Post on 17-Jun-2020
Toolkit Gezonde Voeding
Voor Combinatiefunctionarissen Sport
en Buurtsportcoaches werkzaam in de
verenigingssetting, wijk of school met
jongeren van 6 t/m 14 jaar
Toolkit Gezonde Voeding
1
Colofon Auteur: L.J. Bijeman, stagiair Toegepaste Psychologie aan de Hogeschool Leiden
F. Sijpestein , beleidsmedewerker gezondheidsbevordering S. van der Tier, medewerker gezondheidsbevordering
Eindredactie: C.E. Kruyt, beleidsmedewerker gezondheidsbevordering Uitgiftenmaand: September 2013 Uitgever: GGD Hollands Midden Publicatienummer: 13061 Bestellen: Informatie- en Documentatiecentrum GGD Hollands Midden infodocu@ggdhm.nl
Toolkit Gezonde Voeding
2
Inhoudsopgave
Inleiding 4
Informatiebladen 8
Beweegactiviteiten 16
Ouders betrekken 42
Bronnen 46
Bijlagen 48
Toolkit Gezonde Voeding
3
1 INLEIDING
- Voor wie is deze toolkit? - Inhoud toolkit - Doel & doelgroep toolkit - Vragen?
Toolkit Gezonde Voeding
5
Toolkit Gezonde Voeding
6
1. Inleiding
Lekker in je vel zitten is belangrijk.
Voldoende beweging en gezonde voeding
dragen bij aan het behoud van een
gezond gewicht. Naast de rol van de
ouders/verzorgers spelen ook andere
partijen een belangrijke rol in de omgeving
en het gezondheidsgedrag van het kind.
Ook voor veel combinatiefunctionarissen
is gezonde voeding in combinatie met
bewegen een aandachtspunt. Om de
combinatiefunctionarissen op weg te
helpen om met dit thema aan de slag te
gaan, heeft de GGD Hollands Midden
deze toolkit ontwikkeld.
Voor wie is deze toolkit?
De toolkit is te gebruiken door
combinatiefunctionarissen sport en
buurtsportcoaches. Voor de leesbaarheid
van de toolkit is ervoor gekozen om
slechts de term combinatiefunctionaris
(CF’s) aan te houden. Hiermee worden
ook de buurtsportcoaches bedoeld.
Inhoud toolkit
De toolkit bevat de volgende onderdelen:
Informatie over gezonde voeding (H2).
Spelhandleidingen voor
beweegactiviteiten met een component
‘gezonde voeding’ (H3).
Tips om gezonde voeding te integreren
in de activiteiten (H4).
Goede voorbeelden en tips om de
betrokkenheid van de ouders te
vergroten (H5).
Doel & doelgroep
De toolkit richt zich op het vergroten van
de kennis over gezonde voeding bij
jongeren in de leeftijdscategorie 6 t/m 14.
Daarnaast wordt ingezet op
bewustwording van het eetgedrag bij de
jongeren zelf en op het betrekken van de
ouders bij gezond eten en bewegen
binnen het gezin.
Vragen
Heb je vragen over de toolkit of wil je meer
informatie ontvangen over een bepaald
onderwerp? Neem dan contact op met
Caroline Kruyt: ckruyt@ggdhm.nl of 088-
3084461.
Veel plezier en succes!
Toolkit Gezonde Voeding
7
Toolkit Gezonde Voeding
8
2 INFORMATIEBLADEN
- Energiedrankjes - Schijf van Vijf
Toolkit Gezonde Voeding
9
Toolkit Gezonde Voeding
10
2. Informatiebladen energiedrankjes & voeding
Inhoud
De informatiebladen bevatten informatie
over de volgende voedingsthema’s:
Energiedrankjes
Schijf van Vijf
De bladen zijn te gebruiken om je eigen
kennis over voeding te vergroten en
dienen als achtergrondinformatie bij de
activiteiten uit de toolkit.
Tip
Kopieer de informatie om, na afloop van
een activiteit, mee te geven aan de
kinderen of hun ouders.
Bron
Deze informatie is afkomstig van het
Voedingscentrum. Wil je meer weten over
Gezonde Voeding? Kijk dan op
www.voedingscentrum.nl.
Meer gezondheids- en
opvoedinformatie voor ouders en
professionals?
Wil je meer weten over opvoedkundige onderwerpen zoals gezondheid, groeien, leren, spelen, vrienden maken, pesten, computeren en tv-kijken. Kijk dan op www.cjg(gemeentenaam).nl bijvoorbeeld www.cjgleiden.nl.
Informatie voor jongeren (12+)
Voor jongeren (12+) in de regio Zuid-Holland Noord (Rijnstreek, Duin- en Bollenstreek en Leiden en omstreken) is een aparte site ontwikkeld. Zij kunnen met vragen terecht op www.hoezitdat.info.
In de regio Midden-Holland zijn de volgende sites voor jongeren in de lucht: www.jonginbab.nl (gemeente bergambacht) www.jongingouda.nl www.jonginnederlek.nl www.jonginouderkerk.nl www.jonginschoonhoven.nl www.jonginvlist.nl www.jonginwaddinxveen.nl www.jizu.nl (gemeente Zuidplas)
Toolkit Gezonde Voeding
11
Toolkit Gezonde Voeding
12
Informatieblad: Energiedrankjes
Wat zijn energiedrankjes? Energiedrank is een drank, die net als frisdrank, veel suiker bevat, maar ook cafeïne, taurine en glucuronolacton. Energiedrank is iets heel anders dan een sportdranken als AA of Aquarius. Energiedrank heeft een stimulerend effect. Ongeveer 60% van de scholieren op het voorgezet onderwijs, drinken regelmatig energiedrank. En de consumptie blijft stijgen.
Energiedranken en cafeïne Cafeïne is een oppeppende stof. Het lichaam wordt aangezet tot actie en de aandacht wordt verscherpt. Cafeïne zit ook in koffie, thee en cola. Een blikje energiedrank van 250 ml bevat ongeveer 80 mg cafeïne, even veel als een kop koffie. De hoeveelheid kan ook groter zijn, dat hangt af van het merk. Als er te veel, meer dan 400 mg, cafeïne ingenomen wordt kunnen er vergiftigingsverschijnselen optreden.
Energiedranken en andere stoffen Taurine is een aminozuur dat zich ook in onze dagelijkse voeding bevindt. Taurine heeft een positief effect op de spierkracht. Dit proces is alleen niet te beïnvloeden, omdat het lichaam zelf de concentratie taurine nauwkeurig reguleert. Glucuronalacton is een lichaamseigen stof en een belangrijk bindweefsel bestanddeel. Te hoge concentraties scheidt het lichaam via de nieren uit. Gebruik Het jaarlijks gebruik van energiedrankjes stijgt indrukwekkend. Jongeren drinken energiedrank voor extra energie, het tegengaan van vermoeidheid, als vervanging van frisdrank, omdat ze het lekker vinden of vanwege groepsdruk.
Het blijvend gebruik van energiedrankjes
Factoren die een rol spelen in het eerste gebruik van energiedrankjes, zijn het aanbod, groepsdruk en motivatie. Deze factoren beïnvloeden ook het blijvend gebruik van energiedrankjes. Het gebruik geeft zowel positieve als negatieve gevolgen. De positieve gevolgen zorgen ervoor dat energiedrankjes de volgende keer weer worden gebruikt. De negatieve gevolgen beïnvloeden het gebruik zowel positief als negatief. Het beïnvloedt het gebruik positief door bijvoorbeeld het negatieve gevolg slapeloosheid. Om dit te compenseren worden weer energiedrankjes gebruikt om resultaat te boeken. Andere negatieve gevolgen, zoals angst en overgewicht, zou het gebruik negatief kunnen beïnvloeden.
Toolkit Gezonde Voeding
13
Informatieblad: Energiedrankjes
Energiedrank en de risico’s Veel jongeren in Nederland drinken wel eens energiedrank. Energiedrank is gewoon verkrijgbaar in de supermarkt. De goedkopere eigen merken zijn er al vanaf 30 cent en duurdere merken vanaf één euro. Onderzoek laat zien dat het drinken van energiedrank niet geheel zonder risico’s is. Hieronder de belangrijkste risico’s:
1. Overgewicht en diabetes Energiedrank bevat veel suiker. Suikerhoudende dranken bevatten veel energie, waardoor al snel te veel binnen wordt gekregen. Hierdoor neemt de kans op overgewicht toe. Ook zorgt de suiker voor een snelle stijging van de bloedsuikerspiegel. Als de bloedsuikerspiegel vaak hoge pieken heeft, kan dat leiden tot diabetes (suikerziekte). 2. Cafeïnevergiftiging Cafeïne in combinatie met suiker zorgt ervoor dat het geheugen beter werkt en dat de concentratie langer vastgehouden wordt. Teveel cafeïne (meer dan 400 mg of ongeveer 5 blikjes van 250 ml) kan leiden tot opwinding, angst, rusteloosheid, spanning, hartkloppingen, slapeloosheid, hoofdpijn, beven, duizeligheid en suizende oren. Kinderen zijn extra gevoelig voor cafeïne. 3. Gewenning Cafeïne is een stofje waar het lichaam aan went. Wat inhoud dat er onthoudingsverschijnselen optreden wanneer er gestopt wordt met het regelmatig drinken en eten van producten met cafeïne. Hoofdpijn komt het meest voor, maar ook vermoeidheid, problemen met de concentratie, lage bloeddruk en stemmingsproblemen zoals irritatie en somberheid komen voor. 4. Slaapproblemen Een hoge doses cafeïne kan leiden tot slapeloosheid. Ook bij kleinere hoeveelheden kan de slaap negatief beïnvloeden. Uit onderzoek blijkt dat jongeren die 2 of meer cafeïnehoudende drankjes drinken, zoals energiedrank of cola, minder goed slapen dan jongeren die dat niet doen. Dat uit zich vooral in minder slaap en vaker wakker worden.
Energiedrank en sport Energiedrank en sport gaan niet goed samen, omdat de cafeïne vocht- afdrijvend (dehydraterend) werkt. De combinatie van sport met energiedrank kan dan ook leiden tot een vochttekort en hartritmestoornissen. Energiedrank en alcohol Energiedrank en alcohol gaan ook niet goed samen omdat de gevolgen van dronkenschap worden onderdrukt, terwijl het reactievermogen toch afneemt. Zowel alcohol als energiedrank werken vochtafdrijvend. Met als gevolg: uitdroging.
