Post on 26-Jul-2015
Doel
Breed observeren
Waarnemen diversiteit
Erkennen van de diversiteit
Diversiteit naar waarde
schatten
Inspelen op de diversiteit
Dus de beginsituatie grondig bekijken en bestuderen
Wat wil ik bereiken?
Hoe ga ik het aanpakken?
Waar moet ik rekening mee
houden?
Hoe ga ik controleren?
Leerlinggebonden kenmerken
Leerstofgebonden kenmerken
Onderwijskenmerken Materiaalgebonden kenmerken
Leerlinggebondenkenmerken
•Studeerstijl
•Leerstijl
•Voorkennis
•Intelligentie
•Dynamisch-affectieve domein (zelfbeeld, zelfvertrouwen, attitudes)
•Psychomotorische domein
•Geslacht
•Sociaaleconomische situatie
•Taal
•Culturele-etnische afkomst
Leerstofgebonden kenmerken
•Voorkennis
Onderwijskenmerken
•Kenmerken van de leraar
•Kenmerken in de klas•Klasklimaat•Klassamenstelling
Materiaalgebonden kenmerken
•Kenmerken in de klas
1/2. Studeerstijl en leerstijlVe
rmun
t • De manier waarop iemand studeert
• getypeerd als een samenhangend geheel van cognitieve, metacognitieve en affectieve vaardigheden
Kolb • de manier waarop
iemand spontaan een leertaak of probleem aanpakt
Ongericht reproductiegericht betekenisgericht toepassingsgericht
Verwerking Nauwelijks Stapsgewijs Diepte Concreet
Regulatie Stuurloos Extern gestuurd Zelfgestuurd Zelf- en externgestuurd
Studie-opvatting
Samen leren Opname van kennis
Opbouw van kennis
Gebruik van kennis
Studie-motieven
Ambivalent Certificaatgericht Persoonlijk geïnteresseerd
beroepsgericht
1. Studeerstijl Vermunt
Verwerkt de leerling de leerstof oppervlakkig of diepgaand?
Stuurt de leerling zijn leerproces wel of niet zelfstandig?
Wat betekent leren voor de leerling?
Wat zijn de persoonlijke doelstellingen, verwachtingen van de leerling?
• Duidelijke doelstellingen
• Intellectuele uitdagingen
• Vragen stellen• Theorie
• Praktijkgericht• Stappenplan• Praktische vb’en• Begeleiding expert• Gestructureerde
opdrachten
• Geen tijdsduur • Uitwisseling ideeën• Verbeelding,
inleving, creativiteit en expressie
• Directe ervaring• Problemen oplossen• Uitdaging• Actie
Doeners Dromers
DenkersBeslissers
2. Leerstijl Kolb
3. Voorkennis
Voorkennis• feiten, begrippen, principes en procedures waarover de
leerling beschikt wanneer hij een leerproces aanvat
5. Dynamisch-affectieve domein
Motivatie•Intrinsieke en extrinsieke motivatie (zie periode 1)•Leersituatie- en vakbeleving•aansluiten bij interesses en leefwereld
Zelfbeeld en attributies•optelsom van elementen van zelfkennis die een adolescent opdoet doorheen interacties met anderen•Attributie •(te) laag/ (te) hoog zelfbeeld (Generation Me)
Zelfvertrouwen•Hoe het zelfvertrouwen bevorderen op school?
AttitudesWelke attitudes eist de kennissamenleving ?Denk aan de voet’en?
• Meisjes zijn meer gemotiveerd• Meisjes zoeken veiligheid op en lopen in de pas• Meisjes passen zich aan aan de (vrouwelijke) schoolcultuur
Wat met competitieve gedrag van jongens tijdens de Lo-lessen?Waarom vallen ze graag op?
7. geslacht
• Meisjes onderpresteren in gemende groepen (gevoel onderpresteren)
• Leerkrachten meisjes ook voldoende uitdagen• Andere aanpak is nodig– Meer directe aanpak bij jongens (nu met het stiller
zijn)– Meer suggestieve aanpak bij meisjes (er is te veel
lawaai)
7. geslacht
8. Wat is intelligentie
Twee strekkingen:
1. Intelligentie is datgene wat een intelligentietest meet2. Intelligentie is de manier waarop iemand informatie
verwerkt
8. Intelligentiequotiënt
Bepaling
Alfred Binet Theodore Simon
Simon-Binet-test 1904In opdracht van het Franse MinisterieOnderscheiden van mentaal geretardeerde kinderen van luie kinderen
Intelligentiequotiënt
Bepaling
Wilhelm Stern
Intelligentiequotiënt = (verstandelijke leeftijd/werkelijke leeftijd) X 100
Wat is intelligentie
Twee strekkingen:
1. Intelligentie is datgene wat een intelligentietest meet2. Intelligentie is de manier waarop iemand informatie
verwerkt
8. Intelligentiequotiënt
Bepaling
David Weschler
WAIS WISC
WPPSI
Hoe goed scoor je ten opzichte van mensen met dezelfde leeftijd?
