De PvdA en de islam Afwegingen van een emancipatiepartij ... · presentatie van een stad als merk...

1
12 | Forum | DE VOLKSKRANT DONDERDAG 6 SEPTEMBER 2007 Michaël Zeeman Het beeld van Nederland in het buitenland s-Gravenhage I s Nederlandeen merk dat je kunt branden (Engels woord, vernederlandst door legioenen reclamemakers en consultants; betekent: als merk presenteren), ongeveer zoals dat ook wordt ge- daan met oplossoep of met s lands hoofdstad, Amsterdam? Of is het geen schande de verwar- ring waarin de natie verkeert ook buitenslands onomwonden te er- kennen en desnoods te tonen? Moet je, anders geformuleerd, voor het buitenlands beleid een campagne verzinnen, compleet met een prikkelende en liefst kor- te bewering, een logo en een naam, en de buitenlandse dienst drillen in het opereren binnen de termen van die campagne als zij van Afghanistan tot Zweden uit de doeken doet waar Nederland voor staat? Of moet je juist uitingen van Nederlandse cultuur naar voren schuiven die demonstreren dat wij ook niet meer precies weten wie wij zijn en wat wij te melden hebben, levende kunst, over de kwaliteit waarvan nog geen con- sensus bestaat en die de toeschou- wers in den vreemde soms danig aan het schrikken kan maken? Cultuurbeleid is lange tijd het minst bedeelde en minst geachte deelterrein van onze diplomatie- ke dienst geweest; wie ergens op een ambassade als cultureel atta- ché werd aangesteld wist dat het met zijn diplomatieke carrière ge- daan was. Daar gaan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans en de minister van Cultuur Ronald Plasterk nu dras- tisch verandering in aanbrengen. Op de rituele ambassadeursconfe- rentie, begin deze week, werd voorgesteld het cultuurbeleid voortaan als de kern van ons bui- tenlands beleid aan te merken. Die conferentie is een regelmatig plaatsvindende reünie van de bui- tenlandse dienst, waarbij alle Ne- derlandse ambassadeurs voor en- kele dagen terugkeren naar Den Haag om met hun minister, staatssecretaris en de ambtelijke staf van het ministerie te bespre- ken hoe het gaat en wat de nieu- we plannen zijn. Een belangrijke bijeenkomst. De mensen die de hemeltergen- de campagne I Amsterdamver- zonnen, en die zich hebben laten inspireren door de succesvolle campagne die Cup-a-soupooit voerde, mochten laten zien hoe goed de bejegening en voorts de presentatie van een stad als merk werkt. Eenheid in de gelederen, onverbiddellijke aanwezigheid van het logo en die door merg en been gaande naamgeving op zo- wat alle uitgaande post en inter- nationale activitei- ten van en in de stad zouden een gunstig effect op het beeld van die stad elders in de wereld hebben. Branding: de ge- meente Dokkum schijnt te aarzelen over een vergelijk- bare campagne met I Do Cumals blikvanger en in Utrecht gaan stem- men op om, met het oog op de omvangrijke studentenpopulatie, die eerder geneigd is te tutoyeren dan te vousvoyeren, de naam te wijzigen in Joutrecht. Maar is de opvatting dat een land eigenlijk een merk is een niet wat al te karige opvatting van wat een land, een natie en een cul- tuur te bieden hebben? En boven- dien, zou het helpen, bij het aan- pakken van het probleem waar- voor Harer Majes- teits zaakgelastig- den in den vreem- de zich in toene- mende mate ge- steld zien? Dat de cultuur- politiek en de kwestie van de na- tionale identiteit alsmede het beeld dat daarvan elders in de wereld be- staat in het centrum van de be- langstelling zijn komen te staan, is geen exclusief Nederlandse aan- gelegenheid. Zou je tien jaar terug over de ha- ken en ogen die er zitten aan de toetreding van Turkije tot de Eu- ropese Unie hebben geconfereerd, dan zou het gehele vertoog over de economie hebben gehandeld: hoe staat het met het Turkse be- grotingstekort, wat zijn de ver- wachtingen van de economische groei, hoe hoog ligt de werkloos- heid er en welke secundaire ar- beidsvoorwaarden hebben de Tur- ken thuis? Dat is voorbij: geen mens praat nog meer over de fi- nesses van de Turkse economie, maar iedereen wil weten of de Turken in cultureel opzicht wel bij Europa horen. Onder die vraag siddert de adder van de botsing der beschavingen, lees: de vrees voor de islam. Godsdienst is bij uitstek een cultureel en cultuur bepalend fenomeen. Toen Nicolas Sarkozy vlak voor de zomer zijn nieuwe kabinet sa- menstelde, benoemde hij een mi- nister voor Culturele Identiteit: ook de Fransen weten niet goed meer wie zij zijn. De Nederlandse diplomaten worden op hun posten tegen- woordig strijk en zet lastig geval- len met vragen naar de Neder- landse culturele identiteit. Op zichzelf is de kennis van de Neder- landse cultuur buitenslands ver- moedelijk toegenomen (denk aan de grote hoeveelheid vertalingen van Nederlands literair werk die beschikbaar zijn gekomen), maar het dagelijks nieuws wordt gedo- mineerd door een inmiddels ont- moedigende reeks incidenten. Pim Fortuyn, Submission, Theo van Gogh, brandende moskeeën, het ongeldige paspoort van Ayaan Hirsi Magan en haar daarop vol- gende emigratie naar de Verenig- de Staten, de pedofielenpartij: dat begint op een patroon te lijken. En omdat dat patroon nogal af- wijkt van het eraan voorafgaande rustieke beeld van een land waar- van de bevolking gemoedelijk achter de dijken wat zat te blowen en naar het voetballen zat te kij- ken, of desnoods naar De Nacht- wachten De Aardappeleters, ko- men er bedremmelde vragen. Er zijn meer mensen die Ian Buru- mas Murder in