Advies Het voedingscentrum adviseert jongeren tot 13 jaar om geen energiedrankjes te drinken. Vanaf de middelbare school (13-18 jaar) wordt geadviseerd om niet meer dan één blikje (van 250 ml) te drinken. Daarnaast wordt geadviseerd dat jongeren met hart- en vaartziekten en epilepsie geen energiedrankjes moeten drinken. Ook wordt aangeraden geen energiedrank voor het slapen gaan te gebruiken. Meer informatie? Kijk op www.voedingscentrum.nl of op www.energiedrankinfo.nl
Toolkit Gezonde Voeding
14
Informatieblad: Schijf van Vijf
Wat is gezonde voeding? Gezond eten is met een gezond verstand bewuste keuzes in voeding maken. Hiervoor vormt de Schijf van Vijf een belangrijke leidraad. Gezond eten is dan ook niet te veel eten buiten de Schijf van Vijf . De Schijf van vijf vakken en 5 regels. De 5 regels zijn: 1. Eet gevarieerd 2. Eet niet te veel en beweeg 3. Gebruik minder verzadigd vet 4. Eet volop groente, fruit en brood 5. Ga veilig met voedsel om. De 5 vakken zijn: De basisproducten voor gezonde voeding zijn in de Schijf van vijf geclassificeerd onder 5 vlakken. Deze vlakken zijn:
1. Groente en fruit Onder het eerste vlak valt groente en fruit. Groente en fruit zijn belangrijk voor de inname van vitamines (bv. Vitamine C), foliumzuur, mineralen (bv. Kalium), voedingsvezels en bioactieve stoffen.
2. Brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten Onder het tweede vlak vallen brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten, die belangrijk zijn voor de inname van koolhydraten, eiwitten, voedingsvezels, B-vitamines en mineralen (bv. ijzer).
3. Zuivel, vlees(waren), vis, ei en vleesvervangers In het derde vlak zijn opgenomen: zuivel, vlees(waren), vis, ei en vleesvervangers, welke belangrijk zijn voor de inname van eiwitten, mineralen (bv. ijzer en calcium), B-vitamines en visvetzuren.
4. Vetten en oliën Onder het vierde vlak vallen vetten en oliën, die belangrijk zijn voor de inname van vitamine A, D en E en essentiële vetzuren.
5. Dranken Onder het vijfde en laatste vak vallen dranken. Dit is belangrijk voor de vochtinname.
Toolkit Gezonde Voeding
15
Informatieblad: Schijf van Vijf
Wat is de aanbevolen hoeveelheid voor kinderen? Gezonde voeding verschilt per individu. Het hangt af van de leeftijd van het kind, sekse, leefomgeving en levensstijl. In een hele koude en hele warme leefomgeving worden meer kcal verbrand. De levensstijl staat in verband met de leefomgeving. Als het kind veel beweegt zal het ook meer kcal nodig moeten hebben. Als het kind bijvoorbeeld in een leefomgeving woont waar het weinig kan bewegen zal het kind minder kcal nodig hebben dan zijn leeftijdsgenoten uit een omgeving waar ze veel kunnen bewegen en dat ook doen. Gekeken naar de Nederlandse jeugd in de leeftijd 9 tot en met 13 jaar nemen jongens gemiddeld 2200 kcal per dag en meisjes 2100 kcal tot zich.
Jongens 9-13 jaar Meisjes 9-13 jaar
Inactief 1900-2400 kcal Inactief 1800-2100 kcal
Actief 2200-2700 kcal Actief 2000-2400 kcal
Hoeveelheden voedingsproducten Voor de jeugd in de leeftijdscategorie 9-13 jaar wordt dagelijks de volgende hoeveelheid voedingsproducten aanbevolen:
Brood 4 - 5 boterhammen
Aardappelen, rijst, pasta of peulvruchten 3 - 4 stuks of opscheplepels (150- 200 gram)
Groente 3 - 4 groentelepels (150 - 200 gram)
Fruit 2 stuks (200 gram)
Melk of melkproducten 4 - 5 bekers (600 ml)
Kaas 1 plak (20 gram)
Vlees(waren), vis, kip, eieren, vleesvervangers 80- 100 gram (gaar gewicht)
Boter, margarine, halvarine, bak- en braadproducten en olie
35 - 40 gram (5 gram per boterham)
Vocht (inclusief melk) 1 - 1,5 liter
Meer informatie? Kijk op www.voedingscentrum.nl
Toolkit Gezonde Voeding
16
3 BEWEEGACTIVITEITEN
- Handleiding beweegactiviteiten - Overzicht beweegactiviteiten - Uitleen materialen GGD HM - Beschrijving beweegactiviteiten
Toolkit Gezonde Voeding
17
Toolkit Gezonde Voeding
18
Handleiding Beweegactiviteiten
Doelgroep
De beweegactiviteiten zijn gericht op jongeren in de leeftijd 6 t/m 14 jaar. Thema’s activiteiten
De activiteiten hebben verschillende thema’s. Thema’s die voorkomen in de toolkit zijn: (On)gezonde voeding Ontbijt Tussendoortjes Energiedrank Schijf van vijf Ouderbetrokkenheid Kcal verbranding Gezond kiezen Leeswijzer activiteiten
De beweegactiviteiten worden in een vaste volgorde beschreven: Samenvatting Doel Verloop Organisatie Variatie Afsluiting Variatie
Bij een aantal activiteiten is het mogelijk om de oefening aan te passen. Zo kan je spellen bijvoorbeeld moeilijker, competitiever of coöperatiever maken. De variatiemogelijkheden lees je in de beschrijving van de activiteiten.
Tijd, deelnemers en materialen
De activiteiten richten zich op groepen rond de 20 deelnemers. De benodigde materialen en duur van de activiteit zijn op deze groepsgrootte gebaseerd. Variëren in de groepsgrootte is mogelijk, bijvoorbeeld door grote groepen op te splitsen. Let er dan wel op dat je voldoende materiaal beschikbaar hebt. Voorbereiding van de activiteiten
Neem voordat je een activiteit gaat uitvoeren de informatiebladen over voeding of energiedrank door. Zo is je eigen kennis op peil. Dit helpt je bij het beantwoorden van inhoudelijke vragen die de jongeren hebben.
Beweegactiviteiten kiezen Selecteer voor een optimaal resultaat activiteiten met verschillende thema’s en doelstellingen uit de toolkit. Herhaal de activiteiten regelmatig. Herkenning is leuk voor de jongeren. Daarnaast blijft de informatie beter hangen. Specifieke aanraders
Hieronder volgen enkele situaties die zich in de praktijk voor kunnen doen. Bij elke situatie zijn activiteiten geselecteerd die uit te voeren zijn in de praktijk. Doet de situatie zich voor? Dan kan je gemakkelijk de aanbevolen activiteiten uitvoeren.
Situatie 1: Jongeren komen tijdens sportactiviteiten aan met energiedrank. Aanbevolen: activiteit 2
Situatie 2: Jongeren nemen veel ongezonde tussendoortjes mee zoals Mars, ongezonde koek en zakken snoep. Aanbevolen Oefeningennummer: 3, 5, 8
Situatie 2: Je merkt in gesprekken met de jongeren op dat ze niet ontbijten Aanbevolen: activiteit 1 Tips voor gezond eetgedrag tijdens de
activiteiten
Neem stukjes fruit mee voor bij de activiteiten.
Stel duidelijke regels op m.b.t. voeding tijdens de activiteiten. Zoals geen snoep, geen chips en geen energiedrankjes. Geef ook duidelijk aan wat wel mag, bijv. een waterflesje.
Deel flesjes water uit tijdens de activiteiten.
Geef zelf het goede voorbeeld m.b.t. gezonde voeding.
Vraag de bijgevoegde folders aan bij infodocu@ggdhm.nl en geef deze aan de kinderen of de ouders mee.
Complimenteer en beloon jongeren die gezonde tussendoortjes meenemen.
Toolkit Gezonde Voeding
19
3.1 Overzicht activiteiten Hieronder vind je een overzicht van alle activiteiten in de toolkit. Per activiteit zie je de naam van de activiteit, de tijdsduur, het doel van de activiteit en voor welke leeftijd de activiteit geschikt is.
nummer Activiteit Tijd Leeftijd Doel
1 Fabels & Feiten
30 6 t/m 12 Met behulp van feiten en fabels de kennis over voeding vergroten
2 Energydrank Hindernisbaan
60 6 t/m 14 Op een interactieve manier de effecten van energydrank duidelijk maken door ze op een overdreven manier uit te beelden in de sportactiviteit.
3 Voedsel-stratego
45 8 t/m 14 Kinderen op een speelse wijze bewust maken van wat gezonde voeding is en hoeveel bewogen moet worden om iets te verbranden.
4 Gezonde Hot Bal
10 6 t/m 12 De jongeren op een actieve manier kennis te laten gebruiken in een beweegactiviteit en jongeren die de kennis niet hebben motiveren door het competitief gedeelte om de kennis te leren.
5 Ratten (Gezond) en Raven (Ongezond)
20 6 t/m 14 Jongeren leren wat gezonde tussendoortjes zijn
6 Het grote sorteerspel
20 6 t/m 14 Jongeren laten samenwerken om meer inzicht te verkrijgen in wat precies gezonde en ongezonde voedingsmiddelen zijn.
7 Ren je rot quiz 30 6 t/m 12 Op een actieve manier de kennis over voeding vergroten.
8 Weet wat je eet parcours
60 6 t/m 14 De kinderen inzicht geven hoeveel ze moeten bewegen om de energiewaarde van verschillende lekkernijen te verbranden.
9 Schijf van vijf trefbal
45 6 t/m 14 Kennis over gezonde en ongezonde voeding testen/toepassen in het spel.
10 Dievenspel 60 8 t/m 14 De jongeren leren over wat je nodig hebt voor een lekker en gezond gerecht.
Toolkit Gezonde Voeding
20
3.2 Uitleen materialen bij de GGD Hollands Midden Overzicht materialen en spellen
1. Het mini winkelspel Door te werken met het mini-winkelspel maken de kinderen kennis met de schijf van vijf. Het winkelspel bestaat uit 6 kisten met lege verpakkingen en namaak-voedingsmiddelen. Bij de kisten zit een korte handleiding met suggesties voor gebruik.
Doelgroep: Groep 1 t/m 8 basisonderwijs
Uitgever: Voedingscentrum
Aanbieder: GGD Hollands Midden
Kosten: Het pakket is gratis te leen bij de GGD Hollands Midden.
2. Leskist: Gezonde voeding en beweging
De leskist 'Voeding en bewegen' maakt kinderen bewust van hun eetpatroon en wil de kinderen stimuleren tot bewegen. De leskist bevat les- en spelmateriaal. Er wordt o.a. aandacht besteed aan functies van voeding, schijf van vijf, relatie tussen voeding en mondgezondheid en het belang van bewegen.
Doelgroep: Groep 1 t/m 8 basisonderwijs
Uitgever: GGD Hollands Midden
Aanbieder: GGD Hollands Midden
Kosten: Het pakket is gratis te leen bij de GGD Hollands Midden.
3. Kubusspel: Wat kies jij? Met het kubusspel ‘Wat kies jij?’ kan je zowel kinderen als volwassenen bewust maken van de keuzen van hun tussendoortjes. Dit spel kun je rechtstreeks reserveren bij infodocu@ggdhm.nl Waar vind je meer materialen/spellen en
informatie?
1. Je bezoekt de website:
www.gezondeschoolhollandsmidden.nl 2. Je klikt op het kopje Basisonderwijs 3. Dan klikt je op Voeding en Beweging
onder het kopje Gezond Gedrag. Hoe reserveer je de materialen/spellen?
