De PvdA en de islam Afwegingen van een emancipatiepartij ... · presentatie van een stad als merk...

Post on 18-Aug-2020

3 views 0 download

Transcript of De PvdA en de islam Afwegingen van een emancipatiepartij ... · presentatie van een stad als merk...

12 | Forum | DE VOLKSKRANTDONDERDAG 6 SEPTEMBER 2007

Michaël Zeeman Het beeld van Nederland in het buitenland

’s - G rave n h age

I s ‘Nederland’ een merk dat jekunt branden (Engels woord,vernederlandst door legioenen

reclamemakers en consultants;betekent: ‘als merk presenteren’),ongeveer zoals dat ook wordt ge-daan met oplossoep of met’s lands hoofdstad, Amsterdam?Of is het geen schande de verwar-ring waarin de natie verkeert ookbuitenslands onomwonden te er-kennen en desnoods te tonen?

Moet je, anders geformuleerd,voor het buitenlands beleid eencampagne verzinnen, compleetmet een prikkelende en liefst kor-te bewering, een logo en eennaam, en de buitenlandse dienstdrillen in het opereren binnen determen van die campagne als zijvan Afghanistan tot Zweden uit dedoeken doet waar Nederland voor

staat? Of moet je juist uitingen vanNederlandse cultuur naar vorenschuiven die demonstreren datwij ook niet meer precies wetenwie wij zijn en wat wij te meldenhebben, levende kunst, over dekwaliteit waarvan nog geen con-sensus bestaat en die de toeschou-wers in den vreemde soms danigaan het schrikken kan maken?

Cultuurbeleid is lange tijd hetminst bedeelde en minst geachtedeelterrein van onze diplomatie-ke dienst geweest; wie ergens opeen ambassade als cultureel atta-ché werd aangesteld wist dat hetmet zijn diplomatieke carrière ge-daan was.

Daar gaan de staatssecretarisvan Buitenlandse Zaken FransTimmermans en de minister vanCultuur Ronald Plasterk nu dras-tisch verandering in aanbrengen.Op de rituele ambassadeursconfe-rentie, begin deze week, werdvoorgesteld het cultuurbeleid

voortaan als de kern van ons bui-tenlands beleid aan te merken.Die conferentie is een regelmatigplaatsvindende reünie van de bui-tenlandse dienst, waarbij alle Ne-derlandse ambassadeurs voor en-kele dagen terugkeren naar DenHaag om met hun minister,staatssecretaris en de ambtelijkestaf van het ministerie te bespre-ken hoe het gaat en wat de nieu-we plannen zijn. Een belangrijkebijeenkomst.

De mensen die de hemeltergen-de campagne ‘I Amsterdam’ ver -zonnen, en die zich hebben lateninspireren door de succesvollecampagne die ‘Cup-a-soup’ ooitvoerde, mochten laten zien hoegoed de bejegening en voorts depresentatie van een stad als merkwerkt. Eenheid in de gelederen,onverbiddellijke aanwezigheidvan het logo en die door merg enbeen gaande naamgeving op zo-wat alle uitgaande post en inter-

nationale activitei-ten van en in destad zouden eengunstig effect ophet beeld van diestad elders in dewereld hebben.Branding: de ge-meente Dokkumschijnt te aarzelenover een vergelijk-bare campagnemet ‘I Do Cum’ alsblikvanger en inUtrecht gaan stem-men op om, met het oog op deomvangrijke studentenpopulatie,die eerder geneigd is te tutoyerendan te vousvoyeren, de naam tewijzigen in ‘Joutrecht’.

Maar is de opvatting dat eenland eigenlijk een merk is eenniet wat al te karige opvatting vanwat een land, een natie en een cul-tuur te bieden hebben? En boven-dien, zou het helpen, bij het aan-

pakken van hetprobleem waar-voor Harer Majes-teits zaakgelastig-den in den vreem-de zich in toene-mende mate ge-steld zien?

Dat de cultuur-politiek en dekwestie van de na-tionale identiteitalsmede het beelddat daarvan eldersin de wereld be-

staat in het centrum van de be-langstelling zijn komen te staan,is geen exclusief Nederlandse aan-gelegenheid.

