Loopbrug
Ten behoeve van de bereikbaarheid wordt over de gehele lengte van de stuw een loopbrug
aangebracht;
Op de loopbrug wordt een loopkraan aangebracht, waarmee materieel kan worden verplaatst,
maar waarmee in geval van nood ook de schuiven kunnen worden neergelaten of worden
opgetrokken;
De loopbrug is algemeen toegankelijk en kan worden gebruikt door fietsers en voetgangers om de
Maas over te steken;
Waterwerken
Aan weerszijden van de stuw worden de oevers over een lengte van 100 meter voorzien van
damwanden, teneinde uitspoeling van het talud te voorkomen;
Aan weerszijden van de stuw wordt over een lengte van 50 meter een bodembescherming
bestaande uit stortsteen aangebracht, teneinde uitspoeling van de bodem te voorkomen;
Ten behoeve van de vismigratie dient naast de stuw een nieuwe vistrap te worden aangelegd;
Over diverse vistrappen is in de bestaande situatie een brug aanwezig. Deze zal ook bij de nieuwe
vistrap worden aangebracht;
Gedurende de bouwwerkzaamheden zal de vaargang worden voorzien van een aanvaarbeveiliging;
Ten behoeve van bestaande kabels en leidingen en voor de nieuwe kabels en leidingen worden een
tweetal zinkers aangebracht;
Aandrijving en bewegingswerk
De schuiven worden aan weerszijden bewogen door een kabelsysteem. Elke kabel wordt door een
eigen motor aangedreven, welke in de pijlers zijn gehuisvest. Elke schuif wordt dus door twee
aandrijflijnen aangedreven;
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 13 van 23
Elke aandrijflijn bestaat uit een motor, rem, tandwielkast, 10 meter aandrijfas inclusief koppeling en
een lierwerk bestaande uit staalkabels, een omloopwiel, een veerbuffer en een contragewicht;
Voeding
De verschillende hefschuiven worden vanuit een centrale locatie gevoed, waarbij in elke pijler een
eigen onderverdeelkast aanwezig is;
Onderverdeelkast zijn voorzien van een eigen noodstroomaansluiting, teneinde het systeem lokaal
te kunnen voeden bij uitval van de centrale laagspanningsinstallatie;
Elke stuw is voorzien van een noodstroomaggregaat, teneinde het systeem bij uitval van de
netspanning te kunnen voeden;
Bediening-, besturing- en bewakingssysteem (3B)
Bediening van de stuwen geschiedt centraal vanuit de nieuwe bediencentrale in Maasbracht.
Hiertoe dient de besturing van de stuw op het VICnet aan te worden gesloten. Aangenomen wordt
dat binnen 500 meter van de nieuwe stuw een aansluiting kan worden gecreëerd;
De besturing van de stuw gebeurt vanuit een centrale locatie. Ook is in elke pijler een eigen
besturingskast opgenomen, waarmee ook lokaal één van de schuiven kan worden bediend;
De stuwen zijn voorzien van een niveaumeetinstallatie en een debietmeetinstallatie;
Ten behoeve van de veiligheid worden de stuwen voorzien van CCTV-installatie, een omroep-/
intercominstallatie en openbare verlichting (bestaande uit circa 20 lichtmasten);
Elke machinekamer is voorzien van een brandmeld- en ontruimingsinstallatie en inbraakbeveiliging;
Elke doorvaartopening wordt aan weerszijden voorzien van twee scheepvaartseinen;
Overige voorzieningen
Ten behoeve van de bereikbaarheid van de stuwen zal een nieuwe toegangsweg worden aangelegd.
Deze toegangsweg wordt uitgevoerd als zandpad;
Nabij de stuw zal een opslagloods/bijgebouw worden geplaatst, waarin de centrale voedings- en
besturingskasten kunnen worden geplaatst en waar reserveonderdelen kunnen worden
opgeslagen;
Nabij de opslagloods zullen een aantal parkeervoorziening worden gerealiseerd;
Om het terrein heen zullen hekwerken worden geplaatst om toegang door onbevoegden te
voorkomen.
3.2 Objectspecifieke uitgangspunten voor vervanging
3.2.1 Stuw Borgharen
Voor stuw Borgharen wordt aangenomen dat
een nieuwe stuw met een totale lengte van 115
meter, op een afstand van circa 200 meter
stroomafwaarts van de bestaande stuw wordt
gebouwd, waarbij deze ongeveer uitkomt bij het
einde van de bestaande stromings-voorziening.
