Forensisch psychiatrisch onderzoek in Vlaanderen...• Laag IQ: 81 (WAIS-III) • 71% comorbiditeit...

Post on 13-Mar-2021

1 views 0 download

Transcript of Forensisch psychiatrisch onderzoek in Vlaanderen...• Laag IQ: 81 (WAIS-III) • 71% comorbiditeit...

Forensisch psychiatrisch onderzoek in Vlaanderen

Kenniscentrum Forensisch Psychiatrische Zorg OPZC

i.s.m. medium security units

Team KeFor

• Projectcoördinator

Inge Jeandarme; psychiater

• Onderzoekers Dr. Petra Habets; psychologe

• Claudia Pouls; criminologe

Recidive medium security

Jeandarme, I., Habets, P., Oei, T. I., & Bogaerts, S. (2016). Reconviction and revocation rates in Flanders after

medium security treatment. International Journal of Law and Psychiatry. doi: 10.1016/j.ijlp.2016.02.033

Medium security onderzoek 2001-2010

Opgesloten (n = 498)

Ontslag na medium Security (n = 502)

VOP low security (n = 448)

VOP naar medium security (N = 531)

Geen ontslag medium security gedurende studie (n = 29)

Definitief vrijgesteld gedurende studieperiode (n = 69)

Low security behandeling (n = 33)

PROFIEL MEDIUM SECURITY POPULATIE N = 531

Sociaal

• Stabiel werkverleden: 31%

• Stabiel relatieverleden: 43%

• Zorg (stief)kinderen: 12%

• Verenigingsleven: 13%

• Vriendschap: 21%

• 71% laag sociaal competent (cave missings)

• 24% volgde bijzonder onderwijs

• Igv gewoon onderwijs: 25% behaalt diploma SO

Juridisch

• Indexdelict

– 77% geweldsdelict

• Antecedenten

– Meerderheid justitiële antecedenten (84%); 80% eerdere

veroordelingen en 35% eerdere interneringen

– Meerderheid (seksueel) geweldsantecedent (93%)

– Gemiddeld 4 detenties en gemiddelde detentieduur 5 jaar

Psychiatrisch

• Meerderheid al opgenomen in reguliere GGZ (82%)

• Laag IQ: 81 (WAIS-III)

• 71% comorbiditeit as I – as II

• Meest voorkomende DSM-IV diagnoses

– Persoonlijkheidsstoornis: 71%

– Verslaving: 57%

– Psychose: 44%

– Verstandelijke beperking: 13%

Risicoprofiel

• HCR-20 (n = 298) – Gemiddelde score 25 – Een derde wordt beoordeeld als hoog risico

• PCL-R (n = 224)

– Gemiddelde score 21 – Een derde scoort 25 of meer

• VRAG (n = 230)

– Gemiddelde score 8 – Een derde wordt beoordeeld als hoog risico

Vergelijking

• Socio-demografisch zeer vergelijkbaar

• Klinisch

– Minder psychose

– Meer persoonlijkheidsstoornissen en verslaving

• Juridisch

– Uitgebreider strafblad

– Hoger risicoprofiel

RECIDIVE EN HEROPSLUITINGEN

Hypotheses

1. Recidive na behandeling dan recidive voor behandeling

2. Recidive tijdens VOP vs. definitief vrij

3. Wederopsluiting na behandeling vanwege schending voorwaarden dan recidive

Hypothese 1

• Recidive na behandeling dan recidive voor behandeling

Recidive cijfers

Totaal

(N = 531)

Tijdens behandeling

(n = 531)

Na behandeling

(n = 502)

Na

definitief

vrij*

(n = 69)

Time at risk 5.3 jaar 1.9 jaar 3.6 jaar 2.8 jaar

Recidive Recidive Recidive Recidive

Algemene recidive 13.7% 2.3% 12.5% 20.3%

Recidive excl. geldboete 10.0% 1.9% 9.0% 14.5%

(Seksuele)

geweldsrecidive 8.3% 1.3% 7.4% 10.1%

* Gemiddelde duur internering 8.9 jaar (range 3.3 jaar – 25.9 jaar)

Recidive cijfers

• In het totaal werden na behandeling 185 overtredingen geregistreerd, meestal mineure feiten

– Geweld (incl. seksueel) (38.4%, n = 71)

– Eigendom (17.3%, n = 32)

– Drugs (3.8%, n = 7)

– Seksueel hands-off (1%, n = 2)

– Andere (39.5%, n = 73) vnl. verkeer (n = 61)

Vergelijking

• Grote verscheidenheid van recidive cijfers in

internationale studies

– 7.1 – 63% algemene recidive

– 1.8 – 46% gewelddadige recidive

• Moeilijk te vergelijken vanwege methodologische

verschillen

– Wettelijke stelsel, populatie, uitkomst maten, follow-

up periodes…

Dichtheid veroordelingen

• Voor behandeling = aantal veroordeling voor opname x 365

tijdspanne (18 jaar - 1st opname )

• Na behandeling = aantal veroordelingen na opname x 365

tijdspanne (1st ontslag – einde studie)

• Significante daling in dichtheid veroordelingen (p = .00)

