Msk

Post on 22-Dec-2014

1.620 views 0 download

description

 

Transcript of Msk

VGT voorjaar 2011

MSK vragen

70. Pyrophosphate arthropathy (ook wel genaamd CPPD = calcium pyrophosphate dihydrate cristal deposition) komt voor in de hand.

De voorkeurslokalisaties in de hand zijn de DIP- en PIP-gewrichten.

onjuist• Depositie van CPPD in en rond het

gewricht.

• Vaak alleen radiologisch /

asymptomatisch

• Soms pseudojicht en chronische

artritis.

– Voorkeur: knieen, polsen, heupen.

71. Hypertrofische osteoarthropathie wordt gekenmerkt door asymmetrische periostale verdikking.

onjuist

• Primair of secundair

– 95% secundair agv longaandoeningen.

• Ook marie Bamberger genoemd

• Regressie als onderliggende

aandoening wordt behandeld.

• Symmetrische periostale verdikking

72. Sclerose van het bot kenmerkt radiologisch de eerste fase van de ziekte van Paget.

onjuist• 3 fasen

– Lytische of “hete” fase: overactiviteit

osteoclasten

– Intermediate fase: abnormale

botvorming

– Late fase: conversie naar lamellair bot

• Wordt meestal pas herkend in 2e fase

73. Een conventioneel osteosarcoom ontstaat in >50% van de gevallen in de diafyse.

onjuist

• Jonge leeftijd, 5- 25 jaar

– Piekleeftijd 15 jaar, 2e piek rond 60-70 jaar

• Ontstaat in gebied van snelle groei

metafyse.

• Rond knie in dist femur / prox tibia.

– Ook in proximale humerus

74. Eén van de kenmerken van fibreuze dysplasie is corticale verdunning.

juist

• Meerdere presentaties

– In lange pijpbeenderen endostale

scalopping

– Sclerotische rand rondom de lucentie

 75. De solitaire vorm van het multipel myeloom heet plasmacytoom.

juist

• Solitaire variant = plasmacytoom

– Neoplastische proliferatie van plasmacellen

• Multipel myeloom meest voorkomende

primaire bottumor 95% > 40 jaar

• Ontstaat in rood beenmerg

• Lytische haard, smalle transitiezone, geen

sclerotische rand en geen calcificatie in matrix

 76. Een Morton’s neurinoom kleurt over het algemeen slechts licht aan na toediening van intraveneus gadolinium op MRI.

onjuist

• Perineurale fibrose met degeneratie vd

zenuw

– Repetitief trauma, associatie met hoge hakken.

–Man : vrouw 1 : 18

• Tussen MT2 en 3 of MT 3 en 4

• Meestal intense aankleuring op MRI

– Hoge vascular supply

77. Een belangrijk kenmerk van spondylodiscitis is aantasting van de dek- en sluitplaten.

juist

• Osteomyelitis icm discitis

– Beenmergoedeem en destructie discus

• Intervertebrale ruimte versmalt na

verloop van tijd.

• Complicaties: paraspinale en

epidurale abces

78. Een scoliosehoek kan worden gemeten volgens de methode van Cobb. Hierbij wordt de hoek gemeten langs de bovenste dekplaat van de meest craniale (de meest schuine) wervel van de scoliose ten opzichte van de horizontale lijn.

onjuist

79. Het syndroom van Klippel-Feil kenmerkt zich door een niet volledige segmentatie van de cervicale wervelcorpora op meerdere niveaus.

juist

• Ontbreken van cervicale

segmentatie

• Korte nek met verminderde cervicale

bewgingsuitslagen

– Icm nier, ruggenmerg en oorproblemen

• Ahw meerdere congenitale blokwervels

80. Bij het afbeelden van afwijkingen aan de wervelkolom is het juist benoemen van het aangedane niveau en het bepalen van het aantal wervels van belang.

Lumbale 3 is meestal de wervel met de langste processus transversi.

Dus juist

81. Bij het beschrijven van “dwarfisme” wordt o.a. gekeken of de extremiteiten verkort zijn en of de verkorting zich bevindt ter plaatse van de humeri en femora, de onderarmen en onderbenen of de handen en voeten.

Een verkorting van de bovenarmen en bovenbenen heet rhizomele verkorting.

juist

• Rhizomele: dichtbij de romp

• Acromele: bij de uiteinden (=handen

en voeten)

• Ertussenin: mesomele verkorting

• Veelal bij achondroplasie (70%)

– Ook vele andere oorzaken

 82. Met de term “comminutief” wordt bij de beschrijving van een fractuur bedoeld dat er fractuurdelen door de huid steken.

onjuist

• Bot is gebroken in meer dan 2

botfragmenten

• Een open fractuur wil zeggen dat er

botdelen door de huid heen steken.

