Invloed van multimedia consumptie op het zich ontwikkelende brein Katinka Franken Stephan Gemsa...

Post on 24-May-2015

217 views 0 download

Transcript of Invloed van multimedia consumptie op het zich ontwikkelende brein Katinka Franken Stephan Gemsa...

Invloed van multimedia consumptie op het zich

ontwikkelende brein

Katinka FrankenStephan Gemsa

Apeldoorn 7 oktober 2011

Woord vooraf

• Een polariserende discussie waar feiten ge-/misbruikt worden: manipulatie en mening naast gedegen onderzoek

• In 45 minuten staan we stil bij lopende denkprocessen binnen psychiatrie, neuropsychologie & pedagogiek

Doelen

• Handvatten voor meningvorming: Is er überhaupt sprake van een probleem?

• Overzicht stromingen binnen huidige discussie

• Opfris kennis over belangrijke stadia van de hersenontwikkeling en kwetsbaarheid kinderbrein

Indeling• Korte opdracht• Feiten !?• Overzicht hersenontwikkeling• Het kwetsbare kinder- en

puberbrein• Stellingen • Filmfragment computergame• Discussie

Opdracht

• Geeft multimedia consumptie meer kans of juist meer risico voor de ontwikkeling van het jonge kind of adolescent?

• Schets je eigen visie

Feiten

Jeugd en social media

Ontwikkeling huidige jeugdcultuur verloopt anders dan vroeger

Waar scholen, ouders en lokale gemeenschap de traditionele instituten met betrekking tot socialiseren waren, is het nu vooral de invloed van social media, en dan met name buiten de school

Van den Beems, A. (2010) Interactive Media Practises of

Young People (Proefschrift) Universiteit van Utrecht

Gebruik sociale netwerken bij 16-25 jarigen in Europa(2010)

Internet gebruik• Tieners (11–16 jaar) zijn gemiddeld 10,4

uur per week online (+ 12 uur TV gemiddeld!!)

• 85% van de 12–18 jarigen is online zonder dat ouders toezien op het surfgedrag

• 37% krijgt op school geen les over internetgebruik

Studeren 2009

Gaming

99% van 8–12 jarigen in Nederland speelt games (PC, PS 3, Wii, etc.)

Generation y kinderenVan de 2-jarige Amerikaanse kinderen

van Generatie Y-moeders gebruikt34% een laptop (vergeleken met 29%

van de kinderen van Generatie X-moeders)

34% een mobiele telefoon (26%)33% een smart phone (20%)30% een digitale camera (18%)21% een iPod (13%)13% speelt videogames (8%)

Mediagebruik peuters

Voor hele jonge kinderen (0-3 jaar) is er tegenwoordig een uitgebreid media aanbod

Dagelijks worden ze 1 à 2 uur blootgesteld aan media

(Coyl, 2009)

Gaming in NL

Gevolgen mediagebruik• Bij jongeren steeds later (tot 1 ½ uur) afgeven van

Melatonine → later inslapen en laat opstaan: continue jetlag• Jongeren die 's avonds nog gamen, internetten of met gsm

bezig zijn, gaan later naar bed, liggen langer wakker en hebben kortere slaapduur (onderzoek VU Brussel bij 1.298 personen 14-20 jaar)

• Verder uit dat onderzoek: Op de 10 jongeren hebben– 8 een gsm– 5 een eigen computer– 4 een televisie op de kamer– 3 een Playstation

• Algemene vaststelling: 49,7% van jongeren lijdt aan slaaptekort

• Ruim 30% veel tot heel veel slaperigheid tijdens de les

Gevolgen mediagebruik

• Mediaconsumptie heeft positieve invloed op taalontwikkeling van kinderen, en ook op begrip van situaties (Linebarger & Vaala, 2010)

• Studies uit de jaren 2008 – 2010: Er is een causaal verband tussen bovengemiddelde media consumptie en obesitas

Gevolgen mediagebruik

In sommige studies: Intensiteit mediagebruik

meer aandachtsproblemen op school

Gevolgen mediagebruik

Agressieve computerspelletjes

Bij jongeren tussen 16-20 jaar (onderzoek in VS, 2002):

1 uur geweld kijken → later 5,7% gewelddadig gedrag

3 uur geweld kijken → later 28,8% gewelddadig gedrag

Vooral bij kinderen 10-12 jaar schadelijk vanwege internaliseren morele normen, die ze de rest van hun leven meedragen

Kind wordt beloond voor geweld, krijgt geen realistische feedback

Voorbeelden

Voorbeeld

Agressie en breinontwikkelingDoor schietschijven (WO2) te vervangen door

mensachtige borden in het leger (Vietnam): doelgericht schieten van 15 naar 90%.

