Bewegen en gezond eten? Daar hebben kinderen best zin in! Els Dezeure – ROC Limburg Jeroen Meganck...

Post on 08-Jun-2015

213 views 0 download

Transcript of Bewegen en gezond eten? Daar hebben kinderen best zin in! Els Dezeure – ROC Limburg Jeroen Meganck...

Bewegen en gezond eten? Daar hebben kinderen best zin in!

Els Dezeure – ROC Limburg

Jeroen Meganck – SPOC & Lessius Hogeschool

An Victoir – VCLB Vormingscentrum

12 oktober 2007

VCLB –LIMBURGRegionale OndersteuningsCel

Hoe zit het met dat eten en bewegen?

Enkele cijfers…

Eten kleuters gezond?

• Te weinig– Melk (4 bekers of equivalent in yoghurt/platte

kaas)*– Water (1 liter)– Volkorenbrood (3 tot 5 sneetjes) – Groenten (100-150 g): in feite 80 g / dag – Fruit (1-2 stukken): niet elke dag– Vis (50-150 g / week): nooit of < 1 keer / week

* Aanbevolen hoeveelheid tussen haakjes

Eten kleuters gezond?

• Te vaak – Wit brood– Ontbijtgranen– Frisdrank en fruitsap: > 200 ml / dag– Snoep: 70% snoept dagelijks, gemiddeld

43 g / dag

C. Matthys, I. Huybrechts, M. Bellemans, M. De Maeter, S. De Henaau. Kapoentje, hoe eet jij? Vakgroep maatschappelijke gezondheidskunde, Universiteit Gent.

Eten adolescenten gezond?

Week Weekend

% 0 1 2 3-4 5 0 1 2

Jongens 13 2 4 8 74 10 14 77

Meisjes 14 3 4 10 69 8 15 78

Ontbijten 11-18 jarigen?

Dagen per week/weekend ontbijt

Rapport jongeren en gezondheid

HBSC = Health Behaviour of School-aged children studie

http//users.ugent.be/~cvereeck/hbsc/

Wat eten adolescenten?

% nooit < 1 / week

1 / week

2-4 / week

5-6 / week

1 / dag >1/ dag

Fruit

Jongens 4 18 14 31 11 13 8

Meisjes 2 11 12 31 14 19 11

Groenten

Jongens 2 4 4 19 24 38 9

Meisjes 1 2 3 13 23 49 10

Eten 11-18 jarigen genoeg groenten en fruit?

HBSC

Wat eten adolescenten?

% nooit < 1d / week

1d / week

2-4 d / week

5-6 d / week

1 / dag >1/ dag

Frisdrank

Jongens 4 8 7 16 14 14 37

Meisjes 8 16 13 19 11 11 21

Snoep

Jongens 2 10 11 28 16 16 17

Meisjes 1 12 13 32 16 15 12

Chips

Jongens 5 26 29 25 7 4 4

Meisjes 5 37 32 18 4 2 2

Hoe vaak nemen 11-18 jarigen iets uit het topje van de voedingsdriehoek?

HBSC

Wat eten adolescenten?

• Te weinig– Water (1.5 l)* : 0.4 l – Groenten (> 300 g): 115g (♂) / 99 g (♀)– Fruit (> 375 g): 64 g (♂) / 88 g (♀)– Brood (245-420 g): 189 g (♂) / 140 g (♀)– Melk en melkproducten (0.4 – 0.6 l): 0.2 l

* Aanbevolen hoeveelheid tussen haakjes

Wat eten adolescenten?

• Te veel– Vlees of vervangproducten (100 g) : 189 g

(♂) / 130 g (♀) – Frisdrank : 0.4 l (♂) / 0.2 l (♀)– Koekjes : 31 g (♂) / 24 g (♀)– Snoep en zoet beleg : 38 g (♂) / 27 g (♀)

Matthys et al. (2007) Tijdschrift voor Geneeskunde, 63 (13)

Wat eten adolescenten?

• Nutriënten- en energie-analyse

– Algemeen • Te weinig energie uit koolhydraten• Te veel energie uit vet• Teveel fosfor, vitamine C

– Jongens• Te weinig magnesium

– Meisjes• Te weinig calcium, ijzer

Matthys et al. (2007) Tijdschrift voor Geneeskunde, 63 (13)

Bewegen kinderen genoeg?

Slapen TV & computer

Sport, spel, beweging

Andere activiteiten

Jongens - schooldagen 39% 16% 9% 36%

Meisjes – schooldagen 40% 12% 6% 42%

Jongens – vrije dagen 43% 23% 9% 25%

Meisjes – vrije dagen 45% 17% 6% 32%

Wat doen 12-jarigen op een dag?

