Post on 16-Oct-2021
UNIVERSITEIT
GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE
____________________
Academiejaar 2009 – 2010
La Via Campesina: een analyse van hedendaags globaal boerenverzet
Willem Maertens
Promotor: Prof. Dr. Eric Vanhaute
Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis
1
2
Woord van dank
Het schrijven van deze thesis is niet iets dat ik op eigen houtje heb volbracht, integendeel. Eerst en
vooral wil ik hier Prof. Dr. Eric Vanhaute, mijn promotor, bedanken voor zijn enthousiaste hulp,
constructief advies, vragen en zeker ook voor zijn geduld.
Daarnaast dank ik ook mijn ouders die me voldoende vertrouwen schonken om opnieuw te gaan
studeren en me daarbij ten volle steunden. Ik wil ook Diete bedanken voor het luisteren, helpen
denken en voor alle steun; Tom voor zijn kritische oog; en ook mijn broers, zussen en vrienden voor
de ontspanning en commentaar die ze mij schonken.
3
Inhoudstafel
Woord van dank ...................................................................................................................................... 2
Inleiding .................................................................................................................................................. 6
1. Probleemstelling .......................................................................................................................... 6
2. Methodologie ............................................................................................................................. 10
2.1 Werkwijze ............................................................................................................................... 10
2.2 Bronnen ................................................................................................................................... 11
2.3 Voorafgaande opmerkingen .................................................................................................... 14
deel I: Peasants en hun verzet in de traditionele wetenschappelijke literatuur ..................................... 18
1. Peasantries ................................................................................................................................. 18
2. Boerenverzet .............................................................................................................................. 21
2.1 De eisen ................................................................................................................................... 21
2.2 Mobilisatie ............................................................................................................................... 23
2.4 Organisatie ............................................................................................................................... 25
2.5 Praktijk? ................................................................................................................................... 27
2.6 De tegenstanders ...................................................................................................................... 30
2.7 De resultaten ............................................................................................................................ 31
deel II: Boeren en hun verzet vandaag - La Via Campesina ................................................................. 33
1. De Via Campesina: een historische schets ................................................................................ 33
2. Peasantries vandaag ................................................................................................................... 35
3. Boerenverzet .............................................................................................................................. 38
3.1 De eisen ................................................................................................................................... 38
3.2 Mobilisatie ............................................................................................................................... 42
3.3 Organisatie ............................................................................................................................... 46
3.4 Praktijk .................................................................................................................................... 50
3.5 De tegenstanders ...................................................................................................................... 52
3.6 De resultaten ............................................................................................................................ 54
III. Conclusie ......................................................................................................................................... 56
1. De confrontatie .......................................................................................................................... 56
2. Verklaringen en conclusies........................................................................................................ 58
3. Slotbedenkingen ........................................................................................................................ 61
Bibliografie ............................................................................................................................................ 64
1. Boeken ....................................................................................................................................... 64
2. Tijdschriftartikelen .................................................................................................................... 65
3. Bijdrages in een verzamelwerk ................................................................................................. 66
4
4. Onuitgegeven verhandelingen ................................................................................................... 66
VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de collectivisatie in de
jaren 1930: het traditionele verzet tegen oppressie en exploitatie, of een unieke casus? S.l., 2009, s.n..
136 p. ..................................................................................................................................................... 66
5. Websites .................................................................................................................................... 66
5
6
Inleiding
1. Probleemstelling
Biologisch geteelde groenten, fairtrade-koffie of chocolade en dergelijke meer zijn tegenwoordig
bijzonder hip. Zelfs de Boerenbond begint potentieel te zien in duurzame en biologische landbouw.1
Daar waar dit soort eisen aan voedselproductie een aantal jaar geleden een omweg naar de wereld- of
natuurvoedingswinkel betekenden kan men nu voor bio en fairtrade ook terecht in een gewone
supermarkt. Voor ‗bewuste‘ consumenten is het bijzonder logisch dat kleine boeren aan de andere kant
van de wereld een eerlijke prijs krijgen voor hun producten, die ze bij voorkeur op een duurzame
manier telen. Wanneer boeren uit heel Europa met hun tractoren de straten van Brussel blokkeren
kunnen ze doorgaans op veel minder sympathie rekenen. Wie ligt er de dag van vandaag nog wakker
van wat de boeren nu weer te klagen hebben? Toen in september 2009 Waalse boeren herhaaldelijk
miljoenen liters melk op hun akkers goten omdat de prijs die ze er van hun afnemers voor krijgen hun
kosten niet dekt waren sommige reacties zelfs eerder vijandig. En wanneer boeren op een top van de
World Trade Organization (hierna WTO) – of die nu doorgaat in Europa, in Cancun of in Hong Kong
– massaal protesteren en het op veldslagen met de ordediensten uitloopt, lijkt dat eerder ver van ons
bed, en toch ook wel een beetje overdreven allemaal. Al is dergelijk boerengeweld toch meer te
begrijpen naarmate het verder van ons eigen bed plaatsvindt.
Desondanks slagen boeren er blijkbaar toch in om met hun protest regelmatig het nieuws te halen, in
eigen land maar soms ook ver daarbuiten. En termen zoals ‗kleine boeren‘, ‗eerlijke handel‘ en ‗lokale
productie‘ doen bij veel mensen wel een belletje rinkelen. Boeren zijn op verschillende manieren zeer
actueel.
Dat was ook het geval in de tweede helft van de jaren 1960. Toen had dat echter weinig te zien met
boerenbetogingen en nog minder met eerlijke handel. De Verenigde Naties (hierna UN) fungeerde op
dat moment als een nieuw internationaal kader van een type dat er voor de Tweede Wereldoorlog niet
geweest was; en de mondiale verhoudingen waren ten gevolge van die Tweede Wereldoorlog en de
snelle dekolonisatie, die er in grote delen van de wereld op volgde, fundamenteel veranderd. In de UN
moesten die veranderingen hun beslag krijgen. De visie die daarvoor werd gehanteerd was de
‗moderniseringstheorie‘, en het industriële Westen gold als te volgen voorbeeld. ‗Onderontwikkelde‘
landen, waaronder veel voormalige kolonies, zouden in die visie middels onderwijs, industrialisatie en
de vrije markt snel hun achterstand kunnen inhalen. Een groot deel van de bevolking van de
‗ontwikkelingslanden‘ waren boeren. Wat hun plaats in het hele plaatje was, bleek niet zo duidelijk.2
Op dat moment was de green revolution al volop aan de gang.3 De gangbare mening was dat de
peasantry als dusdanig gewoon zou verdwijnen en opgaan in de industriële sector. Toch werden
wetenschappers geconfronteerd met de onwetendheid over boeren, boerengemeenschappen en
aanverwante onderwerpen. Hoewel het moderniseringsverhaal in theorie mooi klonk, bleek de praktijk
al snel minder rooskleurig. Veel van de nieuwe regimes bleken bijzonder corrupt, en het mag dan ook
niet verbazen dat daar vrij snel verzet tegen rees, en dan vooral binnen de landen zelf.
1 http://www.boerenbond.be/Home/Persberichten/tabid/1359/ArtikelID/14257/language/nl-BE/Default.aspx,
laatst geraadpleegd op 04/08/2010 2 SHANIN, T. Defining Peasants, p. 336-337
3 De green revolution was de wereldwijde introductie van een nieuw agrarisch model in de jaren 1940, gebaseerd
gebruik van een aantal specifieke zaden in combinatie met chemische meststoffen en pesticiden. Op die manier
kon men overgaan naar grootschalige monoculturen, die industrieel beheerd kunnen worden. Zie hiervoor:
ROSSET, P. ‗Lessons from the Green Revolution‘, op: http://www.foodfirst.org/media/opeds/2000/4-
greenrev.html, laatst geraadpleegd op 17/07/2010
7
Guerillabewegingen floreerden her en der, en in analogie met de leer van Mao probeerden vele van die
bewegingen een draagvlak te creeëren onder het gewone volk. En doorgaans waren grote delen van het
gewone volk boeren. Het revolutionaire potentieel van de Chinese boeren was op die manier al eerder
succesvol gemobiliseerd en benut door Mao Zedong.4 Een andere grote reden waarom peasants in de
jaren 1960 plotseling bijzonder belangwekkend werden bevonden, was de cruciale bijdrage van
Vietnamese boeren aan de oorlog in hun land. ‗During these years, ―the raggedy little bastards in black
pajamas‖ – as United States military officers referred to their new enemies – have not only fought to a
standstill the mightiest military machine in history, but caused many an American to wonder, silently
or aloud, why ―our‖ Vietnamese do not fight like ―their‖ Vietnamese, why ever new recruits replenish
the ranks of an army destroyed many times over in our dispatches and news communiqués.‘5 Ook in
de academische wereld rezen hier vragen bij. Al snel ontwaarde men andere ‗Vietnams‘ – in Cuba,
Guatemala en de Dominicaanse Republiek was het vroeger al misgelopen met de Amerikaanse
strategie; en in elk van die gevallen bleken de boeren een beslissende invloed gehad te hebben. De
vraag was hoe dat mogelijk was.6
Rond de eeuwwisseling 19e – 20
e eeuw ontstond er in Oost- en Centraal Europa een levendige
wetenschappelijke interesse in de peasantry als onderwerp voor onderzoek. De intelligentia, zelf vaak
nationalistisch van inborst en pro-modernisering ‗faced massive peasantries – the poorest and most
oppressed segment of their people.‘7 Het bleef trouwens niet alleen bij onderzoek: ‗Ideologies and
policies turned attention to the peasant majorities as the major object, the possible carrier of the main
bottle-neck of the necessary change.‘8 Ook de boeren zelf deden inspanningen om op het politieke
toneel actief te worden. Rond de Eerste Wereldoorlog waren in de regio (Polen, Bulgarije, Roemenië,
Rusland) een aantal grote, zelfs transnationale boerenbewegingen actief. Ook in de Duitse
academische wereld werd de interesse naar de boeren gewekt, hetgeen resulteerde in een aantal
geschriften van onder meer Marx, Weber, Sombert, Kautsky, Buchner en David. In Denemarken
onstonden autonome rurale coöperatieve bewegingen die succesvolle vernieuwingen in de agrarische
sector ontwikkelden en implementeerden. Deze boeiende dynamieken kwamen echter abrupt tot een
einde in de jaren 1920 – 1930. Boerenbewegingen werden verpletterd onder het gewicht van de
dictaturen en het agrarisch beleid dat zij voerden, en ook de wetenschappelijke interesse werd, zeker in
de USSR, aan banden gelegd.9 In het tegen die tijd sterk geïndustrialiseerde West-Europa werd over
boeren gedacht en geschreven als zijnde teloorgaande relicten van vroegere, premoderne tijden. Dat
schrijven gebeurde voornamelijk in het Engels, en ‗The word ‗peasant‘ was assigned in the English
language to its medieval context. Seemingly offensive to modern eyes and to the people so called, it
was excluded from modern scholarly discourse, from policy making en from expert advice.‘10
Eind
jaren 1960 werd pijnlijk duidelijk dat het decennialange negeren van de boeren in het
wetenschappelijk onderzoek een vergissing was geweest. Er was wel degelijk hoge nood aan
4 MCWILLIAMS, W.C. en PIOTROWSKI, H. The World since 1945. A History of International Relations. Boulder,
London, 2005, Lynne Rienner Publishers, p. 353 5 WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century. New York, 1969, Harper & Row, p. ix
6 WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. x
7 SHANIN, T. Defining Peasants: essays concerning rural societies, expolary economies, and learing from them
in the contemporary world. Oxford, 1990, Blackwell, p. 6 8 SHANIN, T. Defining Peasants, p. 6
9 SHANIN, T. Defining Peasants, p. 6
10SHANIN, T. Defining Peasants, p. 6. Ook Desmarais vestigde herhaaldelijk de aandacht op het feit dat de term
peasant zoals die gebruikt wordt in de Angelsaksische literatuur een vrij beperkte betekenis heeft die teruggaat
op het feodalisme. De termen paysan of campesino zijn in se breder, maar zelfs deze verwijzen naar de
peasantry als overblijfsel van het verleden. Zie hiervoor DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and
the power of peasants. Nova Scotia, Londen, 2007, Fernwood Publishing, Pluto Press, p. 195
8
onderzoek naar de peasantry wilde men iets kunnen begrijpen van de toenmalige ontwikkelingen. ‗A
new theoretical armoury was rapidly set up consisting of some of the old and partly forgotten texts by
Znaniecki, Marx, Lenin, Sorokin, Kroeber […] and a few more.‘11
Van groot belang was de vertaling
(naar het Engels) van het pas ontdekte Grundrisse van Karl Marx in 1964, en van het werk van de
Russische econoom Alexander Vasilevich Chayanov in 1966. In de daaropvolgende jaren werden een
aantal basiswerken over peasants en over peasant resistance geschreven, grotendeels vanuit
antropologische hoek.
Al bij al heerst er bij die klassieke auteurs vrij grote consensus over wat nu precies de peasantry is en
wat haar plaats in de wereld is. Met gevleugelde woorden schreef Eric Wolf in 1966 ‗This book is
concerned with those large segments of mankind which stand midway between the primitive tribe and
indrustrial society.‘12
Het boek, getiteld ‗Peasants‘, is ‗[…] first of all, concerned with a phase in the
evolution of human society.‘13
Ook Eric Hobsbawm zag in zijn onderzoek naar social banditry de
peasant society als thuishorend ‗between the evolutionary phase of tribal and kinship organization, and
modern capitalist and industrial society, but including the phases of disintegrating kinship society and
the transition to agrarian capitalism.‘14
Elders stelde hij zelfs ‗The most dramatic and far-reaching
social change of the second half of this century, and the one which cuts us off for ever from the world
of the past, is the death of the peasantry.‘15
Theodor Shanin schreef hierover ‗Modernity and
capitalism came to Europe with the triple revolution of industrialization, of citizenship within a nation
state, and of the spread of a secular, mathematics-bound science of practical application. In its most
fundamental self-images this was a world without peasants; indeed, depeasantization became a major
index of modernization.‘16
In zijn werk ging Shanin wel in tegen het idee dat kapitalisme
depeasantation impliceert.17
Binaire opposities van het type ‗before and after capitalism; before
rationality and after rationality; before class struggle and after class struggle‘ zijn volgens hem geen
nuttig instrument voor het onderzoeken van de peasantry. ‗Even more, ‗like every social entity,
peasantry exists in fact only as a process.‘18
Desalniettemin situeert ook hij de ‗small producers‘
society‘ historisch ‗in the intermediate period between tribal-nomadic and industrializing societies.‘19
Boeren zijn dus, volgens de klassieke literatuur, gedoemd om als dusdanig te verdwijnen – iets wat
Marx zelf reeds had voorspeld.20
Landbouw werd verwacht een zaak te worden van agrarische
ondernemers, die met behulp van moderne technologie op industriële wijze gewassen en vee zouden
produceren op grote schaal.
Veertig jaar nadat het toen kersverse onderzoeksveld werd bestormd zijn boeren echter aanweziger
dan ooit, en op een manier die vroeger ondenkbaar leek. Destijds zou niemand geloofd hebben dat
boeren capabel waren om over de landsgrenzen heen samen te werken, laat staan dat ze het met succes
konden opnemen tegen een grote internationale instelling van het formaat van de WTO. Nochtans
11
SHANIN, T. Defining Peasants p. 8 12
WOLF, E. R. Peasants. New Jersey, 1966, Prentice-Hall, p. vii 13
idem 14
HOBSBAWM, E. J. Bandits. Londen, 1969, Weidenfield & Nicolson, p. 14 15
HOBSBAWM, E. J. The Age of Extremes: The Short Twentieth Century 1914 – 1991. Londen, 1994, Abacus, p.
289 16
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 5 17
SHANIN, T. ‗Measuring Peasant Capitalism: The Operationalization of Concepts of Political Economy‘, in:
HOBSBAWM, E.J. (ed.). Peasants in History: Essays in Honour of Daniel Thorner. Oxford, 1980, Oxford
University Press, p. 83 18
SHANIN, T., geciteerd uit VANHAUTE, E. 19
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 29 20
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants. Nova Scotia, Londen, 2007,
Fernwood Publishing, Pluto Press, p. 195
9
waren boeren opvallend aanwezig in de massale protesten tegen de WTO in Seattle, Cancún, Hong
Kong en Genève. Vele boeren bekritiseren openlijk het globale economische systeem en dan vooral de
manier waarop de agrarische sector daarin ingewerkt is. Dergelijke kritieken zijn op zich natuurlijk
niet verbazingwekkend. Tenslotte betreft het een systeem waarin peasants overbodig worden geacht,
en dat in rurale regio‘s de nodige problemen met zich meebrengt. Bovendien is het een systeem dat
absoluut niet duurzaam genoemd kan worden, dat gepaard gaat met de snelle teloorgang van
biodiversiteit en dus ook met de verwoesting van hun overlevingsbasis. Dat de boeren daar niet
gelukkig mee zijn spreekt voor zich. Opvallend is wel de openbaarheid en vooral de kracht waarmee
de boeren hun ongenoegen uiten, en de trots op hun boer-zijn waarmee dat gepaard gaat. Voor hen
staat het blijkbaar niet ter discussie dat er altijd boeren geweest zijn en altijd boeren zullen zijn.
Bovendien leveren ze niet alleen kritiek. Boeren brengen alternatieve modellen aan die ze ook zelf in
praktijk proberen te brengen, met variërende gradaties van succes. De focus daarbij varieert: lokaal en
nationaal, zoals bijvoorbeeld de Zapatistas in Mexico, of de Maoïstische rebellenbeweging van de
Naxalieten in India; maar ook regionaal en zelfs mondiaal, zoals bijvoorbeeld het netwerk campesino
a campesino in Latijns-Amerika en La Via Campesina.21
Het ziet er met andere woorden niet
onmiddellijk naar uit dat de peasantries van deze wereld op sterven na dood zijn.
Dit alles roept vragen op bij een aantal vooronderstellingen van de klassieke literatuur over peasants.
Vooreerst lijken de onderzoekers zich vergist te hebben in de houdbaarheid van boeren. De boeren
werden geacht te verdwijnen, maar dat lijkt op heden niet aan de orde. Maar hoe komt dat? Hoe is het
mogelijk dat boeren van over de hele wereld op vandaag op verschillende niveaus veerkrachtig,
koppig en trots het hoofd bieden aan een globaal systeem dat lijnrecht ingaat tegen hun levenswijze;
een systeem dat hun leefwereld radicaal overhoop heeft gegooid? Een moeilijke vraag, waar niet
snelsnel een antwoord op gevonden kan worden. Velen zijn van mening dat er op vandaag geen
‗echte‘ peasants meer bestaan22
– iets wat door de feiten tegengesproken wordt. Blijkbaar moeten de
klassieke uitgangspunten op vandaag opnieuw bevraagd worden, wat gepaard gaat met de nodige
discussie. En dus zijn peasants de jongste jaren weer een brandpunt van wetenschappelijke interesse.
Veel echte antwoorden heeft dit recente onderzoek nog niet opgeleverd, al zijn wel een aantal
interessante denkpistes geopend. Een groot gedeelte van de recente literatuur is echter gewijd aan het
zoeken naar de wortels van hedendaagse boerenbewegingen of aan het mislukken van het (neoliberaal
geïnspireerde) ontwikkelingsprogramma.23
Veel aandacht wordt ook besteed aan het concept food
sovereignty.24
De recente voedselcrisis, gelinkt aan de reeds bestaande ecologische crisis en de
financiële crisis zijn daar zeker niet vreemd aan. Ook het jarenlange falen van internationale
instellingen om een steekhoudende, coherente visie over de voedselproblematiek en recenter de
klimaatcrisis te formuleren, laat staan adequate acties te ondernemen speelt hierin een rol.
Boerenverzet op zich staat tot dusver niet bovenaan op de wetenschappelijke agenda.
21
Zie bijvoorbeeld: SHAH, A. en PETTIGREW, J. ‗Windows into a revolution. Ethnographies of Maoism in South
Asia.‘ In: Dialectical Anthropology, Vol. 33, nrs. 3&4 (December 2009). pp. 225-251; ROSS, J. Zapatistas:
making another world possible. Chronicles of resitance 2000-2006. S.l., 2006, Nation Books. 385p.; HOLT-
GIMENEZ, E. Campesino a Campesino: Voices from Latin America's Farmer to Farmer Movement for
Sustainable Agriculture. Oakland, 2006, Food First Books. 226 p. 22
EDELMAN, M. ‗The Persistence of the Peasantry.‘ in: NACLA Report on the Americas, Vol. 33, Nr. 5
(maart/april 2000), p. 15 23
zie bijvoorbeeld: MCMICHAEL, P. ‗Peasant Prospects in the Neoliberal Age.‘ in: New Political Economy. Vol.
11, nr. 3 (September 2006). pp. 407-418; ROSS, E. B. ‗Malthusianism, Capitalist Agriculture, and the Fate of
Peasants in the Making of the Modern World Food System.‘ in: Review of Radical Political Enemics. Vol. 35,
nr. 4 (herfst 2003). pp. 447-461
24 zie bijvoorbeeld: PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 3. (juli 2009). pp.
663-706
10
Niet alleen academici zijn zich bewust van de noodzaak om de klassieke aannames in vraag te stellen.
Ook boeren zelf proberen bewust en nadrukkelijk hun boer-zijn te herdefiniëren, in het licht van de
hedendaagse context. Op die manier leveren ze ook kritiek op de lacunes die in de gangbare ideeën
vervat zitten, en geven ze zelf en bewust impulsen aan de discussies op academisch niveau. Termen en
woorden zijn nooit neutraal, en daar zijn ook de boeren zich van bewust. Karen Pedersen, voorzitster
van de Canadese National Farmers Union (NFU)-vrouwen tussen 2002 en 2005 bracht het als volgt
onder woorden: ‗The language around us is changing all the time. Historically, we were peasants.
Then when that term came to mean ―backward‖ we became ―farmers‖. In these day ―farmer‖ has the
connotation of inefficiency and we are strongly encouraged to be more modern, to see ourselves
instead as managers, business people or entrepreneurs capable of handling increasingly larger pieces
of territory. Well, I am a farmer and I am a peasant. […] I am reclaiming the term peasant because I
actually believe that small is more efficient, it is socially intelligent, it is community orientated. Being
a peasant stands for the kind of agriculture and rural communities we are striving to build.‘25
Dit onderzoek focust specifiek op boerenverzet – een onderwerp dat ook in de traditionele literatuur op
veel aandacht kon rekenen. De waarde van die literatuur werd vorig jaar nog aangetoond door Céline
Van Den Abeele. In haar eindverhandeling toetste ze de theoriën aan het verzet van Russische
peasants tegen de collectivisatie in de jaren 1930. Die casus bevestigde grotendeels het beeld dat in de
klassieke literatuur bestaat over boeren en hun verzet. In haar conclusie formuleerde Van Den Abeele
echter serieuze bedenkingen op bij de bruikbaarheid van die traditionele literatuur bij onderzoek naar
de boerenverzet op vandaag. Terechte twijfel, zoals ook blijkt uit wat hierboven reeds aangetoond
werd. Mijn bedoeling is nagaan in hoeverre die klassieke werken nog van nut zijn, eventuele lacunes
of misvattingen in de literatuur op het spoor te komen, en al doende hopelijk ook nieuwe vragen en
mogelijkheden te ontdekken.
Dit onderzoek wil echter ook, misschien in de eerste plaats, een helder beeld schetsen van wat
hedendaags boerenverzet is; het waarom en het hoe van boerenweerstand in kaart brengen en nagaan
en wat hen dat oplevert. Hedendaags boerenverzet neemt echter vele vormen aan. Hier wordt één
specifieke manifestatie onderzocht: de transnationale boerenbeweging (hierna TAM) La Via
Campesina.26
Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de interne dynamiek van de Via Campesina en
de manier waarop verschillende niveaus (lokaal, nationaal, internationaal) zich tot elkaar verhouden en
met elkaar verbonden zijn. Tot nog toe is naar deze aspecten van TAM‘s zeer weinig tot geen
systematisch onderzoek gevoerd.27
Dit onderzoek wil dan ook een eerste poging zijn om deze
dynamieken bloot te leggen. De inzichten die daarbij opgedaan worden laten ook toe, middels
confrontatie met de traditionele literatuur, op zoek te gaan naar continuïteiten of het gebrek daaraan in
de verzetspraktijk. In hoeverre is boerenverzet op vandaag hedendaags? Betreft het hier iets nieuws, of
zijn er grote parallellen met de manier waarop boeren een eeuw geleden hun belangen behartigden of
hun ongenoegen uitten? En hoe kunnen we gelijkenissen of het gebrek daaraan verklaren?
2. Methodologie
2.1 Werkwijze
25
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 196 26
in de literatuur wordt hiervoor de term ‘Transnational Agrarian Movement‘, afgekort TAM gebruikt. 27
BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and Politics,
Campaigns and Impact.‘ in: Journal of Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3 (april en juli 2008), p. 179-180
11
Om op deze vragen een antwoord te vinden hanteer ik een comparatieve aanpak. In een eerste luik van
het onderzoek wordt, op basis van de klassieke literatuur aangaande peasant resistance, een
theoretische analyse gemaakt van boerenverzet zoals dat eind 19e, begin 20
ste eeuw nog bestond in
West-Europa en Noord-Amerika; en zeker tot na de eerste helft van de 20e eeuw in de rest van de
wereld, voornamelijk Latijns-Amerika en Azië. Daarna wordt op analoge wijze een analyse gemaakt
van het boerenverzet zoals dat op vandaag ingevuld en vormgegeven wordt door de Via Campesina.
Deze beweging vormt om drie redenen een interessante casus. Ten eerste is het de grootste
internationale boerenbeweging die op dit moment bestaat; bovendien is het de eerste boerenbeweging
die verzet voert op mondiale schaal – of dat toch ambieert; en tenslotte is het ook één van de best
gedocumenteerde boerenbewegingen tot dusver.
Zowel in het eerste, als in het tweede deel worden dezelfde aspecten van boerenverzet onderzocht.
Telkens wordt begonnen met het nagaan wie de peasants zijn en wat hun voornaamste kenmerken
zijn. Vervolgens wordt gekeken hoe hun verzet gestalte krijgt: wat zijn hun eisen of welke belangen
proberen ze te vrijwaren, welke factoren spelen een rol in de mobilisatie van boeren, hoe en door wie
wordt het verzet georganiseerd, wat voor acties ondernemen boeren, tegen wie of wat en, tenslotte,
met welk resultaat?
In het derde luik worden beide analyses systematisch met elkaar geconfronteerd, om dan, waar
mogelijk, op zoek te gaan naar verklaringen voor de resultaten die dat oplevert; en zo tot conclusies te
komen.
2.2 Bronnen
Het eerste deel van deze thesis is, zoals gezegd, gebaseerd op de klassieke literatuur aangaande
peasant resistance. Daarbij gebruik ik voornamelijk de werken van Eric Wolf, James Scott en Eric
Hobsbawm. Céline Van Den Abeele onderbouwde en rechtvaardigde deze keuze vorig jaar nog
uitvoerig in het kader van haar eindverhandeling.28
Met uitzondering van Scott‘s Weapons of the weak
handelen alle gebruikte werken over boerenverzet in het algemeen en niet over een specifieke casus.
