Post on 17-Aug-2020
N°3 oktober 2017
De Uber-economie Redzaamheid kent z'n grenzen Antoinette Hertsenberg ziet Kafka in de arbeidsmarkt Kansen op de regionale arbeidsmarkt
Solliciteren 3.0
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 3
Magazine voor stakeholders van UWV oktober 2017 Verschijnt drie keer per jaar Realisatie: MPG, Postbus 2215, 1180 EE
Amstelveen Hoofdredactie: Kees Diamant Redactioneel management: Fennie Pruim Mailadres redactie: concernredactie@uwv.nl Eindredactie: Renée Sommer Vormgeving: Marc van Meurs en Yullan Oosterhof Aan dit
nummer werkten mee: Koos Breukel, Kay Coenen, Maurits Giesen, Gert Hage, Erik Kriek, Zoltan Koraï, Rens Lieman, Eline Lubberts, Martyn F. Overweel,
Marlies Ruijter, Rogier Veldman/Hollandse Hoogte, Gijbert Vonk, Anne-Marie Vervelde, Martin Waalboer, Frank van Wijck, XF&M Lithografie: Grafimedia,
Amsterdam Drukwerk: Roto Smeets GrafiServices Adreswijzigingen: s.v.p. sturen naar UWV, Postbus 58285, 1040 HG Amsterdam o.v.v. 'Adreswijziging
UWVmagazine'. Het is alleen toegestaan artikelen uit UWVmagazine — geheel of gedeeltelijk — over te nemen na toestemming van de redactie.
colofonUWVmagazine
uwv.nl/uwvmagazine
Ga ook naar UWVmagazine onlineDe laatste cijfers en trends op het gebied van sociale
zekerheid en arbeidsmarkt De visie van opinion makers over actuele thema’s Spraakmakende
columns Overzicht van actuele UWV-publicaties
On DemandWerk je voor Uber, Helpling of Deliveroo dan zijn de regels van het spel ineens heel anders dan we gewend zijn. Rens Lieman duikt in de Uber-economie en tekent zijn ervaringen met de nieuwe arbeidsmarkt op in zijn nog te verschijnen boek Uber voor alles.
19, 25, 28Sollicitanten Een standaard-sollicitatiebrief is niet meer genoeg om de aandacht te trekken van werkgevers. Anandi Grefkens, Ad Plugers en Sau-Ying Tu hebben alle drie op een bijzondere manier een baan gekregen.
Solliciteren 3.0 De komst van internet heeft gezorgd voor beter zicht op het arbeidsaanbod voor werkzoeken-den. Desondanks is door de ver-scheidenheid van aanbieders de zoektocht naar een baan vaak gecompliceerd en tijdrovend.
RecycleRecycle repareert, restaureert en verkoopt fietsen. Het is een maat-schappelijke onderneming waar mensen met een psychiatrische achtergrond de weg terug vinden naar werk.
4 149
Heeft u nog geen abonnement op UWVmagazine online? Geef u dan nu gratis op via uwv.nl/uwvmagazine.
In het online oktobernummer:Onderzoekscijfers ‘Er is veel onbekendheid met
verzekeringsgeneeskunde’ Naderen we volledige werkgelegenheid? Berichten
WAT VINDT U?
Reageeronline
Antoinette Hertsenberg Afgelopen mei besteedde Radar Extra twee uitzendingen aan de arbeidsmarkt voor ouderen. ‘Het systeem houdt mensen gevangen aan de onderkant. Het maakt ze afhankelijk, moedeloos en depressief.’
Alle ouderen aan het werk?Het huidige kabinetsbeleid is gericht op het bevorderen van de arbeidsparticipatie van ouderen. Welk ideaalbeeld of idee ligt eraan ten grondslag? En werkt het? Gijsbert Vonk onderzoekt.
Hoezo zelfredzaamDe mate van redzaamheid wordt behalve door iemands denkvermogen, ook bepaald door iemands doenvermogen, zo blijkt uit een rapport van de WRR. En ook hoogopgeleide mensen kunnen tegen de grenzen van hun doen-vermogen oplopen.
20 22Weten hoe de hazen lopenRegio in beeld, een jaarlijkse publicatie van UWV, biedt overzichten, trends en kansen op de 35 regionale arbeidsmarkten. Gemeenten en WerkgeversServicepunten raadplegen het rapport bij het maken van arbeidsmarktbeleid.
2616
N°3oktober 2017
4 | OKTOBER | 2017 UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 5
Wie een hotel zoekt, vindt binnen enkele minuten via Booking.com wel
iets van zijn gading. Het boek wat je
zo graag wilt lezen, is snel gevonden op Amazon.com of bol.com en de volgende dag in
huis. Je droomhuis staat op funda.nl.
Maar een baan, hoe vind je die
tegenwoordig?
ER ZIJN VELE TIENTALLEN vacaturesites
en uitzendbureaus. Je kunt Facebook en
LinkedIn inzetten en bureaus in alle soor-
ten en maten proberen een graantje mee
te pikken van een werving-en-selectie-
markt waarin wereldwijd naar schatting
zo’n 200 miljard dollar omgaat.
De verscheidenheid van aanbieders maakt de zoektocht
naar een baan vaak gecompliceerd en tijdrovend. Dat is
deels inherent aan de aard van het bemiddelingswerk op
de arbeidsmarkt. Anders dan bij een tweedehandsbank-
stel of een vakantiebestemming is het matchen van een
baan voor beide partijen, dus zowel aan de vraag- als aan-
bodzijde, een persoonlijke kwestie. De baan moet passen
bij wie je bent, waar je woont en wat je kunt. Is de
geschikte functie gevonden dan nóg is een geslaagde
match verre van zeker. Want ook de werkgever moet
overtuigd zijn dat jij de geschiktste persoon bent voor die
baan, en niet die tientallen anderen die op dezelfde func-
tie azen.
De selectie van een geschikte kandidaat is al bijna even
gecompliceerd als het zoeken naar een baan. Na een eer-
ste selectie op basis van de brieven of – eigentijdser –
video’s of YouTube-filmpjes, volgen persoonlijke gesprek-
ken en eventueel nog assessments en pitches of wat al
niet is bedacht om de juiste kandidaat eruit te pikken. Een
gemiddelde sollicitatieprocedure kost de werkgever al
snel een paar duizend euro. Zowel voor de werkgever als
voor de werkzoekende vreet de zoektocht dus tijd en
geld zonder de zekerheid van een geslaagde match.
De komst van internet heeft gezorgd voor beter zicht op
het arbeidsaanbod voor werkzoekenden. Het heeft de
strijd om de werknemer naar een hoger plan getild maar
ook de onderlinge concurrentie tussen werknemers aan-
gejaagd. Het gaf werkgevers meer opties, bijvoorbeeld om
in het buitenland te werven of werk in andere landen
weg te zetten.
Duister procesMaar hoe ingrijpend de snelle opkomst van internet ook
was voor veel sectoren, de markt van werving en selectie
bleef in essentie even gecompliceerd, ondoorzichtig en
onzeker als voor die tijd. Het selectieproces werd groten-
deels gedigitaliseerd, het aantal kanalen waarop mensen
een baan konden vinden groeide en nieuwe partijen pro-
beerden zich de markt in te vechten, maar het moment
waarop kandidaat en werkgever persoonlijk aan elkaar
worden voorgesteld was en bleef cruciaal. ‘Internet heeft
de markt gefaciliteerd, niet op z’n kop gezet’, vat Marc
Drees, businessconsultant online recruitment bij WCC
Smart Search & Match, de veranderingen bondig samen.
‘Helaas’, voegt hij daar onmiddellijk aan toe. ‘Het zoeken
naar werk zou leuk en opwindend moeten zijn, maar in
de praktijk is het een slopend gevecht met onzekere uit-
komst. In essentie is het een simpel proces en in een ide-
ale, transparante wereld zouden werkgever en werkzoe-
kende elkaar makkelijk moeten kunnen vinden. In de
echte wereld is het echter een duister proces, met inter-
mediairs die, om hun eigen business te beschermen, de
zaak zo gecompliceerd mogelijk maken met vacature-
sites waarop een passende baan zich lastig laat vinden.’
Tegen het einde van dit jaar, zo verwacht UWV, zijn er in
Hoofdartikel ILLUSTRATIE ERIK KRIEK
TEKST GERT HAGE
3.0Solliciteren
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 76 | OKTOBER | 2017
Hoofdartikel
heeft. We hebben ze in huis, dus waarom zouden we die
vacatures niet aanbieden?’
Hoe zorg je er als werkzoekende voor dat je niet bij de eer-
ste selectie al op de stapel ‘afgewezen’ belandt? Dat is de
vraag die aan alle andere vragen voorafgaat, zegt Rob
Witjes, hoofd Arbeidsmarktinformatie bij UWV. Want hoe
mooi die aantrekkende economie met binnenkort 1 mil-
joen vacatures ook is, er is en blijft altijd een groep men-
sen die daarvan niet weet te profiteren. ‘Het is op zich
goed dat er nieuwe mogelijkheden als Twitter, Instagram
en Facebook zijn om vacatures te vinden, maar als werk-
zoekende moet je daar wel je weg in kunnen vinden.