Hierbij zal de bestaande stromings-voorziening
circa 200 meter worden verlengd.
De vistrap aan de westzijde van de stuw kan
worden hergebruikt, waarbij de visgeul over een
lengte van 200 meter wordt doorgezet in de
bestaande dijkconstructie aan de westzijde,
zodat de instroomopening net ten noorden van
de nieuwe stuw uitkomt. Een schematischeFiguur 3.2: Schematische weergave nieuwe locatie
stuw Borgharen
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 14 van 23
weergave van de nieuwe locatie van de stuw is gegeven in Figuur 3.2.
Het grondverzet is zeer grof ingeschat op 25.000 m3
en is met name bedoeld voor het verlengen van de
bestaande dijken aan weerszijden van de Maas, tussen de bestaande en de nieuwe stuw.
De gronden aan weerszijden van de locatie van de nieuwe stuw worden aangenomen in bezit te zijn van
Rijkswaterstaat.
3.2.2 Stuw Linne
Ook voor stuw Linne wordt aangenomen dat de nieuwe stuw op een afstand van circa 200 meter
stroomafwaarts wordt geplaatst. Deze stuw zal een lengte krijgen van circa 127 meter. Teneinde de
functionaliteit van de waterkrachtcentrale in stand te kunnen houden, zal het middeneiland moeten
worden verlengd. Een gevolg hiervan is ook dat een extra deel grond aan de zuidoostzijde van de
bestaande stuw zal moeten worden aangekocht. Een schematische weergave hiervan is gegeven in
Figuur 3.3.
Figuur 3.3: Schematische weergave nieuwe locatie stuw Linne
Het te verkrijgen stuk grond aan de zuidoostzijde van de stuw wordt geschat op 18.500 m2.
Aangenomen wordt dat dit grondpakket over een hoogte van 10 meter zal moeten worden uitgegraven.
Langs dit nieuwe stuk water zal een nieuwe dijk moeten worden aangebracht. Aangenomen wordt dat
deze dijk een hoogte heeft van 4 meter ten opzicht van het bestaande maaiveld, een breedte van 3
meter op de bovenzijde en een talud van 1:2. De totale lengte van deze dijk wordt geschat op circa 600
meter. Voor het aanleggen van deze dijk wordt gebruik gemaakt van grond uit de ontgraving. Deze
grond wordt ook gebruikt voor het verlengen van het middeneiland, welke een oppervlak van circa
7.500 m2
heeft en waarvoor wordt aangenomen dat het grondpakket over een hoogte van 10 meter
moet worden aangebracht. Rondom dit middeneiland zal een damwand worden aangebracht ten
behoeve van het opsluiten van het grondpakket.
Aangenomen wordt dat bij een goede fasering, de werkzaamheden een beperkt impact zullen hebben
op de bedrijfsvoering van de naastgelegen waterkrachtcentrale en dat deze zo'n 4 tot 6 weken buiten
bedrijf zal zijn. De hieruit voortvloeiende inkomensschade wordt overgenomen uit DHV (2010) en
gesteld op € 100.000,- per week.
Voor het verplaatsen van bestaande kabels en leidingen wordt een hogere eenheidsprijs dan bij de
overige stuwen gehanteerd (met uitzondering van stuw Lith), onder de aanname dat in verband met de
naastgelegen waterkrachtcentrale er een aantal grote stroomkabels in de grond aanwezig zullen zijn.
De aan de zuidzijde van de stuw aanwezige vistrap wordt aangenomen in stand gehouden te kunnen
worden.
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 15 van 23
3.2.3 Stuw Roermond
Aangenomen wordt dat de nieuwe stuw
Roermond (118 meter) zonder al te veel
problemen op een afstand van circa 200 meter
stroomafwaarts van de bestaande sluis kan
worden geplaatst. Net als bij stuw Borgharen
wordt aangenomen dat de bestaande vistrap
kan worden verlengd. De brug over de vistrap
zal wel moeten worden verwijderd en een
nieuwe brug zal op de locatie van de nieuwe
stuw moeten worden geplaatst. Dit betekent
ook dat het toeleidende fiets-/ voetpad aan
weerzijden van de stuw zal moeten worden
verlegd. Aan de westzijde wordt deze langs de
sluis naar de nieuwe stuw gebracht en aan de oostzijde zal een nieuw pad over een lengte van 350 - 450
meter worden aangebracht, welke aan zal sluiten op de Buggenummerweg. Een schematische weergave
hiervan is gegeven in Figuur 3.4. De gronden aan weerszijden van de locatie van de nieuwe stuw,
worden aangenomen in bezit te zijn van Rijkswaterstaat.