Op de website klik je op het gewenste product. Bij specificaties staat een link naar e-mail naar GGD Hollands Midden. Hierin vermeld je: Wie je bent. Voor welke organisatie je werkzaam
bent. Welk product je wilt lenen. Voor wanneer je het product wil lenen. Contact
Lukt het bestellen niet? Of ben je op zoek naar andere informatie of materialen? Neem dan contact op met het Informatie -en Documentatiecentrum van de GGD Hollands Midden. Via: Email: infodocu@ggdhm.nl Regio Zuid-Holland Noord: tel. 088 308
43 88 of 088 308 44 81. Regio Midden-Holland: tel. 088 308 46
19
Toolkit Gezonde Voeding
21
Toolkit Gezonde Voeding
22
Doel Met behulp van feiten en fabels de kennis over voeding vergroten.
Verloop
Dit spel wordt gespeeld in drie vakken met 20 deelnemers.
Het Spel
Alle kinderen beginnen in vak 2. Lees een stelling voor (bijlage 1). De kinderen bedenken of het een feit of een fabel is. Vervolgens rennen ze naar vak 1(Fabel) of vak 3 (Feit). Als iedereen in een vak staat kan er aan een kind gevraagd worden waarom het denkt dat het een feit of een fabel is. Benoem vervolgens of de stelling een feit of een fabel is en leg uit waarom. Vervolgens gaan alle kinderen weer in het vak 2 staan. Als alle stellingen besproken zijn worden de punten geteld. Het kind met de meeste punten wint.
Organisatie Maak het speelveld. Het speelveld bestaat uit drie vakken. Schrijf in het linker vak Fabels en in het rechter vak Feiten. Het middelste vak is vrij en voor elke stelling beginnen alle kinderen daar.
Grootte van het veld:
Een vak ter grote van 8 x 8 meter is voldoende.
Variatie
1. Maak het spel coöperatief. Verdeel de 20 kinderen in vier groepen. In plaats van dat de kinderen zelf moeten bedenken of de stelling een fabel of een feit is moeten ze het als groep bedenken. Het spelverloop is verder hetzelfde.
2. Maak het spel competitief: (kan
zowel met de individuele- als groepsvariant). Na elke stelling krijgen de kinderen/groepen die een goed antwoord geven een punt. Degene / groep met de meeste punten wint.
Afsluiting Aan het einde van het spel kan er met de kinderen gesproken worden over de quiz. Vraag ze eens waar ze het meest verbaasd over waren of wat ze al wisten. Hierdoor kan de houding van de kinderen nog een keer positief worden beïnvloed.
Activiteit 1: Fabels & Feiten
Fabels en Feiten is een spel waarin kinderen moeten bewegen om verschillende stellingen over voeding moeten beantwoorden door naar het juiste vak te rennen. Thema Aantal deelnemers Aantal begeleiders Tijdsduur Benodigdheden
Tussendoortjes, Ontbijt, Gezonde voeding ± 20 1 30 minuten Bijlage 1; Lijst met stellingen Stoepkrijt of pionnen
Toolkit Gezonde Voeding
23
Toolkit Gezonde Voeding
24
Doel Op een interactieve manier de effecten van energiedrank duidelijk maken door ze op een overdreven manier uit te beelden in de sportactiviteit.
Verloop Dit spel wordt gespeeld met twee hindernisbanen en 20 kinderen. Bij elke hindernisbaan staat een groep van 10 kinderen in een rij achter de startstreep. Per groep gaat één kind over de hindernisbaan, er zijn dus twee kinderen tegelijk aan het rennen. Alle kinderen gaan in totaal drie keer over de hindernisbaan. Wanneer een kind één keer over de baan is geweest sluit hij achteraan in de rij en gaat de volgende totdat iedereen van de groep geweest is.
Het Spel Elk kind begint met een zwaar object in zijn handen en rent over de hindernisbaan heen en terug. Vervolgens wordt het object aan de volgende in de rij gegeven. Als iedereen geweest is kan elk kind bepalen of het een energiedrankje ‘neemt’. Wanneer het er voor kiest om een energiedrankje te drinken dan rent het heen zonder object over de hindernisbaan maar terug met twee objecten. Bij de derde ronde kunnen de kinderen weer kiezen of ze een energiedrankje nemen. Wanneer ze voor de tweede keer kiezen om een energiedrankje te drinken dan rennen ze heen over de hindernisbaan met één object en terug met drie objecten. Als het nu niet een energiedrankje neemt dan neemt het evenveel objecten mee als in de vorige ronde. Als iedereen van beide groepen geweest is, is het spel afgelopen. Leg aan het einde uit dat je wanneer je energiedrank drinkt je eerst het gevoel krijgt dat het makkelijker gaat, maar dat het daarna juist zwaarder wordt.
Activiteit 2: Energiedrank hindernisbaan
De hindernisbaan is een activiteit waarin kinderen op een speelse wijze de gevolgen van energiedrankjes ervaren.
Thema Aantal deelnemers Aantal begeleiders Tijdsduur Materialen
Energiedrankjes ± 20 2 30 minuten 30x zware objecten (kunnen zakken met zand zijn, gewichten, zware ballen) 12x Pionnen 14x Hoepels Stoepkrijt
Info:
Energiedrankjes zijn frisdranken die veel
calorieën bevatten door het hoge
suikergehalte. Daarnaast is er cafeïne,
taurine en glucorono-lacton aan
toegevoegd. Al deze stoffen geven een
oppeppend gevoel, maar niet meer
energie. Hierdoor ontstaat het gevoel
dat je meer kunt doen. Maar dat duurt
maar kort en daarna daalt het gevoel
sterk waardoor je je futloos voelt. Van
een lage dosis kan slaapt men al
slechter. Een hogere dosis kan leiden
tot chronisch slaap te kort. Dagelijkse
inname leidt tot verslaving. Ze geven
geen verzadigd gevoel en kunnen leiden
tot (ernstig) overgewicht.
Toolkit Gezonde Voeding
25
Organisatie
Maak de hindernisbanen. De banen bestaan uit pionnen waar de kinderen omheen moeten zigzaggen, twee rijen hoepels naast elkaar waar de kinderen met hun linkervoet in de linker hoepel springen en met hun rechtervoet in de rechterhoepel, een hoepel waar de jongeren 10 keer in moeten springen en een pion om omheen te rennen om vervolgens weer terug te gaan. LET OP! Houd goed in de gaten dat tijdens het spel genoeg zware objecten voor beide groepen aan beide kanten aanwezig zijn. Verplaats indien nodig snel de zware objecten van de ene naar de andere kant.
Grootte van de hindernisbaan: De hindernisbaan kan zo groot gemaakt worden als je zelf wilt en passend is in de ruimte.
Variatie 1. Maak het spel competitief: Laat de
twee groepen tegen elkaar strijden. De groep die als eerst drie keer over de hindernisbaan is geweest wint.
2. Is het te makkelijk? Maak het
moeilijker door de objecten te vergroten waardoor ze moeilijker vast te houden zijn. Als een object valt moet de speler terug naar het punt waar de objecten gepakt zijn (dat kan het begin zijn maar ook bij de achterste pion).
Afsluiting Na afloop is er ruimte om te vragen wie wel eens energiedrankjes drinkt en waarom. Hoe wordt er nu overgedacht? Geef eventueel nog wat extra informatie over energiedrank (zie hiervoor informatiesheet 1). Tot slot een paar stellingen die besproken kunnen worden met de kinderen:
1. Energiedrank is gevaarlijk bij het sporten. (Waar)
2. De helft van de mensen die energiedrankjes drinken merken niks (Waar)
3. Van energiedrank krijg je geen hoofdpijn en diarree (Niet waar)
4. Door energiedrank slaap je moeilijker in en slaap je slechter (Waar)
Toolkit Gezonde Voeding
26
Doel Kinderen op een speelse wijze bewust maken van wat gezonde voeding is en hoeveel bewogen moet worden om iets te verbranden.
Verloop Het spel wordt gespeeld met drie vakken en 2 teams (één team met lintjes, het andere team zonder) van 10 deelnemers. In het middelste vak (2) zal het spel gespeeld worden door de kinderen. In de buitenste vakken (1 en 3) zullen door de teams touw gesprongen/gedanst worden en kaartjes ingeleverd en nieuwe verkregen worden. Het team dat de meeste kaartjes verzameld wint.
Het spel Het team met de lintjes gaat naar vak 1 en het team zonder lintjes gaat naar vak 2. Voordat het spel gestart wordt doen beide teams een warming-up van 2 minuten touwspringen of dansen. Leg hierbij uit dat je door te bewegen kcal. verbrand. Wat ook terugkomt in het spel. Na de warming-up krijgen alle kinderen een strategokaartje. Op het strategokaartje staat een afbeelding van eten of drinken, een rangnummer, het aantal calorieën en hoe lang er touw gesprongen of gedanst moet worden om het te verbranden. Alle kinderen gaan naar vak 2 waar ze één iemand van de andere partij proberen te tikken. Als ze een lid van het andere team getikt hebben worden de kaartjes vergeleken. Degene met de hoogste rang wint. Let op er zijn een paar uitzonderingen: bedorven voedsel (bom) verslaat alles behalve een glas water, maar mag zelf niet tikken. Een glas water kan alleen verslagen worden door een appel. De winnaar brengt de kaartjes naar zijn leider in het team vak en krijgt een nieuw kaartje. De verliezer loopt naar zijn vak en gaat eerst 1 minuut touwspringen of dansen voordat het een nieuw kaartje krijgt (als het ware om het ongezonde eten of drinken te verbranden). Het spel gaat door tot een groep alle kaartjes van de andere partij heeft of de tijd om is. Het team dat de meeste kaartjes verzameld heeft wint.
Activiteit 3: Voedsel-stratego
Levend stratego in het kader van gezonde voeding, waarbij veel bewogen moet worden.
Thema Aantal deelnemers Aantal begeleiders Tijdsduur Materialen
Gezonde voeding, Kcal verbranden ± 20 2 45 minuten 10 x springtouwen Bijlage 2 Stratego kaartjes Stoepkrijt ± 10 lintjes
Info:
Gezonde keuzes maken is erg
belangrijk, zeker als je jong bent. Door
gevarieerd te eten uit de vijf vakken van
de ‘Schijf van Vijf’ krijg je voldoende
voedingsstoffen, vitamines en
mineralen binnen die je nodig hebt om
te groeien. Ongezonde keuzes als cola,
chips, snoep en pizza bevatten weinig
voedingswaarden, maar wel veel
calorieën. Om niet aan te komen moet
er (heel) veel bewogen worden om die
calorieën weer te verbranden.
Toolkit Gezonde Voeding
27
Organisatie Maak het speelveld. Het speelveld bestaat uit drie vakken. Het middelste vak is voor het spel , vak 1 is voor het team met lintjes en vak 3 is voor het team zonder lintjes. Grootte van het veld:
Vak 1 en 3: 8x6 meter is voldoende. Vak 2: 10x10 meter is voldoende.
Afsluiting
Na de activiteit bespreek je de verschillende spelkaartjes na. Vraag de kinderen bijvoorbeeld of ze iets is opgevallen. Zijn ze verbaasd over het feit dat ze zoveel moeten bewegen om ongezonde voeding te verbranden? Vertel de kinderen dat ze op gezond eten ook beter sporten dan op ongezond eten.