Voor bijvoorbeeld 55-plussers is dat lastig. De kans dat zij
reageren op een vacature die via een dergelijk kanaal
wordt aangeboden, is klein. Ook zijn zij minder bedreven
in videosollicitaties. Als UWV zeggen we tegen mensen
die moeilijk werk vinden: ‘Zoek breder en zorg ervoor dat
je arbeidsfit bent.’ In een krappere arbeidsmarkt lijkt dat
gemakkelijker dan het is, ook al biedt de krapte meer kan-
sen voor werkzoekenden. Voor werkzoekenden die des-
ondanks moeilijk een baan kunnen vinden, is maatwerk-
begeleiding een vereiste. Bijvoorbeeld bij het maken van
een goed cv en een adequaat (sociaal) netwerkprofiel.
Ook kunnen zij wel wat extra hulp gebruiken om met
werkgevers in contact te komen. Voor hen is vooral de
vraag van belang: “Hoe kom ik door de eerste selectie?”’
‘Te vaak nog’, vervolgt Witjes, ‘zijn de brief en het cv niet
algoritmeproof. De eerste selectieronde is vaak geauto-
matiseerd. Computers selecteren op bepaalde woorden
en bepaalde kwalificaties. Wie een te lange brief schrijft of
de “verkeerde” woorden gebruikt valt af, hoe arbeidsfit en
geschikt iemand ook is. Zoals ook diegenen die hun cv
niet toesnijden op de openstaande functie. Solliciteren
3.0 begint met een goed vooronderzoek. Wat zijn mijn
talenten? Waar ligt mijn passie? Bij welke soort werkge-
vers zou ik passen? Hoe ziet mijn aanvalsplan eruit?
Vervolgens dient zich de cruciale kwestie aan: hoe kom ik
de preselectie door? Waarbij zaken aan de orde kunnen
komen als: hoe presenteer ik mij? Moet ik geen leuke
video laten maken? En hoe bereid ik mij voor op een
pitch?’
Zinvolle technologieWat Witjes zelf zou doen mocht hij zich in die situatie
bevinden? ‘Een groot deel van de vacatures wordt ver-
vuld via het persoonlijk netwerk. Dus dat zou ik als eerste
inschakelen en bijvoorbeeld op LinkedIn contact leggen
met mensen die werken bij een voor mij aantrekkelijk
bedrijf. Ik zou misschien ook een leuk filmpje op
YouTube posten.’ Het is een misverstand te denken,
benadrukt hij, dat nu we in een hoogconjunctuur zitten
iedereen wel een baan vindt. ‘Solliciteren is voor veel
werklozen gewoon een fulltime job en dat gaat lang niet
iedereen gemakkelijk af. Zeker nu steeds meer bedrijven
in eerste instantie selecteren op basis van geautomati-
seerde processen. Technologie kan helpen om de vraag-
zijde van de arbeidsmarkt beter in beeld te krijgen. Maar
er schuilt ook het gevaar in dat door die geautomati-
seerde voorselectie mensen van boven de vijftig direct
afvallen. Niemand die ziet dat er in dat geval sprake kan
zijn van leeftijdsdiscriminatie. Bij al die nieuwe manieren
van solliciteren, van video’s en Twitter tot elevatorpit-
ches, zullen steeds meer mensen hulp nodig hebben om
daarmee te kunnen omgaan. Onze doelgroep, waaronder
zich een substantieel percentage ouderen bevindt, is in
het algemeen minder vaardig in de omgang met deze
nieuwe technologieën. Zij hebben vooral baat bij per-
soonlijke begeleiding. Ik zou hen ook aanraden advies te
vragen aan familie en vrienden, mensen die hen goed
kennen en weten wat zij kunnen. Het vinden van werk
lukt lang niet altijd in je eentje.’
Dat is precies waar Drees zich het meeste aan ergert, aan
technologische vernieuwing die het leven van mensen
onnodig lastig maakt. ‘Ik ben ontzettend voor nieuwe
technologie, mits die zinvol wordt ingezet. Maar
technologie heeft het domein van werving en selectie
nog gecompliceerder en minder transparant gemaakt
dan dat al was. Ik kan niet wachten op de komst van een
plek waar alle vacatures beschikbaar komen, ongeacht
de grootte van de organisatie of de macht van de partij
die de vacatures publiceert. Met als prettige bijkomstig-
heid dat we gelijk af zijn van een goed deel van al die
intermediairs.’
Nederland over het hele jaar een kleine miljoen
vacatures geweest. Dat is deze eeuw slechts vier keer eer-
der voorgekomen. Vroeger stonden deze vacatures in de
vuistdikke zaterdagkranten. Duur voor werkgevers, fijn
voor de kranteneigenaren waar mede dankzij deze vaca-
turebron flink wat geld binnenkwam. De functie van de
zaterdagkrant werd overgenomen door tal van andere
kanalen, van Monsterboard tot Indeed, Facebook en
andere social media. In 2015 was LinkedIn nog het popu-
lairste online vacaturekanaal, vorig jaar had Indeed deze
plek overgenomen, volgens een onderzoek van de
Intelligence Group. De Nationale Vacaturebank,
Monsterboard, Intermediair en werk.nl zouden de groot-
ste verliezers zijn. Facebook en Tempo-Team tekenden
voor een bescheiden groei van respectievelijk 5 en 2%,
maar die viel in het niet bij de cijfers van Indeed, dat met
maar liefst 48% groeide. Indeed was op het slimme idee
gekomen de vacatures van andere sites over te nemen en
te publiceren, waar met name wereldwijd marktleider
Monsterboard het slachtoffer van werd.
Match maken is niet makkelijk Maar hoe riant en lucratief de positie van Indeed ook is,
ook daar zal met enige vrees worden gekeken naar de
bewegingen van Facebook en vooral van Google, dat zich
onlangs in de VS meldde op de markt van werving en
selectie.
‘Ik zou als eigenaar van Indeed niet lekker meer slapen
als deze 800-pound gorilla zich op mijn werkterrein
meldde. Maar de geschiedenis leert dat niet alles wat
Google aanraakt in goud verandert’, zegt Marc Drees.
‘Lukt het Google echter om met de enorme aantallen
data waarover zij beschikken de markt transparant te
maken, zodanig dat de juiste vacature en de juiste per-
soon elkaar gemakkelijk vinden, dan is dat echt een
enorme stap voorwaarts. Een die ik van harte zou toejui-
chen. Het zou betekenen dat je als werkzoekende voort-
aan op één plek terechtkunt, in plaats van zoals nu einde-
loos te moeten zoeken naar een vacature die bij je past.’
Ronald Horsman, businessconsultant internet bij UWV,
valt hem bij: ‘Als het Google for Jobs lukt om een algo-
ritme te ontwikkelen dat de match tussen werkgever en
werkzoekende een veel grotere kans van slagen geeft
dan nu het geval is, zou dat echt een revolutie betekenen.
Maar ik heb mijn twijfels of dat gaat lukken. Een match is
een ingewikkeld spel, waar zeer veel variabelen van twee
verschillende partijen een rol spelen, met ieder hun eigen
voorkeuren en eisen. Voorheen zeiden we als UWV: ‘Via
werk.nl vindt u de baan die bij u past. Daar zijn we van
afgestapt, we konden het niet waarmaken. We hebben nu
een uitgebreide databank met 500.000 cv’s, waarin werk-
gevers kunnen rondkijken op zoek naar een geschikte
kandidaat en waar zij zelf een vacature kunnen plaatsen.
Wat we nu doen is enerzijds de vacaturemarkt zo inzich-
telijk mogelijk maken voor onze klanten, van wie de
meesten een uitkering hebben, en anderzijds het werkge-
vers zo makkelijk mogelijk maken om een geschikte kan-
didaat te vinden in de databank.’
Pittige klusNatuurlijk kent Horsman het onderzoek van de
Intelligence Group waarin werk.nl de sterkste daler bleek
met min 40%. ‘Ik heb geen idee hoe zij aan dat percentage
komen, we zien zelf een veel geringere afname van de
bezoekersaantallen. Zij kijken bovendien naar de totale
arbeidsmarkt waarin zo’n 8 miljoen mensen actief zijn.
Wij opereren in een niche en werken bovendien additio-
neel aan de private markt.
Van de 500.000 cv’s in onze databank zijn er zo’n
270.000 afkomstig van WW’ers, en dan hebben we onder
meer ook nog 150.000 cv’s van mensen in de bijstand. Dat
is bepaald niet de gemakkelijkste groep. Wie werkloos of
arbeidsongeschikt is begint al met een achterstand, want
de meeste vacatures worden vervuld door mensen die al
een baan hebben. Niet voor niets is LinkedIn, waar vooral
profielen op staan van werkenden, populair bij
intermediairs.’
‘Ja,’ erkent hij, ‘werk.nl had een lastige start, maar inmid-
dels zit er een mooie groei in het aantal werkgevers dat er
gebruik van maakt.’
Drees is van mening dat het, alle verbeteringen ten spijt,
nog steeds een pittige klus is om op werk.nl je weg te vin-
den. ‘Daarbij vind ik het niet tot de kerntaken behoren
van UWV om alle vacatures beschikbaar te stellen voor
hun klanten. Dat doen andere marktpartijen al, dus daar
is werk.nl niet voor nodig. UWV zou zich moeten concen-
treren op de groep lastig te bemiddelen werklozen, men-
sen die een zetje nodig hebben, zoals ouderen en men-
sen die langdurig werkloos zijn. De rest vindt zelf zijn weg
wel op de arbeidsmarkt, al dan niet met hulp van
intermediairs.’