Rapport Olds et al. (2004) http//www.ausport.gov.au/fulltext/2004/ascpub/Childrensfullreport.pdf

N 3657

%

Bus of auto Te voet Met de fiets

Jongens 26.1 14.4 59.5

Meisjes 25.3 18.2 56.5

N 3654

%

Ik doe altijd zo weinig mogelijk

Ik doe alleen mijn best als het fijn is

Ik werk altijd goed mee

Jongens 2.5 36.3 61.1

Meisjes 1.7 36.1 62.1

DIGG: Actief naar school? (12-18 jarigen)

DIGG: Meewerken in de les LO (12-18 jarigen)

Bewegen kinderen genoeg?

N 3642

%

nooit < 1 / maand

1 / maand

1 / week

2-3 / week

4-6 / week

Elke dag

Jongens 5.9 2.8 3.5 11.5 31.8 21.1 23.3

Meisjes 5.5 4.4 7.7 23.5 30.7 12.2 16.1

DIGG: Na school / in het weekend bewegen (12-18 jarigen)

N 1757

%

0 1 2 3 4 5 6 7

Jongens 0.8 6.8 13.8 21.5 16.7 17.6 10.0 12.8

Meisjes 1.7 9.1 19.4 22.5 22.5 11.1 16.5 7.5

ROC Limburg - UH: Dagen / week met ≥ 1u beweging (12-15 jarigen)

Bewegen kinderen genoeg?

Rzewnicki et al. (2001) : special issue Vlaams Tijdschrift voor Sportgeneeskunde & -Wetenschappen; www.vinnigvlaanderen.be

Bij de sportclub

• Lid van een sportclub?– 15% vlamingen bij sportclub erkend door Bloso (

nationale federaties voetbal en wielrennen)– Alle sportclubs samen: 25%.– 12-18 jarigen: 60% van de jongens en 40% van de

meisjes• Maar…

– clubkaart activiteit – Hou rekening met vrij spelen en ravotten (vooral

meisjes en kleuters)

N 3668

%

0 u < 1/2 u 1/2 – 1 u 2-3 u ≥4 u

Jongens 1.8 5.9 33.2 44.8 14.3

Meisjes 1.6 6.0 34.3 46.2 12.0

DIGG: TV / video kijken (uren per dag)

N 3667

%

0 u < 1 u 1-3 u 4-6 u ≥7 u

Jongens 9.3 17.7 28.9 19.4 24.6

Meisjes 25.4 33.1 25.9 8.5 7.0

DIGG: computerspelletjes (uren / week)

Sedentaire vrijetijdsbestedingN 1757 Jongens Meisjes

Schooldagen TV 2.2 = 2.2

Vrije dagen TV 3.6 = 3.5

Schooldagen computer

1.3 > 1.1

Vrije dagen computer

2.7 > 2.1

ROC-UH: uren TV en computer / dag

Sporters Schermplakkers Autonomen

Hoe groot? 35.7% 32.2% 32.3%

Wat doen ze? Spenderen veel tijd aan sport

Spenderen veel tijd aan TV en computer

Doen graag dingen op eigen initiatief (zonder supervisie): socialiseren en vrij spelen

Hoe actief? Actiefste groep, zeker in “kritiek venster”, maar ook TV en computer

Minst actief Tussenin

Nota Liever georganiseerde sport dan vrij spelen

Schermtijd inkorten! Hoeven geen externe stimulatie

Profielen van jongens

Profielen van activiteit

Olds et al. (2004)

Profielen van meisjes

Spelers Schermplakkers Sporters Socialiseerders

Hoe groot?

26.9% 26.2% 25.8% 21.1%

Wat doen ze?

Spelen neemt veel tijd in

Veel tijd naar TV en computer

Veel tijd naar sport

Niet-actieve sociale activiteiten (chatten, telefoneren, babbelen)

Hoe actief?

Meest actief 3e plaats 2e plaats Minst actief

Nota Hoogste BMI Walk-&-talk activiteiten slaan aan!

Profielen van activiteit

Jongens Meisjes

1990-1993 1993-1997 1990-1993 1993-1997

Lengte

Gewicht

Bmi

Som huidplooien

Flamingo evenwicht

Sneltikken met 1 hand

Zittend reiken

Verspringen uit stand

Handknijpkracht

Sit-ups

Hangen met gebogen armen

Snelheid-shuttle run

Uithouding-shuttle run

Fysieke fitheid bij 12-18 jarigen in Vlaanderen

Methode: EUROFIT testbatterij = 7 lichaamsmetingen + 8 motorische tests + uithoudingstest

(Levefre, 2001)

Zijn kinderen en jongeren fit?

Waarom doen kinderen en jongeren wat ze doen?

