Ecologische inrichtingsvisie Varenheuvel - Abroek Studie tbv aanleg ...
Aanpassingen accommodatie tbv gebruik door Atleten met een … · Aanpassingen accommodatie tbv...
Transcript of Aanpassingen accommodatie tbv gebruik door Atleten met een … · Aanpassingen accommodatie tbv...
Aanpassingen accommodatie tbv gebruik doorAtleten met een handicap
2e themadag Atletiek accommodatiesPapendal, 3 oktober 2018
John Schoemaker
• Accommodatie inspecteur Atletiekunie
achtergrond:
• International Technical Official World Para Athletics (WPA)
• Technisch Gedelegeerde Special Olympics Nederland (SON)
• Official op Nationaal niveau Atletiekunie
• Organisator Nederlandse Kampioenschappen
Programma
• Classificatie
• “Regels” mbt Accommodatie (field of play)
• Praktische voorbeelden/aanpassingen
• Gebouwen/infrastructuur
• Rondvraag
Classificatie
• Visual Impairment (VI)
• Intellectual Impairment (II)
• Physical Impairment (PI)
IPC Familie
• Blinden (VI)
• Verstandelijke beperkten (II)
• Spasmen (PI)
• Hersenbeschadiging (PI)
• Kleine mensen (PI)
• Amputees (PI)
• Rolstoelgebruikers (PI)
Overige families
• Doven
• Verstandelijke beperkt (VB-atleten/G-atleten) Syndroom van Down
Autisme
Classificatie
• Alle atleten uit de “IPC familie” (WPA) zijn geïntegreerd in de Atletiekunie
• Atletiek voor Doven is een eigen circuit buiten NOC*NSF en Atletiekunie om
– KNDSB, EDSO, ICSD
– Deaflympics
• Atleten met een verstandelijke beperking (VB/G) zijn geïntegreerd in Atletiekunie maar hebben (ook) een “eigen circuit” (breedte sport versus wedstrijd sport)
– Special Olympics (SON, SOE, SOI)
Regels mbt Accommodatie (1)(field of play)
Uitgangspunt voor inrichting van atletiek accommodaties is altijd:
IAAF Track and Field Facilities Manual edition 2008
IAAF Competition Rules / Wedstrijdreglement Atletiekunie
WPA Competition Rules and Regulations
Eventuele aanvullingen in “Supplement op T&F Manual”
Steeds de laatste versie en
te vinden en
te downloaden van de site van de Atletiekunie
Regels (2)
Blinden/slechtzienden (11-12-13)
• Springonderdelen:
– Verspringen/Hinkstapspringen
• Blinden en zeer slechtzienden (11-12)– gebruiken een afzetvlak (100x122cm)
– Mogen hulp hebben van één (of meer) gidsen
– Blinden (11) moeten een opaque bril dragen
– Geadviseerd wordt een bredere landingsbak te gebruiken
Regels (3)
Blinden/slechtzienden (11-12-13)
• Springonderdelen:
– Hoogspringen (11-12)
• Geen extra aanpassingen noodzakelijk
• Mogen hulp hebben van één (of meer) gidsen
– Polsstokhoogspringen
• Geen onderdeel WPA
Atleten in klasse 13 hebben geen enkele aanpassing en acteren volgens de “normale” regels
Regels (4)
Blinden/slechtzienden (11-12-13)
• Looponderdelen:
– Blinden (11)
• Lopen allemaal met een gids
• Gebruiken op sprintonderdelen twee banen
• Moeten een Opaque bril dragen
Regels (5)
Blinden/slechtzienden (11-12-13)
• Looponderdelen:
– Zeer slecht zienden (12)
• Mogen met een gids lopen
• Gebruiken op sprintonderdelen twee banen
– Slecht zienden (13)
• Geen enkele speciale regels
Regels (6)
Diverse klassen
• Verstandelijk beperking (20)
– Geen aanpassingen
• Kleine mensen (40-41)
– Geen aanpassingen
• Amputees (42-47 en 61-64)
– Geen aanpassingen
Regels (7)
Spasmen/hersenbeschadiging
Hier onderscheiden we
– Ambulante (lopende) atleten (35-38)
– Rolstoelgebonden atleten (31-34)
• Ambulante atleten vragen geen aanpassingen
• Rolstoelgebonden atleten volgen hierna
Regels (8)
Rolstoelgebonden (31-34 en 51-57)
• Looponderdelen (Wheelen)
– De rondbaan vraagt geen speciale aanpassingen
• Springonderdelen
– Deze komen niet voor in deze klassen
• Werponderdelen
– Atleten werpen vanaf een stoel waarvan de afmetingen bepaald zijn.