3.2.4 Stuw Belfeld
Voor de nieuwe stuw Belfeld wordt
aangenomen dat deze een lengte heeft van 112
meter en dat deze op een afstand van circa 200
meter stroomafwaarts van de bestaande stuw
kan worden aangebracht. Net als bij Roermond
kan de bestaande vistr
ap worden verlengd naar de nieuwe locatie, zal
een nieuwe brug over de vistrap moet worden
gelegd en dient het fiets-/voetpad te worden
verlegd, als schematisch is weergegeven in
Figuur 3.5.
Aangenomen wordt dat de nieuwe stuw binnen
het bestaande grondgebied van Rijkswaterstaat
kan worden gerealiseerd en dat er geen
gronden hoeven te worden verkregen.
3.2.5 Stuw Sambeek
Stuw Sambeek is vrijwel identiek aan stuw
Belfeld en Roermond en heeft ook een lengte
van 112 meter. Ook voor deze stuw wordt
aangenomen dat deze op een afstand van 200
meter stroomafwaarts van de bestaande stuw
kan worden gerealiseerd, waarbij de vistrap
wordt verlengd, een nieuwe brug over de
vistrap wordt aang
elegd en het bestaande fiets-/voetpad wordt
verlegd. Dit is schematisch weergegeven in
Figuur 3.6. Wel is er wat extra grondwerk nodig,
omdat de Maas op dit punt circa 135 meter
Figuur 3.4: Schematische weergave nieuwe locatie
stuw Roermond
Figuur 3.5: Schematische weergave nieuwe locatie
stuw Belfeld
Figuur 3.6: Schematische weergave nieuwe locatie
stuw Sambeek
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 16 van 23
breed is en de stuw met 112 meter een stuk smaller is.
Ook voor stuw Sambeek wordt aangenomen dat de nieuwe stuw geheel binnen het bestaande
grondgebied van Rijkswaterstaat kan worden gerealiseerd.
3.2.6 Stuw Grave
Voor stuw Grave wordt aangenomen dat de
bestaande omgekeerde Poiréestuw, welke aan
de brug is gemonteerd geheel komt te vervallen
en dat een nieuwe stuw met een lengte van 127
meter, op een afstand van 200 meter
stroomopwaarts van de brug wordt aangelegd.
Omdat de bestaande stuwen aan de brug zijn
bevestigd, wordt rekening gehouden met extra
kosten voor verkeersmaatregelen en monitoring
van de brug.
Verder wordt aangenomen dat de aanwezige
landtong in het midden van de Maas, zal
moeten worden verbreed om voldoende ruimte
te bieden voor het landhoofden van de stuw en aanvoer van materiaal en materieel gedurende de
bouwfase. Het oppervlak van dit extra deel landtong bedraagt circa 4.000 m2. Onder de aanname dat
grond met een hoogte van 10 meter wordt aangebracht, betreft het grondwerk voor deze landtong zo'n
40.000 m3. De nieuwe stuw ligt overigens nog wel binnen het gebied van de bestaande vistrap (welke in
Figuur 3.7 nog in aanleg is) en deze kan dan ook worden gehandhaafd.
3.2.7 Stuw Lith
Aangenomen wordt dat de nieuwe stuw Lith een lengte heeft van 130 meter en op een afstand van circa
200 meter stroomopwaarts van de bestaande stuw wordt gebouwd. Ten noorden van de stuw is een
waterkrachtcentrale aanwezig, waarbij de stuw en de waterkrachtcentrale door een eiland in het
midden van de rivier van elkaar worden gescheiden. Net als bij stuw Linne zal dit middeneiland moeten
worden verlengd en zal extra grond moeten worden aangekocht, om te zorgen dat er voldoende
stroming richting de waterkracht-centrale blijft staan. Dit is schematisch weergegeven in Figuur 3.8.
Figuur 3.8: Schematische weergave nieuwe locatie stuw Lith
Het oppervlak van het nieuwe deel van het middeneiland bedraagt circa 8.000 m2, wat betekent dat
circa 80.000 m3
aan grond zal moeten worden aangebracht. Het aan te kopen stuk grond heeft een
oppervlak van circa 22.000 m2, wat over een diepte van circa 10 meter zal moten worden ontgraven.