Een kleine portie theorie met een grote salade aan voorbeelden

Waarom kinderen (on)gezond eten

ETEN

Gedrag / leefstijl

Intenties

Barrières Facilitators

Attitudes Vaardigheden Sociale invloeden

Theorie van gepland gedrag

Gedrag / leefstijl

Intenties

Barrières Facilitators

Attitudes Vaardigheden Sociale invloeden

Theorie van gepland gedrag

Attitudes

• Attitude of houding: 2 aspecten

• Denken– Broccoli eten is verstandig /

is gezond / zorgt dat je vezels binnenkrijgt / verbetert de darmtransit …

• Voelen– Broccoli smaakt vies / ziet er

raar uit / ruikt vies• Impact voelen > denken

Bah, dat lust ik niet%

N 620

Helemaal niet graag

Niet zo graag

Neutraal Eerder graag

Heel graag

Vis 3.9 8.4 29.8 27.8 30.1

Groenten 3.1 5.8 20.2 32.9 38.1

Fruit 2.7 5.2 15.6 30.8 45.6

Vlees 1.1 3.2 14.4 28.0 53.2

Rapport Voedingssituatie bij jonge kinderen (Leenaars et al., 2002)

Wat lusten 2-jarigen?

%

N 620

Helemaal niet

Niet zo erg

Neutraal Eerder wel

Heel zeker

Het kind is koppig bij het eten

33.7 26.4 18.8 15.2 6.0

Het kind is kieskeurig bij het eten

28.1 27.1 17.4 19.9 7.4

Moeilijke eters

Waarom kinderen dingen (niet) lusten

• Aangeboren – Voorkeur voor energie-dense voeding (zoet en vet)– Vermijden van bittere (toxische?) en zure (???)

dingen– Voedselallergie / overgevoeligheid, vb. Lactose-

intolerantie– De spinaziehaters zijn NIET flauw!– Géén voorkeur / afkeer van geuren!

• Persoonlijkheid– Is jouw kind een voedselneofoob of een

voedselneofiel?– Voedselbetrokkenheid– Sensatiezoekers

Waarom kinderen dingen (niet) lusten

• Aangeleerd– Herhaalde aanbieding van voedsel (mere

exposure)– Koppeling van voedel en +/- stimulus

• Eenmalige sterke koppeling: aversies• Evaluatieve conditionering• Klassieke conditionering• Operante conditionering

Herhaalde aanbieding

• Vaker proeven = beter lusten– Verandering van moedermelk doet eten– 8 tot 10 keer proeven

• Kleine portie• Zonder dwang• Bekrachtig door prijzen voor proeven

Evaluatieve conditionering

• Smaak-smaak leren– Neutrale + positieve smaak

• Groenten met appelmoes• Witloof met bruine suiker• Spinazie met room

– Neutrale + negatieve smaak• Water met grenadine• Cherry cola

– Werkt best met nieuwe neutrale smaken

Evaluatieve conditionering

• Smaak-omgeving leren– Eten verbinden aan een positieve omgeving

• Ananas? Jakkes! Een fruitbrochette? Lekker!• Oom Karel en de prinsessenbonen• Het dieet van Harry Potter en Shrek in de Kellogg’s doos• Wansink et al. (2005) : identieke schotels met gewone (“rode

bonen met rijst”) of exotische (“traditionele Cajun rode bonen met rijst”) namen. Exotisch = “betere smaak, mooier uitzicht”

– Eten verbinden aan een negatieve omgeving• Doe een post mortem op de groentenschotel• Hoe ruikt onze refter?

Operante conditionering

• Smaak-consequent leren– Fysieke sensaties (onmiddellijk)

• Positief: voldaan / relaxed / energiek (koffie, cola) / aangenaam geprikkeld (curry, chili-pepers) / “high” (chocola) …

• Negatief: opgeblazen / indigestie / maagpijn / pijn (chili-pepers) / …

• Smaak-consequent leren – Gevolgen op langere termijn

• Esthetisch– Cola = gele tanden– Fastfood = slechte huid

• Financieel – Koeken bij de bakker? Zakgeld op…

• Slank blijven is ook bij kinderen en jongeren een motief! “vet” / schuldig (adolescenten!) / …

• Merk op: gezond/ongezond speelt amper mee!

Operante conditionering

Operante conditionering

• Smaak-consequent leren– Belonen en straffen

• Koekje als je je bord leegeet• Aan tafel blijven zitten tot je bord leeg is• Advies Lenaers et al. (2002):

– Lekker eten (dessert, snoepje) ≠ beloning voor het eten van gezonde voeding

– Dessertje niet krijgen ≠ straf als je gezonde producten laat staan

– Geen eten opdringen, ook niet bij slechte etertjes

Operante conditionering

• Smaak-consequent leren– Speciaal geval: aversies aanleren

• Eten en misselijk? Sterk en lang effect!– Een “slechte mossel”– Eenmalige koppeling voldoende– Walging = disgust– Ingebeelde verbanden werken even goed bij nieuwe

voeding

• Andere klachten– Gastro-intestinaal, huiduitslag, ademhalingsproblemen,

…– Wel vermijden, geen walging.

