Post on 06-Apr-2016
description
ARCHEOLOGIENOV EMBER 2 014 NUMMER 1 8SPECI AL CERT IF ICER ING
Kwaliteit van archeologie aantoonbaar borgenCertificering wordt vanaf 1 januari 2016 verplicht voor werkzaamheden waarvoor nu nog een opgra-vingsvergunning geldt. Het gaat daarbij om het gravende onderzoek (inclusief gravend vooronder-zoek, specialistisch onderzoek en conserveren), documenteren en rapporteren. Het ministerie van OCW heeft dus besloten over te gaan tot een systeem van zelfregulering op basis van de KNA en de huidige opgravingsvergunning te vervangen door verplichte certificering van alle werkzaam- heden waarvoor tot nu toe een opgravingsvergun-ning gold.
Voor de archeologische wereld betekent dit een geheel nieuwe situatie, waarmee men weinig ervaring heeft. Wat betekent certificering straks in de praktijk en wat is het verschil met het huidige systeem op basis van vergunningverlening? Vormen de huidige KNA Land- en Waterbodems, inclusief leidraden en protocollen straks de basis voor die certificering?
Het zijn vragen die op dit moment voorliggen bij drie voorberei-dingscommissies die in december een advies uitbrengen aan het CCvD Archeologie over onder meer de reikwijdte van de certi-ficering en de registratie van mensen die niet in dienst zijn van een bedrijf. Het veld is dus zelf aan zet om de certificering uit te gaan werken.
Wat is certificering?Een certificaat is een verklaring dat een proces of product voldoet aan vooraf vastgestelde kwaliteitseisen. Organisaties kunnen zich laten certificeren voor dat proces of product op basis van een beoordelingsrichtlijn (BRL). Een certificerende instelling (CI) controleert de gecertificeerde bedrijven of over-heden regelmatig door middel van audits.Er zijn twee niveaus waarop certificering kan werken: - certificering van het managementsysteem op management-
niveau, waarbij het bedrijf moet aantonen dat het in staat is
het vereiste kwaliteitsniveau te realiseren;- certificering van het proces/product, waarbij concrete
werkzaamheden zoals opgraven zijn gecertificeerd tot op het niveau van protocollen.
Met een certificaat toont een organisatie dus aan dat het kwa-liteit kan leveren. Organisaties die gecertificeerd zijn, zijn her-kenbaar en worden geregistreerd als gecertificeerde organisatie.
VoorbereidingscommissiesOp verzoek van het CCvD heeft SIKB recent drie commissies gevormd waarin de sector goed vertegenwoordigd is:I Eisen aan actoren en registratieII Reikwijdte certificeringIII Digitalisering/digitaal werken
De vorderingen van de commissies zijn te volgen op de tijdelijke interactieve projectwebsite Kwaliteit in de archeologie (http://sikbarcheologie.ning.com), waaraan u zelf ook kunt bijdragen met uw mening of blog.
OpiniesHoe denkt een aantal stakeholders uit de archeologie over de ‘kwaliteitsslag’ die nu gaande is? In deze nieuwsbrief hebben we hun meningen rond een aantal thema’s gerangschikt.
Via de speciale website SIKBARCHEOLOGIE.NING.COM blijf je op de hoogte van het werk van de voorbereidingscom-missies, lees je hun verslagen en kan je zelf meediscussiëren -of er zelf een starten- op het forum. Ook lees je hier alle relevante informatie over de komende Erfgoedwet.
Het woord aan... A
RC
HE
OL
OG
IE
SP
EC
IAL
CE
RT
IFIC
ER
ING
JELLE DE BOER
Werkzaam voor SIKB. Betrokken vanwege zijn expertise op het gebied van certificering. Jelle de Boer is tevens rapporteur van commissie II.
VEVITA EICHBERGER
Beleidsmedewerker bij het ministerie van OCW, verantwoordelijk voor het dossier archeologie.
LAURA KOOISTRA
Bioloog/archeoloog, specialist op het gebied van biologische archeologie. Werkzaam bij BIAX Consult. Namens BAP verte-genwoordigd in voorbereidings-commissie II ‘Reikwijdte van certificering’.
CEES KOOT
Senior archeoloog, via Vriens Archeo Flex gedetacheerd bij de gemeente Nijmegen als projectleider AMZ-onderzoek. Vertegenwoordigd in voorberei-dingscommissie II ‘Reikwijdte van certificering’.
ESTHER VRIENS
Directeur Vriens Archeo Flex, uitzendbureau voor archeologie. Namens de VOiA vertegenwoordigd in voor-bereidingscommissie I ‘Eisen aan actoren en registratie’.
