Post on 24-May-2015
Marian Huizenga-van den Brink
Vos, E., Dekkers, P. &
Reehorst, E. (2007). Verhalend ontwerpen. Een draaiboek. Groningen: Wolters- Noordhoff
verhaallijn episodes sleutelvragen incident(en) wandfries
Praktisch/kindniveau: schets van het verloop van een verhalend ontwerp (mentaalmodel)
leerkrachtniveau: hoe bereid je je als leerkracht voor en hoe begeleid je tijdens de uitvoering (Cognitieve strategie)
op coachingsniveau: hoe begeleid je leerkrachten volgens het 4C/ID-model
Beste neef Elmer, Hallo neef Elmer hoe gaat het met jou? Het is al weer een hele tijd geleden dat we elkaar hebben gezien. Met mij gaat het niet zo goed. Ik vind het niet zo leuk meer in het bos waar ik woon. De andere olifanten plagen mij steeds omdat ik een vel heb met allemaal bloemetjes er op. Ze noemen mij altijd ‘Bloempie’. Ik weet al niet eens meer hoe ik in het echt heet. Eigenlijk vind ik het helemaal niet leuk dat ze me niet gewoon bij mijn naam noemen. Als de andere olifanten spelletjes doen, mag ik nooit meedoen omdat ik een bloemetjesvel heb.Nou zit ik mij af te vragen hoe het in jouw bos is. Jij hebt ook een speciaal vel. Plagen ze jou er ook mee? Als dat niet zo is, dan wil ik wel een poosje bij jou komen wonen.Laat me gauw weten of ik bij jou kan komen wonen.
Vriendelijke groeten,De bloemetjes olifant
(sleutelvragen)
Episode 1: De brief van de Bloemetjesolifant (BO)
verhaallijn sleutelvragen (leer)activiteiten middelen organisatie
Er is een brief van de Bloemetjes olifant gekomen voor Elmer. Hij wil bij Elmer komen wonen. Hij wordt vaak geplaagd omdat hij er anders uitziet.
- Hoe zou de echte naam zijn v.d. BO? - Hoe zou de BO er uit zien? - Wat zou de BO voor olifant zijn? - Wat kunnen wij doen om ervoor te zorgen dat de BO het fijn zal hebben bij ons?
- Een naam bedenken die past bij een BO.- Gesprek over uiterlijk van de BO. - Karakterbeschrij-ving maken van de BO.- Bewustwording wat de kd. zelf fijn vinden en inleven in wat een ander fijn vindt. - BO tekenen (techniek).
- Behangpapier, wasco, - kopieën van olifant zonder kop en staart
- Kringgesprek
- 2 groepen: 1. groepswerk: BO + naam maken 2. individueel: tekening afmaken en ‘bloemetjesvel’ tekenen.
Uitgewerkt voorbeeld• Ondersteunende informatie: • Modelling example → Observeren van een
(leerkracht)expert die hardop uitlegt hoe hij een draaiboek ontwerpt, hoe hij leiding geeft bij de uitvoering van het draaiboek en met name hoe hij de kwaliteit van het draaiboek en de prestaties van de leerlingen evalueert.
• Mentaal model → Conceptueel model dat kennis omvat omtrent het maken van een draaiboek.
• Cognitieve strategie → SPA om ontwerpbeslissingen te nemen voor het ontwerpen van een draaiboek.
Voorbeelden van evaluatievragen: Fungeert de verhaallijn als een rijke context Is er voldoende aandacht voor identificatie
met de hoofdpersoon Roept de verhaallijn vragen op voor verdere
leeractiviteiten Doen de leeractiviteiten voor verschillende
domeinen (kern- en tussendoelen)
Episode 1: De brief van de Bloemetjesolifant (BO)
verhaallijn sleutelvragen (leer)activiteiten middelen organisatie
Er is een brief van de Bloemetjes olifant gekomen voor Elmer. Hij wil bij Elmer komen wonen. Hij wordt vaak geplaagd omdat hij er anders uitziet.
- Hoe zou de echte naam zijn v.d. BO? - Hoe zou de BO er uit zien? - Wat zou de BO voor olifant zijn? - Wat kunnen wij doen om ervoor te zorgen dat de BO het fijn zal hebben bij ons?
- Een naam bedenken die past bij een BO.- Gesprek over uiterlijk van de BO. - Karakterbeschrij-ving maken van de BO.- Bewustwording wat de kd. zelf fijn vinden en inleven in wat een ander fijn vindt. - BO tekenen (techniek).
- Behangpapier, wasco, - kopieën van olifant zonder kop en staart
- Kringgesprek
- 2 groepen: 1. groepswerk: BO + naam maken 2. individueel: tekening afmaken en ‘bloemetjesvel’ tekenen.
Uitgewerkt voorbeeld• Ondersteunende informatie: • Modelling example → Observeren van een
(leerkracht)expert die hardop uitlegt hoe hij een draaiboek ontwerpt, hoe hij leiding geeft bij de uitvoering van het draaiboek en met name hoe hij de kwaliteit van het draaiboek en de prestaties van de leerlingen evalueert.
• Mentaal model → Conceptueel model dat kennis omvat omtrent het maken van een draaiboek.