Amsterdam hebben gelezen dan Margriet de Moors Kreutzersonate. Het gaat, kortom, niet zo goed met het beeld van Nederland in het buitenland. Beeldcorrectie is één van de middelen die de ambassadeurs ten dienste staan. Maar binnen het toch al penibele genre van het ingezonden stuk is de ambassa- deursbrief in een krant wel de sneuste. En dus gaan Timmer- mans en Plasterk hun schouders eronder zetten: vitale kunst laten zien van levende kunstenaars en het is geen diplomatiek risico als die pijn doet. Maak de wereld maar deelgenoot van onze twij- fels en verwarring. Misschien kunnen wij iets leren van de reacties. Over onszelf. Dit is de eerste aflevering van een nieuwe wekelijkse rubriek. Overheid moet liberale moslims steunen De overheid overlegt met conservatieve moslims die niemand vertegenwoordigen. Zij moet zich richten op de liberale moslims, vindt Jeroen Dijsselbloem. D e laatste tijd is de mis- vatting ontstaan dat de PvdA zich niet verhoudt tot religies. Wie onze partijgeschiedenis kent, zeker sinds 1946, weet dat voor de PvdA religies, en alle levensbe- schouwingen, een waardevolle in- spiratiebron voor individuen kun- nen zijn. Wij zijn geen religieuze partij maar zeker ook niet anti-reli- gieus. Tegelijkertijd staan we niet neutraal tegenover religie. Daarin verschilt onze partij van de over- heid. Wij staan het dichtst bij pro- gressieve krachten, die op basis van hun levensbeschouwing kie- zen voor solidariteit, rechtvaardig- heid, verdraagzaamheid. Geloof is in de visie van de PvdA een individuele keuze. De vrijheid om die individuele keuze te ma- ken, is vastgelegd in de wet en ver- dient zeer actieve bescherming van de overheid, maar zal ook moeten worden bevochten bin- nen geloofsgemeenschappen. Die emancipatiestrijd is binnen de is- lam volop gaande. Voor de PvdA is het helder: de is- lam is een blijvende godsdienst in Nederland. We hebben te maken met een grote groep nieuwe gelo- vigen, met sterke, ook cultureel be- paalde gemeenschapsnormen, op een moment dat de Nederlandse samenleving sterk is geseculari- seerd en geïndividualiseerd. Ver- worvenheden van de afgelopen decennia, zoals de gelijke behan- deling van vrouwen en homos, staan ineens onder druk. Vanzelf- sprekende vrijheden lijken niet meer vanzelfsprekend. We zullen actief ruimte moeten bieden aan de islam, maar tegelijkertijd de grenzen waarbinnen de islam zich in Nederland moet nestelen scherp moeten markeren. Een geloofsopvatting kan nooit een rechtvaardiging zijn voor het met voeten treden van elementai- re grondrechten en rechtsregels. Daarvan zijn de laatste jaren te veel voorbeelden geweest. Straat- rovers in Rotterdam die hun mis- drijven proberen goed te praten onder verwijzing naar hun geloof. Terroristen die hun gruwelijkhe- den rechtvaardigen op basis van de Koran. Vaders of broers die geë- mancipeerde meisjes mishande- len omdat de geloofseer zou zijn aangetast. Homos die in elkaar worden geslagen. Het moet duide- lijk zijn dat we als samenleving, als politiek en als staat pal staan voor de grondrechten, de vrijheid van iedereen. Geen enkel geloof recht- vaardigt geweld, tirannie en on- derdrukking. Ons beginselpro- gramma is er kraakhelder over: Alle burgers mogen rekenen op vrijwaring van discriminatie en op een respectvolle behandeling van culturele en religieuze uitingen die vallen binnen de grenzen van de democratische rechtstaat. Res- pect voor de geloofsvrijheid van anderen, acceptatie dat mannen en vrouwen, homos en heteros in Nederland gelijke rechten hebben en het recht op geloofsafval be- hoort daar bij.In het maatschappelijk debat wordt te vaak meegegaan in de re- denering dat de islam deze onder- drukking nu eenmaal toestaat of zelfs propageert. Als Al Qaida zegt te handelen vanuit de zuivere is- lam, moeten wij niet de fout ma- ken te zeggen: Aha, dan is de zuive- re islam dus het probleem en is de enige redding dat moslims dat ge- loof achter zich moeten laten. Die denkfout, waarmee we zij aan zij zouden komen te staan met de sa- lafisten en wahabisten, is bij her- haling gemaakt (Hirsi Ali, Pastors, Wilders). Het zijn de radicale isla- misten die steeds spreken over de wereldgemeenschap van mos- lims, als een homogeen front te- genover het perfide Westen. Uit de diversiteit van geloofsopvattingen spreekt het tegendeel. Laten we die diversiteit benutten om progres- sieve krachten te ondersteunen en als bondgenoot te zien. En laten we vertrouwen hebben in de kracht van de democratische rechtsstaat om daar waar onze grondrechten met voeten worden getreden, snel en effectief op te treden. De huidige officiële gespreks- partners van de Nederlandse over- heid zijn niet representatief voor de vele verschillende geluiden on- der Nederlandse moslims. Liberale en progressieve moslims zijn niet vertegenwoordigd in de contact- organen. De bestuurders die daar met ministers overleggen, leggen geen publieke verantwoording af over hun inbreng, veel jongeren herkennen zich niet in deze zelfbe- noemde, conservatieve leiders. Op deze manier wordt emancipatie niet bevorderd, maar gesmoord. Onderdeel van de diversiteit on- der moslims is ook orthodoxie. Ook daarmee moeten we omgaan. De staat laat maximale ruimte voor individuele keuzen, zolang deze niet in strijd zijn met de wet. In de private sfeer kunnen regels worden gesteld. Dat gebeurt in de gedragscodes die het kabinet wil bevorderen, bijvoorbeeld op scho- len. Ook voor de boerka zijn op