Voor dit onderzoek is dit erg handig. Daarenboven vullen de werken van Wolf, Scott en Hobsbawm
elkaar thematisch mooi aan: Scott onderzocht voornamelijk het alledaags verzet, in Weapons of the
Weak in het licht van de impact die de green revolution en het kapitalisme hebben op het leven van de
boeren in een Maleisische dorpsgemeenschap, elders algemener; Hobsbawm focuste voornamelijk op
een aantal specifieke en grootschaliger vormen van boerenverzet, zoals social banditry; en Wolf
tenslotte analyseerde revolutionair boerenverzet. Voor een uitvoerige bespreking van de inhoud en
academische ontvangst van elk van deze werken verwijs ik naar de eindverhandeling van Céline Van
Den Abeele.29
Belangrijk om hier te vermelden is dat elk van deze auteurs de peasantry benadert
vanuit een marxistisch uitgangspunt. Dit verklaart ten dele ook de pessimistische en denigrerende
ondertoon die in hun werken af en toe opduikt. Marx zelf zag in het industriële arbeidersklasse een
nieuwe kracht die een revolutie mogelijk zou maken, daar waar statische boerengemeenschappen, toch
al duizenden jaren de meerderheid van de bevolking, daar zelfs nooit in de buurt van kwamen.
Diezelfde bijklank van achterlijkheid en ondergang zien we ook hier en daar bij Wolf, Scott en
Hobsbawm. Shanin nuanceert in zijn werk meer. Zoals gezegd ziet hij de verspreiding van het
kapitalisme niet als het definitieve einde van de peasantry; al blijft dat einde wel een vaststaand feit.
28
VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de collectivisatie in de jaren 1930:
het traditionele verzet tegen oppressie en exploitatie, of een unieke casus? S.l., 2009, s.n., pp. 27-39 29
ibidem
12
Hij bekritiseert ook het bestaan van een ‗revolutionaire klasse‘, en benadrukt het belang van de sociale
en historische context voor het genereren van revolutionair potentieel bij bepaalde groepen in de
samenleving. Het marxistische denkkader vertaalt zich niet alleen in een aantal premissen, maar ook in
het gebruik van een aantal theoretische categoriën zoals het concept ‗klasse‘ – iets dat in realiteit
onbestaande is, zoals ook Scott in zijn werk benadrukt.30
Voor onderzoek naar boerenverzet is het
concept trouwens nog minder accuraat dan anders, want, aldus Wolf, ‗peasant interests – especially
among poor peasants – often crosscut class alignments. Rich and poor peasants may be kinfolk, or a
peasant may be at the same time owner, renter, share-cropper, laborer for his neighbors and seasonal
hand on a nearby plantation. Each different involvement aligns him differently with his fellows and
with the outside world.‘31
Groepen in de samenleving zijn nooit massieve, homogene eenheden;
derhalve is een dergelijke invulling ook onbruikbaar voor historisch onderzoek.32
Zoals gezegd zijn er nog zeer weinig antwoorden op de vragen die het hedendaags boerenverzet
opwerpt. Om een volledig beeld te kunnen krijgen van boerenverzet op vandaag moest ik de mosterd
dus elders vandaan halen. Een aantal uitzonderingen waarvan de belangrijkste hieronder toelicht
worden daar gelaten is het tweede deel van mijn onderzoek gebaseerd op materiaal dat de Via
Campesina zelf ter beschikking stelt op haar website. Het betreft dus eersterangs bronnenmateriaal dat
door de boerenbeweging zelf wordt verpreid, en de primaire bedoeling daarvan is zeker niet onderzoek
vergemakkelijken. Omzichtigheid is dan ook geboden. Dat geldt echter evenzeer voor de rest van de
gebruikte bronnen. Gezien de actualiteit van het boerenverzet en de verwevenheid ervan met andere
zeer actuele fenomenen, zoals de voedsel- en hongerproblematiek en bij uitbreiding het hele
ontwikkelingsdebat; de klimaatproblematiek en alle ecologische crisissen die er ten dele aan te wijten
zijn; de economische crisis; enzovoort; is het niet verbazingwekkend dat niet alleen academici hier
onderzoek naar doen. Ook andere actoren, zoals NGO‘s en activisten zijn actief in het veld. Daarin
speelt de grote toegankelijkheid en verspreidbaarheid van informatie een grote rol. Hoewel al deze
onderzoekers een eigen, specifieke agenda hebben, zijn de grenzen tussen wetenschappers en
activisten niet altijd duidelijk te trekken. En dat geldt ook voor de relatie die elk van hen heeft met de
bewegingen die bestudeerd worden. Ook dit spanningsveld moeten we dus in het achterhoofd houden
bij onderzoek naar boerenverzet.33
Het lijkt mij dan ook nuttig om hier de achtergrond van de
belangrijkste bronnen toe te lichten alvorens het eigenlijke onderzoek te beginnen.
Het werk van Anetta Aurélie Desmarais, en dan vooral haar La Via Campesina. Globalization and the
power of peasants, verschenen in 2007, is bij dit onderzoek zeer nuttig gebleken. Desmarais reikt van
zeer nabij een gedetailleerd, veelzijdig en betrokken antwoord aan op de vragen over het hoe en
waarom van de Via Campesina. Desmarais doceert aan het Department of Justice Studies van de
universiteit van Regina. Ze werkt vooral rond voedselsoevereiniteit en daaraan gekoppeld ook rond
globalisering en agrarian change. Ze maakt ook deel uit van een gemeenschappelijk
onderzoeksproject met de Via Campesina, zetelt in het adviesorgaan van het Journal of Peasant
Studies en is lid van de Canadian Association of Food Studies.34
Desmarais stamt uit een Canadese
boerenfamilie en was zelf veertien jaar boerin in Saskatchewan, in Canada. In het kader van een
30
SCOTT, J. Weapons of the Weak: everyday forms of peasant resistance. New Haven, 1987, Yale University
Press, p. 296-297 31
WOLF, E. R. Peasants, p. 289-290 32
zo waarschuwt Gita Deneckere, gelezen in: VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische
peasant en de collectivisatie in de jaren 1930, p. 18 33
zie hierover: EDELMAN, M. ‗Synergies and tensions between rural social movements and professional
researchers.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 1 (januari2009). pp. 245-265 34
http://www.arts.uregina.ca/prospective-students/faculty-research/annette-desmarais, laatst geraadpleegd op
11/07/2010
13
project van de Oxfam Canada Farmers Brigade trok ze eind jaren 1980 naar Nicaragua om daar
boeren te leren hun machines preventief te onderhouden. Na deze ervaring ging ze werken als
coördinatrice van het Oxfam Global Agriculture Project dat de Canadese National Farmers Union
hielp duurzame relaties uit te bouwen met boerenbewegingen in de hele wereld. Vanuit deze positie
was ze nauw betrokken bij de oprichting van de Via Campesina en werkte ze ook als technisch
personeel voor de beweging. In 1997 werd het project waarvoor ze werkte echter grondig hertekend.
Desmarais wou echter verder actief meewerken aan de noodzakelijke veranderingen in rurale
gebieden. Daarom deed ze de Via Campesina een voorstel: ‗[…] I approached the movement with the
idea of doing doctoral research on and with the movement. At the time the Via Campesina was going
into its fifth year, and its leadership agreed that research focused on the movement might be useful in
determining its strengths and weaknesses and possibly signaling ideas for future directions.‘35
La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational social movement verscheen begin dit
jaar. Het artikel biedt een gestructureerde analyse van de geschiedenis van de Via Campesina tot op
heden. Het fungeerde daardoor als nuttig kader om de informatie die ik op de website van de beweging
vond te ordenen en in een juist perspectief te plaatsen. Het artikel is van de hand van María Elena
Martínez-Torres en Peter M. Rosset. Martínez-Torres participeert als faculteitslid aan het Ambiente y
Sociedad (milieu en samenleving) -onderzoeksprogramma van het Centro di Investicaciones y
Estudios Superiors en Antropologia Social (CIESAS-Sureste) in Chiapas, Mexico. Ze is ook
geassocieerd aan het Center for the Study of the Americas (CENSA) in Berkely, in de USA. Daarnaast
is ze ook de directrice van Desarrollo Alternitivo (DESAL), een Mexicaanse NGO die werkt rond
alternatieve ontwikkeling.36
Rosset verricht momenteel onderzoek aan het Centro de Estudios para el
Cambio en el Campo Mexicano in Oaxaca, Mexico. Het centrum houdt zich bezig met het bestuderen
van agrarian change. Rosset is ook mede-coördinator van het Land Research Action Network
(LRAN), een organisatie waar de Via Campesina nauw mee samenwerkt. Hij is geaffilieerd aan de
University of California en evenals Martinez geassocieerd aan het CENSA, allebei in gevestigd in
Berkely. Voorheen was hij ook co-directeur van FoodFirst, het Institute for Food and Development
Policy. In de jaren 1980 leidde hij een aantal duurzame landbouwprojecten in Centraal-Amerika.
Daarenboven doceerde hij reeds aan een hele resem instellingen: Stanford University, de University of
California, de Universidad Nacional Agraria in Nicaragua, de Universidad Agraria de La Habana
(ISCAH), de Universidad Central in Las Villas, Cuba en het Centro Agronómico Tropical de
Investigación y Enseñanza (tropisch centrum voor agrarisch onderzoek en opleiding, CATIE) in Costa
Rica. Tenslotte zetelt hij ook in de raad van bestuur van Focus on the Global South, een NGO met
hoofdzetel in Thailand die zich bezighoudt met het analyseren van neoliberale globalisering en
militarisering met als doel het ontmantelen van repressieve economische en militaire structuren, het
vormgeven van alternatieven, en het promoten van demilitarisering en peace-building.37
Een derde belangrijke bron is het artikel La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian
Reform van Saturnino M. Borras Jr. In dit artikel schetst Borras, gebaseerd op één specifieke
campagne, hoe de Via Campesina in praktijk te werk gaat. Daardoor onderbouwt hij een aantal
evoluties die Martínez-Torres en Rosset in hun artikel bespreken. Bovendien legt hij ook een aantal
spanningen bloot waarmee de Via Campesina intern te maken heeft en zal blijven hebben. Borras heeft
35
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 18-19 36
http://sureste.ciesas.edu.mx/Investigacion/lineas%20de%20investigacion/ambiente%20y%20sociedad.html,
laatst geraadpleegd op 11/07/2010 en http://www.ohioswallow.com/author/Maria+Elena+Martinez-Torres, laatst
geraadpleegd op 11/07/2010 37
http://www.fernwoodpublishing.ca/author/Peter-M-Rosset/, laatst geraadpleegd op 11/07/2010 en
http://www.gdnet.org/cms.php?id=organization_details&organization_id=2093, laatst geraadpleegd op
11/07/2010
14
een zetel aan de vakgroep International Development Studies aan de Saint Mary’s University in
Halifax, in Canada. Professioneel is hij vooral geïnteresseerd in agrarische hervormingsprogramma‘s,
in rurale sociale bewegingen, in de relaties tussen de staat en de maatschappij, tussen rurale
gemeenschappen en globaliseringsprocessen, maar ook in nationale en transnationale verhoudingen
tussen de rurale gebieden en de steden, en in conflicten en geweld die te maken hebben met
grondbezit. Borras is echter ook een activist die deel uitmaakte van een aantal rurale bewegingen op de
Filipijnen en sedert de vroege jaren 1980 ook daarbuiten. Hij was nauw betrokken bij de oprichting
van de Via Campesina en zetelde van bij de oprichting van de beweging in 1993 tot 1996 in de
International Coordinating Comission (hierna ICC). Hij werkte reeds nauw samen met een aantal
overheids- en ontwikkelingsinstellingen en onofficieel ook met een aantal NGO‘s, iets wat hij ook op
heden nog steeds doet.38
Tenslotte, en van een heel andere orde, moet hier ook nog Boerengeluk, boerenverdriet vermeld
worden. Dit boek is zeker geen wetenschappelijk werk. Het bestaat uit drie delen. Het eerste deel is
geschreven door Renaat Devreese, een boer uit Klemskerke, in de Vlaamse polders. Het is het zijn
verhaal, het gaat over hoe zijn geiten tijdens de mond- en klauwzeercrisis in 2001 nodeloos stuk voor
stuk afgeslacht werden. Hier zijn echter deel twee en vooral deel drie van belang; geschreven door
Koen Dhoore en Relinde Baeten. Het ene deel handelt over de verdeeldheid onder boeren over
vaccinatie van hun dieren, het andere deel gaat over wat de auteurs noemen ‗boerenlandbouw‘. In deze
delen worden een aantal belangrijke aspecten van peasant agriculture zoals ook de Via Campesina die
ziet opgelijst. Het boek is uitgegeven door de Stichting Boerenlandbouw, een samenwerking tussen
het Steunfonds Reigershof, dat naar aanleiding van het doden van de hele veestapel van Devreese
werd gesticht; de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren (VELT); en het Vlaams Agrarisch
Centrum (hierna VAC). Het VAC is als lid van de Coordination Paysanne Européenne (CPE) ook lid
van de Via Campesina. Vanzelfsprekend heb ik dit boekje niet gebruikt als bron voor mijn onderzoek
naar boerenverzet. Wel heb ik er enkele keren uit geput om een illustratie te vinden van een lokale
uiting van een bepaald kenmerk van de Via Campesina dat ik middels andere bronnen duidelijk kan
onderbouwen. Dat geldt ook voor de referenties naar specifieke acties van het VAC.
2.3 Voorafgaande opmerkingen
Een eerste verduidelijking gaat over de termen die hier gebruikt worden om peasants te benoemen. In
de hoofdzakelijk Engelstalige wetenschappelijke literatuur wordt consequent een duidelijk
onderscheid gemaakt tussen peasants en farmers, waarbij peasants hun stiel uitoefenen met als
uitgangspunt de noden van hun eigen huishouden en farmers een marktgerichte economische logica
volgen.39
In het Nederlands bestaat echter alleen de term ‗boeren‘. Wanneer ik deze gebruik, doe ik dat
tenzij anders aangegeven in de betekenis van peasants.
Ten tweede wil ik ‗verzet‘ presiceren. Het is een woord dat een hele resem associaties oproept, maar
de realiteit is vaak minder romantisch en evenmin spectaculair. Om dat scherp te stellen geef ik hier
enkele bedenkingen, afkomstig van James Scott. Voor hem is het cruciale en bepalende element om te
kunnen spreken van verzet intentie, ook al zijn intenties vaak moeilijk of onmogelijk te achterhalen:
‗For many forms of peasant resistance, we have every reason to expect that actors will remain mute
38
http://www.smu.ca/academic/arts/ids/documents/BorrasComprehensiveC.V.9A.pdf, laatst geraadpleegd op
11/07/2010 39
WOLF, E. R. Peasants, p. 2
15
about their intentions. Their safety may depend on silence and anonimity; the kind of resistance itself
may depend for its effectiveness on the appearance of conformity; their intentions may be so
embedded in the peasant subculture and in the routine, taken-for-granted struggle to provide for the
subsistence and survival of the household as to remain inarticulate. The fish do not talk about the
water.‘40
.
Verzet is ‗[…] any act(s) by member(s) of a subordinate class that is or are intended either to mitigate
or deny claims (for example, rents, taxes, prestige) made on that class by superordinate classes (for
example, landlords, large farmers, the state) or to advance its own claims (for example, work, land,
charity, respect) vis-à-vis those superordinate classes.‘41
Volgens Scott heeft het teveel focussen op
‗daden‘ van verzet weinig nut, enerzijds omdat het zeer moeilijk is om bewijzen te vinden voor de
intenties die aan de daad ten grondslag liggen, anderzijds omdat verschillende motieven kunnen
meespelen en het dus niet altijd uit te maken is of de wil om verzet te plegen de grootste trigger is.42
Volgens Scott kan verzet ook een secundair doel zijn, of zelfs helemaal geen doel maar eerder een
neveneffect. Die gedachte verder uitwerkend, stelt hij het onderscheid in vraag dat in de literatuur vaak
gemaakt wordt tussen ‗real resistance‘ en ‗token, incidental, of epiphenomenal activities‘ in vraag.
Daarbij wordt ‗echt verzet‘ gezien als ‗(a) organised, systematic, and cooperative, (b) principled or
selfless, (c) has revolutionary consequences, and/or (d) embodies ideas or intentions that negate the
basis of domination itself‘43; en ‗symbolisch verzet‘ als ‗(a) unorganized, unsystematic, and individual,
(b) opportunistic and self-indulgent, (c) have no revolutionary consequences, and/or (d) imply, in their
intention or meaning, an accommodation with the system of domination.‘44
Die strakke tweedeling
gaat volgens Scott volledig voorbij aan het wezen van peasant resistance. Het element eigenbelang is
een cruciaal onderdeel van het verzet van ‗peasants and proletarians‘.45
De gevolgen van een daad die
primair het eigenbelang van één boer dient halen doorgaans het systeem niet onderuit, maar op lange
termijn en op grote schaal kunnen dergelijke daden wel een ernstig ondermijnend effect tot gevolg
hebben.46
Ook ‗revolutionair‘ is een term die best vooraf verhelderd wordt. Mijn invulling hiervan is gebaseerd
op het onderscheid dat Hobsbawm maakt tussen revolutionair en reformitistisch. ‗The principle is
quite clear. Reformists accept the general framework of an institution or social arrangement, but
consider it capable of improvement or, where abuses have crept in, reform; revolutionaries insist that it
must be fundamentally transformed, or replaced.‘47
Dat verschil is belangrijk omdat het ook een
invloed heeft op de manier waarop het verzet georganiseerd wordt, op de ontwikkeling van een
strategie en van tactieken om die strategie in praktijk om te zetten, enzovoorts. Alhoewel het
onderscheid eenvoudig overkomt, is het in praktijk niet altijd even makkelijk te maken. Niet alleen
vanwege ‗the reluctance (which is universal in politics) of people to accept accurate descriptions
whose implications they do not like; […]‘48
, maar ook omdat er binnen sociale bewegingen nagenoeg
altijd een constante wisselwerking tussen deze twee uitersten bestaat. Reformisten moeten namelijk
een idee hebben over wat en hoe hervormd moet worden, wat kan uitmonden in revolutionaire ideeën;
40
SCOTT, J. Weapons of the Weak: everyday forms of peasant resistance, p. 301 41
SCOTT, J. Weapons of the Weak: everyday forms of peasant resistance, p. 290 42
idem, p. 290-291 43
idem, p. 292 44
ibidem 45
idem, p. 291 46
idem, p. 295-296 47
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels. Studies in Archaic Forms of Social Movement in the 19th
and 20th
centuries. Manchester, 1959, Manchester University Press, p. 10 48
ibidem
16
omgekeerd moeten revolutionairen ook nadenken over de bestaande samenleving en hoe ze met die
samenleving als uitgangspunt een revolutie met voldoende draagkracht willen opzetten. Bij
onverwachts succes kunnen reformisten zich gewaar worden van ontluikende revolutionaire
gevoelens, bij bijzonder weinig slaagkansen kunnen revolutionairen zich feitelijk als reformisten
opstellen, enzovoort.49
Hoewel niet altijd scherp te trekken is deze tweedeling toch nuttig om een
correct en volledig beeld krijgen van verzet.
Tenslotte verdraagt ook de term globalisering enige duiding. Het is een omstreden term die
uiteenlopende connotaties en invullingen met zich meedraagt. Sommigen achten het concept
onbruikbaar en stellen voor alternatieven te zoeken.50
Maar zoals ook de bovenstaande opmerkingen al
duidelijk maken zijn termen altijd aanvechtbaar, nooit neutraal, en altijd een bron van spanningen.
Alternatieve benamingen zoeken voor reeds bestudeerde processen biedt dan ook geen uitweg.
Nuttiger is het duidelijk te stellen wat precies verstaan wordt onder bepaalde termen. Volgens Jan-
Frederik Abbeloos is globalisering een proces van interactionele schaalvergroting en toenemende
impact van deze interactie op het sociale en individuele leven.51
Het is een actief proces waarin
verschillende actoren een rol spelen. ‗De belangrijkste zijn (multinationale) bedrijven,
kapitaalsgroepen, staten en politieke instellingen, cultureel-religieuze bewegingen en internationale
drukkingsgroepen zoals de antiglobaliseringsbeweging. Maar ook individuen spelen een grote rol door
[…] het actief gebruiken van technologische mogelijkheden in het ‗globaliseren‘ van hun sociaal
netwerk.‘52
Maar globalisering is ook een historisch proces. Voor sommigen begon het 5000 jaar
geleden, voor anderen 500, 150 of 30 jaar geleden. ‗Het is moeilijk om de rol te minimaliseren van de
koloniale en commerciële expansie tijdens de lange 16e eeuw, de industriële en imperialistische
expansie in de late 19de
eeuw, en de globale financiële expansie in de late 20ste
eeuw. Verschillende
historici mogen het ene versnellingsmoment al meer naar waarde schatten dan het andere, elke periode
heeft bijgedragen tot het vervullen van de technologische, politieke en culturele voorwaarden die ons
toelaten om vandaag een muisklik verwijderd te zijn van de ‗global village‘.‘53
In dit onderzoek is
vooral het laatste versnellingsmoment van belang. Voor de jaren 1970 vonden de contacten
voornamelijk plaats tussen natiestaten. Vanaf de jaren 1970 ontstaan steeds meer natie-overkoepelende
systemen. Processen van internationalisering en multinationalisering die reeds eerder aan de gang
waren worden sindsdien versterkt door het toenemen van wereldwijde stromen kapitaal en informatie
zonder tussenkomsten van de staat. ‗Geld, maar ook goederen worden natieloos, een product wordt
‗made in the world‘. Beslissingen zijn niet meer geografisch traceerbaar of beïnvloedbaar. De
nationale politiek verliest de greep op de economie.‘54
Deregulering is het wondermiddel van dit
neoliberale model: ‗economische deregulering, met een toenemende druk op de 20ste
-eeuwse sociale
verzorgingsstaat, met een groeiende delokalisatie van bedrijven en met een kleinere impact van de
georganiseerde arbeidersbeweging. Ten tweede financiële deregulering, met het in real time beleggen
van geld wereldwijd en een grotere onzekerheid (en grotere fluctuaties) op de kapitaalmarkten. Dit
gaat samen met, ten derde, een politieke deregulering, met het verdwijnen van politieke zekerheden,
zowel nationaal (de grote nationale partijen) als internationaal (de Koude Oorlog, bezegeld met de val
49
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 11-12 50
zie bijvoorbeeld Cooper, F. What is the concept of globalization good for? An African historian‘s perspective.,
in: African Affairs 51
VANHAUTE, E. en ABBELOOS, J-F. ‗Op zoek naar de wortels van de globale wereld: globalisering
als historisch verhaal.‘ in: Hermes. Tijdschrift van de Vlaamse Vereniging Leraren Geschiedenis. Vol. 13
(2009). p. 63 52
idem, p. 65 53
idem, p. 66-69 54
idem, p. 68
17
van de Berlijnse Muur in 1989).55
Zoals zal blijken is de traditionele literatuur aangaande peasants en
hun verzet vooral geschreven voor of in de prille beginjaren van deze recentste versnellingsfase van
het globaliseringsproces. Hierop wordt verder ingegaan in het besluit van dit onderzoek.
55
ibidem
18
deel I: Peasants en hun verzet in de traditionele wetenschappelijke
literatuur
1. Peasantries
Zoals gezegd, gaf de heruitgave van een deel van het werk van Chayanov in 1966 een belangrijke
impuls aan het onderzoek naar peasants. Zijn aandacht ging vooral uit naar de boerenfamilie als
productie- en consumptie-eenheid. Voor Chayanov is de peasant economy primair gericht op het
tegemoetkomen aan de eigen noden van de boerenfamilie. ‗The first fundamental characteristic of the
farm economy of the peasant is that it is a family economy. Its whole organization is determined by
the size and composition of the peasant family and by the coordination of its consumptive demands
with the number of its working hands.‘56
En ‗Such a unit has very special motives for economic
activity and also a very specific conception of profitability.‘57
Daarin zit, zoals reeds gezegd, ook het
verschil dat in de literatuur traditioneel gemaakt wordt tussen peasants en farmers: peasants
produceren primair (maar niet alleen maar) in functie van hun eigen behoeften, al kan produceren voor
de markt daar ook een onderdeel van zijn, terwijl farmers gezien worden als agrarische ondernemers,
die een kapitalistische logica hanteren.58
Ook Eric Wolf ziet peasants niet als bedrijfsleiders: ‗…he
[de peasant] runs a household.‘59
Wolf definieert de peasantry meer dan Chayanov als een deel van de bredere samenleving waarin ze
leven. Een peasant household, zelfs al zou het volledig zelfvoorziend zijn, bestaat niet los van die
maatschappelijke context en kan dus ook niet als dusdanig bestudeerd worden. ‗… peasants, however,
are rural cultivators whose surpluses are transferred to a dominant group of rulers that uses the
surpluses both to underwrite its own standard of living and to distribute the remainder to groups in
society that do not farm but must be fed for their specific goods and services in turn.‘60
De peasant
produceert dus voedsel, niet alleen voor zichzelf en zijn familie, maar voor een groter deel van de
bevolking. Systematisch wordt echter een deel van zijn opbrengsten geclaimd door dominante groepen
in de samenleving. Dat deel wordt aangeduid met de term rente. De vorm die deze rente aanneemt kan
uiteenlopend zijn. Ook de ongelijke machtsverhoudingen tussen de peasants en de machthebbers
kunnen verschillende vormen aannemen. Dat verklaart voor Wolf de heterogeniteit die zo typisch is
voor de peasantry. Voor Hobsbawm situeert een boerengemeenschap zich tussen twee ideaaltypes,
met aan de ene kant de mid-19e eeuwse communaal georganiseerde peasantry van Centraal-Rusland;
en aan de andere kant de eveneens mid-19e eeuwse Franse boeren, wier bestaan zich afspeelde binnen
een kader van wetten en burgerlijke instellingen.61
Hoe dan ook, de peasant is dus ‗subject to
asymmetrical power relations which make a permanent charge on his production.‘62
Dat onderscheidt
hem volgens Wolf ook van wat hij noemt primitive cultivators en geeft de peasant zijn plaats binnen
de beschaafde wereld. Die assymetrische machtsverhoudingen worden pas ten gronde verankerd in de
maatschappij bij het tot stand komen van een staat. De staat is voor Wolf het kader waarbinnen een
peasantry kan bestaan, omdat een staat ervoor zorgt dat de machtsverhoudingen tussen peasantry en
56
WOLF, E. R. Peasants, p. 14 57
CHAYANOV, A. V., in: THORNER, D., KERBLAY, B. en SMITH, R.E.F. A. V .Chayanov on the Theory of Peasant
Economy. Homewood, 1966, Irwin, p. 1 58
zie ook WOLF, E. R. Peasants, p. 2 59
WOLF, E. R. Peasants, p. 2 60
idem, p 3-4 61
HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 1, nr. 1 (oktober 1973), p. 4-5p.