Tevens dient over dit deel een nieuwe dijk te worden aangelegd, welke een lengte heeft van circa 550
meter. Verdere vastgoedkosten betreffen een compensatie voor de inkomensschade als gevolg van het
Figuur 3.7: Schematische weergave nieuwe locatie
stuw Grave
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 17 van 23
tijdelijk buiten werken stellen van de waterkrachtcentrale. Net als bij stuw Linne wordt aangenomen dat
dit voor een periode van 6 weken het geval zal zijn en dat de schade hierbij € 100.000,- per week
bedraagt.
De bestaande vistrap en de brug over de vistrap kunnen ook in stand worden gehouden.
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 19 van 23
4 SSK-raming
4.1 Uitgangspunten kostenraming
4.1.1 Bouwkosten
Bij het bepalen van de bouwkosten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De bouwkosten en hoeveelheden zijn bepaald op basis van de referentieontwerpen en daaronder
liggende uitgangspunten, als beschreven in hoofdstuk 3;
De bedragen geven de kosten weer die gelden voor uitbesteed werk;
De raming is een raming in de pre-verkenningsfase,hebben een nauwkeurigheid van plus of min
30%;
De basis voor gehanteerde prijzen is het prijspeil van 1 oktober 2014, de prijzen zijn niet
geïndexeerd naar het moment van vervanging;
Kosten voor nadere detaillering van het ontwerp worden gesteld op 20% van de directe kosten;
De kosten zijn inclusief 21% BTW.
Uitgegaan is van een toeslagpercentage van 22% over de directe bouwkosten. Dit percentage is als volgt
opgebouwd:
Eenmalige kosten, 2% van de directe bouwkosten;
Algemene bouwplaatskosten, 3% van de directe bouwkosten;
Uitvoeringskosten, 5% van de directe bouwkosten;
Algemene kosten, 6% van de directe bouwkosten;
Winst, 2% van de directe bouwkosten;
Risico, 3% van de directe bouwkosten.
Over het totaal van de direct en indirecte bouwkosten wordt een opslag van 10% gerekend ten behoeve
van niet benoemde/voorziene risico's.
4.1.2 Vastgoedkosten
Bij het bepalen van de vastgoedkosten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De hoeveelheden voor de vastgoedkosten zijn bepaald op basis van de referentieontwerpen en
daaronder liggende uitgangspunten, als beschreven in hoofdstuk 3;
Voor aan te kopen grondoppervlak wordt een vaste eenheidsprijs van € 50,- per m2
gehanteerd. De
daadwerkelijke bestemming van de verschillende gronden en de daaraan gerelateerde grondprijs
zijn niet in beschouwing genomen;
De raming is een raming in de pre-verkenningsfase,hebben een nauwkeurigheid van plus of min
30%;
De basis voor gehanteerde prijzen is het prijspeil van 1 oktober 2014, de prijzen zijn niet
geïndexeerd naar het moment van vervanging;
Kosten voor nadere detaillering van het ontwerp worden gesteld op 15% van de directe kosten;
Notaris-, kadaster- en taxatiekosten, zijn inclusief 21% BTW. Over de overige kostenposten wordt
geen BTW gerekend.
Uitgegaan is van een toeslagpercentage van 13% over de directe vastgoedkosten. Dit percentage is als
volgt opgebouwd:
Planschade en/of nadeelcompenstatie, 5% van de directe vastgoedkosten;
Overdrachtsbelasting, 2% van de directe vastgoedkosten;
Algemene kosten, 2% van de directe vastgoedkosten;
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 20 van 23
Winst, 2% van de directe vastgoedkosten;
Risico, 2% van de directe vastgoedkosten.
Over het totaal van de direct en indirecte vastgoedkosten wordt een opslag van 10% gerekend ten
behoeve van niet benoemde/voorziene risico's.
4.1.3 Engineeringskosten
Bij het bepalen van de engineeringskosten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De engineeringskosten zijn uitgedrukt als percentage van de totale bouwkosten. Deze
opslagpercentages zijn voor alle stuwen gelijk gesteld;
De raming is een raming in de pre-verkenningsfase,hebben een nauwkeurigheid van plus of min
30%;
De basis voor gehanteerde prijzen is het prijspeil van 1 oktober 2014, de prijzen zijn niet
geïndexeerd naar het moment van vervanging;
De kosten zijn inclusief 21% BTW;
Ten aanzien van de verschillende posten voor de engineeringskosten zijn de volgende uitgangspunten
gehanteerd:
Aangenomen wordt dat er een vergoeding van de tenderkosten voor 'verliezende' inschrijvers zal
zijn. Hierbij wordt aangenomen dat stapsgewijs wordt getrechterd van 5, naar 3, naar 1 aannemer.
