Oude beroepen

27
Beroepen van vroeger De plaatjes komen van een kwartetspel uit het eind van de 19e eeuw. Elke afbeelding is voorzien van een rijmpje.

Transcript of Oude beroepen

Page 1: Oude beroepen

Beroepen van vroeger

De plaatjes komen van een kwartetspel uit het eind van de 19e eeuw. Elke afbeelding is voorzien van een rijmpje.

Page 2: Oude beroepen

Smid.

De hoefsmid moet het paard beslaan,opdat het vlug weer voort kan gaan.

Page 3: Oude beroepen

Blikslager.

De blikslager moet het gat solderen, om het lekken verder af te weren.

Page 4: Oude beroepen

Boekbinder.

Een boek zo keurig in te binden,zal ied’re leerling prettig vinden.

Page 5: Oude beroepen

Boekhandelaar.

Tot slot zet dan de boekhandelaarZe in ryen netjes voor u klaar.

Page 6: Oude beroepen

Dokter.

Aan ‘t kloppen

van den pols voelt hyDen toestand van zijn patient hierby.

Page 7: Oude beroepen

Leeraar.

Een ferme tik komt wel te pas,In een ondeugende jongensklas.

Page 8: Oude beroepen

Landbouwer.

De landman maait vol vlyt het kooren,Voor s’menschen voedsel naar behooren.

Page 9: Oude beroepen

Goudsmid.

Hy zal u er niet in doen loopen,als gy een gouden ring wilt koopen.

Page 10: Oude beroepen

Klêermaker.

En krijgt ge een scheur in rok of jas,De klêermaker maakt het weer van pas.

Page 11: Oude beroepen

Hoedenmaker

Een fraaie gevel siert elk huis,Een hoed, die niet past, dat is een kruis.

Page 12: Oude beroepen

Molenaar.

De molen draait lustig in den wind, Opdat de molenaar zijn arbeid vindt.

Page 13: Oude beroepen

Nachtwacht.

Als gy des avonds rustig slaapt,Is‘t de nachtwacht, die uw huis bewaakt.

Page 14: Oude beroepen

Tuinman.

De tuinman is er steeds op uit,op het teelen van groente en van fruit.

Page 15: Oude beroepen

Photograaf.

De photograaf zegt keer op keer:”Nu vriend’lyk kyken,he mynheer”?

Page 16: Oude beroepen

Schilder.

Dat schilderen niet gemakkelyk is, Vertelt de schilder u gewis.

Page 17: Oude beroepen

Straatveger.

Hy zorgt voor orde en netheidSteeds te gelegener tyd.

Page 18: Oude beroepen

Glazenmaker.

Als soms uw ruit gebroken is,Helpt de glazenmaker u gewis.

Page 19: Oude beroepen

Kuiper.

De kuiper werkt aan‘t groote vat,Dat dra zich vult met edel nat.

Page 20: Oude beroepen

Slager.

De slager maakt van ‘t arme dierGebraad en worst, dat ziet ge hier.

Page 21: Oude beroepen

Bakker.

De bakker heeft in den vroegen morgenVoor brood en voor beschuit te zorgen.

Page 22: Oude beroepen

Beeldhouwer.

Een groot kunstenaar vangt het aan, een monument uit steen te slaan.

Page 23: Oude beroepen

Boschwachter.

Hy gaat door veld en bosch,met zyn hond er steeds op los.

Page 24: Oude beroepen

Wijngaarde-nier.

Hy zorgt voor zynen wyngaard-rank,Voor zyne druiven, hem den dank.

Page 25: Oude beroepen

Kapper.

De kapper zorgt op zaterdag,dat hy U knippen en scheren mag.

Page 26: Oude beroepen

Brouwer.

Uit mout en hop maakt de brouwer hierHet donkere en het lichte bier.

Page 27: Oude beroepen

Schoorsteen-veger.

In de week zo zwart gelyk een neger, is hy ‘s zondags blank, de schoorsteen- veger.