4-5 62
WOLF, E. R. Peasants, p 9
19
machthebbers onpersoonlijker en abstracter worden: ‗Thus, it is only when a cultivator is integrated
into a society with a state – that is, when the cultivator becomes subject to the demands and sanctions
of power-holders outside his social stratum – that we can appropiately speak of peasantry.‘63
Staatsvormingsprocessen zijn bijzonder variabel, hetgeen dan logischerwijze ook opgaat voor de
machtsverhoudingen binnen de staten en dus ook voor de relatie tussen de peasantry en de andere
groepen in de samenleving.64
Een belangrijk kenmerk van de boerengemeenschap wordt door Hobsbawm benadrukt: een zekere
mate van collecitiviteit, vooral op het lokale vlak. Deze collectiviteit maakt het ontstaan van grote
sociale verschillen binnen de lokale gemeenschap onwaarschijnlijk. Dat wil evenwel niet zeggen dat
boerengemeenschappen egalitair zouden zijn, de collectiviteit remt het onstaan van een permanente
sociale differentiatie af.65
De peasant moet constant de eisen die hem van bovenaf worden opgelegd afwegen tegen de noden
van zijn huishouden. Daarbij wegen de eigen noden doorgaans het zwaarst door, ook al moet ook
tegemoet gekomen worden aan de eisen die aan de boer gesteld worden. Dit wordt door Wolf het
peasant dilemma genoemd. Er zijn voor peasants twee manieren om met dit spanningsveld om te
gaan: ofwel wordt de output verhoogd, ofwel wordt de consumptie van het peasant household
verminderd, afhankelijk van de situatie. Beide strategiën kunnen ook gecombineerd worden. 66
Zoals
hierboven aangegeven wees Chayanov al op het feit dat een peasant family afhankelijk is van het
evenwicht tussen haar consumptie en hetgeen ze produceert, maar Wolf situeert dit wenselijke
evenwicht in de ruimere samenleving waarvan de peasantry deel uitmaakt: ‗The existence of a
peasantry thus involves not merely a relation between peasant and nonpeasant, but a type of
adaptation, a combination of attitudes and activities designed to sustain the cultivator in his effort to
maintain himself and his kind within a social order which threatens that maintenance.‘67
Dat impliceert
overigens geenszins dat de peasantry de speelbal van die samenleving zou zijn, want ‗the peasant
retains – in his control of land and his capacity to raise crops on it – both his autonomy and his
capacity to survive when others, more delicately dependent upon the larger society, find such survival
difficult.‘68
De ideeën van Chayanov en Wolf worden gecombineerd in de defenitie die Theodor Shanin
ontwikkelde voor peasants: ‗Peasantry consists of small agricultural producers who, with the help of
simple equipment, and the labour of their family, produce mainly for their own consumption and for
the fulfillment of obligations to the holders of political and economic power.‘69
Hij werkt die definitie
systematisch uit. Vooreerst wijst hij op de specifieke relatie die de peasantry bindt aan het land dat ze
bewerkt en/of bezit, of dat eigendom nu gebaseerd is op de lokale traditie of op een wettelijk
eigendomsrecht dat door de staat bepaald werd. Aan dat land ontleent de peasantry, zoals ook Wolf
opmerkt, een zekere mate van autonomie. De family farm is ook voor Shanin ‗the basic unit of peasant
ownership, production, consumption and social life.‘70
De sociale structuur van de familie bepaalt dan
ook de arbeidsverdeling, maar ook de maatschappelijke status van elk individu is afhankelijk van de
status van zijn/haar familie en zijn/haar positie binnen die familie. De centrale positie die de familie
inneemt in een peasantgemeenschap kan moeilijk overschat worden: ‗The defining nature of family
63
WOLF, E. R. Peasants, p. 11 64
ibidem 65
HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘, p. 4-5 66
WOLF, E. R. Peasants, p. 13 67
idem , p. 17 68
ibidem 69
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 24 70
idem, p. 25
20
membership lies in full participation in the life of the farm unit, […] Family solidarity provides the
basic network for mutual aid, control and socialization. […] The life on a family-farm determines the
patterns of peasants‘ everyday actions, relationships and values.‘71
Om de plaats van de peasantry binnen de ruimere samenleving te schetsen maakt Shanin gebruik van
het concept klasse. Daarbij ziet hij de peasant als ondergeschikt aan de overheid, maar ook aan de
markt. De maatschappelijke positie van de peasantry wordt gekenmerkt door spanning ‗in their being,
on the one hand, a social class (one of low ‗classness‘ and on the whole dominated by other classes)
and, on the other, ‗a different world‘ – a highly self-sufficient ‗society in itself‘, bearing the elements
of a separate, distinctive and closed pattern of social relations.‘72
Recenter haalt Frank Ellis de kenmerken aan die ook hierboven al werden besproken, maar legt de
focus vooral op de relaties van de peasantry met de markt. Zijn definitie: ‗Peasants are households
which derive their livelihoods mainly from agriculture, utilise mainly family labour in farm
production, and are characterised by partial engagement in input and output markets which are often
imperfect and incomplete.‘73
Dat laatste slaat op het feit dat ‗Markets for some factors of production
may not exist, for others may be fragmented or distorted, and market information may be highly
imperfect. This contrasts with family farm enterprises operating in markets which are at least fully
formed, even though not perfect in the strict economic sense.‘74
Hoewel ook Ellis het huishouden gebruikt als basiseenheid voor onderzoek naar de peasantry merkt
hij op dat hieraan ook tekortkomingen vastzitten, want ‗[…] this obscures a number of important
matters concerning the economic relationships between people within the household, and this applies
especially to the role and status of women in peasant societies.‘75
Inderdaad komen vrouwen in de
traditionele literatuur over de peasantry nauwelijks aan bod, zoals ook Van Den Abeele vorig jaar
constateerde.76
Ook in de definitie van peasants die Eric Vanhaute hanteert komen dezelfde elementen terug.
Peasants zijn voor hem ‗members of rural, agricultural households, who control the land they work,
either as tenants or as smallholders, who are organized generally in households and in village
communities that meet most of their subsistence needs (production, exchange, credit), who pool
different forms of income, and who are ruled by other social groups, which extract a surplus either
directly via rents, via (non-balanced) markets, or through control of the state power (taxation).77
Samenvattend kunnen we dus stellen dat boeren in de traditionele literatuur gezien worden als
voedselproducenten die gebonden zijn aan de grond die ze bewerken, en die maatschappelijk
georganiseerd zijn in huishoudens en lokale gemeenschappen. Ze voorzien hoofdzakelijk in hun eigen
behoeften, en een deel van wat ze produceren wordt systematisch overgeheveld naar andere groepen in
de samenleving.
71
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 26 72
idem, p. 35 73
ELLIS, F. Peasant economics: farm households and agrarian development. Cambridge, 2000, Cambridge
University Press, p. 13 74
ibidem 75
idem, p. 15 76
VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de collectivisatie in de jaren 1930.
p. 69 77
VANHAUTE, E. ‗The End of Peasantries? Rethinking the Role of Peasantries in a World-Historical View‘ in:
Review – Fernand Braudel Center for the Study of Economies, Historical Systems, and Civilizations. Vol. 31, nr.
1 (2008), p. 42
21
2. Boerenverzet
2.1 De eisen
Eensgezind worden in de literatuur direct eigenbelang of het bestrijden van schrijnend onrecht naar
voor geschoven als zijnde de twee voornaamste redenen voor peasants om verzet te plegen. En
meestal gebeurt dat vanuit een realistische kijk op hun eigen leefwereld. De doelen van boerenverzet
zijn doorgaans niet zozeer gericht op wat wenselijk is, alswel op wat realistisch en haalbaar is in een
bepaalde situatie.78
Het veiligstellen van het eigen belang betekent in het geval van de peasantry vaak de bestaande
maatschappelijk organisatie zoveel mogelijk intact houden en tegelijkertijd proberen om dat systeem
zoveel mogelijk in hun voordeel te buigen in verschillende situaties. Ze eisen landhervormingen of
kanten zich er tegen, proberen de rentes te beïnvloeden of trachten veranderingen tegen te houden
omdat die mogelijk het bestaande maatschappelijke evenwicht onderuit halen, enzovoort. Het doel van
de boeren is doorgaans ‗working the system to their minimum disadvantage‘79
Wanneer onrecht aangeklaagd wordt of rechtvaardigheid geeïst wordt betreft het meestal excessen.
‗[…] It [banditry] protests not against the fact that peasants are poor and oppressed, but against the
fact that they are sometimes excessively poor and oppressed. Bandit-heroes are not expected to make a
world of equality.‘80
Het rechtvaardigheidsgevoel dat bij peasants sterk leeft, wortelt meestal in een
sterk geïdealiseerd en selectief overgeleverd verleden en is ingebed in de volksreligie en, bij
uitbreiding, - cultuur.81
Dat volkse gevoel voor rechtvaardigheid strookt lang niet altijd met de visie
die de autoriteiten voor ogen hebben. Verzet hangt dan ook nauw samen met de perceptie op bepaalde
gebeurtenissen. Wat vanuit overheidsstandpunt diefstal is, kan door lokale bevolking gezien worden
als een terugnemen van wat iemand rechtens toekomt. Ook de interpretatie van situaties en
gebeurtenissen kan dus een reden voor verzet zijn.82
Op eenzelfde manier is het verleden ook bepalend voor de kijk die peasants hebben op de hele
maatschappij waarin ze leven. Ook daarbij wordt een geïdealiseerde kijk op het verleden gebruikt om
de tegenwoordige toestand aan af te meten. De selectieve en rooskleurige kijk op het verleden levert
dus de basis voor een idee over de wereld zoals die hoort te zijn. Deze reconstructie gebeurt in functie
van de tegenwoordige toestand. Het mag dus niet verrassen dat uit het verleden vooral de elementen
worden gepuurd die in het heden van nut zijn voor de peasantry.83
Het gevoel van eigenwaarde van peasants en hun wil om erkend te worden kunnen ook verzet
motiveren. Dat betekent de verwerping van de manier waarop de dominante groepen in de
samenleving zichzelf profileren, maar ook van de manier waarop deze groepen de peasants
beoordelen. Verzet gaat dus niet alleen over materiële zaken of over rechtvaardigheid, maar ook over
reputatie, over status en over de culturele identiteit van peasants. Het gaat, anders gezegd, over de
78
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 326 79
idem, p. 301 80
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 24 81
WOLF, E. R. Peasants, p. 107 82
SCOTT, J. Domination and the art of resistance: hidden transcripts. New Haven, 1990, Yale University Press,
p. 188-190 83
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 179, 345-346
22
manier waarop de dagdagelijkse omgang geschiedt. Erkenning en respect worden vaak als minstens
even belangrijk of zelfs belangrijker aangevoeld dan materiële welstand of inkomen.84
De eisen die door peasants gesteld worden, hebben dus meestal betrekking op hun directe situatie
(materieel, economisch, juridisch, sociaal). Dat wil niet zeggen dat ze zich daarom niet bewust zouden
zijn van de wereld buiten hun gemeenschap. Het haalbare is nu eenmaal vaak makkelijker te bereiken
dan het wenselijke, zoals hierboven al werd gezegd.85
Volgens Wolf primeert voor de peasant het
welzijn van zijn eigen huishouden. Daardoor is hij van nature geneigd ‗[…] to subordinate larger,
long-term interests to narrower, short-term ones.‘86
Die logica gaat op wat betreft haalbaarheid en
ambitie van het verzet, maar is er ook de oorzaak van dat de focus van het verzet meestal lokaal is.
Zelfs als de eigenlijke problemen groter zijn of van buitenaf komen wordt gezocht naar een bruikbare
zondebok, die binnen het bereik van de peasantry ligt – en dus lokaal gevonden moet worden.
Een vierde mogelijke oorzaak van peasant resistance is dromen van een betere wereld. Nochtans zijn
alle auteurs het er over eens: peasants zijn zeker geen geboren revolutionairen.87
De redenen daarvoor
komen hieronder nog uitgebreid aan bod. Maar uitzonderlijk, in tijden van ernstige ontwrichtingen van
de bestaande orde, wanneer de peasantry ‗[…] is not allowed to relapse into its traditional narrow
concerns […]‘88
zorgt het immer smeulende verlangen naar een betere, rechtvaardige wereld soms
voor de vonk die nodig is om het verzet te doen ontploffen.89
Ontwrichtingen zijn bijvoorbeeld zware
provocaties of repressie, economische, ecologische, sociale of politieke crisissen, de invoering van
nieuwigheden, bijvoorbeeld nieuwe technologie of hogere belastingen, die het leven van de gewone
boer bemoeilijken, enzovoort. En ‗Even those who accept exploitation, oppression and subjection as
the norm of human life dream of a world without them […].‘90
Peasants mogen dan niet met de
revolutie in het hart geboren zijn, eenmaal een rebellie losbarst zijn het wel gedoodverfde anarchisten,
aldus Wolf. Op zo‘n momenten komen de de droombeelden van een mythisch verleden waarin alles
beter was, die in het gewone leven al zo‘n grote rol spelen, nog meer naar voor.91
Op zo‘n momenten
floreren ook utopische toekomstbeelden en milleniaristische bewegingen; en durven peasants vechten
voor een betere wereld. Het lokale niveau wordt overstegen, en wat in normale tijden onhaalbaar
wordt geacht, met name de bredere maatschappelijke orde veranderen of wegvegen en vervangen, lijkt
dan plots tot de reeële mogelijkheden te behoren.92
Soms wordt het bestaande maatschappelijke bestel
bij het uitbreken van een opstand zelfs niet in vraag gesteld, maar neemt het verzet dusdanige vormen
aan dat het uiteindelijk toch onderuit gehaald wordt.93
Externe figuren, maar ook bepaalde delen van
de peasantry zelf kunnen in zo‘n situaties fungeren als katalysatoren en eventueel het aanwezige
ongenoegen voorzien van een ideogische en/of zelfs revolutionaire lading. Hierop wordt verder dieper
ingegaan.
84
idem p. 236-239 85
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 181, 326, 348 86
WOLF, E. R. Peasants, p. 91 87
HOBSBAWM, E. J. Bandits, p. 21 88
WOLF, E. R. Peasants, p. 108 89
ibidem 90
HOBSBAWM, E. J. Bandits, p. 22 91
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 295 92
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 332; WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 295;
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 6 93
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 344
23
2.2 Mobilisatie
De visie van Scott op boerenverzet indachtig is het niet verrassend dat er vaak niet echt sprake is van
mobilisatie voorafgaand aan de meest voorkomende vormen van everyday resistance. Een belangrijk
onderdeel van dat everyday resistance is echter wel het creeëren en vrijwaren van een sociale ruimte
waarin wat Scott noemt het hidden transcript, het onofficiële politieke discours van een bepaalde
groep uit de samenleving (in casu de peasantry) aangaande de maatschappelijke verhoudingen en de
alledaagse consequenties daarvan, kan gedijen.94
In dat opzicht is er dus een vrijwel permanente
mobilisatie. In dat proces speelt ook de volkscultuur een grote rol. Zoals hierboven al aangegeven
geeft ze de peasants een kader om de wereld waarin ze leven te beoordelen. Daarmee samenhangend
biedt de volkscultuur, waarvan ook het hidden transcript deel uitmaakt, ook een kader voor al dan niet
individueel verzet, en geeft ze tegelijkertijd ook betekenis aan dat verzet.95
De volkscultuur genereert
op die manier een zeer moeilijk te doorbreken solidariteit onder de boeren.
Als het aankomt op mobilisatie voor collectieve acties heeft de peasantry een aantal voordelen. Ze
staat in voor het grootste deel van de voedselproductie, boeren leven wijd verspreid over het platteland
en ze hebben een groot numeriek gewicht.96
Boeren delen bovendien een vage notie van boer-zijn die
soms de basis kan vormen voor solidariteit over de grenzen van de eigen gemeenschap heen. Volgens
Scott is het ervaren van dezelfde of gelijkaardige problemen hierbij essentieel. Het gedeelde besef van
boer-zijn is volgens de traditionele auteurs echter te zwak om duurzame solidarititeit te genereren.97
Hun aandeel in de voedselproductie geeft boeren een redelijk autonome positie ten opzichte van
andere maatschappelijke groepen. Dat geldt vooral voor wat Wolf noemt de middle peasants en voor
boeren die in afgelegen gebieden die buiten de controle van de overheden liggen leven. In
tegenstelling tot rijke boeren, wier belangen over een groter gebied verspreid zijn, en arme boeren en
landloze arbeiders, die afhankelijk zijn van die rijkere boeren om in hun onderhoud te voorzien, zijn
de middle peasants zo goed als zelfvoorziend en dus niet afhankelijk, en zijn al hun belangen
geconcentreerd binnen één gemeenschap.98
Boeren die in perifere gebieden leven zijn doorgaans ook
autonomer vermits zij ook minder onderhevig zijn aan controle vanuit de machtscentra. Dat effect is
nog sterker waar dergelijke groepen peasants ook op etnisch of linguistisch vlak afwijken van hun
omgeving.99
‗Yet this recruitment of a ―tactically mobile peasantry‖ among the middle peasants and the
―free‖ peasants of peripheral areas poses a curious paradox. This is also the peasantry in whom
anthropologists and rural sociologists have tended to see the main bearers of peasant tradition.
If our account is correct, then – strange to say – it is precisely this culturally conservative
stratum which is the most instrumental in dynamiting the peasant social order. This paradox
dissolves, however, when we consider that it is also the middle peasant who is relatively the
most vulnerable to economic changes wrought by commercialism, while his social relations
remain encased within the traditional design. His is a balancing act in which his balance is
continuously threatened by population growth; by the encroachment of rival landlords; by the
loss of rights to grazing, forest, and water; by falling prices and unfavorable conditions of the
market; by interest payments and foreclosures. Moreover, it is precisely this stratum which
most depends on traditional social relations of kin and mutual aid between neighbors; middle
94
SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 123, 134-135 95
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 34 96
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 150 97
SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 223-224 98
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 291 99
idem, p. 293
24
peasants suffer most when these are abrogated, just as they are least able to withstand the
depredations of tax collectors or landlords.‘100
Bovendien zijn in een boerensamenleving bepaalde delen van de bevolking in hoge mate fysiek
mobiel. Dat geldt bijvoorbeeld voor land- en seizoensarbeiders, gewapende mannen die aangesteld
zijn om velden te bewaken, smokkelaars en herders; maar ook voor groepen die niet echt geïntegreerd
zijn in de samenleving zoals migranten, soldaten, deserteurs en ex-militairen. 101
Het mag dan ook niet
verbazen dat een boerensamenleving een gunstig klimaat is voor banditry, en zeker wanneer de
maatschappelijke orde ontregeld is.102
Bandits onderhouden doorgaans nauwe banden met de
peasantry, of maken er deel van uit – vaak is het voor peasants die het hoofd nauwelijks boven water
kunnen houden een kleine stap naar banditry bij wijze van aanvullend inkomen. Hobsbawm verwoordt
het als volgt: ‗It is obvious that in such environments there are not only plenty of men who can cut
loose, at least for a period, from the rural economy, but who must look for other sources of income.‘103
Voor de boeren behoren bandits tot hun ‗kamp‘, het zijn bondgenoten en zelfs helden.104
Ze spelen dan
ook vaak een grote rol in de volkscultuur.105
Verhalen en mythes over legendarische bandieten
scherpen het rechtvaardigheidsgevoel van de boeren aan, maar geven hen ook een voorbeeld van hoe
ze zich kunnen verzetten tegen de machthebbers.106
Typevoorbeeld van een social bandit is Robin
Hood.107
Bij grote crisissen kunnen bandietenbendes dienen als katalysatoren en een primitieve
structuur bieden voor grootschaliger verzet. Op die organisatorische kant wordt in een volgende punt
verder ingegaan.
Wel nog van belang om hier te vermelden zijn de rituelen die bandits – net zoals alle andere
menselijke organisaties – hanteren om de eigenheid en eenheid van hun groep te versterken. Dit is een
onderwerp dat alleen bij Hobsbawm aan bod komt, en dan nog niet toegespitst op bendes in de
boerensamenleving. Hij onderscheidt vier ‗soorten‘ rituelen, te weten initiatierites, ceremoniële
rituelen bij pereodieke bijeenkomsten (benadrukken en herbevestigen de eenheid), praktische rituelen
(bijvoorbeeld geheime tekens en wachtwoorden) en symboliek (bijvoorbeeld een vlag of een
symbolisch teken).108
Nochtans kan het bestuderen van dergelijke rituelen ook veel inzichten bieden
aangaande verzet.109
Er zijn echter nog een aantal factoren die van belang zijn voor de eventuele mobilisatie van peasants.
Zoals gezegd, is volgens Wolf de positie van de landowning middle peasantry belangrijk bij rebelliën.
Dat heeft niet alleen te maken met hun autonomie en kwetsbaarheid, maar ook met het feit dat het
vooral de middle peasants zijn die beïnvloedt worden door het stedelijke proletariaat. Arme boeren en
landloze arbeiders die naar de steden en/of de fabrieken trekken verbreken hun band met het
platteland. ‗The middle peasant, however, stays on the land and sends his children to work in town; he
is caught in a situation in which one part of the family retains a footing in agriculture, while the other
undergoes ―the training of the cities‖ […]. This makes the middle peasant a transmitter also of urban
100
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 291- 292 101
HOBSBAWM, E. J. Bandits, p.25 – 29, HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 29, SHANIN, T. Defining
Peasants, p. 153 102
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 24 103
HOBSBAWM, E. J. Bandits, p. 25 104
WOLF, E. R. Peasants, p. 106; HOBSBAWM, E. J. Bandits p. 31, 85, 109 - 112 105
HOBSBAWM, E. J. Bandits p. 112 - 115 106
idem p. 112 - 115 107
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 4; HOBSBAWM, E. J. Bandits p. 15 108
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 151 - 152 109
Bijvoorbeeld bij het onderzoeken van stedelijke revoltes tijdens de Late Middeleeuwen gaat recent veel
aandacht uit naar de rituelen die door zowel opstandelingen als overheden gehanteerd worden, met interessante
resultaten. Zie hiervoor bijvoorbeeld het onderzoek van Jelle Haemers of Elodie Lecuppre-Desjardin
25
unrest and political ideas.‘110
Volgens Wolf is deze link trouwens belangrijk voor het tot stand komen
van een revolutionair klimaat: ‗It is probably not so much the growth of an industrial proletariat as
such which produces revolutionary activity, as the development of an industrial work force still
closely geared to life in the villages. Thus it is the very attempt of the middle and free peasant to
remain traditional which makes him revolutionary.‘111
Shanin wijst er nog op dat de dienstplicht die moderne legers voorziet van personeel een belangrijke
factor is. De dienstplicht doorbreekt de afzondering van de boerengemeenschappen, biedt de peasantry
een mogelijkheid om de wereld te bekijken vanuit een nationaal kader – ruimer dus dan het lokale.
Bovendien leert de dienstplichtige peasant vaardigheden zoals ‗[…] organisation, complex
cooperative action, coordination, modern techniques and military skills. The army provides him with a
hierarchical institution in which he may rise as a leader and receive the training necessary for it.‘112
Wolf en Shanin zien echter ook een aantal beperkingen van de peasantry als het aankomt op
mobilisatie. Boeren leven gesegmenteerd in families, lokale gemeenschappen en clans. Ze werken
relatief geïsoleerd, en binnen een gemeenschap spelen er diverse, vaak uiteenlopende belangen.113
En
‗peasant interests – especially among poor peasants – often crosscut class alignments. Rich and poor
peasants may be kinfolk, or a peasant may be at the same time owner, renter, share-cropper, laborer for
his neighbors and seasonal hand on a nearby plantation. Each different involvement aligns him
differently with his fellows and with the outside world.‘114
Dat maakt het moeilijk om een coherent
eisenpakket met een groot draagvlak naar voor te schuiven.115
Het duidelijk verwoorden en verdedigen
van belangen wordt trouwens ook bemoeilijkt door de gebrekkige vaardigheden, beperkte ervaring en
kennis van peasants inzake participatie in ‗decision-making beyond the bamboo hedge of his
village‘.116
Ook vereist de boerenstiel jaarlijks dezelfde werkroutine. Wanneer die niet gevolgd wordt,
heeft dat niet alleen gevolgen op het moment zelf, maar heeft dat ook een impact op de toekomst van
het huishouden.117
Rebelleren tijdens het oogstseizoen is dus geen optie.118
Bovendien kunnen
peasants crisissen ten dele opvangen dankzij de uitweg die substence farming biedt en door het
opvangnet dat verwantschap en solidariteit binnen de gemeenschap hen biedt. Een crisis die ten dele
opgevangen kan worden maakt de nood of wil voor verzet minder groot.119
De peasantry wordt ook
beperkt door een ‗Technological backwardness, especially in the field of communications, weaponry
and tactical expertise […]‘.120
2.4 Organisatie
Zoals reeds aangegeven is een van de belangrijkste kenmerken van de meest voorkomende vormen
van boerenverzet precies het feit dat er geen organisatie voor nodig is. Hierbij gaat het dan over wat
Scott aanduidt als everyday forms of resistance, zoals (systematisch) roddelen, karaktermoord,
110
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 292 111
ibidem 112
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 153 113
idem, p. 150; WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 289 114
WOLF, E. R. Peasants p . 289 - 290 115
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 150, WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 289 116
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 290 117
idem, p. 289 118
HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘, p. 9-10,12 119
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century p. 289 120
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 150
26
enzovoort. Maar ook over verwaarlozing van dieren en materiaal, over diefstal, brandstichting, en
dergelijke meer. De volkscultuur speelt bij dergelijke activiteiten wel een coördinerende rol. Met de
woorden van Scott: ‗[…] the peasant subculture helps to underwrite dissimulation, poaching, theft, tax
evation, avoidance of conscription, and so on. While folk culture is not coordination in the formal
sense, it often achieves a ―climate of opinion‖ which, in other more institutionalized societies, would
require a public relations campaign.‘ 121
Bovendien is die volkscultuur ook het kader waarbinnen deze
vormen van verzet betekenis krijgen.122
Deze beide functies hangen natuurlijk nauw samen. De
volkscultuur kan ook fungeren als een soort ruw draaiboek voor verzet in gevallen van acute lokale
crisissen.123
De peasantry wordt in de literatuur niet of nauwelijks capabel geacht zichzelf te vertegenwoordigen of
te organiseren. Dat idee vinden we al terug bij Marx124
. Hobsbawm wijst op de rol die lokale notabelen
vaak opnemen als het aankomt op vertegenwoordigen van de plaatselijke boeren.125
Wanneer het
verzet het alledaagse niveau overstijgt is er wel nood aan organisatie, maar die organisatie is vaak erg
rudimentair en gebaseerd op het charisma van individuen.126
Hierboven werd reeds gesproken over
bandit-bendes die op het platteland opereren. Dergelijke bendes zijn meestal heel kleine groepen,
verenigd onder een charismatisch leidersfiguur, die lokaal opereren. Zoals gezegd hebben dergelijke
bendes zeer nauwe banden met de peasantry.127
Vaak zijn deze bandits niet de enigen die buiten de
lijntjes van de wet kleuren. Ook andere soorten groeperingen, zoals bijvoorbeeld de grotere bendes die
op regionale schaal crimineel actief zijn maar niet dezelfde nauwe verbintenis met de peasantry
onderhouden zijn actief, zij het vooral in periodes van grote maatschappelijke onrust.128
Gemeenschappelijk is bij alle varianten de rudimentaire organisatievorm en het charisma van de
leidersfiguren. Vaak zijn dat individuen die binnen de gemeenschap een eerder marginale positie
bekleden, vaak gekoppeld aan een beroep dat een grote fysieke mobiliteit mogelijk maakt.