De vergoeding voor de eerste twee 'verliezers' bedraagt 0,15% van de aanneemsom (circa € 35.000
- € 50.000) en voor de twee 'verliezers' in de tweede stap 0,35% (circa € 75.000 - € 100.000).
De kostenpost voor engineeringskosten opdrachtgever na gunning is niet opgenomen, aangezien de
engineering volledig voor rekening van de opdrachtnemer zal komen;
Engineeringskosten opdrachtgever voor gunning omvatten de kosten voor het opstellen van het
contract;
Naast de standaardposten voor engineeringskosten, is ook een extra kostenpost voor het
omgevingsmanagement voor de opdrachtgever opgenomen.
Uitgegaan is van een toeslagpercentage van 23% over de directe engineeringskosten. Dit percentage is
als volgt opgebouwd:
Nader te detailleren engineeringskosten, 10% van de directe engineeringskosten;
Eenmalige kosten, 2% van de directe engineeringskosten;
Algemene kosten, 7% van de directe engineeringskosten;
Winst, 2% van de directe engineeringskosten;
Risico, 2% van de directe engineeringskosten.
Over het totaal van de direct en indirecte vastgoedkosten wordt een opslag van 10% gerekend ten
behoeve van niet benoemde/voorziene risico's.
4.1.4 Overige bijkomende kosten
Bij het bepalen van de overige bijkomende kosten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Overige bijkomende kosten zijn uitgedrukt als percentage van de totale bouwkosten. Deze
opslagpercentages zijn voor alle stuwen gelijk gesteld;
De raming is een raming in de pre-verkenningsfase,hebben een nauwkeurigheid van plus of min
30%;
De basis voor gehanteerde prijzen is het prijspeil van 1 oktober 2014, de prijzen zijn niet
geïndexeerd naar het moment van vervanging;
Kosten voor leges en heffingen en verzekeringspremies zijn exclusief BTW. Overige kostenposten
zijn inclusief 21% BTW.
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 21 van 23
Ten aanzien van de verschillende posten voor de overige bijkomende kosten zijn de volgende
uitgangspunten gehanteerd:
Alle kostenposten die via het contract geregeld kunnen worden (kabels en leidingen, communicatie,
mitigerende en compenserende maatregelen), worden in het contract opgenomen en maken
daarmee deel uit van de bouwkosten;
Kosten voor bodemonzekerheden (explosieven, archeologie, verontreiniging) worden via een
stelpost verrekend die onder de bouwkosten is opgenomen;
Kosten voor planschade zijn opgenomen onder vastgoedkosten;
Naast de standaardposten voor de overige bijkomende kosten, is ook een extra kostenpost voor
planologische procedures (aanpassen bestemmingsplan) opgenomen;
Over de overige bijkomende kosten wordt geen toeslag voor indirecte kosten opgenomen;
Over de overige bijkomende kosten wordt een opslag van 10% gerekend ten behoeve van niet
benoemde/voorziene risico's.
4.2 Resultaten
<<Na gereedkomen kostenramingen>>
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Pagina 23 van 23
Referenties
CROW, 2010. Standaardsystematiek voor kostenramingen - SSK-2010. ISBN 978 90 6628 556 9, 3e
druk.CROW, 2010.
CROW, 2013. Rekenmodel SSK-2010. Versie 3.05, d.d. 17 maart 2013. CROW, 2013.
DHV, 2010. Strategie vervanging natte kunstwerken: De Maas als pilot: een quick scan. dossier BA1477,registratienummer LW-AF20100397, versie definitief, d.d. december 2010. RijkswaterstaatWaterdienst, 2010.
Oranjewoud, 2009. Doorkijk Onderhoudskosten 2020-2040: Natte Objecten Maas. projectnummer188001, revisie 03, d.d. 29 januari 2009. Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht, 2009.
Rijkswaterstaat, 2012. NIS KW export dd 15-05-2012. Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur, 2012.
<<EINDE>>
Vervangingsopgave Natte Kunstwerken (VONK): Stuwen Maas
Investeringsraming, pre-verkenningsfase
Projectnr. 270834
21 oktober 2014, revisie 00
Bijlage A
Bijlage A SSK-ramingen
A.01 Samenvatting SSK-raming
A.02 SSK-raming stuw Borgharen
A.03 SSK-raming stuw Linne
A.04 SSK-raming stuw Roermond
A.05 SSK-raming stuw Belfeld
A.06 SSK-raming stuw Sambeek
A.07 SSK-raming stuw Grave
A.08 SSK-raming stuw Lith