Conclusie attitudes

• Wat gezond of niet gezond is, daar malen kinderen en adolescenten weinig om

• Speel in op positieve associaties en positieve gevolgen van gezonde voeding

• Maar: opletten met “je wordt er mager van”

Gedrag / leefstijl

Intenties

Barrières Facilitators

Attitudes Vaardigheden Sociale invloeden

Theorie van gepland gedrag

Sociale invloeden in eetgedrag

• Model-leren

• Sociale steun

• Normen en waarden

• Socialisatieprocessen

Model-leren

• Micro-omgeving: Wat eten – Ouders?– Broers en zussen? – De vriendjes en vriendinnetjes?– Leerkrachten?

• Media– Bewuste beïnvloeding: GVO-materiaal– Onbewuste beïnvloeding: Het ontbijt in the OC

• Hoe werkt het?– Imitatie – Evaluatieve conditionering (vb. Papa trekt een vies

gezicht bij witte kool)

Sociale steun• Verschillende vormen

– Buddy-systemen• De kok voorziet een gezond alternatief

– Samen veranderen• Iedereen blijft van de saus af

• Hoe werkt het?– Combinatie van geheugensteuntjes, emotionele

steun, controle, beloning, publieke verbintenis– Oppassen met sociale druk en kritiek!

Normen en waarden

• Normen– Ongeschreven en geïnternaliseerde regels

• Over wat moet / mag / belangrijk is = prescriptieve norm– Je moet elke dag groenten eten

• Over wat “normaal” is = descriptieve norm– “Iedereen ontbijt toch met een cola en een choco-koek”

– Invloed?• Langdurig als gecombineerd met voorleefgedrag

– Gezond eten in kindertijd = gezond eten als adolescent

• Invloed normen < voorbeelden, sociale steun en regels!

Socialisatieprocessen

Wat leer je over eten?• Welke soorten voedsel bij elkaar passen.

– Tomaat met bruine suiker? • Volgorde van schotels.

– Soep in Vlaanderen / in China• Tijdstip van maaltijden.

– Lunchen in Finland / Spanje • Volume van maaltijden.

– Wat is een normale portie? Fransen en “supersize me” Amerikanen

• Culinaire omgangsvormen– Eten aan tafel of voor de TV, …– Hoe ontvang je bezoek?

Gedrag / leefstijl

Intenties

Barrières Facilitators

Attitudes Vaardigheden Sociale invloeden

Theorie van gepland gedrag

Vaardigheden en controle

• Gezond eten vraagt– Procedurale (hoe) naast declaratieve (wat)

kennis• Hoe groot is een portie groenten / vlees?• Hoe overwin je de “grote goesting”?

– Controle over aanbod• Gatekeeper hypothese verworpen (De

Bourdeaudhuij & Van Oost, 1997)• Motieven voor voedselkeuze in het gezin:

gebruiksgemak / kostprijs / snel klaar?

Gedrag / leefstijl

Intenties

Barrières Facilitators

Attitudes Vaardigheden Sociale invloeden

Theorie van gepland gedrag

Omgevingsinvloeden • De macro-omgeving

– Gewijzigde samenstelling van voeding• Hoog-fructose mais-stroop (ontwikkeld in 1957): goedkoper dan

tafelsuiker (sucrose), maar even zoet. Gebak en frisdrank!• Maximum gehalte zout (brood) en vet (melk)

– Gewijzigd aanbod • Groter aanbod kant-en-klare voeding (meer zout en vet)• Meer fastfood restaurants• Groter aanbod van fruit en groenten• Groter aanbod aan exotische ingrediënten

– De markteconomie• Prijs van ongezonde < gezonde voeding• Financiële steun aan producenten gezonde producten• Monopolie positie van bedrijven die genetisch gemanipuleerd

voedsel produceren (strikte regels voor boeren)

Omgevingsinvloeden

• Micro-omgeving– Aanbod

• Variëteit? Chocomelk voor wie geen melk lust?• Hapklaar? Fruitschilmoekes op school, op kamp.• Betaalbaar? Tutti Frutti. • Realiseerbaar? Vervoer? Opslag? Afval? Speeltijd = toilet +

spelen + fruit eten?

– Regels• Thuis en op school• Do’s en don’ts• Effectief als consistent uitgevoerd!

Ik MOET chocola! NU!• Craving of “smachten naar”

– De grote goesting– Naar ongezonde dingen– Naar heel specifieke producten

• Vet (frietjes)• Zoet (chocola, madeleine koekjes)• Zout (chips)• Oppeppers (cola, koffie)

– Op voorspelbare tijdstippen• ‘s Avonds voor de TV• Bij dipjes in je circadiaans ritme • Als je je down voelt• …

Hoe ontstaat de grote goesting?

• Leerproces: feed forward regelmechanisme (signaalfunctie)

• Vermijdt grote inbreuken op homeostase• Hoe werkt het?

– 1e stuk chocola: suiker ↑ insuline ↑– 100e stuk chocola: zoete smaak lichaam verwacht

suiker insuline ↑– Van chocola afblijven? Moeilijk want hypo-glycaemie!