Voorbeelden zijn soldaten, ex-militairen, deserteurs, herders, gewapende bewakers, smokkelaars, maar
eventueel ook seizoensarbeiders en vreemdelingen.129
Hierboven werd er ook al gewezen op het feit dat in boerensamenlevingen grote delen van de
bevolking vrij snel te mobiliseren zijn in tijden van nood. En in dergelijke periodes kunnen de bendes
dienen als ‗[…] the symbol, even the spearhead, of resistance by the whole of the traditional order
against the forces which disrupt and destroy it.‘130
Het is in dergelijke periodes dat ‗Large numbers of
peasants become bandits.‘131
De gebrekkige organisatie in kleine groepen, eigen aan dergelijke bendes,
gecombineerd met de mobiliteit en de banden met de peasantry blijkt dan niet alleen zwakte maar ook
ten dele een voordeel. ‗The social essence of guerilla warfare is that it offers the most suitable form for
armed peasant action. […] Yet the essentially peasant character of guerilla warfare explains not only
its strengths but also its weaknesses – the segmentation, the lack of crystallized ideology and aims, and
the lack of stable membership.‘132
Hoe welig de banditry echter ook mag tieren, het is geen
121
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 300 122
idem, p. 300-301 123
BERCÉ, Y.M., gelezen in: VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de
collectivisatie in de jaren 1930, p. 42 124
MARX, K. The Eighteenth Brumaire of Louis Bonaparte. Londen, 1926, George Allen & Unwin, p. 138 125
HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘, p.12 126
HOBSBAWM, E. J. Bandits, p. 21 127
idem, p.13-14 128
idem, p. 31-32 129
idem, p. 25-28 130
idem, p. 21 131
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 85 132
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 154
27
systematische, gecoördineerde en doelgerichte vorm van verzet. Het revolutionair potentieel ervan is
dan ook bijzonder gering. ‗Banditry is therefore likely to come into peasant revolutions as one aspect
of a multiple mobilization, and knowing itself to be a subordinate aspect, except in one sense: it
provides fighting men and fighting leaders.‘133
Voor Hobsbawm vallen bandits per defenitie onder de
noemer reformistisch.134
Vaak beginnen peasant guerilla units – wel revolutionair van inborst – hun
activiteiten wel op dezelfde manier als gewone bandits.135
Alle auteurs zijn het erover eens dat de peasantry niet in staat is om grootschalig, langdurig en
georganiseerd verzet op poten te zetten. Daarvoor mankeert leiderschap, maar ook een
gemeenschappelijke ideologie of een gezamenlijk na te streven programma op een grotere schaal dan
het lokale niveau. Dit tweede aspect impliceert ook meteen dat figuren die die tekortkomingen willen
overbruggen van buiten de peasantry zelf moeten komen. Het revolutionair gehalte van boeren wordt
gering geacht. Daarenboven zijn volgens alle auteurs zijn externe figuren of groepen een zo goed als
noodzakelijke voorwaarde om de peasantry zover te krijgen dat ze participeert aan een echte revolutie.
Boeren ambiëren met hun verzet, zoals gezegd, niet de maatschappelijke orde te verwoesten. Zelfs
wanneer er al volop gerebelleerd wordt door de boeren zijn het dus externen die dit verzet kunnen
capteren en tot een revolutie kunnen maken.136
Een duidelijke visie op wat dergelijke leiders kenmerkt
is er evenwel niet. Wolf heeft het over ‗rootless intellectuals‘ die in de overgang naar de moderniteit
opgang maken;137
voor Shanin kan ‗a hard core of professional rebels‘ als redder in nood fungeren.138
Scott benadrukt ook dat revolutionaire visionairen aansluiting moeten vinden bij de ideeën die leven
onder de bevolking en moet beantwoorden aan de sociale en culturele verwachtingen.139
Veel verder
raakt geen van de vier auteurs.
Zoals gezegd, kunnen bepaalde delen van de peasantry vanwege hun grotere autonomie of
blootstelling aan alternatieve ideeën over maatschappelijke orde, zoals de middle peasantry, of
exmilitairen onder de boeren, eventueel fungeren als geleiders voor revolutionaire ideeën en bijdragen
aan het ontstaan en verspreiden van een revolutionair klimaat.140
Op die manier wordt de hegemonie
van de dominante groepen doorbroken en wordt het ook voor de armere delen van de peasantry een
mogelijkheid om voluit te revolteren.141
Maar dit komt erg weinig voor: ‗Under special historical
circumstances of overwhelming material deprivation, the legal protection of open political action, or a
breakdown in the institutions of repression (more rarely, all there), the peasantry can and has been
become an organised, political, mass movement. Such circumstances are, however, extremely rare and
usually short-lived – even if they contribute to a revolution.‘142
2.5 Praktijk?
Scotts definitie van verzet indachtig valt een hele waslijst praktijken hieronder te categoriseren. Een
aantal aspecten, vooral van de meer spectaculaire uitwassen, kwamen hierboven al aan bod. Maar de
133
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 87 134
idem, p. 6 135
HOBSBAWM, E. J. Bandits p. 85 136
SCOTT, J. Weapons of the Weak, 242, 345 137
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 289 138
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 154 139
SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 123 - 124 140
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 290 - 291 141
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 297 142
ibidem
28
overgrote meerderheid van het verzet is niet spectaculair, gebeurt niet openlijk en behoeft geen
noemenswaardige mobilisatie of organisatie – het vindt plaats onder het bereik van de traditionele
radars, die voornamelijk gefocust zijn op collectieve actie. Scott verwoordt het als volgt: ‗If they
[forms of resistance] are open, they are rarely collective, and, if they are collective, they are rarely
open.‘143
En daarvoor ziet hij een aantal redenen. Vooreerst grijpen veranderingen op verschillende
manieren in in het leven van de peasantry. Soms plotseling en radicaal, met gevolgen voor het leven
van grote delen vande bevolking, soms gradueel en met een impact die beperkt blijft tot bepaalde
delen van de bevolking. Daarenboven zijn er meestal ook groepen die voordelen ondervinden van de
veranderingen. De lust en de noodzaak om verzet te bieden is dus nooit bij iedereen op hetzelfde
moment aanwezig of even groot. Ten tweede is er nagenoeg altijd een ultiem alternatief voor diegenen
die het slachtoffer dreigen te worden van een bepaalde ontwikkeling: vluchten. ‗As Moore reminds us
in quite another context, ―throughout the centuries one of the common man‘s most frequent and
effective responses to oppression has been flight‖.‘144
En tenslotte speelt ook repressie, en – zeker
even belangrijk – de angst ervoor, een grote rol. De verwachting en vrees van repressieve reacties op
eventueel verzet, gecombineerd met de noodzaak om te voorzien in de behoeften van alledag – en de
mogelijkheid om in die behoeften te voorzien komt in het gedrang wanneer er repressief opgetreden
wordt – zetten een serieuze rem op de bereidheid en op de mogelijkheid van boeren om te
rebelleren.145
Met ‗repressie‘ doelt Scott niet zozeer op ‗large-scale brutality and morbid fear‘, hoewel
excessen voorkomen, maar wel op ‗the steady pressure of everyday repression backed by occasional
arrests, warnings, diligent police work, legal restrictions, and an Internal Security Act that allows for
indefinite preventive detention and proscribes much political activity.‘146
Dergelijke routine repression
bakent grenzen af ‗that no wary peasant would deliberately breach.‘147
Maar sommige grenzen zijn erg moeilijk te trekken of te bewaken. Een van de meest voorkomende
vormen van wat Scott als verzet, ziet wordt gepleegd door middel van woorden. Daarvoor kunnen de
peasants zich baseren op het publiek gangbare discours en de rol van de dominante groepen daarin,
om daar eigen interpretaties en nuances aan toe te voegen. Die invalshoek laat hen toe op een
behoorlijk veilige manier toch publiek hun mening te ventileren. Het bestaan van een hidden
transcript maakt het de boeren echter ook mogelijk om in het geheim eigen, alternatieve politieke
ideeën te cultiveren. In de anonieme schemerzone die tussen deze twee uitersten ligt in kunnen
peasants het dominante discours ondergraven en alle gebeurtenissen een eigen interpretatie geven.
Flarden van het hidden transcript circuleren zonder duidelijke bron en voorzien het publieke discours
van een dubbele bodem.148
Verzet uit zich hier in de vorm van geruchten, roddels, achterklap,
karaktermoord, bijnamen, anonieme bedreigingen, discussies, liegen, rituele gebaren, verhaaltjes,
grappen, liederen, eufemismen, metaforen, enzovoort.149
Scott gebruikt de term ‗infrapolitics‘: ‗By this
I mean to designate a wide variety of low-profile forms of resistance that dare not speak in their own
name.‘150
In uitzonderlijke gevallen, wanneer het tot een plotse uitbarsting komt, wordt het hidden
trancript in volle publieke sfeer geuit. Dat betekent een rechtstreekse aanval op de dominante groepen
of figuren in de gemeenschap; en er wordt dan ook zo goed als altijd repressief op gereageerd. Als dat
143
idem, p. 242 144
idem, p. 245 145
idem p. 242-246 146
idem, p. 274 147
idem, p. 277 148
SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 18-19 149
SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 19 150
idem, p. 19
29
niet gebeurt is dat immers een vrijbrief om het hart nog wat meer op de tong te binden of om over te
gaan tot daden.151
Ook passiviteit is een courante strategie voor boerenverzet. Dankzij het numerieke overwicht van de
peasantry kan het ook een bijzonder efficiënte strategie zijn. Bovendien kan doelbewuste passiviteit
gecamoufleerd worden door al dan niet echte traagheid of onbegrip – weigeren een bevel te begrijpen
is een bijzonder efficiënte methode om het niet uit te voeren, wanneer het niet gewoon genegeerd kan
worden.152
Passiviteit hoeft niet noodzakelijk een weigering te impliceren. Boeren kunnen het werk dat
van hen verwacht wordt, maar ook de dieren of het materiaal waarmee dat gepaard gaat verwaarlozen
of hun taken opzettelijk inefficiënt uitvoeren. Ze kunnen bepaalde figuren gewoon ontlopen,
doelbewust bepaalde winkels niet meer vereren met hun klandizie, afwezig zijn op bepaalde
(trouw)feesten, niet komen opdagen voor bepaalde werkjes – al dan niet met een reden, bijvoorbeeld
al dan niet reeële ziekte, enzovoort.153
Passiviteit is volgens Shanin ‗a specific contribution to politics,
elaborated, sophisticated and articulated as it became by Tolstoy and Gandhi.‘154
Die twee
voorbeelden tonen aan dat onderworpenheid geen weerloosheid impliceert. De sociale structuur van de
peasantry is uitstekend geschikt voor het gebruik van passiviteit als middel voor verzet. Maar er is
ook een mogelijke keerzijde aan de passiviteit van de boeren: het kan een remmende factor zijn. ‗On
the other hand, the infuence of conservative peasant ‗apathy‘ has often proved decisive for the victory
of the ‗establishment‘ over revolutionaries.‘155
Dit passief verzet wordt aangevuld met een hele resem ondermijnende activiteiten van uiteenlopende
aard, gaande van het schrijven van formele protestbrieven of het bekladden van symbolen van de
tegenstanders, belastingen ontduiken, levensmiddelen achterover drukken; over sabotage (bijvoorbeeld
van materiaal en machines, maar ook wegen blokkeren met omgehakte bomen), stropen, diefstal,
kraken en het doden van vee; tot brandstichting, het op touw zetten van boycots, het bezetten van land
en banditisme.156
Meestal proberen de peasants rechtstreekse confrontaties te vermijden. Vaak kunnen
ze een logische verklaring ophangen voor wat er misgelopen is – Scott heeft het over ‗the kind of
resistance that ―covers its own tracks‖.‘157
Af en toe echter komt het borrelende ongenoegen tot
uitbarsting in rellen. Wraakgevoelens zijn daarvoor een vaak voorkomende trigger – al spelen ze ook
mee in het dagdagelijks verzet. Die wraakgevoelens zijn er ook de reden voor dat dergelijke
uitbarstingen vaak gepaard gaan met bloedvergieten en destructiviteit.158
Moorden zijn niet
uitzonderlijk op dergelijke momenten.159
Wanneer het tot een uitbarsting komt wapenen de boeren
zich, en van die wapens wordt ook gebruik gemaakt. Meestal blijven dergelijke rellen vrij beperkt in
omvang, maar soms slagen de machthebbers er niet in ze snel genoeg de kop in te drukken en escaleert
de situatie. Zoals gezegd, is de meest efficiënte manier voor boeren om te rebelleren op grote schaal
guerilla-oorlogvoering. Dergelijke rebelliën zijn echter uitzonderingen, en nog uitzonderlijker zijn
revoluties.
151
idem, p. 19 152
HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘, p. 13, 20 153
SCOTT, J. Weapons of the Weak, pp. XVII, 22, 33, 227-230, 248-251, 265, 273, 282 154
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 153 155
ibidem 156
SCOTT, J. Domination and the arts of resistance, p. 188 157
idem p. 281 158
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p 25-26 159
BERCÉ, Y.M., gelezen in: VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de
collectivisatie in de jaren 1930, p. 52
30
2.6 De tegenstanders
Hierboven werd reeds gewezen op het feit dat peasants wel degelijk weet hebben van de wereld buiten
hun lokale gemeenschap.160
Maar op dezelfde manier waarop de boeren eisen formuleren die ook
haalbaar en realistisch zijn, kiezen ze ook tegenstanders die binnen hun bereik zijn. In de overgrote
meerderheid van de gevallen zijn dat lokale figuren. Dat is niet vreemd: hoe wijdverspreid en
grootschalig bepaalde processen ook zijn, de veranderingen worden op persoonlijk, concreet vlak; in
hun specifieke vorm en hun directe impact op het dagelijkse leven ervaren.161
Zelfs wanneer de boeren
wel de overheid of andere actoren die op een hoger niveau dan de gemeenschap waarin zijzelf leven
verantwoordelijk houden wordt de rekening gepresenteerd aan leden van de gemeenschap. Want, aldus
Scott, die zijn – in tegenstelling tot de echte verantwoordelijken – wel ‗within moral reach‘.162
Hoewel
een dergelijke personificatie van problemen zeer eenvoudig en ongenuanceerd kan overkomen is ze
toch in zekere mate terecht. Het zijn immers keuzes van individuen die ervoor zorgen dat grotere
processen ook ingang vinden binnen de lokale gemeenschap, en vaak worden die keuzes als
moedwillig verraad gericht tegen de arme boeren gezien.163
‗The village poor thus choose to direct
their anger primarily at those from whom they have some claim to consideration, however tenuous.‘164
Bovendien is het moeilijk verzet te bieden aan iets dat ervaren wordt als een abstract proces dat zich
boven ieders hoofd ontvouwt. Wanneer personen met de vinger kunnen worden gewezen is actie
ondernemen wel een optie.165
Opvallend hierbij is dat ingeweken vreemdelingen vaak buiten schot
blijven, ook als ze dezelfde praktijken toepassen als de lokaal geboren en getogen ‗schuldigen‘. Dat
komt omdat vreemdelingen niet als een deel van de gemeenschap worden beschouwd – ‗Appeal and
betrayal are concepts that are, quite simply, inapplicable beyond the frontiers of an imagined
community.‘166
Leden van de gemeenschap kunnen daarentegen op hun verantwoordelijkheden
worden gewezen. Soms gebeurt dit zonder de expliciete bedoeling verzet te plegen.167
Scott wijst er op
dat sommige van de praktijken die onder de noemer verzet geplaatst kunnen worden niet rechtstreeks
gericht zijn tegen de oorzaak van het probleem, maar eerder als doel hebben een uitweg te creeëren uit
een problematische situatie, hetgeen niet vreemd is gezien het verzet van boeren meestal bedoeld is
om de noodzakelijke behoeften van hun huishouden te vrijwaren. Bovendien is het risico vaak kleiner
dan bij een actie die rechtstreeks gericht is tegen de oorzaak van het probleem. Stropen is hier een
voorbeeld van – volgens Scott is het een verschijnsel dat omgekeerd evenredig is aan de prijs van het
graan.168
Iedereen die een mogelijke bedreiging vormt voor het dagdagelijkse leven van de peasantry is een
potentieel slachtoffer van boerenverzet. Geliefkoosde doelwitten voor banditisme zijn bijvoorbeeld
advocaten, prelaten en luie monikken, woekeraars, handelaars, buitenlanders.169
Ook voorwerpen die
de stabiliteit van de boerengemeenschap zouden kunnen ondermijnen worden geviseerd. ‗And
destruction […] is not simply a nihilistic release, but a futile attempt to eliminate all that would
prevent the construction of a simple, stable, peasant community: the products of luxury, the great
enemy of justice and fair dealing. For destruction is never indiscriminate. What is useful for poor men
160
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 181, 326, 348 161
idem, p. 43, 348 162
idem, p. 161 163
idem, p. 176 -177, 181-183, 347 164
idem, p. 183 165
idem, p. 347-348 166
idem, p. 168-169 167
idem, p. 266-269 168
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 35 169
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 22
31
is spared.‘170
Opmerkelijk is nog dat in vroegere tijden de legitimiteit van de koning zelden in vraag
werd gesteld. In tegendeel zelfs, de koning werd gezien als de belichaming van rechtvaardigheid. ‗[…]
in a profound sense his [de bandit] and the sovereign‘s interest, justice, is the same.‘171
De tegenstanders kunnen zich echter ook binnen het kamp van de peasantry zelf bevinden. Vaak
kunnen individuele boeren er voordeel uit halen om, tegen het algemeen belang, de kant te kiezen van
de dominante groepen. Collaboratie is verleidelijk en de elites proberen het te stimuleren.172
Toch
komt collaboratie in de literatuur weinig aan bod. Hobsbawm vermeldt, zonder er echt op in te gaan,
dat ook de overheden peasants kunnen ronselen en inzetten voor banditisme. Daarvoor gebruikt hij de
termen ‗landlord‘s bandits‘ of ‗state‘s bandits‘.173
Verder gaat geen van de auteurs echt in op het
fenomeen. Scott besteedt wel aandacht aan de manier waarop (vermeende) collaborateurs tot de orde
geroepen worden. Een belangrijke voorwaarde voor het succes van verzet is solidariteit onder de
plegers ervan. Het mag dan ook niet verbazen dat diegenen die teveel tegemoet komen aan de
verwachtingen van de elites daar ook op afgerekend worden.174
Zoals gezegd wordt verzet in
belangrijke mate gecultiveerd in de sociale ruimte die de onderworpen boeren delen. Die ruimte laat
hen ook toe afvalligen tot de orde te roepen. De methodes daarvoor kennen we al: laster en achterklap,
geruchten verspreiden, geroddel, karaktermoord, vervloekingen, minachtende of afkeurende gebaren,
het onlopen van de geviseerde, (fysieke) intimidatie, geweld; enzovoort.175
In de context van een
kleine gemeenschap kan een dergelijke aanpak verwoestende gevolgen hebben voor diegene die eraan
ten prooi valt. Met andere woorden, ook ten opzichte van ‗gelijken‘ is het voor boeren vaak uitkijken
geblazen. Deze agressieve vorm van sociale controle die de solidariteit en de eenheid onder de boeren
moet vrijwaren, wordt door Scott aangeduid als ‗domination within domination‘.176
2.7 De resultaten
De minst spectaculaire methodes die boeren hanteren om zich te verzetten, de everyday forms of
resistance die hierboven al werden toegelicht, worden door de auteurs als meest efficiënt gezien.177
De
preciese impact van deze aanpak valt evenwel moeilijk na te gaan.178
Af en toe kan de peasantry
middels solidariteit en eensgezindheid overwinningen op haar conto schrijven, al is de kans reeël dat
die op termijn uitgehold worden door de elitaire groepen.179
De voorwaarde van solidariteit, die bijna
uitsluitend binnen een kleine gemeenschap kan vervuld worden, maakt het bijzonder moeilijk om
grote veranderingen tegen te gaan. Eventueel kan verzet wel de invoering ervan vertragen, of de
gevolgen ervan uitstellen of voorkomen, maar het is even mogelijk dat het verzet geen effect sorteert.
Ook de boeren zelf zijn zich bewust van het feit dat hun kansen op succes gelimiteerd zijn. Dit beeld
van boerenverzet lijkt erg mager. Het is echter belangrijk om hierbij de positie van de arme peasantry
als uitgangspunt te nemen. Het stelen van een beetje rijst verandert op zich niets aan de ongelijkheid
die binnen een gemeenschap aanwezig is, maar voor diegene die het zich toeeigent betekent het het
verschil tussen honger en een beetje minder honger. Bovendien, zo stelt Hobsbawm, heeft een
170
idem, p. 26 171
idem, p. 22 172
SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 129 173
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 13 174
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 198 175
iSCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 26, 130-131, 191 176
SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 26, 130-131, 191 177
SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 282; HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘, pp. 16-17, 20 178
SCOTT, J. Weapons of the Weak p. 282 179
idem, p. 219
32
dergelijk akkefietje op zich misschien weinig impact op het systeem, maar wanneer dergelijke
individuele akkefietjes op grote schaal en op lange termijn voorkomen kunnen ze wel degelijk een
bijzonder ontregelend effect sorteren – en daardoor mogelijkheden creeëren voor ambitieuzer
verzet.180
Al bij al is zelfs het succes van de everyday forms of resistance dus twijfelachtig.
Zekerheid is er bij alle auteurs wel over het falen van pogingen om grootschaliger verzet te plegen.
Banditisme heeft relatief weinig impact op de maatschappelijke orde. Zoals aangegeven heeft dat
zowel te maken met de ideologische als met de organisatorische aspecten ervan. De tijd waarin een
bende actief kan blijven is afhankelijk van haar ambities. Volgens Hobsbawm is de meeste bendes een
relatief kort leven, ongeveer twee jaar,beschoren - al zijn er uitzonderingen bekend die het merkelijk
langer uitzingen.181
De vage notie van peasantness die onder de boeren leeft, maakt het zoals gezegd
wel mogelijk dat verzet zich over een groter gebied verspreidt, maar is niet sterk genoeg om een
duurzame basis te leveren voor het volharden in de boosheid. Rellen, revoltes en rebelliën, op welke
schaal ook, worden vroeg of laat, en meestal vroeg, de kop ingedrukt. Uitzonderlijk kunnen dergelijke
opstanden de kiem zijn van een revolutie, maar extern leiderschap wordt daarvoor onontbeerlijk
geacht. En bovendien zijn de boeren na de revolutie doorgaans slechter af dan ervoor. De doelen van
de revolutionaire kern zijn niet dezelfde als die van de peasantry, al is het vaak hun participatie die een
beslissende impuls geeft aan het welslagen van de revolutie.182
180
SCOTT, J. Weapons of the Weak, pp. 29-30, 183, 229,241, 248, 252-255; HOBSBAWM, E. J. Bandits, p. 19 181
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 19 182
WOLF, E. R. Peasants, p. 109
33
deel II: Boeren en hun verzet vandaag - La Via Campesina
1. De Via Campesina: een historische schets
Dit toen gebeurde. De Uruguay-ronde van de GATT naderde zijn einde, wat zou resulteren in het
ontstaan van de WTO. Dat had ook repercussies voor het landbouwbeleid en de landbouw tout court
wereldwijd. Vele peasants uit alle hoeken van de wereld hadden tegen die tijd al ervaren wat het
neoliberalisme voor de landbouw betekende.
Vooral in Latijns-Amerika had het neoliberalisme een tijdlang ongehinderd opgang gemaakt als
beleidskader. Tijdens de jaren 1970 en 1980 werden staten – vaak onder druk van de SAP‘s opgelegd
door internationale instellingen – verondersteld af te slanken. Nog meer dan voorheen wonnen de
steden in de ogen van de machthebbers en de politieke partijen aan belang ten koste van het platteland.
Ook de banden die politici tot dan toe onderhouden hadden met landbouwersorganisaties –
voornamelijk uit electorale overwegingen in een systeem dat op corporatische wijze functioneerde –
verwaterden.183
En dat had gevolgen: ‗Conditions for peasant farmers went from bad to worse […] As
political parties and their domesticated organisations became increasingly irrelevant for rural peoples,
a new generation of peasant organizations came to the fore.‘184
Deze nieuwe peasant organisations
verwierpen het cliëntelisme en het corporatisme dat hun voorgangers niets opgeleverd had, en stelden
zich onafhankelijk en autonoom op. Hun eisen waren radicaler. Ze wilden een herstel van de
staatstructuren, gekoppeld aan structurele aanpassingen.185
‗In the 1980s and 1990s the greatest
problem peasant organisations faced was the rapid decline of crop and livestock prices, largely due to
globalisation, felt through market-opening under structural adjustment and free trade agreements like
the General Agreement on Tarrifs and Trade (GATT), WTO, and the North American Free Trade
Agreement, as well as the budget-cutting and free market conditionality forced on their governments
by the World Bank and International Monetary Fund. This came on top of the displacement that had
already occurred under World Bank, USAID, and Green Revolution-driven, forced-pace
‗modernization‘ in the immediately preceding period of time.‘186
Al snel werd duidelijk dat de
problemen niet op te lossen waren in de context van een land. De nieuwe peasant organisations
begonnen een netwerk uit te bouwen dat nationale grenzen oversteeg. In 1981 werd in Managua, in
Nicaragua, de Continental Conference on Agrarian Reform and Peasant Movements georganiseerd. Er
waren peasant organizations van verschillend allooi aanwezig: revolutionaire groeperingen, nationale
bewegingen en onafhankelijke bewegingen. Tot 1989 werd er jaarlijks een continentale peasant
meeting op touw gezet, en vanaf 1989 werd een gelijkaardig proces op gang getrokken in Colombia,
waarna een jaarlijks peasant conferences werden georganiseerd tot 1992. Op deze conferenties werd
de basis gelegd voor ‗what was becoming a transnational peasant movement.‘187
In de vroege jaren
1990 werd ook de Coordinadora Latinoamericana de Organizaciones del Campo (GLOC), een
regionale voorspiegeling van de Via Campesina, gesticht.188
183
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 37, nr. 1 (januari 2010). pp. 151-152 184
idem, p. 152 185
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 152 186
idem, p. 153 187
idem, pp. 153-154 188
idem, p. 155
34
Ook in Azië, Europa en Noord-Amerika waren de gevolgen van de neoliberalisme op de landbouw
duidelijk voelbaar geworden voor vele peasants en boeren. Ook in deze regio‘s waren
landbouwersorganisaties tot de conclusie gekomen dat een aanpak over de grenzen heen noodzakelijk
was om voldoende tegenwicht te kunnen bieden aan het dominante model. De roots van de Via
Campesina liggen voornamelijk in Latijns-Amerika, maar ‗[…]we are starting to overcome that. […]
The LVC began in Latin America, so it was very Latin American at the beginning. But as it grows and
matures, it is becoming less Latin American. This is normal. – African peasant leader.‘189
De effectieve grondslag voor de Via Campesina werd in 1992 gelegd tijdens het tweede congres van
de Unión Nacional de Agricultores y Ganaderos in Managua, Nicaragua. Vertegenwoordigers van acht
landbouwersorganisaties afkomstig uit Centraal-Amerika, het Caraïbisch gebied, Europa, Canada en
de USA waren daar aanwezig. Er werd gezocht naar wat farming families in deze verschillende regio‘s
gemeenschappelijk hebben. De vertegenwoordigers verklaarden de banden tussen hun organisaties te
willen versterken en om te proberen relaties aan te knopen met landbouwersorganisaties wereldwijd.
