sessie 24 Outreachend werken

Post on 16-Jul-2015

93 views 0 download

Transcript of sessie 24 Outreachend werken

OUTREACHEND

WERKEN?

12 maart2015

INHOUD

1. Kennismaking

2. Quickscan

3. Definitie

4. Doelgroep

5. Visie

6. Doel

7. De cirkel: houding

8. De cirkel: inhoud

QUICK-SCAN

REFLECTIE-INSTRUMENT OUTREACH

VOORGESCHIEDENIS

• Wat is outreach?

• Veel vormen, veel namen

• Wetenschappelijk medewerkster

• Bevraging projecten, cliënten, online forum, wetenschappelijke literatuur, adviesgroep, straathoekwerk

• Onderscheid voor vorming en ondersteuning

• Praktijkkader “outreachend werken”

DYNAMISCHE

PARAMETERS

1. Werkrelatie:

• Vrijwillig

• Aanklampend

• Stok achter de deur

• Dwang

DYNAMISCHE

PARAMERTERS

2. (Aan)melding:

• Eigen observatie

• Via de persoon of doelgroep zelf

• Professioneel netwerk

• Niet-professioneel netwerk

DYNAMISCHE

PARAMETERS

3. Doelpubliek

• Individueel en/of groepsgericht

• Gekend en/of niet gekend

DYNAMISCHE

PARAMETERS

4. Locatie:

• Privaat

• Semi-publiek

• Publiek

DYNAMISCHE

PARAMETERS

5. Acties:

• Directe dienst-, hulp- en zorgverlening

• Indirecte dienst-, hulp- en zorgverlening

• Participeren in de leefwereld

• Structureel werk

STATISCHE

PARAMETERS

6. Prioritaire doelstelling:•Maatschappijgericht

•Doelgroepgericht

STATISCHE

PARAMETERS

7. Regie:

• Aanbodgestuurd

• Vraaggericht

• Vraaggestuurd

Of eerder aanbodgericht - vraaggericht

STATISCHE

PARAMETERS

8. Focus:

• Themaspecifiek of integraal

• Categoriaal of territoriaal

STATISCHE

PARAMETERS

9. Tijdsbepaling:

• Gelimiteerd

• Niet-gelimiteerd

3. DEFINITIE

OUTREACHEND WERKEN

“Outreachend werken is een werkwijze, die uitgaat van een actieve benadering en gericht is op het bevorderen van welzijn. De werker vertrekt vanuit de participatieve basishouding en richt zich op kwetsbare doelgroepen die niet of ontoereikend bereikt worden door het huidige dienst-, hulp- en zorgverleningaanbod. Dit door zich te begeven in hun leefwereld met erkenning van de daar geldende waarden en normen. Met outreachend werken streeft men naar een wederzijdse afstemming tussen de doelgroep, hun netwerk, het maatschappelijk aanbod en de ruimere samenleving.” (Dewaele, De Maeyer & Beelen, 2012)

4. DOELGROEP:

MAATSCHAPPELIJKE

KWETSBAARHEID

MAATSCHAPPELIJKE

KWETSBAARHEID

• Machtsmechanismen (cultuur) in de samenleving zorgenervoor dat kwetsbare groepen meer in contact komenmet regulerende en sanctionerende aspecten van maatschappelijke instellingen dan met de positieveaspecten

• Uitsluiting wordt veroorzaakt door de werking van maatschappelijke structuren en voorzieningen

MAATSCHAPPELIJKE

KWETSBAARHEID

• Begint op jonge leeftijd

• Verhaal van kindje en tekeningen

• Schema:

MAATSCHAPPELIJKE

KWETSBAARHEID

MAATSCHAPPELIJKE

KWETSBAARHEID

• Andere voorbeelden: eerlijkheid, kledij, omgaan met conflicten, huiswerk…

• Leerkrachten (en andere) doen dit niet met opzet

• School staat symbool voor andere instellingen

• Middenklasse is maatstaf

• Middel tot integratie?

5. VISIE?

Visie geeft denken en handelen vorm

MENS-EN

MAATSCHAPPIJVISIE

Ruimer dan outreach alleen

“Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan”

3 componenten

• Sociale grondrechten

• Individuele bestaansethiek

• Zorgethiek

SOCIALE

GRONDRECHTEN

• arbeid en vrije beroepskeuze,

• sociale zekerheid,

• bescherming van de gezondheid en sociale,

• geneeskundige en juridische bijstand,

• een behoorlijke huisvesting,

• bescherming van een gezond leefmilieu,

• culturele en maatschappelijke ontplooiing.