Dat is dus precies wat UWV ook doet, reageert Horsman:
‘Uiteraard zou het mooi zijn als iedereen met behulp van
private partijen zelf werk zou kunnen vinden, maar de
praktijk is anders. Wij bieden ondersteuning aan vooral
die mensen die een grote kans lopen op langdurige werk-
loosheid. Daarbij zijn de vacaturebank, de cv-bank en de
Kandidatenverkenner banenafspraak hulpmiddelen, die
aanvullend zijn op dat wat de private markt te bieden
‘Het zoeken naar werk zou leuk en opwindend moeten zijn, maar in de praktijk is het een slopend gevecht met onzekere uitkomst’
Marc Drees WCC Smart Search & Match
‘Wie een te lange brief schrijft of de “verkeerde” woorden gebruikt valt af, hoe arbeidsfit en geschikt iemand ook is’
Rob Witjes hoofd Arbeidsmarktinformatie bij UWV
‘Wij bieden vooral ondersteuning aan die mensen die een grote kans lopen op
langdurige werkloosheid’Ronald Horsman business consultant internet bij UWV
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 98 | OKTOBER | 2017
Hoofdartikel
BR
ON
NE
N IN
DE
ED
, MO
NS
TE
RB
OA
RD
, EM
ER
CE
IN
FOG
RA
PH
IC K
AY
CO
EN
EN
Een advertentie in een krant waarop je reageert. Dat was solliciteren twintig jaar geleden. Nu maken we gebruik van vele middelen en vele media.
ReportageFOTOGRAFIE MARTIN WAALBOER
TEKST ELINE LUBBERTS
Tweede leven
voor fiets en mede-
werker
SO
LLIC
ITER
EN IN
CIJ
FER
SEr is een beroepsbevolking van
9 miljoen mensen. Nederland telt in totaal nu zo’n 10 miljoen banen.
28% van de Nederlandse werknemers dankt zijn huidige baan aan onlinenetwerken. Circa 20% van de werknemers, ruim 1,6
miljoen mensen, is op zoek naar een baan.
Wat doen mensen die een baan zoeken?91% van de volwassenen die het afgelopen jaar in dienst zijn getreden, begon zes maanden voorafgaand aan de overstap al met zoeken:
59% Zocht naar mogelijkheden op een vacaturesite
46% Zocht naar vacatures op de vacaturepagina's van bedrijven
24% Vroeg vrienden en/of familie naar referenties
21% Bezocht een online sociaal netwerk voor professioneel netwerken
16% Vroeg een zakelijk contact om een referentie
15% Woonde een banen- of carrière beurs bij
14% Riep de hulp in van een recruiter
75% van de werkzoekenden doet gedegen onderzoek voordat ze solliciteren
22% Gebruikte een mobiele vacature-app
Voorbereiding op solliciteren
Mobiel solliciteren
61% van de 14,2 miljoen bezocht internet zowel via
pc als via mobiele apparaten
92% van de 25-34-jarigen bezoekt internet via
meerdere apparaten
88% van de 35-44-jarigen bezoekt internet via
meerdere apparaten
25% van de bedrijven hee� een mobielvriendelijke website.
37% daarvan hanteert een online sollicitatieformulier
29% een 'one click'-toepas-sing, dus solliciteer en vul in vanuit een bestaand pro�el
33% een combinatie van online formulier en 'one click'
Totale digitale populatie:
14,2 miljoen unieke
bezoekers
70% van deze groep besteedt minimaal een uur aan het zoeken van informatie over een bedrijf voordat ze echt solliciteren
41,5% van hun webverkeer komt van mobiele apparaten.
Een fiets zit logisch in elkaar. Met planmatig werken en logisch nadenken kom je een flink eind als je een fiets wilt repareren. Wie die vaardigheden onder de knie krijgt, heeft daar in het dagelijks leven ook profijt van. Dat is de gedachte achter Recycle, waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag kunnen.
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 1110 | OKTOBER | 2017
RACHTIGE HIPPE FIETSEN
staan uitgestald in de pas-
sage. Een mintgroen exem-
plaar met houten spatbor-
den, ranke modellen met kurken
handvatten. Ernaast staan de dege-
lijke standaardmodellen, nieuw en
tweedehands. En dat alles op een van de
mooiste locaties van de hoofdstad: in de
Hallen in Amsterdam West, pal tegenover het
bekende Foodcourt. In deze oude tramremise
ontmoet hip Amsterdam elkaar voor een gin-
tonic, een broodje pulled pork of een koffie
van de barista. En voor de fietsen van Recycle
dus. Ben je eenmaal over de drempel, dan kun
je door de winkel naar links, naar de werk-
plaats. Er zijn tien werkunits. Fietsen bungelen
aan het hoge plafond, er zijn rekken vol onder-
delen en de muren zijn gevuld met nieuwe
banden.
Tweede levenDe medewerkers van Recycle kampen met
psychische problemen, zoals verslavingen,
depressie, schizofrenie en/of bipolaire stoor-
nissen. Ze hebben allemaal één ding gemeen:
ze willen graag aan het werk. Onder begelei-
ding repareren ze fietsen, knappen tweede-
hands fietsen op voor de verkoop, beheren de
fietsenstalling en geven als fietscoach aanwij-
zingen aan het (fiets)verkeer rond de Hallen.
Recycle geeft de fietsen een tweede leven,
maar je zou kunnen zeggen dat ook de mede-
werkers hier een nieuw leven krijgen. Met
Recycle als tussen- of eindhalte vinden zij de
weg terug naar werk.
Teamleider Emile Hoogenboom startte
Recycle na jarenlange ervaring in de psychia-
trie en verslavingszorg. Recycle opereert
onder de paraplu van Roads, een organisatie
die werkt aan sociale participatie en arbeidsin-
tegratie. Het idee om hulp te bieden door men-
sen de handen uit de mouwen te laten steken,
sprak hem aan. ‘Ik weet namelijk dat het werkt.
Ik heb zelf niet voor niets een oude Volvo waar
ik veel aan sleutel en een oud huis waar altijd
wat aan moet gebeuren. Zo kom ik tot rust. En
als het voor mij werkt, werkt het ook voor
anderen. Zo is de gedachte ontstaan om struc-
tureel met fietsen aan de slag te gaan.’
Fietsen repareren betekent logisch nadenken
en planmatig werken. Dat is het mooie aan
mechanica. En met een beetje psychologie
van de koude grond kun je dat doortrekken
naar het echte leven. Als de medewerkers die
vaardigheden onder de knie krijgen, dan heb-
ben ze daar in het dagelijks leven ook baat bij.
Terwijl Emile enthousiast zijn betoog houdt,
wordt hij regelmatig onderbroken. Goed
nieuws van een van de medewerkers, Wilfred:
hij heeft de opleiding Back to school gehaald!
Deze beroepsbegeleidende leerweg-opleiding
helpt mensen met een psychische/psychiatri-
sche problematiek naar onderwijs. Behalve
taal en rekenen, leerde Wilfred een school-
ritme, op tijd komen en leren. ‘Kortom,’ zegt
Emile, ‘een grote stap.’
Arbeidsmatige dagbestedingOngeveer zestig mensen werken bij Recycle,
meestal zo’n drie of vier dagdelen per week. Bij
een optimale bezetting zijn er tien mensen aan
het sleutelen en tien mensen voor het beheer.
Daarnaast zijn er begeleiders. Bijvoorbeeld
Patricia, zij is hulpverlener maar heeft ook een
fietsenmakersdiploma.
Emile: ‘We hebben de stap gemaakt van een
project met subsidiegeld uit de zorg naar een
sociale onderneming met een arbeidsmatige
dagbesteding. Toen we in 2004 van start gin-
gen kregen we voor twee jaar financiering
mee, onder andere van UWV. Inmiddels wer-
ken we voor bijna 60% kostendekkend. Dus
we verdienen geld uit onze commerciële
activiteiten.’
Soms zijn er verwijten dat ze oneerlijke con-
currentie zijn. Want iedere fietsenmaker moet
natuurlijk flink bikkelen om winst te maken.
Emile: ‘Maar wat denk je dat het begeleiden
van deze mensen kost? En het is niet zo dat we
per definitie de laagste prijzen hebben. Onze
klanten komen bij ons vanwege ons originele
aanbod, en er is een grote gunfactor door de
mensen die hier werken.’
Nico haalt een slag uit een fietswiel. Hij was er al bij toen ze in 2004 met slechts acht man begonnen op een kleinere locatie. Nico is een steun en toeverlaat voor nieuwe collega’s.
Kenneth (links) en Mostapha maken gebruikte fietsonderdelen schoon zodat deze straks opnieuw gebruikt kunnen worden.
Max (links) staat in de winkel van Recycle alle geïnteresseerden te woord. Hij merkt dat de winkel een hoge gunfactor heeft.
Met Recycle als tussen- of eindhalte vinden
de medewerkers de weg terug naar werk.