O V E R C E R T I F I C E R I N G
Verwacht je dat certificering de kwaliteit van de archeologische werkzaamheden zal bevorderen?Daar is niet iedereen van overtuigd. Koot meent dat certificering op zich geen verbetering is, maar de daaraan verbonden audits zijn zonder meer een pluspunt ten opzichte van de huidige situ-atie. Jelle Boer stelt dat het afhangt van de huidige kwaliteit van het bedrijf of persoon: ‘bij degenen die nu al een goede kwaliteit leveren, zal die op termijn nog kunnen verbeteren, maar lever je nu onvoldoende kwaliteit, dan zal je die op korte termijn moe-ten verbeteren’. Eichberger denkt dat certificering kwaliteit kán verbeteren, maar dat hangt wel af van de betrokkenheid van de sector. Kooistra is zeer uitgesproken: ‘Kwaliteitsverbetering en kennisborging moet het uitgangspunt zijn. Als we dat niet kun-nen realiseren blijven we als sector in gebreke. Verder denk ik dat certificering kansen biedt voor specialistisch onderzoek. We moeten ons ook realiseren dat archeologie de samenleving en de wetenschap dient. Die hebben recht op betrouwbare informatie’.
Biedt certificatie meer duidelijkheid voor opdracht-gevers dan het huidige vergunningstelsel of maakt dat geen verschil?De meeste betrokkenen denken dat er voor opdrachtgevers weinig verandert, maar De Boer meent dat certificering meer zekerheid biedt dat de archeoloog aan de wet en aan de kwali-teitseisen voldoet. ‘Het volgen van de KNA was deels vrijwillig, en nu wordt men verplicht om aan minimale kwaliteitseisen te voldoen. Ook de audits maken hier verschil’. Eichberger meent eveneens dat certificering meer duidelijkheid kan bieden, afhan-kelijk van hoe de regels ingebed worden in het kwaliteitssys-teem. In combinatie met registratie kan het wel toegankelijker worden voor opdrachtgevers.
Moet de KNA inclusief alle specificaties (dus tot op uitvoerend niveau) certificeerbaar worden of kan volstaan worden met certificeren op manage-mentniveau (aantonen dat de organisatie in staat is archeologische werkzaamheden met voldoende kwaliteit uit te voeren)?Vriens is van mening dat een combinatie van managementniveau en protocolniveau het meest voor de hand ligt, afhankelijk van de behoefte om werkzaamheden gedetailleerd te beschrijven en te toetsen. Ook Eichberger kan zich dat voorstellen. Kooistra
Hoe denkt men over de aanstaande certificering van archeologische werk-zaamheden? Om hiervan een indicatie te krijgen hebben we een aantal vragen voorgelegd aan vijf betrokkenen, die we hieronder introduceren.
Het woord aan...
voegt eraan toe dat in elk geval vooronderzoek, het opgraven zelf en specialistisch werk zich lenen voor certificering. Advies-werk en opstellen van een PvE zouden in haar ogen niet per se gecertificeerd hoeven worden. Koot daarentegen herinnert aan het advies van het CCvD aan de minister, waarin een pleidooi wordt gehouden om de hele keten te certificeren. ‘Goed voor-werk is de poortwachter van die keten, in voorbereidingscom-missie II is besproken dat dit onderdeel ook gecertificeerd zou moeten worden’.
Zou certificering zich meer moeten richten op de kwaliteit van het eindproduct (bijv. een rapport) of meer op het proces dat daaraan ten grondslag ligt? Algemene conclusie is hier dat het aan de sector is om hier de keuze te maken. Koot is van mening dat de kennis over wat certi-ficering inhoudt en wat de keuzes zijn die je kunt maken, onder-deel moet zijn van een algemene bijspijkercursus voor archeo-logen. ‘Of product- of wellicht persoonscertificering het meest aangewezen middel is voor kwaliteitsborging hangt van het soort werk dat een bedrijf of persoon verricht. Eigenlijk zou de kwaliteitsborging per onderdeel en fase van het AMZ-onderzoek op maat gesneden moeten zijn. Die reikwijdte en afperking van certificering is nog volop in discussie in voorbereidingscommis-sie II. We zullen het CCvD daarover later adviseren’.
O V E R R E G I S T R A T I E
Zou een register straks openbaar voor iedereen zichtbaar moeten zijn?Eichberger heeft hier niet direct een mening over, maar: ‘een register van gecertificeerde bedrijven kan nuttig zijn om te laten zien dat je kwaliteit kunt bieden. De overheid zal dat in elk ge-val niet verplicht stellen’. De Boer merkt daarbij op dat het niet gaat om degenen die het werk uitvoeren, maar om het werk dat uitgevoerd moet worden. Het gaat om het zichtbaar maken van deskundigheid, dat zou al eenvoudig kunnen met een verificatie-register. Vriens vindt een openbaar register van gecertificeerde bedrijven prima, maar is fel tegen een soort ‘gouden gids voor archeologen’.
Moet het register zich beperken tot alleen actoren die KNA conform werk uitvoeren in het kader van de RO/AMZ? Koot is van mening dat een register ook collega’s zou moeten
omvatten die buiten de AMZ gravend onderzoek in Nederland verrichten. Hij denkt hierbij vooral aan de universiteiten, die de taak hebben mensen op te leiden maar daarbij buiten het AMZ-circuit vallen. Vriens daarentegen meent dat er prioriteit moet worden gegeven aan de kritische actoren, en dat in een later stadium andere archeologische specialisten daarin opgenomen zouden worden.