• Cognitieve strategie → SPA om ontwerpbeslissingen te nemen voor het ontwerpen van een draaiboek.
4 episodes:1. De brief van de Bloemetjes-
olifant2. Inrichten van een kamer voor Merel3. Merel weet niet wat ze mee moet nemen
als ze komt logeren4. Een welkomstfeest voor
Merel
Episode 1: de brief van de Bloemetjesolifant
verhaallijn sleutelvragen (leer)activiteiten middelen organisatie
Er is een brief van de Bloemetjes olifant gekomen voor Elmer. Hij wil bij Elmer komen wonen. Hij wordt vaak geplaagd omdat hij er anders uitziet. Episode 2: een slaapplek voor Merel
Enz.
- Hoe zou de echte naam zijn v.d. BO? - Hoe zou de BO er uit zien? - Wat zou de BO voor olifant zijn? - Wat kunnen wij doen om ervoor te zorgen dat de BO het fijn zal hebben bij ons?
- Een naam bedenken die past bij een BO.- Gesprek over uiterlijk van de BO. - Karakterbeschrij-ving maken van de BO.- Bewustwording wat de kd. zelf fijn vinden en inleven in wat een ander fijn vindt. - BO tekenen (techniek).
- Behangpapier, wasco, - kopieën van olifant zonder kop en staart
- Kringgesprek - 2 groepen: 1. groepswerk: BO + naam maken 2. individueel: tekening afmaken en ‘bloemetjesvel’ tekenen.
Vaardigheden Performancedoelen
Verhaallijn bedenken
Een verhaallijn bedenken die aansprekend is voor de doel/leeftijdsgroep en een duidelijk plot heeft:- een eenvoudig en duidelijk plot bedenken- Alleen gebeurtenissen en verhaalfiguren opnemen die een duidelijke functie hebben- Beoogde leerdoelen zijn een logisch gevolg van het verhaal (functioneel)- Het verhaal geeft structuur en houvast geeft aan de kinderen (betekenisvolle context)
Sleutelvragen bedenken
Vragen bedenken die tot doel hebben de kinderen te interesseren, te activeren of te laten reflecteren, waardoor de kinderen worden uitgedaagd om actief naar antwoorden te zoeken- De eerste vragen gaan over ervaringen en verhalen - De vragen zijn niet te beantwoorden met een rechtstreeks oordeel goed of fout - Er is meer dan één antwoord mogelijk
Welke volgorde in de aanbieding van de lessen heeft uw voorkeur?
Waarom?
cluster 1 cluster 2 cluster 3
Evalueren van het draaiboek en de uitvoering, op basis van een gegeven draaiboek en beschrijving van de uitvoering
Evalueren van het draaiboek en de uitvoering, op basis van een gegeven draaiboek+ uitvoeren van het draaiboek
Evalueren van het draaiboek en de uitvoering+ uitvoeren van het draaiboek + ontwerpen van het draaiboek
Cluster 1 Cluster 2 Cluster 3
Taakklasse 1:Leertaak 1.1 Uitgewerkt voorbeeld Leertaak 1.2 Omgekeerd probleemLeertaak 1.3 Imitatieprobleem
Taakklasse 2:Leertaak 2.1 Uitgewerkt voorbeeldLeertaak 2.2 Doelvrij probleemLeertaak 2.3 Conventioneel probleem
Taakklasse 3:Leertaak 3.1 ImitatieprobleemLeertaak 3.2 AanvulprobleemLeertaak 3.3 Conventioneel probleem
Modelling example Mentale modellen Cognitieve strategieën Cognitieve feedback
Observeren een (leerkracht)expert die hardop denkend uitlegt hoe hij bijvoorbeeld het draaiboek zou uitvoeren.
• overeenkomsten en verschillen laten benoemen tussen het voorbeeldmateriaal en eigen ontworpen materiaal.
• Beschrijven wat de belangrijkste karakteristieken zijn van bijv. een uitdagende startactiviteit en een grootse afsluiting.
• voorspellen wat de leeruitkomsten zullen zijn.• formuleren wat eigen leerdoelen zijn in de
laatste taakklasse van dit cluster.
Mentale modellen Cognitieve strategieën
Structureel model van het stellen van sleutelvragen.
Conceptueel model van het voeren van een Socratisch gesprek.
SPA voor het stellen van sleutelvragen.
SPA voor het toepassen van de Socratische methode van vragenstellen.
• Vragen die niet te beantwoorden zijn met een rechtstreeks oordeel goed of fout
• Meer dan één antwoord mogelijk• De vragen zetten aan tot analyseren en nadenken• De vragen doen een beroep op verbeelding van de
leerlingen• De vragen bieden kinderen gelegenheid om hun eigen
ervaring weer te geven• De vragen maken het de kinderen mogelijk de eigen
voorkennis te activeren• De wijze van vragen geeft de kinderen een veilig gevoel• De wijze van vragen geeft de kinderen hun eigen
verantwoordelijkheid• De wijze van vragen leidt tot nieuwe vragen, met name
vragen die door de kinderen zelf worden gesteldStel een SPA samen bij het bovenstaande
mentale model
marian.huizenga@hetnet.nl