ZORGETHIEK

• verbinding,

• inclusie,

• erbij horen,

• meetellen,

• iets betekenen.

Tegen uitsluiting: Iedereen hoort erbij

INDIVIDUELE

BESTAANSETHIEK

• Iedereen heeft het recht om het eigen leven vorm te geven volgenseigen wensen en behoeften,

• zelf keuzes maken

7. DOEL: QUALITY OF

LIFE

Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan.

Wat is dit?

KWALITEIT VAN

LEVEN IS SUBJECTIEF

•Mensen geven zelf vorm en inhoud aan hun bestaan

•Ze doen dit op zo’n manier dat ze tevreden kunnen zijn met

dit bestaan.

•Persoonlijke beleving = subjectief

KWALITEIT VAN LEVEN

IS MULTIDIMENSIONEEL

Schalock en Verdugo: multidimensioneel concept

3 belangrijke factoren van levenskwaliteit:

• Onafhankelijkheid

• Sociale participatie

• Welzijn

KWALITEIT VAN LEVEN

IS MULTIDIMENSIONEEL

Acht specifieke domeinen :

• Materieel welzijn

• Rechten

• Lichamelijk welzijn

• Psychisch welzijn

• Persoonlijke ontwikkeling

• Zelfbepaling

• Sociale relaties

• Inclusie

KWALITEIT VAN

LEVEN IS DYNAMISCH

•Invulling kan veranderen doorheen de levensloop van mensen

• Verwachtingen

• Dromen

• Hoop

• Veranderende mogelijkheden

8. DE CIRKEL:

HOUDING

WERKRELATIE

Werkrelatie (werker – cliënt ) schuift op 3 assen:

•As 1: Afstand – nabijheid

• Probleem focus – focus op inspanningen, positieve punten

• Werkers die zich gedragen als gewone mensen

•As 2: Bureaucratisch – op maat

• Onpersoonlijk, zakelijk, specialistisch – betrokken, bereidwillig

en beschikbaar

•As 3: Betuttelend – emancipatorisch

• Heeft te maken met de mate waarin mensen betrokken zijn bij

en inspraak hebben in het proces

“POSITIEVE WERKRELATIE”

Noodzakelijk om te komen tot volwaardig partnerschap

Ideaal: nabije, persoonlijke en emancipatorische werkrelatie

•De relatie is gericht op dialoog en samenwerking

•Er is spraken van een affectieve band

•Werker en cliënt kunnen tot een gemeenschappelijk doel

komen

Realiteit: vaak een heen en waar schipperen op de assen

•Tempo van de cliënt

HOE PARTICIPATIEF

WERKEN?

•Participatieve hulpverlening is niet te herleiden tot het

inzetten van participatieve methodieken en technieken

•Participatief werken is het proces van delen van

beslissingen die iemands leven/dat van zijn omgeving raken

• Mee nadenken, mee beslissen, mee verantwoordelijkheid

dragen

• Feedback krijgen én feedback geven

PARTICIPATIEVE

BASISHOUDING

‘ALS JE EEN VRAAG OF EEN

PROBLEEM HEBT, EN JE WILT

ER MET IEMAND OVER

PRATEN, WAT VIND JE DAN

BELANGRIJK AAN DIE

PERSOON?’

ONDERZOEKSRESULTATEN VANUIT

INTEGRALE JEUGDHULP BIJ

MINDERJARIGEN EN HUN OUDERS

DE IDEALE

OUTREACHER

•is (opr)echt en is niet bang om z’n persoonlijkheid te tonen.

Tegelijk heeft hij aandacht voor het effect van zijn gedrag en

voorkomen op de cliënt

• “Een goede werker moet ook eens los kunnen doen, kunnen

lachen, zelf ook eens iets vertellen,… Ze moeten over alles

kunnen zeveren, zelfs over seks”

Authenticiteit

DE IDEALE

OUTREACHER

•beschikt over inlevingsvermogen. Hij heeft een luisterend

oor en toont begrip

• “Het is belangrijk dat ze geloven en begrijpen wat je vertelt.

Je moet het gevoel hebben dat ze dezelfde visie hebben als

jij, dat ze er kunnen inkomen”

• “Soms heb je het gevoel dat ze je willen afwimpelen, dat ze

geen zin hebben om te luisteren”

• “Een goede begeleider moet goed kunnen luisteren en dus

ook kunnen zwijgen”

Empathie

DE IDEALE

OUTREACHER

•is bereid om in dialoog te gaan

• “Het is vreselijk als ze beslissingen in onze plaats nemen.