Overzicht van de kaartjes voor twee teams (elk team krijgt de helft)
Aantal kaartjes in het spel
Naam Rang Kcal Verbranding Extra informatie
2 Glas water 10 0 Niets Verslaat alles behalve een appel
2 Appel
9
60
17 min dansen
Kan als enige glas water uitschakelen
4 Stuk mager vis 8 120 26 min touwtje springen
6 Snee volkoren brood
7 85 25 min dansen
8 Halvarine 6 20 6 min dansen
8 Handje chips 5 55 12 min touwtje springen
10 Stuk chocola 4 230 66 min dansen
6 Portie friet 3 528 113 min touwtje springen
10 Glas frisdrank 2 55 16 min dansen
2 Een pizza 1 670 144 min touwtje springen
6 Bedorven voedsel (Bom)
0 X Je moet naar de WC!
Mag niemand aantikken.
Toolkit Gezonde Voeding
28
Activiteit 4: Gezonde hot bal Gezonde hot bal is een spel wat gespeeld kan worden als warming-up of als afsluiting waarbij gezonde voeding gebruikt moet worden om in het spel te blijven.
Thema Aantal deelnemers Aantal begeleiders Tijdsduur Materialen
Gezonde voeding ± 20 2 10 2x Bal 1x Kookwekker
Doel De jongeren op een actieve manier kennis te laten gebruiken in een beweegactiviteit en jongeren die de kennis niet hebben motiveren door het competitief gedeelte om de kennis te leren.
Verloop Het spel wordt gespeeld in twee grote rondo’s met ieder 10 deelnemers.
Het spel Eén kind krijgt als eerst de bal. Deze wordt overgegooid naar iemand anders in de kring. Maar voordat het kind de bal overgooit moet het iets gezonds roepen. Bijvoorbeeld: appel! Degene die de bal vangt roept ook weer eerst iets gezonds voordat het de bal door gooit. Bepaal zelf of dat wat de kinderen roepen iets gezonds is of niet. Als er iets ongezonds geroepen is wordt het spel stil gelegd en wordt uitgelegd waarom het niet telt. Het kind moet het dan opnieuw proberen. De bal mag niet naar iemand toe gegooid worden die de bal al gehad heeft en er mag niet twee keer het zelfde geroepen worden.
Organisatie Verdeel de groep in tweeën en maak twee grote rondo’s. Je kunt zelf mee doen of net buiten de groep gaan staan.
Grootte van het speelveld Maak het rondo zo groot als mogelijk is, maar wel zo dat het gooien en vangen te doen blijft.
Variaties
1. Afvalrace: zet tijdens het overgooien een kookwekker. Het kind dat de bal vast heeft op het moment dat de wekker afgaat, is af en gaat aan de kant zitten. Degene die als laatste over is heeft gewonnen. De overige regels blijven het zelfde.
2. Lummelen: Maak het overgooien wat moeilijker door een lummel in het midden van de groep neer te zetten. Vangt de lummel de bal dan gaat degene die de bal als laatste aanraakte in het midden staan. Ook wanneer iemand iets ongezonds roept moet hij in het midden. De overige regels blijven het zelfde.
3. Schijf van vijf: Laat de kinderen een vak uit de Schijf van Vijf kiezen. Tijdens het overgooien mogen alleen dingen die in dat vak staan geroepen worden.
Afsluiting Je kunt de activiteit afsluiten door te vragen naar wat ze misschien zagen als gezonde voeding maar wat eigenlijk ongezonde voeding is.
Toolkit Gezonde Voeding
29
Toolkit Gezonde Voeding
30
Doel Jongeren leren wat gezonde tussendoortjes zijn.
Verloop
Dit spel wordt gespeeld met vier vakken, twee speelvakken en twee vrije vakken, en 20 deelnemers. De deelnemers worden in twee teams verdeeld: gezonde tussendoortjes en ongezonde tussendoortjes. Beide groepen krijgen lintjes die ze achter in hun broek moeten stoppen, zodat deze er uit getrokken kunnen worden.
Het spel De twee teams gaan naast elkaar staan op de middenlijn. Geef aan welke groep de ongezonde tussendoortjes zijn en welke groep de gezonde tussendoortjes zijn. Begin met voorlezen van het verhaal (bijlage 3). Op het moment dat in het verhaal bijvoorbeeld een ongezond tussendoortje wordt uitgesproken (let op: u geeft dit niet aan, dat moeten de kinderen zelf bedenken/raden) rennen de ongezonde tussendoortjes zo snel mogelijk naar hun vrije vak. De gezonde tussendoortjes proberen de lintjes uit de broeken van de ongezonde tussendoortjes te trekken voordat deze het vrije vak bereiken (Dit gebeurt andersom bij een gezond tussendoortje). Het aantal veroverde lintjes wordt geteld en op een formulier genoteerd en terug gegeven aan de deelnemers die geen lintje hebben. Iedereen verzamelt weer op de middenlijn. Eventueel kan besproken worden waarom het een gezonde of ongezonde tussendoor was. Dan gaat het verhaal weer verder tot het volgende tussendoortje aanbod komt. Afhankelijk van het tussendoortje gaan of de ongezonde tussendoortjes achter de gezonde tussendoortjes aan of andersom. Het team wat aan het eind van het verhaal de meeste lintjes heeft weten te pakken wint.
Activiteit 5: Ratten (Gezond) en Raven (Ongezond)
Ratten en Raven is een activiteit aan de hand van een verhaal over gezonde tussendoortjes waarbij de gezonde tussendoortjes achter de ongezonde tussendoortjes aanrennen of andersom.
Thema Aantal deelnemers Aantal begeleiders Tijdsduur Materialen
Gezonde voeding/Ongezonde voeding, Tussendoortjes ± 20 1 20 minuten Stoepkrijt of pionnen 20 lintjes (10 x geel en 10 x rood) Pen en papier Bijlage 3; Voorbeeldverhaal
Info:
Als kinderen goed ontbijten, lunchen en
dineren, hebben ze in principe geen
tussendoortje nodig. Maar is het
normaal om een tussendoortje te
nemen zoals bij het 10 uur moment op
school dan is het belangrijk om voor
een gezond tussendoortje te gaan.
Gezonde tussendoortjes zijn
tussendoortjes van minder dan 100
kcal. Hierbij kan gedacht worden aan:
groeten (bijv. komkommer), rijstwafel,
fruit (bijv. appel), glas halfvolle melk,
water, ontbijtkoek en volkorencracker
met 30+ kaas. Ongezonde
tussendoortjes zijn: chocolade, kroket,
cake, roze koek, tosti ham/kaas,
schaaltje noten en frisdranken als cola,
Fanta.
Toolkit Gezonde Voeding
31
Organisatie
Verdeel de deelnemers in twee teams. Elk team heeft zijn eigen kleur lintjes achter in hun broek zitten als een staart.
Grootte speelveld
Speelvakken: 10 x 15 Vrijevakken: 5 x 15
Afsluiting
Bespreek met de deelnemers de tussendoortjes. Weten ze nog welke gezond waren en welke ongezond en waarom? Denken ze dat ze voortaan voor een gezond tussendoortje zullen kiezen?
Toolkit Gezonde Voeding
32
Activiteit 6: Het grote sorteerspel In het grote sorteerspel moeten kinderen verschillende voedingsmiddelen in het juist vak van de Schijf van Vijf plaatsen.
Thema Aantal deelnemers Aantal begeleiders Tijdsduur Materialen
Schijf van Vijf ± 24 2 20 4 bakken die dicht of afgedekt kunnen worden Stoepkrijt om de vakken te maken Stopwatch Lintjes (6x geel, 6 x rood, 6 x blauw) Bijlage 4a, 4b en 4c; Voedingsmiddelenkaartjes en kaarten met voedingsmiddelen uit de schijf van vijf en info schijf van vijf
Doel Jongeren laten samenwerken om meer inzicht te verkrijgen in wat precies gezonde en ongezonde voedingsmiddelen zijn.
Verloop
Dit spel wordt gespeeld met 10 vakken en 4 teams van 5 deelnemers. Maak de teams en geef 3 teams een lintje, zodat ze zien bij welk team ze horen. Elk team staat in een startvak waar ook alle voedingsmiddelen in een bak liggen. Voordat het spel begint wordt aan de kinderen uitgelegd uit welke vakken de Schijf van Vijf bestaat (gebruik hiervoor bijlage 4b). Vervolgens start het spel.
Het spel Verdeel de vier teams over de vier startvakken. Op jouw teken pakt één kind van elk team uit de gesloten bak een kaartje met een voedingsmiddel. Alle groepsleden kijken wat het is en beslissen met elkaar in welk vak van de Schijf van Vijf het hoort of dat het niet in één van de vakken van de Schijf van Vijf hoort en dus in het ongezonde vak hoort. De eerste van elke groep rent met zijn voedingsmiddel naar het juiste vak, legt het daar neer en rent weer terug. Wordt het voedingsmiddel in het verkeerde vak neergelegd? Stuur het kind dan terug naar zijn groep en laat ze met elkaar overleggen in welk vak het dan wel hoort. Vervolgens wordt het daarheen gebracht. Als de renner terug is wordt het volgende voedingsmiddel uit de bak gepakt, kijken de kinderen in welk vak dat voedingsmiddel hoort en rent nummer twee naar het juiste vak. Zo gaat het door tot alle voedingsmiddelen gesorteerd zijn.
Info:
De Schijf van Vijf is een hulpmiddel bij
gezond eten. De vijf vakken staan
voor:
1) Groenten en Fruit 2) Aardappelen,
brood, pasta, rijst en peulvruchten 3)
Zuivel, vlees, vis en vleesvervangers
4) Vetten, 5) Dranken.
Elk vak is belangrijk voor een gezonde
leefstijl. Producten die niet in de schijf
voorkomen zijn niet van toegevoegde
waarde voor de gezondheid. Door
gevarieerd te eten is de kans het
grootst dat je voldoende van alle
voedingsstoffen binnen krijgt.
Toolkit Gezonde Voeding
33
Organisatie
Maak het speelveld met de verschillende vakken en zet in elk startvlak een bak die dicht kan of afgedekt is met bijvoorbeeld een handdoek. Tip: Maak de vakken van de Schijf van Vijf in de kleuren van de Schijf van Vijf.
Grootte van het speelveld 8 x 20 meter is voldoende. Maar de grote van het speelveld kan ook zelf bepaald worden. Hoe groter hoe het speelveld hoe meer er gerent moet worden.
Materialen Het is ook leuk om echte verpakkingen te verzamelen. Dit maakt het realistischeren leuker voor de kinderen maar kost wel tijd.
Variaties Maak het spel competitief: De teams gaan tegen elkaar strijden. Het team dat als eerst al zijn voedingsmiddelen in de juiste vakken heeft gelegd wint.
Afsluiting Bespreek met de kinderen een aantal producten en laat ze met elkaar bedenken waarom die gezond of ongezond zijn. LET OP! Leg bij de voedingsmiddelen uit dat de producten alleen in bepaalde mate gezond zijn. Overeten van gezonde producten is ook ongezond.
Toolkit Gezonde Voeding
34
Doel Op een actieve manier de kennis over voeding vergroten.