– 5.2% (n = 26) een stijging in dichtheid veroordelingen na behandeling

– 94.8% (n = 476) een daling in dichtheid veroordelingen na behandeling

Hypothese 2

• Recidive tijdens VOP vs. definitief vrij

VOP vs. definitief vrij

VOP (n=344)

Definitief vrij (n = 69)

p

Recidivisten (PB)

Alle veroordelingen 10.2%, n = 44 27.5%, n = 19 .00

Geweld veroordelingen 6.5%, n =28 13%, n = 9 .05

VOP vs. definitief vrij

Tijdens VOP (n = 69)

Tijdens definitief vrij (n = 69)

p

Time at risk Gemm. aantal dagen (SD)

1139.8 (582.5) Range 334-2472

1014.4 (564.5) Range 44-2279

.62

Recidivisten (PB)

Alle verooordelingen

10.1%, n = 7 20.3%, n =14 .14

Geweld veroordelingen

2.9%, n =2 10.1%, n = 7 .18

VOP vs. definitief vrij Alle

patiënten (n = 502)

Niet definitief vrij gesteld

(n = 433)

Definitief vrij (n =69)

p

Crimineel verleden (incl. index)

Leeftijd eerste veroordeling gemm. (SD)

9.1% 8.8% 10.7% .01**

Voorgaande veroordelingen

Alle veroordelingen gemm. (SD) 6.2 6.5 4.7 .01*

Jeugdrechtbank (ja/nee) 41% 43.2% 27.5% .01*

Behandeling medium security

Aantal ontsnappingen % 30.5% 33% 14.5% .00**

Klinische geschiedenis

PCL-R scores gemm. (SD) 21.2 21.6 16.8 .01*

Psychiatrische diagnoses (%)

Persoonlijkheidsstoornis 70.7% 72.5% 59.4% .03*

VOP vs. definitief vrij

• Enkel partieel bewijs voor deze stelling (type II fout?)

• Definitief vrijgestelden hadden minder antecedenten, lagere score op de PCL-R en hadden minder vaak een persoonlijkheidsstoornis. Hetgeen aangeeft dat de CBM correcte beslissingen heeft gemaakt?

• Maar hogere recidivecijfers na definitieve invrijheidsstelling: wegvallen van toezicht?

Hypothese 3

• Wederopsluitingen na behandeling vanwege schending voorwaarden dan recidive

Wederopsluitingen

• 130 geïnterneerden (26%) werden na behandeling

heropgesloten

– Gemiddeld 1.5 jaren detentie (SD = 1.6 j., range 1 d. - 8.5 j.)

– Gemiddeld 1.4 keer per persoon (SD = 0.9, range = 1 – 6)

• Aantal wederopsluitingen tijdens VOP was hoger dan de recidive cijfers (McNemar, p = .00)

• Geen verschil tussen aantal of duur van de heraanhouding per CBM

Discussie

• Proficiat!

• Ruimte voor verbetering?

– De juiste man op de juiste plek?

– Meer investeren in het voorkomen van drop-out?

ESM onderzoek

Tussentijdse resultaten

WAT IS ESM

Experience sampling method

• Gestructureerde dagboek methode

– 6 dagen 10 willekeurige meetmomenten

• Meten van fluctuaties in symptomen, reacties

op kleine dagelijkse stressoren in ‘real life’

Voordelen ESM

• Grote hoeveelheid data/pp

• Data real time en real life verzameld

• Film ipv ‘snapshot’ van dagelijks leven

• Individuele profielanalyses mogelijk

• Veel vraagstellingen mogelijk

WAT MEET ESM

• Event stress: mate van onplezierigheid van de belangrijkste gebeurtenis sinds de vorige biep

Kleine dagelijkse stressoren

• Sociale stress : ik ben liever alleen, ik voel me niet op mijn gemak bij dit gezelschap

Kleine dagelijkse stressoren

• Activiteit stress: ik kan dit niet goed; ik zou liever iets anders doen, het kost mij moeite

Kleine dagelijkse stressoren

• Negatief affect: somber eenzaam angstig onzeker schuldig • Positief affect opgewekt ontspannen tevreden enthousiast

• i

Stemming

Symptomen

• Positieve symptomen – Ik hoor stemmen – Ik zie verschijningen

• Psychotische symptomen – Ik hoor stemmen – Ik zie verschijningen – Ik voel me achterdochtig – Ik voel me onwerkelijk – Mijn gedachten laten me niet los – Mijn gedachten worden door anderen beïnvloed – Ik ben bang iets onbeheerst te doen