Omgaan met chips-trantrums en melkchocolade-mokkerij

• Preventief– Voorkom associaties tussen externe stimuli

(omgeving, aroma, tijdstip) en interne verandering (energietoevoer)

– Vb. Nooit chips eten voor de TV• Curatief

– Vermijd de context die gelinkt is met eten (geen TV meer)

– Verbijten – Afleiden: stel een ander gedrag (groenten met een

dipsausje eten voor de TV)

Bewegen

Help, mijn kind doet niet graag aan sport!

Waarom doen zij niet aan sport?

• Lagere school– Gezondheid– Uiterlijk

• Adolescentie– Gezondheid

En waarom dan wel?

• Plezier beleven

• Competenties ontwikkelen

• Sociaal contact

• …

Nadruk op intrinsieke motieven

Biologie & Ontwikkeling

• Geslacht– Jongens doen meer aan sport

• Leeftijd– Met adolescentie daalt de beweging, zeker bij meisjes

• Fysieke ontwikkeling– Ontwikkelingssnelheid, groei, motoriek,

• Gezondheidsparadox

Attitude & Cognities

• Voorgeschiedenis– Succeservaringen?– Ervaring met lessen LO?

• Laten proeven• Geen competitie• Gedifferentieerd

• Zelf-effectiviteit

• Verwachte effecten

Faciliteiten

• Gestructureerde– Aanwezigheid – Bereikbaarheid – Toegankelijkheid (openingstijden – prijs)– Aanbod (aanlokkelijkheid – verscheidenheid)

• Ongestructureerd– Macro & Micro omgeving– Bereikbaarheid– Veiligheid (verkeer – criminaliteit)

Omgeving

• Gezin (sociaal cognitieve theorie)

– Voorbeeldrol • ouders • siblings

– Sociale beïnvloeding• Aanmoedigen / overtuigen / ‘zagen’ / straffen

– Sociale steun• Informatief / praktisch / emotioneel

SES

Omgeving

• Normatieve verwachtingen– Rollenpatroon

• ‘Halve jongen’• ‘Six-pack’

– Subcultuur

• Beschikbare alternatieven

• Seizoenseffecten

Hoe verleiden we kinderen en jongeren tot gezond eten en

bewegen?

Frisse tips op een bedje van een krokant gezondheidsbeleid

Dicht bij huis: wat kan het CLB?

• Individuele benadering– Medische consulten– Individuele gesprekken

• Gezondheidsbeleid op school– Meer proactief en preventief– Ruimer kunnen werken

Individuele aanpak• Medisch consult

– Voordelen• We zien alle leerlingen• We meten het BMI• We kunnen vragen stellen en in gesprek gaan• Leerlingen kunnen ons vragen stellen

– Nadelen• Er kunnen meerdere aandachtpunten zijn: wat kiezen?• We hebben weinig tijd per leerling• Andere aanpak nodig voor leerlingen met normaal gewicht /

overgewicht / obesitas

– Het individuele gesprek: valkuilen alom• Een oefening

Powertraining in gespreksvoering

• 1 coach en 1 leerling• Opdracht: zet de leerling aan om de slechte

gewoonte die hij/zij noteerde te veranderen• Subdoelen coach:

– Breng de leerling tot probleembesef– Zet voordelen van verandering in de verf– Geef praktische tips– Bedenk welke informatie je de leerling mee naar huis zou

geven– Timing: 7 minuten

• Wissel van rol bij het signaal

Gesprekken tijdens het consult

• Motiveren tot gedragsverandering– Doelen

• Aanzetten tot gezond gedrag• Laten stoppen met ongezond gedrag

– Methode = gesprek aangaan• Probleembesef verhogen• Tips tot verandering geven

– Frustraties • Weinig effect • Omgekeerd effect

Gedragsverandering

• “Take-away” boodschappen– Mensen willen wel veranderen, maar ze

willen niet veranderd worden– Gedragsverandering begint niet altijd

vanzelf– Blijvende gedragsverandering is moeilijk te

bereiken

Fasen van gedragsverandering

(herval)

behoud

actie preparatie

contemplatie

Precontemplatie

terminatie

Precontemplatie

• Precontemplatie (voorbeschouwing)– “I won’t change”– Geen intentie tot gedragsverandering– Redenen

• Weinig kennis? • Geen probleembewustzijn?• Geen interesse?• Mislukte poging tot veranderen achter de rug?

Precontemplatie Contemplatie

• DOEL:

“Misschien moet ik er toch eens over denken…”

• METHODE:

Motiveren i.p.v. confronteren

Basislijn meting

Motiveren i.p.v. confronteren

• Luisteren– aanvaarden van de leerling: positief klimaat– zicht krijgen op de weerstand

• Toon empathie– situatie bekijken door de ogen van de leerling

• Vraag– leerling stuit in zijn antwoord soms op tegen-

strijdigheden: laat hem die zelf ontdekken

Basislijn meting

• Zelf ontdekken dat er een probleem is– Bewegingsdagboek – Voedingsdagboek en –analyse– Observatieschema’s

• Vraagt inspanning van de leerling!