Verloop Dit spel wordt gespeeld met 4 vakken en 20 deelnemers. Eén verzamel vak en drie vakken met een letter: A, B of C die gelijk staat aan de antwoordmogelijkheden van de quizvragen.
Het spel Alle kinderen staan voor de eerst vraag in het verzamel vak. Geef aan voor het oplezen van de vragen hoe de kinderen naar hun antwoord vak moeten gaan, bijvoorbeeld: hinkelend, huppelend, kruipend, springend, rennend, enz. Lees de vraag voor en geef de drie antwoordmogelijkheden. De kinderen maken hun keuze en gaan naar het vak dat bij hun antwoord past. Vraag aan de kinderen waarom ze voor een bepaald antwoord hebben gekozen. Geef vervolgens het juiste antwoord. De kinderen verzamelen zich daarna weer in het verzamel vak en dan wordt de volgende vraag gesteld. Dit proces blijft zich herhalen.
Organisatie Maak het speelveld met de verschillende vakken. Voor de vakken kan gebruik gemaakt worden van matten, hoepels of stoepkrijt. Grootte van het speelveld Verzamel vak: 3 x 8 meter Antwoordvakken: 2 x 5 Afstand tussen verzamel vak en antwoordvakken: 10-15 meter (of naar eigen inzicht)
Variaties Maak het spel competitief: Na elke stelling krijgen de kinderen/ groepen die een goed antwoord gaven een punt. Degene/ groep met de meeste punten wint.
Afsluiting
Bespreek met de kinderen de quizvragen die de meeste fout hadden. Leg uit waarom de stelling een Feit of een Fabel was.
Activiteit 7: Ren je rot quiz
De ren je rot quiz is een activiteit waarin kinderen vragen moeten beantwoorden over voeding door snel naar het juiste antwoord vak te rennen.
Thema Aantal deelnemers Aantal begeleiders Tijdsduur Materialen
Gezonde voeding/Ongezonde voeding, ouderbetrokkenheid ± 20 1 30 3x hoepels, matten of het kan ook met stoepkrijt Bijlage 5 Quizvragen
Toolkit Gezonde Voeding
35
Toolkit Gezonde Voeding
36
Activiteit 8: Weet wat je eet parcours
Weet wat je eet is een oefening waarin kinderen moeten bewegen om bepaalde lekkernijen te verbranden.
Thema Aantal deelnemers Aantal begeleiders Tijdsduur Materialen Aanvullend
Eten en bewegen ± 24 2 60 minuten 2x springtouwen 3 banken 6 matten 6 pionnen 1 korf en een bal 1 elastiek en paal of wandrek om uiteinde van elastiek aan te bevestigen 2 hangringen 12 x Bijlage 6; Scoreformulier ‘Weet wat je eet’ kopieren 12 pennen, stiften of potloden Stopwatch Fluit Stoepkrijt Beste locatie: Gymzaal
Doel De kinderen inzicht geven hoeveel ze moeten bewegen om de kcal te verbranden van verschillende lekkernijen.
Verloop Dit spel wordt gespeeld met 12 vakken en 24 deelnemers. Elk vak is een onderdeel van het circuit bijv. touwspringen, hinkelen of wendsprongen. Geef elk vak een nummer gelinkt aan het scoreformulier (bijlage 6) zodat de kinderen het verband kunnen leggen tussen de oefening en het daarbij behorende vak.
Het spel Elk tweetal krijgt een scoreformulier (bijlage 6). Zet vervolgens de tweetallen bij een onderdeel en geef aan welk nummer het is. Op het scoreformulier staan de lekkernijen uitgebeeld met daarbij hoe lang een bepaalde oefening gedaan moet worden om de lekkernij te verbranden. De kinderen kijken welke oefening hoort bij de lekkernij dat bij hun vak hoort. Geef het startsein. Alle kinderen voeren 2 minuten de oefening uit. Fluit na twee minuten en laat de kinderen doordraaien naar de volgende activiteit. Dit proces herhaald zich tot alle kinderen alle onderdelen gedaan hebben.
Info:
Een goede balans tussen voeding en
bewegen is nodig om gezond te
blijven. Krijg je meer binnen dan je
verbrand dan kom je aan. Maar het
werkt ook de andere kant op: eet je
minder dan je nodig hebt dan val je
af.
Tijdens de kinderjaren wordt de basis
gelegd voor een gezond en energiek
lichaam. Door de media van
tegenwoordig worden we in
verleiding gebracht om ook
ongezonde producten te eten die niet
gezond zijn en ons dik kunnen
maken. Denk maar eens aan de
reclames van Mac Donalds voor de
Happy Meal en de supermarkten
voor snoep en chips. Om kinderen
bewust te maken van de hoeveelheid
calorieën die in eten zitten en
hoeveel je moet bewegen om het te
verbranden is dit spel ontwikkeld.
Toolkit Gezonde Voeding
37
Organisatie Maak de vakken of zet bij elk onderdeel een pion neer met een nummer passend bij de oefening. Vak 1: Touwspringen (2 springtouwen) Vak 2: Wendsprong (1 bank) Vak 3: Sit-ups (mat) Vak 4: Hinkelen (4 pionnen, 1 meter afstand onderling) Vak 5: Springen (1 elastiek en twee palen of wandrek om uiteinde van elastiek aan te bevestigen) Vak 6: Scoren (korf en bal) Vak 7: Wisselsprong (bank) Vak 8: Over de mat springen (mat) Vak 9: Over de bank lopen (bank en mat) Vak 10: Optrekken (2 x paar ringen afgesteld op 1 tot 1.5 meter vanaf de grond, 2 matten) Vak 11: Rustpauze (mat) Vak 12: Rennen (2 pionnen 5 meter uit elkaar)
Buiten Als je geen gymzaal tot je beschikking hebt kun je oefening 5 uitvoeren tussen twee bomen of twee paaltjes en oefening 10 kan uitgevoerd worden aan een rekstok of speeltoestel. De overige oefeningen zijn buiten goed uit te voeren.
Afsluiting Bespreek met de kinderen de verschillende lekkernijen en de activiteiten die daarbij horen. Bespreek voor welke lekkernij je het meeste en het minste moet bewegen. Vraag ook welke oefeningen zwaar en minder zwaar waren. Vraag eventueel nog naar de behaalde scores.
Toolkit Gezonde Voeding
38
Activiteit 9: Schijf van Vijf trefbal Schijf van Vijf trefbal is een activiteit waarin kinderen pionnen met ongezonde voeding moeten omgooien en de gezonde voedingspionnen moeten laten staan.
Thema Aantal deelnemers Aantal begeleiders Tijdsduur Materialen
Gezonde keuzes ± 20 1 45 minuten 20 pionnen bijlage 7 (2 x 10 A4’s geplastificeerd met voedingsmiddelen vor op pionnen) 3 ballen Stoepkrijt Dikke elastiek 20 stuks of tape
Doel Kennis over gezonde en ongezonde voeding testen/toepassen in het spel.
Verloop Dit spel wordt gespeeld met twee vakken en 10 deelnemers per vak. In beide vakken staan 10 pionnen met daarop gezonde en ongezonde voedingssupplementen (bijlage 7) geplakt of met elastiek bevestigd.
Het spel Voordat het spel begint krijgen beide teams twee minuten de tijd om met elkaar te bedenken wat de gezonde en ongezonde keuzes zijn. Na twee minuten begint het spel. Elk team heeft een bal en gaat door over te spelen proberen in een goede positie te komen om een ongezonde pion om te gooien. Het team dat als eerste alle ongezonde pionnen van de tegenstander heeft omgegooid wint. In het spel kunnen de deelnemers ook afgegooid worden door tegenstanders (let op: niet op het hoofd). Zijn ze af dan gaan ze achter het veld van de tegenpartij staan en proberen ze door iemand van de tegenpartij af te gooien weer terug te komen in hun eigen vak. Ze mogen geen pionnen omgooien. Een andere manier om terug te komen is als er een ongezonde pion wordt omgegooid. Iedereen die dan af is van het team waar de gezonde pion omvalt, mag terug naar zijn eigen vak. Tijdens het spel mag er niet gelopen worden met de bal. Er moet dus echt samengewerkt worden om de ongezonde pionnen om te krijgen. Gooit een team ‘per ongeluk’ alle gezonde pionnen van de tegenpartij om, dan verliest dat team het spel en is dus het andere team de winnaar.
Info:
De vakken van de Schijf van Vijf:
Groenten en Fruit: Banaan, Appel,
sinaasappel, mandarijn, mango,
aardbeien, broccoli, spinazie,
pompoen, doperwten in blik, sla,
paprika, tomaat.
Aardappelen, brood, rijst, pasta en
peulvruchten: zilvervliesrijst, witte rijst,
basmatirijst, macaroni, tagliatelle,
penne, bruine bonen, witte bonen,
kidneybonen, volkorenbrood,
speltbrood, roggebrood.
Zuivel, vlees, vis en vervangers:
kwark, yoghurt, biefstuk, tartaar, kip,
kalkoen, varken, forel, zalm, makreel,
haring, garnalen, groenteburger, korn.
Vetten en oliën: boter, margarine,
halvarine, olijfolie, zonnebloemolie,
maïsolie, sesamolie, etc.
Dranken: water, thee, koffie,
vruchtendranken en melk.
Toolkit Gezonde Voeding
39
Organisatie Maak het speelveld met de verschillende vakken. Plaats in de speelvakken de pionnen met de afbeeldingen er op. Grootte speelveld 15 x 30 meter of de grote van een gymzaal of speelplein.
Variaties 1. Maak het spel makkelijker door het
te spelen zonder dat deelnemers elkaar mogen afgooien
2. Maak het spel moeilijker door de regel in te stellen dat ook de afgegooide de pionnen mogen omgooien.
3. Maak het spel moeilijker door de pionnen op de kop neer te zetten.
Afsluiting Bespreek met de kinderen in welke vakken van de Schijf van Vijf de gezonde keuzes horen en waarom. Laat ze nog meer producten uit de verschillende vakken van de Schijf van Vijf benoemen.
Toolkit Gezonde Voeding
40
Activiteit 10: Dievenspel Bij het dievenspel gaat het er om dat kinderen bij elkaar onderdelen van de Schijf van Vijf stelen om hun gerecht compleet te kunnen maken.
Thema Aantal deelnemers Aantal begeleiders Tijdsduur Materialen
Lekker en gezond ± 24 2 60 minuten 16 pionnen 18 lintjes (6 x groen, 6 x blauw en 6 x rood) bijlage 8; 4 receptenkaartjes en 37 kaartjes met ingrediënten Stopwatch of timer
Doel De jongeren leren wat je nodig hebt voor een lekker en gezond gerecht.
Verloop
Het spel wordt gespeeld met 4 vakken en 24 deelnemers. De deelnemers worden verdeeld in vier teams van zes. Drie teams krijgen een lintje en het vierde team is team wit. Elk team heeft zijn eigen vak met daarin negen ingrediënten (zie bijlage 8). De deelnemers staan bij het vak of om het vak heen. Tijdens het spel mogen de deelnemers niet in de vakken komen.
