SpecIaL tekSt BeeLd ‘Voorbeeld van Portaal zal een enorme ......SpecIaL tekSt TOm HuIZeNGA | BeeLd...
Transcript of SpecIaL tekSt BeeLd ‘Voorbeeld van Portaal zal een enorme ......SpecIaL tekSt TOm HuIZeNGA | BeeLd...
SpecIaL tekSt TOm HuIZeNGA | BeeLd Tu DeLfT
Hebben we het bij Portaal over een trend?“Ja, er tekent zich op dit moment echt een
trend af om de netto contante waarde als
uitgangspunt te gaan nemen. Dat dus
nieuwbouw én exploitatie, oftewel de totale
levenscyclus van een pand de basis vormen
voor de besluitvorming over investeren. Je
ziet dat al vaker bij nieuwbouw, net zoals
dat duidelijk wordt in het verhaal van
Portaal. Het is goed dat je minstens net
zoveel aandacht besteedt aan onderhoud als
aan nieuwbouw. Dat gebeurt niet alleen bij
Portaal, maar ik ken ook andere corporaties
die dat doen. Het zijn belangrijke voor-
beelden die echt navolging zullen krijgen.”
in welke context moeten we deze trend zien? “Tien jaar geleden zette deze trend zich al
in bij de rijksoverheid en de gemeenten. De
meest vergaande contractvorm is een
DBFMO. Dat zijn geïntegreerde contracten
van 20 tot 35 jaar waarbij de opdrachtgever
zowel het ontwerp, de uitvoering, het
beheer, het onderhoud, facilitaire taken en
ook een deel van de voorfinanciering
weglegt bij een consortium. Dit op basis van
een vraag die slechts functioneel in hoofd-
lijnen is omschreven. De afgelopen tien jaar
zie je dat geïntegreerde contractvormen bij
het Rijk bij de grote projecten ongeveer de
helft uitmaken ten opzichte van het totaal
aantal aanbestedingen.”
Voorziet u dezelfde verschuiving bij corporaties? “We staan naar mijn mening nu aan de
vooravond van een tweede belangrijke
verschuiving. Er duiken steeds meer voor-
beelden op van nieuwe samenwerkings-
vormen, waarbij het ontwerp, de uitvoering,
en het beheer en onderhoud en zelfs het
energieverbruik aan consortia wordt
overgelaten. Mijn verwachting is dat deze
vorm bij de corporaties over tien jaar ook
DeLFT – Voor marleen Hermans, hoogleraar publiek opdrachtgeverschap aan de faculteit Bouwkunde van de Tu Delft, is het geen verrassing dat corporaties consortia kiezen om een plan uit te laten werken en uit te laten voeren voor nieuwbouw, energiebesparing plús het onderhoud op de lange termijn. ‘Het zijn goede voorbeelden die binnen nu en tien jaar een enorme vlucht zullen gaan nemen’, voorspelt ze. ‘net zo’n vlucht als dat dat nu al bij publieke opdrachtgevers genomen heeft: het rijk zet de helft van de contracten voor grote projecten inmiddels geïntegreerd in de markt en ook het aantal gemeenten dat geïntegreerd contracteert groeit hard.’
‘Voorbeeld van Portaal zal een enorme vlucht gaan nemen’
Marleen Hermans (© TU Delft/photo by Job Jansweijer)
24 | OnderhoudNL MagaZINe | Nummer 6-2014
oploopt naar een aanzienlijk marktaandeel.
Het regulier aanbesteden aan de hand van
een bestek zal dan weliswaar niet geheel
verdwenen zijn - zeker niet voor de kleinere
opgaven - maar heeft er een andere en
concurrerende manier van aanbesteden bij
gekregen.”