MRI onderzoek met 44 jongeren: Spelen agressieve pc spelletjes → op korte termijn: activatie amygdala en minder functioneren frontaal kwab

Na meer dan 50 min spelen → dopamineproductie verdubbeld, extra effect bij succesvol spelen → geluksgevoel leidt tot verslaving

Theorieën effecten agressieve pc spellen

1. Katharsistheorie: kijken naar geweld → ontlading → minder geweldgebruik in ADL

2. Inhibitietheorie: Kijken naar geweld → angst → voorkomt gewelddadigheid

3. Stimulatietheorie: kijken naar geweld → voorbeeldfunctie → geweld neemt toe

4. Gewenningstheorie: kijken naar geweld → je went aan geweld, wat afstompt → minder empathie → toename geweld

5. Spiegelneuronen: kijken naar geweld → in brein associaties krijgen plezier én ander letsel toebrengen

Hersenontwikkeling

Ontwikkeling grijze stof

•6-18 wk zwangerschap: stamcellen worden zenuwcellen; vorming brein in sneller tempo dan alle andere organen (in toptijden: 250.000 neuronen per minuut)•Met 4 mnd: basale breinstructuren gevormd

Ontwikkeling witte stof• Sterkste groei: 12 wk zwangerschap tot 3 jaar• Tot 12 jaar vertraging en nog langzamere groei tot 25 jaar

• Tot 1-2 jaar: split brain• 6 jaar: corpus callosum• 6-12 jaar: frontaal kwab• Puberteit: prefrontale cortex

Witte stof drie ontwikkelingsrichtingen

• Onder - boven• Achter - voor

• Rechts - links

Ontwikkeling achter-voorPrimair: neuronen:

onderscheiden binnen modaliteit

Secundair: modulaire verbindingen:

betekenisverlening modaliteit

Tertiair: sensorische integratie:

conceptualisatie

Ontwikkeling rechts - links

RH: Vanuit integratie/holistische benadering nieuwe informatie eigen maken

LH: Informatie automatiseren, routinematig toepassen van kennis, gebruikmaken van taal

Ontwikkeling onder - bovenCortex (blauw):

doelbewust gedrag

Limbisch systeem (rood): emoties en geheugen

Hersenstam (geel):

overleving

Verandering kinderbrein1. Snoeiproces: volume grijze stof neemt af, vooral in frontale en parietale hersengebieden → verbeteren doelmatigheid informatieverwerking

2. Myelinisatie: witte stof neemt toe tot ruim in volwassenheid → versnellen informatieverwerking

Individuele verschillen door verschillen in– genetische en omgevingsfactoren– verandering hormoonspiegels

PuberbreinHersenen nog volop in ontwikkeling → disbalans:

Extreme activiteit in amygdala (waaghalsgedrag)↕

Onvoldoende rijping prefrontale cortex (nadenken over consequenties van gedrag)→ onvoldoende controleren/ remmen amygdala

Emotie sturende breingebieden > Verstandige breingebieden!

Twee typen gedragsregulering

1. Exogeen: reflectorisch (reactie op externe stimulus)

2. Endogeen: willekeurige bewuste reactie ahv intern plan

Pubers: exogeen > endogeen → geen planning / maken geen keuzes / geen onderdrukking van peer pressure / korte termijn denken / gebrek aan overzicht / impulsief gedrag

Bij volwassenen door volgroeide prefrontale cortex: endogeen > exogeen:

Verklaring: gebruik van hulpbronnen!