Het spel Elk team krijgt een vak toegewezen met daarin ingrediënten en een kaartje met daarop het gerecht dat zij moeten ‘maken’. Voor de verschillende gerechten zijn ingrediënten nodig, maar die zijn schaars en moeten dus bij elkaar ‘gestolen’ worden. Elk team krijgt twee minuten de tijd om te lezen welk gerecht zij hebben en wat ze nodig hebben om het te ‘maken’. Ook kunnen ze in de twee minuten bepalen wie gaan stelen en wie het eigen vak verdedigen. Dan wordt het spel gestart. De aanvallers gaan proberen ingrediënten voor hun gerecht te stelen, de verdedigers proberen het eigen vak te verdedigen. Verdedigen wordt gedaan door iemand die iets uit het vak steelt te tikken. De aanvaller kan alleen getikt worden als hij ook echt iets heeft gepakt. Wat hij aanraakt moet meegenomen worden. Is de aanvaller getikt dan moet hij het gestolen ingrediënt terugleggen in het vak waar hij het gestolen heeft en daarna teruggaan naar zijn eigen vak waar hij een pion aantikt. Daarna mag hij weer gaan stelen. Het team dat als eerste alle ingrediënten van zijn gerecht bij elkaar heeft, wint. Het is toegestaan om meer ingrediënten te hebben dan voor het gerecht nodig is. Zo kan het de andere teams moeilijk gemaakt worden. Controleer wel of echt alle ingrediënten voor het gerecht aanwezig zijn. Is dit niet het geval dan wordt er doorgespeeld. Als de ronde is afgelopen kunnen de ingrediënten weer verdeeld worden over de vakken en kunnen daarna de recepten
Info:
Gezonde en gevarieerde voeding is
erg belangrijk om voldoende
voedingsstoffen binnen te krijgen.
Denk hierbij aan koolhydraten,
eiwitten, gezonde vetten, vezels en
mineralen en vitamines. Daarom is het
goed om elke dag voldoende te
varieren. Tijdens dit spel komen
kinderen in aanraking met
verschillende gerechten die ze kunnen
maken en eten met hun ouders.
Toolkit Gezonde Voeding
41
gewisseld worden, zodat elk team een ander gerecht moet ‘maken’.
Organisatie
Zet vier vakken op, als het kan, gelijke afstand van elkaar in het speelveld. Leg in de vakken de voedingsmiddelen.
Grootte speelveld 30x30 meter of de grote van een gymzaal of speelveld. 1x 1 meter per vak (maak de vakken niet te groot zodat er uit ‘gestolen’ kan worden)
Variaties 1. Speel het spel op tijd: Geef voordat
het spel van start gaat aan dat de teams 5 minuten de tijd hebben om de benodigde voedingsmiddelen voor hun recept bij elkaar te stelen. Na 5 minuten stopt het spel. Het team dat de meeste voedingsmiddelen voor zijn recept bij elkaar heeft wint.
2. Maak het spel moeilijker: Het spel wordt gespeeld zoals beschreven alleen wint nu het team dat alleen nog de voedingsmiddelen in zijn vak heeft liggen die nodig zijn voor het recept. Er mogen dus geen extra voedingsmiddelen meer in het vak liggen.
Afsluiting Bespreek met de kinderen de recepten en kijk naar de verschillen. Weten de kinderen nog meer lekkere en gezonde recepten die bestaan uit producten van de Schijf van Vijf?
Toolkit Gezonde Voeding
42
4 DE OUDERS BETREKKEN
- Ouders werven - Kiezen voor een locatie - Tips en informatie - Samenwerken met een diëtist?
Toolkit Gezonde Voeding
43
Toolkit Gezonde Voeding
44
3 De ouders betrekken
Ouders spelen een heel belangrijke rol in de ontwikkeling van een gezonde leefstijl bij hun kinderen. Zij bepalen thuis wat er gegeten wordt, wat het kind mee naar school krijgt en stellen een voorbeeld voor beweeggedrag. Om jongeren een gezonde leefstijl aan te leren is dan ook nodig de ouders hierbij te betrekken. Voedingsvoorlichting in Kaag en Braassem Een CF uit Kaag en Braassem organiseert voedingsvoorlichtingen in samenwerking met de diëtist. Op het moment dat de kinderen in het zwembad bezig zij met sport en spel, informeert de diëtist de wachtende ouders over o.a. gezonde tussendoortjes. Ouders werven voor een activiteit
Spreek een ouder individueel aan zonder dat het kind er bij is.
Benader de ouders op een subtiele manier.
Open het gesprek luchtig en val niet meteen met de deur in huis. Praat even over het kind en geef een compliment.
Nodig de ouders op een vriendelijke manier uit om een les te volgen over extra informatie over voeding waar hun jongeren profijt van hebben.
Gebruik geen woorden zoals ‘moeten’ of ‘problematiek’.
Houd rekening met de cultuur van de ouder. In sommige culturen zijn omgangregels anders.
Als ouders niet aanwezig zijn om ze aan te spreken, moedig dan de kinderen aan om hun ouders naar een activiteit mee te nemen. Geef het kind een informatiefolder of brief mee.
Zoek naar een sleutelfiguur onder de
ouders die jou kan helpen bij de
werving.
Intakegesprek met ouders in Leiden Wil een kind lid worden van de voetbalvereniging? Dan vindt op een van de verenigingen in Leiden eerst een gesprek met de ouders plaats. Tijdens dit gesprek legt de CF uit wat het lidmaatschap inhoudt en dat van iedere ouder verwacht wordt zich vrijwillig in te zetten voor de vereniging door bijvoorbeeld de kinderen naar uitwedstrijden te brengen of de shirtjes te wassen. Willen ouders deze commitment aangaan, dan kan het kind lid worden. Dit gesprek kan ook gebruikt worden om de ouders te informeren over de regels m.b.t. gezonde voeding. Welke tussendoortjes mag een kind wel/niet meenemen naar de training etc.
Kiezen voor een locatie
Plan de activiteiten op een locatie waar de ouders al aanwezig zijn of staan te wachten (bijvoorbeeld in een zaaltje van het zwembad of de sportvereniging).
Of plan activiteiten op een plek waar ouders andere activiteiten kunnen uitvoeren (bijvoorbeeld bij een winkelcentrum, buurthuis of een Moskee).
Moeders aan zet in Gouda In Gouda constateerde een aantal moeders dat het zo jammer was dat de kinderen bij afwezigheid van de CFs geen gebruik konden maken van de sport- en spelmaterialen. Zij runnen nu een woensdagmiddagpool op een van de speelpleinen in de wijk. Onder leiding van 1 of 2 moeders hebben de kinderen nu dus ook op woensdagmiddag volop beweegplezier!
Toolkit Gezonde Voeding
45
Overige tips
Laat een groepje ouders zelf een activiteit organiseren. Denk aan een gezonde lunch, een vader-zoon of moeder-dochter beweegactiviteit.
Ouders vinden vaak leuk om iets samen te doen met hun kinderen. Sluit de dag af door een activiteit uit te voeren waar zowel de ouders als de jongeren mee moeten doen.
Geef bij de afsluiting van de activiteit de kinderen en de ouders een compliment.
Bedank de ouders voor hun deelname en benoem dat je ze graag nog een keer ziet.
Evalueer de activiteiten samen met de ouders.
Meer tips, informatie en materiaal?
Neem een kijkje in de toolkit ‘ouderbetrokkenheid’ op de website van het Centrum Gezond Leven / RIVM http://toolkits.loketgezondleven.nl/toolkits/?page_id=1714 In de ‘lekker fit startmap’ van deze toolkit wordt aandacht besteed aan Turkse en Marokkaanse ouders: wat houdt hen bezig? En hoe bereik je hen?. Bijvoorbeeld door het organiseren van bijeenkomsten met meerdere ouders van de zelfde cultuur, gezelligheid in te bouwen, de werving of uitvoering door iemand met dezelfde cultuur te laten doen.
Informatie om uit te delen aan de
ouders
De ouderfolder over energiedrank is bijgevoegd, meer ex. bestellen via infodocu@ggdhm.nl
Flyer ‘Ik eet wijzer tussendoor’ is bijgevoegd, meer ex. bestellen via infodocu@ggdhm.nl
Zie voor meer informatie en foldermateriaal www.voedingscentrum.nl
Op zoek naar een diëtist of andere
professional om mee samen te werken?
Kijk op de website van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten: www.nvdietist.nl
Zoek op www.zorgwelrijnland.nl naar diëtisten en professionals in de regio Zuid-Holland Noord (Alphen, Leiden, Katwijk en omstreken).
Neem contact op met het Centrum voor Jeugd en Gezin bij jou in de buurt via www.cjg(gemeentenaam).nl bijvoorbeeld www.cjgleiden.nl of via het professional deel van de website via www.cjgprof.nl.
Toolkit Gezonde Voeding
46
Bronnen Voor de ontwikkeling van de toolkit zijn de volgende bronnen geraadpleegd:
Calorielijst (2013). Gezond en wijs met calorieën uit de calorieënlijst! Bekeken op 20 mei, 2013, op http://www.calorielijst.nl/ Convenant Gezond Gewicht (2011, oktober). Tipsheet. Ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs. Tips en Trucs om ouders te betrekken bij voedings- en beweegactiviteiten. Diëtistenpraktijk Súdwest (2013). Fabels en feiten over voeding. Bekeken op 20 mei, 2013, op http://dietistenpraktijksudwest.nl/wp-content/uploads/Fabels-en-feiten-over-voeding.pdf GGD Hollands Midden (2011, december). Inspiratiebundel voor (gast)lessen over gezond eten en bewegen op de basisschool. Gudden, N. Hartstichting / Arko Sports Media(2012, agustustus). Lekker Fit!. Gezond door de basisschool. Nieuwegein. ISBN 978-90-5472-212-0. Hartstichting (2011, oktober). Brochure Jongeren: gezond gewicht en gezond eleefstijl. Met tips overeten en bewegen. Versie 1.5. Plazilla (2012). Energiedrankjes ongezond en verslavend. Bekeken op 21 mei, 2013, op http://plazilla.com/energiedrankjes-ongezond-en-verslavend Vansant, G., (2000, oktober). Tussendoortjes: ja of neen? Nutrinenews. Bekeken op 21 mei, 2013, op http://www.nice-info.be/BENL/assets_db/ITEMSKEYWORDS2/items/documents/NNtussendoorIN.pdf Voedingcentrum (2013). Bewegen. Bekeken op 20 mei, 2013, op http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-gewicht/Overgewicht/bewegen.aspx Voedingscentrum (2013). Energiedrankjes. Bekeken op 21 mei, 2013, op http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/energiedrankjes.aspx Voedingscentrum (2011). Gezond eten met de Schijf van Vijf. Bekeken op 21 februari, 2013, op http://webshop.voedingscentrum.nl/pdf/111.pdf Voorlichtingsbureau voor de Voeding(1995). Praktische voedingsmiddelengids. Met o.a. informatie over joules / calorieën 160. 6
e druk. Den Haag. ISBN: 90-5177-002-2.