Reportage
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 1312 | OKTOBER | 2017
Derk (links) en Michel overleggen met leermees-ter Patricia over het plan van aanpak. Michel: ‘Elke dag thuis zitten is niets voor mij. Per keer bekijk ik of het me lukt om te komen. Eenmaal hier geniet ik enorm. Ik zie mijn collega’s weer en kan mijn reparatiekennis met ande-ren delen.’
Bij Recycle worden niet alleen fietsen gerepareerd, medewerkers beheren ook een fietsenstalling en regelen soms het verkeer rond de Hallen.
De mensen bij Recycle hebben vaak een afstand tot de arbeidsmarkt met allemaal een andere achtergrond. De een kan meer verant-woordelijkheid aan dan de ander.
Emile (links) in gesprek met Ivan. Ivan: ‘Als ik aangeef dat ik behoefte heb aan een praatje omdat ik vandaag niet lekker in mijn vel zit, dan is daar altijd tijd voor.’
Ivan volgt een twee-jarige mbo-opleiding tot fietsmaker: een dag in de week naar school, 24 uur per week stage. ‘Ik werk heel precies, daarom ben ik soms langzaam. En omdat ik nog moet leren, pak ik soms de boeken erbij. Maar als een moeilijk klusje lukt, zoals een derailleur goed afstellen, dan ben ik wel trots.’
Lesley nam al twee keer afscheid van Recycle, hij heeft de pensioen-gerechtigde leeftijd al bereikt. Maar elke keer kwam hij terug. Hij zorgt voor koffie, thee en een schone kantine.
Reportage
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 1514 | OKTOBER | 2017
‘Uber voor alles’ Hoe werk werkt in een platformeconomie
M HALF TWAALF trok ik de voordeur
achter me dicht van een huis in de
Amsterdamse Spaarndammerbuurt.
In de drie uur waarvoor ik via het
Helpling-platform geboekt was, had ik
het huis schoongemaakt. De klant was
een meisje van mijn leeftijd. Ze had zich eerder die och-
tend verontschuldigd dat ze zich nog niet had opge-
maakt — ze had een volwassen vrouw verwacht, geen
jongen van 28. In het Westerpark at ik mijn lunch.
Vervolgens haalde ik thuis mijn Uber Eats-thermorugtas
op. Als ik me zou haasten, kon ik in de lunchspits nog een
paar uur eten bezorgen. In de avonduren zijn er veel
meer bestellingen en verdien je dus meer, maar ik wilde
die avond liever een biertje drinken.
Slimme algoritmesWelkom in de Uber-economie. Ook wel: klus- of platform-
economie genoemd. Als research voor mijn boek over
deze nieuwe economie werk ik sinds begin dit jaar voor
Helpling, Deliveroo en Uber. Zogenaamde platformbedrij-
ven, opgericht in respectievelijk Duitsland, Groot-
Brittannië en de Verenigde Staten. Sinds een paar jaar zijn
ze ook actief in Nederland.
Op een platform worden vraag (ik wil een taxi) en aan-
bod (ik rijd taxi) met slimme algoritmes aan elkaar gekop-
peld. Uber geeft sinds 2009 het voorbeeld. Een platform
faciliteert slechts, het voert diensten niet zelf uit. De
chauffeurs, koeriers en schoonmakers die het werk uit-
voeren, doen dat meestal als zelfstandige. Ze krijgen per
klus betaald. In ruil voor flexibel werk en onmiddellijke
klandizie betalen ze het platformbedrijf meestal een
kwart van hun verdiensten.
Zodoende kon ook ik meteen aan het werk, zonder ook
maar één dag ervaring als professioneel schoonmaker of
koerier. Op de dagen dat ik wilde werken, fietste ik van
klus naar klus, aangestuurd door algoritmes.
SchaduwzijdeVolgens onderzoek van de University of Hertfordshire,
Ipsos MORI en TNO uit 2016 werken naar schatting
360.000 Nederlanders wekelijks voor een online plat-
form. Naar schatting 150.000 daarvan zeggen voor meer
dan de helft van hun inkomen afhankelijk te zijn van
deze vorm van werk. De definitie van een online plat-
form is in dit onderzoek breed en cijfers over eerdere
jaren ontbreken. Maar dat Uber, Deliveroo en Helpling in
steeds meer Nederlandse steden actief zijn, is een duide-
lijke aanwijzing dat platformwerk ook hier steeds popu-
lairder wordt. Dat heeft ongetwijfeld ook te maken met de
toegankelijkheid ervan. Zeker in vergelijking met het ‘tra-
ditionele’ werk. Goed nieuws dus. Maar er is een
schaduwzijde.
Verkapt dienstverbandIn de Uber-economie wringt de schoen bij sociale zeker-
heid. Doorbetaling bij ziekte, een inkomen bij arbeidson-
geschiktheid, pensioenopbouw; wie voor een bestaan als
zelfstandige kiest, weet of hoort te weten dat-ie zich daar
— indien gewenst — zelf voor moet verzekeren. Maar plat-
formwerkers zijn eigenlijk zelfstandige noch werknemer.
Een Uber-chauffeur bijvoorbeeld, kan werken wanneer
en hoe vaak hij maar wil en kan naar gelieven opdrach-
ten weigeren: kenmerken van zelfstandig werk. Maar wat
hij niet kan, is zijn eigen prijs bepalen of een rit uitbeste-
den aan een ander. Hij krijgt min of meer instructies hoe
hij het werk dient uit te voeren én hij kan van het platform
verbannen worden (een soort ontslag eigenlijk): kenmer-
ken van een (verkapt) dienstverband.
Diverse Europese rechters buigen zich nu over de vraag
of er sprake is van een verkapt dienstverband. Zo ja, dan
dienen platformbedrijven een grotere verantwoordelijk-
heid te nemen voor de mannen en vrouwen die onder
hun vlag werken.
VooruitkijkenNu hoef je je misschien niet direct zorgen te maken over
de pensioenopbouw of arbeidsongeschiktheidsuitkering
van een student die met Deliveroo-werk z’n biertjes van
dat weekend bij elkaar verdient. Maar ik noemde al de
150.000 mensen die voor het grootste deel van hun inko-
men afhankelijk zijn van platformwerk. Ik werd aan het
belang van een goede ongevallenverzekering herinnerd
toen ik eerder dit jaar tijdens een Deliveroo-dienst door
een blokkerend wiel van mijn fiets schoot en in het zie-
kenhuis belandde. En dan maakt het niet uit of je student
of kostwinner bent.
Het is bovendien goed om iets verder vooruit te kijken.
Het Uber-model wordt nu al gretig gekopieerd. Zie
Deliveroo, dat in Nederland begon met een pool van koe-
riers met een dienstverband maar nu alleen nog freelan-
cers werft. De vraag of de huidige situatie houdbaar is als
ook meer traditionele bedrijven het Uber-model overne-
men, lijkt me daarom relevant.
Werk je voor Uber, Helpling of Deliveroo
dan zijn de regels van het spel ineens heel anders dan we
gewend zijn. Rens Lieman duikt in
de Uber-economie en tekent zijn ervaringen
met de nieuwe arbeidsmarkt op in
zijn nog te verschijnen boek Uber voor alles. Voor UWVMagazine
klapt hij alvast uit de school.
Ik pleit hier niet voor een dienstverband voor iedereen.
Tijden veranderen. Consumenten willen diensten op
afroep geleverd krijgen en wel zo goedkoop mogelijk.
Platformbedrijven kunnen dat naar eigen zeggen alleen
maar bieden als ze flexibele, zelfstandige dienstverleners
inzetten. Zelfstandig werken is op zichzelf ook helemaal
geen slechte ontwikkeling: veel platformwerkers die ik
voor mijn boek spreek, zijn blij met de flexibiliteit om te
werken wanneer ze willen. Zzp’ers in de Uber-economie
verschillen echter van veel andere zelfstandigen. Zo zijn
ze vaak erg afhankelijk van de steeds maar omvangrij-
kere platforms waarvoor ze werken en kunnen ze hun
eigen tarieven niet bepalen. Van de toch al niet ruime
beloning houdt het platformbedrijf een flink deel in. Er
wordt gewerkt met eigen materiaal, zoals smartphone,
auto en fiets, zonder dat gecompenseerd wordt voor
reparaties of afschrijving. En voor het niet ongevaarlijke
werk dat ze uitvoeren — schoonmaakwerk uitgezonderd
— moeten ze meestal zelf een dure verzekering afsluiten.
Mondjesmaat beterEen platform werkt alleen als de belangen van zowel de
eindgebruiker (consument), de dienstverlener als het
platformbedrijf in evenwicht zijn. Als passagiers te veel
moeten betalen voor hun ritje, zullen ze Uber minder
vaak gebruiken. Wanneer chauffeurs ontevreden zijn,
zullen er minder voor Uber de weg op gaan, moeten
klanten langer op hun taxi wachten en is de omzet lager.
