Oude jaarsdienst

Post on 12-Jul-2015

88 views 2 download

Transcript of Oude jaarsdienst

Welkom

Voorganger dhr Kamphuisorganist dhr Pesman

Thema: “Oudejaarsdienst”

VDD JdH 569

Heer, wees mijn Gids op heel mijn levenspad

Heer, wees mijn Gids op heel mijn levenspad,

Wees Gij mijn Gids

Wijs mij de weg naar Sionsgouden stad,

Wees Gij mijn Gids

Blijf dicht mij bij, ga stap voor stap mij voor,

Dan ben 'k gerust en veilig volg 'k Uw spoor.

'k Was vroeger blind en dwaalde van het pad,

want 'k had geen Gids

Verdwaalde ik af, totdat ik ernstig bad:

'Wees Gij mijn Gids.'

Hij heeft 't verhoord, 'k ben nu verheugd en blij,

Want Jezus kwam en nu is 't Licht voor mij.

Nu aan Zijn hand, dwaal 'k nimmer van de weg,

Hij is mijn Gids

't Zij door moeras of wel langs struik en heg,

leidt mij mijn Gids

Licht, vriend'lijk licht stroomt van Zijn aangezicht,

'k houd daarom steeds mijn oog op Hem gericht.

Welkom

Voorganger dhr Kamphuisorganist dhr Pesman

Thema: “Oudejaarsdienst”

JdH 140

Ik zie een poort wijd open staan

Ik zie een poort wijd open staan (JdH 140) t. M.S. Bromet; m. S.J. Vail

Ik zie een poort wijd open staan (JdH 140) t. M.S. Bromet; m. S.J. Vail

Ik zie een poort wijd open staan (JdH 140) t. M.S. Bromet; m. S.J. Vail

Ik zie een poort wijd open staan (JdH 140) t. M.S. Bromet; m. S.J. Vail

Ik zie een poort wijd open staan (JdH 140) t. M.S. Bromet; m. S.J. Vail

Ik zie een poort wijd open staan (JdH 140) t. M.S. Bromet; m. S.J. Vail

Ik zie een poort wijd open staan (JdH 140) t. M.S. Bromet; m. S.J. Vail

Ik zie een poort wijd open staan (JdH 140) t. M.S. Bromet; m. S.J. Vail

Stil gebed

Votum en groet

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

JdH 231

O denk aan het huis bij de Heer

O denk aan het huis bij de Heer (JdH 231) t. C.S. Adama van Scheltema; m. T.C. O’Kane

O denk aan het huis bij de Heer (JdH 231) t. C.S. Adama van Scheltema; m. T.C. O’Kane

O denk aan het huis bij de Heer (JdH 231) t. C.S. Adama van Scheltema; m. T.C. O’Kane

O denk aan het huis bij de Heer (JdH 231) t. C.S. Adama van Scheltema; m. T.C. O’Kane

O denk aan het huis bij de Heer (JdH 231) t. C.S. Adama van Scheltema; m. T.C. O’Kane

O denk aan het huis bij de Heer (JdH 231) t. C.S. Adama van Scheltema; m. T.C. O’Kane

O denk aan het huis bij de Heer (JdH 231) t. C.S. Adama van Scheltema; m. T.C. O’Kane

O denk aan het huis bij de Heer (JdH 231) t. C.S. Adama van Scheltema; m. T.C. O’Kane

Gebed

JdH 60

‘k ben een koninklijk kind,

1. 'k Ben een koninklijk kind, door de Vader bemind,

En 'k zal wonen in 's Konings paleis.In die stad nooit aanschouwd, met

straten van goud;Glorievol als een schoon paradijs.

Refr.

'k Ben een koninklijk kind, door de Vader bemind,

En zijn oog rust zo teder op mij!

Als de daag'raad straks gloort, de bazuin wordt gehoord,

Roept Hij mij om te staan aan zijn zij!

2. 'k Ben een koninklijk kind, niet slechts dienstknecht of vrind,

'k Ben gekocht met het bloed van mijn Heer!

En dat bloed geeft mij recht, meer te zijn dan een knecht,

'k Ben Gods kind, dat verblijdt mij zo zeer.

Refr.

'k Ben een koninklijk kind, door de Vader bemind,

En zijn oog rust zo teder op mij!

Als de daag'raad straks gloort, de bazuin wordt gehoord,

Roept Hij mij om te staan aan zijn zij!

3. 'k Ben een koninklijk kind, dat zijn vreugd daar in vindt,

God te loven met juub'lende stem;

Tot ik sta voor de poort, van het hemelse oord,

Waar ik zijn zal voor eeuwig met Hem!

Refr.

'k Ben een koninklijk kind, door de Vader bemind,

En zijn oog rust zo teder op mij!

Als de daag'raad straks gloort, de bazuin wordt gehoord,

Roept Hij mij om te staan aan zijn zij!