Emotieherkenning bij adolescenten

•Boos/angstig gezicht → activiteit in amygdala bij volwassenen•Ambigue informatie (neutraal gezicht) → activiteit in amygdala bij adolescenten 10-12 jaar

•Adolescenten neigen tot overgevoelig reageren: onbeduidende gebeurtenis → extreme emotionele reactie: ♂ gedurende hele adolescentie, ♀ vooral in begin van adolescentie•Emotieherkenning: ♀ beter dan ♂ doordat ♀ eerder frontale activiteit hebben

Amygdala heeft hulpbron nodig om ambiguïteit emotieherkenning op te lossen

Volwassenen: 6 hulpbronnen

1. Orbitofrontale cortex: rationele beslissingen

2. Dorsolaterale frontale cortex: Impulsbeheersing

3. Ventrolaterale cortex: Inhibitie irrelevante stimuli

4. Anterior cingulate cortex: Flexibel denken

5. Nucleus accumbens: Lange termijn denken

6. Inferieure partietale cortex: Werkgeheugen

Extra problemen bij pubers•lichamelijke metamorfose kind naar puber → onzekerheid / stemmingswisselingen•planningsproblemen → uitstellen huiswerk / taken•gebrek aan overzicht → risicogedrag •steeds meer afstand van ouders → autoriteitsproblemen / conflicten

Pubers zien niet hun onrijpe hersenen, maar vooral ouders als probleem. Ouders zijn hun plaatsvervangende prefrontale cortex (zorgen voor planning, organisatie, morele kaders, grenzen)

Kwetsbaarheid kinderbrein

•Hersenen zijn nog volop in ontwikkeling → veel grotere kans op permanente schade dan bij volwassenen

•Openbaring hersenaandoeningen in puberteit, zoals schizofrenie

•Slapen: belangrijk voor verwerking, staat bij pubers onder druk

Puberbrein extra kwetsbaar•Van de verkeersongevallen is 25% 15-24 jaar, terwijl pubers slechts 4% van bevolking vertegenwoordigen. Door stoer en roekeloos gedrag in verkeer nemen ze te hoge risico’s.

•30% van bromfietsslachtoffers is 16-17 jaar. Ze dragen vaak geen helm, rijden hard en roekeloos. Kans op hersenletsel is enorm.

Puberbrein extra kwetsbaarAdolescenten gaan experimenteren.. alcohol, wiet, EXT, nicotine, gokken, spelverslaving…..

Factoren-groepsdruk bij leeftijdgenoten-‘je komt er meer volwassen mee over’-rolgedrag van ouders: als ouder rookt of drinkt is kans dat kind dit gaat doen enorm verhoogd

Puberbrein extra kwetsbaar

•In Nederland: 33% van jongeren tussen 10 en 17 jaar pleegt een delict (diefstal, inbraken, vernielingen, geweldpleging)

•Na 17 jaar neemt aantal delicten af

Stellingen

Stellingen

• ‘Internetten maakt ons slimmer. Jonge mensen leren via games sneller en efficiënter lastige beslissingen te nemen’

Pieter Roelfsema, hoogleraar neurobiologie VU

• ‘Personen die `verslaafd` zijn aan multi-tasken kunnen zich moeilijker concentreren op taken die veel aandacht vergen en raken sneller overbelast’

Niels Taatgen, hoogleraar kunstmatige intelligentie RUG

Stellingen

‘Neurale circuits in hersenen die belast zijn met scannen verstevigen en breiden zich uit, terwijl circuits die vereist zijn om diep en geconcentreerd te lezen en denken juist verzwakken of zelfs verdwijnen’

Nicholas Carr `The Shallows: what the internet is doing to our brains`

Stellingen

‘Televisie, computergames, multi-tasking en internet hebben voor nieuwe cognitieve vermogens gezorgd, terwijl andere zijn afgenomen; multi-tasking staat een dieper begrip van informatie in de weg, kritisch en analytisch denkvermogen neemt af‘

Patricia Greenfield, prof in psychologie Universiteit Los Angeles

Conclusie

• Toename media consumptie vanaf geboorte is een feit

• Er is te weinig helderheid over gouden weg jongeren te leren hoe om te gaan met multimedia

• Intergenerationele verschillen zorgen voor communicatieproblemen

Conclusie

• Media consumptie heeft invloed op somatische processen (obesitas)

• Media consumptie heeft invloed op de neurofysiologische processen (stress, fight and flight, concentratie)

• Media consumptie heeft invloed op neuroanatomische processen (amygdala, frontaalkwab, spraakcentra)

Discussie• Hoe omgaan met de feiten?

• Wat zouden onderzoeksvragen kunnen zijn?

• Conclusies voor eigen situatie?!

• Status van e Health?

Dank voor jullie aandacht

Katinka Franken

Stephan Gemsa