Contemplatie

• Contemplatie (overweging)– “I might change”– Bewust van het probleem– Bezig met balans van voor- en nadelen– (Vage) intentie tot GV (binnen 6 maanden)

Contemplatie Preparatie

• DOEL:

“Ik zou er iets aan moeten veranderen…”

• METHODE:

BeslissingsbalansZelf-reëvaluatie

Beslissingsbalans

• Alle redenen om niet te veranderen

• Alle redenen om wel te veranderen

• Belangrijkheid

• Eventueel nieuwe argumenten

Niet veranderen Wel veranderenPro’s huidige gedrag

Contra’s nieuwe gedrag

Contra’s huidige gedrag

Pro’s nieuwe gedrag

Een beslissingsbalans

Voordelen Nadelen

TV kijken Ontspannend na saaie dag (10)

Eenzaam (3)

Ik eet chips (8)

Ik wil geen couch potato zijn (10)

Gaan voetballen

Buiten komen (2)

Fit worden (5)

Mensen zien (8)

Achteraf alle stress kwijt (9)

Moe en spierpijn (4)

Lastig als het regent (7)

Knieblessure kan verergeren (4)

Ik blijf te lang in de kantine zitten (6)

Zelf-reëvaluatie

“Voel ik me nog goed bij het oude gedrag?”

• Verduidelijken van waarden (‘Waarom?’)

• Vergelijken met gezonde rolmodellen

• Visualisatietechnieken

Preparatie

• Preparatie = voorbereiding– “I will change”– Klaar om te veranderen– Op korte termijn = binnen de maand– Actieplan bestaat of wordt uitgewerkt

Preparatie Actie

• DOEL:

“Dit probeer ik te bereiken tegen die datum.”

• METHODE:

Zelf-bevrijdingContract

Zelf-bevrijding

• Noteer alle mogelijke hindernissen

• Zoek haalbare oplossingen

Verhoging zelfvertrouwen

Minder risico tot stopzetten GV bij hindernissen

Contract

• Als verbintenis om gedrag vol te houden

• Schrijf de doelstellingen expliciet op: – doelstellingen blijven duidelijk– opvolging en aanpassing zijn mogelijk

Think it, Ink it, & Post it!

• Bewaar op een actieve plaats

U-SMART

• Uitdagend• Specifiek• Meetbaar• Aanpasbaar

aanvaardbaar• Realistisch• Tijdsgebonden

‘t is ‘smart’

om positief te zijn!

Ik,……………………, stel mij volgende doelstellingen tegen datum van …/…/……, met …………………… als mijn getuige.

Doelstelling(en) & Actieplan:……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

(Tussentijdse) evaluatie van dit contract is voorzien op: …/…/……

Om mezelf te belonen, voorzie ik ………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Opgesteld te ………………………………., op …/…/……

Handtekening, Handtekening getuige,

Slippertjes en herval

• Kenmerken– Het oude gedrag wordt terug opgenomen– Eerder regel dan uitzondering– Terugval naar elke vorige fase is mogelijk

Preventieve technieken

• Slippertje voorbereiden:– bespreek de grote kans op voorhand

niet opgeven van alle hoop en stoppen van de inspanningen!!

zoek stimuli die helpen om te herpakken

Technieken na herval

• Zoek oplossingen voor de oorzaken – vermijden risico-situaties– zoeken van beschermende factoren

• Sociale steun– om mee naar oplossing te zoeken– om het zelfvertrouwen extern te

ondersteunen

• Verdere technieken volgens fase

Actie

• Kenmerken – “I am changing”– Nog maar net veranderd (- 6m)– Concrete acties ondernomen– Nieuwe gedrag langzaam geïntegreerd in

levensgewoontes– Soms lukt het, soms ook niet – Bij aanvang zeer instabiel en veel kans op

slippertjes/herval

Actie Consolidatie

• DOEL:

“Het lukt me steeds beter om door te zetten!”

• METHODE:

Evaluatie contractOndersteunende technieken

Evaluatie contract

• (sub)doelstellingen gerealiseerd?

Ja beloning

nieuwe (sub)doelen

Nee contract aanpassen:

tussenstappen;

oplossen hindernissen

Ondersteunende technieken 1

• Tegenconditionering– situatie gekoppeld aan ongezond gedrag

koppelen aan alternatief, gezond gedrag

• Stimuluscontrole– verwijderen van prikkels die ongezond gedrag

uitlokken, en vervangen door prikkels die gezond gedrag stimuleren

Ondersteunende technieken 2

• Contingentiemanagement– belonen van stappen in de goede richting– nadruk op niet-materiële beloningen– bestraffen van negatief gedrag best vermeden

• Verhogen zelfvertrouwen– oplossingen voor moeilijke situaties op voorhand

bedenken (zie fase 3)

Ondersteunende technieken 3

• Sociale steun– zeer belangrijk

– drie vormen:• model-functie• sociale norm: mate waarin belangrijke

personen vinden dat doelgedrag moet gesteld • directe steun: herinneren, mee gezond eten of

bewegen, mogelijkheid creëren, ...