Lezen 2 Sam. 9 : 1 t/m 13 HSV

Edelmoedigheid van David tegenover Mefiboseth

1 David zei: Is er nog iemand die overgebleven is van het huis van Saul, zodat ik hem goedertierenheid kan bewijzen omwille van Jonathan?2 Het huis van Saul nu had een dienaar van wie de naam Zibawas. Zij riepen hem bij David. En de koning zei tegen hem: Bent u Ziba? Hij zei: Uw dienaar.

3 De koning zei: Is er soms nog iemand van het huis van Saul, zodat ik de goedertierenheid van God aan hem kan bewijzen? Toen zei Zibategen de koning: Er is nog een zoon van Jonathan, die aan beide voeten verlamd is.4 De koning zei tegen hem: Waar is hij? En Ziba zei tegen de koning: Zie, hij is in het huis van Machir, de zoon van Ammiël, in Lodebar.

5 Toen stuurde koning David boden en liet hem uit het huis van Machir halen, de zoon van Ammiël, uit Lodebar.6 Toen Mefiboseth, de zoon van Jonathan, de zoon van Saul, bij David binnenkwam, wierp hij zich met zijn gezicht ter aardeenboog zich neer. David zei: Mefiboseth! En hij zei: Zie, hier is uw dienaar.

7 David zei tegen hem: Wees niet bevreesd, want ik zal u zeker goedertierenheid bewijzen omwille van uw vader Jonathan. Ik zal u alle akkers van uw vader Saul teruggeven, en ú zult voortdurend aan mijn tafel de maaltijd gebruiken.8 Toen boog hij zich en zei: Wat is uw dienaar dat u aandacht schenkt aan een dode hond als ik ben?

9 Toen riep de koning Ziba, de knecht van Saul, en zei tegen hem: Al wat van Saul en heel zijn huis was, heb ik aan de zoon van uw heer gegeven.10 Daarom moet u voor hem het land bewerken, u, uw zonen en uw slaven, en u moet hem de opbrengst brengen, zodat de zoon van uw heer voedsel heeft om te eten.

Mefiboseth, de zoon van uw heer, zal voortdurend aan mijn tafel de maaltijd gebruiken. Nu had Ziba vijftien zonen en twintig slaven.11 En Ziba zei tegen de koning: Overeenkomstig alles wat mijn heer de koning zijn dienaar gebiedt, zo zal uw dienaar doen; Mefiboseth zal aan mijn tafel eten als een van de zonen van de koning.

12 Mefiboseth had een jonge zoon van wie de naam Micha was. Allen die in het huis van Ziba woonden, waren dienaren van Mefiboseth.13 Zo woonde Mefiboseth in Jeruzalem, omdat hij voortdurend aan de tafel van de koning at. Hij was kreupel aan zijn beide voeten.

JdH 523

Veilig in Jezus armen

Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer

Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer

Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer

Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer

Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer

Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer

Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer

Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer

Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer

“Oudejaarsdienst”

JdH 890

Ieder uur

Ieder uur, ied’re stap brengt ons nader,

bij de grens van leven en dood

Heeft de Heiland uw paspoort getekend?

Met Zijn bloed, dat Hij reddend vergoot

Refr. Nog is het tijd, de Heer geeft

genaDe toegang is vrij door Golgotha

Jezus ging voor, Hij wacht aan de grens

Is uw paspoort getekend? O, mens

Gij kunt zelf de tol niet betalen

Goud en zilver verliest daar zijn macht

Slechts het kruis in uw paspoort geeft toegang

tot het land waar de Heiland u wacht

Refr. Nog is het tijd, de Heer geeft

genaDe toegang is vrij door Golgotha

Jezus ging voor, Hij wacht aan de grens

Is uw paspoort getekend? O, mens

Het is nu het uur der beslissing

Bij de grens reeds begint het gericht

O, geloof in de Heiland, uw Redder

en Hij voert u naar ’t eeuwige licht

Refr. Nog is het tijd, de Heer geeft

genaDe toegang is vrij door Golgotha

Jezus ging voor, Hij wacht aan de grens

Is uw paspoort getekend? O, mens

Gebed

Collecte

1ste jeugdwerk

2de eigen gemeente

JdH 880 – 1, 2

Wat de toekomst brengen

Wat de toekomst brengen moge (LB 913) t. J. van der Waals; m. J. Zundel

Wat de toekomst brengen moge (LB 913) t. J. van der Waals; m. J. Zundel

Wat de toekomst brengen moge (LB 913) t. J. van der Waals; m. J. Zundel

Wat de toekomst brengen moge (LB 913) t. J. van der Waals; m. J. Zundel

Zegening

JdH 880 – 3, 4

Wat de toekomst brengen moge (LB 913) t. J. van der Waals; m. J. Zundel

Wat de toekomst brengen moge (LB 913) t. J. van der Waals; m. J. Zundel

Wat de toekomst brengen moge (LB 913) t. J. van der Waals; m. J. Zundel