Apc de palliatieve fase

Post on 06-Jul-2015

204 views 3 download

Transcript of Apc de palliatieve fase

Chris RietmeijerAugustus 2009

Arts-patiënt communicatie in de

palliatieve fase

2

(niet) anders dan anders

• Niet anders: Opbouw consult vlgs Silverman; met name fase van “Uitleg en Advies”

• Anders: – zaak van leven en dood– meer emotie bij patiënt en familie en arts

3

Niet anders

• Herhaling theorie consult vlgs Silverman

• Met name fase van Uitleg & Advies met frisbee-methode

• Uit: Onderwijsprogramma “Uitleg & Advies” , 1e jaar

4

Het consult volgens Silverman

Begin van het consult

Informatie inwinnen

Lichamelijk onderzoek

Uitleg en planning

Beëindiging van het consult

Structuurbieden

Relatieopbouwen

5

Uitleg en advies

Divers onderzoek:

“Meer informatie heeft gunstige uitwerking op het beloop van de ziekte.”

(“Als de anaesthesist voor de operatie uitlegt hoe de pijn na de operatie bestreden gaat worden is er niet alleen minder pijnstillende medicatie nodig, maar kan de patient ook eerder naar huis.” Egbert ea, 1964)

6

Uitleg en advies

Ley, 1980:

“Patiënten onthouden maar de helft.”

7

Uitleg en advies

Divers onderzoek:

80% heeft behoefte aan veel informatie

20% niet

8

Uitleg en advies

Tucket ea, 1985:

“Patiënten onthouden informatie veel beter als deze aansluit op hun beleving en ideeën.”

DAAR DUS NAAR VRAGEN!!!!!

9

Uitleg en advies

Gezamenlijke besluitvorming leidt tot:

– Meer tevredenheid– Minder bezorgdheid– Betere “coping”– Betere medicatie-inname– Betere bloeddruk– Betere HbA1c

10

Stelling

Het gaat er niet om wat theoretisch het beste advies is,

het gaat erom met welk advies de patiënt iets kan.

11

Stelling

Tegenwerpingen van de patiënt zijn

waardevolle informatie voor de arts

12

Gezamenlijke besluitvorming =het toverwoord

• Start met samenvatting van bevindingen tot nu toe, en formuleer een werkdiagnose

• Vraag naar ideeën/belevingen bij patiënt• Aansluiting?

Nee? Exploreer!

Ja? Verder!

• Stap voor stap vertellen en vragen

13

Frisbee vs kogelstoten

14

Frisbee

De arts:

– Gebruikt korte zinnen – Gebruikt eenvoudige bewoordingen – Vraagt wat de patiënt al weet – Vraagt hoeveel de patiënt wil weten – Maakt gebruik van herhalingen

15

Frisbee (vervolg)

De arts:

– Vraagt de patiënt te herhalen wat hij gehoord heeft– Vraagt de patiënt naar diens ideeën– Merkt non verbale signalen op en laat dat merken– Bekrachtigt vragen en tegenwerpingen van de patiënt:

“Blij dat u dat zegt/vraagt”

16

Gezamenlijke besluitvorming

17

Arts-patiënt communicatie in de

palliatieve fase

18

(niet) anders dan anders

• Niet anders: Opbouw consult vlgs Silverman; met name fase van “Uitleg en Advies”

• Anders: – zaak van leven en dood– meer emotie bij patiënt en familie en arts

19

Anders

• Zaak van leven en dood

• Complexe problematiek (somatisch-psychosociaal, spiritueel)

• Slechte communicatie kan grote gevolgen hebben• Goede communicatie kan erg helpen

• Meer emotie bij patiënt en familie

• Meer emotie bij arts

20

Blokkades in de communicatie

Blokkades bij de arts:

Voorbeelden:

• schuldgevoel bij de huisarts over een aanvankelijk gemiste diagnose

• Angst bij de huisarts voor een euthanasieverzoek

• Moeite van de huisarts met het hanteren van de ontreddering bij de patiënt

21

Belang van goede communicatie

e-mail enquête onder 55 palliatieve / euthanasie consulenten:

82% was problemen in de huisarts-patiënt communicatie tegengekomen

22

Communicatie in de palliatieve fase uit “COMPACT-in-opleiding”

Huisartsopleidingen UMCU en VUmc + EMGO

De drie a’s:

• Aanwezigheid• Actief luisteren• Anticiperen

23

Aanwezig zijn

• Zo kunt u mij (of mijn collega) te allen tijde bereiken

• Ik neem tijd voor u (omdat ik dat belangrijk vind)• Voelt u zich vrij aan de orde te stellen wat u

belangrijk vindt• Huisarts gaat professioneel om met eigen persoon

(kan reflecteren op eigen rol, kan zonodig meta-communiceren)

24

Actief Luisteren

• Open vragen stellen, verhelderen, actief en empathisch luisteren

• Wat heeft u begrepen dat u hebt en wat er te verwachten valt?

• Welke vragen, problemen, zorgen of angsten heeft u (lich/psychosoc/spiritueel)?

• Welke wensen en verwachtingen heeft u voor de komende uren en dagen?

• Welke onaffe zaken zijn er nog in uw leven die u wilt ‘oplossen’?

• Wat zullen we doen m.b.t. uw vragen en wensen?

25

Anticiperen

• Welke vervolgafspraak maken we?

• Welke complicaties zijn te verwachten en weet u hoe u dan kan handelen?

• Welke wensen en verwachtingen heeft u voor de komende weken/maanden?

• Hoe verwacht u dat het sterven zal gaan en hoe denken u en ik dat ik u dan kan

bijstaan?