Eerst zijn ze poeslief en proberen ze alles van je te weten te

komen, dan proberen ze je in de psychiatrie te steken! Ze

geven nooit iets mee over je toekomst, er is altijd

onwetendheid, je weet nooit wat er met je zal gebeuren”

• “Ze moeten niet teveel overnemen en dingen in onze plaats

doen”

Gelijkwaardigheid

DE IDEALE

OUTREACHER

•accepteert mensen in hun eigenheid, met hun overtuigingen,

normen en waarden. Hij handelt vanuit een open kijk voor en

naar andere personen en of situaties

• “Als je iets wilt vertellen tegen iemand, moet je het gevoel

hebben dat die persoon je graag heeft, je moet je bij hem op

je gemak voelen”

• “Als ik de baas zou zijn, zou ik alleen mensen aannemen die

goed kunnen luisteren en voor anderen openstaan”

Openheid

DE IDEALE

OUTREACHER

•staat onvoorwaardelijk achter de mensen met wie hij werkt

• “Het is tof als je voelt dat ze achter je staan, dat ze er voor

ons zijn, dat ze zeggen dat je je niet mag laten doen”

• “Ze moeten laten zien dat ze me niet in de steek zullen laten”

Onvoorwaardelijkheid

DE IDEALE

OUTREACHER

•brengt krachten en mogelijkheden in kaart en focust niet

alleen op de problemen

• “Ze moeten ook een keer kunnen lachen”

• “Ze moeten de mens zien in plaats van de problemen, ze

moeten ook oog hebben voor wat goed gaat”

Positieve ingesteldheid

DE IDEALE

OUTREACHER

•Is betrokken en geëngageerd. Hij kan tegelijk dichtbij en

veraf in de relatie staan .

• “Het moet klikken, je moet voelen dat ze je écht willen helpen,

niet omdat ze hun werk moeten doen”

• “Sommige werkers zijn wel bezorgd, maar dan kom je ze

buiten hun uren tegen dan krijg je enkel een koel knikje”

• “Het is goed dat ze je willen helpen, maar ze mogen ook niet

té bezorgd zijn, dan beginnen ze zich te moeien en

behandelen ze ons als een klein kind”

Professionele nabijheid

DE IDEALE

OUTREACHER

•is discreet in functie van de privacy van de mensen met wie

hij werkt

• “Mijn hulpverleners zijn schitterende mensen. Je kunt met hen

over alles praten, het enige wat je er moet bij nemen is dat de

dag erna heel het gebouw op de hoogte is. Ze zeggen dat ze

enkel de erge dingen doorvertellen, maar ze vertellen alles

door.”

Betrouwbaarheid

DE IDEALE

OUTREACHER

•Heeft respect voor het tempo van mensen

Respect

PRESENTIE

• Professionalisering en protocollisering,

voorwaardelijkheid, interventionisme, beheersbaarheid,

veiligheid

• 2001: ‘een theorie van de presentie’ van Andries Baart.

• Dagboekverslagen van buurtpastores

• Sociaal overbodigen

DEFINITIE PRESENTIE

Een praktijk waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd op de ander betrekt, zo leert zien wat er bij die ander op het spel staat – van verlangens tot angst – en die in aansluiting dáárbij gaat begrijpen wat er in de desbetreffende situatie gedaan zou kunnen worden en wie h/zij daarbij voor de ander kan zijn. Wat gedaan kan worden, wordt dan ook gedaan. Een manier van doen, die slechts verwezenlijkt kan worden met gevoel voor subtiliteit, vakmanschap, met praktische wijsheid en liefdevolle trouw.

9. DE CIRKEL…

•Reflectie-instrument

• Zicht krijgen op verschillende dimensies van outreachend

werken

• Reflecteren op de eigen manier van werken

• Reflecteren op de werking van je organisatie

•Overzicht van de:

• Opdrachten

• Doelstellingen

• Mogelijke acties

•Niet los zien van visie en theoretische kaders!!!

DE CIRKEL…

•3 concentrische cirkels

• Gemeenschappelijk middelpunt: positieve werkrelatie en participatieve basishouding

•Outreachend werken op 3 niveaus:

• De ruimere samenleving

• De leefwereld van de doelgroep

• Relaties met individuele cliënten

•Drie strategische doelstellingen:

• Inzicht verwerven

• Het streven naar een inclusieve samenleving

• Het bevorderen van de toegankelijkheid van de hulp- en dienstverlening

INZICHT VERWERVEN

•Microniveau

• Opdracht:

• Zicht krijgen op de verschillende levensdomeinen, sterktes en risicosituaties van je cliënt

• Doelstellingen:

• Aansluiten bij de individuele leefsituatie van de cliënt

• Integraal werken

• Zicht krijgen op de hulpvragen van de cliënt

• Acties:

• Tijd nemen en actief luisteren

• Verdiepen van contacten, …

INZICHT VERWERVEN

•Mesoniveau

• Opdracht:

• Zicht krijgen op de noden en de leefwereld van de

doelgroep

• Doelstellingen:

• Aanbod afstemmen op de noden van de doelgroep

• De doelgroep betrekken bij het uitwerken van het

aanbod

• Acties:

• Signalen terugkoppelen naar de organisatie, …

INZICHT VERWERVEN

•Macroniveau

• Opdracht:

• Zicht krijgen op maatschappelijke tendensen

• Doelstellingen:

• De individuele ondersteuning laten aansluiten bij de maatschappelijke context

• Een evenwicht zoeken tussen het “algemene goed” en de individuele noden en behoeften van je cliënt

• Acties:

• Participerende observatie

• Opvolgen van actuele, maatschappelijke tendensen, …

INCLUSIEVE SAMENLEVING

•Microniveau

• Opdracht:

• De cliënt hoort erbij

• Doelstellingen:

• In kaart brengen, mobiliseren en versterken van het sociaal netwerk

• Bemiddelen

• Het ontwikkelen van een sociale identiteit en aanleren van sociale vaardigheden

• Zelfredzaamheid bevorderen

• Acties:

• Zelfreflecteren

• Spiegelen

• Reflecteren op niveau van de omgeving, …

INCLUSIEVE SAMENLEVING

•Mesoniveau

• Opdracht:

• Inwerken op de leefomgeving

• Doelstellingen:

• Bevorderen van het deel uitmaken van de doelgroep in de directe leefomgeving (buurt, wijk)

• Vertolken van de leefwereld

• Acties:

• Stimuleren van buurtgebonden activiteiten

• Activeren

• Communicatie verbeteren, …

INCLUSIEVE SAMENLEVING

•Macroniveau

• Opdracht:

• Diversiteit en inclusie bevorderen

• Doelstellingen:

• Stimuleren van een verdraagzame maatschappij

• Mogelijkheden tot participatie stimuleren

• Acties:

• Sensibiliseren

• Opzetten van sociale acties

• Breder draagvlak creëren, …

TOEGANKELIJKHEID: WAT?

• 7 parameters van toegankelijkheid (De Bie, 2005; Sels, 2009):

• Bekendheid

• Bereikbaarheid

• Beschikbaarheid

• Bruikbaarheid

• Betaalbaarheid

• Begrijpbaarheid

• Betrouwbaarheid

TOEGANKELIJKHEID

•Microniveau

• Opdracht:

• Toegankelijkheid bevorderen van de hulp-, zorg en dienstverlening op microniveau

• Doelstellingen:

• Cliënten individueel ondersteunen in het krijgen van een duurzame band met maatschappelijke voorzieningen

• Cliënten linken aan het aanbod dat beantwoordt aan hun noden

• Acties:

• Informeren

• Adviseren

• Doorverwijzen

• Toeleiden en begeleiden naar diensten

• Belangenbehartiging, …

TOEGANKELIJKHEID

•Mesoniveau

• Opdracht:

• Toegankelijkheid bevorderen van de hulp-, zorg en dienstverlening op mesoniveau

• Doelstellingen:

• Goede kennis van de sociale kaart

• Bekendheid van jouw functie en de samenhangende doelstellingen

• Acties:

• Samenwerken op niveau van de doelgroep en netwerk

• Uitbouwen en onderhouden van contacten met netwerk

• Ondersteunen van het netwerk

• Belangenbehartiging, …

TOEGANKELIJKHEID

•Macroniveau

• Opdracht:

• Toegankelijkheid bevorderen van de hulp-, zorg en dienstverlening op macroniveau

• Doelstellingen:

• Hulpverleningsaanbod bekendmaken bij de bredere bevolking

• Noodzaak van outreachend werken in de verf zetten

• Beleid adviseren

• Signaleren

• Acties:

• Signalen rapporteren

• Belangenbehartiging, …

CONCLUSIE

•Zicht krijgen op comfort – en non-comfortzones

•Stof voor interne werkbesprekingen en functioneringsgesprekken

•Positionering als organisatie

•Niet noodzakelijk op elke dimensie actief te zijn

•Wél belangrijk om inzicht te krijgen op de verschillende niveaus (micro, meso en macro) en werkterreinen

•Belang van samenwerking en netwerken uit te bouwen

REACH OUT!

info@reachout.be

Cis Dewaele

Marie Van der Cam

Sandra Beelen

www.reachout.be