Belangrijkste doelstelling hierbij was een alternatief zoeken voor de op neoliberale leest geschoeide
agrarische industrie. Dit alles werd opgenomen in de Managua Declaration190
.
Een jaar later ging in Bergen, België een follow-up conferentie door, waarop 46 leiders van
landbouwersorganisaties aanwezig waren. Hier werd de Via Campesina officieel opgericht. Het
initiatief voor deze conferentie kwam van de Paulo Freire Stichting, een Nederlandse NGO. Bedoeling
van de PFS was het opzetten van een internationaal farmer-driven onderzoeksproject rond alternatief
landbouwbeleid. De aanwezige leiders van landbouwersorganisaties hadden ruimere doelen. Zij
wilden vanuit de bestaande bewegingen een internationale peasant- and farmbeweging op poten
zetten. Die divergerende agenda‘s zorgden voor spanningen tussen de PFS en de aanwezige leiders
van landbouwersorganisaties – spanningen die uiteindelijk onhoudbaar zouden blijken. Daarop wordt
verder uitvoerig ingegaan.
Op 16 mei 1993 werd een officiële slotverklaring van de conferentie in Bergen opgetekend die
voortbouwde op de Managua Declaration. De Via Campesina ‗emerged in explicit rejection of neo-
liberal agricultural policies and as a direct response to the GATT negotiations‘ exclusion of the
concerns, needs, and interests of people who actually work the land and produce the world‘s food.‘191
Dat weerklinkt ook in de Mons Declaration:
‗As a response to the current irrational and irresponsible logic of production and to the
political decisions which support it, we propose the following basic conditions in order to
bring about an agricultural development which is ecologically sustainable, socially just and
which allows the producer real access to the wealth s/he generates day in [and] day out:
1. The right of small farmers to a living [in the] countryside; this implies the full right of
farmers to their own autonomous organizations and the recognition of their social importance
in the definition and implementation of development in general, and rural development in
189
idem, p. 153 190
De Managua Declaration werd ondertekend door de vertegenwoordigers van de Asociación de
Organizaciones Campesinas Centroamericanas para la Cooperación y el Desarrolo (ASOCODE), de Winward
Islands Farmers (WINFA), de Canadian National Farmers Union (NFU), de National Farmers Union (NFU-
USA), de Coordination Paysanne Européenne (CPE), de Coordinadora de Organizaciones de Agricultores y
Ganaderos (COAG-Spanje), de National Farmers Union (Noorwegen) en de Dutch Farm Delegation
(Nederland). zie hierover: MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and
evolution of a transnational social movement.‘, p. 156 en DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and
the power of peasants, p. 76 191
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 77
35
particular.
2. The right to a diversified agriculture which guarantees, as a matter of priority, a supply of
healthy, high quality food for all peoples in the world, based on a profound respect for the
environment, for a balanced society and for effective access to the land.
3. The right of every country to define its own agricultural policy according to the nation‘s
interest and in concertatión with the peasant and indigenous organizations, guaranteeing their
real participation.‘192
De Via Campesina profileert zich als een ‗[…] autonomous, pluralist and multicultural movement,
independent of any political, economic, or other type of affiliation.‘193
Ondertussen - zestien jaar na de
oprichting - zijn 148 boerenorganisaties, afkomstig uit 69 verschillende landen, lid van de Via
Campesina.194
Hoe en met welke accenten deze boeren zichzelf als dusdanig profileren en hoe zij
handen en voeten geven aan hun ongenoegen zijn de vragen waarop hieronder een antwoord wordt
gezocht.
Voor de volledigheid moet hier ook vermeld worden dat de Via Campesina niet de eerste noch de
enige internationale landbouwersbeweging is. Sinds 1946 bestaat ook de International Federation of
Agricultural Producers (hierna: IFAP). Deze organisatie claimt alle boeren ter wereld te
vertegenwoordigen. werkt nauw samen met verschillende internationale instituten, zoals bijvoorbeeld
de UN, de Wereldbank, de WTO, enzovoort. Voornaamste bedoeling van de IFAP is voedseltekorten
helpen voorkomen. De strategiën die ze daarvoor gebruikt en de visie die erachter zit staat echter vaak
lijnrecht tegenover wat de Via Campesina wil. De Via Campesina onderscheidt zich dan ook bewust
van de IFAP en verwerpt haar opvattingen over de agrarische sector.195
2. Peasantries vandaag
‗[…] Their demise was welcomed by capitalists, by national and development planners, indeed, by
virtually everyone but the peasants themselves.‘196
De boeren zijn – tegen alle verwachtingen in –
terug van nooit weggeweest, en ze zijn teruggekomen op eigen kracht. Nochtans waren veel academici
al tot de conclusie gekomen dat peasants op vandaag niet meer bestaan.197
Maar, aldus Marcel Carreon
Mundo, ‗[…] There have always been campesinos. What did not exist before were investors,
industrialists, political parties, etc. Campesinos have always existed and they will always exist. They
will never be abolished.‘198
Er zijn niet alleen nog boeren op deze wereld, ze zijn bovendien trots op
hun boer-zijn. ‗Peasants and farmers belonging to the Via Campesina are proudly declaring an
alternative identity: they declare themselves to be ‗peasants‘.‘199
De vraag is dan natuurlijk wat
peasants dan wel zijn. Het antwoord klinkt zeer eenvoudig: boeren zijn ‗mensen van het land‘. ‗If you
actually look at what ‗peasant‘ means, it means ‗people of the land‘. Are we Canadian farmers ‗people
of the land‘? Well, yes, of course. And it‘s important to take that language back … We too are
peasants and it‘s the land and our relationship to the land and food production that distinguishes us …
192
ibidem 193
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=27&Itemid=44,
laatst geraadpleegd op 04/08/2010 194
idem 195
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 85-90 196
idem, p. 195 197
EDELMAN, M. ‗The Persistence of the Peasantry.‘, p. 15 198
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 190 199
idem, p. 195
36
We‘re not part of the industrial machine. We‘re much more closely linked to the places where we
grow food and how we grow food, and what the weather is there… The language around this matters.
It begins to make us understand that ‗people of the land‘, - peasantry everywhere, the millions of small
subsistence peasants with whom we think we have so little in common – identifies them and it
identifies us. They‘re being evicted from their land, and that decimates their identity and their
community. And we‘re also being relocated in our society. The language? As long as you keep us in
separate categories and we‘re the highly industrialized farmers who are sort of quasi-business
entrepreneurs and they‘re the subsistence peasants, than we can‘t see how closely we are and all our
issues are linked.‘200
Het begrip ‗boer‘ wordt door de Via Campesina dan ook zeer ruim
geïnterpreteerd: ‗Whether you are a peasant, paysan, paysanne, campesino, campesina, small farmer,
agricultor, agricultora, productor, productora, rural worker, or indigenous peasant - all have
embraced and have been embraced by the Via Campesina.‘201
Dit alles klinkt erg eenvoudig, maar het impliceert meer dan men op het eerste zicht zou denken.
Vooreerst zit er een stevige politiek-maatschappelijke lading in vervat. ‗This place-bound identity, that
of ―people of the land‖, reflects the belief that they have the right to be on the land. They have the
right and obligation to produce food. They have the right to be seen as fulfilling an important function
in society at large. They have the right to live in viable communities and the obligation to build
community. All of the above form essential parts of their distinct identity as peasants; in today‘s
politicized globalization articulating identity across borders based on locality and tradition is a deeply
political act.‘202
Inherent aan dit alles is dus ook een diepgewortelde afwijzing van de ‗moderne‘, op
neo-liberale leest geschoeide geïndustrialiseerde landbouw.203
Maar het impliceert meer. ‗La Via
Campesina‘s peasant identity reflects a deep attachment to culture. The production, distribution,
preparation, consumption and celebration of food are all fundamental to rural cultures.‘204
En het is
deze gemeenschappelijke cultuur met wortels van duizenden jaren oud die het mogelijk maakt om de
enorme diversiteit die binnen de Via Campesina aanwezig is te overstijgen – hoe dat in praktijk
gebracht wordt komt verder nog aan bod.
De boeren van de Via Campesina zijn er zich ten zeerste van bewust dat neutrale termen niet bestaan.
Dat bleek hierboven al uit het citaat van Nettie Wiebe, waarin twee keer gerefereerd wordt aan het
belang van taal en termen. ‗Via Campesina‘ is dan ook niet per toeval Spaans, en de hoofdreden is niet
het belang van de Latijns-Amerikaanse roots van de beweging. Hoewel bij de oprichting ernstig
overwogen werd om een Engelse vertaling als naam aan te nemen kozen de boerenleiders uiteindelijk
toch voor Spaans. Peasant heeft namelijk een negatieve connotatie, omdat de term in de
Angelsaksische literatuur traditioneel gebruikt wordt voor middeleeuwse boeren – ‗peasant‘ betekent
ook achterlijk en behorend tot het verleden. Farmer dekt als term niet de lading die de Via Campesina
met haar alternatieve agrarische model voorstelt. Ook belangrijk bij de beslissing was de overweging
dat er op het Engelse platteland geen peasants meer bestaan. Het waren trouwens vooral de
afgevaardigden uit Groot-Brittannië die de Engelse vertaling als ongepast beschouwden.205
De Via
Campesina gaat dus zeer bewust om met het kiezen van termen en de invulling die ze er aan geeft.
200
aldus Nettie Wiebe, zie: DESMARAIS, A. A. ‗The Power of Peasants: Reflections on the Meanings of the Via
Campesina.‘ in: Journal of Rural Studies. Vol. 24, nr. 2 (april 2008), p. 140 en DESMARAIS, A. A. La Via
Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 195 201
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 196 202
DESMARAIS, A. A. ‗The Power of Peasants: Reflections on the Meanings of the Via Campesina.‘, p. 140 203
zie hierover ook: MCMICHAEL, P. ‗Peasants Make Their Own History, But Not Just as They Please…‘ in:
Journal of Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3, (april en juli 2008), p. 206-207 204
DESMARAIS, A. A. ‗The Power of Peasants: Reflections on the Meanings of the Via Campesina.‘, p. 141 205
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 195-196
37
Karen Pedersen, geciteerd in de inleiding, heeft het over ‗reclaiming this language‘ wanneer ze
zichzelf als Canadese boerin peasant én farmer noemt.206
De boeren weten zeer goed dat zij bepaalde
concepten een andere lading meegeven dan er in de academische wereld aan toegekend wordt. Ze
weten dat de invulling die zij geven aan ‗peasants‘ ingaat tegen het idee dat er op vandaag geen
peasants meer zouden zijn en indien toch, niet voor lang meer. Het herdefiniëren is een belangrijk
onderdeel van hun verzet, want het heeft rechtstreeks te maken met hun identiteit als boer – een
identiteit die ze zelf willen invullen. Op die manier trekken ze ook een aantal premissen van het
wetenschappelijke debat in twijfel. Maar, zo zegt Emiliano Cerros Nava, executive comission member
van de Uníon Nacional de Organizaciones Regionales Campesinas Autónomas (UNORCA) in
Mexico: ‗This debate in the literature is a fabrication at a higher level, by those who know more. In the
countryside, out there, there is no such debate. We continue being peasants. That‘s the way it is.‘207
Opmerkelijk is de nadruk die in de invulling die de Via Campesina geeft aan de term ‗peasants‘
gelegd wordt op vrouwen. Natuurlijk, ‗Rural women play a critical role in agricultural production and
in maintaining the economic and social fabric of rural communities.‘208
Die nadrukkelijke aandacht
voor vrouwen en hun positie was er binnen de Via Campesina nog niet van bij het begin. In de
Managua Declaration van 1992 wordt niet verwezen naar vrouwen of gender, in de Mons Declaration
van 1993 – bij de stichting van de Via Campesina – slechts één keer. Wel werd gesteld dat vrouwen en
jongeren een bijzonder belangrijke rol spelen in landbouwersorganisaties, en werd er gesproken van
‗the need to guarantee their full participation‘.209
In de praktijk werden daar echter geen
noemenswaardige stappen toe gezet. Dat zorgde voor de nodige ergernis bij boerenvrouwen uit
verschillende organisaties. ‗The women who gathered in Tlaxcala had struggled for years in their own
communities and organizations to integrate gender issues in debates around agricultural policy. For
most, this was an ongoing struggle waged at the local, national, and regional levels. In Tlaxcala
women delegates demanded no less at the international level, and the Via Campesina was driven to
take direct actions in this area.‘210
Na heftige debatten werd uiteindelijk een speciale commissie rond
vrouwen in de Via Campesina opgericht. Dit was voor de meeste vrouwen geen doel op zich – het
bestaan van een comissie impliceert immers niet noodzakelijk gelijkberechtiging. De comissie werd
gemandateerd om de specifieke noden en belangen van de vrouwen binnen de Via Campesina te
onderzoeken; om strategiën, mechanismen en een actieplan uit te werken om gelijke
vertegenwoordiging en participatie van vrouwen op alle niveaus van de Via Campesina te creeëren; en
om communicatie- en coördinatiekanalen op poten te zetten onder de vrouwelijke leden van de Via
Campesina.211
Officieel heet de commissie de Via Campesina Women‘s Working Group, in praktijk
wordt er meestal naar gerefereerd als de Via Campesina Women‘s Comission.212
De oprichting van
deze comissie was niet zozeer een eindpunt alswel een begin. Het belang van deze focus op vrouwen
en gender wordt duidelijk uit de positieve reacties van vrouwelijke peasant leaders op de oprichting
en het bestaan van de Via Campesina Women‘s Comission. Aanvankelijk richtte de comissie zijn
aandacht voornamelijk op de drie Latijns-Amerikaanse regio‘s (Centraal Amerika, Zuid-Amerika en
het Caraïbisch gebied). In Azië werd in augustus 1999, in de aanloop naar de 3e conferentie van de
Via Campesina de Asian Peasant Women‘s Workshop gehouden in Bangkok in Thailand. De
Aziatische boerinnen wisselden er hun ervaringen uit en formuleerden een aantal gemeenschappelijke
206
idem, p. 196 207
DESMARAIS, A. A. ‗The Power of Peasants: Reflections on the Meanings of the Via Campesina.‘, p. 140 208
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 161 209
idem, p. 162 210
ibidem 211
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 162 - 163 212
idem, p. 163
38
aandachtspunten.213
Voorafgaand aan de 3e top van de Via Campesina eind 2000 in Bangalore, India,
werd de eerste International Women‘s Assembly georganiseerd. De vrouwelijke peasants stelden er
een minimumprogramma op waarin gesteld werd ‗that for the meaningful participation of women the
Via Campesina must, at a minimum:
guarantee 50 percent participation of women in all decision-making levels and activities of the
Via Campesina
maintain and strengthen the Women‘s Comission
ensure that all Via Campesina documents, training events, and discourse go beyond sexist
contents and machista language.‘214
Op de onmiddellijk daarop volgende top in Bangalore werd de beoogde 50% vrouwelijke
aanwezigheid nog niet gehaald, al waren er merkelijk meer vrouwen aanwezig op vorige edities. Op de
top werd wel de Via Campesina Gender Position Paper goedgekeurd, ‗which clearly put women and
gender issues at the heart of the movement.‘215
Daarbij werd de nadruk vooral gelegd op gelijkheid en
mensenrechten, economische rechtvaardigheid en sociale ontwikkeling.216
Op de top werd bovendien
vastgelegd dat voortaan uit elke regio twee regionale coördinatoren, een man en een vrouw, zouden
zetelen in de ICC. correctie nog nodig De vrouwelijke coördinatoren werden geacht voorafgaand aan
ICC-meetings samen te komen – zij vormen samen de Women‘s Commission – maar werden dus ook
ingeschakeld in de algemene werking van de Via Campesina.217
Dit alles liep niet van een leien dakje,
en zoals vaak verandert de praktijk trager dan de theorie gewijzigd wordt. 218
De positie van de
vrouwen binnen de Via Campesina is dan ook een permanent aandachtspunt.219
‗Peasants,‘ zoals de Via Campesina die term invult, omvat dus een grote diversiteit aan rurale
groepen. Het enige onderscheid dat door de beweging strikt gemaakt wordt, is dat tussen industriële
agrarische ondernemers en alle andere mensen die betrokken zijn in de agrarische voedselproductie,
namelijk de boeren. Die brede invulling wordt bovendien nog meer opengetrokken door de
inclusiviteit van het concept food sovereignty. Met dit concept rijkt de Via Campesina, onder andere
via het International Planning Committee for Food Sovereignty, de hand aan een bont allegaartje
sociale bewegingen en NGO‘s.220
‗Food sovereignty is a big tent, and the definition [zie hieronder]
reflects that very well indeed. The idea of a ‗big tent‘ politics is that disparate groups can recognise
themselves in the enunciation of a particular programme.‘221
Dit concept en de basis die het de Via
Campesina biedt voor bondgenootschappen komen hieronder nog aan bod.
3. Boerenverzet
3.1 De eisen
De Via Campesina schuift als haar voornaamste doelstelling naar voor ‗to develop solidarity among
small farmer organizations in order to promote gender parity and social justice in fair economic
213
idem, p. 196 214
idem, p. 172 215
idem p. 176 216
ibidem 217
idem, p. 172 218
zie hierover DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, pp. 178 - 181 219
idem, p. 177-178 220
http://www.foodsovereignty.org/new/whoweare.php, laatst geraadpleegd op 18/07/2010 221
PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 3. (juli 2009), p. 666
39
relations; the preservation of land, water, seeds and other natural resources; food sovereignty;
sustainable agricultural production based on small and medium-sized producers.‘222
Daarbij worden
een aantal duidelijke klemtonen gelegd. Hierboven werd reeds een fragment van de slotverklaring van
de stichtingsvergadering in Bergen in 1993 opgenomen. Door de jaren heen zijn die accenten verder
uitgewerkt en verfijnd. Op vandaag stelt de Via Campesina:
‗What do we defend?
Peasant, family farm-based production. La Via Campesina promotes a model of peasant or
family-farm agriculture based on sustainable production with local resources and in harmony
with local culture and traditions. Peasants and farmers rely on a long experience with their
locally available resources. We are capable of producing the optimal quantity and quality of
food with few external inputs. Our production is mainly for family consumption and domestic
markets.
People‘s food sovereignty. Food sovereignty is the RIGHT of peoples, countries and states
unions to define their agricultural and food policy without ―dumping‖ agricultural
commodities into foreign countries. Food sovereignty organizes food production and
consumption according to the needs of local communities, giving priority to production for
local consumption. Food sovereignty includes the right to protect and regulate the national
agricultural and livestock production and to shield the domestic market from the dumping of
agricultural surpluses and low-price imports from other countries. Landless people, peasants,
and small farmers must get access to land, water, and seed as well as productive resources and
adequate public services. Food sovereignty and sustainability are a higher priority than trade
policies.
Decentralized food production and supply chains. The current industrialized agribusiness
model has been deliberately planned for the complete vertical integration and to dominate all
agriculture activities. This model exploits workers and concentrates economic and political
power. La Via Campesina advocates a decentralized model where production, processing,
distribution and consumption are controlled by the people the communities themselves and not
by transnational corporations.‘223
Een productiemodel dat gebaseerd is op boerenlandbouw; voedselsoevereiniteit en decentralisatie van
voedselproductie en –distributie zijn de drie onderling verbonden strijdpunten die steeds terugkeren.
De doelstellingen die de basis hiervoor vormen zijn duurzaamheid op alle vlakken (ecologisch,
sociaal, cultureel maar ook economisch) en het vrijwaren van de sociale controle op voedsel en
voedselproductie. Food sovereignty, voedselsoevereiniteit, is het centrale concept waarrond de Via
Campesina zijn concrete eisen vormt. De beweging gebruikt het als speerpunt voor de lancering van
het landbouwmodel dat ze wil implementeren. Het concept werd voor het eerst naar voor geschoven
op de Wereldvoedseltop in Rome, in 1996, als een alternatief voor ‗food security‘ – een term die de
sociale controle op voedsel niet incalculeert.224
Voor de Via Campesina kan er geen sprake zijn van
voedselveiligheid zolang er geen voedselsoevereiniteit is. ‗Long-term food security depends on those
who produce food and care for the natural environment. As the stewards of food producing resources
we hold the following principles as the necessary foundation for achieving food security. … Food is a
222
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=27&Itemid=44,
laatst geraadpleegd op 04/08/2010 223
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=27&Itemid=44,
laatst geraadpleegd op 04/08/2010 224
PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘, 665
40
basic human right. This right can only be realized in a system where food sovereignty is guaranteed.
Food sovereignty is the right of each nation to maintain and develop its own capacity to produce its
basic foods respecting cultural and productive diversity. We have the right to produce our own food in
our own territory. Food sovereignty is a precondition to genuine food security.‘225
Natuurlijk vertaalt de Via Campesina in de praktijk van haar verzet deze drie grote strijdpunten in zeer
concrete eisen en statements naargelang de eisen van het moment. Om een impressie te geven van
waar de beweging daarbij klemtonen en accenten legt is hieronder een stuk van de slotverklaring van
het World Forum for Food Sovereignity opgenomen. De Via Campesina was mede-initiatiefnemer en
-organisator van deze conferentie, die in 2007 plaatsvond in Nyéléni, in Mali.
‗What are we fighting for? A world where…
…all peoples, nations and states are able to determine their own food producing systems and
policies that provide every one of us with good quality, adequate, affordable, healthy, and
culturally appropriate food;
...recognition and respect of women‘s roles and rights in food production, and representation
of women in all decision making bodies;
…all peoples in each of our countries are able to live with dignity, earn a living wage for their
labour and have the opportunity to remain in their homes;
...where food sovereignty is considered a basic human right, recognised and implemented by
communities, peoples, states and international bodies;
…we are able to conserve and rehabilitate rural environments, fish stocks, landscapes and
food traditions based on ecologically sustainable management of land, soils, water, seas,
seeds, livestock and other biodiversity;
…we value, recognize and respect our diversity of traditional knowledge, food, language and
culture, and the way we organise and express ourselves;
…. there is genuine and integral agrarian reform that guarantees peasants full rights to land,
defends and recovers the territories of indigenous peoples, ensures fishing communities‘
access and control over their fishing areas and eco-systems, honours access and control over
pastoral lands and migratory routes, assures decent jobs with fair remuneration and labour
rights for all, and a future for young people in the countryside;...where agrarian reform
revitalises inter-dependence between producers and consumers, ensures community survival,
social and economic justice and ecological sustainability, and respect for local autonomy and
governance with equal rights for women and men...where it guarantees the right to territory
and self-determination for our peoples;
...where we share our lands and territories peacefully and fairly among our peoples, be we
peasants, indigenous peoples, artisanal fishers, pastoralists, or others;
…in the case of natural and human-created disasters and conflict-recovery situations, food
sovereignty acts as a kind of ―insurance‖ that strengthens local recovery efforts and mitigates
negative impacts... where we remember that affected communities are not helpless, and where
strong local organization for self-help is the key to recovery;
...where peoples‘ power to make decisions about their material, natural and spiritual heritage
are defended;
... where all peoples have the right to defend their territories from the actions of transnational
corporations;
225
ibidem. Voor een kritische analyse van het concept ‗food sovereignty‘, zie: PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘ pp.
663-706
41
What are we fighting against?
Imperialism, neo-liberalism, neo-colonialism and patriarchy, and all systems that impoverish
life, resources and eco-systems, and the agents that promote the above such as international
financial institutions, the World Trade Organisation [een veelgestelde eis van de Via
Campesina is landbouw en voedselproductie uit het bevoegdhedenpakket van de WTO
halen226
], free trade agreements, transnational corporations, and governments that are
antagonistic to their peoples;
The dumping of food at prices below the cost of production in the global economy;
The domination of our food and food producing systems by corporations that place profits
before people, health and the environment;
Technologies and practices that undercut our future food producing capacities, damage the
environment and put our health at risk. Those include transgenic crops and animals, terminator
technology, industrial aquaculture and destructive fishing practices, the so-called white
revolution of industrial dairy practices, the so-called ‗old‘ and ‗new‘ Green Revolutions, and
the ―Green Deserts‖ of industrial bio-fuel monocultures and other plantations;
The privatisation and commodification of food, basic and public services, knowledge, land,
water, seeds, livestock and our natural heritage [bijvoorbeeld door middel van intellectual
property rights 227
];
Development projects/models and extractive industry that displace people and destroy our
environments and natural heritage;
Wars, conflicts, occupations, economic blockades, famines, forced displacement of people and
confiscation of their land, and all forces and governments that cause and support them; post
disaster and conflict reconstruction programmes that destroy our environments and capacities;
The criminalization of all those who struggle to protect and defend our rights;
Food aid that disguises dumping, introduces GMOs into local environments and food systems
and creates new colonialism patterns;
The internationalisation and globalisation of paternalistic and patriarchal values that
marginalise women, diverse agricultural, indigenous, pastoral and fisher communities around
the world.‘228
Wat opvallend naar voor komt is de radicale en hartstochtelijke verwerping van het op vandaag
dominante agrarische productiemodel en de institutionele verankering ervan. De Via Campesina
beperkt zich duidelijk niet tot het aanklagen van een aantal mistoestanden. De beweging benadrukt
veeleer de structurele mankementen die aan die mistoestanden ten grondslag liggen. Een bijsturing
hier en daar wordt duidelijk niet gezien als een valabele oplossing. Dat brengt ons bij een tweede
opvallende aspect van de stellingen die door de Via Campesina verdedigd worden: de beweging
schuift zelf oplossingen naar voor. De Via Campesina stelt een volledig alternatief productiemodel
naar voor, een model dat ecologische, sociale, culturele en economische duurzaamheid nastreeft en
waarbij ook bijzonder veel aandacht uitgaat naar waarden, tradities, diversiteit en solidariteit. Zoals
gezegd wordt dit hele model opgehangen aan het concept voedselsoevereiniteit. Dit radicale alternatief
226
DEVREESE R., DHOORE K. en BAETEN, R. Boerengeluk, boerenverdriet.s.l., 2004, Stichting Boerenlandbouw,
p. 72; EDELMAN, M. ‗Bringing the Moral Economy back in… to the Study of 21st-Century Transnational Peasant
Movements.‘ in: American Antropologist. Vol. 107, nr. 3 (januari 2008), p. 338 227
zie onder meer: DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 50 228
Via Campesina, Declaration of Nyéléni, 2007,
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=282:declaration-of-
nyi&catid=21:food-sovereignty-and-trade&Itemid=38, laatst geraadpleegd op 27/06/2010
42
dat de Via Campesina belichaamt staat lijnrecht tegenover het systeem dat vandaag wijdverspreid is.229
Wanneer we de lijst hierboven overlopen wordt het ook snel duidelijk dat wat de Via Campesina
afwijst, eist, claimt en voorstelt zeker niet alleen gevolgen zou hebben voor het agrarische segment
van de samenleving(en), hoewel de primaire doelen wel tot deze sector behoren.