Zou je tien jaar terug over de ha-ken en ogen die er zitten aan detoetreding van Turkije tot de Eu-ropese Unie hebben geconfereerd,dan zou het gehele vertoog overde economie hebben gehandeld:hoe staat het met het Turkse be-

grotingstekort, wat zijn de ver-wachtingen van de economischegroei, hoe hoog ligt de werkloos-heid er en welke secundaire ar-beidsvoorwaarden hebben de Tur-ken thuis? Dat is voorbij: geenmens praat nog meer over de fi-nesses van de Turkse economie,maar iedereen wil weten of deTurken in cultureel opzicht welbij Europa horen. Onder die vraagsiddert de adder van de botsingder beschavingen, lees: de vreesvoor de islam. Godsdienst is bijuitstek een cultureel en cultuurbepalend fenomeen.

Toen Nicolas Sarkozy vlak voorde zomer zijn nieuwe kabinet sa-menstelde, benoemde hij een mi-nister voor Culturele Identiteit:ook de Fransen weten niet goedmeer wie zij zijn.

De Nederlandse diplomatenworden op hun posten tegen-woordig strijk en zet lastig geval-len met vragen naar de Neder-

landse culturele identiteit. Opzichzelf is de kennis van de Neder-landse cultuur buitenslands ver-moedelijk toegenomen (denk aande grote hoeveelheid vertalingenvan Nederlands literair werk diebeschikbaar zijn gekomen), maarhet dagelijks nieuws wordt gedo-mineerd door een inmiddels ont-moedigende reeks incidenten.Pim Fortuyn, Submission, Theo vanGogh, brandende moskeeën, hetongeldige paspoort van AyaanHirsi Magan en haar daarop vol-gende emigratie naar de Verenig-de Staten, de pedofielenpartij: datbegint op een patroon te lijken.En omdat dat patroon nogal af-wijkt van het eraan voorafgaanderustieke beeld van een land waar-van de bevolking gemoedelijkachter de dijken wat zat te blowenen naar het voetballen zat te kij-ken, of desnoods naar ‘De Nacht-wacht’ en ‘De Aardappeleters’, ko-men er bedremmelde vragen. Er

zijn meer mensen die Ian Buru-ma’s Murder in Amsterdam hebbengelezen dan Margriet de MoorsKreutzersonate.

Het gaat, kortom, niet zo goedmet het beeld van Nederland inhet buitenland.

Beeldcorrectie is één van demiddelen die de ambassadeursten dienste staan. Maar binnenhet toch al penibele genre van hetingezonden stuk is de ambassa-deursbrief in een krant wel desneuste. En dus gaan Timmer-mans en Plasterk hun schouderseronder zetten: vitale kunst latenzien van levende kunstenaars – enhet is geen diplomatiek risico alsdie pijn doet. Maak de wereldmaar deelgenoot van onze twij-fels en verwarring.

Misschien kunnen wij iets lerenvan de reacties. Over onszelf.

Dit is de eerste aflevering van eennieuwe wekelijkse rubriek.

Overheid moet liberale moslims steunen

De overheid overlegtmet conservatievemoslims die niemandvertegenwoordigen. Zijmoet zich richten op deliberale moslims, vindtJeroen Dijsselbloem.

De laatste tijd is de mis-vatting ontstaan dat dePvdA zich niet verhoudttot religies. Wie onzepartijgeschiedenis kent,

zeker sinds 1946, weet dat voor dePvdA religies, en alle levensbe-schouwingen, een waardevolle in-spiratiebron voor individuen kun-nen zijn. Wij zijn geen religieuzepartij maar zeker ook niet anti-reli-gieus. Tegelijkertijd staan we nietneutraal tegenover religie. Daarinverschilt onze partij van de over-heid. Wij staan het dichtst bij pro-gressieve krachten, die op basisvan hun levensbeschouwing kie-zen voor solidariteit, rechtvaardig-heid, verdraagzaamheid.

Geloof is in de visie van de PvdAeen individuele keuze. De vrijheidom die individuele keuze te ma-ken, is vastgelegd in de wet en ver-dient zeer actieve beschermingvan de overheid, maar zal ookmoeten worden bevochten bin-nen geloofsgemeenschappen. Dieemancipatiestrijd is binnen de is-lam volop gaande.