Volgens deze onverbiddelijke wetten van het kapita-
lisme zijn platformbedrijven dus gebaat bij tevreden plat-
formwerkers. Misschien wel daarom wordt de positie
van de platformwerker mondjesmaat beter. Uber-
chauffeurs in Frankrijk krijgen sinds deze maand een
ongevallenverzekering. Voor Deliveroo-koeriers is er
(alleen) een aansprakelijkheidsverzekering. In Duitsland
betaalt Deliveroo na lang aandringen en meerdere pro-
testacties van vakbond FAU koeriers een kilometerver-
goeding van tien cent ter compensatie van fietsrepara-
ties. Bij Helpling zijn schoonmakers verzekerd als ze per
ongeluk een emmer water omschoppen en het laminaat
van de klant opbolt bijvoorbeeld.
Waakhond overheidOndanks deze voorzichtige stappen in de goede richting
vind ik dat de overheid moet waken over eerlijk en
gezond werk. Dat betekent volgens mij dat je een plat-
form dat in het grijze gebied van opdrachtgever/werkge-
ver opereert, moet verplichten om werkers fatsoenlijk te
verzekeren, het minimumloon te betalen (ook als er
geen bestellingen zijn op tijden waarop dat wel te ver-
wachten is) en reparaties en afschrijvingen van werk-
materiaal te vergoeden. Dan pas profiteert iedereen van
de Uber-economie.
Uber voor alles van Rens Lieman verschijnt in februari
2018 bij Uitgeverij Business Contact.
Uber (VS, 2009) bemiddelt (met behulp van een app) tussen reizigers en
aanbieders van personenvervoer in 67 landen wereldwijd.
Helpling (Duitsland, 2014) is een online platform voor
schoonmaakhulp (vraag-aanbod) en inmiddels actief in meerdere Europese landen
waaronder Nederland.
Deliveroo (Verenigd Koninkrijk, 2013) werkt met fiets- of
scooterkoeriers bij het thuisbezorgen van maaltijden die afkomstig zijn van een reeks
aangesloten partnerrestaurants. Het bedrijf is inmiddels actief in Europa en Azië.
VoorpublicatieILLUSTRATIE ZOLTAN KORAÏ
TEKST RENS LIEMAN
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 1716 | OKTOBER | 2017
‘Weten is noggeen Doen’
E MATE VAN REDZAAMHEID wordt niet
alleen bepaald door iemands denkver-
mogen, maar vooral ook door
iemands doenvermogen: een plan
maken, in actie komen, volhouden en
kunnen omgaan met verleidingen en
tegenslag. Ook mensen met een goede
opleiding en een vermogen tot rationeel nadenken, kun-
nen tegen de grenzen van hun doenvermogen oplopen. Dit
stelt Mark Bovens, lid van de WRR en hoogleraar bestuurs-
kunde aan de Universiteit Utrecht. ‘Dat doenvermogen is
niet onuitputtelijk’, zegt hij. ‘Stressvolle omstandigheden,
baanverlies bijvoorbeeld, kunnen het aantasten.’ Dit terwijl
dit beroep op dat doenvermogen juist steeds sterker wordt,
vult Anne-Greet Keizer, research-fellow bij de WRR en pro-
jectcoördinator van Weten is nog geen doen aan. Er wordt
meer eigen verantwoordelijkheid gevraagd. ‘Op zich is dat
niet slecht,’ zegt ze, ‘want het geeft mensen ruimte om hun
eigen leven in te richten. Maar de opeenstapeling van
maatschappelijke druk en overheidseisen gaat het doen-
vermogen soms wel te boven.’
Dit geldt bijvoorbeeld in relatie tot de arbeidsmarkt, waar
banen voor het leven niet meer bestaan. Wie een baan
heeft, moet zijn employability op peil houden. En wie als
zzp’er werkt, moet veel zaken regelen. ‘De praktijk leert dat
zzp’ers dit lang niet altijd doen, geen pensioen of arbeidson-
geschiktheid regelen bijvoorbeeld’, zegt Bovens. ‘De over-
heid helpt hier zelf niet altijd om mensen redzaam te
maken, omdat ze geen rekening houdt met de grenzen aan
het doenvermogen.’
Haalbare stappenIn relatie tot werk verwijst Keizer naar de stress die baan-
verlies oplevert. ‘De impact is enorm’, zegt ze. ‘Aan de ene
kant zou je denken: laat zo iemand even tot rust komen.
Maar aan de andere kant weet je ook: hoe langer werkloos-
heid duurt, hoe moeilijker het wordt om weer aan de slag te
komen. Het geloof in eigen kunnen neemt af met de opeen-
stapeling van de faalervaringen die een grote hoeveelheid
sollicitatiebrieven zonder positief resultaat oplevert. Een
goed idee zou dus zijn om samen met zo iemand een tra-
ject met haalbare stappen op te zetten.’ Niet meteen dwin-
gen’, vult Bovens aan, ‘ook niet met boetes. Niet iemand met
rust laten, maar stapjes zetten. Iemand vragen in kaart te
MARK BOVENS HOOGLERAAR BESTUURSKUNDE
Overheid en samenleving stellen hoge eisen aan de redzaamheid van burgers. In het rapport Weten is nog geen doen pleit de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) bij monde van Mark Bovens en Anne-Greet Keizer voor een realistischer perspectief op die redzaamheid.
Professor dr. mr. Mark Bovens is lid van de WRR en hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht.
InterviewFOTO KOOS BREUKEL
TEKST FRANK VAN WIJCK
18 | OKTOBER | 2017
brengen wat hij kan en wil bijvoorbeeld. Iemand een cursus
laten volgen of eventueel aanbieden om even vrijwilligers-
werk te doen om actief te blijven.’
Keizer benadrukt dat hierbij na verloop van tijd wel de
druk om weer werk te vinden moet worden opgevoerd.
'Maar dan is de eerste stress achter de rug en is iemand
weer veel beter in staat om zelf actief op zoek te gaan naar
werk’, zegt ze.
Financieel adviesEen van de aanbevelingen in het rapport is pilots te starten
rond belangrijke life events zoals echtscheiding en baan-
verlies. ‘Het zou goed zijn om bij life events in kaart te bren-
gen wat er via ministeries en uitvoeringsorganen op
iemand afkomt’, zegt Bovens. ‘Dan kun je dat stroomlijnen
en proactiever zijn. Een mooi voorbeeld is Het Geldloket in
Amersfoort. Op de gevel staat: ‘Hebt u behoefte aan financi-
eel advies.’ Door het woord schuldhulpverlening te vermij-
den laten ze zien te begrijpen hoezeer schaamte over
schulden ervoor zorgt dat mensen te laat hulp zoeken. Om
het weer te relateren aan baanverlies: dat leidt vrij snel tot
een scherpe inkomensdaling met als gevolg financiële
stress. Reduceer dan de mentale belasting door als UWV
meteen in het eerste contact ook financieel advies tot
gespreksonderwerp te maken.’
Proactief benaderenDeze aanpak betekent automatisch dat vroegtijdig en
persoonlijk contact nodig is. Hoe verhoudt dit zich tot hoe
uitvoeringsorganen nu werken? ‘Dat verschilt nogal, maar
ze zijn er nu wel over aan het nadenken’, zegt Keizer.
‘Zorgverzekeraar CZ heeft een sterke businesscase op dit
gebied voor het voorkomen van problemen bij het niet
betalen van de zorgpremie. Al bij de eerste betaling die
wordt gemist, nemen ze telefonisch contact op met een
aanbod voor een betalingsregeling. Een aanpak die veel
beter werkt dan incassobureaus en sancties. De interventie
komt op een vroeg moment, als het water nog niet aan de
lippen staat en er dus nog geen reden is voor paniekvoetbal.’
Langs deze zelfde lijn is de WRR nu met een aantal grote
uitvoeringsorganisaties in gesprek. Bovens: ‘Ze zien zelf ook
dat ze weliswaar hun processen hebben geoptimaliseerd,
maar dat ze daarmee te weinig ruimte hebben gelaten voor
cliëntgericht werken. En ze willen nu de slag maken om
hier iets aan te doen. Dat kunnen ze ook, want ze beschik-
ken over de data op basis waarvan ze mensen in een vroe-
ger stadium proactief kunnen benaderen. Als UWV hoort
van een ontslaggolf bij een bedrijf, kan het bijvoorbeeld al
direct met medewerkers in gesprek gaan over de stappen
die zij moeten zetten om aan nieuw werk te komen – zoals
nu soms al gebeurt. Die actie komt dan op het moment dat
het doenvermogen van deze mensen nog redelijk intact is.’
Realistisch zijnWat zeggen de uitkomsten van het WRR-rapport over de
kans van slagen van de participatiesamenleving zoals de
overheid die voor ogen heeft? ‘Daar kunnen wij niets over
zeggen’, aldus Bovens. ‘We hebben het ideaal van redzaam-
heid als vertrekpunt genomen. Het is een ideaal dat veel
burgers op zich ook delen. Maar het moet wel op een realis-
tische manier worden vormgegeven, aansluitend bij de
beperking die mensen soms in die redzaamheid ervaren.
De overheid kan niet volstaan met voorlichting geven,
want zoals de titel van het rapport al stelt: weten is nog
geen doen.’