Behoud

• Consolidatie = behoud– “I have changed”– Nieuwe gedrag > 6 maanden gesteld – Herval is mogelijk

Consolidatie Terminatie

• DOEL:

“Ik moet er niet meer aan denken”

• METHODE:

Blijvende ondersteuning

Blijvende ondersteuning

• Sociale steun– sterke invloed van familie, vrienden,…

• Contingentiemanagement– leren zichzelf belonen voor volhouden

• Sociale bevrijdingsactie– Omgeving stimuleren om mogelijkheden tot

nieuwe gedrag te vergroten

Terminatie

• Blijvende stabiele gedragsverandering– Nieuwe gedrag > 5 jaar gesteld– Het is een gewoonte geworden– Zelfvertrouwen is hoog– Geen neiging tot herval

• Voor velen een onbereikbaar stadium!!

Basishouding gespreksvoering

• Leerling en begeleider zijn evenwaardig (↔ advies geven, aanporren tot veranderen, verandering opleggen)

• De leerling heeft altijd een goede reden om te doen wat hij/zij doet

• De wil tot verandering komt van de leerling, niet van de begeleider of de omgeving

• Geduld en pragmatisme. Motiveren = langzaam proces!

Principes gespreksvoering

• Planmatige aanpak– Start = in welke veranderingsfase zit de

leerling?– Methode afstemmen op veranderingsfase– In haalbare stappen werken

• Tijdsinvestering– Verschillende sessies!– Van minstens ¾ u!– Meestal proces van maanden!

Gespreksvoering - Praktisch• Wat kan je doen binnen 1 consult?

• Gesprekstechnieken naar fase– Precontemplatie: zwijgen*– Contemplatie: zwijgen– Preparatie: zwijgen– Actie: zeggen dat ze het goed doen– Behoud: zeggen dat ze het goed doen– Herval: zwijgen

• * in feite: luisteren…

Praktisch• Informatie en tips?

– Als de leerling er zelf om vraagt?– Dan nog opletten: kan aanleiding zijn om in het

verweer te gaan!

• Enkel voor wie écht gemotiveerd is?– Een eenvoudige rekensom

• 100 leerlingen• 2 gesprekken van ½ u per leerling• 100 u bij te plannen in agenda?

Gesprekstechnieken - praktisch

• Overtuigen en tips geven?– In 1 → 10 % van gesprekken goed effect– In 90 → 99% effect = weerstand

• Ontkenning en minimalisering (ik heb vorige week maar 1 keer frieten gegeten)

• Projecteren en externaliseren (mijn broer, die is pas erg)

• Internaliseren (ik heb daar toch het karakter niet voor)

• Ontwijken (niet luisteren, vragen niet beantwoorden…)

• Aanvallen (dat zijn uw zaken niet)

Medisch consult

• Kort individueel moment

• Meerdere aanspreekpunten

• Keuzes maken

• Goede bevraging als basis

• Realistische doelstelling

• Zwijgen waar nodig

Medisch consult

• Meten en wegen?

• Selectieve opvolging?

• Advies meegeven?

Wat kan nog?

• Scholen ondersteunen in het opzetten van een gezond beleid– Opgelet: gezond eten en bewegen is geen

prioriteit voor de school / de leerlingen– Onze taak: sensibiliseren en coachen

indien gewenst– Element binnen maatschappelijke aanpak– Meer kans op lange termijn succes

Hoe kunnen we scholen coachen?

• Helpen bij het inschatten van de beginsituatie– Bij de leerlingen:

• hoe staat het met hun gezondheid? • Stellen ze gezond of ongezond gedrag? • Hoe komt dat?

– Op school:• Wat doet de school al?• Zijn er hiaten in de werking?

– veldentabel

– 3 assen

• continuïteit over de jaren heen

Hoe kunnen we scholen coachen?

• Verwijzen naar materialen– Om de beginsituatie in kaart te brengen– Werkzame interventies kennen

• Procesbegeleiding– Wijzen op de voor- en nadelen van gekozen opties– Voortdurend oog voor evaluatie

• Draaischijf in een netwerk– Scholen in contact brengen met externen (Logo’s,

VAD, …)– weten waar de school bijkomende financiële

ondersteuning kan krijgen

Individuele leerling

Klas School Omgeving

Educatie

Structurele maatregelen

Afspraken

3 assen gezondheidsbeleid

• As 1: proactief – remediërend– Remediërend = een probleem aanpakken– Preventief = zorgen dat een probleem niet

ontstaat (primair) / niet erger wordt (secundair) / niet tot nare neveneffecten leidt (tertiair)