Voor de PvdA is het helder: de is-lam is een blijvende godsdienst inNederland. We hebben te makenmet een grote groep nieuwe gelo-vigen, met sterke, ook cultureel be-paalde gemeenschapsnormen, opeen moment dat de Nederlandsesamenleving sterk is geseculari-seerd en geïndividualiseerd. Ver-worvenheden van de afgelopendecennia, zoals de gelijke behan-deling van vrouwen en homo’s,staan ineens onder druk. Vanzelf-sprekende vrijheden lijken nietmeer vanzelfsprekend. We zullenactief ruimte moeten bieden aande islam, maar tegelijkertijd degrenzen waarbinnen de islam zichin Nederland moet nestelenscherp moeten markeren.

Een geloofsopvatting kan nooiteen rechtvaardiging zijn voor hetmet voeten treden van elementai-re grondrechten en rechtsregels.Daarvan zijn de laatste jaren teveel voorbeelden geweest. Straat-rovers in Rotterdam die hun mis-drijven proberen goed te pratenonder verwijzing naar hun geloof.Terroristen die hun gruwelijkhe-den rechtvaardigen op basis vande Koran. Vaders of broers die geë-mancipeerde meisjes mishande-len omdat de geloofseer zou zijnaangetast. Homo’s die in elkaar

worden geslagen. Het moet duide-lijk zijn dat we als samenleving, alspolitiek en als staat pal staan voorde grondrechten, de vrijheid vaniedereen. Geen enkel geloof recht-vaardigt geweld, tirannie en on-derdrukking. Ons beginselpro-gramma is er kraakhelder over:‘Alle burgers mogen rekenen opvrijwaring van discriminatie en opeen respectvolle behandeling vanculturele en religieuze uitingendie vallen binnen de grenzen vande democratische rechtstaat. Res-pect voor de geloofsvrijheid vananderen, acceptatie dat mannenen vrouwen, homo’s en hetero’s inNederland gelijke rechten hebbenen het recht op geloofsafval be-hoort daar bij.’

In het maatschappelijk debatwordt te vaak meegegaan in de re-denering dat de islam deze onder-drukking nu eenmaal toestaat ofzelfs propageert. Als Al Qaida zegt

te handelen vanuit de zuivere is-lam, moeten wij niet de fout ma-ken te zeggen: Aha, dan is de zuive-re islam dus het probleem en is deenige redding dat moslims dat ge-loof achter zich moeten laten. Diedenkfout, waarmee we zij aan zijzouden komen te staan met de sa-lafisten en wahabisten, is bij her-haling gemaakt (Hirsi Ali, Pastors,Wilders). Het zijn de radicale isla-misten die steeds spreken over dewereldgemeenschap van mos-lims, als een homogeen front te-genover het perfide Westen. Uit dediversiteit van geloofsopvattingenspreekt het tegendeel. Laten we diediversiteit benutten om progres-sieve krachten te ondersteunen enals bondgenoot te zien. En laten wevertrouwen hebben in de krachtvan de democratische rechtsstaatom daar waar onze grondrechtenmet voeten worden getreden, snelen effectief op te treden.

De huidige officiële gespreks-partners van de Nederlandse over-heid zijn niet representatief voorde vele verschillende geluiden on-der Nederlandse moslims. Liberaleen progressieve moslims zijn nietvertegenwoordigd in de contact-organen. De bestuurders die daarmet ministers overleggen, leggengeen publieke verantwoording afover hun inbreng, veel jongerenherkennen zich niet in deze zelfbe-noemde, conservatieve leiders. Opdeze manier wordt emancipatieniet bevorderd, maar gesmoord.