en- kele scholen regels gesteld. En me- nig PvdA-wethouder heeft al aan- gegeven dat als je sollicitatieplicht hebt, je geen boerka kunt dragen. Zeer terecht. Als voorvechters van emancipatie zien wij boerkas als ongewenste obstakels die partici- patie en open communicatie in de weg staan. Ook al bestaat de vrij- heid in boerka op straat te lopen, wij hopen zo min mogelijk boer- kas in Nederland te zien. Maar in tegenstelling tot rechtse partijen geloven wij niet in een bij wet afge- dwongen emancipatie. De kracht van het debat, zeker wanneer dat open en breed wordt gevoerd, wordt in dit verband onderschat. Het is van groot belang dat de is- lam zich op een goede manier ves- tigt in Nederland. Dat vergt actieve bemoeienis van politiek en over- heid. Zo hebben wij ons best ge- daan Nederlandse imamopleidin- gen van de grond te krijgen, zodat de import van conservatieve bui- tenlandse imams op den duur op- houdt. Het is essentieel voor de toe- komst van de islam in Nederland dat zich op niet al te lange termijn een Nederlandse moslimvoorhoe- de aanbiedt. Een proces van eman- cipatie binnen de gemeenschap- pen is dringend nodig. Hoe om te gaan met kritiek, waar wij in onze samenleving zo aan gewend zijn? Hoe zich te manifesteren in het de- bat? Nieuwe generaties zullen ho- ger opgeleid moeten zijn om dat debat te voeren. De overheid kan dat actief steunen en ervoor zor- gen dat ook progressieve krachten naar voren worden gehaald. Daar zullen wij op inzetten. Terzijde blij- ven staan en hopen dat het vanzelf goed gaat, is niet aan de orde. Jeroen Dijsselbloem is lid van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Mobarak-moskee in Den Haag. Foto Martijn Beekman / de Volkskrant Afvalligheid kan niet in de islam De PvdA ontkent het fundamentele conflict tussen de dominante interpretatie van de islam en de Nederlandse rechtsorde nog steeds, zegt Michiel Hegener. H oewel fractieleider Jaques Tichelaar van de PvdA zich op 15 augus- tus schriftelijk had ver- plicht niet naar buiten te komen met de Steunverklaring bij de oprichting van het Comité van ex-moslims, gaf hij onder meer in de Volkskrant van afgelopen zater- dag zijn reden om niet te tekenen (Voorpagina, 1 september). Het argument dat Tichelaar mij zaterdag telefonisch gaf voor het verbreken van zijn belofte – ‘de ver- klaring was toch al uitgelekt’– was plausibel, maar Tichelaar zag iets over het hoofd. Een reden waarom het Steuncomité voor ex-moslims de Steunverklaring pas openbaar wilde maken bij de presentatie van het Comité van ex-moslims, vol- gende week, was om te voorko- men dat er debatten zouden los- branden over delen van de verkla- ring. Dat is precies wat nu wel ge- beurt en voor de zaak van de ex- moslims is dat niet goed. Hoe de verklaring naar buiten kon komen, terwijl alle ontvan- gers zich verplicht hadden tot ge- heimhouding tot de dag van open- baarmaking, is intussen onbe- kend. Doel was overduidelijk om de zaak van de ex-moslims te be- schadigen. Ook staat vast dat Trouw , één van een reeks van ont- vangers van de uitgelekte Steunver- klaring, het nodig vond de tekst op de website te zetten. Ook die actie was strijdig met het belang van de ex-moslims. Nu Tichelaar met argumenten voor zijn niet-tekenen naar buiten is gekomen, is het nodig daar iets op terug te zeggen. Om deze passa- ge uit de Steunverklaring draait het bij de PvdA: Dit conflict tussen de islamiti- sche leer en de Nederlandse wet bestaat al jaren. Maar de regering negeert het probleem en stelt ken- nelijk respect voor de islam boven respect voor individuele vrijheid van godsdienst en levensbeschou- wing.Alles wat daar staat, is juist. Het conflict is onomstreden: alle vijf sharia-scholen eisen de doodstraf voor een afvallige man, vier eisen dat ook voor een afvallige vrouw. Eén school, de Hanafitische, stelt dat een afvallige vrouw gevangen gezet moet worden en 39 zweep- slagen per dag moet krijgen, net zolang tot ze weer moslim zegt te zijn. Verder blijkt uit de Hadith dat Mohammed persoonlijk de dood- straf heeft ingesteld voor afvallig- heid. Dat is meer dan een teruggrij- pen op oude teksten: in alle hand- boeken over de islam valt te lezen dat afvalligheid geen optie is. Er is vrijwel geen islamitisch kind dat krijgt te horen dat hij of zij vrij is in geloofszaken. Ter verdediging van Tichelaar: het beeld wordt vertroe- beld doordat woordvoerders van de islam in Nederland en elders in het Westen imams, journalisten bij moslimomroepen, Meiden van Halal etcetera altijd zullen zeg- gen dat er geen probleem is, dat ie- dereen eruit mag. Door te bevesti- gen dat er een uittredingsverbod geldt, zouden ze namelijk de aan- dacht vestigen op een negatief as- pect van de islam, en daar is de is- lam niet mee gediend. Kortom, er bestaat wel degelijk een conflict tussen de islamitische leer en de Nederlandse rechts- staat. Wie nog twijfelt, typt op in- ternet islam en apostasy (afvallig- heid). Lees en huiver een nuttige oefening voor alle PvdA-kaders. Dat de regering het probleem ontkent, is ook helder. Let op het woord kennelijkin de Steunver- klaring. Dat staat er met een reden. Er staat niet dat de regering res- pect voor de islam boven respect voor individuele vrijheid van gods- dienst en levensbeschouwing stelt, maar dat de regering dat ken- nelijk doet. Het blijkt namelijk uit de feiten: onze regering komt de slachtof- fers van de islam, mensen die graag vrijheid van godsdienst en