– Proactief = zorgen voor een optimale voedingsbodem (welbevinden is de focus)

Van proactief tot reactief

• Remediërend – Houding t.o.v. sport van - naar + krijgen– Overgewicht aanpakken

• Preventief = focus op probleem– Regels opdat leerlingen niet zouden snoepen– Nul-tolerantie voor het plagen van kinderen met

overgewicht

• Proactief = focus op welbevinden– Speelplaats leuk inrichten (nodigt uit tot actief

spelen)– “Onze school is een gezonde school”

3 assen gezondheidsbeleid (2)

• As 2: acties gericht op personen – acties gericht op de omgeving– Personen

• Veranderen wat leerlingen denken / voelen / kunnen / durven / willen / plannen

• Kan individueel of in groep

– Omgeving• Fysieke omgeving / aanbod / regels veranderen• Socio-culturele omgeving / financiële aspecten

Persoonsgerichte interventies

• GVO– Kennis verhogen– Vaardigheden versterken– Attitude (houding) veranderen

• Motiveren– Intenties publiek maken: “een contract met

mezelf” – Alle leerlingen aanmoedigen in de les LO

Omgevingsgerichte interventies

• Regels op school en thuis• Reclametruken

– Een fel gekleurd bord bij het gezonde broodje

• Het aanbod verzorgen– Tutti Frutti– Een gezonde mini-onderneming op school– Bewegingsmomenten in de klas

3 assen gezondheidsbeleid (3)

• Adviserend – emancipatorisch– Adviserend = als expert

• “gezonde voeding is een prioriteit op deze school”

• Tips over gezonde tussendoortjes

– Emancipatorisch = als coach• Inspraak van leerlingen in wat we doen en hoe

we dat doen• Actieve inbreng van ouders

Meer weten?

• Werkzame interventies– Intranet VCLB koepel (www. VCLB-koepel.be):

inhoudelijke ondersteuning portaalsite vormingscentrum project proactief werken bibliotheek proactief in CLB handleiding “evidence based werken”

– Europees project “getting evidence into practice”• http://www.nigz.nl/gettingevidence• http://www.who.int/hpr/ncp/hp.effectiveness.shtml

Meer weten?

• Mosterd uit eigen huis– Website VCLB koepel: intranet

• Deelsite gezondheidsbeleid• Deelsite preventieve gezondheidszorg

Meer weten?

• Over gezond en ongezond gedrag van Vlaamse jongeren– Studie Jongeren en Gezondheid

• Website Universiteit Gent• http://users.ugent.be/~cvereeck/hbsc

Initiatieven van de VLOR

• Studiedagen – oktober - november 2007

– herhaling van de studiedagen voorjaar 2007

• Website: ww.gezondopschool.be• DVD

• Methodieken

– Algemene methodiek: ‘gezonde school’

• www.gezondeschool.be

• www.gezondeschool.nl

– Thema voeding & beweging

• www.fitteschool.be • www.schoolgruiten.nl

Meer weten?

Meer weten?

• Inspiratie en materialen– Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie

• Overzicht van reviews– www.vig.be

– Ga naar methodieken – reviews & factsheets

• Overzicht van projecten en materialen– Ga naar thema’s – voeding en beweging (bibliografie)

– Pedagogische begeleiding• Pedagogische thema’s – Vakoverschrijdend werken

– http://ond.vsko.be/

Meer weten?

– LOGO

• Inventaris Brochures (www.logowvl.be)

• LOGO ondersteunt projecten (zie voorbeelden)

– www.logopraam.be

– www.logoantwerpennoord.be

– www.logomechelen.be

– www.logosoostvlanderen.be

– www.logohageland.be

– www.logowvl.be

– …

Meer weten?

– Provincies en andere lokale besturen, vb.

• www.limburg.be/gezondheid/

• www.provant.be/welzijn/gezondheid/

– Mutualiteiten

– Sportorganisaties en –federaties: SVS, Bloso, Olympic Health Foundation, …

– Profitorganisaties: Kelogg’s, Danone, Zespri, Medios, …

Meer weten?• Caleidoscoop

– Audrey Eertmans. Waarom eten we wat we eten? 2007, 2007, 19 (4): 26-30

– An Victoir. Scho(o)l! Gezondheid. 2006, 18:2-6 – Pieter Tweepenninckx & An Victoir. Friet met Bacardi en na

de basket een fruitsapje? 2003, 15:5-26– Stephan Van Den Broucke, Omer Van den Bergh & An

Victoir. Een kwestie van gezond verstand? 2002, 14:3-26– An Victoir. De school op het spreekuur. 2001, 13:2-18– Olaf Moens, Werken aan een gezondheidsbeleid op maat

van de school 2006, 18:6, 8 – Marc Boedts en Sofie Sweertvaegher. Gezonde

eetgewoonten en medicatiegebruik op school 2007, 19:2, 34

Met alle Chinezen…

Op uw gezondheid!