Onderdeel van de diversiteit on-der moslims is ook orthodoxie.Ook daarmee moeten we omgaan.De staat laat maximale ruimtevoor individuele keuzen, zolangdeze niet in strijd zijn met de wet.In de private sfeer kunnen regelsworden gesteld. Dat gebeurt in degedragscodes die het kabinet wilbevorderen, bijvoorbeeld op scho-

len. Ook voor de boerka zijn op en-kele scholen regels gesteld. En me-nig PvdA-wethouder heeft al aan-gegeven dat als je sollicitatieplichthebt, je geen boerka kunt dragen.Zeer terecht. Als voorvechters vanemancipatie zien wij boerka’s alsongewenste obstakels die partici-patie en open communicatie in deweg staan. Ook al bestaat de vrij-heid in boerka op straat te lopen,wij hopen zo min mogelijk boer-ka’s in Nederland te zien. Maar integenstelling tot rechtse partijengeloven wij niet in een bij wet afge-dwongen emancipatie. De krachtvan het debat, zeker wanneer datopen en breed wordt gevoerd,wordt in dit verband onderschat.

Het is van groot belang dat de is-lam zich op een goede manier ves-tigt in Nederland. Dat vergt actievebemoeienis van politiek en over-heid. Zo hebben wij ons best ge-daan Nederlandse imamopleidin-

gen van de grond te krijgen, zodatde import van conservatieve bui-tenlandse imams op den duur op-houdt. Het is essentieel voor de toe-komst van de islam in Nederlanddat zich op niet al te lange termijneen Nederlandse moslimvoorhoe-de aanbiedt. Een proces van eman-cipatie binnen de gemeenschap-pen is dringend nodig. Hoe om tegaan met kritiek, waar wij in onzesamenleving zo aan gewend zijn?Hoe zich te manifesteren in het de-bat? Nieuwe generaties zullen ho-ger opgeleid moeten zijn om datdebat te voeren. De overheid kandat actief steunen en ervoor zor-gen dat ook progressieve krachtennaar voren worden gehaald. Daarzullen wij op inzetten. Terzijde blij-ven staan en hopen dat het vanzelfgoed gaat, is niet aan de orde.

Jeroen Dijsselbloem is lid van deTweede Kamerfractie van de PvdA.

Mobarak-moskee in Den Haag. Foto Martijn Beekman / de Volkskrant

Afvalligheid kanniet in de islamDe PvdA ontkent hetfundamentele conflicttussen de dominanteinterpretatie van deislam en de Nederlandserechtsorde nog steeds,zegt Michiel Hegener.

Hoewel fractieleiderJaques Tichelaar van dePvdA zich op 15 augus-tus schriftelijk had ver-plicht niet naar buiten

te komen met de Steunverklaringbij de oprichting van het Comité vanex-moslims, gaf hij onder meer inde Volkskrant van afgelopen zater-dag zijn reden om niet te tekenen(Voorpagina, 1 september).

Het argument dat Tichelaar mijzaterdag telefonisch gaf voor hetverbreken van zijn belofte – ‘de ver-klaring was toch al uitgelekt’ – wasplausibel, maar Tichelaar zag ietsover het hoofd. Een reden waaromhet Steuncomité voor ex-moslimsde Steunverklaring pas openbaarwilde maken bij de presentatie vanhet Comité van ex-moslims, vol-gende week, was om te voorko-men dat er debatten zouden los-branden over delen van de verkla-ring. Dat is precies wat nu wel ge-beurt en voor de zaak van de ex-moslims is dat niet goed.

Hoe de verklaring naar buitenkon komen, terwijl alle ontvan-gers zich verplicht hadden tot ge-heimhouding tot de dag van open-baarmaking, is intussen onbe-kend. Doel was overduidelijk omde zaak van de ex-moslims te be-schadigen. Ook staat vast datTr o u w , één van een reeks van ont-vangers van de uitgelekte Steunver -klaring, het nodig vond de tekst opde website te zetten. Ook die actiewas strijdig met het belang van deex-moslims.

Nu Tichelaar met argumentenvoor zijn niet-tekenen naar buitenis gekomen, is het nodig daar ietsop terug te zeggen. Om deze passa-ge uit de Steunverklaring draait hetbij de PvdA:

‘Dit conflict tussen de islamiti-sche leer en de Nederlandse wetbestaat al jaren. Maar de regeringnegeert het probleem en stelt ken-nelijk respect voor de islam bovenrespect voor individuele vrijheidvan godsdienst en levensbeschou-wing.’