Universiteit Utrecht(2009, september). Energiedrankgebruik door adolescenten. Effecten op gezondheid en leerprestaties. Kennispunt Bétawetenschappen, Universiteit Utrecht. ISBN: 978-90-79589-08-1
Toolkit Gezonde Voeding
47
Toolkit Gezonde Voeding
48
5 BIJLAGEN BIJ DE
BEWEEGACTIVITEITEN
Informatieblad: Energydrink
- Bijlage 1: Stellingen (activiteit 1) - Bijlage 2: Strategokaartjes (activiteit 3) - Bijlage 3: Voorbeeld verhaal (activiteit 5) - Bijlage 4: Afbeeldingen productenlijst en richtlijn voor hoeveelheden uit schijf van vijf (activiteit 6) - Bijlage 5: Quizvragen (activiteit 7) - Bijlage 6: Scoringsformulier (activiteit 8) - Bijlage 7: Afbeeldingen voor op pionnen (activiteit 9) - Bijlage 8: Receptenkaartjes en ingrediënten (activiteit 10) - Bijlage 9: Folder voor ouders over energiedrank - Bijlage 10: Flyer voor ouders; Ik eet wijzer tussendoor
Toolkit Gezonde Voeding
49
Toolkit Gezonde Voeding
50
Bijlage 1: Stellingen Fabel & Feiten –
behorend bij Activiteit 1
1. In een portie friet zitten meer kcal dan in een portie chips Antwoord: Fabel!
In chips zitten meer kcal dan in friet. Als je friet met mayonaise eet veranderd dit wel. 2. Vers geperste sinaasappelsap bevat net
zoveel calorieën als frisdrank. Antwoord: Feit!
Een glas ongezoet vruchtensap levert net zoveel calorieën als een glas frisdrank. Vruchtensap is wel gezonder dan frisdrank in bepaalde mate. Eén of twee glazen vruchtensap per dag. Wie extra wil drinken, kan bijvoorbeeld beter water of ongezoete thee kiezen. 3. Als je ’s avonds na 20.00 uur eet, word
je dik. Antwoord: Fabel!
Het gaat om de energiebalans. Als je meer eet dan je verbruikt wordt het opgeslagen in vet. Dat heeft niets te maken met het tijdstip waarop u eet. 4. Energydrank is verslavend
Antwoord: Feit! Als je vaak energiedrank drinkt en stopt word je: vermoeid, slaperigheid, zwak, hoofdpijn, moeite met concentreren, depressief, geïrriteerd, misselijk en je krijgt er spierpijn van. Bij gebruik van 7 energiedrankjes of meer krijg je chronische hoofdpijn, hardkloppingen en zelfs stemmingsstoornissen. 5. Van bananen wordt je dik en krijg je
verstopping. Antwoord: Een zeer hardnekkige fabel!
Bananen bevatten helemaal geen vet en juist veel vezels. Vezels zitten vooral in groente, fruit, volkorenbrood en peulvruchten. Met circa 90 calorieën is een banaan zeker niet calorierijk en daarom een verantwoord tussendoortje. 6. Diepvriesgroente is minder gezond dan
verse groente! Antwoord: Fabel!
De hoeveelheid vitamine C in groente hangt voor een groot deel af van hoe lang groente wordt bewaard. Hoe verser, hoe meer vitamine C. In diepvriesgroente zitten evenveel vitamines als in verse groente. Dat komt door de snelheid waarmee deze groente wordt verwerkt. Groente die wordt ingevroren, gaat meteen van het veld naar de fabriek. Daar wordt de groente direct verwerkt en diepgevroren. In pot- en blikgroente zitten iets minder vitamines dan in verse groente, maar ze zijn nog steeds een goede vervanging. Ook als u verse groente eet, is het belangrijk erop te letten dat de groente niet verlept is en dat u de groente koel en zo kort mogelijk bewaart. Anders gaat ook hiervan de hoeveelheid vitamine C flink achteruit. 7. “Ik heb zware botten, daarom ben ik zo
zwaar” Antwoord: Fabel!
Heel veel invloed heeft dit niet op uw lichaamsgewicht. Als je zware botten heb scheelt dat maximaal 2 kilo. 8. Fritessaus is gezonder dan
tomatenketchup. Antwoord: Fabel!
Fritessaus bestaat grotendeels uit water en voor 25% of 35% uit vet. Terwijl rode sauzen zoals tomatenketchup veel gezonder zijn. 9. Iemand die elke dag 100 kcal extra eet -
en niet extra gaat bewegen wordt in 1 jaar 5 kilo zwaarder. Antwoord: Feit!
100 kcal is bijvoorbeeld 1 glas frisdrank, een blokje boterkoek (20 gram), een mini candybar (20 gram), een kop cup-a-soup, een sauslepel fritessaus (25 gram), 1 bolletje schepijs (50 gram), 2 bolletjes sorbet vruchtenijs (100 gram), 2 kipnuggets (40 gram) of 5 poffertjes (50 gram). Om 1 kilo lichaamsvet erbij te krijgen moet je circa 7000 calorieën extra gebruiken. 10. Van energydrank wordt je dik.
Antwoord: Feit! In energydrank zit niet alleen veel suiker waar je dik van wordt maar het geeft ook geen verzadigd gevoel en ga je dus nog meer eten. Dit leidt tot gewichtstoename en overgewicht. 11. In donkerbruin brood zitten meer vezels
dan in lichtbruin brood Antwoord: Fabel!
Toolkit Gezonde Voeding
51
De kleur van brood zegt niets over de hoeveelheid vezels die het brood bevat. Het vezelgehalte wordt bepaald door de grondstof waar het brood van is gemaakt. Witbrood wordt gebakken van bloem, dat is het binnenste van de graankorrel. In bruinbrood is een deel van de buitenkant van de graankorrel verwerkt en in volkorenbrood is de hele korrel gebruikt. 12. Vet is gezond en onmisbaar voor ons
lichaam! Antwoord: Feit!
Vet is gezond, we kunnen zelfs niet zonder. Vet is een bron van energie, vitamine A, D en E en essentiële vetzuren. Niet alle vetten zijn echter gezond. Je hebt verzadigde en onverzadigde vetten. Onverzadigde vetten zijn goed maar verzadigde vetten niet. Je onthoudt welke vetten goed zijn door de O van Oké van de Onverzadigde vetten. 13. Verzadigde vetten zijn: verkeerd Brood,
aardappelen, pasta en rijst zijn dikmakers. Antwoord: Fabel!
Deze voedingsmiddelen bestaan uit koolhydraten en daarvan wordt gedacht dat het schommelingen in de bloedsuikerspiegel veroorzaakt en daardoor aanzet tot meer eten. Dit is echter nooit wetenschappelijk bewezen. Koolhydraten bevatten minder calorieën dan vet en genoemde voedingsmiddelen bevatten vaak ook vezels die sneller een verzadigd
gevoel geven. Het is niet voor niets dat deze voedingsmiddelen een groot vak innemen op de Schijf van vijf van het Voedingscentrum. De enige bewezen oorzaak van gewichtstoename is een grotere energie-inname dan de hoeveelheid die verbrand wordt. 14. Noten zijn erg vet, maar dit zijn
voornamelijk gezonde onverzadigde vetten. Antwoord: Feit!
Onverzadigde vetten zijn goed voor je en die heb je nodig. In noten zit veel onverzadigd vet en een klein beetje verzadigd vet. 15. Twee keer per week vis eten is goed
voor de gezondheid. Antwoord: Feit!
Vis is gezond omdat het visvetten bevat (Omega 3). Deze vetten zijn speciaal omdat het alleen in vis en schaal- en schelpdieren voorkomt. Eet daarom twee keer per week vis bij de warme maaltijd of bij de broodmaaltijd. 16. Ontbijtkoek werkt laxerend.
Antwoord: Fabel! Gewone ontbijtkoek bevat weinig voedingsvezels en is hetzelfde als wit brood. Volkoren ontbijtkoek is gezonder en werkt goed voor je darmen omdat het vezels bevat.
Toolkit Gezonde Voeding
52
Bijlage 2: Statego kaartjes – behorend bij Activiteit 3
2 kaartjes glas water
2 kaartjes appel
4 kaartjes stuk mager vis
6 kaartjes snee volkoren brood
8 kaartjes halvarine
8 kaartjes handje chips
10 kaartjes stuk chocola
6 kaartjes portie friet
10 kaartjes glas frisdrank
2 kaartjses pizza
6 kaartjes bedorven voedsel
Toolkit Gezonde Voeding
53
Toolkit Gezonde Voeding
54
Bijlage 3: Voorbeeldverhaal – behorend bij Activiteit 5
Ratten (Gezond) en Raven (Ongezond)
Op een zonnige morgen in de lente gaat de wekker op de kamer van Irma. Irma is 10 jaar
oud en zit in groep 7.Vandaag is de laatste dag voordat de meivakantie begint. Ze heeft veel
zin in de vakantie, maar eerst nog even deze dag. Na gedoucht te hebben pakt Irma haar
kleren uit de kast en trekt deze aan. Ze loopt de trap af naar beneden. Het ontbijt is al klaar
gezet door haar moeder die druk bezig is in de keuken. Goedemorgen mam, goedemorgen
Tom. Goedemorgen Irma, goed geslapen?, vraagt moeder. Heerlijk. Ze smeert twee
boterhammen, één met kipfilet en één met jam. Moeder gaat bij haar zitten en eet gezellig
met haar mee. Zo lieverd, laatste dag hé voor de vakantie. Heb je er zin in? Zeker mam,
vanmiddag hebben we spelletjesmiddag. Wij ook roept Tom. Wat leuk, wij hadden dat
vroeger niet. Dan zaten we tot de bel ging te rekenen of hadden we taal. Jaaaa mam, maar
wij hebben al hééél hard gewerkt, dus vanmiddag gaat het om gezelligheid. Jeee spelletjes
roept Tom en hij rent naar de kast met spelletjes om er één uit te zoeken. Maare mag ik een
stroopwafel (ongezond) mee naar school voor het 10-uurtje vraagt Irma?? Nou lieverd je
weet dat het fruitdag is vandaag op school, dus dat kan niet. Je mag een appel (gezond) van
de fruitschaal pakken. En schiet maar op want we moeten zo weg. Heb je al je spullen? Je
tas? Een spel? Ja, ik had gister alles al klaar gezet. Goed zo, hier is je lunch. Tom kom op
we gaan, pak je tas.
Irma, Tom en moeder fietsen naar school. Bij het wegzetten van de fiets ziet Irma Rashid en
Cloe aankomen. Hé jongens lekker he vanmiddag spelletjesmiddag? Ja roepen Rashid en
Cloe in koor. Ik heb van mijn moeder een zakje chips (ongezond) mee gekregen als
tussendoor. Maar dat mag helemaal niet Rashid, het is fruitdag! O neee helemaal vergeten.
Dan had ik beter wat pruimen (gezond) van de schaal kunnen pakken. Ik heb een banaan
(gezond) mee genomen zegt Cloe.