Werkt deze verschuiving door naar onderhoud? “Zeker. Langzamerhand schuift een
integrale aanpak met integrale contracten
op naar de bestaande bebouwing, zoals bij
renovaties. De crisis speelt daarbij ook een
rol. De nieuwbouw is onderuit gegaan en
vastgoed stijgt niet meer als vanzelf-
sprekend in waarde. Dus ligt de focus bij
bestaande gebouwen. Steeds meer dringt het
besef door dat er met andere en nieuwe
samenwerkingsvormen een enorme winst te
boeken valt qua kwaliteit, prijszekerheid en
het indekken van risico’s. Dat is extra
interessant gezien de kosten bij het
renoveren, verduurzamen en energiezuinig
maken van huurwoningen.”
‘Het is goed dat je minstens net zoveel aandacht besteedt aan onderhoud als
aan nieuwbouw’
Zijn er nu al concrete voorbeelden te noemen?”Het eerste grote project is de Stroom-
versnelling, een initiatief van minister Blok
om in totaal 110.000 huurwoningen energie-
zuiniger te maken. Met de oude energie-
nota, die huurders blijven betalen, wordt de
investering betaald. Ook in Rotterdam wordt
een deel van de energiebesparing gebruikt
om de investering te financieren. Dat
gebeurt nu bijvoorbeeld bij verduurzamen
van zwembaden in
Rotterdam. Verder lopen er
nog veel meer en andere
projecten in Nederland.”
Zijn er randvoorwaarden voor deze omslag? “Nieuwe samenwerkings-
vormen stellen nieuwe
eisen. De opdrachtgever
moet in staat zijn om de
eigen doelen en ambities
goed en functioneel te
formuleren, liefst op één
A-viertje. En de opdracht-
nemer moet kunnen
bedenken wat de beste,
slimste, goedkoopste en
meest bewonersvriendelijke
aanpak is. Maar let wel op:
bouwbedrijven of onder-
houdsbedrijven hebben echt
niet het alleenrecht. Grote
installatiebedrijven of
facilitaire dienstverleners
kunnen onderhoud aan hun
totaalpakket toevoegen.
Maar je kunt het ook
omkeren door zélf installa-
tie of facilitaire dienstverle-
ning aan te gaan bieden.” n
‘Voorbeeld van Portaal zal een enorme vlucht gaan nemen’
Marleen hermansSinds 1 januari 2014 is Marleen Hermans voor twee dagen in de week
aangesteld als hoogleraar publiek opdrachtgeverschap in de bouw aan
de TU Delft. De rest van de week werkt ze bij Brink Management &
Advies. Daarvoor was Hermans jarenlang actief bij de Rijksgebouwen
dienst om onder andere geïntegreerde contracten te introduceren.
Ze promoveerde op het onderwerp prestatiebeheersing tijdens de
exploitatiefase. Als hoogleraar streeft ze er ernaar om aan te geven wat
goed publiek opdrachtgeverschap inhoudt. Daar past ook de rol en het
belang van duurzaamheid en de culturele waarde bij. Evenals het
nadenken over passende organisatiestructuren en afwegingskaders voor
nieuwe samenwerkingsvormen.
Ook lector herkent zich in geschetste tendens
“Ik zie ook wel een tendens dat
corporaties steeds vaker vragen om bij
nieuwbouw ook de onderhoudskosten
van de levenscyclus te betrekken. En
dat het consortium op basis daarvan
de uitvoering van de nieuwbouw voor
zijn rekening nam. Corporatie Wonion
gaf daar de aftrap voor en je ziet het
steeds meer gebeuren. Het is een
groeimarkt, maar percentages durf ik
niet te noemen omdat er meerdere
gunningsvormen zijn. Wat nog wel
bijzonder is en blijft, is dat hetzelfde
consortium óók gelijk het complete
onderhoud voor de langere termijn
krijgt. Maar dat zou wel een logische
vervolgstap zijn.”
Vincent
Gruis, lector
Vernieuwend
Vastgoed-
beheer,
TU Delft
OnderhoudNL MagaZINe | Nummer 6-2014 | 25