8. Wat is intelligentie: spreiding
• 70- mentaal gehandicapt• 70-50: lichte mentale handicap• 50-30: matige mentale handicap• -30: ernstige mentale handicap
8. Betekenis voor het leren
VoorkennisMotivatieStimuleringBegaafdheid
Sterke samenhang niet onderschatten!
8. Meervoudige intelligentie van Gardner
Meervoudige intelligentie (Gardner)•Intelligentie is opgebouwd uit verschillende soorten intelligenties
Autocratisch• directieve
leiding• nauwelijks
inspraak van lln• grote afstand ll-
lkr
Democratisch• democratische
houding• input van ll• goede relatie ll-
lkr
Laissez-faire• geen leiding• lln doen waar
ze zin in hebben
9. Onderwijsstijl
10. Subjectieve onderwijstheorie en professioneel zelfverstaan
Persoonlijk interpretatiekader:De bril waardoor de leraar kijkt naar zijn werksituatie….
Professioneel zelfverstaan:Opvattingen over zichzelf als leerkracht en de taak van de
leerkracht
Subjectieve onderwijstheorie:Kennis en opvattingen over
onderwijzen
11. klasklimaat
leerling
leraar
klasklimaatSociaal-emotionele sfeer die het gevolg is van complexe en subtiele interacties tussen leerlingen en leraar en tussen leerlingen onderling
Homogene samenstelling
• Voordelen?• Gemakkelijk• Aangepast
(niveau/tempo)• Nadelen?
• Etiket• Permanente selectie
Heterogene samenstelling
• Voordelen?• Psychosociale
ontwikkeling• Coöperatief leren• Minder etiket
• Nadelen?• complex
12. klassamenstelling
13. Thuistaal
Deficitopvatting
•Taalachterstand- tekort bij lln•Opl: taalcompensatieprogramma’s
Differentieopvatting
•Taalvariëteit, even effectief•Opl: taal van arbeiderskinderen erkennen als variant
Jaren ’60: Weinig doorstroom van kinderen uit arbeidersklasse
Oorzaak: taalachterstand en daarmee gekoppelde denkachterstand
13. Thuistaal
Restricted code (arbeidersklasse) Elaborated code (middenklasse)
Situatiegebonden Afstandelijk, algemeen
Persoonlijk Abstrahering van de situatie
Directief, gericht op de handeling Informatief, meer argumenten
Minder woorden, korte zinnen, incorrecte of eenvoudige syntaxis
Abstracties, nuancering (synoniemen, eufemismen, ironie), ontwikkelde syntaxis
“Dat snoepje heeft op de grond gelegen, dat eet je beter niet meer op.”“Afblijven!”
13. Thuistaal
Talen zijn het probleem van élke leraar
In steeds meer Vlaamse scholen en zeker in de Brusselse zitten leerlingen die thuis geen Nederlands spreken. Tegelijk stelt de
onderwijsinspectie vast dat het onderwijs Frans beter kan. Met een talenbeleid kunnen scholen antwoorden, maar doen ze dat
allemaal? En hoe wordt elke leraar een taalleraar? Tijdens de talentweedaagse ‘De lat hoog voor talen’, eind september,
kunnen alle Vlaamse leraren hun taalantenne opsteken.
(www.klasse.be)
Leerlingen met hoge SES
Leerlingen met lage SES
Standaardvragen 24% 20%Wie weet? 25% 11%Doorvragen 13% 6%Herhalingsvragen 3% 37%
Zelf vervullende voorspelling!
13. sociaal-economische achtergrond
Wie is er bang voor de zwarte school? Klasse, 2012
Angst van ‘witte’ ouders voor ‘zwarte’ school is onterechtVooral kansarmoede bepaalt schoolprestaties, niet de kleur van de klasgroepLeraren verwachten minder van kansarme en allochtone leerlingen“Middenklasseouders kunnen op beide oren slapen. Hun kinderen presteren goed in elke school.” Dat zeggen Mieke Van Houtte (UGent) en Anneloes Vandenbroucke (KU Leuven). Samen met een aantal collega’s deden ze onderzoek naar het verschil tussen ‘zwarte’ en ‘witte’ basisscholen. “De kleur van de klasgenootjes beïnvloedt de leerprestaties niet. Wel de sociaaleconomische achtergrond van de eigen ouders.”
Culturele – etnische afkomst