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 19
‘Mijn sollicitatie had een hoge ‘wauw-factor’’
FOTO
GR
AFI
E M
AU
RIT
S G
IES
EN
TE
KS
T R
EN
ÉE
SO
MM
ER
Anandi Grefkens (24) ‘Op villamedia.nl zag ik een vaca-ture voor socialmediaredacteur bij Allerhande, het blad van Albert Heijn. Er stond dat je 5 jaar ervaring moest hebben, maar ik dacht: ik probeer het gewoon. Ik heb een motivatie geschreven op Shorthand Social, een online programma via je Twitteraccount, waar je op een eenvoudige manier een mooi vorm-gegeven ‘story’ kunt schrijven. Die baan heb ik niet gekregen, maar mijn sollicitatie had wel zo’n hoge ‘wauw-factor’ dat ze mij belden of ik belangstelling had voor een startersfunctie. Inmiddels ben ik doorgegroeid naar digitaal redac-teur en onderhoud ik alle social-mediakanalen voor Allerhande. Als ik nu weer zou solliciteren zou ik misschien juist iets analoogs doen om op te vallen. Een taart sturen. Of een postduif. Maar dan wel met een verwijzing naar een eigen website of LinkedIn-profiel. Je kunt niet zonder tegenwoordig.’
Solliciteren 3.0Video's, website, social media; er zijn vele wegen die anno 2017 naar een baan leiden.‘ De processen zijn
geoptimaliseerd, maar er is weinig ruimte meer voor cliëntgericht werken’
Mark Bovens
Drs. Anne-Greet Keizer is research-fellow bij de WRR en projectcoördinator van Weten is nog geen doen.
MA
RTI
JN B
EE
KM
AN
Interview
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 2120 | OKTOBER | 2017
zekere dienstbetrekking en precaire arbeid, tus-
sen allochtoon en autochtoon, is een kloof tussen
arm en rijk. Hij is nu al zichtbaar bij de AOW-
prepensionering. Het onderzoeksbureau SEO rap-
porteerde in juli 2017 dat van mensen met lage
inkomens 51% vóór de AOW-leeftijd met pensioen
gaat. Bij de hoge en middeninkomens is dat 72%.
Y Y YDe kloof loopt ook nog langs een andere scheids-
lijn, te weten die tussen dragelijk werk en de
zware beroepen. Internationale verdragen van
de ILO [internationale arbeidsorganisatie, red.] en
de Raad van Europa schrijven voor dat bij een
verhoging van de pensioenleeftijd boven de 65
jaar, voorzieningen moeten worden getroffen
voor de zware beroepen. Maar dergelijke voorzie-
ningen zijn voor de AOW nooit gerealiseerd. Het
antwoord moet worden gevonden door de soci-
ale partners in de verschillende sectoren zelf.
Voor een deel komt dat antwoord in de vorm van
een toestroom van arbeidsongeschikten in hun
pensioenregelingen. De Volkskrant rapporteerde
in juli een verdubbeling bij het Pensioenfonds
Metaal en Techniek en een stijging van 20% bij
het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn.
Overigens is sinds 2016 ook het aantal WIA-
uitkeringen plotseling gaan stijgen. UWV weet
hiervoor nog geen duidelijke verklaring te vin-
den. Het arbeidsongeschiktheidsantwoord op
het vraagstuk van de zware beroepen is een
cynisch antwoord.
Y Y YNaar verluidt zijn sociale partners binnen de SER
zowel tegenstander van een verdere verhoging
van de AOW-pensioenleeftijd als voorstander
van een regeling voor zware beroepen. Het kabi-
net doet er goed aan om naar de geluiden uit de
polder te luisteren. Het keuzevrijheidsideaal van
het werkgelegenheidsbeleid voor ouderen kan
niet worden gerealiseerd zonder een eerlijk pen-
sioenstelsel. Daar moet nog het nodige aan wor-
den gesleuteld.
Gijsbert Vonk (Sittard, 1960) studeerde internationaal
recht in Amsterdam (UvA) en Londen (Queen Mary College), en promoveerde in 1990
aan de Universiteit van Tilburg op het proefschrift De coördinatie van bestaansminimum-
uitkeringen in de Europese Gemeenschap. Van 1993 tot 2006 was hij hoofd van de toen-
malige afdeling Recht en beleid van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Daarna werd hij
hoogleraar socialezekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ook was hij bijna
15 jaar bijzonder hoogleraar socialezekerheidsrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
N HET BOEKJE stond zo’n typische
economengrafiek met een x-as, een
y-as en enkele curves. De x-as verte-
genwoordigde het inkomen, de y-as
de vrije tijd en de curves maximale
combinaties tussen beide. Er was
een punt p waarin die combinatie
optimaal was en wat bleek? Dit punt correspon-
deerde precies met de leeftijd waarop het over-
grote deel van de Nederlanders met pensioen
ging. Die lag toen op 62 jaar en drie maanden of
zoiets, in ieder geval op een vrij exact punt dat
toevallig net samenviel met het moment dat de
fiscale voorwaarden voor vervroegde pensione-
ring het gunstigst waren.
Y Y YVoor de hoogleraar stond de uitkomst van zijn
onderzoek niet op zichzelf. Het vormde een
bewijs dat de economische theorie die uitgaat
van de calculerende, rationeel handelende per-
soon nog steeds richtinggevend is. Culturele of
sociale verklaringen zijn speculaties. Homo eco-
nomicus bestaat wel degelijk.
Y Y YOp internet zoek ik op wat de vertaling is van
‘oud’ of ‘bejaard’ in het latijn. Anus voor de vrouw
en Senex voor de man, zegt Google translate. In
dat geval toch maar beter: homo senex econo-
micus. Het huidige kabinetsbeleid is gericht op
het bevorderen van de arbeidsparticipatie van
ouderen. De fiscale vrijstellingen voor ver-
vroegde pensionering zijn aan banden gelegd
en de VUT-uitkeringen verdwenen. De AOW-
leeftijd is opgekrikt naar 67 jaar en de arbeids-
deelname van de AOW’er is bevorderd door
minder hoge eisen te stellen aan de arbeidsrech-
telijke verplichtingen voor de werkgever die
hem of haar te werk wil stellen.
De maatregelen zijn niet aan de homo senex
economicus voorbijgegaan. Lag de gemiddelde
pensioenleeftijd in 2000 nog op 61 jaar, nu is
deze opgelopen tot ruim 64 jaar. Intussen neemt
ook het aantal werknemers toe dat op het
moment van pensionering 65 jaar of ouder is. In
de afgelopen tien jaar is dit percentage vervier-
voudigd, aldus het CBS: van 15% in 2006 tot 62%
in 2016.
Y Y YBij zo’n onstuimige ontwikkeling vraag je je af
wat het einddoel is van de operatie ‘ouderen aan
de slag’. Welk ideaalbeeld of idee ligt eraan ten
grondslag? Afschaffing van het pensioen als
maatschappelijke werkelijkheid? Volledige
bejaardenwerkgelegenheid tot de dood erop
volgt? In Amerika zie je in bijna elke winkel en
pompstation wel een oude sok achter de kassa
staan. Maar wie weet dat één op de zes ouderen
in de Verenigde Staten onder de armoedegrens
leeft, realiseert zich dat achter dit ideaalbeeld
een grimmige werkelijkheid schuilgaat.
Wat is dan wel een ideale situatie? Ik zou zeggen:
langer doorwerken dan we gewend waren uiter-
aard, maar daarna vooral de vrijheid voor iedere
homo senex of anus om voor zichzelf het
gewenste optimum te kiezen tussen vrije tijd en
inkomen. Daarbij geldt wel als randvoorwaarde
dat deze afweging door iedereen op een gelijk-
waardige wijze moet kunnen worden gemaakt.
De keuzevrijheid mag niet verworden tot een
luxe die slechts is weggelegd voor de kansrijken
en welgestelden op de arbeidsmarkt.
Y Y YWat dat betreft beginnen zich enkele donkere
wolken boven ons hoofd samen te pakken. Het
kabinet-Rutte II heeft vrij geruisloos een techni-
sche aanpassing doorgevoerd met grote implica-
ties voor ons pensioenstelsel. Aanvankelijk zou
de verdere verhoging van de AOW-leeftijd na
2021 stapsgewijs plaatsvinden (om de vijf jaar).
Mooi, want dit staat dan een keer in de vijf jaar
een nieuwe politieke afweging toe. Maar inmid-
dels geldt dat er jaarlijks een indexering plaats-
vindt op basis van de stijging van de gemiddelde
levensverwachting. Het gaat in nu stappen van
drie maanden. Zo is in 2016 de leeftijd al op 67
jaar en drie maanden gesteld. Dit jaar zal deze
doorstijgen naar 67 jaar en zes maanden, vol-
gend jaar negen maanden, en dan stapje voor
stapje door naar 68, 69, 70 …
Y Y YOp deze wijze reist ons staatspensioen als
belofte voor ons uit. Elke keer dat je denkt dat je
er bijna bent, ligt de horizon weer wat verder.
Aanvullende pensioenen hoeven zich niet
noodzakelijk aan dit proces aan te passen. Deze
bieden juist faciliteiten om een eventueel AOW-
gat te helpen dichten. Het gevolg is dat een van
de basispijlers van ons pensioensysteem, te
weten de samenhang tussen AOW en aanvul-
lend pensioen, wordt doorbroken.