levensovertuiging zouden genie- ten, op geen enkele wijze te hulp. Dagelijks worden in Nederland tientallen pasgeboren babys als moslim-voor-het-leven gebrand- merkt. Ook voor hen doet de rege- ring, en doet de PvdA, helemaal niets. De passage in de verklaring klopt dus geheel. De weigering van de PvdA bewijst dat de PvdA nog steeds in een staat van ontkenning verkeert inzake het fundamentele conflict tussen de dominante in- terpretatie van de islam en de Ne- derlandse rechtsorde. Michiel Hegener is journalist en voorzitter van het Steuncomité voor ex-moslims. Een wetenschappelijke uitgave van Mein Kampf is niet strafbaar Egbert Dommering vindt dat historici nu eens werk moeten maken van een wetenschappelijke editie van Mein Kampf. Die zal niet strafbaar zijn. G eert Wilders heeft een verbod op de Koran be- pleit, zoals ook Mein Kampf verboden is(Fo- rum, 8 augustus). Naar aanleiding daarvan is op de Fo- rumpagina een reeks artikelen verschenen die zich concentreren op de wenselijkheid van het al dan niet (blijven) verbieden van Mein Kampf (Jan Blokker jr., 20 augustus; Meindert Fennema, 22 augustus; Johannes Houwink ten Cate, 24 au- gustus; Fennema, 27 augustus). In die discussie blijven twee punten onderbelicht. Wilders en de wetenschappers gaan er voet- stoots van uit dat de Nederlandse overheid de bevoegdheid en de ju- ridische middelen heeft om, als zij dat zou wensen, door middel van een wettelijke of bestuurlijke maatregel een boek te verbieden. Het tweede punt is dat onze par- lementariër en historici verzuimd hebben enig onderzoek te doen naar hoe het ook weer zat met het niet verspreiden van Mein Kampf op Nederlands grondgebied. Het eerste punt is het eenvou- digst. Artikel 7 van de Grondwet kent een censuurverbod. Het ver- biedt de overheid een publicatie vooraf, op grond van de beoorde- ling van de inhoud, te verbieden. Het geeft daarin een sterkere be- scherming dan artikel 10 van het Europese Verdrag voor de rechten van de mens dat op Europees ni- veau de vrijheid van meningsui- ting regelt. Dat censuurverbod verhindert dus dat de overheid vooraf, door middel van wettelijke of bestuurlijke maatregelen, een boek verbiedt. De rechter kan ach- teraf een concrete publicatie (ge- deeltelijk) onrechtmatig achten, maar dat is een andere zaak. Het tweede punt is iets ingewik- kelder omdat het een auteursrech- telijke kant en een strafrechtelijke kant heeft. De auteursrechtelijke kant zit als volgt in elkaar. Het au- teursrecht van Hitler op Mein Kampf werd in Duitsland na de Tweede Wereldoorlog door de Bei- erse staat geconfisqueerd. Beieren ging op basis van dat auteursrecht iedere heruitgave in binnen- en buitenland tegen. In Nederland gebeurde na WO II hetzelfde met de vertaalrechten (een afzonder- lijk auteursrecht) van de in 1939 uitgegeven Nederlandse vertaling van de NSBer Steven Barends. Op basis van dat auteursrecht ver- bood de Nederlandse overheid nog in 1975 de verspreiding van een illegale Belgische herdruk. Over dit oneigenlijke gebruik van het auteursrecht schreef in dat jaar D.W.F. Verkade (nu advocaat- generaal bij de Hoge Raad) in de Volkskrant : Het auteursrecht wordt nu gebruikt als stok om de hond mee te slaan; het wordt ge- bruikt als censuurmiddel terwijl het daar nooit voor is bedoeld.Nu het strafrechtelijke punt. Wij kennen in ons Wetboek van Straf- recht een artikel 137e dat het ver- spreiden van racistische en voor bevolkingsgroepen beledigende publicaties verbiedt. Dat artikel is een uitvloeisel van het Verdrag te- gen rassendiscriminatie dat Ne- derland heeft geratificeerd. Op grond van dat artikel heeft de HR in 1987 een boekverkoper veroor- deeld die Mein Kampf (een Belgi- sche uitgave van de Nederlandse vertaling) in de etalage had liggen. Dat werd gedaan op grond van de kwaadaardige strekking van het boek, ongeacht of de verkoper kwade bedoelingen had, en onge- acht de wijze van aanprijzing. Dat is dus iets anders dan een alge- meen verspreidingsverbod. Het wil alleen zeggen dat de rechter in dat concrete geval de verspreiding van de oude vertaling strafbaar achtte. De Nederlandse Staat kan zich nog tot zeventig jaar na de dood van de Nederlandse vertaler op het auteursrecht van de oude verta- ling blijven beroepen om versprei- ding daarvan tegen te gaan. Tegen nieuwe vertalingen kan zij niet op- treden (anders dan door strafrech- telijke vervolging). De Beierse Staat kan zich theoretisch nog tot 2015 (70 jaar na 1945) op het au- teursrecht van Hitler beroepen om nieuwe vertalingen tegen te gaan, maar betwijfeld moet worden of dat een behoorlijke uitoefening van het auteursrecht is (het Hof Den Haag achtte in 2003 het ge- bruik van het auteursrecht om het verspreiden van geheime geschrif- ten van de Scientology-kerk tegen te gaan, oneigenlijk). Naar mijn mening zou een we- tenschappelijk becommentarieer- de editie van Mein Kampf niet on- der de discriminatie-strafbepalin- gen van het Wetboek van Straf- recht vallen. Een publicatie die een belangrijke historische bron op een wetenschappelijk verantwoor- de manier beoogt te ontsluiten ontbeert het kwaadaardige karak- ter dat het origineel misschien wel had. Kortom, laten de historici van een dergelijke uitgave nu maar eens werk van maken. Egbert Dommering is hoogleraar in- formatierecht aan de UvA. Een nuttige les voor PvdAers: google islamen apostasyen huiver ................................ De PvdA en de islam Afwegingen van een emancipatiepartij

