Sportgeschiedenis papendal

Post on 18-Dec-2014

595 views 1 download

description

Lezing van Pieter Breuker en Fons Kemper op 15 september 2011 over de stand van zaken van sportgeschiedenis in Nederland.

Transcript of Sportgeschiedenis papendal

Presentatie t.g.v. de opening op Papendal d.d. 15 september 2011 van de Sportdatabank van het Huygens ING

Dr. Pieter Breuker, afdeling Historische Kinesiologie en Sportgeschiedenis KULeuven

Drs. Fons Kemper, Mulier Instituut, ’s-Hertogenbosch

 

1. Sporthistorisch onderzoek in Nederland. Stand van zaken en perspectief (Pieter Breuker)

2. Belangstelling voor ons collectieve sportgeheugen (Fons Kemper)

1. Het belang van sporthistorisch onderzoek  2. Ultrakort overzicht van wetenschappelijk

sporthistorisch onderzoek in Nederland  3. Sporthistorische thema’s, internationaal en meer

specifiek voor Nederland  4. Bij wijze van voorzet. Twee, in een aparte

notitie, uitgewerkte onderzoeksvoorstellen op het gebied van Nederlandse sporthistorische onderwerpen

  5. Desiderata, met name betreffende de infrastructuur

voor sporthistorisch onderzoek 

a. Intrinsieke waarde van sporthistorische kennis, de ‘nieuwsgierige mens’

b. Wetenschappelijk onderzoek nodig om zinvolle verbindingen te kunnen leggen binnen het eigen vakgebied

c. Andere wetenschapsgebieden kunnen hun voordeel doen met de kennis van en inzichten op het gebied van de sporthistorie

d. Kennis van sportgeschiedenis ook buiten de wetenschap een veelgevraagd product, bijvoorbeeld in journalistiek of bij beleidsontwikkeling

a. Wetenschappelijk onderzoek dateert pas vanaf ongeveer het midden van de 20ste eeuw

b. Vanaf de jaren ’70 belangrijke impuls door het werk van historisch georiënteerde sociologen

c. Vanaf eind 20ste eeuw ook sporthistorisch onderzoek door historici ‘pur sang’

d. Vanaf eind 20ste eeuw georganiseerde aandacht voor sportgeschiedenis

e. Vanaf begin 21ste eeuw ook institutionele bemoeienis met sportgeschiedenis

f. Sporthistorische congressen g. Journalistieke aandacht voor sportgeschiedenis

CONCLUSIES: - goede aanzetten MAAR:

- te incidenteel - te weinig coördinatie

a. Internationaal - sport en internationalisering

(standaardisering spelregels, organisatie, sportieve contacten)

- sport, nationaliteit en identiteit - sport en gender - sport en emancipatie - sport en economie (inclusief amateurisme en

professionalisme) - sport en politiek - sport en pedagogiek - sport en cultuur (bijvoorbeeld literatuur,

beeldende kunsten, maar ook mode)

b. Nationaal - sport en verzuiling - korfbal - schaatsen’ (inclusief Elfstedentocht)

- én de 2 onderzoeksvoorstellen van hierna

a. Volksvermaak en moderne sport in Nederland tussen 1840 en 1940 (Pieter Breuker, KULeuven)

  b. Onderzoek naar de institutionalisering van

sport in Nederland en de rol van het NOC, 1900 – 1960 (Fons Kemper, Mulier Instituut)

Kenmerken: - gefaseerde, meerjarige projecten - interdisciplinair - samenwerking met derden (instellingen en

individuen) 

a. Verdere uitbouw van het blad de Sportwereld tot het wetenschappelijk blad in Nederland (en liefst ook in Vlaanderen) op het gebied van de sportgeschiedenis

b. Samenwerking tussen al bestaande organisaties op het gebied van sporthistorisch onderzoek

c. Positionering van sporthistorisch onderwijs en onderzoek op universiteiten