Dat is slecht nieuws voor mensen die voor hun
levensonderhoud grotendeels van de AOW
afhankelijk zijn. Driemaal raden wie dat zijn … De
kloof tussen hoog- en laagopgeleid, tussen de
Homo senex economicusDe tekst van die afscheidsrede kan ik nergens meer vinden. Het moet ruim tien jaar geleden zijn geweest. Een hoogleraar economie van de Vrije Universiteit, zijn naam ben ik vergeten, besprak de factoren die bepalen wanneer een persoon ophoudt met werken en met pensioen gaat.
‘Keuzevrijheid mag niet
verworden tot een luxe die
slechts is weggelegd voor
de kansrijken en welgestelden’
EssayILLUSTRATIE MARTYN F. OVERWEEL
TEKST GIJSBERT VONK
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 2322 | OKTOBER | 2017
Antoinette Hertsenberg presenteert sinds 1995 het veelbekeken consumentenprogramma Radar. Het programma past bij haar. Van jongs af aan trok zij zich het lot aan van kinderen die tussen wal en schip dreigden te vallen. Dat zij voor de studie sociaal-agogisch werk koos, was dan ook niet verrassend.
‘Het is bijna kafkaësk’
NA HAAR AFSTUDEREN vond
men haar nog te jong voor een
baan in deze richting.
Hertsenberg week uit naar de
Anti-Vivisectie-Stichting, ging
communicatie studeren en
werd projectleider bij de
Dierenbescherming. ‘Ik heb het altijd belangrijk gevon-
den om mij in te zetten voor een maatschappelijk belang
en om misstanden aan de kaak te stellen. Het zal de
wereldverbeteraar in mij zijn.’ In 1994 werd zij door de
TROS gespot tijdens een NOVA-uitzending over de jacht.
Nog geen jaar later bleek dat de TROS met haar een kijk-
cijferkanon in huis had gehaald. Radar trekt regelmatig
zo’n twee miljoen kijkers. Met de uitzendingen over onder
meer de woekerpolissen, de DSB-bank, Legio Lease en de
gezondheidszorg zette zij maatschappelijke misstanden
prominent op de kaart.
Afgelopen mei besteedde Radar Extra twee uitzendingen
aan de arbeidsmarkt voor ouderen onder de veelzeg-
gende titel: Kans op werk: 3 procent.
‘We maken het leven van deze mensen nodeloos inge-
wikkeld en zwaar. Ze raken verstrikt in een woud van
regels. Ik begrijp heel goed dat mensen ontmoedigd
raken. Het is de hoogste tijd dat voor deze groep het socia-
lezekerheidsstelsel wordt aangepast.’
Hoe kwam u op dit onderwerp? ‘Tijdens een brainstorm op de redactie kwam het ter
tafel. Iedereen, ook ik, kent wel een 50-plusser die
werkloos is geraakt en niet of alleen met de grootste
moeite nog een baan vindt. Vervolgens hebben we
enkele lijntjes uitgezet, waarop we al snel beet hadden.
Dan is het een kwestie van het zoeken naar de juiste
vorm en de juiste mensen. We maken een programma
voor een breed publiek, dus we proberen ook een
ANTOINETTE HERTSENBERG OVER KANSEN OP WERK VOOR OUDEREN
InterviewFOTOGRAFIE ROGIER VELDMAN (HH)
TEKST GERT HAGE
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 2524 | OKTOBER | 2017
ingewikkeld onderwerp als dit zo aantrekkelijk en toegan-
kelijk mogelijk te brengen. En dit is een onderwerp dat bij
ons past: een belangrijk maatschappelijk thema dat veel
mensen raakt, direct of indirect.’
Heeft het ook u geraakt?‘Ja, in de zin dat ik mij rot ben geschrokken van de hope-
loosheid van hun situatie. Wie ouder is dan 55 jaar heeft
10% kans op een volledige baan, boven de 60 is dat nog
maar 3%. Desondanks verwachten wij van hen dat zij ein-
deloos blijven solliciteren, cursussen volgen en wat al niet
meer, ook al weet iedereen dat het vrijwel zinloos is.
Omdat zij beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt,
mogen zij zich ook niet zomaar nuttig maken als vrijwilli-
ger. Hoe raar kan een systeem zijn. Het wordt nog vreem-
der als je, zoals Gerard uit onze uitzending, financieel
gestraft wordt als je met veel pijn en moeite een aantal
flexbaantjes weet te vinden. Hij was na een lang werkend
leven tijdens de crisis werkloos geraakt. Hij was toen even
boven de 50. Na een paar jaar WW wachtte hem de bij-
stand. Vele honderden sollicitaties draaiden op niks uit.
Gelukkig vond hij her en der wat flexwerk. Wat bleek?
Ondanks dat hij soms wel tachtig uur per maand werkte,
ging hij er financieel op achteruit. Dat had te maken met
het feit dat hij de hoofdprijs aan loonheffing betaalde.
Anderen worden voor het verrichten van betaald werk
gestraft met het verlies van huur- en zorgtoeslag, zodat
ook zij er netto op achteruit gaan. En weer een derde ziet
zich gedwongen eerst de overwaarde van het eigen huis
op te eten voordat hij of zij in aanmerking komt voor een
uitkering. Het is bijna kafkaësk. Het systeem houdt men-
sen gevangen aan de onderkant. Het maakt ze afhankelijk,
moedeloos en depressief.’
De reden dat het voor ouderen zo lastig is om een baan te vinden is dat werkgevers vrezen dat zij onvoldoende flexi-bel zijn en vaker ziek. Kunt u zich daar iets bij voorstellen?
‘Och, die werkgevers die dat zeggen zijn vaak zelf boven
de 50, dus hoe serieus moet je dat nemen? De 50-plussers
van nu zijn vitaler dan ooit, ze barsten van de energie. Dat
ze vaker ziek zijn wordt weersproken door de cijfers.
Bovendien zijn ze meestal uit de kleine kinderen, hebben
dus meer tijd beschikbaar en zijn daardoor flexibeler.
Voeg daarbij dat ze in de regel loyaler zijn aan hun werkge-
ver dan jongeren en het wordt echt heel raar dat niemand
hen ziet staan.’
Is het probleem binnen afzienbare tijd op te lossen?‘In de uitzendingen laten we twee voorstanders van het
onvoorwaardelijke basisinkomen aan het woord, Rutger
Bregman [historicus en publicist, o.a. van Gratis geld voor
iedereen, red.] en Guy Standing [Brits econoom, red.]. Ik
was altijd redelijk sceptisch over het idee, omdat ik dacht
dat het veel te duur was. Zij hebben mij enigszins weten te
overtuigen van de haalbaarheid ervan. Ik blijf kritisch,
maar ik vind op z’n minst dat we het een kans moeten
geven voor de groep oudere werklozen. Ik hoop dat er bin-
nenkort ruimte komt voor een experiment met het
onvoorwaardelijke basisinkomen voor 55-plussers. De
groep groeit en ze moeten door de almaar stijgende pensi-
oenleeftijd een langere periode zien te overbruggen. Met
het basisinkomen zijn zij in een klap verlost van al die
hopeloze regels die hun leven lastig, zo niet onmogelijk
maken. Dan worden zij niet langer financieel gestraft als zij
wat bijverdienen, mogen ze gaan samenwonen met hun
partner of met lotgenoten, wat een verlichting van de
vaste lasten betekent — en zijn ze eindelijk verlost van
allerlei overheidsinstanties die zich met hun leven
bemoeien. Morgen beginnen met dit experiment zou ik
zeggen.’
Blijft u bij dit onderwerp betrokken?‘Ik weet niet of we nog een uitzending over dit onderwerp
gaan maken, maar als gevolg van de overweldigende hoe-
veelheid aan reacties hebben we besloten een petitie op
te stellen. Daarin roepen we de politiek op om op korte ter-
mijn een experiment te starten met een basisinkomen
voor 55-plussers. De petitie is inmiddels door ruim zeven-
tigduizend mensen ondertekend. Helaas leeft het pro-
bleem meer in de samenleving dan bij de politici in Den
Haag. Ik hoop dat deze petitie daarin verandering brengt.
Het probleem is er groot en nijpend genoeg voor.’
‘Het is de hoogste tijd dat voor de oudere werkzoekende het socialezekerheidsstelsel wordt aangepast’
Antoinette Hertsenberg
Interview
FOTO
GR
AFI
E M
AU
RIT
S G
IES
EN
TE
KS
T R
EN
ÉE
SO
MM
ER
Ad Plugers (58) ‘Na tientallen sollicitaties was het duidelijk: werkgevers zagen alleen mijn leeftijd. Ik haalde mijn geboortedatum uit mijn cv, maar kreeg na gesprekken alsnog te horen dat ik “te duur” was; een verkapte manier om te zeggen: je bent te oud, hebt geen frisse ideeën meer en kan vast niet met computers overweg. Onzin, maar dat soort ideeën leeft bij werkgevers. Ik wilde ze toeroepen: hallo, ik ben meer dan een getal! Daarom maakte ik een ludieke website: adismeerdaneengetal.nl. Met foto’s en humor nam ik vooroordelen op de hak. Zo zie je mij bij de tekst “55+ers zijn niet van deze tijd…” chillen met de boys van Broederliefde. Ik kreeg veel publiciteit, honderden likes, shares en tweets. Werkgevers boden mij banen aan. Opeens wilden ze me wel. Ik koos voor Aqua Drolics, een bedrijf in waterspeeltoestellen, waar ik nu project engineer ben.’