Transcript of De PvdA en de islam Afwegingen van een emancipatiepartij ... · presentatie van een stad als merk...

Page 1: De PvdA en de islam Afwegingen van een emancipatiepartij ... · presentatie van een stad als merk werkt. Eenheid in de gelederen, onverbiddellijke aanwezigheid van het logo en die

12 | Forum | DE VOLKSKRANTDONDERDAG 6 SEPTEMBER 2007

Michaël Zeeman Het beeld van Nederland in het buitenland

’s - G rave n h age

I s ‘Nederland’ een merk dat jekunt branden (Engels woord,vernederlandst door legioenen

reclamemakers en consultants;betekent: ‘als merk presenteren’),ongeveer zoals dat ook wordt ge-daan met oplossoep of met’s lands hoofdstad, Amsterdam?Of is het geen schande de verwar-ring waarin de natie verkeert ookbuitenslands onomwonden te er-kennen en desnoods te tonen?

Moet je, anders geformuleerd,voor het buitenlands beleid eencampagne verzinnen, compleetmet een prikkelende en liefst kor-te bewering, een logo en eennaam, en de buitenlandse dienstdrillen in het opereren binnen determen van die campagne als zijvan Afghanistan tot Zweden uit dedoeken doet waar Nederland voor

staat? Of moet je juist uitingen vanNederlandse cultuur naar vorenschuiven die demonstreren datwij ook niet meer precies wetenwie wij zijn en wat wij te meldenhebben, levende kunst, over dekwaliteit waarvan nog geen con-sensus bestaat en die de toeschou-wers in den vreemde soms danigaan het schrikken kan maken?

Cultuurbeleid is lange tijd hetminst bedeelde en minst geachtedeelterrein van onze diplomatie-ke dienst geweest; wie ergens opeen ambassade als cultureel atta-ché werd aangesteld wist dat hetmet zijn diplomatieke carrière ge-daan was.

Daar gaan de staatssecretarisvan Buitenlandse Zaken FransTimmermans en de minister vanCultuur Ronald Plasterk nu dras-tisch verandering in aanbrengen.Op de rituele ambassadeursconfe-rentie, begin deze week, werdvoorgesteld het cultuurbeleid

voortaan als de kern van ons bui-tenlands beleid aan te merken.Die conferentie is een regelmatigplaatsvindende reünie van de bui-tenlandse dienst, waarbij alle Ne-derlandse ambassadeurs voor en-kele dagen terugkeren naar DenHaag om met hun minister,staatssecretaris en de ambtelijkestaf van het ministerie te bespre-ken hoe het gaat en wat de nieu-we plannen zijn. Een belangrijkebijeenkomst.

De mensen die de hemeltergen-de campagne ‘I Amsterdam’ ver -zonnen, en die zich hebben lateninspireren door de succesvollecampagne die ‘Cup-a-soup’ ooitvoerde, mochten laten zien hoegoed de bejegening en voorts depresentatie van een stad als merkwerkt. Eenheid in de gelederen,onverbiddellijke aanwezigheidvan het logo en die door merg enbeen gaande naamgeving op zo-wat alle uitgaande post en inter-

nationale activitei-ten van en in destad zouden eengunstig effect ophet beeld van diestad elders in dewereld hebben.Branding: de ge-meente Dokkumschijnt te aarzelenover een vergelijk-bare campagnemet ‘I Do Cum’ alsblikvanger en inUtrecht gaan stem-men op om, met het oog op deomvangrijke studentenpopulatie,die eerder geneigd is te tutoyerendan te vousvoyeren, de naam tewijzigen in ‘Joutrecht’.

Maar is de opvatting dat eenland eigenlijk een merk is eenniet wat al te karige opvatting vanwat een land, een natie en een cul-tuur te bieden hebben? En boven-dien, zou het helpen, bij het aan-

pakken van hetprobleem waar-voor Harer Majes-teits zaakgelastig-den in den vreem-de zich in toene-mende mate ge-steld zien?

Dat de cultuur-politiek en dekwestie van de na-tionale identiteitalsmede het beelddat daarvan eldersin de wereld be-

staat in het centrum van de be-langstelling zijn komen te staan,is geen exclusief Nederlandse aan-gelegenheid.

Zou je tien jaar terug over de ha-ken en ogen die er zitten aan detoetreding van Turkije tot de Eu-ropese Unie hebben geconfereerd,dan zou het gehele vertoog overde economie hebben gehandeld:hoe staat het met het Turkse be-

grotingstekort, wat zijn de ver-wachtingen van de economischegroei, hoe hoog ligt de werkloos-heid er en welke secundaire ar-beidsvoorwaarden hebben de Tur-ken thuis? Dat is voorbij: geenmens praat nog meer over de fi-nesses van de Turkse economie,maar iedereen wil weten of deTurken in cultureel opzicht welbij Europa horen. Onder die vraagsiddert de adder van de botsingder beschavingen, lees: de vreesvoor de islam. Godsdienst is bijuitstek een cultureel en cultuurbepalend fenomeen.

Toen Nicolas Sarkozy vlak voorde zomer zijn nieuwe kabinet sa-menstelde, benoemde hij een mi-nister voor Culturele Identiteit:ook de Fransen weten niet goedmeer wie zij zijn.

De Nederlandse diplomatenworden op hun posten tegen-woordig strijk en zet lastig geval-len met vragen naar de Neder-

landse culturele identiteit. Opzichzelf is de kennis van de Neder-landse cultuur buitenslands ver-moedelijk toegenomen (denk aande grote hoeveelheid vertalingenvan Nederlands literair werk diebeschikbaar zijn gekomen), maarhet dagelijks nieuws wordt gedo-mineerd door een inmiddels ont-moedigende reeks incidenten.Pim Fortuyn, Submission, Theo vanGogh, brandende moskeeën, hetongeldige paspoort van AyaanHirsi Magan en haar daarop vol-gende emigratie naar de Verenig-de Staten, de pedofielenpartij: datbegint op een patroon te lijken.En omdat dat patroon nogal af-wijkt van het eraan voorafgaanderustieke beeld van een land waar-van de bevolking gemoedelijkachter de dijken wat zat te blowenen naar het voetballen zat te kij-ken, of desnoods naar ‘De Nacht-wacht’ en ‘De Aardappeleters’, ko-men er bedremmelde vragen. Er

zijn meer mensen die Ian Buru-ma’s Murder in Amsterdam hebbengelezen dan Margriet de MoorsKreutzersonate.

Het gaat, kortom, niet zo goedmet het beeld van Nederland inhet buitenland.