Belangrijk om hier nog te vermelden is dat de Via Campesina haar eisen expliciet linkt aan belangrijke
globale problemen zoals bijvoorbeeld de wereldwijde voedselcrisis van 2008, die het jaar erop
gevolgd werd door de financiële crisis; of de klimaatproblematiek.230
Ook in reacties op actuele
gebeurtenissen over de hele wereld schuift de Via Campesina haar standpunten en eisen onomwonden
naar voor. Voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld de reacties op de aardbeving in Haïti in januari
2010, waarna de Via Campesina massaal protest op de been bracht tegen de invoer van GMO‘s bij
wijze van noodhulp door USAID231
; en recenter op de aanval van het Israëlisch leger op een konvooi
schepen met hulpgoederen voor de Palestijnen in de Gazastrook. Toen kloeg de Coordination
Européenne Via Campesina de beperkte toegang aan die Palestijnze boeren in de Gazastrook krijgen
tot hun velden en tot water.232
3.2 Mobilisatie
De Via Campesina is een mondiale beweging van boeren en boerenorganisaties. Die vormen
allerminst een homogene groep. Verschillen in klasse, ideologische en politieke opvattingen en
uiteenlopende meningen en tradities inzake politieke representatie, evenals grote culturele verschillen
zorgen voor een immense diversiteit binnen de Via Campesina.233
Bovendien zijn boeren gebonden
aan de grond die ze bewerken.234
Boeren van over de hele wereld samenbrengen rond een
gemeenschappelijk programma waarin ze zich allemaal herkennen heeft dus veel voeten in de aarde.
Daarvan waren de boerenleiders zich van bij aanvang van bewust. Van bij de oprichting van de Via
Campesina probeert de beweging met wisselend succes om van die diversiteit een belangrijke sterkte
te maken – ‗building unity within diversity‘, met de woorden van Desmarais.235
Cruciaal daarbij is het
zoeken naar wat wel gemeenschappelijk is.
De boeren vinden elkaar in de eerste plaats in hun gedeelde identiteit als peasants, zoals ook hierboven
al uitgebreid gestaafd werd. Binnen de Via Campesina wordt hard gewerkt om die collectieve
229
voor een systematische vergelijking: zie MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the
birth and evolution of a transnational social movement.‘, pp. 166-168 en DESMARAIS, A. A. La Via Campesia.
Globalization and the power of peasants., pp. 69-70 230
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=796:feeding-the-world-and-
cooling-the-planet-la-vcampesinas-fifth-international-conference&catid=45:5-maputo-2008&Itemid=68, laatst
geraadpleegd op 04/08/2010 231
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=930:haitian-peasants-march-
against-monsanto-company-for-food-and-seed-sovereignty&catid=49:stop-transnational-
corporations&Itemid=76, laatst geraadpleegd op 04/08/2010 232
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=section&layout=blog&id=7&Itemid=29,
laatst geraadpleegd op 04/08/2010;
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=788:via-campesina-position-on-
financial-crisis&catid=37:world-bank-a-imf--out&Itemid=58, laatst geraadpleegd op 04/08/2010 233
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘ in: Journal of
Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3 (april en juli 2008), p. 271-282; DESMARAIS, A. A. La Via Campesia.
Globalization and the power of peasants., p. 27 234
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants,. p. 152 235
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 282-283;
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 27-33
43
identiteit te versterken. Er wordt veel aandacht besteed aan het uitwisselen van de ervaringen,
overtuigingen en meningen van alle boerenleiders. Dat gebeurt intensief op regionaal niveau – een
voorbeeld is de actiekaravaan rond food sovereignty die door Azië trok en waarvan zelfs een deel
Europa aandeed236
– en om de drie à vier jaar op de internationale conferenties. Tot nog toe gingen die
door in Bergen, België in 1993; in Tlaxcala, Mexico in 1996; in Bangalore, India in 2000; in Itaici,
Brazilië in 2004; en in Maputo, Mozambique in 2008.237
Belangrijk is zeker dat ook de vrouwen- en
jongerenorganisatie van de Via Campesina in de aanloop naar die algemene conferenties hun eigen top
organiseren, respectievelijk sedert 2000 en 2004. ‗At these events, peasant and farm leaders
acknowledge differences, move on to establish some common ground, solidify a collective identity,
and arrive at a consensus on strategies and actions.‘238
Beslissingen binnen de Via Campesina worden
genomen bij consensus en met respect voor de autonomie van alle organisaties. Die moeten allemaal
de specifieke noden en belangen van hun basis behartigen. Het mag dan ook niet verbazen dat ‗This is
a slow process, especially as peasant organisations, in contrast to NGO‘s, do not respond quickly, yet
time has shown that this method builds the strong basis of trust that is so important for collective
action.‘239
De Via Campesina probeert de gedeelde peasant-identiteit ook op cultureel vlak invulling te geven.
Daarvoor beroepen ze zich op een duizenden jaren oude traditie die alle boeren. ‗In de landbouw, de
agri-cultuur ligt de hele menselijke cultuur besloten. Landbouw is wat ons tienduizend jaar geleden tot
cultuurwezens heeft gemaakt, die tijd kregen voor iets anders dan jagen en verzamelen. De
boerenlandbouw draagt daar in alles de sporen van.‘240
Daaraan wordt een sterk gevoel van trots en
verwevenheid met de hele samenleving gekoppeld. Dat uit zich in uitspraken zoals ‗A country could
survive without lawyers, but how could it survive without farmers? What would people eat?‘241
Zoals
Torres en Rosset stellen: ‗There is a strong feeling that peasants are ‗for humanity‘, yet have long been
excluded from the cultural projects of most countries.‘242
Of: ‗Naast deze ‗historische‘ aspecten levert
de boerenlandbouw ook een belangrijke actuele bijdrage aan de samenlevingsopbouw. In onze ‗open‘
boerenlandbouwbedrijven kunnen onze medeburgers nog zien en leren hoe voedsel tot stand komt, en
beseffen dat voedsel niet kan gemaakt worden, maar ontstaat. Op boerenlandbouwbedrijven ontstaan
voortdurend ontelbare, steeds nieuwe contacten tussen boeren en niet-boeren, en tussen niet-boeren
onderling, bijvoorbeeld in de vele hoevewinkels.‘243
Deze historisch gewortelde culturele en sociale
identiteit wordt ook bij het begin van elke bijeenkomst van de Via Campesina opnieuw tot uiting
gebracht en gevoed door een mística. Dat is een ritueel dat de Via Campesina overgenomen heeft van
het MST244
, waarbij telkens boeren uit één van de regios hun geschiedenis, peasant roots en ook
actuele problemen door middel van theater, dans, of liederen delen met de boeren uit de andere
236
EDELMAN, M. ‗Bringing the Moral Economy back in… to the Study of 21st-Century Transnational Peasant
Movements.‘ in: American Antropologist. Vol. 107, nr. 3 (januari 2008), p. 340 237
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=251:united-in-the-
vcampesina&catid=33:3-bangalore-2000&Itemid=55, laatst geraadpleegd op 05/07/2010; DESMARAIS, A. A. La
Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 32 238
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 32 239
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 37, nr. 1 (januari 2010), p. 164 240
DEVREESE R., DHOORE K. en BAETEN, R. Boerengeluk, boerenverdriet, p. 69 241
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 165 242
ibidem 243
DEVREESE R., DHOORE K. en BAETEN, R. Boerengeluk, boerenverdriet, p. 69-70 244
Movimento dos Trabalhadores Rurais Sem Terra, een Braziliaanse organisatie van landloze boeren die al
sinds het begin lid is van de Via Campesina
44
regios.245
Daarbij worden – symbolisch – onder andere zaden, aarde, water en vuur gebruikt. Het doel
van deze místicas is ‗to create a strong sense of belonging and commitment.‘246
Het is een bijzonder
krachtig middel, omdat het de boeren helpt om de taalproblemen te overstijgen.247
De belangrijke rol
die Latijns-Amerikaanse boerenorganisaties gespeeld hebben bij het ontstaan van de Via Campesina
komt ook tot uiting in de groene boerenpetjes, pañuelos – de typische sjaaltjes waarin de leden van de
Via Campesina zich uitdossen wanneer ze tot actie overgaan. Maar ‗The mística and the use of our
symbols (hats, bandannas, flags, bags, etc.) are very important to create a sense of cohesiveness among
people from such diverse and different cultures who do not speak common languages. It makes us feel
part of the same family. – North American family farm leader.‘248
Bovendien wordt het Spaans waarin
de slogans (―La lucha continua”, ―Viva la Via Campesina” en dergelijke meer249
) doorgaans geroepen
worden recent aangevuld met Thaise, Indonesische en nog meer anderstalige varianten. Naast de
groene boerenpetjes hebben sinds 2002 (de World Food Summit: Five Years Later) ook Aziatische
punthoedjes hun intrede gedaan.250
Ook liederen en dans spelen een belangrijke rol in het omgaan met
de diversiteit en het creeëren van een eenheid middels de diversiteit die overduidelijk aanwezig is.251
De gemeenschappelijke identiteit waaraan de Via Campesina zo hard werkt wordt ook gevoed en
gesterkt doordat alle boeren uiteindelijk, ondanks alle verschillen in hun speciefieke situaties, dezelfde
tegenstanders bekampen. Dit aspect van het peasant-zijn is ook nooit ver te zoeken, zoals reeds blijkt
uit een aantal van de hierboven opgenomen citaten. De boeren delen niet alleen hun boer-zijn, maar ze
delen ook de strijd tegen een agrarisch model dat in zowat alle opzichten tegenovergesteld is aan hun
stiel en hoe zij die willen bedrijven.252
De tegenstanders komen echter later nog uitvoerig aan bod.
Een derde krachtig bindmiddel, naast het boer-zijn en de gemeenschappelijke tegenstanders, is hoop.
Rafael Alegria, boerenleider uit Honduras en voormalig medewerker van het internationaal
operationeel secretariaat van de Via Campesina, legt dat als volgt uit: ‗I think that what really unites us
is a fundamental commitment to humanism because the antithesis of this is individualism and
materialism.... The common problems of land, production, technology, markets, ideological formation,
training, poverty - all of these we have in common. But what also unites us are great aspirations. We
are all convinced that the current structures of economic, political, and social power are unjust and
exclusionary. What unites us is a spirit of transformation and struggle to change these structures all
over the world. We aspire to a better world, a more just world, a more humane world, a world where
real equality and social justice exist. These aspirations and solidarity in rural struggles keep us united
in the Vía Campesina.‘253
Toch vereist het creeëren van eenheid en tegelijkertijd het versterken van de slagkracht van de
beweging een constante inspanning op alle niveaus van de Via Campesina. Daarbij gaat het niet alleen
over uitwisselen van ervaringen, maar ook over het opleiden van mensen en het versterken van de
245
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 188 246
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 164 247
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 188 248
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 163 249
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 184 250
idem, p. 184-185 251
idem, p. 188 252
voor een systematische vergelijking: zie MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the
birth and evolution of a transnational social movement.‘, pp. 166-168 en DESMARAIS, A. A. La Via Campesia.
Globalization and the power of peasants., pp. 69-70 253
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=251:united-in-the-
vcampesina&catid=33:3-bangalore-2000&Itemid=55, laatst geraadpleegd op 06/07/2010
45
lokale boerenorganisaties. ‗We need to emphasize internal training now. We must create the
conditions under which there are ever more people (cadre) with the skills and capacity to intervene in
the reality they are confronted with. We need to strengthen our organizations at the local level. We
need to promote organizational processes. We need to develop a plan to strengthen the organizing
capacity of our member organizations. We already have training schools, schools of political
formations, as with the MST, Central America, and the Latin American women‘s school. This effort
should build an internal culture of mobilization. We need to train cadre at all levels of our
organizations. Right now many of organizations are weak because they have few skilled cadre at the
local and regional levels, they have few ‗batters‘ who can step to the plate. – Latin American peasant
leader.‘254
Ook waar het gaat over het opleiden van mensen biedt de diversiteit binnen de Via
Campesina mogelijkheden. Zo zijn er bijvoorbeeld uitwisselingsprojecten tussen organisaties van
verschillende regios. Voorbeelden zijn het NFU en Nicaragua, of het VAC en Kwazulu-Natal.255
De slogan van de Via Campesina luidt ‗Globalize the Struggle – Globalize Hope!‘ De boodschap van
de beweging moet dus ook mondiaal verspreidt worden. ‗To globalize the struggle against injustice
and neoliberalism worldwide, La Via Campesina has two important dates:
1. 17th of April: The international peasant struggle day. People all around the world will
commemorate the killing of 19 peasants struggling for land reform in Eldorado dos Carajas
(Brazil) on April 17, 1996.
2. 10th of September: The international struggle day against WTO. On that date in 2003, Mr. Lee
Kyun Hae, a Korean peasant, stabbed himself to death during a massive protest against the
WTO in Cancun, Mexico. He was holding a banner saying ―WTO kills farmers‖.‘256
Bovendien, ‗Following numerous discussions within and among its eight regions, the Via Campesina
began to focus its work on eight key themes that resonate at the local, national, and global levels: food
sovereignty, agrarian reform, genetic resources and biodiversity, human rights, gender and rural
development, developing a sustainable peasant agricultural model, migration (urban/rural and
international), and farm workers‘ rights.‘257
De beweging heeft rond een aantal van die thema‘s
campagnes op poten gezet om boeren van over de hele wereld te bereiken en te mobiliseren: de Global
Campaign for Agrarian Reform; Seeds: Heritage of Rural Peoples in the Service of Humanity, de
Campaign to End All Forms of Violence Against Women en de Campaign for an International Charter
of Peasant Rights.258
Die thema‘s zijn vanzelfsprekend niet overal en voor iedereen even belangrijk;
maar ‗What is important is that all regions of the Via Campesina acknowledge the validity and
importance of these issues for peasants around the world and dedicate themselves to supporting
struggles around these themes.‘259
254
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 163 255
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., pp. 18-19;
http://www.vacvzw.be/index.php?option=com_content&task=view&id=49&Itemid=78 laatst geraadpleegd op
01/07/2010 256
the international peasant voice, laatst geraadpleegd op 01/07/2010. zie ook: DESMARAIS, A. A. La Via
Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 155 en de ViaCampesina mobilisation kit,
http://viacampesina.net/downloads/PDF/MK2K9-EN-2.pdf laatst bekeken op 02/07/2010 257
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 152 258
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 164 259
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants ., p. 152
46
Ook de lokale mobilisatiecampagnes van de organisaties die deel uitmaken van de Via Campesina zijn
hier van belang. Een voorbeeld van een dergelijke lokale campagne is de recente affichecampagne van
het VAC om de lage prijs voor hun (melk)producten aan te klagen.260
Bij dit alles dient ook gewezen op het feit dat de mogelijkheden inzake communicatie sinds de
oprichting van de Via Campesina enorm zijn toegenomen, ook voor boeren. ‗When Via Campesina
was formed in 1993, electronic mail was just beginning to be introduced to the NGO world, and back
then there were very few peasant movements that were able to use the new technology. […] The
advent of free web-based email and free access to documents on more and more websites opened up
new opportunities for (trans)national peasant groups to communicate quickly and to find and share
crucial information. In more recent years, Skype and text messaging have become yet another
important, relatively affordable means by which TAM [transnational agrarian movements] activists
can easily connect and communicate with each other across an enlarged space-time continuum.‘261
Daarenboven is ook de kostprijs van luchtverkeer de afgelopen jaren gedaald, wat ook peasant-
activisten een veel grotere mobiliteit biedt.262
De Via Campesina is er tot nog toe in geslaagd een vrij stabiele eenheid te creeëren onder boeren uit
alle kanten van de wereld; al vergt dat voortdurende inspanning. Die gemeenschappelijkheid is echter
niet alleen van belang voor de samenhang en sterkte van de globale beweging. Ook de individuele
organisaties worden versterkt door de dynamiek binnen de Via Campesina.263
De uitwisseling van
kunde, kennis en ervaringen is een verrijking op cultureel en praktisch vlak, maar dat is niet het enige.
Boeren van over de hele wereld krijgen de kans hun eigen specifieke situatie beter te begrijpen, soms
zelfs hun belangen beter te zien dankzij het globale kader dat de Via Campesina hen biedt.264
De
moeite die de Via Campesina zich troost om haar leden permanent te mobiliseren creeërt een
dynamiek waarbij alle niveaus van de beweging, van lokaal tot globaal, elkaar verrijken en versterken.
Dit alles neemt de spanningen die binnen de beweging bestaan niet weg. Wel slaagt de beweging er tot
nog toe in om die spanningen een plaats te geven te overstijgen.
3.3 Organisatie
Bij de oprichting van de Via Campesina in 1993 werd onmiddellijk een permanente structuur
uitgebouwd. Er werden vijf geografische regios afgebakend, die telkens één vertegenwoordiger
mochten afvaardigen naar de International Co-ordinating Commission (hierna ICC), die twee maal
per jaar samenkomt. De vertegenwoordigers kwamen toen uit het MST voor Zuid-Amerika; uit
ASOCODE voor Centraal-Amerika, het Caraïbisch gebied en Noord-Amerika; uit peasant-
Solidarinosc voor Oost-Europa; uit de KMP voor Azië, en uit het de CPE voor West-Europa.265
Er
werd een technisch secretariaat (International Operative Secretariat, hierna IOS) opgezet,
aanvankelijk bemand door de PFS, maar sinds 1994 overgenomen door de ICC van de Via Campesina
zelf.266
Het hoe en waarom daarvan komt hieronder nog aan bod. Volgens een rotatiesysteem wordt
260
http://www.vacvzw.be/index.php%3Foption%3Dcom_content%26task%3Dview%26id%3D144%26Itemid%3
D28+vac+affichecampagne&cd=2&hl=nl&ct=clnk&gl=be laatst geraadpleegd op 24/06/2010 261
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 267 262
ibidem 263
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 139-141 264
ibidem 265
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 76 266
idem, p. 97-98
47
het IOS beurtelings ondergebracht bij één van de regio‘s. Ondertussen werd het aantal regio‘s
uitgebreid van vijf naar negen: Afrika 1, Afrika 2 , Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Oost- en Zuidoost
Azië, Zuidelijk Azië, Centraal Amerika, Cuba en het Caraïbisch gebied, en Europa.267
Het ICC bestaat
momenteel uit achttien afgevaardigden, uit elke regio een vrouw en een man.268
Daarnaast zijn er een
aantal thema-gerelateerde international working commissions, ook telkens bestaande uit een vrouw en
een man uit elk van de negen regio‘s. Op dit moment bestaan tien commissies die zich respectievelijk
bezighouden met Agrarian Reform, Food Sovereignty and Trade, Biodiversity and Genetic Resources,
Climate Change and Peasant Agriculture, Human Rights, Sustainable Peasant Agriculture, Migration
and Farm Workers, Women and Gender Parity, Education and Training en Youth.269
Hierbij is het belangrijk te benadrukken dat‗[…] one of the central features that characterises the
organization is the in-principle absence of a policy-making secretariat. Integral to the functioning of
the Via Campesina is the absence of a sovereign authority dictating what any member organization or
country can do. […] Yet no organization can be part of the Via Campesina without subscribing to the
organisation‘s principles.‘270
Met andere woorden, de autonomie van de organisaties die lid zijn van de
Via Campesina wordt ook op organisatorisch vlak gevrijwaard. Hierboven werd al geschetst hoe
binnen de beweging bijzonder veel aandacht gaat naar hoe de diversiteit tot een sterkte kan uitgewerkt
worden. Dat weerspiegelt zich duidelijk ook in de organisatorische structuur van de Via Campesina.
Belangrijke inhoudelijke en organisatorische beslissingen worden bovendien op basis van overleg en
algemene consensus gemaakt, zoals ook hierboven al aangegeven. Dat is vaak een moeizaam proces
dat veel tijd kost, maar het is ook deze aanpak die de Via Campesina een sterke basis biedt. ‗By taking
the time to build consensus among members, La Via Campesina has avoided the severe internal splits
that have crippled many other transnational political alliances and coalitions, though differences and
internal struggles do exist.‘271
En dat laatste mag zeker niet genegeerd worden. Tussen 2004 en 2008
steeg het aantal lidorganisaties van de Via Campesina met 41%.272
Een dergelijke snelle aangroei
maakt het soms moeilijk om acties op touw te zetten en tegelijkertijd de eenheid binnen de beweging
te versterken. Maria Elena Martinez-Torres en Peter Rosset schreven hierover: ‗La Via Campesina
realises that the external political space it has occupied at the international level is disproportionally
large compared to its own degree of internal political and organizational development, that in some
sense it has been more successful than expected, and has gotten ahead of itself. Thus the decision is
made to focus on catching up internally, giving extra effort to internal training for member
organizations, on strengthening operational mechanisms, and on building regional secretariats to
insure sustained regional and local engagement.‘273
De macht die de organisaties op elk vlak behouden kan ook een remmende factor zijn, omdat daardoor
lokale of regionale belangen kunnen primeren op het belang van de Via Campesina als globale
267
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_wrapper&view=wrapper&Itemid=71 laatst geraadpleegd
op 01/07/2010 268
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 172 269
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=section&layout=blog&id=5&Itemid=27
laats geraadpleegd op 02/07/2010; MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and
evolution of a transnational social movement.‘, p. 163 270
PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘, p. 669 271
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 164 272
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=251:united-in-the-
vcampesina&catid=33:3-bangalore-2000&Itemid=55, laatst geraadpleegd op 05/07/2010 273
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p.163
48
beweging. Een voorbeeld is de manier waarop beslist wordt of een bepaalde organisatie lid mag
worden van de Via Campesina of niet. Die wordt niet genomen door de Via Campesina, maar door de
organisaties per regio. Daardoor is het mogelijk dat organisaties die in feite perfect deel zouden
kunnen uitmaken van de Via Campesina geweigerd worden omdat organisaties uit dezelfde regio die
wel reeds lid zijn hen niet willen toelaten om hun eigen positie te versterken.274
Bovendien veranderen
de posities van de verschillende organisaties ook doorheen de tijd. Bijvoorbeeld het Centraal-
Amerikaanse ASOCODE, het Filipijnse DKMP en het Poolse Solidarnosc-Rural waren in het begin
van de jaren 1990 belangrijke spelers in hun respectievelijke regio‘s, maar op de dag van vandaag
vertegenwoordigen ze nauwelijks nog iemand. Solidarnosc-Rural moest zelfs de Via Campesina
verlaten na de conferentie in Tlaxcala.275
Het kan dan ook geen kwaad om hier te benadrukken dat de Via Campesina zeker niet spreekt voor
alle boeren. Vooreerst vertegenwoordigt de beweging lang niet alle boeren en plattelandswerkers uit
de regio‘s waar ze actief is. In Rusland, Centraal-Azië, China, het Midden-Oosten en Noord-Afrika is
ze zelfs gewoon niet actief.276
Bondgenoten zijn voor elke beweging, ook voor een mondiale zoals de Via Campesina, noodzakelijk.
De Via Campesina waakt er angstvallig over met welke organisaties ze in zee gaat. Bijzonder
wantrouwen geldt daarbij NGO‘s, die trouwens ook geen lid kunnen worden van de Via Campesina.
Nochtans kunnen NGO‘s bijzonder nuttige partners zijn voor een transnationale boerenbeweging. Ze
zijn de meest stabiele verstrekkers van fondsen en hebben vaak toegang tot gebieden waar de
beweging zelf geen contacten heeft.277
Naast de belangrijke organisatorische verschillen tussen NGO‘s
en grassroots-based peasant movements278
ligt de verklaring voor het diepe wantrouwen vooral in het
feit dat ‗When the Via Campesina surfaced, the international space was also filled by numerous
national and international development NGOs as well as research institutions working on issues of
agriculture and food security. Because many of these NGOs worked closely with rural organizations –
and even though the NGOs had not been given the mandate – they often found themselves
―representing‖ and speaking ―on behalf‖ of and defending the interests of peasants and small-scale
farmers in the international arena. Even with the best of intentions, this type of interlocution can often
lead to misrepresentation. Farming people often did not recognize ther own voices when they were
communicated back to them.‘279
Vele organisaties die betrokken waren bij de oprichting van de Via
Campesina hadden slechte ervaringen met samenwerking met NGO‘s. Vaak volgen NGO‘s vooral hun
eigen agenda, bijvoorbeeld bij onderhandelingen – waarbij zelden boeren en boerenleiders betrokken
worden – of bij het verwerven en spenderen van financiële ondersteuning.280
De Via Campesina zelf
kreeg als eerste tegenstander, nog voor de oprichting ervan, een NGO. Bij de top in Managua in 1992
en ook bij de follow-up daarvan was de Nederlanse Paulo Freire Stichting (hierna PFS) nauw
274
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 275 275
BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and Politics,
Campaigns and Impact.‘, p. 184 276
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_wrapper&view=wrapper&Itemid=71, laatst geraadpleegd
op 06/07/2010; BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and
Politics, Campaigns and Impact.‘, p. 184 277
BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and Politics,
Campaigns and Impact.‘, p. 197 278
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 157-158; DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants.,
p. 90-91 279
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 90 280
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 90-92; MARTINEZ-TORRES,
M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational social movement.‘, p. 157-
158
49
betrokken. Reeds bij de voorbereiding van wat de eerste conferentie van de Via Campesina, in Bergen,
zou worden rezen er spanningen tussen de betroken boerenleiders en de PFS. Knelpunten waren de
bestaansreden van de Via Campesina, wie zou beslissen over lidmaatschap en welke rol NGO‘s in de
organisatie toebedeeld zouden krijgen. Voor de PFS moest de Via Campesina een internationaal
onderzoeksprogramma voor boerenorganisaties worden, waarvan ook de IFAP deel kon uitmaken. De
essentie van de top in Managua was voor de boerenleiders echter de duidelijke formulering van de
noodzaak om een alternatief ontwikkelingsprogramma, tegengesteld aan het dominante neoliberale
model, op poten te zetten. Dat alternatief moest gefundeerd en vormgegeven worden door collectieve
analyses, gezamenlijke acties en solidariteit onder boerenorganisaties in Noord en Zuid.