‘Ad is meer dan een getal punt nl’
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 25
Solliciteren 3.0Video's, website, social media; er zijn vele wegen die anno 2017 naar een baan leiden.
Antoinette Hertsenberg (Den Haag, 1964) volgde een opleiding bij het Hoger Sociaal
Agogisch Onderwijs. Na haar studie werkte ze korte tijd in een
meidenwegloophuis en bij de Anti-Vivisectie-Stichting. In 1992
werd Hertsenberg projectleider en perswoordvoerder bij de
Dierenbescherming. Ze werd door de TROS benaderd nadat ze
in 1994 op tv in het programma Nova in debat was gegaan met
een jager. Zij raakte betrokken bij het consumentenprogramma
TROS Radar, als presentator en eindredacteur. Van 2006 tot 2008
was zij (interim-)directeur van de TROS. Van 2000 tot 2016
presenteerde Hertsenberg het programma Opgelicht?!.
Hertsenberg is overtuigd vegetariër en zevendedagsadventist.
Ze is getrouwd met Niko Koffeman, Eerste Kamerlid van de Partij
voor de Dieren. Samen hebben zij drie kinderen.
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2017 2726 | OKTOBER | 2017
Regio in Beeld 2017 is uit. Het jaarlijks verschijnende rapport biedt overzichten, trends en kansen op de 35 regionale arbeidsmarkten. Naast Werkgevers Servicepunten gebruiken vooral gemeenten ze als belangrijke bron bij het maken van arbeidsmarktbeleid.
Weten hoe de hazen lopen
AchtergrondILLUSTRATIE XF&M
TEKST ANNE-MARIE VERVELDE
REGIO IN BEELDRegio in Beeld is de jaarlijkse publicatie van 35 rapporten over alle 35 arbeidsmarktregio’s in Nederland. Actuele cijfers en grafieken laten per regio zien in welke beroepsgroepen sprake is van uitbreiding of krimp. Regio in Beeld verzorgt ook een duiding van de cijfers en geeft aan waar kansen en mogelijkheden liggen voor werkgevers en werkzoekenden.
NIEUW IN DE EDITIE 2017 Focus op groepen werkzoekenden die ondanks de banengroei
moeilijk aan werk komen, zoals migranten, laagopgeleiden, langdurig werklozen en mensen met beperkingen.
Concurrentiepositie van werkzoekenden: vergelijking van het aantal actief werkzoekenden en het vacatureaanbod per regio per beroepsrichting, zowel voor de totale markt als specifiek voor laagopgeleiden.
Actuele cijfers van de instroom van WW’ers in de bijstand.
Zowel een uitgebreide versie als een samenvatting van elk rapport is als pdf te downloaden op: werk.nl/arbeidsmarktinformatie onder Publicaties.
AT DE JUICHENDE krantenkoppen over de banen-
groei en de dalende werkloosheidscijfers niet voor
iedereen gelden, weten we inmiddels wel.
Bepaalde groepen werkzoekenden vinden over
het algemeen moeilijk een baan en in sommige
beroepsgroepen is krimp ontstaan. Ook maakt het
voor werkgevers en werkzoekenden nogal wat uit of ze in Eindhoven
of Amsterdam of in Twente of Friesland wonen of gevestigd zijn.
Tussen de 35 regio’s die Nederland rijk is, bestaan grote onderlinge
verschillen. Landelijke cijfers zijn dus allesbehalve een afspiegeling
van de regionale arbeidsmarkten. Om beleidsmakers, werkgevers en
andere partijen te informeren en te inspireren bij het creëren van
werkgelegenheid, publiceert UWV elk jaar Regio in Beeld, een verza-
meling van 35 rapporten over de 35 regionale arbeidsmarkten in
Nederland. ‘Want,’ zegt Tof Thissen, directeur Werkbedrijf UWV, ‘70%
van de beroepsbevolking werkt of zoekt werk in de eigen regio. Daar
moeten we mensen dus perspectief bieden. Om regionaal beleid te
kunnen maken is betrouwbare feitelijke informatie nodig: waar zit
uitbreiding, waar zit krimp, om welke beroepsgroepen gaat het?’
Scherp blijvenVooral gemeenten maken gebruik van Regio in Beeld. Omdat de
meeste gemeenten hun werkgelegenheidsinspanningen op
bepaalde doelgroepen richten, beschrijft Regio in Beeld dit jaar niet
meer het complete plaatje van een arbeidsmarkt, maar ligt de focus
vooral op werkzoekenden die moeilijk aan het werk komen. In de
ene regio zijn dat vooral 50-plussers, in een andere jongeren zonder
startkwalificatie, in een derde regio Wajongers. Vooral laagopgeleiden
krijgen dit jaar extra aandacht: welke beperkingen ervaren mensen
met een lage opleiding? Waar kunnen ze wel werk vinden? Speciaal
voor deze groep is een lijst met kansrijke beroepen samengesteld.
‘Regio in Beeld is voor mij een thermometer’, zeg Staf Depla,
wethouder Economie, Werk en inkomen en Beroepsonderwijs in
Eindhoven. ‘De landelijke trend is één ding, ik wil weten hoe het in
mijn regio gaat. Hoe doen wij het in vergelijking met andere regio’s?
Waar zitten aanknopingspunten, wat kunnen we voor mensen
betekenen? Naast Regio in Beeld houden de maandcijfers mij scherp.’
In Twente worden de cijfers uit Regio in Beeld en de maandelijkse
actualisatie uit de Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie opge-
nomen in de eigen regionale arbeidsmarktmonitor, vertelt Joop
Wikkerink, senior beleidsmedewerker Werk en Arbeidsmarkt bij de
gemeente Hengelo. ‘Vijf keer per jaar gaat die monitor uit naar de col-
leges en raden van de veertien gemeenten, sociale partners en
Twente Board, het samenwerkingsverband van ondernemers,
overheid, onderwijs en onderzoeksinstellingen. Wij voeren een
Twents arbeidsmarktbeleid en baseren ons daarbij grotendeels op
cijfers van UWV. Zo weten wij hoe de hazen lopen.’
Doorstroom naar bijstandDe 24 Friese gemeenten maken zich zorgen om de doorstroom van-
uit de WW naar de bijstand, vertelt Kim Reemer van Sociaal Domein
Fryslân, waarbinnen de gemeenten samenwerken onder meer op
het gebied van de Participatiewet. Zij zijn niet de enige, veel gemeen-
ten kijken enigszins angstig uit naar de nieuwe cijfers. Niet voor niets
is de doorstroom naar de bijstand een van de belangrijke thema’s in
Regio in Beeld 2017.
In de regio Groot-Amsterdam stelt het WerkgeversServicepunt van
UWV en gemeente elke maand een intern maandbericht op met
gebruikmaking van Regio in Beeld, vertelt Antoinette de Ruijter, senior
beleidsadviseur Werk en Inkomen in Amsterdam. ‘Belangrijk voor
ons is op dit moment het aantal mensen dat doorstroomt naar de bij-
stand. Het zou mooi zijn als we konden voorspellen welke mensen
uit de WW dit zullen doen, zodat we de krachten kunnen bundelen
om dit te voorkomen. De arbeidsmarkt trekt aan, mensen van boven
de 50 profiteren minder dan jongeren. Dat is echt iets waar we op
gaan inzetten. Voor de informatie rond de banenafspraak raadplegen
we ook andere bronnen, zoals de Regionale trendrapportages banen-
afspraak en de Monitor Arbeidsparticipatie. In Regio in Beeld komt dat
allemaal tamelijk compact terug, in combinatie met informatie over
vacatures en kansrijke sectoren, wat vooral voor het
Werkgeversservicepunt weer interessant is.’
28 | OKTOBER | 2017
FOTO
GR
AFI
E M
AU
RIT
S G
IES
EN
TE
KS
T R
EN
ÉE
SO
MM
ER
Sau-Ying Tu (24) ‘Ik wist waar ik wilde stagelopen: bij een artiestenmanagement-bureau van een vrouwelijke dj. Naar vacaturesites heb ik daarom nooit gekeken. Ik heb een mail gestuurd met drie zinnen en een link naar een video die ik zelf gemaakt had. Met foto’s van mezelf tegen een gefotoshopte achtergrond maakte ik duidelijk wat ik tot dan toe gedaan had qua opleiding en werkervaring. De informatie was vrij summier, maar het zei wel veel over mij als per-soon, denk ik. Toen ik uitgenodigd werd, zeiden ze dat een gesprek eigenlijk niet nodig was; ze had-den me op basis van mijn video sowieso een stageplaats aange-boden. Dat was dus een goede match. Ik ben daar een paar jaar gebleven. Ik werk nog steeds in de muziekbusiness en wil uitein-delijk mijn geld verdienen als dj met mijn eigen muziek. Ik denk trouwens dat een video niet altijd werkt; het hangt ook af van de functie. Zelf zou ik bij een advoca-tenbureau ook solliciteren met een creatief cv, misschien weer een video. Ik vind beeld en geluid zo veel krachtiger dan alleen tekst.’
‘Een gesprek was niet nodig’
Solliciteren 3.0Video's, website, social media; er zijn vele wegen die anno 2017 naar een baan leiden.