Beeldcorrectie is één van demiddelen die de ambassadeursten dienste staan. Maar binnenhet toch al penibele genre van hetingezonden stuk is de ambassa-deursbrief in een krant wel desneuste. En dus gaan Timmer-mans en Plasterk hun schouderseronder zetten: vitale kunst latenzien van levende kunstenaars – enhet is geen diplomatiek risico alsdie pijn doet. Maak de wereldmaar deelgenoot van onze twij-fels en verwarring.

Misschien kunnen wij iets lerenvan de reacties. Over onszelf.

Dit is de eerste aflevering van eennieuwe wekelijkse rubriek.

Overheid moet liberale moslims steunen

De overheid overlegtmet conservatievemoslims die niemandvertegenwoordigen. Zijmoet zich richten op deliberale moslims, vindtJeroen Dijsselbloem.

De laatste tijd is de mis-vatting ontstaan dat dePvdA zich niet verhoudttot religies. Wie onzepartijgeschiedenis kent,

zeker sinds 1946, weet dat voor dePvdA religies, en alle levensbe-schouwingen, een waardevolle in-spiratiebron voor individuen kun-nen zijn. Wij zijn geen religieuzepartij maar zeker ook niet anti-reli-gieus. Tegelijkertijd staan we nietneutraal tegenover religie. Daarinverschilt onze partij van de over-heid. Wij staan het dichtst bij pro-gressieve krachten, die op basisvan hun levensbeschouwing kie-zen voor solidariteit, rechtvaardig-heid, verdraagzaamheid.

Geloof is in de visie van de PvdAeen individuele keuze. De vrijheidom die individuele keuze te ma-ken, is vastgelegd in de wet en ver-dient zeer actieve beschermingvan de overheid, maar zal ookmoeten worden bevochten bin-nen geloofsgemeenschappen. Dieemancipatiestrijd is binnen de is-lam volop gaande.

Voor de PvdA is het helder: de is-lam is een blijvende godsdienst inNederland. We hebben te makenmet een grote groep nieuwe gelo-vigen, met sterke, ook cultureel be-paalde gemeenschapsnormen, opeen moment dat de Nederlandsesamenleving sterk is geseculari-seerd en geïndividualiseerd. Ver-worvenheden van de afgelopendecennia, zoals de gelijke behan-deling van vrouwen en homo’s,staan ineens onder druk. Vanzelf-sprekende vrijheden lijken nietmeer vanzelfsprekend. We zullenactief ruimte moeten bieden aande islam, maar tegelijkertijd degrenzen waarbinnen de islam zichin Nederland moet nestelenscherp moeten markeren.

Een geloofsopvatting kan nooiteen rechtvaardiging zijn voor hetmet voeten treden van elementai-re grondrechten en rechtsregels.Daarvan zijn de laatste jaren teveel voorbeelden geweest. Straat-rovers in Rotterdam die hun mis-drijven proberen goed te pratenonder verwijzing naar hun geloof.Terroristen die hun gruwelijkhe-den rechtvaardigen op basis vande Koran. Vaders of broers die geë-mancipeerde meisjes mishande-len omdat de geloofseer zou zijnaangetast. Homo’s die in elkaar

worden geslagen. Het moet duide-lijk zijn dat we als samenleving, alspolitiek en als staat pal staan voorde grondrechten, de vrijheid vaniedereen. Geen enkel geloof recht-vaardigt geweld, tirannie en on-derdrukking. Ons beginselpro-gramma is er kraakhelder over:‘Alle burgers mogen rekenen opvrijwaring van discriminatie en opeen respectvolle behandeling vanculturele en religieuze uitingendie vallen binnen de grenzen vande democratische rechtstaat. Res-pect voor de geloofsvrijheid vananderen, acceptatie dat mannenen vrouwen, homo’s en hetero’s inNederland gelijke rechten hebbenen het recht op geloofsafval be-hoort daar bij.’

In het maatschappelijk debatwordt te vaak meegegaan in de re-denering dat de islam deze onder-drukking nu eenmaal toestaat ofzelfs propageert. Als Al Qaida zegt

te handelen vanuit de zuivere is-lam, moeten wij niet de fout ma-ken te zeggen: Aha, dan is de zuive-re islam dus het probleem en is deenige redding dat moslims dat ge-loof achter zich moeten laten. Diedenkfout, waarmee we zij aan zijzouden komen te staan met de sa-lafisten en wahabisten, is bij her-haling gemaakt (Hirsi Ali, Pastors,Wilders). Het zijn de radicale isla-misten die steeds spreken over dewereldgemeenschap van mos-lims, als een homogeen front te-genover het perfide Westen. Uit dediversiteit van geloofsopvattingenspreekt het tegendeel. Laten we diediversiteit benutten om progres-sieve krachten te ondersteunen enals bondgenoot te zien. En laten wevertrouwen hebben in de krachtvan de democratische rechtsstaatom daar waar onze grondrechtenmet voeten worden getreden, snelen effectief op te treden.

De huidige officiële gespreks-partners van de Nederlandse over-heid zijn niet representatief voorde vele verschillende geluiden on-der Nederlandse moslims. Liberaleen progressieve moslims zijn nietvertegenwoordigd in de contact-organen. De bestuurders die daarmet ministers overleggen, leggengeen publieke verantwoording afover hun inbreng, veel jongerenherkennen zich niet in deze zelfbe-noemde, conservatieve leiders. Opdeze manier wordt emancipatieniet bevorderd, maar gesmoord.

Onderdeel van de diversiteit on-der moslims is ook orthodoxie.Ook daarmee moeten we omgaan.De staat laat maximale ruimtevoor individuele keuzen, zolangdeze niet in strijd zijn met de wet.In de private sfeer kunnen regelsworden gesteld. Dat gebeurt in degedragscodes die het kabinet wilbevorderen, bijvoorbeeld op scho-

len. Ook voor de boerka zijn op en-kele scholen regels gesteld. En me-nig PvdA-wethouder heeft al aan-gegeven dat als je sollicitatieplichthebt, je geen boerka kunt dragen.Zeer terecht. Als voorvechters vanemancipatie zien wij boerka’s alsongewenste obstakels die partici-patie en open communicatie in deweg staan. Ook al bestaat de vrij-heid in boerka op straat te lopen,wij hopen zo min mogelijk boer-ka’s in Nederland te zien. Maar integenstelling tot rechtse partijengeloven wij niet in een bij wet afge-dwongen emancipatie. De krachtvan het debat, zeker wanneer datopen en breed wordt gevoerd,wordt in dit verband onderschat.