Hoe zou zo’n register beheerd moeten worden?Volgens Koot ligt het voor de hand dat een algemene beroeps-vereniging van archeologen zo’n register zou onderhouden. ‘Veel meer dan 1000 mensen zijn het niet, en ik vind dat we een overkoepelende beroepsvereniging ontberen’. De betrokke-nen zijn van mening dat een onafhankelijke partij dat register moet voeren, maar volgens Eichberger moet dit niet de overheid zijn: ‘Dat zou strijdig zijn met het beleid om de sector zelf meer verantwoordelijkheid en zeggenschap te geven, waar we met de certificering uitvoering aan geven’. Kortom: een materie die nog niet is uitgekristalliseerd.
Zou registratie vrijwillig of verplicht moeten zijn?Kooistra is erg voor een verplicht register voor kritische acto-ren. ‘Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. Mijn zorg gaat meer uit naar het kennisniveau van de certificerende instellingen; zul-len die in staat zijn om goed toe te zien op de kwaliteit van de archeologie?’ Volgens Koot is registratie van bedrijven of per-sonen die wettelijk verplichte taken uitvoeren, in feite ook ver-plicht:’ Daarin passen uitzonderingen van groeperingen die wel en niet AMZ-werk in opdracht uitvoeren volgens mij niet’. De Boer meent dat het niet mag uitmaken of men bij een werkgever in dienst is op als ZZP-er/flexwerker werkt. ‘Deskundigheid leidt tot ‘license tot operate’, en dat leidt tot registratie’.
Bodem+ Bodem+
BOG Branche Organisatie van Grondbanken
Bouwend Nederland Bouwend Nederland
BOVAG Bond Van Automobielhandelaren en Garagehouders
CGA Convent van Gemeentelijk Archeologen (BESTUURSLID)
CUMELA Belangenorganisatie voor ondernemingen werkzaam in de CUMELA-sector (Cultuurtechnische werken en grondverzet, Meststoffendistributie en Loonwerken in de Agrarische sector)
DVD Dienst Vastgoed Defensie van het ministerie van Defensie
FeNeLab Federatie Nederlandse Laboratoria, kalibratie- en inspectie-instellingen
FOCWA Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Carrosseriebedrijf
GSN Groot Saneerders Netwerk, portefeuille bodembescherming (BESTUURSLID)
I&M Ministerie van Infrastructuur en Milieu
IPO Interprovinciaal Overleg (BESTUURSLID)
NEN Nederlands Normalisatie-instituut
NEPROM Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen
NIBV Nederlands Informatiecentrum Bodembeschermende Voorzieningen (BESTUURSLID)
NVAO Nederlandse Vereniging van Archeologische Opgravingsbedrijven (BESTUURSLID)
NVPG Nederlandse Vereniging van Procesmatige Grondbewerkingsbedrijven
OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
ODI/VDV Onafhankelijke Deskundige Inspecteurs en adviseurs voor Vloeistofdichte Voorzieningen
NL Ingenieurs Organisatie van Raadgevende Ingenieursbureaus
RWS Rijkswaterstaat (BESTUURSLID)
Stichting BSB Stichting voor Bodemsanering van Bedrijfsterreinen
UvW Unie van Waterschappen (BESTUURSLID)
VA Vereniging van Afvalbedrijven
VKB Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (BESTUURSLID)
VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VNO-NCW Vereniging van Nederlandse Ondernemers -
Nederlands Christelijk Werkgeversverbond
VOC Verenigd Overleg van Certificatie-instellingen
VOiA Vereniging van Ondernemers in Archeologie (BESTUURSLID)
VVMA Vereniging van Milieu Adviesbureaus
ARCHEOLOGIE@SIKB IS EEN UITGAVE VAN SIKBSTICHTING INFRASTRUCTUURKWALITEITSBORGING BODEMBEHEERPostbus 4202800 AK GOUDAT (085) 48 62 450info@sikb.nlwww.sikb.nl
SIKB Archeologie is ook te vinden op facebook
TEKSTSIKB en SBRCURnet Communicatie
VORMGEVINGVan Lint in vorm, Burgh-Haamstede
DRUKQuantes, Rijswijk
NOVEMBER 2014
WIE
DO
EN
ER
ME
E A
AN
SIK
B?
Het proces, de uitkomsten en planning in een notendop
UITKOMST
1. Certificeerbare KNA Waterbodems 2. Certificeerbare KNA Landbodems 3. Beoordelingsrichtlijn (BRL) 4. Handreiking opdrachtgever/
bevoegde overheid
PLANNING
1 januari 2016 In werking treden Erfgoedwet en start certificering (overgangsjaar vergunning naar certificeren) 1 januari 2017 Certificering verplicht en start accreditatie 1 januari 2019 Accreditatie CI’s verplicht
PROCES & FASERING
Fase 1 Overeenstemming over de basisafspraken incl. OCW
Fase 2 Certificeerbaar maken van de
KNA Waterbodems Landbodems en de Beoordelingsrichtlijn (BRL)
Fase 3 Start met overgangstermijn
certificering Fase 4 Start accreditatie certificerende
instellingen (CI) beide KNA’s, BRL en CCvD Archeologie