Stress gevoeligheid

Stress

Stemming

Experience sampling methode

VOORGAANDE ONDERZOEKEN

Emotionele reactiviteit op dagelijkse stressoren

STRESS

Negatief affect

Myin-Germeys et al., Arch Gen Psych 2001

— 42 Patiënten — 47 Familieleden — 49 Controles

Psychotische reactiviteit op activiteit stress

Activiteit stress

Psychotische symptomen

Myin-Germeys et al., psych med 2005

6

8

10

12

14

16

18

20

1 2 3 4 5 6 7

42 Patiënten

47 Familieleden

49 Controles

Relatie met hypofyse

Stress gevoeligheid

Habets et al., psych med 2012

HUIDIG ONDERZOEK

Doelstellingen

• Piloot studie met PsyMate

• 5 psychotische stoornis PCL-R < 25

• 5 Anti-sociale PS PCL-R > 25

• Toepasbaarheid ESM forensische setting

• Vergelijking populatie hoge stress-reactiviteit vs. lage stress-

reactiviteit

• Individuele profielanalyses voor behandelaar mogelijk mits

toestemming patiënt

RESULTATEN

Werving

•20/59 (33.9%) hebben uiteindelijk deelgenomen – 9 Antisociale persoonlijkheidsstoornis

– 8 Psychotische stoornis

– 2 Verslaving

– 1 Borderline persoonlijkheidsstoornis

•5 personen zijn vroegtijdig gestopt

•27 weigeringen

•7 ongeschikt (NL niet machtig genoeg, crisis)

Compliance en feedback deelnemers

• Zeer goede compliance: 84.9% biepjes ingevuld • Belastend

– 1 deelnemer: geluid matig storend – 2 deelnemers: duur vragen matig storend – 3 deelnemers: aantal biepjes matig storend

• Moeilijkheid – 5 deelnemers: soms vergist bij invullen – 4 deelnemers: matig moeilijke vragen (hulp begeleiding)

• Invloed – 3 deelnemers: beetje invloed op stemming

Feedback afdeling

• 1 deelnemer psychotischer na deelname

• 1 deelnemer leek vragen niet te snappen, ging navraag doen bij verpleging, daarna ging het goed

Individueel profiel

-3

-2

-1

0

1

2

3

1 2 3 4 5 6

Mat

e va

n e

ven

t st

ress

Dag

Event stress

0

1

2

3

4

5

6

1 2 3 4 5 6

Mat

e va

n s

oci

ale

stre

ss

Dag

Sociale stress

0

1

2

3

4

5

6

1 2 3 4 5 6

Mat

e va

n a

ctiv

itei

t st

ress

Dag

Activiteit stress

0

1

2

3

4

5

6

1 2 3 4 5 6

Mat

e va

n n

egat

ief

affe

ct

Dag

Negatief affect

STRESS GEVOELIGHEID

Negatief affect

-0.20

-0.15

-0.10

-0.05

0.00

0.05

0.10

0.15

0.20

event stress sociale stress activiteit stress

Context

-0.15

-0.10

-0.05

0.00

0.05

0.10

0.15

Sociale stress Activiteit stress

Negatief affect

Begeleiding

Medepatiënt

Alleen

Positieve symptomen

-0.20

-0.15

-0.10

-0.05

0.00

0.05

0.10

0.15

0.20

event stress sociale stress activiteit stress

Context

-0.15

-0.10

-0.05

0.00

0.05

0.10

0.15

Activiteit stress

Positieve symptomen

begeleidng vs de rest

medepatient

Alleen

Psychotische symptomen

-0.20

-0.15

-0.10

-0.05

0.00

0.05

0.10

0.15

0.20

event stress sociale stress activiteit stress

Context

-0.15

-0.10

-0.05

0.00

0.05

0.10

0.15

socialstress activiteit stress

Psychotische symptomen

begeleidng vs de rest

medepatient

Alleen

DISCUSSIE

Verhoogde stressgevoeligheid

• Negatief affect ↑ bij sociale en activiteit stress

• Positieve symptomen ↑ bij activiteit stress

• Psychotische symptomen ↑ bij sociale en activiteit stress

• GEEN relatie gevonden bij event stress i.t.t. andere onderzoeken

Interneringsstatuut

• Gedwongen kader verklaring voor verhoogde sociale en activiteit stress gevoeligheid

– Sociale stress: verplicht verblijf met andere bewoners en begeleiding

– Activiteit stress: verplichte deelname aan therapieën

Belang van context

• Verschillen in activiteit stress naar gelang de sociale context

– Verhoogd negatief affect en positieve symptomen als reactie op activiteit stress wanneer met bij begeleiding is → ‘uitlokkende’ factor?

– Omgekeerd patroon wanneer men alleen is → ‘beschermende’ factor?

Toekomstig onderzoek

• Vergelijken met:

– controle populatie

– Psychotische populatie reguliere psychiatrie

• Subpopulaties vergelijken:

– psychotici vs APS

• Invloed druggebruik (bv cannabisreactiviteit)

• Relatie activiteit stress en fase behandeling

Vragen?

Dank aan

Medium security units Bierbeek, Rekem en Zelzate

Prof. Stefan Bogaerts Tilburg University

Prof. Karel Oei Tilburg University

Prof. Philippe Delespaul Maastricht University

Claudia Pouls (KeFor)

Contact

KEFOR - Kenniscentrum Forensisch Psychiatrische Zorg

Daalbroekstraat 106

3621 Rekem

Telefoon: 089 84 77 60

Fax: 089 84 70 09

E-mail: inge.jeandarme@opzcrekem.be

petra.habets@opzcrekem.be

kefor@opzcrekem.be