Het is van groot belang dat de is-lam zich op een goede manier ves-tigt in Nederland. Dat vergt actievebemoeienis van politiek en over-heid. Zo hebben wij ons best ge-daan Nederlandse imamopleidin-

gen van de grond te krijgen, zodatde import van conservatieve bui-tenlandse imams op den duur op-houdt. Het is essentieel voor de toe-komst van de islam in Nederlanddat zich op niet al te lange termijneen Nederlandse moslimvoorhoe-de aanbiedt. Een proces van eman-cipatie binnen de gemeenschap-pen is dringend nodig. Hoe om tegaan met kritiek, waar wij in onzesamenleving zo aan gewend zijn?Hoe zich te manifesteren in het de-bat? Nieuwe generaties zullen ho-ger opgeleid moeten zijn om datdebat te voeren. De overheid kandat actief steunen en ervoor zor-gen dat ook progressieve krachtennaar voren worden gehaald. Daarzullen wij op inzetten. Terzijde blij-ven staan en hopen dat het vanzelfgoed gaat, is niet aan de orde.

Jeroen Dijsselbloem is lid van deTweede Kamerfractie van de PvdA.

Mobarak-moskee in Den Haag. Foto Martijn Beekman / de Volkskrant

Afvalligheid kanniet in de islamDe PvdA ontkent hetfundamentele conflicttussen de dominanteinterpretatie van deislam en de Nederlandserechtsorde nog steeds,zegt Michiel Hegener.

Hoewel fractieleiderJaques Tichelaar van dePvdA zich op 15 augus-tus schriftelijk had ver-plicht niet naar buiten

te komen met de Steunverklaringbij de oprichting van het Comité vanex-moslims, gaf hij onder meer inde Volkskrant van afgelopen zater-dag zijn reden om niet te tekenen(Voorpagina, 1 september).

Het argument dat Tichelaar mijzaterdag telefonisch gaf voor hetverbreken van zijn belofte – ‘de ver-klaring was toch al uitgelekt’ – wasplausibel, maar Tichelaar zag ietsover het hoofd. Een reden waaromhet Steuncomité voor ex-moslimsde Steunverklaring pas openbaarwilde maken bij de presentatie vanhet Comité van ex-moslims, vol-gende week, was om te voorko-men dat er debatten zouden los-branden over delen van de verkla-ring. Dat is precies wat nu wel ge-beurt en voor de zaak van de ex-moslims is dat niet goed.

Hoe de verklaring naar buitenkon komen, terwijl alle ontvan-gers zich verplicht hadden tot ge-heimhouding tot de dag van open-baarmaking, is intussen onbe-kend. Doel was overduidelijk omde zaak van de ex-moslims te be-schadigen. Ook staat vast datTr o u w , één van een reeks van ont-vangers van de uitgelekte Steunver -klaring, het nodig vond de tekst opde website te zetten. Ook die actiewas strijdig met het belang van deex-moslims.

Nu Tichelaar met argumentenvoor zijn niet-tekenen naar buitenis gekomen, is het nodig daar ietsop terug te zeggen. Om deze passa-ge uit de Steunverklaring draait hetbij de PvdA:

‘Dit conflict tussen de islamiti-sche leer en de Nederlandse wetbestaat al jaren. Maar de regeringnegeert het probleem en stelt ken-nelijk respect voor de islam bovenrespect voor individuele vrijheidvan godsdienst en levensbeschou-wing.’

Alles wat daar staat, is juist. Hetconflict is onomstreden: alle vijfsharia-scholen eisen de doodstrafvoor een afvallige man, vier eisendat ook voor een afvallige vrouw.Eén school, de Hanafitische, steltdat een afvallige vrouw gevangengezet moet worden en 39 zweep-slagen per dag moet krijgen, net

zolang tot ze weer moslim zegt tezijn. Verder blijkt uit de Hadith datMohammed persoonlijk de dood-straf heeft ingesteld voor afvallig-heid.

Dat is meer dan een teruggrij-pen op oude teksten: in alle hand-boeken over de islam valt te lezendat afvalligheid geen optie is. Er isvrijwel geen islamitisch kind datkrijgt te horen dat hij of zij vrij is ingeloofszaken. Ter verdediging vanTichelaar: het beeld wordt vertroe-beld doordat woordvoerders vande islam in Nederland en elders inhet Westen – imams, journalistenbij moslimomroepen, Meiden vanHalal etcetera – altijd zullen zeg-gen dat er geen probleem is, dat ie-dereen eruit mag. Door te bevesti-gen dat er een uittredingsverbodgeldt, zouden ze namelijk de aan-dacht vestigen op een negatief as-pect van de islam, en daar is de is-lam niet mee gediend.

Kortom, er bestaat wel degelijk

een conflict tussen de islamitischeleer en de Nederlandse rechts-staat. Wie nog twijfelt, typt op in-ternet islam en apostasy (afvallig -heid). Lees en huiver – een nuttigeoefening voor alle PvdA-kaders.

Dat de regering het probleemontkent, is ook helder. Let op hetwoord ‘kennelijk’ in de Steunver -klaring. Dat staat er met een reden.Er staat niet dat de regering res-pect voor de islam boven respectvoor individuele vrijheid van gods-dienst en levensbeschouwingstelt, maar dat de regering dat ken -nelijk doet.

Het blijkt namelijk uit de feiten:onze regering komt de slachtof-fers van de islam, mensen diegraag vrijheid van godsdienst enlevensovertuiging zouden genie-ten, op geen enkele wijze te hulp.Dagelijks worden in Nederlandtientallen pasgeboren baby’s alsmoslim-voor-het-leven gebrand-merkt. Ook voor hen doet de rege-ring, en doet de PvdA, helemaalniets.