Nou ja misschien heeft de meester nog wel wat voor je liggen. Ik hoop het, het is de eerste
keer dat het fout gaat. Aangekomen in de klas gaan ze op hun plek zitten. De meester is al
binnen. Goedemorgen allemaal! Vandaag gaan we beginnen met biologie en daarvoor
gebruiken we het smaaklessen pakket. Iedereen kijkt naar de meester. Wat is dat nou
weer?, roept Mo. Daarmee leer je over voeding zegt de meester. Ik heb hier voor iedereen
een doosje met iets daarin. Je mag niet kijken alleen voelen en ruiken. Iedereen krijgt een
bakje voor zijn neus. Jan, de uitslover van de klas, steekt zijn hand in het doosje en roept, ik
weet het, het zijn van die grote spekkies (ongezond). Jan, zegt de meester streng, we zijn
nog niet begonnen. En je hebt het niet goed. Begin allemaal maar eens te ruiken. Heeft
iemand een idee? Ik weet het niet zegt Irma zachtjes tegen Cloe. Zal het een peer (gezond)
Toolkit Gezonde Voeding
55
zijn? Nee joh zegt Cloe het is een cakeje (ongezond). Nee, dat is het ook niet ik denk dat het
een roze koek (ongezond) is zegt Roos. Meiden als jullie het denken te weten dan steek je je
hand op, niet fluisteren in gezelschap. De meiden schrikken en letten gelijk op. Iedereen
voelt nu in zijn bakje. Een aantal kinderen in de klas doet nog een poging maar niemand
weet het te raden. Doe het klepje maar omhoog. Iedereen kijkt in zijn bakje. Wat is dat nou
weer? Het ziet er verschrompeld uit. Dat kinderen is nou een gedroogde vijg (gezond). En
een vijg (gezond) is een vrucht die voornamelijk in Zuid-Europa groeit. Het is vrij droog en
heeft een zoete smaak. Proef allemaal maar eens. Wow zegt Irma, ik vind het heel lekker. Ik
vind het maar een vreemde smaak hebben zegt Roos. Ja maar jij lust nooit iets zegt Cloe.
Dat is niet waar ik eet toch ook een rijstwafel (gezond). Dat is niet te vergelijken, dat lust
iedereen. Geen ruzie maken, sust Irma snel de boel. Inmiddels heeft iedereen een nieuw
doosje voor zich gekregen met daarbij een lijstje van mogelijke producten. Iedereen is weer
druk aan het ruiken en voelen. Jan roept weer als eerste: het is een magnum (ongezond).
Dat is niet goed. Het is een croissant (ongezond) roept Joost. Ook dat is niet goed. Wat
voelen jullie? Ik voel allemaal kleine dingen, zouden het stukje chocola (ongezond) zijn
vraagt Cloe. Nee dat denk ik niet zegt Roos. De meester zal ons nooit iets ongezonds geven.
Ik denk dat het aardbeien (gezond) zijn zegt Irma. De meester vangt het gesprek op.
Jongens iemand heeft het goed geraden. Irma wat dacht jij dat het waren? Aardbeien
(gezond). Dat is correct. Aardbeien groeien vooral in het voorjaar en de zomer. Omdat het dit
jaar al heel vroeg lekker weer was zijn ze wat vroeger dan andere jaren.
Wat vonden jullie van de les? Leuk meester, kunnen we dit niet vaker doen?, vraagt Rashid.
We gaan na de vakantie nog een paar lessen doen. Dan ga ik meer uitleg geven over
gezonde tussendoortjes. En weet je wat ik geef jullie vast een voor proefje, wisten jullie dat
een plakje ontbijtkoek (gezond) mag als tussendoortje, maar dat een tosti ham/kaas
(ongezond) echt te vet is als tussendoortje? Maar nu genoeg voor vandaag. Ruim de bakjes
op in de kast en pak daarna je rekenboekje. De rest van de dag verloopt rustig. ’s Middags
worden er spelletjes gespeeld en daarna is het vakantie.
Einde!
Toolkit Gezonde Voeding
56
Bijlage 4a: Afbeeldingen producten lijst – behorend bij Activiteit 6
6 x A4 geplastificeerd van:
Groente/fruit – Dranken – Brood-granen/etc – Vetten – Vis/zuivel/etc. - Ongezond
Kaartjes met afbeeldingen van:
Chips – Vis – Brood - Cola - Chocolade ijs – Melk - Thee - Chocolade puur – Friet – Pizza- Muffin –
Lolly –Halvarine – Watermeloen – Banaan – Aubergine - Spekjes olijfolie – Hamburger – Vlees –
Spagetti – Noten – Koekjes – Croissant
Toolkit Gezonde Voeding
57
Bijlage 4b: Richtlijn voor hoeveelheden basisvoedingsmiddelen per dag uit de Schijf
van Vijf (9-13 jaar)
Groente: 3-4 opscheplepels
(150-200 gram)
Fruit: 2 stuks (200 gram)
Volkoren- of bruinbrood: 4-5
sneetjes (140-175 gram)
Aardappelen, rijst, pasta of
peulvruchten: 3-4
opscheplepels (150-200
gram)
Melk(producten): 600 ml
Kaas: 1 plak (20 gram)
Vlees(waren), vis, ei en
Vleesvervangers: 8-100
gram
Halvarine voor op brood: 5 gram per sneetje Vloeibare bak- en braadproducten of olie voor de warme maaltijd: 1 eetlepel (15 gram)
Dranken: 1 – 1,5 liter,
inclusief (melk)producten)
Toolkit Gezonde Voeding
58
Bijlage 4c: Schijf van Vijf
De Schijf van Vijf
Toolkit Gezonde Voeding
59
Bijlage 4d: Producten mogelijkheden zelf verzamelen – behorend bij Activiteit 6
Er zijn veel producten die je kunt gebruiken voor het maken van een èchte schijf van vijf. Hier vind je enkele voorbeelden. Let op! Zorg ervoor dat de verpakkingen geen glas bevatten en gebruik geen geopend blik. Was de verpakkingen goed af met heet water en zeep i.v.m. (salmonella) bacteriën. De schijf van vijf product mogelijkheden: Schijf 1, groente & fruit:
- Leeg doosje druiven
- Blikje groente
- Houten of plastic fruit Schijf 2, brood, aardappel, pasta en rijst producten:
- Een leeg pak rijst
- Een leeg pak pasta
- Leeg pak volkoren crackers Schijf 3, melkproducten, vlees, vis producten:
- Leeg pak yoghurt
- Lege verpakking van vleesproducten Schijf 4, vetten:
- Lege fles olijfolie (plastic)
- Leeg bakje halvarine Schijf 5, vocht:
- Flesje water
- Leeg pak vruchtensap
Toolkit Gezonde Voeding
60
Bijlage 5: Quizvragen – behorend bij Activiteit 7
Vraag 1.
Waarom is gezond eten goed voor je?
a. omdat het lekker is
b. omdat het moet van mama/papa
c. om fit te blijven
Vraag 6.
Welke hoort er niet bij?
a. dansen
b. computeren
c. voetballen
Vraag 2.
Wat kost de meeste energie?
a. slapen
b. fietsen
c. TV kijken
Vraag 7.
Welke hoort er niet bij?
a. appel
b. sinaasappel
c. wortel
Vraag 3.
Wat is het gezondste brood?
a. croissantje
b. wit brood
c. bruin brood
Vraag 8.
Het beste ontbijt is een boterham
a. waar
b. niet waar, je kunt ook met pap ontbijten of met yoghurt en muesli
c. ontbijten? Dat is helemaal niet nodig!
Vraag 4.
Wie moeten er meestal meer eten?
a. kinderen
b. volwassenen
c. iedereen evenveel
Vraag 9.
Wat is waar?
a. je mag zoveel als je lust snoepen
b. als je snoept heb je geen trek meer in ander eten
c. snoepen is goed voor je tanden
Vraag 5.
Wat is gezond om te drinken?
a. water
b. prik
c. kindercola
Vraag 10.
Wat is goed voor je?
a. elke dag computeren met een zak chips
b. elke dag buiten spelen
c. elke dag patat eten
Toolkit Gezonde Voeding
61
Quizantwoorden – behorend bij Activiteit 7
Antwoorden Uitleg Vraag 1c
Van gezond eten ga je goed voelen en kan je blijf je gezond. Je ouders willen natuurlijk wel dat je gezond blijft.
Vraag 2b Hoe actiever je bent, hoe meer energie je verbruikt.
Vraag 3c In bruin brood zitten vezels die je nodig hebt. In een croissantje en wit brood zit dit niet.
Vraag 4a Jongeren moeten nog gaan groeien. Hiervoor heb je energie en bouwstoffen nodig.
Vraag 5a Water is heel gezond om te drinken omdat het geen kcal of suikers bevat. Vraag 6b
Computeren is geen sport. De andere twee wel.
Vraag 7a Een appel hoort er niet bij omdat hij niet oranje is. De andere twee wel. Vraag 8b
Pap, yoghurt, muesli en brood zitten allemaal goede stoffen in die je nodig hebt.
Vraag 9b In snoep zitten geen stoffen die je nodig hebt. Zo mis je deze stoffen om gezond en sterk te blijven.
Vraag 10b Bewegen is natuurlijk erg goed voor je. Achter een computer beweeg je niet zo veel.
Toolkit Gezonde Voeding
62
Bijlage 6:
Scoreformulier, weet wat je eet parcours – behorend bij activiteit 8
Toolkit Gezonde Voeding
63
Toolkit Gezonde Voeding
64
NAMEN…………………………………….………………………………………………………….
Toolkit Gezonde Voeding
65
Toolkit Gezonde Voeding
66
Bijlage 7: Afbeeldingen voor pionnen behorend bij Activiteit 9
2 sets met 10 geplastificeerde A4 van:
Boterham – gezond
Geroosterde boterham – gezond
Bakje chips – ongezond
Pizza – ongezond
Vette vis – gezond
Banaan – gezond
Patat – ongezond
Chocolade – ongezond
Glas thee – gezond
Chocolade-roomijs – ongezond
Toolkit Gezonde Voeding
67
Toolkit Gezonde Voeding
68
Bijlage 8: Recepten kaartjes en ingrediënten – Activiteit 10
4 kaartjes met een recept:
Italiaanse Pasma met kip en groenten
Marokkaanse Visstoofpot
Vegetarisch Oosterse bloemkoolschotel
Hollandse pot: sperziebonen en champignonmix met aardappelen en een tartaar
37 Kaartjes met ingrediënten:
350 gr pasta / 400 gr aardappelen / 300 gr zilvervliesrijst / 300 gr couscous / 2 x 250 gr sperziebonen
/ 250 gr champignons / 4 x uien / 250 gr cherrytomaatjes / 4 x 2 teentjes knoflook / blikje
tomatenpuree / grote bloemkool / 2 courgettes / pakje gezeefde tomaten / 2 x 400 gr italiaanse
groenten / 300 gr kipfilet / 400 gr pangasiusfilet / 4 tartaartjes / 150 gr cashewnoten / 3 x olijfolie / 3
x peper en zout / italiaanse kruiden / geraspte kokos / handje peterselie / kerriepoeder
Toolkit Gezonde Voeding
69
Toolkit Gezonde Voeding
70
Bijlage 9: Geeft je vleugels; ouderfolder over energiedrankjes
Toolkit Gezonde Voeding
71
Toolkit Gezonde Voeding
72
Bijlage 10: Ik eet wijzer tussendoor; ouderflyer