83. Avasculaire necrose kan optreden na een dwarse fractuur door het scaphoïd.

De eventuele avasculaire necrose treedt op in de proximale pool.

juist

• Bloedvoorziening verloopt via distaal

– Zoals ook bij femurkop en talusrol

• bereikt via het bot de proximale pool.

– Indien fractuur enige bloedtoevoer

afgebroken

• Hoe langer je wacht, des te groter de kans

dat de bloedvoorziening stagneert.

84. Twee tot vier weken na denervatie van een spier ontstaan op MRI zichtbare afwijkingen.

In deze fase wordt dit gekenmerkt door een hoog signaal op T1-gewogen series.

onjuist

• T1 hoog: vervetting.

– Vindt pas plaats na maanden

irreversibel

• In week 2-4 geen afw aan spier.

• Daarna oedemateus, hoog op T2 fs.

85. Bij een Salter-Harris 2-fractuur loopt de fractuurlijn door de groeischijf en de metafyse.

86. Bij een Tossy graad 3 AC-luxatie is het coraco-claviculaire ligament intact.

onjuist

• Tossy graad 1: AC ligament verrekking (sprain),

intact.

• Graad 2: ruptuur van AC ligament,

coracoclaviculaire ligament intact.

• Graad 3: ruptuur van AC en coracoclaviculaire

ligament.

• Graad 4: dislocatie van de clavicula naar

posterior.

87. De radiocapitellaire lijn gaat, op een X-elleboog van suboptimale kwaliteit bij een kind, niet door het capitellum.

Alleen al op deze bevinding geeft u het onderzoek als afwijkend af.

juist

• Loopt van radiusschacht door capitellum.

– Indien niet: dislocatie/ subluxatie radiuskop

• Anterior humeral line loopt aan voorzijde

humerus naar beneden, moet door het

midden van capitellum.

– Indien niet: waarschijnlijk een fractuur

 89. Bij een DISI (“Dorsal Intercalated Segment Instability”) kantelt het os capitatum naar dorsaal.

onjuist

• Instabiliteit tussen carpale rijen zelf

• Proximale carpale rij voor stabiliteit

afhankelijk van positie radius en

distale rij carpalia “intercalated”.

• Meestal relatie tussen lunatum en

capitatum

90. Een Mallet fractuur is een fractuur van de volaire plaat.

Een Mallet vinger is een avulsie van de dorsale basis van de distale falanx. Hier hecht de extensor digitorum aan. Je kunt de distale phalanx dan niet meer extenderen, waardoor er een dwangstand ontstaat naar palmair.

Onjuist

91. Een normale symphysis pubis mag bij volwassenen maximaal 5 mm wijd zijn.

juist

92. Meniscuscysten zijn sterk geassocieerd met meniscusscheuren.

• In periferie van meniscus,

multiloculair

• Meestal laterale meniscus

– Grotere kans op een horizontale scheur

–Moeilijk onderscheid tussen

ganglioncyste of synoviale cyste.

 93. Het belangrijkste kenmerk van een pilonfractuur is een fractuur van de talus.

onjuist

• Talus botst met veel kracht verticaal tegen

tibia.

• Corticale bot tibia splijt en # loopt vaak

door tot in de metafyse

• Agv zowel laag als zeer hoog energetisch

trauma.

• Talus blijft intact

94. De hoek van Böhler is vergroot bij een Lisfranc fractuur.

onjuist

angle formed by intersection of line drawn from most cephalic point on tuberosity to highest point of posterior facet w/             line from latter to most cephalic part of posterior process of calcaneus;            - measures height of the posterior facet;    - normal range is 20-40 deg, hence comparison views of opposite calcaneus can be helpful;    - decreased tuber angle;          - in most cases, a decrease Bohler's angle implies fracture and disrupted of the posterior facet;          - persistent, severe decreases ( < 0 deg) ofthe tuber angle has been assoc w/ poor long term results, while minor changes                  may or may not be assoicatted w/ bad outcome;

173. De afgebeelde afwijking past bij een boteiland.

onjuist

174. 5-jarig jongetje met status na val. Het beeld past bij een pathologische fractuur.

De onderliggende afwijking is het meest waarschijnlijk een non-ossifying fibroma.

onjuist

175. Dit beeld past bij een loodvergiftiging.

juist

177. 14-jarige jongen met pijn in de knie.Beeld past bij een normale variant, het “dorsal patellar defect”.

juist