De passage in de verklaringklopt dus geheel. De weigering vande PvdA bewijst dat de PvdA nogsteeds in een staat van ontkenningverkeert inzake het fundamenteleconflict tussen de dominante in-terpretatie van de islam en de Ne-derlandse rechtsorde.

Michiel Hegener is journalist envoorzitter van het Steuncomité voore x - m o s l i m s.

Een wetenschappelijke uitgave van Mein Kampf is niet strafbaarEgbert Dommeringvindt dat historici nueens werk moetenmaken van eenwetenschappelijke editievan Mein Kampf. Die zalniet strafbaar zijn.

Geert Wilders heeft eenverbod op de Koran be-pleit, ‘zoals ook MeinKampf verboden is’ (Fo -rum, 8 augustus). Naar

aanleiding daarvan is op de Fo-rumpagina een reeks artikelenverschenen die zich concentreren

op de wenselijkheid van het al danniet (blijven) verbieden van MeinKampf (Jan Blokker jr., 20 augustus;Meindert Fennema, 22 augustus;Johannes Houwink ten Cate, 24 au-gustus; Fennema, 27 augustus).

In die discussie blijven tweepunten onderbelicht. Wilders ende wetenschappers gaan er voet-stoots van uit dat de Nederlandseoverheid de bevoegdheid en de ju-ridische middelen heeft om, als zijdat zou wensen, door middel vaneen wettelijke of bestuurlijkemaatregel een boek te verbieden.

Het tweede punt is dat onze par-lementariër en historici verzuimdhebben enig onderzoek te doennaar hoe het ook weer zat met het

niet verspreiden van Mein Kampfop Nederlands grondgebied.

Het eerste punt is het eenvou-digst. Artikel 7 van de Grondwetkent een censuurverbod. Het ver-biedt de overheid een publicatievooraf, op grond van de beoorde-ling van de inhoud, te verbieden.Het geeft daarin een sterkere be-scherming dan artikel 10 van hetEuropese Verdrag voor de rechtenvan de mens dat op Europees ni-veau de vrijheid van meningsui-ting regelt. Dat censuurverbodverhindert dus dat de overheidvooraf, door middel van wettelijkeof bestuurlijke maatregelen, eenboek verbiedt. De rechter kan ach-teraf een concrete publicatie (ge-

deeltelijk) onrechtmatig achten,maar dat is een andere zaak.

Het tweede punt is iets ingewik-kelder omdat het een auteursrech-telijke kant en een strafrechtelijkekant heeft. De auteursrechtelijkekant zit als volgt in elkaar. Het au-teursrecht van Hitler op MeinKampf werd in Duitsland na deTweede Wereldoorlog door de Bei-erse staat geconfisqueerd. Beierenging op basis van dat auteursrechtiedere heruitgave in binnen- enbuitenland tegen. In Nederlandgebeurde na WO II hetzelfde metde vertaalrechten (een afzonder-lijk auteursrecht) van de in 1939uitgegeven Nederlandse vertalingvan de NSB’er Steven Barends. Op

basis van dat auteursrecht ver-bood de Nederlandse overheidnog in 1975 de verspreiding vaneen illegale Belgische herdruk.Over dit oneigenlijke gebruik vanhet auteursrecht schreef in datjaar D.W.F. Verkade (nu advocaat-generaal bij de Hoge Raad) in deVo l k s k r a n t : ‘Het auteursrechtwordt nu gebruikt als stok om dehond mee te slaan; het wordt ge-bruikt als censuurmiddel terwijlhet daar nooit voor is bedoeld.’

Nu het strafrechtelijke punt. Wijkennen in ons Wetboek van Straf-recht een artikel 137e dat het ver-spreiden van racistische en voorbevolkingsgroepen beledigendepublicaties verbiedt. Dat artikel is

een uitvloeisel van het Verdrag te-gen rassendiscriminatie dat Ne-derland heeft geratificeerd. Opgrond van dat artikel heeft de HRin 1987 een boekverkoper veroor-deeld die Mein Kampf (een Belgi-sche uitgave van de Nederlandsevertaling) in de etalage had liggen.Dat werd gedaan op grond van dekwaadaardige strekking van hetboek, ongeacht of de verkoperkwade bedoelingen had, en onge-acht de wijze van aanprijzing. Datis dus iets anders dan een alge-meen verspreidingsverbod. Hetwil alleen zeggen dat de rechter indat concrete geval de verspreidingvan de oude vertaling strafbaarachtte.

De Nederlandse Staat kan zichnog tot zeventig jaar na de doodvan de Nederlandse vertaler op hetauteursrecht van de oude verta-ling blijven beroepen om versprei-ding daarvan tegen te gaan. Tegennieuwe vertalingen kan zij niet op-treden (anders dan door strafrech-telijke vervolging). De BeierseStaat kan zich theoretisch nog tot2015 (70 jaar na 1945) op het au-teursrecht van Hitler beroepen omnieuwe vertalingen tegen te gaan,maar betwijfeld moet worden ofdat een behoorlijke uitoefeningvan het auteursrecht is (het HofDen Haag achtte in 2003 het ge-bruik van het auteursrecht om hetverspreiden van geheime geschrif-

ten van de Scientology-kerk tegente gaan, oneigenlijk).

Naar mijn mening zou een we-tenschappelijk becommentarieer-de editie van Mein Kampf niet on-der de discriminatie-strafbepalin-gen van het Wetboek van Straf-recht vallen. Een publicatie die eenbelangrijke historische bron opeen wetenschappelijk verantwoor-de manier beoogt te ontsluitenontbeert het kwaadaardige karak-ter dat het origineel misschien welhad. Kortom, laten de historici vaneen dergelijke uitgave nu maareens werk van maken.

Egbert Dommering is hoogleraar in-formatierecht aan de UvA.

Een nuttige les voorPvdA’ers: google ‘islam’en ‘apostasy’ en huiver.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

De PvdA en de islam Afwegingen van een emancipatiepartij