Het mag dan ook niet verbazen dat het al op de eerste dag van de top in Bergen fout liep, vooral toen
bleek dat de PFS in een publicatie een maand op voorhand de Via Campesina had verkocht als een
onderzoeksproject en op die basis ook al geldschieters had gezocht. Voor de boerenleiders was dit
onderzoeksproject een mogelijk aspect van een veel groter opzet. Zij vonden dat zij de controle over
de inhoud en het verloop van de conferentie hoorden te krijgen en wijzigden de agenda. ‗Most
importantly, they sought to form a farmer-led, autonomous peasant and farm movement of progressive
organizations that would strive to build the capacity to articulate joint positions and policies in
opposition to the neo-liberal model advocated by many national governments and international
institutions. Many of the farm leaders gathered in Mons did not see IFAP as an ally. Indeed, they saw
the formation of the Via Campesina as a much needed and radical alternative to the IFAP.‘281
Uiteindelijk verlieten de afgevaardigden vande PFS de conferentie, die werd overgenomen door de
aanwezige boerenleiders. De net opgerichte Via Campesina verzocht de PFS om de rol van technisch
secretariaat van de beweging op zich te nemen, maar de spanningen bleven oplopen. In April 1994
zaten vertegenwoordigers van de ICC samen met het bestuur van de PFS om nog eens nadrukkelijk uit
te leggen wat ze van de PFS verwachtte – tevergeefs, want de PFS bleef de Via Campesina zien als
een platform met als doel onderzoek en het op gang trekken van projecten. Maar het doel van de
boerenleiders in Bergen was ‗creating an international, farmer-driven, autonomous peasant and farm
movement. In Mons farmers had taken ownership of the Via Campesina, and then they had spent the
following year giving the movement shape, form, and content to fit their needs.‘282
Nadat de PFS in
een brief had gesuggereerd dat de Coordination Paysanne Européenne (hierna CPE) haar
bevoegdheden als algemeen coördinator van de Via Campesina haar boekje te buiten ging283
nam de
ICC de taken van de PFS over.284
Het wantrouwen van de boerenbeweging tegenover NGO‘s is dan
ook niet verbazingwekkend. In haar beginjaren was het voor de Via Campesina van het grootste
belang om zelf een autonome positie te veroveren en die te vrijwaren. ‗They [de peasants] take their
seat at the table in their own name, pushing aside NGOs and others who had previously ‗spoken on
behalf‘ of rural peoples, with the clear message that ‗we are here and we can speak for ourselves‘.‘285
In die aanvangsjaren sloot de Via Campesina geen bondgenootschappen af. Na de derde conferentie
van de beweging in Bangalore in 2000 begon de Via Campesina zelf allianties aan te gaan met andere
bewegingen die dezelfde vijanden onder vuur namen en nemen. Tegen die tijd was de beweging
aanzienlijk sterker geworden, waardoor ze de zoektocht naar bondgenoten kon beginnen vanuit een
machtspositie. Tussen 2000 en 2003 verwierf de Via Campesina een leiderspositie binnen de ‗civil
281
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 94 282
idem, p. 96 283
‗Unfortunately… the CPE seems to have confused its role as general coordinator of La Via Campesina iwht
that of being promoter for a new peasant grouping.[…].‘ DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and
the power of peasants., p. 95-96 284
idem, p. 90-98 285
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 157
50
society‘. De beweging is sinds 2002 ook deel van het Wereld Sociaal Forum dat het jaar daarvoor voor
het eerst plaatsvond in Porto Alegre, in Brazilië.286
Vanuit die leiderspositie werkt de Via Campesina samen met een select aantal NGO‘s. Dit zijn onder
andere FoodFirst Information and Action Network (FIAN), Land Research and Action Network
(LRAN), het Nederlandse Oxfam-Novib en de Inter-Church Organization for Development
Cooperation (ICCO). Deze laatste twee bieden financiële ondersteuning.287
Daarnaast maakt de Via Campesina ook deel uit van het netwerk van International Planning Comittee
(IPC) for Food Sovereignty. De Via Campesina voert een duidelijk beleid dat erop gericht is allianties
uit te bouwen met plattelandsbewegingen uit andere sectoren, en het IPC for Food Sovereignty biedt
daarvoor een bruikbaar uitgangspunt. ‗To date, however, Via Campesina has been able to work more
closely with peasant women, fisherfolk and indigenous peoples and less with organized rural workers,
despite […] how fundamental the alliance of farmers and rural workers would be in the struggle agains
neoliberalism.‘288
Het uitbouwen van dergelijke allianties wordt bemoeilijkt door het feit dat de
belangen van de verschillende soorten bewegingen elkaar vaak doorkruisen, wat ervoor zorgt dat ze
met elkaar moeten concurreren bij het verwerven van een achterban of financiële steun van NGO‘s.289
Tenslotte onderhoudt de Via Campesina ook bondgenootschappen op basis van thematische
eensgezindheid. ‗These are usually multi-class and multi-sectoral alliances, cutting across the rural-
urban and global north-south divides.‘290
Voorbeelden zijn de campagnes tegen GMO‘s, of de Global
Campaign for Agrarian Reform waarbij de via Campesina onder meer samenwerkt met FIAN en
LRAN.291
3.4 Praktijk
Voorafgaand op dit luik wil ik er op wijzen dat de opsomming van voorbeelden zeker niet volledig is.
Mijn bedoeling is vooral een gefundeerde impressie geven van de manier waarop de Via Campesina
actie voert. Daarom zocht ik voorbeelden die elkaar aanvullen om zo een zo correct mogelijk beeld te
verkrijgen, veeleer dan een volledige opsomming te proberen te maken.
De Via Campesina hanteert diverse strategiën voor haar verzet. De WTO, de Wereldbank, het IMF en
dergelijke meer, en recenter ook TNC‘s worden door de beweging gezien als ‗clear enenemies‘. De
aanpak die daarvoor gehanteerd wordt is ‗not dialogue, just demonstrate resolute opposition.‘292
Onder
andere talrijke betogingen en protestmarsen; maar ook blokkades en bezettingen, bijvoorbeeld van de
haven van Mangalore in India eind 2009; hongerstakingen; brandstichtingen; het ontmantelen van een
vestiging van Mc Donalds in Frankrijk in 1999; het storten van tonnen aarde en de aanleg van velden
daarop in het centrum van steden waar internationale tops van bijvoorbeeld de WTO doorgaan zijn
286
idem, p. 160 287
BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and Politics,
Campaigns and Impact.‘, p. 197 288
idem, p. 198; http://www.foodsovereignty.org/new/focalpoints.php laatst geraadpleegd op 06/07/2010 289
BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and Politics,
Campaigns and Impact.‘, p. 198 290
ibidem 291
idem, p. 198; BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 265-
266 292
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 160; BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian
Reform.‘, p. 268
51
voorbeelden van hoe dat in praktijk ingevuld wordt.293
‗This resistance took an extreme turn on
September 10, 2003—the first day of the Fifth Ministerial Meeting of the World Trade Organization
(WTO) held in Canc n, Mexico—with the tragic death of the Korean farm leader, Lee Kyung Hae.
Lee, along with 120 other Koreans, had joined the V a Campesina delegation in Canc n in an effort to
get the WTO out of agriculture. Wearing a sign that read "WTO kills farmers," Lee walked up to the
high wire fence that had been built to "protect" trade negotiators from protestors and stabbed himself
to death.‘294
Protest zonder draagvlak sorteert echter geen effect, en dat weten ook de boerenleiders van de Via
Campesina. Daarom worden naast, en vaak samenhangend met de hierboven opgesomde vormen van
protest ook acties georganiseerd waarbij de nadruk ligt op het informeren en mobiliseren van de
publieke opinie. Voorbeelden daarvan zijn film- en discussieavonden, exposities, muziekoptredens,
conferenties, symbolische seed exchange-acties, workshops allerhande, conferenties, de aanleg van
groentetuinen in stadsparken, publieke maaltijden met biologisch geteelde voedingswaar, het
organiseren van een ‗GMO-free cafetaria‘ in de universiteit van Eberswalde bij Berlijn,
flyercampagnes zoals de reeds vermelde affichecampagne van het VAC, enzovoort.295
De Via
Campesina probeert ook druk te zetten op bepaalde instanties om haar belangen te verdedigen.
Voorbeelden hiervan zijn petitiecampagnes, open brieven naar overheden en instellingen; maar er zijn
ook meer symbolische voorbeelden, zoals de actie van het Canadese NFU waarbij boeren zaden
opstuurden naar parlementairen in een campagne tegen Monsanto, een van de grote TNC‘s die zich
bezighoudt met landbouw en GMO‘s.
Doorgaans hanteert de Via Campesina een strategie van protest en confrontatie, maar af en toe, en
alleen bij welbepaalde instituten kiest de beweging voor een diplomatische aanpak of stelt ze zich zelfs
coöperatief op.296
‗In general, they [de Via Campesina] tend to favour the UN system that adheres to a
‗one country – one vote‘ representation mechanism, which helps to explain its critical but
collaborative relationships with some groups within the Food and Agriculture Organisation of the UN
(FAO) and the International Fund for Agricultural Development (IFAD).‘297
Met deze organisaties is
de Via Campesina bereid te onderhandelen, mee te werken en zelfs gezamenlijke initiatieven en
projecten op touw te zetten.298
Meestal probeert de Via Campesina daarbij het debat van een
theoretish-technische invalshoek te verschuiven naar het morele terrein van goed en kwaad. ‗This has
293
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=937:india-bku-farmers-protest-
all-over-uttar-pradesh&catid=21:food-sovereignty-and-trade&Itemid=38, laatst geraadpleegd op 04/08/2010;
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=930:haitian-peasants-march-
against-monsanto-company-for-food-and-seed-sovereignty&catid=49:stop-transnational-
corporations&Itemid=76, laatst geraadpleegd op 04/08/2010;
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=470:via-campesina-supports-anti-
gmos-hunger-strikers&catid=22:biodiversity-and-genetic-resources&Itemid=37 en
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=472:france--victory-for-the-anti-
gmo-hunger-strikers&catid=22:biodiversity-and-genetic-resources&Itemid=37, laatst geraadpleegd op
05/07/2010; DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 137 294
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=251:united-in-the-
vcampesina&catid=33:3-bangalore-2000&Itemid=55, laatst geraadpleegd op 05/07/2010 295
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=903:list-of-worldwide-actions-
for-april-17-2010-&catid=26:17-april-day-of-peasants-struggle&Itemid=33, laatst geraadpleegd op 04/08/2010 296
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 162 297
ibidem; BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, pp. 268-269 298
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 269
52
proven to be an effective strategy for shifting the terms of the debate on many of the issues that La Via
Campesina addresses.‘299
Grofweg vallen de acties van de Via Campesina dus op te delen in twee categoriën. Enerzijds zijn er
op confrontatie gerichte campagnes die op lokaal, nationaal en internationaal vlak worden gevoerd
tegen bepaalde instituties en tegen TNC‘s; anderzijds stelt de Via Campesina zich coöperatief op
tegenover andere instellingen. ‗These two broadly different types of approaches […] are seen as
mutually reinforcing. Negotiations with other agensies would be weak without the real threat that Via
Campesina can actually resort to militant forms of actions against them; conversely, purely ‗expose
and oppose‘ actions without intermittent negotiations would project the movement as unreasonable.‘300
De Via Campesina is niet alleen actief op het internationale toneel. De beweging bestaat uit
organisaties die actief zijn op lokaal en nationaal vlak, en dus wil en moet ze ook op die niveaus nauw
betrokken zijn. Het is op het lokale vlak dat het hele opzet van de Via Campesina gegrondvest moet
worden. ‗Thus, the Vía Campesina helps strengthen local struggles for greater access to and control
over productive resources such as land, credit, seeds, and water; it also helps marginalized peoples
have a greater say in defining community and national agriculture policies. For example, when the
tsunami hit some coastal areas of Asia on December 26, 2004, the Vía Campesina quickly responded
by launching an international fund-raising campaign. A crucial component of this campaign is that the
Vía Campesina—led by the Federation of Indonesian Peasant Unions (FSPI), the new Operational
Secretariat of the Vía Campesina based in Jakarta—is distributing resources directly to local
organizations of fisherfolk and peasant families so that they can define their own priorities concerning
relief and reconstruction.‘301
Belangrijk bij alle acties van de Via Campesina is de mediatisering ervan.302
Een cruciaal hulpmiddel
daarbij waarvan de beweging het gebruik zelf in handen heeft is het internet. Van alle acties en
bijeenkomsten waarbij de beweging betrokken is worden aankondigingen, verslagen en
beeldmateriaal, press releases, officiële verklaringen, enzovoorts verspreid via de website van de Via
Campesina, maar ook door middel van een elektronische nieuwsbrief.303
Het internet maakt het
mogelijk om alle individuele acties te bundelen in een mondiale beweging. De Via Campesina
publiceert ook dossiers over onderwerpen zoals de link tussen industriële landbouw en
klimaatopwarming, case studies over de schending van mensenrechten in Brazilië door Syngenta,
maar ook gebundelde uitgaves van beleidsdocumenten van de beweging. Ook voor de verspreiding
hiervan is het internet cruciaal. De meeste van die publicaties kunnen trouwens gedownload worden
van de website van de Via Campesina.304
3.5 De tegenstanders
Zoals uit de eisen van de Via Campesina duidelijk naar voor komt is de vijand die de beweging
probeert onderuit te halen het globaal dominante neo-liberale economische systeem. ‗The Via
299
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 162 300
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 268-269 301
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=251:united-in-the-
vcampesina&catid=33:3-bangalore-2000&Itemid=55, laatst geraadpleegd op 06/07/2010 302
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 269 303
tussen begin oktober 2009 en begin juli 2010 ontving ik 46 nieuwsbrieven per email van de Via Campesina 304
http://www.viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=section&layout=blog&id=8&Itemid=
30, laatst geraadpleegd op 05/07/2010
53
Campesina emerged in explicit rejection of neo-liberal agricultural policies and as a direct response to
the GATT negotiations‘ exclusion of the concerns, needs, and interests of people who actually work
the land and produce the world‘s food.‘305
Zoals reeds gezegd werd de beweging opgericht op het
moment dat de GATT-onderhandelingen ten einde liepen en de WTO als permanent orgaan met
bevoegdheden over landbouw werd gevestigd. In eerste instantie richt de Via Campesina zijn acties
dan ook tegen de institutionele ankers van het systeem, zoals de WTO, de Wereldbank, het IMF, de
G8, enzovoort. Naast rechtstreekse acties tegen deze instellingen zelf neemt de Via Campesina ook de
programma‘s die ze propageren en opleggen onder vuur.
In wezen gaat de strijd die de Via Campesina voert dieper dan verzet tegen deze internationale
instituten. In de slotverklaring van de 5e conferentie van de Via Campesina in Maputo, Mozambique in
2008 wordt gesteld: ‗These crises [de voedselcrisis, de klimaatcrisis, de energiecrisis en de financiële
crisis] have common origins in the capitalist system and more recently in the unrestrained de-
regulation in various spheres of economic activity, as part of the neo-liberal model, which gives
priority to business and profit. In the rural zones of the world, we have seen a ferocious offensive of
capital and of transnational corporations (TNCs) to take over land and natural assets (water, forests,
minerals, biodiversity, land, etc.) […]‘306
Het probleem is dus voor de Via Campesina structureel
aanwezig in het kapitalistische systeem. De belangrijkste actoren in dat kapitalistische systeem, naast
de instellingen die hierboven reeds vermeld werden en fungeren als institutineel anker en behoerders
van het systeem, zijn transnationale ondernemingen. En, aldus de Maputo Declaration, ‘Our
reflections have made it clear to us that multinational corporations and international finance capital are
our most important common enemies, and that as such, we have to bring our struggle to them more
directly. They are the ones behind the other enemies of peasants, like the World Bank, the
International Monetary Fund (IMF), the World Trade Organisation (WTO) and the FTAs and EPAs,
neoliberal governments, as well as aggressive economic expansionism, imperialism and militarism.
Now is the time to redouble our struggle against FTAs and EPAs, and against the WTO, but this time
more clearly indicating the central role played by the TNCs.‘307 En dus richt de Via Campesina zijn
pijlen ook op de grote transnationale ondernemingen die actief zijn in de agro-industrie, en dan in het
bijzonder op Monsanto, Syngenta, Du Pont, Bayer, Cargill, BASF en Dow.308
Voor de volledigheid moet hier ook nog vermeld worden dat de organisaties en bewegingen die lid
zijn van de Via Campesina de strijd ook voeren op lokaal, nationaal en regionaal vlak. Daar worden
naast TNC‘s nog andere tegenstanders bekampt, zoals bijvoorbeeld de lokale, regionale, en nationale
overheden.309
De Via Campesina fungeert dus ook als globaal kader waardoor deze ‗kleinschaliger‘
verzetspogingen niet geïsoleerd zijn, maar deel uitmaken van coherent verzet op alle niveaus.
305
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, .p. 77 306
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=623:declaration-of-maputo-v-
international-conference-of-la-via-campesina&catid=47:declarations&Itemid=70, laatst geraadpleegd op
04/07/2010 307
idem 308
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 165, DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 50 309
PATEL, R. ‗International Agrarian Restructuring and the Practical Ethics of Peasant Movement
Solidarity.‘ in: Journal of Asian and African Studies. Vol. 41, nr. 1&2., p.89 - 90; MARTINEZ-TORRES,
M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational social
movement.‘, p. 169
54
Ook het IFAP en vele NGO‘s worden door de Via Campesina als tegenstanders gezien, zij het van een
andere orde dan de hierboven besproken doelwitten. Beide kwamen reeds eerder aan bod, daarom
wordt er hier niet dieper op ingegaan.
3.6 De resultaten
Even rondkijken in de doorsnee supermarkt volstaat om te weten dat de Via Campesina nog lang niet
al zijn doelstellingen heeft kunnen waarmaken. Daaruit concluderen dat bijna 17 jaar mondiaal
coherent boerenverzet op alle niveaus tot niets geleid heeft zou echter voorbijgaan aan een aantal
belangrijke verwezenlijkingen die de boeren van de Via Campesina op hun conto mogen schrijven.
Vooreerst zijn de boerenleiders van de Via Campesina erin geslaagd van onderuit een onafhankelijke
beweging uit te bouwen waarin hun respectievelijke organisaties en bewegingen zich thuis voelen en
herkennen zonder daarbij hun autonomie te verliezen. Torres en Rosset noemen de Via Campesina ‗an
international alliance of peasant and family farmer organisations‘ die lokale, nationale en regionale
organisaties samenbrengt om ook op internationaal verzet te kunnen bieden; maar ‗La Via Campesina
is also a transnational social movement, with roots in Latin America, that has been able to create an
international peasant discourse and identity in tune with the times, without trying to build a political
party structure.‘310
En, aldus Desmarais, ‗Reclaiming the meaning of peasant is perhaps one of the Via
Campesina‘s most important accomplishments.‘311
Met andere woorden, het bestaan van de Via
Campesina als internationale boerenbeweging mag al een succes genoemd worden.
Bovendien is de beweging erin geslaagd om ondanks, of correcter, dankzij de diversiteit waardoor ze
gekenmerkt wordt een geloofwaardig alternatief te construeren voor het dominante neoliberale
agrarische model en dat ook als dusdanig naar voor te schuiven.312
Al moet hierbij ook opgemerkt
worden dat consequent zijn in de praktijk soms moeilijk is. Zo gebruiken vele leden van de MST,
vooral in het zuiden van Brazilië genetisch gemodifieerd zaad voor sojabonen. Nochtans is het MST
één van de organisaties die deel is van de Via Campsina, en beide zijn nadrukkelijk tegen het bestaan
en derhalve ook tegen het gebruik van GMO‘s.313
De impact van het verzet dat de Via Campesina voert is moeilijker in te schatten. Het spreekt voor zich
dat sommige vormen van verzet direct resultaat opleveren. Het platbranden van velden waarop GMO‘s
gekweekt worden, bijvoorbeeld314
; of gigantische protestacties met bijzonder ontregelend effect bij
vergaderingen van de WTO-top zoals in Cancun, Hong Kong, Genève, enzovoort, met als gevolg
uitstel van de onderhandelingen.315
Dergelijke acties kunnen dan wel erg vervelend en hinderlijk zijn,
ze halen het systeem niet onderuit. Ze houden de druk wel op de ketel en fungeren als een serieuze
310
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 169 311
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 196 312
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 169 313
WITTMAN, H. ‗Reworking the metabolic rift: La Via Campesina, agrarian citizenship, and food sovereignty.‘
in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 4 (oktober 2009), p. 818 314
http://www.viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=930:haitian-peasants-
march-against-monsanto-company-for-food-and-seed-sovereignty&catid=49:stop-transnational-
corporations&Itemid=76, laatst geraadpleegd op 04/08/2010 315
http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=197:the-fall-of-the-
wto&catid=24:10-years-of-wto-is-enough&Itemid=35, laatst geraadpleegd op 07/07/2010
55
stok achter de deur bij de onderhandelingen die de Via Campesina voert met andere actoren op het
internationale niveau, zoals de FAO.
Misschien biedt een concreet voorbeeld veruit de beste mogelijkheden om een beeld te krijgen van de
impact van de Via Campesina op internationaal beleidsniveau. Saturnino M. Borras Jr. onderzocht
nauwkeurig de Global Campaign for Land Reform (GCAR) die de Via Campesina in 1999 – 2000 op
gang trok als reactie op de toenmalige visie op landhervorming, waarbij oriëntatie op de markten
centraal stond – de zogenoemde Market-Led Agrarian Reform (MLAR).316
De GCAR was bijzonder
belangrijk voor de ontwikkeling van de Via Campesina. De campagne zorgde voor een versnelling van
het globaal linken (Borras gebruikt hiervoor de term externalisation) van lokale en nationale
knelpunten, wat de Via Campesina als beweging sterker maakte; de Via Campesina moest ook op zoek
naar bondgenoten om de campagne te ondersteunen – bondgenoten die ze vond in FIAN en LRAN; en
de twee voorgaande processen maakten het duidelijk formuleren van gemeenschappelijke belangen en
een gemeenschappelijk doelwit noodzakelijk. De GCAR zorgde er ook voor dat moderne
communicatie- en transportmogelijkheden snel ingang vonden in de Via Campesina. Dit alles hielp de
beweging om een autonome positie te verwerven, onafhankelijk van de IFAP en NGO‘s allerhande; en
om diverse actievormen te combineren tot een eigen coherente strategie.317
Borras onderzocht de
impact van de campagne aan de hand van vijf domeinen. De Via Campesina slaagde er met de GCAR
in om bepaalde impulsen te geven aan het debat over landhervormingen, zowel op het internationale
vlak als lokaal. Ten dele genereerde de campagne zelfs een (zij het minimale) verandering in het
gedrag van bepaalde actoren zoals de FAO en de IFAD. Geweld op het platteland, nochtans een lokaal
doelwit van de campagne lijkt, echter niet afgeremd. De Via Campesina slaagde er evenmin in beloftes
van beleidsmakers los te weken of structurele veranderingen op internationaal noch op lokaal vlak op
gang te initiëren. Zeer weinig of geen effect sorteerde de campagne in het domein ‗affecting policy‘.318
Dit voorbeeld bevestigt dat de Via Campesina er op eigen kracht in geslaagd is een autonome positie
te verwerven op internationaal vlak. Vanuit deze positie weet ze met succes haar alternatief model te
lanceren en te verdedigen. Tot nog toe verandert dat echter niets structureels aan de werking van het
globale systeem, maar enkele actoren lijken wel oren, zij het voorzichtige oren, te hebben naar
bepaalde aspecten van het discours van de Via Campesina.
316
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 261-262 317
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, 262-269 318
idem, p. 269-273
56
III. Conclusie
1. De confrontatie
De grote verschillen tussen tussen de klassieke wetenschappelijke kijk op de peasantry en op peasant
resistance en de manier waarop boeren zich op vandaag profileren komen al duidelijk tot uiting bij het
betekenis geven aan de term ‗peasant‘. In de traditionele literatuur zijn peasants een specifieke
categorie van landbouwers, duidelijk onderscheiden van farmers en landarbeiders. Hun plaats binnen
de maatschappij wordt sterk bepaald door de onderworpen positie die ze innemen – hetgeen zich uit in
de extractie van een deel van wat ze produceren. De boeren die deel uitmaken van de Via Campesina
maken alleen een onderscheid tussen industriële ondernemers en boeren, ongeacht of het nu peasants
in de klassieke zin van het woord, farmers, dan wel landloze boeren of gewone landarbeiders betreft.
Daarbij wordt een zware nadruk gelegd op het feit dat ook vrouwen tot de peasantry behoren en zeker
een evenwaardige positie innemen. Ze zien voedselproductie voor de hele samenleving als een van
hun kerntaken, als een essentiële dienstverlening, en dus zeker niet als een gevolg van een
ondergeschikte maatschappelijke positie – wel integendeel. Zowel in de literatuur als in het discours
van de hedendaagse boer wordt de specifieke relatie van de peasantry met het land dat ze bewerkt
benadrukt. Voor de Via Campesina heeft die relatie grote politieke implicaties.
De theoretische literatuur stelt dat boeren voornamelijk in het geweer komen om hun direct
eigenbelang te verdedigen of onrechtvaardige excessen aan te klagen, eisen stellen met betrekking op
hun onmiddellijke alledaagse leefwereld en slechts in uitzonderlijke gevallen ambiëren de structuur
van de samenleving grondig te hertekenen. Voor de Via Campesina is dat laatste voor de een
noodzakelijke voorwaarde om haar belangrijkste bedoelingen te vervullen. De Via Campesina eist niet
alleen, ze biedt ook een alternatief voor de bestaande toestand. Eigenwaarde en het claimen van een
bepaalde maatschappelijke positie zijn, hoewel anders ingevuld, wel drijfveren voor verzet die zowel
in de literatuur als in de stellingen van de Via Campesina doorklinken.
Wat duidelijk naar voor komt bij het aspect mobilisatie is de cruciale rol die cultuur in dit proces
speelt. In de traditionele literatuur wordt de volkscultuur gezien als mobiliserend instrument; en
binnen de Via Campesina wordt zeer veel nadruk op gelegd op het creëren van een
gemeenschappelijke identiteit gebaseerd op gedeelde culturele wortels. Dat is geen overbodige luxe.
‗Boeren‘ is een categorie die zeer diverse ladingen dekt. In de literatuur wordt dat gezien als een factor
die efficiënt verzet onmogelijk maakt. Diametraal tegenovergesteld is de visie hierover die de Via
Campesina huldigt. Voor de beweging is diversiteit een van de grote sterktes, al moet daarvoor hard
gewerkt worden. Veel meer aandacht wordt in de literatuur echter besteed aan de mogelijkheden voor
fysieke mobilisatie van boeren. Daarbij worden vooral bepaalde delen van de peasantry, en dan met
name middle peasants en boeren uit afgelegen gebieden gezien als mobiliseerbaar. Een eerste
oppervlakkige kijk op de verschillende organisaties die lid zijn van de Via Campesina leert dat deze
groepen op vandaag niet per se in een meer voordelige positie hebben dan anderen. Bij de organisaties
die nauw betrokken waren bij het ontstaan van de Via Campesina speelde de Braziliaanse Movimento
dos Trabalhadores Rurais Sem Terra (MST) zeker een even prominente rol dan de Indische Karnataka
Rajya Raitha Sangha (Karnataka State Farmers Association, KRRS), hoewel landloze boeren in de
literatuur als minder mobiliseerbaar worden bestempeld dan middle peasants.319
Boeren uit ‗afgelegen
319
PATEL, R. ‗International Agrarian Restructuring and the Practical Ethics of Peasant Movement Solidarity.‘, p.
73; MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 155
57
gebieden‘ lijken op vandaag zelfs minder mobiliseerbaar in het licht van de verzetsstrategie die de Via
Campesina hanteert dan hun collega‘s die meer geïntegreerd zijn in de geglobaliseerde wereld.320
In de
literatuur wordt gesuggereerd dat er vooral gemobiliseerd wordt in tijden van crisis, en zelden
langdurig. De Via Campesina probeert haar leden en boeren tout court permanent te mobiliseren. Dat
gebeurt door middel van actiedagen, opleidingen, campagnes, enzovoort.
De tegenstelling tussen literatuur en het boerenverzet van de Via Campesina komt waarschijnlijk het
sterkst naar voor wanneer het gaat over organisatie. In de literatuur wordt er van uitgegaan dat boeren
niet in staat zijn om verzet effectief te organiseren. Als er al een rudimentaire structuur op poten wordt
gezet is dat te danken aan lokale charismatische figuren. Het ontbreekt boeren aan leiderschap en meer
nog aan visie. Doeltreffende organisatie kan dan ook alleen maar als externe figuren of groepen deze
in handen nemen. De Via Campesina daarentegen profileert zich al van bij haar ontstaan als een
autonome boerenbeweging. De Paulo Freire Stichting (PFS) die zich daar niet wou bij neerleggen
werd aan de kant gezet. De beweging heeft een duidelijke organisatorische structuur die nadrukkelijk
van onderuit opgebouwd is. Het ICC wordt niet geacht de koers van de Via Campesina te bepalen,
maar fungeert als een ondersteunend en coördinerend orgaan dat de autonomie van het lokale niveau
moet garanderen. De ICC dient te zorgen voor een globaal kader voor lokaal verzet. De boeren
beslissen per regio zelf welke boerenorganisaties mogen toetreden, en de Via Campesina waakt
zorgvuldig over haar autonome positie bij het aangaan van bondgenootschappen.