Alles wat daar staat, is juist. Hetconflict is onomstreden: alle vijfsharia-scholen eisen de doodstrafvoor een afvallige man, vier eisendat ook voor een afvallige vrouw.Eén school, de Hanafitische, steltdat een afvallige vrouw gevangengezet moet worden en 39 zweep-slagen per dag moet krijgen, net

zolang tot ze weer moslim zegt tezijn. Verder blijkt uit de Hadith datMohammed persoonlijk de dood-straf heeft ingesteld voor afvallig-heid.

Dat is meer dan een teruggrij-pen op oude teksten: in alle hand-boeken over de islam valt te lezendat afvalligheid geen optie is. Er isvrijwel geen islamitisch kind datkrijgt te horen dat hij of zij vrij is ingeloofszaken. Ter verdediging vanTichelaar: het beeld wordt vertroe-beld doordat woordvoerders vande islam in Nederland en elders inhet Westen – imams, journalistenbij moslimomroepen, Meiden vanHalal etcetera – altijd zullen zeg-gen dat er geen probleem is, dat ie-dereen eruit mag. Door te bevesti-gen dat er een uittredingsverbodgeldt, zouden ze namelijk de aan-dacht vestigen op een negatief as-pect van de islam, en daar is de is-lam niet mee gediend.

Kortom, er bestaat wel degelijk

een conflict tussen de islamitischeleer en de Nederlandse rechts-staat. Wie nog twijfelt, typt op in-ternet islam en apostasy (afvallig -heid). Lees en huiver – een nuttigeoefening voor alle PvdA-kaders.

Dat de regering het probleemontkent, is ook helder. Let op hetwoord ‘kennelijk’ in de Steunver -klaring. Dat staat er met een reden.Er staat niet dat de regering res-pect voor de islam boven respectvoor individuele vrijheid van gods-dienst en levensbeschouwingstelt, maar dat de regering dat ken -nelijk doet.

Het blijkt namelijk uit de feiten:onze regering komt de slachtof-fers van de islam, mensen diegraag vrijheid van godsdienst enlevensovertuiging zouden genie-ten, op geen enkele wijze te hulp.Dagelijks worden in Nederlandtientallen pasgeboren baby’s alsmoslim-voor-het-leven gebrand-merkt. Ook voor hen doet de rege-ring, en doet de PvdA, helemaalniets.

De passage in de verklaringklopt dus geheel. De weigering vande PvdA bewijst dat de PvdA nogsteeds in een staat van ontkenningverkeert inzake het fundamenteleconflict tussen de dominante in-terpretatie van de islam en de Ne-derlandse rechtsorde.

Michiel Hegener is journalist envoorzitter van het Steuncomité voore x - m o s l i m s.

Een wetenschappelijke uitgave van Mein Kampf is niet strafbaarEgbert Dommeringvindt dat historici nueens werk moetenmaken van eenwetenschappelijke editievan Mein Kampf. Die zalniet strafbaar zijn.

Geert Wilders heeft eenverbod op de Koran be-pleit, ‘zoals ook MeinKampf verboden is’ (Fo -rum, 8 augustus). Naar

aanleiding daarvan is op de Fo-rumpagina een reeks artikelenverschenen die zich concentreren

op de wenselijkheid van het al danniet (blijven) verbieden van MeinKampf (Jan Blokker jr., 20 augustus;Meindert Fennema, 22 augustus;Johannes Houwink ten Cate, 24 au-gustus; Fennema, 27 augustus).

In die discussie blijven tweepunten onderbelicht. Wilders ende wetenschappers gaan er voet-stoots van uit dat de Nederlandseoverheid de bevoegdheid en de ju-ridische middelen heeft om, als zijdat zou wensen, door middel vaneen wettelijke of bestuurlijkemaatregel een boek te verbieden.

Het tweede punt is dat onze par-lementariër en historici verzuimdhebben enig onderzoek te doennaar hoe het ook weer zat met het

niet verspreiden van Mein Kampfop Nederlands grondgebied.