– Werpen vindt plaats vanuit een cirkel (zonder stootblok) waarin de werpstoel is vastgezet• De cirkel mag een diameter hebben van zowel 2,50m als 2,135m (resp. discus en kogel)
• Ook speerwerpen vindt plaats vanuit deze cirkel
• In plaats van de bestaande cirkels mogen ook speciale platen gebruikt worden
Aanpassingen/voorbeelden (1)Springen:
Voor blinde en slecht ziende atleten wordt een bredere landingsbak geadviseerd:
Een “standaard” landingsbak is 2.75m breed
Situatie te Zeewolde. Totale landingsbak is 6m bij 10m.
Aanpassingen/voorbeelden (2)Springen:
• Voor blinden en slechtzienden zal er rond het onderdeel zo veel mogelijk vrij begaanbare ruimte dienen te zijn zonder obstakels
• Voor Ambulante atleten met een spasme geldt hetzelfde.
Zij zijn minder vast ter been.
Aanpassingen/voorbeelden (3)Springen:
Aanpassingen/voorbeelden (2)lopen/wheelen:
Aanpassingen/voorbeelden (3)lopen/wheelen:
Aanpassingen/voorbeelden (4)lopen/wheelen:
Aanpassingen/voorbeelden (5)lopen/wheelen:
Afhankelijk van hun klasse (dus niveau van de handicap) komen atleten met grote snelheid (≥ 7 m/sec) over de finish.
Wanneer zij in buitenste banen finishen, zal de atleet gezien zijn snelheid direct naar links in de naast gelegen baan moeten sturen.
Aanpassingen/voorbeelden (6)lopen/wheelen:
Stadion Kerkrade (twee stralen bocht) Gorinchem (recht stuk in de bochten)
Aanpassingen/voorbeelden (7)lopen/wheelen:
Aanpassingen/voorbeelden (8)lopen/wheelen:
RaceRunning
Aanpassingen/voorbeelden (9)lopen/wheelen:
“Dubbele” cq verlengde startlijnen(Dit geldt voor alle benodigde lijnen)
Aanpassingen/voorbeelden (10)werpen:
Aanpassingen/voorbeelden (11)werpen:
Aanpassingen/voorbeelden (12)werpen:
– Atleten werpen vanaf een stoel waarvan de afmetingen bepaald zijn.
– Werpen vindt plaats vanuit een cirkel (zonder stootblok)
waarin de werpstoel is vastgezet• De cirkel mag een diameter hebben van zowel 2,50m als 2,135m (resp. discus en kogel)
• Ook speerwerpen vindt plaats vanuit deze cirkel (discus en club vanuit kooi)
• In plaats van de bestaande cirkels mogen ook speciale platen gebruikt worden
Aanpassingen/voorbeelden (13)werpen:
Aanpassingen/voorbeelden (14)werpen:
Aanpassingen/voorbeelden (15)werpen:
Aanpassingen/voorbeelden (16)werpen:
Aanpassingen aan gebouwen/infrastructuur
• Voor blinden en slechtzienden zal er rond het onderdeel zo veel mogelijk vrij begaanbare ruimte dienen te zijn zonder obstakels en oneffenheden(Denk hierbij ook aan “harde” ondergrond, ook in de werpkooien en rond en naar de onderdelen)
• Voor Ambulante atleten met een spasme geldt hetzelfde.(Zij zijn minder vast ter been)
• Zorg voor voldoende zit-gelegenheid(Daar atleten vaak “slecht” ter been zijn)
Gebouwen/infrastructuur
Een paar kleine hints:
• Kijk nuchter om je heen en bezie of je overal zonder niveauverschil kan komen
• Plaats geen traplift maar een “gewone” lift
• Plaats aangepaste toiletten beneden én boven
• Zijn alle onderdelen via een HARDE ondergrond te bereiken
• Kunnen ook de rolstoel gebruikende toeschouwers obstakel vrij OM de rondbaan (buiten de omheining) zich eenvoudig verplaatsten
Gebouwen/infrastructuur
Gebouwen/infrastructuur
• Richtlijnen voor de toegankelijkheid sportaccommodaties zijn oa uitgegeven door het Kenniscentrum Sport te Ede
www.kenniscentrumsport.nl/publicatie/?richtlijnen-toegankelijkheid-buitensportaccommodaties&kb_id=16633
Basis eis Atletiek:
1. Atletiek voor sporters met een beperking kan op een reguliere atletiekbaan worden beoefend;
2. Belijning zowel op de baan als het veld dient van voldoende contrast te zijn. De reflectiefactor tussen belijning, ondergrond en overgangen tussen grondoppervlaktes is ten minste 0,30;
3. De ‘kerbs’ tussen baan en veld moeten op regelmatige afstand onderbroken (kunnen) worden over een breedte van ten minste 1,2 meter;
4. Op de werpplekken dienen ankerpunten in de grond te zijn bevestigd om de werpstoelen aan vast te kunnen maken;
• Ook de lokale overheden hebben een loket voor gehandicapten
Rondvraag
Nog vragen / opmerkingen ?
Bedankt voor je aandacht en inbreng!
Voor meer info zie:
https://www.atletiekunie.nl/voor-clubs/accommodatiezaken/documenten