De praktische uiting van het ongenoegen van boeren zoals in de literatuur geschetst lijkt ook vandaag
overeind te blijven bij verzet op lokaal niveau. Brandstichten, sabotages en dergelijke meer komen op
vandaag nog altijd vrij frequent voor. Maar wanneer de Via Campesina actie onderneemt op grotere
schaal worden er andere taktieken gehanteerd: massale protestacties en manifestaties worden
gecombineerd met een coöperatieve opstelling ten opzichte van bepaalde instellingen. De agressievere
lokale acties verlenen kracht aan de Via Campesina als mondiale beweging, terwijl in de omgekeerde
richting het bestaan van een mondiale beweging legitimerend werkt voor het verzet op lokaal vlak.
Belangrijk is dat de Via Campesina ook zelf probeert om een maatschappelijk draagvlak te creëren
voor haar eisen. Acties maken daarom vaak gebruik van symbolische elementen of worden
gecombineerd met uiteenlopende methodes om het verzet te kaderen. Het allergrootste verschil is
echter de openbaarheid van het verzet van de Via Campesina. De beweging probeert zelfs zoveel
mogelijk publiciteit te geven aan haar acties of aan de acties van haar leden, en maakt daarbij gebruik
van moderne communicatiemiddelen. De beweging zet dus bewust één van de belangrijkste aspecten
van everyday forms of resistance zoals Scott daar invulling aan geeft overboord.
Hoewel de literatuur erkent dat de boeren doorgaans wel weten wat de diepere oorzaak is voor de
problemen die zij direct ervaren wordt het ongenoegen toch doorgaans verhaald op lokale personen,
omdat deze binnen het bereik van de boeren zijn. De Via Campesina daarentegen bestrijdt een globaal
systeem. Het verzet wordt op alle niveaus tegelijkertijd gevoerd. Niet alleen lokaal, maar ook over de
landsgrenzen heen, overal waar de beweging voet aan de grond heeft. Internationale instellingen die
dat systeem institutioneel verankeren en multinationale corporaties die binnen dat systeem tot de
belangrijkste actoren gerekend worden zijn daarbij de primaire doelwittten.
Het succes van het boerenverzet wordt in de literatuur op zijn best als minimaal en tijdelijk gezien. De
Via Campesina kan tot nog toe evenmin definitieve overwinningen op zijn conto schrijven, maar toch
320
zie hierover: MALSEED, K. ‗Where There is No Movement: Local Resistance and the Potential for
Solidarity.‘ in: Journal of Agrarian Change, Vol. 8, nrs. 2 & 3 (april en juli 2008). pp. 489-514
58
lijkt het verzet van de beweging te lonen. De beweging is er echter wel in geslaagd boeren op een
duurzame manier te organiseren, een effectieve strategie uit te werken en een stem te worden die
invloed heeft op wat op het internationale toneel besproken wordt en hoe. Bovendien slaagt de
beweging er ook in om op bijzonder hardnekkige wijze directe confrontaties aan te gaan met wat ze
beschouwt als clear enemies. Ook daarin mag de Via Campesina een aantal succesjes die vooral
symbolisch gewicht in de schaal werpen op haar naam zetten – getuige daarvan bijvoorbeeld het
herhaaldelijk opschorten van WTO-onderhandelingen ten gevolge van het uit de hand lopen van
massale protestmanifestaties waarin ook de Via Campesina opmerkelijk aanwezig was, en ook in de
toekomst wellicht zal zijn.
Tussen het boerenverzet zoals dat uit de traditionele literatuur naar voor komt en het boerenverzet
zoals de Via Campesina dat vandaag invult lijken dus weinig overeenkomsten te trekken. Voor een
aantal aspecten van het verzet van de Via Campesina zijn de kiemen wel reeds in de literatuur terug te
vinden. Dat geldt met name voor de motivaties van boeren om in opstand te komen en de
tegenstanders die ze selecteren. In de literatuur wordt duidelijk beklemtoond dat boeren doorgaans wel
weet hebben van grotere systemen en actoren en van de diepere oorzaken van hun specifieke
problemen, maar ook beseffen niet de middelen te hebben om daar adequaat op te reageren. Daarom
wordt een lokale vertaling van oorzaken op een ander niveau gezocht. De Via Campesina daarentegen
valt met haar verzet echter primair die achterliggende structuren en actoren aan. Als mondiale
organisatie met een sterke verwevenheid met het lokale niveau is de beweging dan ook in staat die
strijd op elk niveau te voeren. In het licht van het beeld dat in de literatuur bestaat van de peasantry is
het zelfs al ondenkbaar dat boeren een dergelijke beweging weten uit te bouwen.
2. Verklaringen en conclusies
Voor een groot deel kunnen deze verschillen verklaard worden aan de hand van de contexten waarin
boeren veertig à vijftig jaar terug en boeren vandaag leefden en leven. De traditionele werken
aangaande peasant resistance werden grotendeels geschreven tussen het einde van de jaren 1960 en
begin jaren 1980. Zoals in de inleiding gezegd was het de periode van de dekolonisatie, van de
Vietnam-oorlog, en van de green revolution. Het ontwikkelingsdenken bepaalde in grote mate de
manier waarop de belangrijke mogendheden, met de USA voorop, en internationale intstellingen de
wereld na de Tweede Wereldoorlog probeerden te organiseren. Bedoeling was om zo snel mogelijk de
‗achterblijvers‘ op het veld zich te laten ontwikkelen tot moderne, competitieve staten die konden
participeren aan de vrije markt. De Koude Oorlog maakte dat niet alleen wenselijk, maar zelfs
noodzakelijk – althans vanuit het standpunt van de Westerse naties: hoe groter de vrije markt, hoe
kleiner de ademruimte voor het communistische alternatief, de planeconomie.321
Het model dat daarbij
als voorbeeld gold was het 19e-eeuwse traject dat het Westen, en primair West-Europa, had gevolgd
bij het ‗ontsnappen‘ aan het oude economische model, waarin de agrarische sector de belangrijkste
sector was – een model dat geassocieerd werd en vaak nog steeds wordt met inefficiëntie en
hongersnood.322
Daarbij werd voorbijgegaan aan de verwoestende consequenties die de West-
Europese ‗ontsnapping‘ had op de agrarische sector, op het ecologisch evenwicht en op de lokale
321
MCWILLIAMS, W.C. en PIOTROWSKI, H. The World since 1945., p. 43-45 322
VANHAUTE, E.‘From famine to food crisis. What history can teach us about local and global food crises.‘, te
verschijnen, p. 3-4
59
bevolking in de koloniale gebieden.323
Vooral in de USA, Canada en Australië werd door
schaalvergroting en monocultuur de basis gelegd voor een nieuw agrarisch model: landbouw, op
industriële leest geschoeid.324
Voor de Tweede Wereldoorlog werden de agrarische opbrengsten van
de geïndustrialiseerde landbouw in de deze gebieden vooral richting West-Europa geëxporteerd.
Tussen 1950 en 1970 hertekenden de USA, de nieuwe grootmacht, dat plaatje grondig. De
landbouwoverschotten werden voortaan geredigeerd richting ‗its informal empire of postcolonial
states on strategic perimeters of the Cold War. Food aid subsidised wages, encouraging selective Third
World industrialisation, and securing loyalty against communism and to imperial markets.
‗Development states‘ internalized the model of national agro-industrialisation [zoals dat onder andere
in de USA bestond325
], adopting Green Revolution technologies, and instituting land reform to dampen
peasant unrest and extend market relations into the countryside.‘ Had het Europese
ontwikkelingstraject op het eind van de 19e eeuw her en der al desastreuze gevolgen met zich
meegebracht in de kolonies, de gevolgen die het opleggen van dit traject als model met zich
meebrachten waren nog erger.326
Agro-industrie, gebaseerd op grootschalige monocultuur
gecombineerd met chemische meststoffen en pesticiden – de green revolution-landbouw – maakte veel
hogere opbrengsten mogelijk dan kleine boeren konden produceren. Die hogere productie zou, in het
licht van het ontwikkelingsverhaal, een uitweg bieden in het hongervraagstuk waarmee grote delen
van de wereld nog steeds kampten. Op hetzelfde moment ‗agribusiness elaborated transnational
linkages between national farm sectors, which were subdivided into a series of specialized agricultures
linked by global supply chains (e.g., the transnational animal protein complex linking
grain/carbohydrate, soy/protein, and lot-feeding.)‘327
McMichael vat deze aan elkaar gelinkte
processen als volgt samen: ‗In other words, as the ‗development project‘ universalized the ‗national‘
model of economic development as a key to completion of the state system, following decolonization,
at the same time a ‗new international division of labour‘ in agriculture began to form around
transnational commodity complexes.‘328
Voor peasants was in dit model geen plaats, het ‗[…] ‖skims‖
the peasants until their basis of survival becomes to weak […].‘329
In de conclusie van zijn Peasant Wars of the Twentieth Century analyseert Wolf uitgebreid de enorme
impact die de verspreiding van het kapitalisme had op boerengemeenschappen in rurale
samenlevingen. Naast ecologische problemen en groeiende overbevolking op het platteland genereerde
het kapitalisme bij zijn verspreiding ook een crisis in de machtsuitoefening binnen samenlevingen.
Onvermijdelijk, aangezien volgens Wolf economische veranderingen altijd voorlopen op de
transformaties van de sociale orde die ze onontkoombaar maken. Een dergelijke overgangsperiode
zindert dan ook van de maatschappelijke spanningen, waarbij nieuwe spelers de facto reeds
belangrijke spelers worden en de oude elites hun macht langzamerhand ondergraven zien als ze niet
opnieuw weten te verankeren. In een dergelijke context falen volgens Wolf de traditionele methodes
van de boeren om te reageren op maatschappelijke problemen, en ‗the peasant rebellions of the
twentieth century are no longer simple responses to local problems, if indeed they ever were. They are
but the parochial reactions to major social dislocations, set in motion by overwhelming societal
323
idem, p. 5-7 324
MCMICHAEL, P. ‗A food regime genealogy.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 1. (januari 2009), p.
141 325
ibidem 326
VANHAUTE, E.‘From famine to food crisis. What history can teach us about local and global food crises.‘, te
verschijnen, p. 10; 327
MCMICHAEL, P. ‗A food regime genealogy.‘, p. 141 328
ibidem 329
VANHAUTE, E. ‗The End of Peasantries? Rethinking the Role of Peasantries in a World-Historical View‘, p.
55
60
change. the spread of the market has torn men up by their roots […].‘330
Ofwel klampen de boeren zich
dan hardnekkig vast ‗to their traditional institutions, increasingly subverted by the forces which they
were trying to neutralize‘331
; ofwel gaan ze op zoek naar nieuwe antwoorden. Geen van beide
mogelijkheden leek echter veel succes te bieden, zoals in deel I uitvoerig werd aangetoond. Tot dan
toe waren boeren er niet in geslaagd om op eigen houtje effectief het hoofd te bieden aan de
systematische ondermijning van hun overlevingsbasis, laat staan alternatieven te formuleren. In feite
leken de boeren er zelfs niet toe te komen verder te denken dan ‗the bamboo hedge of the village‘.332
In de literatuur wordt een gebrek aan leiderschap en organisatie daarvoor als voornaamste oorzaak
naar voor geschoven. Bij revoluties was de peasantry wel vaak een beslissende factor, wat het belang
van extern leiderschap lijkt te bevestigen; maar doorgaans betekende dat uiteindelijk een verandering
van kwaad naar erger voor de boeren. De al dan niet marxistisch geïnspireerde vooronderstellingen
van de auteurs aangaande de boeren werden dus ogenschijnlijk direct bevestigd door de toenmalige
actuele ontwikkelingen. Het zag er naar uit dat de boeren gewoon overbodig geworden waren en
spoedig ten verzwolgen zouden worden in de wereldwijde transformaties.
Een indruk die nog versterkt werd toen vanaf de jaren 1980 het neoliberalisme het dominante
denkkader werd. In het neoliberale denken is ontwikkeling niet langer vooral een zaak van staten,
maar van de markt. De taak van de staat beperkte zich voortaan vooral tot het garanderen van de
werking van die markt. Overheidsapparaten en bureaucratiën moesten afslanken en zich richten op het
ondersteunen van de economie. Hierboven werden de gevolgen hiervan voor de maatschappelijke
positie van de boeren reeds besproken.333
Maar de neoliberale invulling van het ontwikkelingsdenken
versterkte ook de ‗transnational commodity complexes‘ die in de decennia daarvoor vanuit de agro-
industrie ontstaan waren, ‗[…] incorporating new regions into animal protein chains (e.g. China and
Brazil), consolidating differentiated supply chains including a ‗supermarket revolution‘ for priviliged
consumers of fresh fruits and vegetables, and fish, and generating populations of displaced slum-
dwellers as small farmers leave the land.‘334
Vanhaute voorziet deze beschrijving van McMichael met
cijfers: ‗Between 1950 and 2010 the rural population declines, from 71% to 49%. The numbers of
agricultural population (families living predominantly from agricultural income) drop even more, from
65% in 1950 to 42% in 2000, and they are expected to drop to 38% by 2010 (FAO).‘335
McMichael
ziet sedert de jaren 1980 een ‗emerging global food/fuel agricultural complex‘, dat voorziet in de
massaproductie en –distributie van standaardgoederen. En er is nog meer. Hoewel de verwoestende
gevolgen van de green revolution – onder andere bodemdegradatie, afnemende opbrengsten, en het
vernietigen van biodiversiteit – ondertussen onweerlegbaar duidelijk geworden zijn, en in de praktijk
ook reeds gebleken is dat productie niet de oplossing is voor het hongerprobleem, heeft de agro-
industrie een opvolger klaar. Deze tweede green revolution belooft miraculeuze opbrengsten
afkomstig van genetisch gemanipuleerde zaden – big business in de agro-industrie.
Deze globalisering van de voedselproductie in al zijn facetten van zaad tot de supermarkt vergroot
echter ook de gevoeligheid voor problemen. Triest bewijs daarvan is de voedselcrisis van 2008, waar
in het Westen weinig van doorgedrongen is, maar die wel degelijk ernstige gevolgen had. ‗[…] we
have apparantly moved into a new era of more volatile, wildly fluctuating commodity prices. […]
These kind of fluctuations are largely due to the deregulation of international trade in foodstuffs, the
privatization of grain and other food markets within countries, and, more recently, the entry of
330
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 295 331
idem, p. 282 332
HOBSBAWM, E. ‗Peasants and Politics‘ 333
zie hierboven, p. 30 334
MCMICHAEL, P. ‗A food regime genealogy.‘, p. 141 335
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century., p. 50
61
speculative capital into commodity trading. Several points are worth mentioning about this type of
market. First, the more a market fluctuates, the more small producers, farmers in this case, are hurt.
Large farmers have financial reserves to weather a price drop and wait for the next upswing, while a
proportion of peasants and family farmers are wiped out every time prices crash. Second, the prices
that farmers get for their crops may drop, but the prices that consumers pay for their food are ―sticky‖;
that is, they go up and ―stick‖, hardly ever dropping again, no matter what raw materials like corn and
wheat may cost. This is a function of corporate power in the marketplace. Finally, even when crop
prices were up in 2007 and 2008, small farmers scarcely benefited, as rising costs of petroleumbased
inputs like fertilizer ate up their earnings, as did the predatory and monopolistic practices of
commodity corporations. The unregulated market created by deregulation, privatization, and free trade
hurts both farmers and consumers, while benefiting TNCs, the private sector, and speculators of all
kinds.‘336
Dit alles lijkt het reeds lang geleden bezegelde lot van de boerengemeenschappen nog eens extra te
verzekeren. Maar de boeren blijken taaier dan gedacht, en de globalisering droeg niet alleen
verwoesting in zich. Zoals gezegd vergrootten de globaliseringsprocessen de kloof tussen stad en
platteland. Contradictorisch genoeg gaf deze verdere marginalisering van de rurale gebieden een duw
in de rug van een aantal jonge autonome boerenorganisaties.337
Bovendien stelde de snelle
verspreiding van moderne (communicatie)technologie, en dan vooral de bijna simultane opgang van
computers en internet, deze organisaties in staat om ook over de landsgrenzen heen verwante geesten
te zoeken en er een duurzame relatie mee uit te bouwen.338
En de boeren grepen hun kans. Hierboven
werd reeds uitvoerig belicht hoe dergelijke contacten aan de basis lagen voor het ontstaan van de Via
Campesina. Het ontstaan en bestaan van de Via Campesina legt echter ook een aantal misvattingen
bloot die in de traditionele literatuur aanwezig zijn. Boeren hebben blijkbaar niet echt behoefte aan
externe leiders om een doeltreffende organisatie uit te bouwen, wel integendeel. Van groter belang
blijken communicatiemiddelen – iets wat Shanin reeds inzag.339
Het idee dat het bewustzijn van een
gedeelde peasantness maar zwak leeft onder de boeren, en dus geen basis kan vormen voor
daadkrachtig en grootschalig verzet, wordt eveneens weersproken door de feiten. Hoewel het moeite
kost blijkt de gedeelde identiteit van boeren zelfs een bijzonder grote bron van kracht te zijn.
3. Slotbedenkingen
Zoals gezegd is een van de belangrijkste doelstellingen van dit onderzoek een beeld schetsen van
hedendaags boerenverzet. Dat is ten dele gelukt. Toch liggen hier nog heel wat mogelijkheden voor
verder onderzoek. De Via Campesina is een beweging die in grote delen van de wereld leden heeft. De
omvang van dit onderzoek laat niet toe om voor elk van deze regio‘s op zoek te gaan naar de
historische wortels van het boerenverzet en de resultaten daarvan met elkaar te vergelijken. Dergelijk
onderzoek zou de wisselwerking tussen de verschillende niveaus binnen de Via Campesina verder
kunnen verhelderen. Bovendien zou het ook nieuwe en diepere inzichten kunnen bieden inzake het
bestaan en functioneren van boerengemeenschappen, niet alleen in het verleden, maar ook vandaag.
336
Rosset,P. food sov in lat am: confronting p. 18 337
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational
social movement.‘, p. 152 338
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 267 339
SHANIN, T. Defining Peasants, p. 150
62
Op die manier kan dergelijk onderzoek ook een bijdrage betekenen bij het ontwikkelen van
noodzakelijke nieuwe theoretische kaders.
Bovendien is het belangrijk te onthouden dat de Via Campesina lang niet overal vertegenwoordigd is.
Zoals gezegd is de beweging niet actief in Rusland, Centraal-Azië, China, het Midden-Oosten en
Noord-Afrika. Dat wil niet alleen zeggen dat de Via Campesina niet dé spreekbuis is voor alle boeren
ter wereld, maar ook dat de manier waarop de Via Campesina verzet vorm geeft niet noodzakelijk
representatief is voor hedendaags boerenverzet in het algemeen. Kevin Malseed verrichte
veldonderzoek naar boerenverzet in Birma, een land waar boeren geen organisatorische structuur
kunnen uitbouwen om hun verzet te coördineren vanwege het dictatoriale militaire bewind. De boeren
werken er vaak wel nauw samen met de Karenrebellen. Hoewel Malseed ook mogelijkheden ziet voor
samenwerking met de Via Campesina is die er vandaag niet.340
Het beeld dat Malseed schetst van het
verzet van de Birmaanse boeren heeft op het eerste zicht veel meer gemeenschappelijk met het beeld
van boerenverzet dat in de traditionele literatuur heerst dan met het beeld dat hierboven geschetst
wordt van het verzet van de Via Campesina. Bovendien bestaan er in de gebieden waar de Via
Campesina wel actief is ook organisaties die geen lid zijn van de beweging, die in sommige gevallen
zelfs belangrijker zijn dan de lokale organisaties die wel lid zijn van de Via Campisina.341
Met andere
woorden: de Via Campesina biedt dan wel een bijzonder interessante invalshoek voor onderzoek naar
hedendaags boerenverzet, dergelijk onderzoek moet zeker aangevuld worden met onderzoek naar
andere vormen van boerenverzet vandaag wil het bijdragen aan een correcter en vollediger zicht op dit
onderwerp.
340
MALSEED, K. ‗Where There is No Movement: Local Resistance and the Potential for Solidarity.‘ pp. 507-512 341
bijvoorbeeld de Naxalieten in India. zie hierover:
63
64
Bibliografie
1. Boeken
DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants. Nova Scotia, Londen,
2007, Fernwood Publishing, Pluto Press. 238 p.
DEVREESE R., DHOORE K. en BAETEN, R. Boerengeluk, boerenverdriet.s.l., 2004, Stichting
Boerenlandbouw. 102 p.
ELLIS, F. Peasant economics: farm households and agrarian development. Cambridge, 2000,
Cambridge University Press. XVIII + 309 p.
HOBSBAWM, E. J. Bandits. Londen, 1969, Weidenfield & Nicolson. 128 p.
HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels. Studies in Archaic Forms of Social Movement in the 19th and 20
th
centuries. Manchester, 1959, Manchester University Press. VII + 208 p.
HOBSBAWM, E. J. The Age of Extremes: The Short Twentieth Century 1914 – 1991. Londen, 1994,
Abacus. XII + 627 p.
HOLT-GIMENEZ, E. Campesino a Campesino: Voices from Latin America's Farmer to Farmer
Movement for Sustainable Agriculture. Oakland, 2006, Food First Books. 226 p.
MARX, K. The Eighteenth Brumaire of Louis Bonaparte. Londen, 1926, George Allen & Unwin. S.p.
MCWILLIAMS, W.C. en PIOTROWSKI, H. The World since 1945. A History of International Relations.
Boulder, London, 2005, Lynne Rienner Publishers. 617 p.
ROSS, J. Zapatistas making another world possible Chronicles of resitance 2000-2006. S.l., 2006,
Nation Books. 385p.
SCOTT, J. Weapons of the Weak: everyday forms of peasant resistance. New Haven, 1987, Yale
University Press. XII + 389 p.
SCOTT, J. Domination and the art of resistance: hidden transcripts. New Haven, 1990, Yale
University Press. XVIII + 251 p.
SHANIN, T. Defining Peasants: essays concerning rural societies, expolary economies, and learing
from them in the contemporary world. Oxford, 1990, Blackwell. VI + 348 p.
THORNER, D., KERBLAY, B. en SMITH, R.E.F. (eds.) A. V .Chayanov on the Theory of Peasant
Economy. Homewood, 1966, Irwin. LXXV + 317 p.
WOLF, E. R. Peasants. New Jersey, 1966, Prentice-Hall. XII + 116 p.
WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century. New York, 1969, Harper & Row. XXIII + 328 p.
65
2. Tijdschriftartikelen
BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘ in: Journal of
Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3 (april en juli 2008). pp. 258-289
BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and
Politics, Campaigns and Impact.‘ in: Journal of Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3 (april en juli 2008).
pp. 196-204
BORRAS, S. M. JR. ‗Agrarian change and peasant studies: changes, continuities and challenges – an
introduction.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 1 (januari 2009). pp. 5-31
EDELMAN, M. ‗The Persistence of the Peasantry.‘ in: NACLA Report on the Americas. Vol. 33, Nr. 5
(maart/april 2000). pp. 14-49
EDELMAN, M. ‗Bringing the Moral Economy back in… to the Study of 21st-Century Transnational
Peasant Movements.‘ in: American Antropologist. Vol. 107, nr. 3 (januari 2008). pp. 331-345
EDELMAN, M. ‗Synergies and tensions between rural social movements and professional researchers.‘
in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 1 (januari2009). pp. 245-265
HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 1, nr. 1 (oktober 1973).
pp. 3-22
MALSEED, K. ‗Where There is No Movement: Local Resistance and the Potential for Solidarity.‘ in:
Journal of Agrarian Change, Vol. 8, nrs. 2 & 3 (april en juli 2008). pp. 489-514
MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a
transnational social movement.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 37, nr. 1 (januari 2010). pp. 149-
175
MCMICHAEL, P. ‗Peasant Prospects in the Neoliberal Age.‘ in: New Political Economy. Vol. 11, nr. 3
(September 2006). pp. 407-418
MCMICHAEL, P. ‗Peasants Make Their Own History, But Not Just as They Please…‘ in: Journal of
Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3, (april en juli 2008). pp. 205-228
MCMICHAEL, P. ‗A food regime genealogy.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 1. (januari
2009). pp. 139-169
PATEL, R. ‗International Agrarian Restructuring and the Practical Ethics of Peasant Movement
Solidarity.‘ in: Journal of Asian and African Studies. Vol. 41, nr. 1&2. (2006). pp. 71-93
PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 3. (juli 2009). pp. 663-706
ROSS, E. B. ‗Malthusianism, Capitalist Agriculture, and the Fate of Peasants in the Making of the
Modern World Food System.‘ in: Review of Radical Political Enemics. Vol. 35, nr. 4 (herfst 2003).
pp. 437-461
SHAH, A. en PETTIGREW, J. ‗Windows into a revolution. Ethnographies of Maoism in South Asia.‘ In:
Dialectical Anthropology, Vol. 33, nrs. 3&4 (December 2009). pp. 225-251
66
VANHAUTE, E. ‗The End of Peasantries? Rethinking the Role of Peasantries in a World-Historical
View‘ in: Review – Fernand Braudel Center for the Study of Economies, Historical Systems, and
Civilizations. Vol. 31, nr. 1 (2008). pp. 39-59
VANHAUTE, E. en ABBELOOS, J-F. ‗Op zoek naar de wortels van de globale wereld: globalisering
als historisch verhaal.‘ in: Hermes. Tijdschrift van de Vlaamse Vereniging Leraren Geschiedenis.
Vol. 13 (2009). pp. 62-69
VANHAUTE, E. ‗From famine to food crisis. What history can teach us about local and global food
crises.‘, te verschijnen, 18 p.
WITTMAN, H. ‗Reworking the metabolic rift: La Via Campesina, agrarian citizenship, and food
sovereignty.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 4 (oktober 2009). pp. 805-826
3. Bijdrages in een verzamelwerk
SHANIN, T. ‗Measuring Peasant Capitalism: The Operationalization of Concepts of Political
Economy‘, in: HOBSBAWM, E.J. (ed.). Peasants in History: Essays in Honour of Daniel Thorner.
Oxford, 1980, Oxford University Press. pp. 89–104
4. Onuitgegeven verhandelingen
VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de collectivisatie in de
jaren 1930: het traditionele verzet tegen oppressie en exploitatie, of een unieke casus? S.l., 2009, s.n..
136 p.
5. Websites
ROSSET, P. ‗Lessons from the Green Revolution‘, op: http://www.foodfirst.org/media/opeds/2000/4-
greenrev.html, laatst geraadpleegd op 17/07/2010. Ook te vinden op:
http://www.soc.iastate.edu/sapp/greenrevolution.pdf, laatst geraadpleegd op 17/07/2010
www.boerenbond.be
www.foodfirst.org
www.arts.regina.ca
http://sureste.cieas.edu.mx
www.ohioswallow.com
www.fernwoodpublishing.ca
www.gdnet.org
67
www.smu.ca
www.viacampesina.org
www.foodsovereignty.org
www.vac-vzw.be
www.viacampesina.net