Het eerste punt is het eenvou-digst. Artikel 7 van de Grondwetkent een censuurverbod. Het ver-biedt de overheid een publicatievooraf, op grond van de beoorde-ling van de inhoud, te verbieden.Het geeft daarin een sterkere be-scherming dan artikel 10 van hetEuropese Verdrag voor de rechtenvan de mens dat op Europees ni-veau de vrijheid van meningsui-ting regelt. Dat censuurverbodverhindert dus dat de overheidvooraf, door middel van wettelijkeof bestuurlijke maatregelen, eenboek verbiedt. De rechter kan ach-teraf een concrete publicatie (ge-

deeltelijk) onrechtmatig achten,maar dat is een andere zaak.

Het tweede punt is iets ingewik-kelder omdat het een auteursrech-telijke kant en een strafrechtelijkekant heeft. De auteursrechtelijkekant zit als volgt in elkaar. Het au-teursrecht van Hitler op MeinKampf werd in Duitsland na deTweede Wereldoorlog door de Bei-erse staat geconfisqueerd. Beierenging op basis van dat auteursrechtiedere heruitgave in binnen- enbuitenland tegen. In Nederlandgebeurde na WO II hetzelfde metde vertaalrechten (een afzonder-lijk auteursrecht) van de in 1939uitgegeven Nederlandse vertalingvan de NSB’er Steven Barends. Op

basis van dat auteursrecht ver-bood de Nederlandse overheidnog in 1975 de verspreiding vaneen illegale Belgische herdruk.Over dit oneigenlijke gebruik vanhet auteursrecht schreef in datjaar D.W.F. Verkade (nu advocaat-generaal bij de Hoge Raad) in deVo l k s k r a n t : ‘Het auteursrechtwordt nu gebruikt als stok om dehond mee te slaan; het wordt ge-bruikt als censuurmiddel terwijlhet daar nooit voor is bedoeld.’

Nu het strafrechtelijke punt. Wijkennen in ons Wetboek van Straf-recht een artikel 137e dat het ver-spreiden van racistische en voorbevolkingsgroepen beledigendepublicaties verbiedt. Dat artikel is

een uitvloeisel van het Verdrag te-gen rassendiscriminatie dat Ne-derland heeft geratificeerd. Opgrond van dat artikel heeft de HRin 1987 een boekverkoper veroor-deeld die Mein Kampf (een Belgi-sche uitgave van de Nederlandsevertaling) in de etalage had liggen.Dat werd gedaan op grond van dekwaadaardige strekking van hetboek, ongeacht of de verkoperkwade bedoelingen had, en onge-acht de wijze van aanprijzing. Datis dus iets anders dan een alge-meen verspreidingsverbod. Hetwil alleen zeggen dat de rechter indat concrete geval de verspreidingvan de oude vertaling strafbaarachtte.

De Nederlandse Staat kan zichnog tot zeventig jaar na de doodvan de Nederlandse vertaler op hetauteursrecht van de oude verta-ling blijven beroepen om versprei-ding daarvan tegen te gaan. Tegennieuwe vertalingen kan zij niet op-treden (anders dan door strafrech-telijke vervolging). De BeierseStaat kan zich theoretisch nog tot2015 (70 jaar na 1945) op het au-teursrecht van Hitler beroepen omnieuwe vertalingen tegen te gaan,maar betwijfeld moet worden ofdat een behoorlijke uitoefeningvan het auteursrecht is (het HofDen Haag achtte in 2003 het ge-bruik van het auteursrecht om hetverspreiden van geheime geschrif-

ten van de Scientology-kerk tegente gaan, oneigenlijk).

Naar mijn mening zou een we-tenschappelijk becommentarieer-de editie van Mein Kampf niet on-der de discriminatie-strafbepalin-gen van het Wetboek van Straf-recht vallen. Een publicatie die eenbelangrijke historische bron opeen wetenschappelijk verantwoor-de manier beoogt te ontsluitenontbeert het kwaadaardige karak-ter dat het origineel misschien welhad. Kortom, laten de historici vaneen dergelijke uitgave nu maareens werk van maken.

Egbert Dommering is hoogleraar in-formatierecht aan de UvA.

Een nuttige les voorPvdA’ers: google ‘islam’en ‘apostasy’ en huiver.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

De PvdA en de islam Afwegingen van een emancipatiepartij